E T Vijfde Blad. »r rB'»»ne SSSff" VAN ZATERDAG 27 OBTOBER 1923. HAAGSCHE BRIEVEN. De Haagsche Raad! beeft zich in zijn Laat ste vergadering beziggehouden niet verschal- iende kunstsubsidies. Algemeen was men vrijwel van meening. dat de moeilijke tijden noodzaken, tot zuinigheid met de gemeente- geldon, hoe belangrijk de 'kunst voor de cul tuur ook is. Derhalve wilde men zich te royaal toonen en verschillende posten ver minderen. Vooral vroeg men zich af, of de gemeente-gelden goed' besteed worden, het geen in 't bijzonder ten opzichte van de Na tionale Opera waarover straks meer werd in twijfel getrokken. Toch werd nog 170.000.— voor deze sub sidies uitgetrokken, wat niet gering is. De communist de Visser vond dat alles blijkbaar nog niet genoeg en trachtte aan te toonen, dat er partijdig subsidies werden verleend. Toen de sociaal-democraat Harms aan 't woord was, ging de heer de Visser zoo te keer, dat de vergadering eenige oogenblik- ken moest worden geschorst. „Daar weet je geen bliksem van, je bent er glad1 naast 1", was een zijner interrupties. Het vervolg der debatten ging voorname lijk over de subsidie aan de Nationale Opera, die de heer Harms bij motie op 25.600. wilde stellen. De voorzitter was er niets over te spreken, dat de Raad zich bemoeide met het verleenen van subsidies, welke taak aan B. en W. is opgedragen. Ten aanzien van de Nat. Opera, waardeerde hij de ener- 'gle van den hoer Koopman, doch noemde een exploitatie, als nu werdl voorgesteld, zwendel Een kwalificatie, die natuurlijk lar ter sterk werd aangevochten en oJ- voel te scherp waa Bij stemming werd do motie Harms met 20 tegen 19 stommen verworpen en het voor stel van B. en W. om aan de Nat. Opera goen subsidie te verieanen.aangenomen met 26 te gen 14 stemmen. Voorts werden versohlllen- de posten bij amendement verworpen, zoo dat do Raad ditmaal eens „plus royaliste que le rol", oftewel zuiniger dan B. en W. en de raadsminderheid was. Sinds de heer van 't Sant aan het Alexan- diersvold troont, zijn er heett wat veranderin gen en uitbreiding bij de Haagsche politie ten uitvoer gebracht Zijn durf en doortas tendheid, gecombineerd met persoonlijke energie, hebben wonderen verricht, al heb ben veel buitenstaanders en memschen van de oude garde dikwijls huin hart vastgehou den, als er weer wat nieuws werd ingevoerd. Ze waren dergelijke wijze van „oplossen van moeilijkheden kort en bondig niet ge wend, konden het tempo niet bijhouden en bleven dus noodwendig achter. Do H. O. zooals hij bij afkorting in de polltlewereld heet is echter doorgegaan op den ingeslagen weg. De eerste reorgani satie van de politie en daarna de combina tie van politie en brandweer waren eenige groote zetten, die velen tot mislukking ge doemd waanden, doch die door stipte en on weerstaanbare uitvoering tot in finesses niet temin sohitterend geslaagd zijn. Toen de polltle-brandweer tot stand zou komen, riepen beroepsbrandweer en politie personeel, ach wee, oordeelden het systeem bij voorbaat onuitvoerbaar, eenerzijds omdat I De Nieuwe Rott Courant zegt in haar be- zjj gebrek aan vakkennis bij de politie ver-1 .schouwing omtrent de verwerping der De verschillende wetten en verordeningen, alsmede bepaalde dienstaangelegenheden, worden nu over deze vijf afdeehngen ver deeld, zoodat een specialisatie plaats heeft. De afdeelingen A en B omvatten hoofd zakelijk bijzondere wetten en verordenin gen, alsmede administratie-aangelegenheden, verkeerswezen, personeel, brandweer, kin derpolitie, zedenpolite, e.d. De afdeelingen O, D en E verdoelen de misdrijven bedoeld in het Wetboek van Straf recht in drie groepen; in groote trekken per soonlijke misdrijven, misdrijven gepaard- gaande met bedrog, valschheid' of