E
T
Vijfde Blad.
»r rB'»»ne SSSff"
VAN ZATERDAG 27 OBTOBER 1923.
HAAGSCHE BRIEVEN.
De Haagsche Raad! beeft zich in zijn Laat
ste vergadering beziggehouden niet verschal-
iende kunstsubsidies. Algemeen was men
vrijwel van meening. dat de moeilijke tijden
noodzaken, tot zuinigheid met de gemeente-
geldon, hoe belangrijk de 'kunst voor de cul
tuur ook is. Derhalve wilde men zich te
royaal toonen en verschillende posten ver
minderen. Vooral vroeg men zich af, of de
gemeente-gelden goed' besteed worden, het
geen in 't bijzonder ten opzichte van de Na
tionale Opera waarover straks meer
werd in twijfel getrokken.
Toch werd nog 170.000.— voor deze sub
sidies uitgetrokken, wat niet gering is.
De communist de Visser vond dat alles
blijkbaar nog niet genoeg en trachtte aan te
toonen, dat er partijdig subsidies werden
verleend.
Toen de sociaal-democraat Harms aan 't
woord was, ging de heer de Visser zoo te
keer, dat de vergadering eenige oogenblik-
ken moest worden geschorst. „Daar weet je
geen bliksem van, je bent er glad1 naast 1",
was een zijner interrupties.
Het vervolg der debatten ging voorname
lijk over de subsidie aan de Nationale Opera,
die de heer Harms bij motie op 25.600.
wilde stellen. De voorzitter was er niets over
te spreken, dat de Raad zich bemoeide met
het verleenen van subsidies, welke taak
aan B. en W. is opgedragen. Ten aanzien
van de Nat. Opera, waardeerde hij de ener-
'gle van den hoer Koopman, doch noemde
een exploitatie, als nu werdl voorgesteld,
zwendel Een kwalificatie, die natuurlijk lar
ter sterk werd aangevochten en oJ- voel te
scherp waa
Bij stemming werd do motie Harms met
20 tegen 19 stommen verworpen en het voor
stel van B. en W. om aan de Nat. Opera goen
subsidie te verieanen.aangenomen met 26 te
gen 14 stemmen. Voorts werden versohlllen-
de posten bij amendement verworpen, zoo
dat do Raad ditmaal eens „plus royaliste que
le rol", oftewel zuiniger dan B. en W. en de
raadsminderheid was.
Sinds de heer van 't Sant aan het Alexan-
diersvold troont, zijn er heett wat veranderin
gen en uitbreiding bij de Haagsche politie
ten uitvoer gebracht Zijn durf en doortas
tendheid, gecombineerd met persoonlijke
energie, hebben wonderen verricht, al heb
ben veel buitenstaanders en memschen van
de oude garde dikwijls huin hart vastgehou
den, als er weer wat nieuws werd ingevoerd.
Ze waren dergelijke wijze van „oplossen van
moeilijkheden kort en bondig niet ge
wend, konden het tempo niet bijhouden en
bleven dus noodwendig achter.
Do H. O. zooals hij bij afkorting in de
polltlewereld heet is echter doorgegaan
op den ingeslagen weg. De eerste reorgani
satie van de politie en daarna de combina
tie van politie en brandweer waren eenige
groote zetten, die velen tot mislukking ge
doemd waanden, doch die door stipte en on
weerstaanbare uitvoering tot in finesses niet
temin sohitterend geslaagd zijn.
Toen de polltle-brandweer tot stand zou
komen, riepen beroepsbrandweer en politie
personeel, ach wee, oordeelden het systeem
bij voorbaat onuitvoerbaar, eenerzijds omdat I De Nieuwe Rott Courant zegt in haar be-
zjj gebrek aan vakkennis bij de politie ver-1 .schouwing omtrent de verwerping der
De verschillende wetten en verordeningen,
alsmede bepaalde dienstaangelegenheden,
worden nu over deze vijf afdeehngen ver
deeld, zoodat een specialisatie plaats heeft.
De afdeelingen A en B omvatten hoofd
zakelijk bijzondere wetten en verordenin
gen, alsmede administratie-aangelegenheden,
verkeerswezen, personeel, brandweer, kin
derpolitie, zedenpolite, e.d.
De afdeelingen O, D en E verdoelen de
misdrijven bedoeld in het Wetboek van Straf
recht in drie groepen; in groote trekken per
soonlijke misdrijven, misdrijven gepaard-
gaande met bedrog, valschheid' of verval-
sching en vermogen smisdirij ven.
