n. Het geheel bestaat uit 4 lettergrepen
en is een snel vervoermiddel.
m i
Ik zal ze leeren, hijgde zij, terwijl zij
haar zoontje weder by zijn oor pakte en hem
meenam. Ik zal ze leeren er onderuit te ko
men of ik zal ze laten dansen. Ga je weer
Indianen bevechten? Denk je er over om
fier op den top van de ongenaakbare rotsen
te staan en de vlakte onder je te bedekken
met de bloedige ïyken van je ontelbare
Slachtoffers? Zal je nog eens ,Jhist" zeggen
op een toon, die geen wederspraak duldt? In
het want springen en met een donderend be
vel de volle laag geven aan den met schat
ten beladen koopvaarder, om daarna de
hand der ontferming uit te strekken naar de
wonderschoone maafd in de hut des ont
zielden gezagvoerder en met haar te trou
wen? En, zal je dat nog eens wagen?
En steeds hamerde zy op den gillenden
jongen, totdat zijn gebeente rammelde en hij
voor eeuwig afstand deed' van al die heer-
ïykheden.
Kom dan mee, zei zy en pakte hem in
zy,n kraag. Laat ik je weer snappen met
laadstokken en vleeschmessen en ik beloof
je dat je zult denken, dat de springende,
huilende, kronkelende, onweerstaanbare
prairiebrand met een woesten kreet van
triomf over de sidderende vlakte is gestoven
en en terecht gekomen in je broek, om daar
te biyven zitten! -
T
Het onderzeesch wereldkabelnet.
In hooge mate van elkander afhankeiyk,
spreekt 't van zelf dat er hauw verband be
staat tusschen onderzeesche telegrafie en
wereldhandel. Vandaar dat alle Staten, voor-
naimeiyk de zee- en koloniale mogendheden,
hun uiterste best deden om door uitbreiding
en verdere volmaking van hunne onderzee
sche kabelliniën te voldoen aan de door
hunne commercieel© belangen gestelde ei-
schen. Zoodoende werden de mazen van het
wereldnet ieder jaar dichter.
De eerste kabel werd ^gelegd tussöhen
Dover en Galais en in 1851 voor het .pubiek
verkeer opengesteld. In 1913 was de totale
lengte van alle onderzeesche kabels, die den
aardbol omringden, 519.300 K.M. Zelfs ty-
deng den wereldoorlog werd het net uitge
breid, terwyi in de daaropvolgende jaren
vel© nieuwe lijnen aan de reeds bestaande
werden toegevoegd, zoodat in 1922 het on
derzeesche kabelnet 3.566 ïynen omvatte met
een totale lengte van 590.183 K.M., zy'nde
14.7 maal den omtrek der aarde. Verreweg
het grootste gedeelte is eigendom van parti
culiere qnderriemingen, terwijl een klein .ge
deelte, hoofdzakelijk korte kustlynen, staats
eigendom is.
Sedert 1913, doch vooral in de laatste ja
ren, hebben de meeste landen een grootere
bedrijvigheid aan den dag gelegd by het tot
stand brengen van nieuwe onderzeesche ka
belverbindingen. In dit opzicht neemt Ne
derland de eèrste plaats in. Hoofdzakeiyk
door verbetering van het onderzeesche ka
belnet in Ned.-Indië, heeft ons vaderland
zijn kabelnet 114 uitgebreid. Daarna vol
gen Italië, Zweden en Japan, respectievelyk
met 93 62,2 en 59
Van het geheele wereldkabinet zy'n 272.400
K.M. of 46.2 Britsch eigendom. Daarna
volgen de Vereenigde Staten van Amerika
met 141,282 K.M. of 23,9 Frankrijk met
65.030 K.M. of 11 (hieronder begrepen de
kabelverbindingen der Fransehe koloniale
gebieden in Azië en Afrika) en vervolgens
de „Pacific Cable Board", die het beheer
heeft over een onderzeesch kabelnet van
17.430 lyM. Laatstgenoemde lijnen zyn ge-
meenschappeiyk eigendom van Groot-Brit-
tannië, den Australischen Statenbond/ New
Zealand en Canada, terwijl die- Ujst gesloten
wordt door Denemarken, Japan en Neder
land.
