Mlllioenenrwendel te Amsterdam.
SK BetaUC0Urt Fort do France,jC
het biljet driemaal vermeld, t. la het boven'
vak en onder in de beide aft-vakken, terwijl
onder het woord Amsterdam is gedrukt. De
biljetten zftn gedateerd van 1 Februari 1928 af.
De biljetten worden gedrukt op, aan alle
aftden recht afgesneden papier van ongeveer
17.4 bft 10.1 cAL, waarin in het midden als
watermerk voorkomt een gevleugelde staf met
de letters N. en B. iZft worden ter voorzijde
voorzien van den stempel der bandteekening
van president en den secretaris.
Postgiro- en ambtonarsennrmiMton.
■Mien Schrijft aan de „N. Rott. ört":
Hij heeft een rftwielovertreding begaan. Ten
einde strafvervolging te voorkomen transdgneert
hij met den ambtenaar van het O. M. Hij heeft
10 boete te betalen.
28 Augustus gireert hft door middel van den
Postgirodienst het bedrag ten behoeve van den
ontvanger der registratie. Hij ontvangt daar
van bewijs van afschrijving, in den vorm van
den gecentraliseerden dienst: geperforeerd
80. 8. 23. Door den ambtenaar van het open
baar (ministerie aan zijn verplichting herinnerd',
met dreigement, dat bij verzuim van betaling
toch nog tot vervolging zal worden overgegaan,
schrijft onze lezer, dat hij per giro betaald' heeft.
In antwoord ontvangt hft bericht, „dat bft den
heer ontvanger der registratie geen bericht is
ingekomen van de per poetgiro betaalde 10
transaotie".
Op verzoek van den ambtenaar O. M. sendt
hft nu zftn bewfts van afschrijving aan dien
ambtenaar in.
Tot zftn verbazing ontvangt hft nu zftn be-
wftsje terug „met beleefde opmerking, dat dit
noch is geteekend, noch is afgestempeld, en
dus niet als bewfts van storting kan worden
beschouwd' nu bovendien de ontvangeT van
ontvangst of overschrijving niets afweet. Uwe
zaak wordt 19 dezer verder behandeld".
Onze lezer een bankdirecteur, het !s na
het briefje van het O. M., dat het zaakje niet
best schftnt te vertrouwen, niet onaardig dit
erbij te weten schrijft ons:
„M. a. w.: de staat die onrechtvaardig den
rekeninghouders hun geld onthoudt,, ontkent
bovendien de waarde van zijn eigen bewijzen
van kwijting. In „het burger" zou men derge-
Iftke pxactijken als onbeschaamde chicane kwa-
lificeeren. Wat moet er van het toch al zoo
poovere rechtsbewustzijn der massa terechtko
men als de overheid'voort blijft gaan het zelf
op zoo'n ergerlijke wftze te verkrachten?"
Men kan er een vraag bijvoegen: Wat moet
er toch worden van onze rechtsbedeeling als
de vervolgende ambtenaren zich door zulk ver
gedreven formalisme laten ledden, als deze
ambtenaar O. M.?
Een burgemeester schrijft ons:
Er zijn altijd personen, die halsstarrig vast
houden aan "t geen eenmaal besloten is.
(Zoo zendt de minister van binnenlandsche
zaken en landbouw thans, door bemiddeling
van de Gedeputeerde Staten op 17 October
1923, een schrftven van 22 Februari 1923 aan
de gemeentebesturen, waarin bepaald wordt,
dat uitkeeringen wegens gemeentelijke inkom
stenbelasting etc. zullen plaats hebben per
postgiro aan het eind van de maanden JuM tot
en met Maart.
Kou men in Den Haag niet weten dat de giro
is stopgezet?
(Zie verder Be blad).
TWEEDE KAMER.
Ver nadering van Donderdag iS October.
De Vlootwet
Bij do voortgezette (behandeling van de Vlootwet
is de heer Van Ravesteyn (Comm.) de eerste
der sprekers van Donderdag. Hij bespreekt het cy
nisme door de rechtsche pers met betrekking tot
deze aangelegenheid aan den dag gelegd. Met name
de katholieke pers drijft den spot met de tegen
standers der Vloot en het petitionnement. Men heeft
van katholieke zijde weder den spot gedreven met
de tegenstanders van den oorlog, terwijl men het
geestelijk hoofd der katholieke kerk nogal den „vre-
despaus" pleegt te noemen. Gisteren is intusschen de
eerste stem van verzet uit katholieken kring ook
in deze Kamer vernomen. Uit de rede van den
heer Bamans spreekt stellig gezond verstand, doch
de stem van het gevoel heeft spr. in diens rede
gemist.
Het protestantsche deel der natie, zooals dit in
deze Kamer vertegenwoordigd is, heeft zich bij uit
stek voor deze Vlootwet gespannen. Dit heeft spr.
geenszins verbaasd. De ideologieën van de Calvi
nisten zijn nu eenmaal oorlogszuchtig. Zij vereeren
hier te lande nog altijd de zeehelden De Ruyter en
Tromp en stadhouder Willem III. De katholie
ken zijn echter geheel anders georiënteerd en hun
ideologie is veel soepeler. Vandaar, dat het door
drijven van deze Vlootwet een overwinning is van
het protestantsche deel der coalitie.