Men krijgt aldus in plaats van een indee-
ling, die verband houdt met de ligging van
de.stad (decentralisatie), een indeeling, die
gebaseerd is op centralisatie en specialisa
tie. Voor Nederland is dit vrijwel eeni geheel
nieuw stelsel, doch in verschillende groote
Duitsche stedlen b.v. kende men het reeds
veel eerder en bleek het succesvolle resulta
ten op te leveren*
Moge dit in de Residentie ook zoo zflnl
Voor enkele dagen brachten de bladen het
bericht van het verscheiden van Marcellus
Emants, en bij hot lezen! van dit bericht scho
ten mij verscjiilleöde dingen in mijn gedach
ten uit den tijd, dat ik mij Emamts herinner
als bestuurder van de Haagsche afdleeling
van het Algemeen Nederlandsch Verbond,
waar ik hem door organisatorische relasiet
soms van nabij heb kunnen gadeslaan.
Emants was in menig opzicht een bijzón
der mensch. Zijn hem eigen beschouwingen
gaven hem iets onafhankelijks en stempelden
hem tot een persoonlijkheid. Velen warén het
met hem niet eens, vonden hem een „pu
ritein"; iemand, die koud en star wist te ont
leden en hard en scherp zich uitdrukte. Hij
spaarde in zijn kritiek niets en niemand! en
stelde onmeedoogenloos personen en toestan
den aan de kaak (men denkie aan Domheids
macht). Op letterkundig en ook op tooneel-
sohrijvers-gebied was hij een groote figuur,
die men niet in een bepaalde groep kan rang
schikken. Hij heeft dan ook steeds een eigen
koers gestuurd, dloch nam daarbij bewust of
onbewust anderen mee in zijn kielzog, waar
door aan hem te danken is een nieuwe rich
ting en een' frisscher geest in de Nederiand-
sohe Letterkunde dier latere jaren. De Re
geering bij mondie van den heer mr. Plemp
van Duivelend aan de groeve heeft dit vol
komen erkend en weten te waardeeren.
MarceUus Emants was ook voor 'alles Ne
derlander en' Groot-Ned'erlander, dio noode
ons land verliet om in den vreemde (Meran)
herstel van gezondheid te zoeken en daar
dan iook is overleden.
In het Alg. Nederl. Verbond was hij een
stuwkracht, en als zoodanig herdacht kapt.
Oudendijk, voorzitter dier Haagsche afdoe-
ling, hem.
Hij trok geweldig van leer tegen de ver
bastering van onze Nederlandsche taal, die
hij van vreemde smetten vrij wilde houden.
In „Neerlandia" trof men vroeg vaak zijp
oogst aan vreemde opschriften, uitdrukkin
gen en woorden aan; resultaten van' zijn op
merkingsgave. In dit verband herinner ik
mij, dat nadat Emants den Haag verlaten had
zijn huis aan de Parkstraat, hoek Maurits-
fcade in handen viel van een modemagazijn,
dat er al spoedig een groot boTd met „Mai-
son de Robes et dé Manteaux" of iets in dien
geest op liet bevestigen.
Dat was wel het toppunt. Maar Emans kon
er niets meer aan dóen. De wereld is nu een
maal vol van tegenstellingen en tegenstrij
digheden. LEO.
haar ontwerp van de baan is geraakt
Wij zullen dezen uitslag niet toejuichen,
al zullen wij over het aftreden van deze re
geering niet treuren. Men weet, hoe wij daar
over denken. Naar onze meening had het
babinet-Ruy's reeds in 1921 bij zijn besluit,
om af te treden, moet blijven en plaats moe
ten maken voor een kabinet, voor hetwelk
bezuiniging hoofdpunt was van het program.
Men kan met' recht van de regeering zeg
gen: Gij' hebt het zoo gewild.