Duitschland, dat in 1913 met 114 kabels
ter gezameniyke lengte van 43.300 K.M. of
8,1 van alle onderzeesche kabels ter we
reld, de derde plaats innam in de rij der
eigenaars van genoemde verbindingen,,
heeft by het Verdrag van Versailles al zyn
lange overzeesche kabelliniën moeten af
staan, en zoodoende 37.000 K.M. verloren.
In 1922 behoorden aan het Duitsche Rijk
108 kabels met een totale lengte van 3.275
KJM., hieronder begrepen een nieuwe
DuitschZweedsche kabelverbindingtus
schen Zarrenzin en Tzelleborg, die in den
herfst van 1921 werd gelegd in aansluiting
aan een andere reeds bestaande lyn, zoo
dat Duitschland tegenwoordig door twee
kabels met Zweden verbonden is. Beide ver
bindingen zyn Duitsch eigendom. De totale
lengte van het Duitsche kabelnet bedraagt?
thans niet meer dan 4.446 K.M.
Een reis om d!e wereld ln een Jacht van
100 ton.
De bekende Fransehe lawntennisspeler
Alain, die van Cannes uit geheel alleen in
een klein jacht van 100 ton een zeiltocht om
de wereld maakt, heeft thans Amerika be
reikt na 142 dagen varen. Hy werd eenige
keeren overvallen door een orkaan en moest
eenigen tijd alleen van drinkwater leven. Hy
was twee dagen lang bewusteloos en werd
geheel uitgeput opgepikt door het Grieksche
stoomschip „Byron", 190 myi van de kust.
Hy hoopt zyn reis om de wereld voort te
zetten.
HOE ZIET DE WERELD ER
TEGENWOORDIG UIT?
Dat is niet veranderd.
ziet U, reiniging van'de lokalen
is natuurlijk zeer noodig en goed. Maar wat
de huisgenooten betreft: Vangen en dan
doodmaken! Dat biyft het eenige wat er op
zit!
(Vragenrubriek: Haagsche Crt.)
I
'n Ongeorganiseerde.
Van alle staatsambtenaren in Frankrijk is
de heer Deibier, de beul, de eenige, wiens
salaris sinds den oorlog niet verhoogd ge
worden is! Evenmin heeft hy nog ooit eenige
duurtetoeslag genoten.
(Aux Ecoutes).
Woningnood ln Rome.
De Paus heeft kortgeleden oude gevange
nissen in het Vaticaan laten inrichten voor
kardinaalswoningen. Want vele kardinaals
beschikken over niet meer dan hoogstens
20.000 of 30.000 Lire en een kardinaal was
derhalve dakloos, omdat zyn huisheer de
huur van zyn woning alleen tot 75.000 lire
had opgeslagen.
(Matin).
Dat zegt de Duitscher.
De bodem van Nederiandsch-Indië is ver
reweg de rijkste en tegeiykertyd de minst
geëxploiteerde van geheel de wereld. Hy
kan nog werk verschaffen aan milliöenen
mannen en in den loop van den wederop-
bóiflt van onze verwoeste wereld, zal dit land
evenals Holland zelf nog een histori
sche rol van beteekenis kunnen gaan ver
vullen.
(Der Konlectionfir).
De Staat moet bijpassen!
Wylen Sir E. Cassell heeft een kapitaal
nagelaten van ruim 6 millioen pond sterling.
De Staat is er natuurlijk by om zyn deel en
de succesierechten werden geschat op onge
veer 2.400.000.... Dat wais een buiten
kansje.
Maar in het vermogen was dit bedrag juist
aanwezig in stukken van de Overwinniings-
leening en de erfgenamen1 hebben het recht
met deze stukken te betalen. Dit zou nu nog
niets byzonders zyn, omdat de staat dan tóch
vroeger het baarbedrag voor de stukken
ontvangen heeft. Maar de zaak is, dat de
staat om de animo wat te verhoogen de
stukken vroeger heeft verkocht tegen...