Of ons volk in meerderheid tegen de Vlootwet is
weet spr. niet. Wij missen helaas het referendum.
Doch het verzet der breede massa's spruit voort uit
een soort instinct, een gevoel, dat Nederland met
deze Vlootwet een definitieve stap doet naar den
oorlog.
Het verzet van den Vrijheidsbond is volgens spr.
zuiver opportunistisch. Het Nederl&ndsche volk ge
voelt terecht, dat wij hier voor een keerpunt staan.
De volkenbond Is een volledig fiasco gebleken om
den oorlog op den duur tegen te gaan.
Uit het geheele Korfoe-geval blijkt, dat de Vol
kenbond ondergeschikt is aan de politiek der groote
mogendheden. Griekenland heeft s millloen francs
moeten betalen om een totaal onrechtvaardige daad
van een groote mogendheid af te koopen.
Het Nederlandsche volk heeft er belang bij, dat
de waarheid over deze zaken niet wordt verdoezeld.
Het gaat hier thans om de vraag of Indië actief
aan den bewapeningsstrijd, zal deelnemen, en thans
begint bij het Nederlandsche volk de vraag te rij
zen of men zich welbewust in de groote ■'proble
men van het internationalisme zal storten.
Het wetsontwerp legt den grondslag voor een
nauw samengaan tnet Engeland ter garantie van on
ze koloniën. Spr. tracht dit aan de hand van hét
wetsontwerp nader aan te toonen. De maritieme
gronden van het ontwerp zijn door kolonel von
Schmid in De Gids uiteengezet. Het plan gaat uit
van de gedachte, dat kruisers onmisbaar zijn voor
de verkenning.
De geheele opzet wijst uit, dat de Vlootwet tegen
één vijand is gericht, n.1. tegen Japan. Men is uit
gegaan van de gedachte, dat de vloot Indië zal kun
nen verdedigen en niet alleen een neutraliteitsvloot
zal zijn.
Spr. behandelt hierop de in Oost-Aziê sedert de
Washingtonsche conferentie ontstane situatie. Door
deze conferentie is de Japansche vloot sterker ge
worden. Japan stelt zich ten doel zijn macht in Chi
na te versterken. Op het oogenblik is de Japan
sche zee het strategisch kasteel voor Japan, doch
bij een conflict zal Japan dit strategisch kasteel
moeten uitbreiden tot de Chineesche zee. Geen en
kele mogendheid zal dan operaties kunnen beginnen
tegen dit strategisch kasteel.
Engeland noch Amerika zijn in staat in Indië
onze neutraliteit te schenden. Japan is in het Verre
Oosten onbeperkt meester!, zegt de heer Duiven-
dak. Spr. zou zeggen: dan moeten wij ons daarbij
neerleggen.
Spr. betoogt verder, dat Rusland al zijn best
doet om met Japan op een goeden voet te komen
en dat het dus louter fantasie is, wanneer Gio in het
Soerahajaasch Handelsblad beweert, dat Amerika
tnet Rusland een bondgenootschap tracht aan ie gaan
om twen Japan corioa t» vcerwi. En dat artikel
heeft Onze Viool in zijn maandblad overgenomen
om propaganda voor deze Vlootwet te maken. Hef
voornaamste !s echter, dat Engeland zich voor zijn
strategischen toestand van de toekomst terugtrekt
van Hongkong op Singapore.
In Engelsche kringen is echter tegen tile verdere
versterking van Singapore een zeer sterk verzet ge
rezen, aangezien dit een schending zou beteekencn
van de conferentie van Washington. Nu worden
hier verschillende bases geschapen, die niets anders
kunnen zijn dan versterkingen van de militaire po
sitie van de basis te Singapore. Spr. zou geneigd
zijn het woord „petroleum" ter verklaring te be
zigen. Wij zijn nu weer het onderwerp geworden
van internationale besprekingen, evenals toen wu
in 1911 besloten het fort van Vlissingen te bouwen,
dat gelukkig nooit is afgebouwd, al zijn er mil-
lioenen aan besteed.
Op al deze gronden raadt spr. de Kamer ten
sterkste aan het ontwerp te verwerpen.^
De heer Van Schaik (r.-k.) ziet in het volks
petitionnement slechts een speculatie van de S.D.
A.P. op vage anti-militaristische instincten van ons
volk, voor politieke doeleinden. Het beroep op de
ambtenaarssalarissen en de 300 millioen voor de
Vlootwet heeft wonderen gedaan. Men kan niet zeg
gtn dat door dit petitionnement over de Vlootwet
is gericht. Spr. zal over het vlootplan niet spreken,
doch afwachten of de regeering argumenten kan
aanvoeren, die hem kunnen overtuigen, dat de cri-
tiek op het vlootplan onjuist is. Hem zal in het bij
zonder interesseeren te vernemen waarom de plan
nen van de R.-K. defensie-commissie voor de regee
ring onaannemelijk zijn, terwijl zij zelf met veel
kostbaarder plannen komt. Spr. is van oordeel, dat
een vloot voor Indië nog niet kan worden gemist.