Stond dus van den aanvang af de zaak
zwak, te ontkennen valt niet, d'at de regee
ring bij de mondelinge verdediging haar
geen goed heeft gedaan. Wij laten in het
midden, of het juist gezien was, dat van de
zijde der Kamer de meening van den gou
verneur-generaal van Nedl ludiö In debat
werd gebracht, maar van het oogehhlik af,
d'at dit geschiedde had de regeering of bot
weg elk antwoord moeten schuldig blijven, oï
een gepreciseerd bescheid moeten geven. De
wijze, waarop aan de groene tafel om de ne
telige kwestie heen gedraaid is. heeft de po
sitie der regeering zeker nog vezwakt Ook
de nu en dan wel wat luchtige wijze, waarop
over de flnanoieele verplichtingen, die de
vlootwet zou opleggen, gesproken wend, in
tegenstelling met den ernst en de sombere
klanken, die in de miljoenennota waren ten
beste gegeven, was niet bij uitstek geschikt,
om vertrouWen te wekken, en weifelaars over
te halen. Ten slotte heelt zonder twijfel de
onhandige en min oir bare wijze, waarop de
minister-president op de Roomsche afvalli
gen heeft pogen invloed te oefenen en hun
stem voor het ontwerp te' winnen, het tegen
deel van een nuttig effect gehad.
Intusschen gedane zaken nemen geen keer.
Het lot van het kabinet en van de vlootwet is
nu beslist, en de zaak van de vloot is er
sleoht door gediend. Dit betreuren wij. Ware
het ontwerp, waarbij op het oogenblik geen
haast was, kalmpjes nog wat blijven liggen
tot de regeering zeg over een of twee jaar
een sluitende begrooting had kunnen aan
bieden, dan zou hét, ja zeker ook nog wel be
strijding hebben ontmoet; het zou wellicht
ook niet precies, zooals hét nu luidde, in be
raadslaging zijn gekomen, doch naar de in
zichten, die dan överheefSchend) zouden
rijn, herzien aan het oordeel der Kamer zijn
onderworpen, maar het had dan' toch een veel
beter kans gehad, wijl het dan niet meer-
mordicus allen, voor Wie de verantwoor-
deUjkheldl voor 'stands fktanolën de zorg
ia, die hen het zwaarst drukt, tegen zich zou
hebben gehad. Nu is het beele ontwerp voor
goed van d)o dagorde af, en wij vreezen, dat
het in 'geen lange jaren meer daarop kan
worden gebracht. „Valt de regeering op het
vlootontwerp, dan zal'eene nieuwe regee
ring, naar zich laat aanzién, wel de bezuini
ging, maar moeilijk herstel van de vloot op
haar program kunnen zetten schreven wij
in ons artikel van 4 Augustus: «En de vloot?
De wederopbouw van de vloot wordt dan
naar verre toekomst verschoven. Dit ls het
groote gevaar, dat wij' van de regeerings-
politlek vreezen. Zij zal niets bereiken, en in
het vlootvraagstuk een stap achteruit doen."
T
UIT DE PERS.
DE VERWERPING VAN DE
VLOOTWET.
wachtte en anderzijds omdat de politie meen
de voor brandweer-werk niet bruikbaar en
niet aangewezen te zijn.
Ondanks al die bezwaren en zelfs tegen
werking is de combinatie voltrokken en
alles loopt als gesmeerd.
Daardoor hebben velen vertrouwen gekre-
Vlootwet onder meer het volgende:
De Vlootwet verworpen; het kablnet-Ruys
treedt dus at
Ons heeft bet bericht niet overvallen. Wij
hebben dezen loop van zaken voorzien.
De feiten hebben ons in het gelijk ge
steld, 'en dit verbaast ons geenszins. Het fi-
gen in den H. O. en gelooft men gaarne, dat I naneieel perspectief van ons land ls er sinds
als hij iets doet, het goed geschiedt ook. verre van beter op geworden. Nederlandsch-
proefhexning van omvangrijken aard maar intdlë en Nederland op dit oogenblik, nu de
oatwju nee iooa J99A oa UBBjs suBqj, I deplorable toestand der financiën van' regee-
met een enorm perspectief, een- nieuwe re- rimgswege zoo schel mogelijk in het licht
organisatie der politie zelf. Deze omvat lil gesteld was, aan.de uitgaven, die uit cl©
groote trekken het volgende: I Vlootwet moesten voortspruiten, te. binden,
Alle commissariaten, waarin thans de stad
verdeeld is, worden met ingang van 1 Nov.
samengetrokken op het Hoofdbureau, waar
aldus vijf afdeelingen ontstaan, elk onder I
leiding van een commissaris. Daarnaast bljjrt
d»e recherche bestaan.
leek roefcelooze politiek, en dé eisch, dat
eerst naar een sluitend budget zou worden
gestreefd, leek dringender, dan ooit.