85 pCt., met de belofte te zyner tijd terug
te zullen nemen tegen de nominale waarde.
Sir Cassell heeft dus indertijd voor de aam
doelen1 betaald 2.040.000 en hy levert ze
door middel van zyn erfgenamen nu weer
in tegen 2.400.000.
De staat krygt dus net jes de stukken terug
en moet aan de erfgenamen.360.000
bypassenl
(Evening News).
Leve de overwinning!
Door het bestaan van 'meer dan twee mil
lioen werkloozen verliezen wy in een jaar
meer, dan wy aan ^schadeloosstelling kun
ne# bntvangen van Duitschland gedurende
meer dan dertig jaar!.
(Asquith in een rede.
Wat vroeger niets waard was
Het olieverfportret van Nell Gwyne door
Pieter Lely, deed langen tyd in een achter
buurt dienst als vulsel voor een gebroken
ruit; een dokter heeft het er toevallig ont
dekt. Op de laatste veilingen was het 't meest
beteekenende nummer.
Een advocaat te Liverpool kocht voor 3
shilling een prachtig staal van oude Griek
sche beeldhouwkunst. Een Amerikaansch mu
seum heeft het kortelings overgenomen
voor.200 Guinjes.
In een uitdragerij te Parijs kochf ©en
verzamelaar voor een halven Franc een ori-
girineele teekening van Raphaël.
Op dit oogenblik is deze teekening 20.000
maal hel bedrag waard.
(E. Page Gaston over: Het verza
melen van Kunst voor z'n ge
noegen en voordeel).
De politieke mode.
Tusschen de politiek en de mode bestaat
aityd een onmiskenbaar verband, De Engel-
sche koloniale politiek bracht de Indische
turban in de mode.. Sinds er van Japan
sprake is op politiek gebied is de Japansche
mode sterk toegenomen. Het Maroklto-
avontuur bracht de losse heupsjerpen en in
dien laatsten tyd zagen we de legeruniformen
van den grooten oorlog op verschillende ma
nier in de hoeden en mantels.van de dames,
zelfs van de heeren, opgang maken.
We zyn benieuwd of we dientengevolge
binnenkort iets van Spanje of Italië of Grie
kenland zullen dragen.
(Opgang).
Wie niemand vleit en toch vrienden heeft,
moet wel een- buitengewoon voortreffelyk
mensoh zyn.
Niets is erger dan de halve waarheid.
Geen vrouw met „bobbcd" haar.
„Myn man wil niet hy my blijven, omdat ik1
myn haag kort heb geknipt", zoo verklaarde
mrs. Violet Naude, een Londen; che typiste,
die tegen haar echtgenoot een eisch had in
gediend wegens moedwillige verlating, voor
de rechtbank van South^M.
De echtgenoot, Regihald Naude, die zich
.Internationale opera-zanger" noemde, voer
de nog de volgende redenen voor het verla
ten zyner vrouw aan:
Zy kan wasschen noch naaien. Zy heeft
gespeeld' en haar gelaat geverfd. Zij heeft
my 400 leugens verteld, waarvan ik er 350
kan bewyzen. Waarschyhlyk zouden de ove
rige 50 leugens er niet zoo zeer op aanko
men, voegde hy er aan toe, maar ik wil een
vrouw met lang haar hebben.
De man werd veroordeeld tot het betalen
van een wekelyksche toelage van, 15 shilling.
BABBELUURTJE OVER MODE.
Fluweel en haar gebruik.
De laatste modejaren zyn we heel rijk
geworden aan soorten fluweel. Men heeft
tegenwoordig oon maar eens 'n paar en
volstrekt niet alle soorten te noemen: velours
chiffon (een zeer dunne en zachte fluweel),
velours de chasé (een geribte velvet), velours
dammassé (met patronen beperst fluweel),
velours panne (een pluche-achtig fluweel),
z.g. zyden peau de pêche (een zeer dun en
soepel, pluchig uitziende fluweelsoort met
een „zyden" achterkant), etc.