verval- sching en vermogen smisdirij ven. Men krijgt aldus in plaats van een indee- ling, die verband houdt met de ligging van de.stad (decentralisatie), een indeeling, die gebaseerd is op centralisatie en specialisa tie. Voor Nederland is dit vrijwel eeni geheel nieuw stelsel, doch in verschillende groote Duitsche stedlen b.v. kende men het reeds veel eerder en bleek het succesvolle resulta ten op te leveren* Moge dit in de Residentie ook zoo zflnl Voor enkele dagen brachten de bladen het bericht van het verscheiden van Marcellus Emants, en bij hot lezen! van dit bericht scho ten mij verscjiilleöde dingen in mijn gedach ten uit den tijd, dat ik mij Emamts herinner als bestuurder van de Haagsche afdleeling van het Algemeen Nederlandsch Verbond, waar ik hem door organisatorische relasiet soms van nabij heb kunnen gadeslaan. Emants was in menig opzicht een bijzón der mensch. Zijn hem eigen beschouwingen gaven hem iets onafhankelijks en stempelden hem tot een persoonlijkheid. Velen warén het met hem niet eens, vonden hem een „pu ritein"; iemand, die koud en star wist te ont leden en hard en scherp zich uitdrukte. Hij spaarde in zijn kritiek niets en niemand! en stelde onmeedoogenloos personen en toestan den aan de kaak (men denkie aan Domheids macht). Op letterkundig en ook op tooneel- sohrijvers-gebied was hij een groote figuur, die men niet in een bepaalde groep kan rang schikken. Hij heeft dan ook steeds een eigen koers gestuurd, dloch nam daarbij bewust of onbewust anderen mee in zijn kielzog, waar door aan hem te danken is een nieuwe rich ting en een' frisscher geest in de Nederiand- sohe Letterkunde dier latere jaren. De Re geering bij mondie van den heer mr. Plemp van Duivelend aan de groeve heeft dit vol komen erkend en weten te waardeeren. MarceUus Emants was ook voor 'alles Ne derlander en' Groot-Ned'erlander, dio noode ons land verliet om in den vreemde (Meran) herstel van gezondheid te zoeken en daar dan iook is overleden. In het Alg. Nederl. Verbond was hij een stuwkracht, en als zoodanig herdacht kapt. Oudendijk, voorzitter dier Haagsche afdoe- ling, hem. Hij trok geweldig van leer tegen de ver bastering van onze Nederlandsche taal, die hij van vreemde smetten vrij wilde houden. In „Neerlandia" trof men vroeg vaak zijp oogst aan vreemde opschriften, uitdrukkin gen en woorden aan; resultaten van' zijn op merkingsgave. In dit verband herinner ik mij, dat nadat Emants den Haag verlaten had zijn huis aan de Parkstraat, hoek Maurits- fcade in handen viel van een modemagazijn, dat er al spoedig een groot boTd met „Mai- son de Robes et dé Manteaux" of iets in dien geest op liet bevestigen. Dat was wel het toppunt. Maar Emans kon er niets meer aan dóen. De wereld is nu een maal vol van tegenstellingen en tegenstrij digheden. LEO. haar ontwerp van de baan is geraakt Wij zullen dezen uitslag niet toejuichen, al zullen wij over het aftreden van deze re geering niet treuren. Men weet, hoe wij daar over denken. Naar onze meening had het babinet-Ruy's reeds in 1921 bij zijn besluit, om af te treden, moet blijven en plaats moe ten maken voor een kabinet, voor hetwelk bezuiniging hoofdpunt was van het program. Men kan met' recht van de regeering zeg gen: Gij' hebt het zoo gewild. Stond dus van den aanvang af de zaak zwak, te ontkennen valt niet, d'at de regee ring bij de mondelinge verdediging haar geen goed heeft gedaan. Wij laten in het midden, of het juist gezien was, dat van de zijde der Kamer de meening van den gou verneur-generaal van Nedl ludiö In debat werd gebracht, maar van het oogehhlik af, d'at dit geschiedde had de regeering of bot weg elk antwoord moeten schuldig blijven, oï een gepreciseerd bescheid moeten geven. De wijze, waarop aan de groene