De Praktijk van Helder Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 14 Juli 1923. VAN 'S LEVENS WIJSGEERIGEN KANT NO. 70. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Zijde als ziekte-oorzaak. 't Juttertje ZWEMMEN. Alleen reeds bij bet schrijven van bet; woord „zwemmen" voel je je, in deze tropische hitte, al een heel ander mensch worden. Vroeger waren er velen, die zeiden, dat het water alleen was voor de visschen en niet voor de menschen. Dat aantal is in de laatste vijf-en-twintig jaar wel heel wat minder geworden, maar toch zijn er beden ten dage ook nog een reeks porsonen te vinden, die van dezelfde gedachte n. Langzamerhand is de gezonde gedachte om je nu en dan eens heelemaal af te sp-oelen bi, de groote meerderheid der menschen wel door gedrongen, doch vaak zijn er allerlei bezwaren die je in dat voornemen verhindereni Als de natuurtemperatuur, zooals deze da gen, tot een hoogte is gekomen en zet}- en bin nenwater daarvan de gevolgen ondervinden, duurt het niet lang of heele karavanen zie je er op uittrekken om zich, door dat vroeger zoo gevreesde element, te laten afspoelenu. Opvallend is zeer zeker, dat er zich onder die tijdelijke amphibiën heel wat bevinden van hei zoogenaamde zwakke geslacht. (Weldra zal die uitdrukking absoluut niet meer begrepen wor den). Er moet dus wel een heele ommekeer hebben plaats gehad in de gedachtengang der men schen. Denk eens b.v. vijf-en-twintig jaar terug en vraag dan eons bij uzejf of ge toen er nie iets stuitends in vondt als een vrounv zich aan het natte element ging toevertrouwen. Ik schat, dat 99 percent van de menschen, die er toen iets „shockings" in vonden, nu he; de natuurlijkste zaak van de wereld achten, da' het vrouwelijk deel der menschheid zich onder dompelt. Het jongere geslacht kan het zi.cjh absoluut niet indenken, dat er vroeger van. die stoet haspels waren, die daartegen kondem zijn. We leven in dat opzicht dus wel zeer snel en inderdaad lijkt me deze vooruitgang in het ge- dachtenleven wel een der meest belangrijkste, Al ben ik geen dweper met de absolute ge lijkstelling van man en vrouw, hier waar het geldt een der meest belangrijke hygiënische belangen voor het lichaam, kan ik niet anders dan het toejuichen, dat zoo talrijke' vrouwen en meisjes van het bad gebruik nïakijn. Bij het gemeentelijk zwembassiji in de Bin nenhaven is het thans een voortdurend va-et- vient) en jongens en meisjes, vrouwen en man nen verdringen zich op de voor iedere categorie vastgestelde uren om de onderdompeling te ondergaan. Aan het strand is het idem hetzelfde. Bad koetsjes komen er te kort, doch het strand Is lang en de ettelijke personen, dtle het zonder badkoetsje doen of zich in een tent behelpen, is legio. En dan is het opvallend hoe duar ieder sans gêne kan zijn, zonder dat Iemand! zich daaraan ergert. Aan het strand toch schijnt opeens alle begrip van conventie verdwenen te zijn en je verbaast je er over, dat iemand, zich wel kan ergeren aan het baden b.v. langu den dijk, en aan het N.-H. Kanaal, terwijl dat niet gebeurt als er aan het strand gebaad wordt. Ondanks dat zie je ze toch ovoral baden met dit weer en ik kan me er in verkneuteren hoe veel echte waterrotten deze gemeente binnen haar poorten heeft. (Van den mondsteiger afjompen is voor velen maar een peuleschilletje, klimmen op den roer- staart van een voorbijgaand vaartuig in het Kanaal, daar rechtop gaan staan en dan met een forschen sprong onderduiken is een klei nigheid; van het vlot in de Binnenhaven af dui ken is niet meer dan een handomdraaien. Aan den dijk heb ik wel gezi en, dat een jon gen een eind in zee zwom, zich met den vloed liet