Wie van ontwapening heil verwacht, geeft zich aan
illusies over.
Iets anders ia of deze vloot bij machte zal zun
inbreuken op da neutraliteit met Vrucht te keeren.
Het tegendeel valt niet te bewijzen door de getal
len en de bewapening van de marine-strijdkrachten
van andere mogendheden tegenover deze vloot te
stellen. Ook andere, onberekenbare factoren spelen
in den oorlog een rol. Een kleine, goed toegeruste
vloot zal zeker preventief werken. Spr, Is evenwel
niet gerustgesteld, dat deze vlootwet de financieele
draagkracht van ons land en Indië niet zou te bo
ven gaan. Met de gedachte en de bedoelingen van
het ontwerp gaat spr. volledig mede. Maar het is
de vraag zal het doel met dit ontwerp worden be
reikt? en: is de consolidatie van het vlootplan in
dit vlootwetplan aanvaardbaar? Spr. betwijfelt of
een afdoende verandering door dit ontwerp wordt
gebracht in de beweerde bestaande stelselloosheid
op marinegebied.
Het is dan ook te vreezen dat het doel van het
wetsontwerp niet zal worden bereikt. Terwijl de
regeering anders vrij blijft het nieuwste en het bes
te te kiezen legt de wet ons vast aan het gekozene.
Dit ia spr. groote bezwaar tegen het ontwerp.
Bij het katholieke volksdeel leeft een sterke be
geerte naar ontwapening, waarbij deze wet in den
weg staat. Spr. vraagt zich dan ook af of hij over
deze staatkundige bezwaren mag heenstappen en hij
stelt aan de regeering dringend de vraag of het niet
mogelijk is haar denkbeelden, zoo niet buiten deze
wet dan toch veel minder stringent te verwezen
lijken. Laat men de Staten-Generaal de vrijheid la
ten jaarlijks de plannen dier marine te beobr-
De heer Oud (v.-d.) bestrijdt het betoog van den
heer van der Voort van Zijp, als zou de uitslag der
Kamerverkiezingen hebben bewezen, dat de meer
derheid van ons volk niet tegen de Vlootwet is. Juist
bij die verkiezingen is over de Vlootwet in alle fa
len gezwegen. En de heer Snoeck Henckemans, die
het voorstelde, alsof het verzet tegen de Vlootwet
een uitvloeisel is van partijpolitiek, moest weten,
dat in zijn eigen kringen evenzeer verzet tegen de
Vlootwet leeft.
Spr. betoogt vervolgens, dat dit ontwerp.de helft
van het uiterste minimum is en dat de raad van
defensie zich da4rmede niet heeft vereenigd. De
regeering heeft aanvankelijk uitdrukkelijk gezegd:
wij vragen thans de eerste helft van hetgeen noo
dig is. Over 6 jaar wordt niet meer beslist over het
beginsel, maar alleen over de wijze van afwerking.
Principieele voorstanders van de Vlootwet zijn dan
ook volstrekt niet van oordeel, dat hef bij deze eer
ste helft zal kunnen blijven. Spr. meent, dat het
een wonder zou zijn, als we met deze Vlootwet
goedkooper uit waren. Tot dusver zijn we altijd
duurder uitgeweest met marine-uitgaven dan de
raming. Welke zin heeft het een fonds te gaan ma
ken terwijl alles onzeker is? Men weet absoluut
niet of de berekende annuïteit voldoende is. Deze
fondspolitiek is niets dan financieele camouflage.
Spr. berekent dat men niet komt tto een be
zuiniging van f 83.000 maar tot een verzwaring
van lasten met f 1.350.200. De berekening van den
minister van financiën was volkomen tendentieus.
Spr. gelooft er niets van dat met de wettelijke
vastlegging van het vlootplan het wisselend beleid
zal zijn uitgesloten. Wijzigt zich de techniek, dan
zal natuurlijk worden voorgesteld dit plan te wijzi
gen. Maar dan zal men verplichtingen hebben aan
gegaan voor lange jaren, waaraan men ziclr minder
gemakkelijk zal kunnen onttrekken. Men schept
daardoor een belang van de oorlogsindustrie bij
onze marine-politiek. Wij zullen aan contracten op
langen teimijn voor jaren vastzitten. De regeering
zal die contracten sluiten, buiten het budgetrecht
van de Kamer om, Dat zal leiden tot een ruïne voor
onze financiën. Moge het gezond verstand der Ka
mer ons daarvoor behoeden.