tafel om de ne telige kwestie heen gedraaid is. heeft de po sitie der regeering zeker nog vezwakt Ook de nu en dan wel wat luchtige wijze, waarop over de flnanoieele verplichtingen, die de vlootwet zou opleggen, gesproken wend, in tegenstelling met den ernst en de sombere klanken, die in de miljoenennota waren ten beste gegeven, was niet bij uitstek geschikt, om vertrouWen te wekken, en weifelaars over te halen. Ten slotte heelt zonder twijfel de onhandige en min oir bare wijze, waarop de minister-president op de Roomsche afvalli gen heeft pogen invloed te oefenen en hun stem voor het ontwerp te' winnen, het tegen deel van een nuttig effect gehad. Intusschen gedane zaken nemen geen keer. Het lot van het kabinet en van de vlootwet is nu beslist, en de zaak van de vloot is er sleoht door gediend. Dit betreuren wij. Ware het ontwerp, waarbij op het oogenblik geen haast was, kalmpjes nog wat blijven liggen tot de regeering zeg over een of twee jaar een sluitende begrooting had kunnen aan bieden, dan zou hét, ja zeker ook nog wel be strijding hebben ontmoet; het zou wellicht ook niet precies, zooals hét nu luidde, in be raadslaging zijn gekomen, doch naar de in zichten, die dan överheefSchend) zouden rijn, herzien aan het oordeel der Kamer zijn onderworpen, maar het had dan' toch een veel beter kans gehad, wijl het dan niet meer- mordicus allen, voor Wie de verantwoor- deUjkheldl voor 'stands fktanolën de zorg ia, die hen het zwaarst drukt, tegen zich zou hebben gehad. Nu is het beele ontwerp voor goed van d)o dagorde af, en wij vreezen, dat het in 'geen lange jaren meer daarop kan worden gebracht. „Valt de regeering op het vlootontwerp, dan zal'eene nieuwe regee ring, naar zich laat aanzién, wel de bezuini ging, maar moeilijk herstel van de vloot op haar program kunnen zetten schreven wij in ons artikel van 4 Augustus: «En de vloot? De wederopbouw van de vloot wordt dan naar verre toekomst verschoven. Dit ls het groote gevaar, dat wij' van de regeerings- politlek vreezen. Zij zal niets bereiken, en in het vlootvraagstuk een stap achteruit doen." T UIT DE PERS. DE VERWERPING VAN DE VLOOTWET. wachtte en anderzijds omdat de politie meen de voor brandweer-werk niet bruikbaar en niet aangewezen te zijn. Ondanks al die bezwaren en zelfs tegen werking is de combinatie voltrokken en alles loopt als gesmeerd. Daardoor hebben velen vertrouwen gekre- Vlootwet onder meer het volgende: De Vlootwet verworpen; het kablnet-Ruys treedt dus at Ons heeft bet bericht niet overvallen. Wij hebben dezen loop van zaken voorzien. De feiten hebben ons in het gelijk ge steld, 'en dit verbaast ons geenszins. Het fi- gen in den H. O. en gelooft men gaarne, dat I naneieel perspectief van ons land ls er sinds als hij iets doet, het goed geschiedt ook. verre van beter op geworden. Nederlandsch- proefhexning van omvangrijken aard maar intdlë en Nederland op dit oogenblik, nu de oatwju nee iooa J99A oa UBBjs suBqj, I deplorable toestand der financiën van' regee- met een enorm perspectief, een- nieuwe re- rimgswege zoo schel mogelijk in het licht organisatie der politie zelf. Deze omvat lil gesteld was, aan.de uitgaven, die uit cl© groote trekken het volgende: I Vlootwet moesten voortspruiten, te. binden, Alle commissariaten, waarin thans de stad verdeeld is, worden met ingang van 1 Nov. samengetrokken op het Hoofdbureau, waar aldus vijf afdeelingen ontstaan, elk onder I leiding van een commissaris. Daarnaast bljjrt d»e recherche bestaan. leek roefcelooze politiek, en dé eisch, dat eerst naar een sluitend budget zou worden gestreefd, leek dringender, dan ooit. Niettemin heeft de regeering de behande ling van het ontwerp geforceerd, met bet gevolg, dat nu zij zelve niet alleen, maar