meedrijven tot het Wierhoofd en daar zijn plunje aantrok, die hem door 'een goedwillend kameraad of broertje was nagedragen. Het water, dat zie (je en jdat voel je, is hier het element der menschen. Was het vroeger bijna het monopolie van jongens en mannen, thans plant het zich voort tot de meisjes en vrouwen en er zijn er velen onder de laatste twéé categori ën, die niet voor de twee eerste groepen onder doen. Dat is verblijdend. Daarom: laat je afspoelen, dan zal de warmte je niet tot zoo'n grooten last zijn en zal er veel, hetgeen anders ons in de neuzen drong, in den breeden schoot van de wijde zee worden opge nomen. En ook dat is veel waard. Robinson. Eenigen tijd geleden kwam in een der Londensche ziekenhuizen een merkwaardig geval van z.g. zijd ©ge voeligheid voor. De patiënte verklaarde, dat isfl geen- zijde kon dragen, omdat haar huid. daardoor ontsto ken raakte. Thans wordt een tweede, dergelijk geval gemeld. Een 21-jarig meiarje heeft verklaard, dat rij geen rijde kan dragen, omdat ook haar huid ef door wordt aangetast. Alleen de nabijheid van rijde-weefsel is reeds vol doende om het meisje een gevoel van onbe haaglijkheid te geven. Een kwartier nadat zil een zijden blouse heeft aangetrokken, ver- toonen haar armen en hals overal roodo vlekken. Men bereidde een extract uit rijde en gaf de patiënte daai-mede een injectie. Het gevolg was, dat zij begon tè hoesten en te niezen, terwijl de oogon begonnen te tra nen, welke verschijnselen gepaard gingen inet netelrooa Het verlangen naar „den goeden ouden rijd" is meestal niet anders dan het verlan gen naar de vervlogen j eugd. Het „Zeggen! „Ik zal het hem zeggen!" mag „Het mag hem wel eens goed gezegd worden!" „Dat zou ik best durven zeggen." „Dat heb ik eens goed gezegd." Etoetera Er zijn in onze spreekwijzen tientallen voor beelden van de waarheid,- dat een belangrijke factor in onze samenleving wordt gevormd door bet begrip „zeggen". Van het zeggen of van het niet zeggen oudere menschen, met de noodige levenserva ring, weten dit: hangt veel af. Maar of er wel alles van af hangt? Dat is een moeilijk vraagstuk en nog niemand schijnt de juiste formule te hebben gevonden om deze vraag op té lossen. Uit de manier waarop wij dit begrip zeggen en durven zeggen in de wandeling gebruiken, blijkt, dat wij het niet altijd makkelijk vinden om iemand „iets" d. w. z. een „waarheid'' te zeggen. Want al hooren we in het dagelijksch leven, ik zou haast zeggen-: tot vervelens toe „De waarheid bovenal" of „Durf ieder te zeggen wat ge meent" of „Het zou veel beter zijn als we rechtstreeks zeiden zooals het was". schier niemand houdtzich In de praktijk aan dezen inderdaad gulden regel. Er ls een overdaad van voorbeelden, waaruit zou kunnen blijken, dat we bijna nooit de waar heid rechtstreeksch zeggen, of het moet be vorderlijk voor ons directe belang zijn. Het tegenovergestelde doen we echter zoo lang ons leven duurt. Zoo blijven we in gebreke in dubbele mate. Want niet alleen „zeggen" we niet voortdurend wat heel vaak bitter noodig zou zijn gezegd te worden, maar zelfs als we dit doen tegen onze kinderen of vrienden b.v. dan gebeurt het nog in de meeste gevallen, dat hetgeen we gezegd hebben niet in ernst wordt opgenomen on niet wordt behartigd. WTant zelfs al zeggen we zoo veel en zoo eerlijk mogelijk wat we voor waar houden in het leven dan nog is zeggen alleen lang niet voldoende. Het zeggen van.de waarheid alleen is in het hoogste geval: een deur openzetten van de deur naar de waarheid. Maar dat beteekent nog niet, dat degeen, voor wie het gedaan werd, nu ook dat geopende gebouw van de waarheid binnen treedt. En daar komt het toch op aan. „Zeggen" is een schoon ding een van dé wonderlijkste geschenken, die ons het wonder bare leven gegeven heeft. Dat merken we eerst goed, wanneer het ons eens lukt om door middel van „zeggen" die bovengenoemde deur van het Waarheidsge bouw niet alleen open te krijgen, maar er ook de aangewezene door te zien binnen gaan. Voor het .