De heer Dresselhuys (v.-b.) weerlegt uita-
tingen van den heer Van der Voort van Zijp ten op
zichte van den Vrijheidsbond. De regeering houdt
geen rekening met de harmonie tusschen vloot-
bouw, personeel en uitrusting. Er bestaat in Indië
geen voldoende personeel om deze vloot te beman
nen. De Vlootwetcommissie heeft de regeering ge
waarschuwd voor het tekort aan officieren en per
soneel. Het personeelvraagstuk is echter nog slechts
in het vage onder het oog gezien. En als men na 6
jaren met de tweede helft der vloot komt, dan zul
len Nederland noch Indië in staat zijn de exploi
tatie-kosten, dezer vloot te betalen I Omtrent het
doel en de strekking der Vlootwet zijn we door de
interpellatie-Troelstra niet wijzer geworden. En
wat de kosten betreft, verzekerde minister Colijn,
dat spr. bij zijn berekeningen van een geheel andere
vloot uitging dan hij. Maar in de memorie van ant
woord wordt onverbrekelijk vastgelegd, dat we te
maken hebben met het halve plan. De heer Colijn
zelf heeft geconstateerd dat de geheele vloot niet is
te betalen. Lkat de minister van marine dus ver
klaren: wij, marinestaf, stellen ons voor afzien-
baren tijd tevreden met de helft en zullen over 6
jaar niet de tweede helft vragen. Kan de minister
van marine verklaren, dat we na 6 jaar niet meer
zullen hebben te betalen dan de annuïteit van'17.3
thillioen? Om den minister die verklaring gemak
kelijk te maken, heeft spr. een amendement op art.
1 ingediend. Spr. bestrijdt voorts de poging van den
heer Snoeck Hedkemans om spr. becijfering te be
strijden omtrent de kosten van het voorgestelde
plan.
Is dit wetsontwerp een product van politieke
duisterlingen? Waarom mag het volle licht er niet
o-vjer schijnen? Waarom mag 't geen dag of geen nacht
worden uitgesteld? Waarom wordt ons de reden
daar voor niet medegedeeld? Waarom wordt de
Kamer behandeld beneden peil? Voor spr. is het
vrij waarschijnlijk geworden dat Indië met vlieg
tuigen verdedigbaar is.
De conclusie van een meteorologisch rapport uit
Indië is: Indië is een ideaal-terrein voor vliegtui
gen. De plannen van den minister met zijn duik-
bootverdediging zijn ook volkomen in strijd met
de jongste oorlogservaring. Slechts 2 3 pet. van
alle transportvaartuigen zijn door de Duitsche duik-
booten tot zinken gebracht. Zouden we deze zaak
dan niet aan deskundigen ter beoordeeling voorleg
gen? Aangenomen echter dat de regeering bewezen
heeft dat de minimum-vloot is een goed, bruikbaar
wapen, dan blijven over deze twee vragen: is de
laak, zooals ze voor ons legt, economisch, finan
cieel mogelijk en: is dit plan logisch? De finan
cieele gevolgen van dit plan voor Indië liggen spr.
rwaar op het hart.
Als wij de Indische financiën in de war bren
gen, ontnemen wij het een veel machtiger bescher
mingsmiddel dan een vloot. We moeten dus heb
ben een vlootplan en een geldplan, Spr. behandelt
tageasanden med«teeffln9.
alleen het eerste, en constateert dat het een merk
waardige evolutie heeft ondicrgaain. Het heette
eerst" dat de transportvloot van den vijand moest
worden belommerd. Eerst ia bet rapport der
Vloot een neutraliteitsvloot
Spr. heeft deze evolutie toegejuicht Maar als
men de neutraliteit verdedigt, dan is het noodza
kelijk dat de vloot is een actieve, een bewegelijke
vloot cn dat men zich niet vastlegt in de Java-
zee. Maar dan ia het allernoodzakelijkst dat dit
vlootplan ten eenenmale wordt gewijzigd. Hier
toe heeft spr. een amendement ingediend.
Deze wet is een dwaasheid of zij bindt tot niets.
Wij zijn bereid voor de marine offers te bren-
ben, als de regeering ons aantoont dat wij die of
fers kunnen brengen. Maar aan een dergelijk
systeem, waarbij men ons de noodige inlichtingen
weigert, doen wij niet mee.
De heer Van de Bilt (r.-k.) betwist de stel
ling dat voorstanders van de Vlootwet voorstan
ders zouden zijn van den oorlog. Wij zijn voorstan
ders van den vrede. .Doch juist daarom willen
wij preventief werken. Wij hebben een vloot noo-
(dig ter verdediging ivan onze onafhankelijkheid
en handhaving onzer neutraliteit, hier en in In
dië.. Verschillende sociaal-democraten in het bui-
terland, o.a. in België, zijn dezelfde mecning toe
gedaan. Met al onze uitgaven voor defensie be
doelen wij niets dan schending onzer onzijdigheid
te voorkomen. Wij stemmen niet voor ons plei-
zier voor de credeiten voor oorlog en marine,
maar omdat wij weten dat het niet anders kan.