Dit zyn nog maar een paar en van de
nieuwste.
Al deze fluweel-differenties komen tegen
woordig te pas by het maken en vervolma
ken van de vrouwen-bovepkleeding.
De zaak is nu maar om zoo ongeveer te
weten in welke gévallen de eène soort en
in welke gevallen de andere soort de voor
keur verdient.
Hoe en wanneer zullen we al deze soorten
aanwenden?
Het lijkt me aanbevelenswaardig eenvou
dig i qp klein recept te schrijven:
Velours chiffon wordt gebruikt voor mid
dag- en avondtoiletten.
Velours de chassé wordt meestentyds ge
bezigd v voor mantels en manteloostuums.
Ook wel voor 'sterke Japonnen.
Velours Dammiassó vinds zyn bestemming
hoofdzakeiyk in ayondmantels en middag-
japonnen.
Velours panne hyna uitsluitend voor
chique mantels en'<soortgelyke avondman
tels.
Zijden peau de pêche is byzonder luxieuze
stof en wordt daarom ook haast enkel ge
bruikt voor byzonder luxueuze kleeding-
stu'kken. Meestal komt zy in aanmerking
voor mooie, ruim geplooide avondmantels
of dito cape'a Vaak ook wel voor gedra
peerde avondjaponnen, waarby dan mees
tentyds de daareven genoemde eigenschap
pen zoodanig in de .verwerking zyn aange
wend, dat zobwel de fluweelen als de „zij
den" kant behut is.
De manieren waarop dit gebeuren kan,
zouden hier moeilyk in het klein bestek
kunnen worden verteld.
Maai- het ligt voor de hand, dat deze wyze
van toepassen een uitstekend en elegant
geheel moet tot stand brengen.
lEOQUK
Der langen Rede kurzer Sinn d.w.z. de
eigenlyke reden, .wa'arvoor deze geleerde toe
spraak werd gehouden is eenvoudig de
volgende:
'Afgezien natuurlijk van het feit, dat vele
dames en vrouwen, vooral de ouderen, van
een en ander grondig op de hoogte zyn
is het waar, dat de jongere vrouwen, die
ten opzichte van dé kleeding en de grond
stoffen nog „ryp" moeten worden in de
tegenwoordige chaotische, hoeveelheid stof
fen maar niet zoo ineens over voldoende
warenkennis beschikken.
Er gaan zoo goed- als bij andere din
gen vaak jaren overheen, vooraleer de
vrouw is doorgedrongen -in de diepere we
tenschap, van stoffen en kleuren en toepas
singen op het gebied van ha ar eigen klee-
ren. En het is toeh zoo een voorrecht om
als vrouw komende ln een zaak goed
en kordaat te kunnen voordragen wat men
wenscht, zelf precies te wetèn wat men noo
dig heeft en waarvoor men het noodig hoeft,
dus niét, eenerzijda de stofverkoopstcr tót
wanhoop te hoeven brengen en anderzyds'
niet van de meerdere of mindere kennis
van de verkoopster zelve afhankeiyk te hoe
ven zyn.
En van al de wetenswaardigheden op het
gebied van de stoffenkund© (ik zou haast
durven zeggen: de toegepaste stoffenkunde)
wil ik er nu een enkele noemen. Dat was
„der Rede kurzer Sinn":
Dat iedere fluweelsoort zoogoed als
de meeste andere stoffen wel degelijk
haar eigen eisehen en eigen karakter- heeft,
waardoor ze als het ware voor bepaalde toe
passingen voorbeschikt wordt.
Zoo zal b.v. velvet niet kunnen worden
gebruikt voor avondjapon, maar daarente
gen weer zeer goed Voor middagjapon, man
tel e.d.
Zoo zal eveneens velour chiffon uiterst
fyn zyn voor avondtoilet en absoluut niet
geschikt voor „straaf'-mantel. Daarentegen
zal het zich weer by uitstek leenen voor
avondcape.
