WETENSWAARDIGHEDEN VAN „OUD-AMSTERDAM"
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 27 Oct. 1923.
No. 94. (auteursrechten voorbehouden)
57!
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
Het Hollandsche muziekleven ln vroeger
dagen.
Niet altijd heeft ons land kunnen wijzen
op een muziekleven, zooals dat waaraan wij
tegenwoordig gewend zijn. Nederland neemt
in den tateren tijd ©en voorname plaats in
als zelfstandig 'muziekcentrum en haar on
overtroffen 'Oanoertgebouworkest verkreeg
zelfs ©en wereldvermaadlheid.
Als we echter in gedachten eens een eeuw
teruggaan, vinden'wij op dat gebied geheel
andere, minder verheugende toestanden,
let dat Nederland zich toen onmuzikaal
de, het kwam er nooit zoo ver als in het
toenmalige Engeland, waar het ©en mode
werd niets van muziek te willen afweten,
(zelfs de beroemde dichter Tennyson moet
hieraan hebben meegedaan).
Zoo ver kwam het ln ons land
niet, maar het Hollandsche muziekleven
stond toch op een niet al te hoog peiL Het
oonoert-wezen was nog een betrekkelijke
zeldzaamheid en de opera alleen floreerde.
Op dit gebied stond Nederland er inderdaad1
vrij goed voor, hoewel geen van de overtal-
rflke gezelschappen een lang bestaan was
beschoren.
Vooral Amsterdam bezat in dien tijd vele
operatroepen. Ih do Amstelsfcraat, waar nu
het „Qrand-Theatre" gevestigd is, bestond
een DuJtsohe opera, dl© zeer -gezien was.
Men gaf er werken van Mozart en Weber
en de voorstellingen vielen buitengewoon ln
den smaak. Wij hooren zelfs van een opvoe
ring van Weberis Freysohutz, die 28 malen
achtereen herhaald moest worden wegens
het groote succes. Een gebeurtenis waarop
onze Nederlandsche Opera zich thans slechte
zelden kan beroepen.
Naast de Duitsohe bezat Amsterdam na
tuurlijk zijn Fransch© Opera op de erwten-
markt. In 1788 gesticht, .genoot zij voorna
melijk de belangstelling van de aristocratie
en den adel. in Februari 1818 woonde de
Koninklijke familie er een opvoering van
Mozarfs „Don, Juanrt bij. Ook een Itali-
aansch gezelschap gaf in de hoofdstad haar
voorstellingen, zoodat wij kunnen oonsta-
teeren, dat het er op dit gebied1 minder
slecht, om niet te zeggen beter, uitzag dan
thans.
Hoe stond het echter met de muzikaliteit
en de muziekbeoefening van dien tijd? In
dien wij een oordeel uit een artikel, ver
schenen ln „Amphlon" (het eerste Holland
sche muziektijdschrift, dat in 1818 begon, te
verschijnen) gelooven moeten, zag het er
nog niet zeer rooskleurig uit „Onze jonge
dames wordt daarin gezegd zingen
meestal Fransche romances (en welke vod
den dikwijls), aria's, duetten enz. uit Fran-
sdhe opera's. Onze weinige Hollandsche lie
deren worden op Fransche melodieën ge
zongen en zelfs in vele onzer scholen leert
men de aankomende jeugd liederen waar-
van de melodie uit Fransche Vaudevüles
genomen is."
Deze klacht was inderdaad niet onge
grond en zjj; keerde zich voornamelijk tegen
de Fransche modesmaak, die toen algemeen
was, een overblijïsel van de pas geëindigde
Napoleontische overheersching. Eerst veel
later, toen de Duit^sh© muziek haar Invloed
deed geiden, kwam ons land van deze mode
vrij.
'De concertzaal van Amsterdam (en daar
mede van geheel Holland) was infie eerste
helft der 19e eeuw het gebouw van het reeds
in 1777 gestichte Genootschap „Felix Me-
ritis" dat sedert 1788 een prachtig gebouw
op de Keizersgracht bezat. De conoertzaal
bood ruimte aan 600 personen en had een
orkestruimte voor 80 man beschikbaar.
Voor die dagen geweldige cijfera Het ge
nootschap had zijn eigen orkest waarin ver
scheidene dilettanten zitting hadden, zooals
toen algemeen gebruikelijk waa Men gaf
per jaar 20 concerten, waarin vele buiten-
landsche beroemdheden optraden. Doch de
hooge onkosten konden door de contributies
niet gedekt worden en toen naast de „Te-
lix"-ooncerten in de Amstelstraat een serie
Zondagooncorten begon, had deze onderne
ming veel succes. De j aarlijksoho contribu
tie bedroeg voor 20 oonoerten 6 duoaten (on
geveer 86.—).