Het Viermogendhodenverdrag geeft ons slechts
eenige waarborgen zoolang de Mogendheden daar
hun voordeel in zien. Gebleken is hoe weinig men
op verdragen kan rekenen, als er een oorlogs-
jvaait. Drie-en-twingtig maanden na het verdrag
van Washington heeft Radek trouwens reeds ver
klaard dat het Washington-verdrag had afgedaan
en dat de groote mogendheden met aanbouw voor
marine-doeleinden door 'gingen. Radek verklaarde
ten slotte het oorlogsgevaar veel grooter dan in
1914- Wij zijn lid van den Volkenbond en spr. kan
niet aannemen dat onze militaire verplichtingen
met het oog op de uitgestrektheid onzer bezittingen
geringer zullen zijn dan hier van de Kamer ge
vraagd wordt.
De conferentie van Washington heeft ons tnet
ontslagen van den plicht om te zorgen voor de
veiligheid yan eigen land en koloniën. Spr. meent
dat het voorgestelde voldoende is om den eersten
stoot op te vangen. De eigenaardige ligging onzer
Oostindische eilanden stelt ons in staat te belet
ten dat een vijand zich ergens in den archipel nes
telt. Men heeft smalend' gesproken over onze
(kleine onderzeebooten tegenover de groote buiten-
landsche. Alsof die onderzeebooten tegen elkaar
zouden moeten vechten! De critiek op het plan is
hoofdzakelijk uitgebracht door zee-officieren die
reeds lang buiten den actieven dienst zijn. Het plan
'wordt noodig geacht door de Indische defensie
commissie, den raad van defensie, de Vlootwet-
commissie, den Marinestaf en door den Indischen
Volksraad. In Indië vraagt men met aandrang om
deze wet, getuige „De Locomotief" van 20 Juni
1923. Maar wie der tegenstanders van de Vloot
wet heeft dien! drang van )Indië laten wegen?
Daar kent men den financieelen toestand toch be
ter dan wij hier! De Volksraad heeft met 22 te
gen 14 stemmen de motie-Den Hollander aange
nomen, waarin het uitstel van behandeling der
Vlootwet werd betreurd en op spoedige beslissing
aangedrongen.
Wat de vraag betreft of wij het voorgestelde
stelsel moeten hebben, meent spr. dat een politie-
vloot ons niet kan geven wat wij ter verdediging
noodlig hebben. Terecht schreef het '„Centrum"
van 4 Augustus 1923: men moet de Vlootwet be-
oordeelen naar haar meritis en alleen vragen: is
zij noodig? is zij doelmatig? kunnen we haar on
middellijke invoering betalen? En de „N. Rott.
Courant" van 6 April 1923 erkende dat Indië niet
geheel zonder verdediging kan blijven. Ook ci
teert spr. uitlatingen van leden van den Indischen
Volksraad ten betooge van de noodzakelijkheid van
deze wet. We hebben nu een plan dat weloverwo
gen is, dat door de verantwoordelijke deskundige
leiders is goedgekeurd, dat door het Kabinet met
zijn verantwoordelijkheid wordt gedekt, dat een
einde zal maken aan den stelselloozen toestand op
marinegebied, dat ons in staat zal stellen in Indië
onzen plicht te vervullen. Dat de deskundigen het
erover oneens zijn, ziet men schier bij ieder plan;
ook bij dat tot drooglegging der Zuiderzee. Spr.
heeft vertrouwen in dit plan. Over de kosten zal
een ander lid zijner fractie spreken. Doch Minister
De Geer heeft gezegd dat verwerping dezer wet
geen cent meer in de schatkist zou brengen. Het
is een Nederlandsch belang dat wij Indië niet ver
liezen; een belang voor onzen export, voor onze
jongelieden. Het is ook een belang voor Indië,
dat het niet onder andere heerschers komt. Dan
zou ook onze zending onherroepelijk schade lijden.
Imperialistische tendenzen zijn spr. vreemd. Spr.
wil echter niet worden platgedrukt tusschen de
grootmachten. Met de plannen op defensiegebied
van den heer Bomans gaat spr. niet mede. Met
diens stelsel zijn meermalen proeven genomen; de
ervaring heeft getoond dat dit stelsel tot misluk
king leidde. De heer Bomans wil ook geen vaste
steunpunten. Waar kunnen onze schepen dan ko
len, proviand en munitie innemen of herstellingen
ondergaan? Een bagagewagen kunnen ze nu een
maal niet meenemen. Afdoende versterking van
Straat Soenda zou aanzienlijk meer kosten dan de
voorgestelde basis. In alle opzichten gaat spr. ech
ter niet mee met het plan: op het personeel kan
aanzienlijk worden bezuinigd. Men zou immers
inlandsch personeel kunnen nemen. Ook acht spr.
onze marine ietwat topzwaar. Er zijn te veel
schoutten-bij-nacht en hoofdo/fficieren. Waarom
moet b.v. de inspecteur van den geneeskundigen
dienst den titel van schoutbij-nacht hebben? Spr.
wijst op deze punten met aandrang, omdat velen
zijner jfractiegertootan deze bezwaren zeer laten
wegen. Kunnen ook de flottieljevaartuiged van
1400 ton niet van kleiner kaliber zijn?