Niettemin heeft de regeering de behande
ling van het ontwerp geforceerd, met bet
gevolg, dat nu zij zelve niet alleen, maar ook
De overzicht-schrijver van het A1 g. H a n-
delsblad beschrijft op levendige wijze de
gebeurtenissen in de Kamer tijdens de laat
ste discussie over do Vlootwet. Zooals men
weet is mr. van Scbaik met zijn volgelingen
de onmiddellijke oorzaak van het verwerpen
der wet. Geen wonder dan ook, dat do aan
dacht van den geheelen dag, naar de schrij
ver verzekert, op hem was gevestigd.
Bij den aanvang der vergadering ver
dween hij met minister Westerveld in de
ministerskamer, voor een langdurig onder
houd dat echter moest worden beëindigd
toen. tijdens een deel dor repliek van den
heer Oud welke zich. tot den Min. van Marine
richttte, opeens ontdekt werd dat de Min. er
niet was. Daarna bleef men haast den gan-
schen dag verwachten dat het ontwerp zou
worden aangenomen, zij' het ook met zeer
kleine meerderheid. Want men wist vrijwel,
welke Katholieken stellig zouden tegen
stemmen. Doch dat waren er zes, terwijl er
10 noodlg waren om het ontwerp te doen
vallen. En onder de twijf ©tachtigen van wier
stem men niet zeker was, behoorde de heer
van Schalk.
De heer Van Schalk sprak 0t was toen
omtrent drie uur), onder groote aandacht
van de Kamer en van de stampvolle tribu
nes. En hij bleef tegen. Het werd bedenke
lijk voor de Vlootwet. Ook de heer Kuiper
kwam zich tegen verklaren. Maar toch kwam
toen nog, uit de Kamer, de berekening, dat
het ontwerp met 50 tegen 49 stemmen zou
'worden aangenomen. En toén het schelletje
voor de eindstemming ging, viel er een
groote stilte over de anders zeiden geheel
stille en meestal ruchtlge Kamer. Men luis
terde naar de namen die de commies-griffier
afriep en naar voor's of tegente die er op
UIT DE OUDE DOOS.
Helder 1860 tot heden.
IL
In dien tijd werd ook een aanvang gemaakt
met de werken voor den spoorweg. Het sta
tionsgebouw werd onder toezicht van den Heer
F. H. van Etteger reeds opgetrokken, de weg
tot het leggen der rails in gereedheid gebracht
en daar men door de verbinding onzer haven
met het spoorwegnet vooral de bevordering
van den handel in 't algemeen op het oog had,
begreép men dat, in verband met den spoor
weg, en bassin moest gegraven worden waar
in de schepen bij hunne aankomst uit de bui
tenhaven verhaald konden worden, om daar de
men langer bleef wachten, des te grooter zou
den worden. Men besloot om voor deze en nog
andere openbare weriken eene geldleening te
sluiten. Nu was het zaak om het kanaal in
eens goed te maken maar dan moesten de
boorden van steen worden. De uitdieping en
het maken van steenglooiingen in zijne ge-
heele uitgestrektheid, werd over een tijdvak
van zes achtereenvolgende jaren aanbesteed en
wel van Juli 1864 tot het einde van 1869. De
aanbesteding van dat werk had plaats op den
3 Juni 1864 en de minste inschrijver was de
Heer J. H. Visser, te Sliedrecht, voor de som
van 61000. Dat het Bestuur onzer gemeente
hierdoor een goed werk heeft verricht zal
ieder erkennen die de nette steenen wallen
aanziet en opmerkt hoe weinig ze kosten aan
onderhoud. Wanneer men de kosten van her
stel der wallen en beschoeiingen van vroege-
aangevoerde koopwaren dadelijk op epoorwa-1 ren tijd daarmeê vergelijkt, zal men bevinden
eens te kunnen laden ter verzending naar 't dat dit kostbare werk op den duur blijkt zeer
binnen- en buitenland'. Had men in de jaren, goedkoop te zijn. 1
die de opheffing van het onvrij territoir ge- Omtrent dezen tijd kwam de eignaér van
voled waren het voordeel der emancipatie van den houtzaagmolen, vroeger door ons aange-
don Helder reeds ondervonden, nu zou mon, wezen, de Heer L. den Berger, te overlijden
eeliik wii reeds vroeger voorspelden, weldra
meerdere vruchent van de losmaking
vroeger zoo knellende banden gemeten.