ook De overzicht-schrijver van het A1 g. H a n- delsblad beschrijft op levendige wijze de gebeurtenissen in de Kamer tijdens de laat ste discussie over do Vlootwet. Zooals men weet is mr. van Scbaik met zijn volgelingen de onmiddellijke oorzaak van het verwerpen der wet. Geen wonder dan ook, dat do aan dacht van den geheelen dag, naar de schrij ver verzekert, op hem was gevestigd. Bij den aanvang der vergadering ver dween hij met minister Westerveld in de ministerskamer, voor een langdurig onder houd dat echter moest worden beëindigd toen. tijdens een deel dor repliek van den heer Oud welke zich. tot den Min. van Marine richttte, opeens ontdekt werd dat de Min. er niet was. Daarna bleef men haast den gan- schen dag verwachten dat het ontwerp zou worden aangenomen, zij' het ook met zeer kleine meerderheid. Want men wist vrijwel, welke Katholieken stellig zouden tegen stemmen. Doch dat waren er zes, terwijl er 10 noodlg waren om het ontwerp te doen vallen. En onder de twijf ©tachtigen van wier stem men niet zeker was, behoorde de heer van Schalk. De heer Van Schalk sprak 0t was toen omtrent drie uur), onder groote aandacht van de Kamer en van de stampvolle tribu nes. En hij bleef tegen. Het werd bedenke lijk voor de Vlootwet. Ook de heer Kuiper kwam zich tegen verklaren. Maar toch kwam toen nog, uit de Kamer, de berekening, dat het ontwerp met 50 tegen 49 stemmen zou 'worden aangenomen. En toén het schelletje voor de eindstemming ging, viel er een groote stilte over de anders zeiden geheel stille en meestal ruchtlge Kamer. Men luis terde naar de namen die de commies-griffier afriep en naar voor's of tegente die er op UIT DE OUDE DOOS. Helder 1860 tot heden. IL In dien tijd werd ook een aanvang gemaakt met de werken voor den spoorweg. Het sta tionsgebouw werd onder toezicht van den Heer F. H. van Etteger reeds opgetrokken, de weg tot het leggen der rails in gereedheid gebracht en daar men door de verbinding onzer haven met het spoorwegnet vooral de bevordering van den handel in 't algemeen op het oog had, begreép men dat, in verband met den spoor weg, en bassin moest gegraven worden waar in de schepen bij hunne aankomst uit de bui tenhaven verhaald konden worden, om daar de men langer bleef wachten, des te grooter zou den worden. Men besloot om voor deze en nog andere openbare weriken eene geldleening te sluiten. Nu was het zaak om het kanaal in eens goed te maken maar dan moesten de boorden van steen worden. De uitdieping en het maken van steenglooiingen in zijne ge- heele uitgestrektheid, werd over een tijdvak van zes achtereenvolgende jaren aanbesteed en wel van Juli 1864 tot het einde van 1869. De aanbesteding van dat werk had plaats op den 3 Juni 1864 en de minste inschrijver was de Heer J. H. Visser, te Sliedrecht, voor de som van 61000. Dat het Bestuur onzer gemeente hierdoor een goed werk heeft verricht zal ieder erkennen die de nette steenen wallen aanziet en opmerkt hoe weinig ze kosten aan onderhoud. Wanneer men de kosten van her stel der wallen en beschoeiingen van vroege- aangevoerde koopwaren dadelijk op epoorwa-1 ren tijd daarmeê vergelijkt, zal men bevinden eens te kunnen laden ter verzending naar 't dat dit kostbare werk op den duur blijkt zeer binnen- en buitenland'. Had men in de jaren, goedkoop te zijn. 1 die de opheffing van het onvrij territoir ge- Omtrent dezen tijd kwam de eignaér van voled waren het voordeel der emancipatie van den houtzaagmolen, vroeger door ons aange- don Helder reeds ondervonden, nu zou mon, wezen, de Heer L. den Berger, te overlijden eeliik wii reeds vroeger voorspelden, weldra meerdere vruchent van de losmaking vroeger zoo knellende banden gemeten. U Het. Heldersch kanaal was van dien tijd wel eens