Eigenaardig is 'het dat de hoofdschotel
van al deze concerten opera-fargmenten
vormden, doch ook de symphondën van Mo
zart kwamen tot uitvoering. Van lieverlede
ontwikkelden zich andere, meest dilettan
ten-orkesten, o.a. het gezelschap ,31aas- en
Strljklust", waarvan den naam een goed
denkbeeld geeft van het gehalte van derge
lijke vereenigingen.
Ook ln den Haag stond het muziekleven
nog aan het begin van zijn ontwikkeling. Op
12 September 1800 bevatte de „Htiagsohe
Courant" de volgende curleuse .annonce:
„Wordt door deze hekend gemaakt aan alle
Muslkale Virtuoson, zoo Vocaal "als Instru
mentaal en aan alle eerste Musifcale Talen
ten, als ook aan die geen en dle.vermeenen
hieronder begreepen te kunnen worden zoo
binnen als bulten deze Republiek, dat men
alhier in den Haag heeft opgericht een
Groot-Stads-Ooncert onder directie van J.
P. Meissner en L. Spangenberg (bij intee-
kening) ten voordeele der algemeene Ar
men, hetwelk zijn aanvang zal nemen op
Woensdag den 29 October aanstaande, en
zal continueeren om de veertien dagen."
De oprichting van dit abonnementscon
cert, hetwelk een groot succes werd, was als
't ware den eersten stoot tot de totstandko
ming 21 jaren later van het nog heden be
staand© Diligentlarorkest. Met vele moeilijk
heden en directe veranderingen 'ging het
Stadsooncert ten slotte in het beroemd ge
worden Diligentiaooncert over.
Uit dit alles 'blijkt, dat er in Nederland
wel degelijk muziekbeoefening en liefde
voor de toonkunst bestond maar de muzikale
opkomst van ons land begon eigenlijk eers;
met de oprichting van de „Maatschappij to'
bevordering van de Toonkunst". Op 19 en
en 20 April 1829 had te Amsterdam de op
richting plaats. De aanleiding daartoe was
geweest de prijsvraag, die in 1824 door h©
Koninklijk Instituut van Kunsten en Weten
schappen was uitgeschreven, betreffende de
plaats van Nederland in de muziekhistorie
aer 16e eeuw. Daardoor kwam het schitte
rend muzikaal verleden van ons land aan
den dag en werden de gemoederen opge-
FEUILLETON.
door
carel brensa.
7)
Het Mirakel van Amsterdam.
Evenais het naar menschelijke bereke
ning in onze vervallen periode wel leeftij
den duren zal, voordat de maatschappij en
d© samenleving zich weer ©enigermate zal
hebben opgericht uit den val van den „we
reld-oorlog' zoo heeft het natuurlijk ook
na de groote, ln een vorig feuilleton be
schreven, verwoesting van de opkomende
stad Aemstelredam leeftijden geduurd, voor
dat deze stad weer begon te groeien en te
bloeien.
Toch keerde de bloeitijd terug.
Het was In Het begin van de veertiende
eeuw. En volgens den Amsterdamschen ge
schiedschrijver J. J. Pontanus, was de oor
zaak van de toeneming van Amsterdam in
hoofdzaak te zoeken in het verleenen van
verschillende privilegiën en de daardoor
mogelijk geworden en tot stand gebrachte
uitbreidingen.
Maar één ding schijnt ln het bijzonder
aanleiding te zijn geworden tot den opkomst
van de nieuwe stad, en dat eene ding was
een wonderlijk ding het was een ding, dat
door de eeuwen heen als legende in de .Am
sterdam sche geschiedenis is blijven voort
leven, tot op dezen dag.
Het was een Mirakel". Het zjg. Mira
kel van 't Heilige Sacrement soms ook
genoemd het Mirakel van de Nieuwe Zijde
en tegenwoordig geheeten: Het Mirakel van
de Nieuwe Zijds Kapel.
Een heel oude „Hollandsche Ohronyck"
verhaalt er van, dat ten tijde van de plaat
selijk© regeering van Graaf Willem van
Henegouwen, Friesland en Zeeland en Hol
land de bewonderenswaardige man, die
tweemaal naar Pruisen trok met een leger
én overwinningen ten voordeele van do
Christelijke kerk behaalde, maar nochtans
weigerde als loon voor zijn krijgsdaden het
Keizerschap van Rome te aanvaarden
dat er, nadat Willem met gejuich ln Am
sterdam was terug gekomen1, een Mirakel
beeft plaats gevonden van zeldzamen In
druk.