„zeggen" van wat we meenen te zeggen te hebbeni, staan den mensch vele wegen open len vele middelen ten dienste. Men kan het in de eerste plaats doen op de wijze als in het Oude Testament wordt voorge schreven: Allereerst onder vier oogenl Daarna wanneer dit niet geholpen heeft, meer in het algemeen en ten slotte in het openbaar. De laatste manier n.L om wat mem te zeg gen heeft naar waarheid in het openbaar te doen heeft in onze dagen een vrij uitgebreid ge bruik gevonden. Het is ook voorzeker een uit stekende manier om de waarheid te zeggen in het openbaar, d. w. z. dpor middel van den kan sel of doof middel van een of andere wijze van schriftuur. Vooral wanneer het geldt een waar heid, die niet in het bijzonder een persoon aan gaat, maar meer in het algemeen de menschheid of de samenleving. Het is ook de minst gevaarlijke manier, omdat men niet bevreesd behoeft te zijn -op deze wijze een bepaald mensch te kwetsen. Aan dem anderen kant evenwel blijft de kans groot, dat het „ware" woord aan den-gene, voor wie het in beginsel bedoeld wps, ontgaat. Toch is die breede weg van de waarheid zeg gen in het algemeen en in het openbaar wel zeer verkieslijk. Niettegenstaande het feit, dat er vooral in onze dagen van licbtelijke verwor ding em van twijfel em van leed om het leven, weinig waarde en geloof wordt gehecht aan de waarheid, die uitkomt in een schriftuur, zou het aanbevelenswaardig zijn, wanneer er meer heiligen arbeid van werd gemaakt Want in het algemeen is het met de goede woorden als met de zaadjes uit de bekende ge lijkenis: Een deel valt op een steenrots en gaat te niet een ander deel mislukt op weer andere wjjze.Maar eenige goede woorden hebben de kans toch nog altijd in goede aarde in casu: in goede ooren terecht te komen. En is dit eenmaal geschiedt, dan sterft dit gezaaide zaad niet meer. Dan begint het onwil lekeurig te groeien en op deze wijze wordt menig mensch in stilte in zijn leven voortge holpen of op den juisten weg gebracht. Want wat hij of zij tevoren niet begreep, hoort men nu onder woorden brengen. Wel kan en zal het in den aanvang nu troebel en vaag zijn, maar allengs neemt, het in de voorstelling vaste vormen aan en wortelt in het bewuste wezen van het individu op zoodanige wijze, dat het met zijn wezen zelf vergroeit en er niet meer uit te verwijderen is. Ingezonden Mededeellng. in de gemoederen zijner hoorders. Maar zelfs al is de schijn tegenovergesteld ze zullen- er niettemin zijn of komen. Een schrijver, die door middel van een< of ander voertuig van publiciteit, zijn meeningen heeft voorgedragen, zal bijna nimmer kunnen weten of men hem leest wie hem leest en welke resultaten dit lezen -ten slotte heeft gehad. Maar niettemin kunnen we als een vaste wet aannemen, dat er al-tijd iets van blijft neerval len in goede aarde daar ontkiemt en wortel schiet En aangezien het dus vaststaat, dat van ieder gestrooid zaad eenige planten wortelen, is het van de grootste beteekenis zich voor te houden zooveel mogelijk het zaad der waarheid te strooien. Dr. Brensa, En al is het waar, dat hij of zy, die de drang of de gave in zich voelt om de waarheid te zeg gen, veelal daarvan eenige bittere ervaringen te verduren krijgt het wezenlijke loon blijft niet uit. Een spreker, die in een verzameling van medemenschen