uitmatig geschied. Die I grond van de Erven den Berger. Het water dat S'S iS I weleer tot balkhaven gediend had, werd ge- Ook woren de kanaalboorden in slechten dempt en het terrein opgehoogd. Dit laatste staat Het aanzien der gemeente feed er door, geschiedde in 1865 tanaaWo. D. aan—daar™, en daar de molen nu als 't ware midden in de gemeente stond en oud was, waardoor licht een ongeluk kon ontstaan, eischte het alge meen belang om dezen molen optawimen. Het terrein bood eene zeer goede gelegenheid aan om een ruim plein te maken, waaraan de ge meente wel behoefte had. Nadat de houtzaag molen onder voorwaarde van dien af te bre ken verkocht was, kocht het Bestuur den had den 5 April van genoemd jaar plaats. De aannemer was de Heer B. 6wets te Helder voor de som van 7420. We naderen een tijdstip in de geschiedenis van onze woonplaats dat, om de belangrijke gevolgen eene meer uitgebreide plaats in ons werk behoort te beslaan dan een gewoon voor val. Wij bedoelen de opening van den spoorweg op den 18 Dec. 1865, die wij, evenals we dat deden van de eerste steenlegging der Dokwer- ken, ©enigszins omslachtig willen vremelden. Volg mij slechts lezer naar het stationsge bouw dat sedert eenigen tijd gereed is, om van daar een feesttrein te zien afstoomen, want de weg is tot Alkmaar geheel klaar en zal tot die stad, in afwachting dat het overige deel er van gereed komt, geopend worden. Wat een aantal vlaggen versiert het terrein voor het stationsgebouw en vooral er achter, waar de treip, even kwistig met vlaggen ver sierd, gereed staat. In den loop van den dag kwam hij van Alkmaar aan, feestgenooten die den eersten officiëelen tocht zullen meêmaken vari daar en van de tusschen gelegen halten meêvoerende, die nu met de genoodigden van deze plaats, de burgerlijke en militaire auto riteiten, in de zaal van TiivoH aanwezig zijn, alwaar hun den eerewijn wordt aangeboden Reeds wemelt het van lieden in 't bezit van eene blauwe kaart, die den toegang verleent tot het station en de perron. Róode kaarten, bevattende de uitnoodiging om met den feest trein naar Alkmaar te stoomen en daar deelte- nemen aan een collatiion, zijn spaarzamer uit gegeven. Wij willen In afwachting dat de feestelingen met roode kaart zullen aankomen, hier eens rondzien. Zeer netjes zien de gebou wen er uit; de gloed der nieuwheid liigt er ook nog op; die voor de rijtuigen en locomotieven zijn zeer doelmatig ingericht De wachtkamer volgden. Vooral naar die van do twijfelach tige Roomschen Michielsenl Tegen I Dat waa al een kwade noot Loerakker! Tegenl Nu ja dat wist men vooruit Juten! Vóór! Ei, el dat viel mee. Fruytier! Vóór! Weer een meevaller. Mevrouw Bronsveld—Vitrin- ga! Tegen! Was al bekend. Van Schalk! Tegen! Ja nu was het waarschijnlijk ver loren^ maar toch....? Bulten! Tegen! Natuurlijk: Maar toen kwam de beslissende stem: Suring! Tegen! Nu was het verloren, want nu waren er al 7 katholieken tegen en men wist, dat er nog 8 tegenstemmers zouden ko men: Kuiper, Engels en Van Rijse wijk. (Mi nister Ruys pakte dan ook na deze stem zijn portefeuille in). En zoo was het ook.. En terwijl men ter lin kerzijde zich moeilijk kon bedwingen, procla meerde de Voorzitter den uitslag: „Er zijn 49 stemmen vóór dit wetsontwerp uitgebracht en 60 er tegen, zoodat het niet ls aangenomen." Toen barstte uit de sociaal- en vrijzinnig' democraten een luid applaus en gejuich los, dat eenige seconden aanhield. De Voorzitter had de vergadering al gesloten, de Ministers gingen heen en de Kamerleden stonden op en begonnen levendige gesprekken met luide uit roepen ertussehen, zoodat de zaal, in enkele oogeniblikken, van de diepste stilte in de groo' te luidruchtigheid was gesprongen. Daarbuiten, bij den uitgang voor de Kamer' leden, werden deze door een dichte haag van belangstellenden opgewacht en werden eenige van de meest bekenden onder de tegenstemmers luide toegejuicht. De aanwezigheid van den heer Gerretson, de chr.