Het gebeurde aan de Nieuw© Zijde van de
reeds bestaande Kalverstraat en ter plaatse
waar tegenwoordig nog de naar aanlei
ding hiervan gebouwde Nieuwe Zijds
Kapel staak
En het was een mirakeleuze openbaring.
Het was een wonder.
Zelfs zóó, dat de dag en het uur van het
gebeuren bewaard gebleven is.
Ik zal u hier het geheel© geval overver
tellen.
Het was in het jaar 1845. En het was op
oen Dinsdag en den Zondag daarop zou het
Palmzondag zijn. Aan de Nieuwe Zijde van
de Kalverstraat woonde een man, die op
dezen tijd zwaar ziek lag. Hij was zoo ziek,
dat hij zijn vroüw uitstuurde om den pries
ter, teneinde voorzien te worden van de
Laatste Heilige Sacramenten. De priester
kwam juist tegen den tijd van de Ves
per. En de Heilige Sacramenten weiden
toegediend.
Maar inplaate van zich nu beter te gevoe
len, werd de man nog zieker dan hij reeds
'was. Hij begon, nadat de zon was onderge
gaan, dezelfde verschijnselen te vertoonen
van iemand die zeeziek is. Hij' begon over
te geven. De vrouwen, die den zieken man
in zijn stervensuur bijstonden, ontvingen
zoo verhaalt de historie -4 het resultaat
in een rein vak
Hoe onverklaarbaar bet moge klinken: zij
wierpen dit in een groot vuur, hetwelk in de
kamer was aangelegd om den zieken man
te verwarmen.
De vrouw van den zieke, die den gan-
scben nacht 'bij' baar man gewaakt bad,
voelde zich op hetzelfde oogenblik door een
hevige kou bevangen en zocht zich te war
men bij het vuur. Terwijl zij aldus zat en
voor tijdverdrijf het vuur wat opstookte,
zag zij te midden van de vlammen op eens
de witte en reine figuur van den Heilige
Hostie.
Zij herkende dik omdat zij hetzelfde vaak
ln handen van den priester aan het altaar
gezien had.
De vrouw schrok geweldig en zonder het
zelf te weten stak zij haar hand uit om het
wonderlijk verschijnsel in het vuur te grij-
wekt ook thans Hollands roem hoog te blij
ven houden.
„Toonkunst" deed reeds aanstonds goed
werk, izoo werden b.v. in alle plaatsen van
beteekenis muziekscholen (de eerste was de
„Koninklijke", die te 's-Gravenhage in 1827
werd geopend). Op 2 September 1833 beleef
de Nederland het eerste Toonkunst-muziek-
feesk wat 2 dagen duurde en waar o.a. Beet-
hoven's 7e symphonie en Mozart's „Requim"
ter uitvoering kwamen.
Nu volgden de uitvoeringen en muziek
feesten elkander snel op. 's-Gravenhage
hield op 2122 April 1836 zijn muziekfeest,
Rotterdam volgde in 1864. Allerwege be
merkte men de groote voordeelen die „Toon
kunst" door betere voorlichting en hooger
artistiek peil bleef schenken.
Zoo ds ons land ten slotte geworden wa.
het thans is en steeds meer en meer wordt,
een muziekcentrum van internationale 'be
teekenis, waarop wij met recht trotech kun
nen zijn en hetgeen hoofdzakelijk aan de
„Maatschappij tot bevordering van de Toon
kunst" te danken hebben.
De nadeden.
In den laatste® tijd is de zucht om jong te
worden aan de orde van den dag. Ieder
mensch, die zich maar even de weelde kan
veroorloven laat zich 1® Parijs door Dr.
Steinach opereeren en een apenklier inzet
ten.
Maar niet leder intusschen ook al zou
hij graag weer jong zijn beschikt over de
noodige fondsen, te meer daar deze aange
legenheid voorloopig nog duurder 1$ dan
vliegen en dus meer geld kost dan een kopje
koffie in het fijnste café van Amsterdam.
Een lumineuze oplossing voor dit werke
lijk moeilijke probleem vond onlangs een
geestig Parijzenaar. Hij ging naar het labo
ratorium van Dr. Steinach on vroeg hoeveel
do kosten waren om weer een jongeling te
worden,
Zoa duizend Franc, antwoordde de
geneesheer.
De patiënt schrok.
Is dat de moeite wel waard, dokter?
informeerde hij.
Hoe oud is u?
Ja, ziet u ik ze er wel erg ouwelijk
uit en daarom zou ik wel' graag worden in-
geëent, maar in werkelijkheid ben ik pas
vijf en dertig
Nou zei de dokter dat is dan we'
degelijk de moeite waard.U wordt min
stens achttien jaren jongeT, dan u nu bent
Dan doe ik 't betuigde de ouwelijke
patien Vooruit dan maar.