waarheden gezegd heeft, zal nimmer by machte zijn om de uitwerking van zijn woorden en gezegden te kunnen nameten DE „POP". Een praatje over den „namaak"-meii.sch. Een pop is een klein mensch en is in ieder opzicht altijd bedoeld geweest om als klein mensch dienst te doen! In de pop wil de mensch zichzelf ten voeten uit terug zien en met zich zelf spelen als een gedresseerd dierl Reeds de oude Egyptenaren kenden kleine poppen kleine primitieive menschen-na- bootsingen uit klei gebakken. En van dien tijd af zijn poppen bij den mensch bekenc geweest en heeft de pop zich gehandhaafd in de eerste plaats als speelgoed voor het kind. Nu is niet de pop in het bijzonder voor het kind bedoeld, maar het kind houdt zici in het bijzonder met de pop bezig, omdat he kind als zoodanig het nog onbeheerschte en onbedorven mensch-figuurtje ia Grootere menschen zouden ook nog wél met deze o: een soortgelijke liefhebberij willen spelen, maar Ijun zit een zekere bewustheid een zekere beheerschln-g in den weg. Zij durven niet meer naief-spontaan te zijn en (zooals het kind dit doet) het popje behandelen als was het een menschenkind met oogen en ooren en rede en verstand! De aandacht en liefhebberij voor de pop heeft natuurlijk een' poppen-fabricatie in het leveri gebracht. In den voor-ooriogschen tijd van. Europa h ad Duitschland de -grootste popp en indu strie. Speciaal Sonnenberg in Thuringen was hiervan het centrum. De poppen werden vervaardigd in fabrie ken, maar dit geschiedde niet zonder behulp van ©en uitgebreide huisindustrie. En juist deze poppen-huisnijverheid leverde een staaltje van den huisvlijt met al haar kwade zijden. Ontzettende lange arbeidsdagen wer den, (en worden) er gemaakt.menig nachtuur opgeofferd' voordat zoo een klein en snoeperig popje langs alle mogelijke we gen eindelijk in banden komt van het kleine kind. 9 Niet alleen is de pop een klein mensch, maar in de streken waar zich de poppen- industrie ontwikkeld heeft vinjlt men uitge breide -groep eeringen van menschen in pop pen-arbeid, gelijk men ze elders voor men- schenarbeid vindt. Want de gevestigde fa brieken in een poppenstreek leggen wel de laatste hand aan de pop, maar het ontstaan en de verschillende eerste en ruwe bewer kingen dankt de pop aan de huisvlijt. Zoodoende vindt men in* de poppenmakers- dorpen den poppen-coiffeur, den poppen- schoenimaker, den -kleermaker.den -schil der enz.! De fabrieken hebben hun leveranciers, aan wien ze het te ontvangen kwantum een voudig opgeven. Deze leveranciers hebben weer onder-leveranciers cn zoo komt men ten slotte terecht in het werken in huis aan huis! De een maakt zooveel rompen, de ander zooveel armen en beenen, de derde zooveel kopppen en zooveel pruiken en zoo veel schoentjes en zooveel hoedjes en zoo veel jurkjes. En zoo gaat 'het verder! Op den laatsten werkdag der week wordt afgeleverd-en het afgeleverde werk terstond betaald- Vroegea was het gewoonte dat het afge leverde werk in -groote manden door de vrou wen naar de fabrieken wend gedragen. La ter stuurden de fabrieken paard en wagen om langs de huizen- al-les in te zamelen. Men heeft poppen uit één stuk, men heeft ze waarvan de armen en beenen een beetje kunnen draaien. Men heeft ook zjg. beweegbare poppen, waarvan handen, voe ten, knie en elleboog ja dikwyls zelfs de vingers in hun geledingen beweegbaar zijn! Men heeft de „slaap"poppen, die de oogen kunnen openen on weer sluiten men heeft spreek-poppen, die papa en mama zeggen. Enkele fabrieken hebben zelfs wel eens exemplaren gemaakt, die loopen konden door middel van een mechaniek en weer an deren die konden' spreken door middel van een iniwendig verborgen „gramafoon"-sy- steem! 