U Het. Heldersch kanaal was van dien tijd wel
eens uitmatig geschied. Die I grond van de Erven den Berger. Het water dat
S'S iS I weleer tot balkhaven gediend had, werd ge-
Ook woren de kanaalboorden in slechten dempt en het terrein opgehoogd. Dit laatste
staat Het aanzien der gemeente feed er door, geschiedde in 1865
tanaaWo. D. aan—daar™,
en daar de molen nu als 't ware midden in de
gemeente stond en oud was, waardoor licht
een ongeluk kon ontstaan, eischte het alge
meen belang om dezen molen optawimen. Het
terrein bood eene zeer goede gelegenheid aan
om een ruim plein te maken, waaraan de ge
meente wel behoefte had. Nadat de houtzaag
molen onder voorwaarde van dien af te bre
ken verkocht was, kocht het Bestuur den
had den 5 April van genoemd jaar plaats. De
aannemer was de Heer B. 6wets te Helder
voor de som van 7420.
We naderen een tijdstip in de geschiedenis
van onze woonplaats dat, om de belangrijke
gevolgen eene meer uitgebreide plaats in ons
werk behoort te beslaan dan een gewoon voor
val.
Wij bedoelen de opening van den spoorweg
op den 18 Dec. 1865, die wij, evenals we dat
deden van de eerste steenlegging der Dokwer-
ken, ©enigszins omslachtig willen vremelden.
Volg mij slechts lezer naar het stationsge
bouw dat sedert eenigen tijd gereed is, om van
daar een feesttrein te zien afstoomen, want de
weg is tot Alkmaar geheel klaar en zal tot die
stad, in afwachting dat het overige deel er van
gereed komt, geopend worden.
Wat een aantal vlaggen versiert het terrein
voor het stationsgebouw en vooral er achter,
waar de treip, even kwistig met vlaggen ver
sierd, gereed staat. In den loop van den dag
kwam hij van Alkmaar aan, feestgenooten die
den eersten officiëelen tocht zullen meêmaken
vari daar en van de tusschen gelegen halten
meêvoerende, die nu met de genoodigden van
deze plaats, de burgerlijke en militaire auto
riteiten, in de zaal van TiivoH aanwezig zijn,
alwaar hun den eerewijn wordt aangeboden
Reeds wemelt het van lieden in 't bezit van
eene blauwe kaart, die den toegang verleent
tot het station en de perron. Róode kaarten,
bevattende de uitnoodiging om met den feest
trein naar Alkmaar te stoomen en daar deelte-
nemen aan een collatiion, zijn spaarzamer uit
gegeven. Wij willen In afwachting dat de
feestelingen met roode kaart zullen aankomen,
hier eens rondzien. Zeer netjes zien de gebou
wen er uit; de gloed der nieuwheid liigt er ook
nog op; die voor de rijtuigen en locomotieven
zijn zeer doelmatig ingericht De wachtkamer
volgden. Vooral naar die van do twijfelach
tige Roomschen Michielsenl Tegen I Dat
waa al een kwade noot Loerakker! Tegenl
Nu ja dat wist men vooruit Juten! Vóór!
Ei, el dat viel mee. Fruytier! Vóór! Weer
een meevaller. Mevrouw Bronsveld—Vitrin-
ga! Tegen! Was al bekend. Van Schalk!
Tegen! Ja nu was het waarschijnlijk ver
loren^ maar toch....? Bulten! Tegen!
Natuurlijk:
Maar toen kwam de beslissende stem:
Suring! Tegen! Nu was het verloren, want
nu waren er al 7 katholieken tegen en men
wist, dat er nog 8 tegenstemmers zouden ko
men: Kuiper, Engels en Van Rijse wijk. (Mi
nister Ruys pakte dan ook na deze stem zijn
portefeuille in).
En zoo was het ook.. En terwijl men ter lin
kerzijde zich moeilijk kon bedwingen, procla
meerde de Voorzitter den uitslag: „Er zijn 49
stemmen vóór dit wetsontwerp uitgebracht en
60 er tegen, zoodat het niet ls aangenomen."
Toen barstte uit de sociaal- en vrijzinnig'
democraten een luid applaus en gejuich los,
dat eenige seconden aanhield. De Voorzitter
had de vergadering al gesloten, de Ministers
gingen heen en de Kamerleden stonden op en
begonnen levendige gesprekken met luide uit
roepen ertussehen, zoodat de zaal, in enkele
oogeniblikken, van de diepste stilte in de groo'
te luidruchtigheid was gesprongen.