-hist., die de eenige was, die wegens ziekte ■ontbrak zouden er wel ooit bij een stemming .99 van de 100 Kamerleden tegenwoordig zijn geweest? zou geen verschil op den uitslag hebben gehad. Wel zou dat lid zeker hebben vóórgestemd en zou dan de-uitslag dus 50—50 zijn geweest, maar volgens art. 107 der Grondwet wordt bij staking van stemmen in een voltallige verga dering (en alle 100 leden zouden er dan zijn ge weest) geen nieuwe stemming gehouden in een volgende vergadering, doch het voorstel ter stond verworpen geacht. De oorrespondent meent, dat de politieke crisis niet gemakkelijk zal zijn op te lossen, doordloni ze niet ls veroorzaakt door een zelf standige politieke partij, doch door een groep uit eon der Regeerlngspartjjen. En de leider van die groep, de .heer Van Schaik, heeft zich (en de rijnen) heden by voorbaat gevrywaard togen een politieke afzondering, door ultdruk- keiyk te verklaren, dat zyn verzet alléén ging tegen dit concrete ontwerp en dat hy het, wat de noodzakeiykheid van verdediging van Indië en van de defensie in 't algemeen, eens was met de Regeering en met den heer Nolens. De sohr. betreurt overigens het gevallen votum ten zeerste. Uitstel ware in 's lands belang geweest. De verwerpln#der Vlootwet lijkt ons, zoo zegt hij, in alle opzichten be- denkeiyk. De kans dat wy' een behoorlijk organisch geheel als vloot in Indië krijgen* iets waarmee we althans onze neutraliteit kunnen handhaven, zal nu wel niet gauw te- rugkeeren. En, doordat het geheel© kabinet thans aftreedt, ls ook de zoo hoog noodige bezuiniging feiteiyk afgestemd. En we zien een kabinet heenjgaan, tweiks politieke (grondslag niet de onze was eni op welks daden we soms eritlek moesten1 oefe nen, maar dat, gegeven den uitslag der laat ste stembus, nog zoo kwaad niet was en waarvan we meer dan één lid we noemen nu slechts de heeren Van Karaebeek en Coiyn met groot leedwezen zullen zien aftreden. J In alle opzichten dus, voor de defensie, voor de financiën, voor onze politiek, is de dag van heden een dies eter (ongeluksdag) te achten.v Alleen zy die niets willen» de Nederland sche nihilisten, noemt de schrijver ze, zullen juichen. 8e klasse ziet er eenvoudig maar net uit, die der 2e klasse is van fraaie meubelen voorzien en' sieriyk ingericht. Een aantal dames en hee ren wandelt op de trottoirs rond, wachtende op dingen die komen, of elgeniyk die gaan zul len. Vermeien wy ons eene wijl In het gezicht der aardige kopjes die onze woonplaats op levert. Niet enkele, maar groepjes ziet men heen en weder wandelen, die elkaar den eere- palm der schoonheid betwisten. Ook de heeren, die niet bepaaldeiyk dames geleiden, flaneeren h6en en weer of formeeren groepjes, vangen hier en daar een genadig hoofdknikje van de eene of andere schalksche blondine of brunet te op, of maken glossen op onderscheidene zaken. N Wacht, daar komt het muziekkorps, onder directie van den Heer Weckesser, dat voor het vertrek van don feesttrein eenige nummers zal uitvoeren en later met den trein zal meê gaan om te Alkmaar het collation opteluisteren. Het plaatst zich in de nabyheid van de rijtuigen en weldra vernemen w-y de liefelijke toonen der vroolijke opwekkende muziek. Zy verhoogen de goede stemming waarin wy door het schoo- ne weêr van dezen winterdag in de feesteiyke omgeving gebracht zqn. Gaat een weinig ter zyde, daar komt, de stoet aan, die in de rijtuigen van den feest trein zl palaats nemen. Men neemt even voor het vertrek plaats in de wachtkamer eerste en tweede klasse, die al d