'Maar dat waren natuurlijk de enkele bui tengewone stukken. De massa is het welke de huisindustrie schept en het zijn de duizenden van gewone en1 bekende houten of geperst papieren pop pen die aan duizenden menschen levenson derhoud verschaffen. Het verdoelen van den arbeid1 gaat niet zond-er systeem. De romp van de pop wordt in houten vormen uit papier geperst. Do •groote exemplaren perst de man de klei nere komen voor rekening van de vrouw en de kinderen. Het afsnijden van de door het persen ontstane randen gebeurt uitsluitend door de kinderen. De aldus ruw gemaakte producten1 worden dan verdeeld onder de verschillende speci- aal-schilders: de arm- en de been- en de kopsohild-ers. 'Het zou wel juister zijn hier te spreken van de schilderessen want meestentijds zijn het de vrouwen alleenstaande vrouwen of de weduwen met dochters van het dorp, welke dit gedeelte van de industrie beoefe nen. Naar men zegt is met twaalf vaste hand grepen en streken het hoofd op de juiste wijze beschilderd. Dan heeft de pop haar, wenkbrauwen, wimpers neusgaten, mond en roze-wangetjes. Het hoofd komt nu bij den oogeninzetter, die op zijn beurt in vier of vijf handgrepen de „spiegels der ziel" vastzet! De oogen zelf ontvangt deze van den glasblazer in het dorp! De latere jaren' gebruikt men veel koppen van porselein en celluloid. De eigenlijke schedel wordt dan aangebracht los op den romp en in 1215 grepen voltooid de coif feur het uiterlijk me een schoonen haardos! Het hoedje (als het er een krijgt!) wordt erop vastgezet! De kartonage-werker heeft inmiddels de doozen op de vereischte maten afgeleverd. De kant en klare popjes worden nu in de doozen vastgenaaid door de verpaksters. En hiermede is de eenvoudige bazarpop gereed, wordt op den trein gebracht en gaat de wijde wereld in om aan de kleine kindertjes veel vreugde te bezorgen!!! Dr. B. „LA MUETTE." Het kasteel der Koningen. 'Dicht bij Parijs, achter het beroemde Bois de Boulogne, ligt het sierlijke, wondermooie kasteeltje „La Muette"! Dit kasteeltje is op het oogeniblik voorbeschikt om te verdwij nen en met dit verdwwijnen zal een belang rijk deel van het wijdsohe geschiedenisveld van oud-Frankrijk verdwijnen. „La Muette" was het eigendom van de Fransche koningen in de zestiende eeuw. En in deze hoedanigheid heeft zich op dit klein kasteel een deel van Frankrijks hof geschiedenis afgespeeld, die meer dan merkwaardig is. Ozaar Peter de Groote kwam hier op be zoek als gast van de Hertogin de Berry. Lodowijk XV braóht er een- deel van zijn jeugd door. Van deze Lodewijk Louis Ie Biem Aimé, wordt uit deze periode het volgende voorval van grofheid verteld: Over de groene ga zons, die het paleis omgaven, liep een wit hert rond. eens de lieveling des konings. Op zekeren dag kwam het dier als naar ge woonte naar zijn meester om geliefkoosd te worden. Lodewijk echter, in een sadistische bui, riep, met een kouden lach, een dienaar liet het hert tot op een bepaalden gf- stand verwijderen en vermaakte er zich me de als.schietschijf! Voornamelijk tijdens de regeering van Lodewijk XVT heeft „La Muette" de zwij gende getuige haar sohoonste dagen ge kend. Nog vrij kort tevoren hadden de favo- rites van den vroegeren Louis dezen gnonc: betreden w.o. die markiezinnen de Nesle, de Pompadour en La du Barry, die daar ach tereenvolgens 's Konings gunst 'bezaten. Doch met de entree van den jongen Lode wijk XVI en de behoorlijke Marie Antoi- nette kwam er een gansch andere geest te heerschen. -In „La Muette" ontving Marie Antoinotte •haar broeder, Jozef II van Oostenrijk. Hier gebeurde het ook, dat een vrij scha mel gekleed man