Daarbuiten, bij den uitgang voor de Kamer'
leden, werden deze door een dichte haag van
belangstellenden opgewacht en werden eenige
van de meest bekenden onder de tegenstemmers
luide toegejuicht.
De aanwezigheid van den heer Gerretson, de
chr.-hist., die de eenige was, die wegens ziekte
■ontbrak zouden er wel ooit bij een stemming
.99 van de 100 Kamerleden tegenwoordig zijn
geweest? zou geen verschil op den uitslag
hebben gehad.
Wel zou dat lid zeker hebben vóórgestemd
en zou dan de-uitslag dus 50—50 zijn geweest,
maar volgens art. 107 der Grondwet wordt bij
staking van stemmen in een voltallige verga
dering (en alle 100 leden zouden er dan zijn ge
weest) geen nieuwe stemming gehouden in een
volgende vergadering, doch het voorstel ter
stond verworpen geacht.
De oorrespondent meent, dat de politieke
crisis niet gemakkelijk zal zijn op te lossen,
doordloni ze niet ls veroorzaakt door een zelf
standige politieke partij, doch door een groep
uit eon der Regeerlngspartjjen. En de leider
van die groep, de .heer Van Schaik, heeft zich
(en de rijnen) heden by voorbaat gevrywaard
togen een politieke afzondering, door ultdruk-
keiyk te verklaren, dat zyn verzet alléén ging
tegen dit concrete ontwerp en dat hy het, wat
de noodzakeiykheid van verdediging van Indië
en van de defensie in 't algemeen, eens was
met de Regeering en met den heer Nolens.
De sohr. betreurt overigens het gevallen
votum ten zeerste. Uitstel ware in 's lands
belang geweest. De verwerpln#der Vlootwet
lijkt ons, zoo zegt hij, in alle opzichten be-
denkeiyk. De kans dat wy' een behoorlijk
organisch geheel als vloot in Indië krijgen*
iets waarmee we althans onze neutraliteit
kunnen handhaven, zal nu wel niet gauw te-
rugkeeren. En, doordat het geheel© kabinet
thans aftreedt, ls ook de zoo hoog noodige
bezuiniging feiteiyk afgestemd.
En we zien een kabinet heenjgaan, tweiks
politieke (grondslag niet de onze was eni op
welks daden we soms eritlek moesten1 oefe
nen, maar dat, gegeven den uitslag der laat
ste stembus, nog zoo kwaad niet was en
waarvan we meer dan één lid we noemen
nu slechts de heeren Van Karaebeek en
Coiyn met groot leedwezen zullen zien
aftreden. J
In alle opzichten dus, voor de defensie,
voor de financiën, voor onze politiek, is de
dag van heden een dies eter (ongeluksdag)
te achten.v
Alleen zy die niets willen» de Nederland
sche nihilisten, noemt de schrijver ze, zullen
juichen.
8e klasse ziet er eenvoudig maar net uit, die
der 2e klasse is van fraaie meubelen voorzien
en' sieriyk ingericht. Een aantal dames en hee
ren wandelt op de trottoirs rond, wachtende op
dingen die komen, of elgeniyk die gaan zul
len.
Vermeien wy ons eene wijl In het gezicht
der aardige kopjes die onze woonplaats op
levert. Niet enkele, maar groepjes ziet men
heen en weder wandelen, die elkaar den eere-
palm der schoonheid betwisten. Ook de heeren,
die niet bepaaldeiyk dames geleiden, flaneeren
h6en en weer of formeeren groepjes, vangen
hier en daar een genadig hoofdknikje van de
eene of andere schalksche blondine of brunet
te op, of maken glossen op onderscheidene
zaken. N
Wacht, daar komt het muziekkorps, onder
directie van den Heer Weckesser, dat voor het
vertrek van don feesttrein eenige nummers zal
uitvoeren en later met den trein zal meê gaan
om te Alkmaar het collation opteluisteren. Het
plaatst zich in de nabyheid van de rijtuigen en
weldra vernemen w-y de liefelijke toonen der
vroolijke opwekkende muziek. Zy verhoogen
de goede stemming waarin wy door het schoo-
ne weêr van dezen winterdag in de feesteiyke
omgeving gebracht zqn.