feeestgenooten evenwel niet kan bevatten, maar waarvan de glazen deuren geopend zijn. zoodat 'het zich op de perron bevindend publiek de aanspraken zal kunnen hooren die hy deze gelegenheid zullen worden uitgesproken. De hooggeplaatste per soon die uit naam van het Gouvernement de lijn Helder—Alkmaar aan de Maatschappij van exploitatie overgeeft voert het eerst het woord EENZAAMHEID. *t Was op een der weinige regenlooze dagen, dat we op een achtermiddag over het Singeltje en langs den Huisduiner straatweg naar het strand wandelden. Wel dreigde de lucht, rondom zag ze grauw in allerlei nuanceeringen, die ook grauwBeid kan hebben en die dan ook kunnen maken, dat het luchtgewelf een imposanien aanblik biedt. In tegenstelling met de zomersche dagen was het nu rustig op den straatweg. Geen druk autogetoeter, geen zwaar geronk van tuffende motorkarren, geen lietsbedgeklingel en geen aan slierten loopende menigte. Een enkele wandelaar, die met een bepaald doel in het oog, stevig aanstapte naar dat wit. Een enkele fietsrijder, die noodzakeiyk den straatweg op moest; anders niets en niemand. Haast eenzaam en Verlaten lag daar het ge- heele landschap, met op den achtergrond de hooge duintoppen, die flauwtjes afstaken tegen dien grond van grauwe lucht, doch welker witte voetpaden scherp zich als voegen afteekenden. Een troep kieviten, die waarschyniyk aan het verzamelsignaal hadden gehoor gegeven, zwenkten in de lucht, doch nu stil en zwyg- ,zaam; heel anders dan in het voorjaar als hun pressende levenslust zich uit in fel uitgestoo- ten kreten en in het maken van duizelingwek kende salto-mortales. t Hier en daar een bonte kraai, die op een hekpaal of op een mesthoop na-savoureerde van zijn genoten maal, dan wel uitkeek naar nieuwe gastronomische geneugten. Het waren er maar enkele van die bontjassen, die waar schyniyk met het een paar uur heerschende oosteiyke briesje van eenige dagen terug, wa ren meegekomen. Ergens in Oost-Pruissen wachtten misschien nog duizenden by duizen den soortgenooten om, zoodra de wind omslaat, de invasie in ons land te ondernemen. De koeien graasden nog in het land; ze ston den rustig her en der verspreid, volkomen in harmonie met die rust in de natuur, die weken aan weken was verstoord geweest. Als na-echo van dat roezemoezige weer S'ornde het nog achter den dyk en de duinen. p den straatweg kon je het denderen der aan vallende en stukslaande golven als een Immens geluid van pas half getemde kracht hooren. Het was als een keelgorgelgeluid van een zoo- even neergelegden stier, die zyn laatste resten van kracht nog aanwendt om te trachten nog datgene te vernietigen wat ond'er zyn bereik komt. En dat geluld, dat denderen én grommen daar achter de duinen* dht onzichtbare woelen en grollen trok je. Even wilde je zien hoe die getemde zich onder den gebiedenden staf van moeder natuur zich zou gedragen. En we legden er een stapje op, ook al, om dat er ln den vuurtorentop een gloeiing merk baar was, die draaiwentelend' daar heerschappy voerde. Daar lag de wyde zee, de getemde voor ons. Lillend nog over al haar leden was er nu en dan een oplaaiing van nog niet gedoofde kracht en barnde ze woest op, om, kloppend tegen de steendammen, haar laatste restkrachten te ver spillen. Een groote grauwheid lag over de zee. Toch was het geen slecht zicht, want de beide masten van de dndertydi gestrande loggers stónden scherp nog afgeteekendi tegen het grauwe fond. Een bootromp liet zich flauwtjes" zien aan den horizon eri de omtrekken werdén scherper toen even de kim lichtte. Dat was als een fata morgana voor do en kele visschers, die aan den traprand turend over de zee en naar de boot staarde'n en, nu de kim lichtend over het zeevlak streek, don