de wacht van het kasteel zoo -lang smeekte hem toegang tot den ko ning te verschaffen, dat men hem eindelijk binnen liet! Hij had den koning niets anders te vragen dan de beschikking over een klein lapje zandgrond! Op diezen zandgrond zoo voor spelde 'hij zou hij een uitstekend eetbare knollensoort planten, welke tot op heden in Frankrijk niet gekend was! De koning willigde zijn ernstige verzoe ken in, de man ging aan het planten en wachtte de resultaten af. Deze schamele man heette Parmentier en de eetbare knollensoort welke hij ontdekt had, was de.aardappel die hiermede zijn intrede deed op het vasteland van (Eu ropa I hun tijd' als gast. Zelfs de grimmige Wagner ging toen hij in de Parijsohe periode was de salon van Madame Erard—Spontini niet voorbij. Hij heeft haar het eerste exemplaar van de „Tanhauser"-partituur met een op dracht op „La Muette" overhandipidl 9 Thans is het oude koningspaleisje met zijn honderde herinneringen van 'historische beteekenis, gedoemd te verdwijnen. De grond zal als bouwgrond worden verkocht! Kort voor de -groote revolutie dwong de geldnood in Frankrijk tot den verkoop van „La Muette". Maar omdat men er de kleinig heid van 780.000 pond sterling voor vroeg kwam er geen enkele kooper opdagen. Tijdens de revolutie was 'hot kasteel na tionaal bezit, doch omstreeks 1820 ging het eindelijk in particuliere handen over. Be zitter werd nu Erard de beroemd gewor den fabrikant van de Fransche piano Erard". In deze familie bleef het heel langden tijdens deze periode vloeide het vaak over van muziek. Want een zuster van Erard was gehuwd met den componist Spontini en op „La Muette" werd nu in den loop der jaron.me nige soiré musical gegeven. Aubor, Adam, (Tallevy, Gounod, Beriioz, Massenet, Meycr- beer, Rossini en anderen kwamen er op OVER MISDAAD EN MISDADIGERS. door Leo Felix. Geheimschrift. Een uitvoerige beschouwing te geven over het ontcijferen-van geheimschriften, zou eener- zijds te ver voeren, maar anderzijds ook zeer langdradig worden. Want dit werk is nog heel wat moeilijker dan raadseltjes oplossen; het 'vereischt, zooals wij reeds eerder opmerkten, een grondige kennis van de theorie en daar naast practische vaardigheid. Wij zullen dan ook slechts langs de opper vlakte loopen en enkele algemeene opmerkin gen maken. Vraagt men zich af, of en zoo ja, welke beteekenis -er aan geheimschrift te hech ten is, dan kunnen wij'niet beter doen dan de meening te citeeren van Prof. Dr. Hans Gross, die zegt: „Wanneer wij nu vragen, wat men moet doen om geheimschrift te ontcijferen, dan moe ten wij vóór alles zeggen, dat men geheime mededeelingen steeds voor belangrijk moet houden. Voor onverschillige zaken wordt geen geheimschrift gebruikt. Eén ontcijferde medé- deeling in geheimschrift brengt in den regel meer licht over een zaak dan vele weken wer ken en ijverig overal heenschrijven. Daarom moet men alle krachten inspannen, wanneer men verdenking heeft, dat in een strafzaak geheimschrift wordt gebruikt, -om iets te vin den, waarmede men het kan ontcijferen. Dit moet men echter niet alleen doen in een groote strafzaak, maar ook in een, die dat niet schijnt te zijn, want dikwijls is een zaak, die schijn baar van weinig beteekenis was, van gewicht geworden, doordat een stukje papier met ge heimschrift werd gevonden en ontcijferd. Heeft men alzoo verdenking, dan zorge men in de eerste plaats voor nauwkeurige doorzoe king van den aangehoudene. Men denke er aan, dat hij niet gewoon is zijn correspondentie netjes geordend in een portefeuille te bewaren, maar dat dikwijls de belangrijkste, even nietige als smerige stukjes papier en* lapjes kunnen zitten in