Hedenmiddag is de heer van Gijn aan het woord.
Zie verder Derde Blad.
GEMENGD NIEUWS.
Valsche munters.
Het Amerika anseb Consulaat heeft uit
Boedapest bericht ontvangen, dat een bende
valsche munters in Boedapest is gear
resteerd, welke Amerikaansche honderd dol
lar biljetten in circulatie heeft gebracht, veav
valscht niet gebruikmaking van oorspronke
lijke twee dollar biljetten. Speurders van do
Hongaarsche politie zftn van meening dat
deze biljetten werden vervaardigd in War
schau, Polen, en dat de leden der bende in
verschillende deelen van Europa openeeren.
Twee der leden zijn' reeds gearresteerd en
een aantal vervalschte bankbiljetten zijn in
beslag genomen. Het Consulaat is verder in
kennis gesteld van het feit, dat ook ander
Amèrikaansch geld wordt vervalsdht voor
circulatie in Europa. Belanghebbende par
tijen kunnen bijzonderheden van deze ver-
valschingen bekomen door deze bij het Con
sulaat aan te vragen.
Reeds lang was het de justitie en de poli
tie bekend, dat de Biusselsche Bank, geves
tigd Beursstraat 9, nabij de Oudebrug^ g
te Amsterdam zich met oneerlijke praktijken
°ïiDe directie dier bank, die uit iwro perao-
nen Bridée en De Jong bestond, wist ar>k
looze personen over te haleni waardoJooze
of vrijwel waardelooze papieren te 'koopen.
Vooral in de provincie werd druk op deze
wijize gewerkt en het aantal slachtoffers is
dan ook legio. Bij een der laatste zaken, die
gedaan werden, slaagden Bridtë en De Jong
er in, een cadet, die pas een erfenis had ge
kregen voor vele duizenden boet te nemen.
In verband met een en ander werd Don-
dennorgen door de politie een inval gedaan
in het gebouw der bank. De geheele 'boek
houding en correspondentie werd in beslag
genomen. De directie was niet aanwezig. In
perceel Damrak 34a waar een spaarbank
voor de jeugd aanwezig was, werd eveneens
een inval gedaan. Honderden nieuwsgieri
gen hadden zich op het 'Damrak verzameld.
De TeL vermeldt omtrent deze ban'k het
volgende. Men hield er een inspecteur van
den buitendienst"-, zekere Witte veen, opna,
die er zftn beroep van maakte om rijke boe
ren, hoofdzakelijk uit de provincie Noord-
Brabant en Zeeland, te bewegen hun fond
sen af te geven. Dit waren steeds solide
fondsen. Zoo waren er boeren bft die papie
ren afgaven ter waarde van 40,000, van
60,000, van 140,000 en zelfs hooger.
Het drietal, Bridée, De Jong en Witteveen
reisden de omgeving af in luxe auto's en
deden de meest schitterende aanbiedingen,
waarbij groote winsten in het vooruitzicht
werden gesteld. Bridée, bijvoorbeeld, garan
deerde 2 boven het gewone rente typa
Om reclame te maken lieten de oplichters de
argelooze boeren eerst een paar duizend
'gulden verdienen. Deze (buitenkansjes wer
den spoedig genoeg bekend en de wonder
verhalen over de drie Amsterdammers gin
gen als een loopend vuurtje door den lande.
Het gevolg en dit is het meest treurige
was, dat er personen waren, die hun ge
heele vermogen in handen der oplichters
gaven. In Zevenbergen beloopen de afge
stane gelden tezamen meer dan een half
millioen.
Wanneer hel nobele drietal de solide stuk
ken eenmaal in handen gekregen had, wer
den ze verkocht Zoodoende kwam de Brus
selsche Bank aan kapitaal. Daarna werden
met de slachtoffers contracten afgesloten^
waarbij ongelukkigen aan handen en voeten
gebonden waren. De stukken, die voor de
cliënten gekocht werden, waren Danuba 011
Gompany, Wasscherij de Spreng (Apel
doorn) en Nationaal Administratiekantoor
van onroerende goederen. De koersen vari
eerden, zoogenaamd dan, tusschen 140 en
170 ofschoon onder normale omstandig-
bedeiver 'geen bod voor te vinden was. Wan
neer de geruïneerde slachtoffers zich aan
de Brusselsche Bank vervoegden om de in
courante stukken, waarvoor elders niets ge
geven werd, te gelde te maken, werd hun
er natuurlijk zoo goed als niets op gegeven.
De directie hield zich steeds niet thuis en
stuurde de klagers met een kluitje in het
riet. De bank liet niets meer van zich hoo-
ren.
Men stond tijdens het bezoek versteld
over de luxueuze inriöhting van de privó-
kantoren der heeien, die duizenden moet
hebben gekost.