En aldus zóu men geruïmen tijd kunnen
doorgaanl
Men denk© niet dat een zoodanige rede
neering overbodig is; want in het algemeen
worden de stoffen ver van zeldzaam ver
keerd 'gebruikt.
Ten slotte nog een1 paar modellen-
Het eerste plaatje vertoont een wandel-
japort.
Als materiaal was gebruikt marineblauw
velvet, waarby de toegepaste garneering be
stond uit wit gelakte houten kralen.
Model No. II stelt voor een middag japon
van zwarte velours qhiffon. De garneerstuk-
ken zyn van zilverkleurige crepella, welke
garneerstukken op zich zelf weer bezet zijn
met boogjes van smalle zacht zyden bandjes.
Dit laatste model is een buitengewoon rijk
gehouden avondmantel. Zy is vervaardigd
uit perlgrijs velours panne. De borduursels
waren uitgevoerd met antiek blauwe koord-
zyde en zilverdraad.' Terwyl voor de bont-
afzetting grijze vos gebezigd was.
Een hoogst fyne en kostbare mantel dus.
Mme Corry.
Citroenen.
Als men een citroen slechts voor de helft
gebruikt heeft, kan men Se andere helft we
kenlang bewaren, zonder dat de vrucht be
schimmelt, door haar op het doorsnedevlak in
een schoteltje met een jeetje azyn te leggen.
Als' de citroenen goedkoop zyn, komt by
menige huisvrouw de gedachte op: „Zoo mooi
en tegen denzelfden prys als nu moest ik ze
over een paar maanden kunnen krijgen!"
Citroenen zyn op verschillende manieren
uitstekend te bewaren. Vóór alles moet imen
lucht en warmte buitensluiten. Men kan' de
citroenen wegbergen in keukenzout, zoo, dat
ze geheel daardoor omgeven zyn en elkaar niet
aanraken. Ook in droog zand, asch of kaf hou
den ze zich langen tajd goed. Om ze ongeveer
een jaar te kunnen bewaren, is het noodig de
opening, waar eens de steel zat, met lak of
was dicht te maken, waarna men de vruchten
verpakt in gerstestroo.
Als poetsmiddel zyn uitgeperste citroenen,
die ontdaan zijir van faun -genrigen" schil, uit--
stekend geschikt. Het overgebleven vrucht-
vleesch vormt een zeer goed'poetsmiddel voor
allerlei metalen en is volkomen onscbadelyk.
Wat niet al met het gele schilletjeen het, sap
van deze vrucht gedaan kan worden 1 De mees
te moeders weten wel, hoe gunstig citroensap,
met water vermengd; bij kinderen werkt. Met
citroensap en zout verwijdert men zeer snel
vlekken aan de handen, die ontstaan zyn door
het schillen of schoonmaken van groenten,
vruchten of aardappelen. En de schil? Een
reepje ervan, meegestoofd in vruchten of som
mige toespyzen, geeft aan het gerecht een
fijn aroma, terwyl de geraspte schil zeer ge
wild is in verschillende koude of warme pud
dingen.
Behalve de pitjes kan van den citroen alles
worden gebruikt
Ondersteuning.
Zeg, ik was kort geleden ln de kerk,
toen Liesflet trouwde.,..Ze was zoo onder
den indruk dat haar vader haar gewoon
moest ondersteunen..
Ja En tegenwoordig moet haar man
daarbij ondersteund wordenNu onder
steunt de vader ze allebei!
Niet zoo erg
Jansen: Ik hoor dat De Graaf tegenwoor
dig haast lederen avond vallen uitzet voor
zyn vrouw
Pieterse: Vreeselyk! VreesehjkJalou
sie?.
Jansen: Nee.... Muizenl
MOLLIE's VERJAARSGESCHENK.