de naden der kleeren, voornamelijk waar de stof dubbel is (jaskraag, broekgulp), in schoenen, waar het leder dubbel of voering is aangebracht, en zelfs in het lichaam. Alles wat is gedrukt en geschreven of gekrabbeld, ook strepen en teekeningen, kan van gewicht zijn, ja zelfs onbeschreven papier; dit laatste kan immers met onzichtbaren (sympatischen) inkt zijn beschreven. Dat alles moet worden verzameld, desnoods gedroogd en -nauwkeurig gereinigd1. Waar en hoe het is gevonden, moet worden aangetee- kend. Maar ook vele andere dingen kunnen van belang zijn. Wij noemen slechts het num mer van het horloge, het fabrieksmerk van hoed, zakmes, pijp, enz. Dat alles moet, opdat men het steeds onder de oogen hebbe, nauw keurig op een lijst worden vermeld, welke bij de stukken in het dossier wordt gelegd." .Ook andere deskundigen komen -tot dezelfde opvatting en als we b.v. eens herinneren aan het bekende zakboekje van Landru, waar ook allerlei aanduidingen e. d-. in stonden opgetee- kend, welke het voornaamste bewijsmateriaal leverden en tot zijn terdoodveroordeeling leid den, dan zal men met ons eens zijn, dat gehei me aanteekeningen niet mogen worden onder schat. Hetzelfde merkt de heer P. Frima, politie deskundige te de 'Bildt op; hij zegt: „De al gemeen verspreide meening, dat geheimschrift door Hollandsche misdadigers zelden wordt gebruikt, kan voorioopig niet met voldoende stelligheid worden tegengesproken. Maar toch heeft dezè heersehende opvatting bitter weinig bestaansrecht. Waarop steunt ze eigenlijk? Alleen op negatieve waarneming: men merkte tot den ïmidigen dag niets van geheimschrif ten en concludeert daaruit overhaast tot alge- heele afwezigheid. En de waarde van deze ge volgtrekking nadert verdacht het nulpunt der waardemeterschaal, wanneer men bedenkt* dat naar geheimschriften nooit ernstig en op des kundige wy'ze werd gezocht." De heer Frima, die zich jn 't bijzonder bezig hield -met geheimschriften, publiceerde voor eenigen tijd in het Alg. Ned. Pol. Weekblad daarover een interessante verhandeling, waar- iri hij o. m. de volgende geheime mededeelingen weergaf. Zoo b.v.: LEWSELLAD LETSEGGNI DNIBREVNI NEDARE'MAK EDTEMEMBE HNETSEEWE GLNINEBKI De lezer zal bij nadere beschouwing al heel gauw het geheim van dit schrift ontdekken; het bericht is n.1. van achteren naar voren geschreven en duidt: „Ik ben in L. geweest en heb me met de kameraden in verbinding ge steld, alles wel." Hetzelfde, maar met Hebreeuwsche schrijf wijze, is toegepast op: TIZIJH ILEONI EEWTBlNEVEZ Daar staat vermeld: „Hij zit in cel B twee zeven" (vleugel B, 2e verdieping, cel 7). Aan belangstellende lezers geven wij het, eveneens aan Frima ontleende, volgende ge heimschrift ter oplossing. Zij kunnen hun vin ding tot Donderdagavond 12 Juli, 8 uur n.m. doen toekomen aan de Redactie van dit blad, met vermelding „Oplossing Geheimschrift" op de gesloten enveloppe. In.het volgend artikel zullen wij de oplossingen bekend maken. De- betreffende mededeeling luidt: VTOEJ VfOQTI GPOXQ PFQRJ GVBGN HFGWW C H I G U V U V G M TQRFG P R N O O R' T Q M Q O G P D Bij de meer ingewikkelde geheimschriften, als .chiffre quarré, moet men naar den sleutel zoeken. Deze is een vierkant, dat op bepaalde wijze bewerkt is en' heel goed een stuk krant vol gaatjes geprikt kan zijn. Zoeken naar het overeengekomen woord is bij het chiffre quarré nog een tweede werk. Het geheimschrift van Napoleon is afhan kelijk van een gekozen woord of getal en de ervaring leert, dat gewoonlijk daarvoor voor de hand liggende woorden en getallen *- ken, geboortedatum e. <L) gebruikt wor'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 9