Ook het aantal employé's was niet gering;
bft voorkeur nam men personen aan, die van
het effectenvak niets afwisten. Zulks bleek
ook dhidelijk bft het verhoor.
De vorige maand, toen de directie zag
aankomen dat het misliep o.a. door de ar
restatie van twee zakenrelaties besloot
zij tot liquidatie der effecteüafdeeling. Als
liquidateur trad op de heer W. H. Bridée Jr.,
een broeder van d'en directeur. Den cliënten
werd geschreven, dat zij tegen betaling van
hun. debetsaldo hun fondsen in ontvangst
moesten nemen. Onder deze fondsen be
vond zich ongeveer 80 waardelooze pa
pieren.
Op last van de Justitie is die liquidatie uit
gesteld.
Niemand van het personeel wist waarheen
de voortvluchtige directeuren Bridée en De
Jonig de wijk hebben genomen.
De gezamenlijke bedragen, waarvoor de
benadeelden zijn getroffen, worden op B
6 miliioen geschat.
Gebleken is, dat de Brusselsche Bank niet
geheel vrij staat van de Haagsehe Crediet-
en Oommissiebank, die op het Plein in* Den
Haag is, of liever was gevestigd. Uit de nar-
sporingeni is gebleken, dat beide zaken heel
dikwijls parallel loopen en zich in elkaar
verwarren. De directeuren van de Haagsehe
Bank zijn zekere Bftmolt en Vosselman, lie
den van hetzelfde slag als Bridée en Do
Jong. Zij zijn dezer dagen gearresteerd;
een derde is nog voortvluchtig.
Het is de politie en justitie bekend', dat
nog meer van zulke combinaties van misda
digers in Amsterdam wetrkenl Te hopen' is
echter, dat de justitie zal weten te voorko
men dat de daders zich uit de voeten ma
ken, zooals het 'geval is geweest met Bridée
en De Jong, van wie nog geen spoor te vin
den Js.
Een oplichter.
De hoofdcommissaris van politie in Den
Haag verzoekt in het Algemeen Politieblad
do aanhouding en voorgeleiding van den zich
noemende dr. LouisDavid'Wiison, professeur
de gynaecologie. Hft: gaf zich uitvoer min\l
ter van buiteniandsche zaken van Paraguay
en wordt verdacht van oplichting ten nadeele
irte GenuT land to
Hft" is ongeveer 45 jaar en spreekt Fransch
Hft vertoont een regelmatig paspoort v™
gS9782lïranirnfa<'"'C'|,t °P naa™
groot 9782 Iransche francs, 'afgegeven aan
Gestrand.
johip Amsterdam w SKSgR
bij Beatapoint, Zuidpunt van DomS aan
den «™nd geloop en. Het voorschterit X
den grond vast. Er is geoa direct gevaar D?
passagiers zftn met een andere geWonheld
SL-imtica- W&acK Ito
Ï2-ÏkJ? gevraagd. Hat
De Amsterdam is een der nieuwe schenen
van de Kon Nederl. Stoomboot-Maatschapuft
Het is een turbineechip, met zes ketels, eX
gericht voor het stoken' vtrn olie. Het draag
vermogen is 16.000 ton. Het ia het grootste
Nederlandsche vrachtschip.
Een autobus te een ravfln gestort.
Op dein weg van Rabat naar Oasablancra
is een autobus, die [78 inboorlingen vervoeav
de, te Oeëd Mellah in een ravijn gestort. E1J
personen werden gedood, dertig gewond.
De doormarsch door België.
De Bomednscho correspondent van het
BerL Tag.u vestigt de aandacht op oen
iboek van den militairen criticus generaal
Gatti, dat dezer dagen te Milaan is uitge-
komen en waarin hft de rapporten bo-
sm-eekt. ingediend door de Italiaansche mi
litaire attachés te Berlijn van 1891 tot 1914.
Behalve de verschillende uitingen over
den persoon en het karakter van keizer Wil
helm, is interessant hoe generaal Gal.li ver.
telt dat de Italiaansche chef van den gone-
ralen staf Saletta met den Duitschen gen*,
ralen staf alle maatregelen voonberaiddei
welke de bondgenooten eventueel zouden
nemen. Zoo doelde o.a. de Duitsche generale
staf den Italiaansche zftn geheele krijgsplan
mede, waaronder de doormarsch door Bel
gië. Volgens deze mededeeling van Gatti
zou men dus toen reeds in leidende kringen
in Rome geweten hebben van de strategi
sche plannen!, waarover men later zoo ver
ontwaardigd was. Toenmaals schftnt mon,
merkt de correspondent op, niets tegen die
zelfde plannen te hebben gehad!
In hetzelfde boek behandelt generaal
Gatti ook het zeer actuoele thema van het
Fransche ..zwarte leger," welks vervoer met
onderzeebooten naar 'het vasteland Engeland
niet meer verhinderen kan en dat hft oen
„ideale yernielingsmachine'1 noemt.