indruk kregen alsof de boot plotseling vlak onder de Haaksgronden zat en dat er slechts een grauwig buitje noodlg zou zyn om de boot ln de krikkemikken te brengen. Zekerheidshalve hadden ze 'm al in een ton netje genomen om te pellen of de boot ook vooruitging. En dat deed ze, want in een miv ment was ze het tonnetje gepasseerd. En afge- teekond op die distantie, moest het dus wel een aardig vaartje zyn. Toen we op strand kwamen, lag het eenzaam en verlaten. Slechts een enkele meeuw vloog zwygend even rond om dan weer, vouwend de vleugels, neer te zitten op het strand', den kop in de veeren trekkend en mymerend* rond te turen. De draaiwentelende schyf in den vuurtoren scheen een laaiende gloed te zyn geworden, waar flakkerend de vlammetjes hooger lekten, tot eindelijk het daglicht zooveel was getem perd, dat flauwe lichtbundels uit den kap schoten. Het lichtje aan den Mok was réeds ontstoken en de vuren van dé lichtboélen waren al dul- deiyk zichtbaar. Er lag een eigenaardige vlakheid over het water, dat de nuanceerkigeni van het luchtge welf volkomen had' overgenomen» en wordt beantwoord door den vertegenwoor diger dier Maatschappij, wy vermelden die toespraken niet maar wijzen op eene rede door gesproken, waarin hy het goede vooruitzicht schetst dat de Helder te gemoet gaat, wan neer de lyn, waarvan nu een deel voor het verkeer geopend wordt, éeheel voltooid zal zyn, waardoor onze gemeente met geheel het binnen- maar wat meer zegtt met het buiten land direct zal verbonden zyn. Met het slot van den laatsten spreker: het „Leve de Ko ning" vereenigde zich het publiek. Het rolde vol geestdrift van de lippen der menigte. 'Zie, nu begeeft zich de stoet in de rijtuigen. Het muziekkorps doet zich nog eenmaal hoo ren en neemt vervolgens plaats in een dade lijk achter de locomotief aangebrachten wagen 3e klasse. Het sein tot vertrek wordt gegeven, het schel gefluit verkondigt het moment der afreize en de feesttrein snelt met een vaart langs de rails, die, menigeen, nog ongewoon aan dat gezicht, doet duizelen.' Deze belangrijke dag in Helders geschiedenis werd' te Alkmaar aan het collation zoo feeste- iyk gevierd dat vele genoodigden, inwoners dezer gemeente, zich liever een betrekkeiyk lange terugreis per stoomboot getroostten, dan op een naar hunne meening te vroeg uur het keurige collation te verlaten om met den feest trein huiswaarts te sporen. Het bouwen in de Nieuwstad, op de Oost groot-sloot en in 't land was met kracht door gezet, zoodat zich alweêr behoefte aan bouw terrein deed' gevoelen. lAan de zuld-oostzyde van het Maritieme Eta blissement lag nog een plek onbenuttigd. Het droeg den naam -an ankerpark'omdat inen ge woon was ankers en andere zaken, behoorende tot de Marine, (nar neder te leggen. (Wordt vervolgd). Kunstsubsidies. Reorganisatie bi) de politie. Maicéllus Emants.f 'b Graveihhage, 24 Oct 1923. De daarstelling van de spoorwegwerken bracht weder eene menigte menschennaar onze woonplaats en gaf er nieuw vertier en „pe T« d" geeft een kort commentaar op de verwerping door de Tweede Kamer van de Vlootwet en oppert de idee, dat de gang van zaken vermoedelijk zal zijn, dat oud- Minister De Geer, die door deze stemming in het gelijk is gesteld, de opdracht krijgt om een kabinet te vormen dat in hoofdzaak op de linkerzijde en op de tien tegenstemmers van reohts steunt, Het blad zegt „De heer De Geer heeft, zooals men weet, geen onkel lid der Christelijk Historische fTaetie achter zich.. En dat de anti-revolu- tionnairen een kabinet-De Geer-v. Schaik zouden steunen, nadat hun leider zóó aan den dijk is gezet, is vrijwel uitgesloten. Wy krijgen nu, wat nezer dagen werd genoemdeen chaos". I 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 15