Gaat een weinig ter zyde, daar komt, de
stoet aan, die in de rijtuigen van den feest
trein zl palaats nemen. Men neemt even voor
het vertrek plaats in de wachtkamer eerste en
tweede klasse, die al d feeestgenooten evenwel
niet kan bevatten, maar waarvan de glazen
deuren geopend zijn. zoodat 'het zich op de
perron bevindend publiek de aanspraken zal
kunnen hooren die hy deze gelegenheid zullen
worden uitgesproken. De hooggeplaatste per
soon die uit naam van het Gouvernement de
lijn Helder—Alkmaar aan de Maatschappij van
exploitatie overgeeft voert het eerst het woord
EENZAAMHEID.
*t Was op een der weinige regenlooze dagen,
dat we op een achtermiddag over het Singeltje
en langs den Huisduiner straatweg naar het
strand wandelden.
Wel dreigde de lucht, rondom zag ze grauw
in allerlei nuanceeringen, die ook grauwBeid
kan hebben en die dan ook kunnen maken,
dat het luchtgewelf een imposanien aanblik
biedt.
In tegenstelling met de zomersche dagen
was het nu rustig op den straatweg. Geen druk
autogetoeter, geen zwaar geronk van tuffende
motorkarren, geen lietsbedgeklingel en geen
aan slierten loopende menigte.
Een enkele wandelaar, die met een bepaald
doel in het oog, stevig aanstapte naar dat wit.
Een enkele fietsrijder, die noodzakeiyk den
straatweg op moest; anders niets en niemand.
Haast eenzaam en Verlaten lag daar het ge-
heele landschap, met op den achtergrond de
hooge duintoppen, die flauwtjes afstaken tegen
dien grond van grauwe lucht, doch welker witte
voetpaden scherp zich als voegen afteekenden.
Een troep kieviten, die waarschyniyk aan
het verzamelsignaal hadden gehoor gegeven,
zwenkten in de lucht, doch nu stil en zwyg-
,zaam; heel anders dan in het voorjaar als hun
pressende levenslust zich uit in fel uitgestoo-
ten kreten en in het maken van duizelingwek
kende salto-mortales. t
Hier en daar een bonte kraai, die op een
hekpaal of op een mesthoop na-savoureerde
van zijn genoten maal, dan wel uitkeek naar
nieuwe gastronomische geneugten. Het waren
er maar enkele van die bontjassen, die waar
schyniyk met het een paar uur heerschende
oosteiyke briesje van eenige dagen terug, wa
ren meegekomen. Ergens in Oost-Pruissen
wachtten misschien nog duizenden by duizen
den soortgenooten om, zoodra de wind omslaat,
de invasie in ons land te ondernemen.
De koeien graasden nog in het land; ze ston
den rustig her en der verspreid, volkomen in
harmonie met die rust in de natuur, die weken
aan weken was verstoord geweest.
Als na-echo van dat roezemoezige weer
S'ornde het nog achter den dyk en de duinen.
p den straatweg kon je het denderen der aan
vallende en stukslaande golven als een Immens
geluid van pas half getemde kracht hooren.
Het was als een keelgorgelgeluid van een zoo-
even neergelegden stier, die zyn laatste resten
van kracht nog aanwendt om te trachten nog
datgene te vernietigen wat ond'er zyn bereik
komt.
En dat geluld, dat denderen én grommen
daar achter de duinen* dht onzichtbare woelen
en grollen trok je. Even wilde je zien hoe die
getemde zich onder den gebiedenden staf van
moeder natuur zich zou gedragen.
En we legden er een stapje op, ook al, om
dat er ln den vuurtorentop een gloeiing merk
baar was, die draaiwentelend' daar heerschappy
voerde.
Daar lag de wyde zee, de getemde voor ons.
Lillend nog over al haar leden was er nu en
dan een oplaaiing van nog niet gedoofde kracht
en barnde ze woest op, om, kloppend tegen de
steendammen, haar laatste restkrachten te ver
spillen.
Een groote grauwheid lag over de zee. Toch
was het geen slecht zicht, want de beide masten
van de dndertydi gestrande loggers stónden
scherp nog afgeteekendi tegen het grauwe
fond. Een bootromp liet zich flauwtjes" zien aan
den horizon eri de omtrekken werdén scherper
toen even de kim lichtte.
Dat was als een fata morgana voor do en
kele visschers, die aan den traprand turend
over de zee en naar de boot staarde'n en, nu
de kim lichtend over het zeevlak streek, don
indruk kregen alsof de boot plotseling vlak
onder de Haaksgronden zat en dat er slechts
een grauwig buitje noodlg zou zyn om de boot
ln de krikkemikken te brengen.