Ook de „chemische oorlog van die toe
komst" krijgt een beurt, deze oorlog, welke
te zamen met een luchtbombardement in
den kortst mogelftken tijd het aangevallen
land in een puinhoop en kerkhof kan ver
anderen, alle leven dooden en zelfs de grond
voor jaren onvruchtbaar kan maken.
Nieuwe uitgave.
Arthur Schnltzler, Rondedans.
ReigenVertaald door Jo
van AnnnersKüller. N. V.
Johannes Müller, Amsterdam.
Prfts ƒ2.25.
Ten vorigen jare is, naar wft meenon door
een Duitsch tooneeigezelschap, Schnitzler'a
„Reigen" te Amsterdam opgevoerd. De Am-
sterdamsche pers heeft die vertooning nogal
kwalijk genomen, terecht, naar onze mee
ning, omdat deze „tien dialogen1' hoogstens
voor literatuur geschikt zftn.
Den niet ter zake kundigen lezer zft mede
gedeeld, dat dit jeugdwerk van den1 Oosten-
rftkschen schrijver hft schreef het in den
winter van 1896'97 het thema der „vrfte
liefde" behandelt in tien verschillende nu
ances, 'enkele waarvan nog al vrij zftn ge
schilderd. Wft kunnen het werk misschien
nog het best karakteriseeren met de woor
den, die als motto in deze Nederlandsche
vertaling zftn afgedrukt, en die afkomstig
zftn van den criticus Richard Specht:
„Zóó als het hier vóór ons ligt" (aldus
Specht) is „Rondedans" zonder eenigen twij
fel pornografische lectuur.wanneer een
vuilpoets het leest. Voor diegenen, die de
schrijver zich als lezers gewenscht heeft, is
het een boek van vermetelon pessimistischen
humor, een beeld gevend van dat, wat velen
nog steeds „liefde* noemen, dat eensdeels
verlossend ón opvroolijkend werkt, maar
tegelijkertijd troosteloos en beschamend is."
Inderdaad slaat deze criticus den spijker
op den kop. Zeor zeker heeft het werk lite
raire waarde, al ware het alleen door den
origineelen, geestigen1 vorm, waarin deze
dialogen vervat zftn, en dien men zou kun
nen vergelijken met een somettenkrans.
Dat wft nochtans ernstige bedenkingen
moeten maken tegen de uitgave van deze
vertaling, waaraan het geklinkklank van
vele solide en veilig gestelde Hollandsche
guldens, zoo voor vertaalster als voor uit
geefster niet vreemd is, geschiedt uithoofde
van de overweging, dat rij totaal overbodig
ia
Zft, die dit werk niet enkel en alleen als pi
kante literatuur zullen ter hand nemen om
er een uurtje aan te smullen, zullen uit den
aard der zaak er het liefst in orlginall mede
kennis maken. Dat de behoefte aan een Ne
derlandsche vertaling niet zeer groot was tot
nog toe, bewijst het feit, dat het werk bijna
dertig jaren oud Is, eer deze noodig geoor
deeld werd.
Ook voor het tooneol is het werk onbruik
baar. Wij hebben de Amsterdamsche opvoe
ringen niet bijgewoond, doch wagen het te
betwijfelen of zo zonder zeer Ingrijpende
coupures, die het wezen zelf van het werk
aantasten plaats vonden. Zelfs meenen wft
te mogen zeggen, dat wft te veel achting
bobben voor onze toonoolspclens en -speel
sters om te kunnen veronderstellen, dat zij
dit ffbuk onverkort zouden willen opvoersn*
Zou do schrijfster van „Het Huls der Vreug
den haar velen toonoelvrienden doze be-
leodlging willen aandoen?.
RcHumeerend moeten wft helaas tol
conclusie komen, dat die vertaling, resp. uit-
gave, ondernomen zftn met het vooropgezette
doel: een groot debiet bft een op pikante
rieën en schunnigheden azend geblaard
publiek. Daarvoor pleit ook do t.v]>ografi-
sche uitvoering, die uiterst verzorgd en ge
raffineerd elegant is: de dialogen in zwar
ten druk, de aanduiding der dramatis per
sonae ln hemelsblauw
,iHet zftn deze overwegingen en 'wft
kunnen werkelijk geeni andere dan deze
materialistische vinden! die de uitgave
van de Nederlandsche vertaling antipathiek
maken n" en déplaise de uitstekende ver
tolking, die mevrouw van Ammera ervan
gaf!
Do Wereldpost
De Wereldpost van deze week bevat weder
een groot aantal aotueele foto's, waaronder
kieken van de ontzetfeosten te Alkmaar,
een vijftal scènes „de Woekeraarster", uit
het jubileumstuk van mevr. de Boer van
Rijk etc. De modekrabbel is gewijd aan de
Bchoent jes, over welk onderwerp ook „Vitalis
schrijft, die in tegenstelling met hetgeen de
mode voorschrgft, een pleidooi levert voor
de lage hakken.
Verder de gewone rubrieken.