„Van .harte geluk' ge wenscht met je ver
jaardag, mijn lieveling," zei moeder, toen
Mollie over haar bed1 bukte, om haar te kussen
Mollie's moeder was erg ziek geweest én nu
was ze nog niet sterk genoeg, om al vóór het
ontbyt op te staan. „Ik vind het erg 'jammer
dat ik niet meer dan dit voor je verjaardag heb
kunnen sparen," zei moeder, en ze gaf Mollie
een gulden, „maar de dokter heeft zoo veel
gekost, myn kindje." 00 veel
rA dat weet ik wel, moesje. Ik dank U wel
ÏT' ze1^ Mo2L1fl erg in haar ^éik. „Nu kan
ik toch een verfdoos koopen!"
Na schooltijd liep Mollie naar een winkel
waar ze dikwyls verfdoozen voor het raam, had'
FW Onderweg stond ze stil, om nalfSnine
tekeningen te kyken, die op de asphab S
teekend waren. (In sommige groote steden
waar de straten vamasphalt zijn Sen daar
rtc tteeten'ingen °P gemaakt met. krijt
De teekenaar vraagt dan van de voorbiiean'
gers een kleinigheid). Mollie hield!
teekeningen en' deze vond ze al heel aardig.
Er zat een jongen.' by en Mollie zag, dat er in
ziin pet, die naast hem op den grond lag,
slechte eenige centen waren. Boven de teeke
ningen had de jongen geschreven: „Lieve
menschen, myn moeder is ziek. Geef toch een
kleinigheid voor myn teekeningen.
Mollie las de woorden twee keer over. „Arme
jongen, zyn moeder is ziek", dacht ze. „En zy
heeft geen geld en kan geen dokter bételen
om haar beter te maken!"
Mollie was een heel' goedhartig meisje, maar'
ze verlangde 'toch ook zoo heel erg naar een
verfdoos. „Ik kan wel op een verfdoos wach
ten," fluisterde ze 'by zichzelf. „Maar zyn moe-
dei- kan niet beter worden, als ze geen geld
heeftHet was een heele stryd voor Mollie,
maar eindelyk haalde ze toch den gulden uit
haar zak en legde hem ip de pet.
„Ik vraag alleen maar klein geld, jongejuf
frouw,".zei de jongen blozend.
„Hou hem alsjeblieft," zei Mollie. „Ik mag
er mee doen, wat ik wil. Ik vind je teekeningen
erg mooi en je moeder kan niet beter worden,
als ze geen geld heeft!"
1 „O, ik dank U wel. Het is een heeleboel,"
zei de jongen weer.1
iMollie liep glimlachend door, maar na eenige
oogenblikken hield' een oude dame haar staan
de en zei: „Wat 'hen, je een dwaas meisje, oon
zooveel geld aan een bedelaar te geven 1"
„O, nee," antwoordde Mollia. „Hy is geen
bedelaar. Hy heeft mooie teekeningen gemaakt
om geld voor zyn moeder te verdienen. Ze is
ziek en kan niet werken!"
„Zoo," zei de oude dame. „Hoe weet je, dat
alles waar is wat die jongen vertelt?"
„O, daar ben ik zeker van," riep Mollie uit.
De oude dame lachte vriendelijk. „Ik ben er
niet zoo zeker van. Maar ik geloof, dat je veel
te veel zakgeld^ krygt en dat je daarom zoo
verkwistend bent"
„O, nee, ik ben vandaag jarig," legde Mollie
uit, „en moesje had me dien gulden gégèven
voor een verfdoos."
De oude dame zweeg even en Mollie wilde
haar goeden dag zeggen om naar huis te gaan.
Toen vroeg d'e dame: „Zoo, ben je jarig van
daag. Wel, wel. En waar woon je?"
„In de Prinsenstraat 82," antwoordde Mollie.
„Nu, ik hoop voor jou, dat het verhaal van
den jongen waar is 'en dat je je cadeautje niet-
voor niets hebt weggegeven."
Toén Mollie mef haar moeder koffie dronk,
vertelde ze, wat ze met haar gulden gedaan had.