Zekerheidshalve hadden ze 'm al in een ton
netje genomen om te pellen of de boot ook
vooruitging. En dat deed ze, want in een miv
ment was ze het tonnetje gepasseerd. En afge-
teekond op die distantie, moest het dus wel een
aardig vaartje zyn.
Toen we op strand kwamen, lag het eenzaam
en verlaten. Slechts een enkele meeuw vloog
zwygend even rond om dan weer, vouwend de
vleugels, neer te zitten op het strand', den kop
in de veeren trekkend en mymerend* rond te
turen.
De draaiwentelende schyf in den vuurtoren
scheen een laaiende gloed te zyn geworden,
waar flakkerend de vlammetjes hooger lekten,
tot eindelijk het daglicht zooveel was getem
perd, dat flauwe lichtbundels uit den kap
schoten.
Het lichtje aan den Mok was réeds ontstoken
en de vuren van dé lichtboélen waren al dul-
deiyk zichtbaar.
Er lag een eigenaardige vlakheid over het
water, dat de nuanceerkigeni van het luchtge
welf volkomen had' overgenomen»
en wordt beantwoord door den vertegenwoor
diger dier Maatschappij, wy vermelden die
toespraken niet maar wijzen op eene rede door
gesproken, waarin hy het goede vooruitzicht
schetst dat de Helder te gemoet gaat, wan
neer de lyn, waarvan nu een deel voor het
verkeer geopend wordt, éeheel voltooid zal
zyn, waardoor onze gemeente met geheel het
binnen- maar wat meer zegtt met het buiten
land direct zal verbonden zyn. Met het slot
van den laatsten spreker: het „Leve de Ko
ning" vereenigde zich het publiek. Het rolde
vol geestdrift van de lippen der menigte.
'Zie, nu begeeft zich de stoet in de rijtuigen.
Het muziekkorps doet zich nog eenmaal hoo
ren en neemt vervolgens plaats in een dade
lijk achter de locomotief aangebrachten wagen
3e klasse. Het sein tot vertrek wordt gegeven,
het schel gefluit verkondigt het moment der
afreize en de feesttrein snelt met een vaart
langs de rails, die, menigeen, nog ongewoon
aan dat gezicht, doet duizelen.'
Deze belangrijke dag in Helders geschiedenis
werd' te Alkmaar aan het collation zoo feeste-
iyk gevierd dat vele genoodigden, inwoners
dezer gemeente, zich liever een betrekkeiyk
lange terugreis per stoomboot getroostten, dan
op een naar hunne meening te vroeg uur het
keurige collation te verlaten om met den feest
trein huiswaarts te sporen.
Het bouwen in de Nieuwstad, op de Oost
groot-sloot en in 't land was met kracht door
gezet, zoodat zich alweêr behoefte aan bouw
terrein deed' gevoelen.
lAan de zuld-oostzyde van het Maritieme Eta
blissement lag nog een plek onbenuttigd. Het
droeg den naam -an ankerpark'omdat inen ge
woon was ankers en andere zaken, behoorende
tot de Marine, (nar neder te leggen.
(Wordt vervolgd).
Kunstsubsidies. Reorganisatie
bi) de politie. Maicéllus Emants.f
'b Graveihhage, 24 Oct 1923.
De daarstelling van de spoorwegwerken
bracht weder eene menigte menschennaar
onze woonplaats en gaf er nieuw vertier en
„pe T« d" geeft een kort commentaar op
de verwerping door de Tweede Kamer van
de Vlootwet en oppert de idee, dat de gang
van zaken vermoedelijk zal zijn, dat oud-
Minister De Geer, die door deze stemming in
het gelijk is gesteld, de opdracht krijgt om
een kabinet te vormen dat in hoofdzaak op
de linkerzijde en op de tien tegenstemmers
van reohts steunt,
Het blad zegt
„De heer De Geer heeft, zooals men weet,
geen onkel lid der Christelijk Historische
fTaetie achter zich.. En dat de anti-revolu-
tionnairen een kabinet-De Geer-v. Schaik
zouden steunen, nadat hun leider zóó aan
den dijk is gezet, is vrijwel uitgesloten.
Wy krijgen nu, wat nezer dagen werd
genoemdeen chaos".
I 1