Juist toen ze klaar was met vertellen, werd er
gebeld' en Mollie liep haastig naar de deur, om
te zien, wie er op 'bezoek kwam. „Een pakje,
jongejuffrouw," zei een jongen. „Een pakje!"
riep Mollie opgetogen uit. Ze nam het aan en
bracht het naar binnen. Gauw het touwtje los,
het papier er af en daar zag Mollie: ....een
verfdoos. „O, moesje, moesje, wat een prach
tige!"
„Maar lieveling, wie kan je die nu gestuurd
hebben?" vroeg moeder verbaasd, terwyl ze
met Mollie de rijen tubes en de penseelen en
de verfpotjes bekeek van de mooie, groote
verfdóos.
Er staat geen naam op," zei Mollie, toen ze
de doos en het papier onderzocht. „Zoek dan
eens op den grond, of je niets hebt laten val
len!" En ja, daar vond Mollie nog een reepje
papier, waarop geschreven stond: „Lief, jarig
meisje! Wil je alsjeblieft deze verfdoos aan-
psyien van een eenzame oude vrouw. En mijn
beste wensdhen voor een prettigen ver
jaardag."
„O, moeder," riep Mollie uit. „Dat moet van
die oude dame zyn, die ik gesproken heb."
Daar werd weer gebeld en Mollie vloog naar
de vqordeur. De oude dame stond op de stoep.
O, ik dank U wel voor dé prachtige verf
doos," zei Mollie.
„Ik kwam juist eens ky'ken, of je die ont
vangen had," zei de dame.
Toen kwam moeder ook aan de deur en
vroeg.of dé dame thee bleef drinken. Dat deed
ze graag en moeder en zy werden al gauw
goede vriendinnen.
„Uw kleine meisje was wijzer dan ik," zei
de bezoekster, „want het verhaal van den jon
gen is waar. „Ik vroeg zyn adres en ging eens
kyken met myn neef, die dokter is. De vrouw
moet versterkende middelen hebben en dan
zal ze spoedig beter worden. We hebben al af
gesproken, dat ze dan-met haar jongen by my
in huls kómt."
„O, wat bent U goed," riep Mollie uit.
„Jy bent een lief meisje, Mollie," zei de
dame, en iik ben eenl eenzame oude vrouw. Ik
denk er over, of jy en je moeder zin zouden
Rebben om Zaterdagmiddag met my een auto
tochtje naar buiten te maken."
,,0,-moederI' riep Mollie: „Wat zou dat ver
rukkelijk zyn. Toe, zegt U !ja!"
En moeder zei „ja" en het was een heerlyk
ritje en nu gaan Mollie en haar moeder haast
eiken Zaterdagmiddag met de oude dame rij
den. Mollie's moeder is weei* heelemaal opge
knapt door de 'buitenlucht en Mollie is zoo
gehückig als maar mogelijk is. En de moeder
van den kleinen teékenaar is huishoudster by
de oude dame, terwyl dé jongen een teeken-
school mag bezoeken. En dat alles door Mollie's
verjaarsgeschenk!
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
L Kameel.
IL
V
k
u
8
s t
u
u r
s t e
r
r e
n
vuur
t
o r
e n
s c h
O
1 e
n
m a
r
k t
m
e
n
s
Goede oplossingen van beide raadsels ont
vangen van:
H. A.; O. B.; P. en O. B.^ N. de B.; A. B.;
B. O.; D. en V. D.; G. D.; O. D.; O. G.; A.
de G.; B. en T. G.; W. G.; M. S. de G.; A. de
G.; M. H.; J. L. de J.; W. K.; W. K.; J. J. K.,
B. K.; P. L.; C. J. v. M.; A. N.; T. N.; M. O.;
F. G. v. P.; P. J. R.; A. R.; Jo de S.; C. S.;
Henny S.; J. S. S.; J. G. S.; L. V.; O. V.;1
K. V.; S. WA. IJ.
Nieuwe raadsels.
I. Noem vijf achtereenvolgende dagen in
een week op zonder d.
De eerste twee lettergrepen zyn een vloei
stof, de derde lettergreep is een insect en
de vierde wordt gebruikt by het inspahnen
van een paard.