En de operatie werd op den voorgesteld en
dag volvoerd en gelukte naar behooren. De
ouwelijke man was jeugdig als een jongen
van de H. B. 8. Na den voorgeschreven tijd
verlaat hij genezen bet ziekenhuis.
Maar na eenige weken laat de geneesheer
op correcte, maar niettemin daadwerkelijke
wijze de rekening ten hulzen van den patiënt
presenteeren. Deze weigert te betalen. En
hoe vaak de dokter ook mocht laten aandrin
gen. het hielp niet: De voormalige ouwe
lijke man bleef onwillig. Zoo onwillig zelfs
dat de dokter zich na maanden genoodzaakt
zag langs den gebrulkelijken gerechtelijken
weg op betaling aan te dringen.
De ex-patient verschijnt en de dokter ver
schijnt voor den bertreffenden politie-precfeot
Wilt u uwe rekening ten behoeve van
dezen geneesheer niet betalen vraagt
deze.
Neen zegt kortweg de aangeklaagde.
pen. Zij brandde zich in het geheel niet In
tegendeel. de hostie was zoo koud, dat zij
het zonder gevaar van de eene hand in de
andere legde. Tegelijkertijd nam zij waar,
dat de witte hostie nu langzamerhand een
kleur aannam, alsof zij werkelijk door het
vuur verschroeid was.
Begrijpelijkerwijs was de vrouw hevig
van streek en zooals vrouwen in soortge
lijke omstandigheid doen riep zij haar
buurvrouw van boven' en zei: „Zie hier in
mijn hand heb ik het lichaam van onzen
Heere JezusIk heb het met mijn eigen
handen uit het vuur genomen."
De buurvrouw was een en al verbazing,
Dam'het gevonden voorwerp zonder plicht
pleging mee naar haar woning en depo
neerde het daar in de uiterste voorzichtig
heid in een 'groote kist en op een wit kus
sen. Na een uur kwam haar man thuis en
zij vertelde hem' het geval in geuren en
kleuren.
En waar heb je dat lichaam geleid?
zoo vroeg de man.
In die kist, antwoordde de vrouw.
Natuurlijk, wou de man de vondst zien en
toen hij ze zag, nam hij op zijn beurt de
hostie in handen. Maar het nog nauwelijks
aangeraakt hebbende begon voor de oogen
van het verbaasde echtpaar het lichaam van
den Heiligen Jezus zichtbaar te leven. Hij
gaf het haastig aan zijn vrouw terug, waar
bij nu bleek dat het teere lichaam de ruwe
indruk van de mannen vingers behouden
had. Dit beviel de vrouw heelemaal niet
Het maakte baar angstig en vreezende
dat zij bezig was een groote zonde op haar
geweten te laden, wist zij niet beter te doen
dan op haar beurt een priester van het nabij
gelegen klooster te waarschuwen1.
De priester kwam, hoorde het verhaal,
aanschouwde met eigen oogen bet gevonden
voorwerp en deed op zijn beurt wat van een
priester mocht worden verwacht. Hij eigen-
do zich het Heilige Hostie op staande voet
toe, verklaarde het op gezag van denf paus
tot bezit van de heilige kerk en.nam
tiet moe. -
In de kerk gekomen 'borg hij daar het
kleinood zorgvuldig in een doos en zette het
weg. Maar hiermee was de zaak volstrekt
niet afgeloopen.
Want toen de meergenoemde vrouw den
volgenden morgen toevallig weer eens
in de kist keek, lag daar zoowaar het mira-
kileuze wonder op het witte kussen alsof
het daar nooit was weg geweest.
En waarom niet, mijnheer?
Omdat ik dit niet höefl
Niet hoef? Hebt u de overeengekomen
behandeling ondergaan?
Jawel, mijnbeer de prefect.
En is de uitkomst overeenkomstig uw
wensche geworden?
Inderdaad I Het is een schitterende uit
vinding, mijnheer.alle eer.
Welnu, mijnheer dan is u de over
eengekomen som aan den dokter schuldig.
En wanneer gij weigeren mocht te bejtalen,
dan zouden wij genoodzaakt zijn u bij mid
del van de wet tot betaling te dwingen.
Pardon, mijnheer de prefect.Juist
de kracht van de wet stelt mij vrij van beta
ling. Tenminste de wet in ieder geval
kan mij niet tot betaling dwingen.
En waarom niet?
Omdat ik minderjarig ben, mijnheerl
Wat zegt u?
Zeker, mijnheer de prefect.Oordeel
zelf: Ik was vijf en dertig en de dokter heeft
mij zelf en volgens zijn eigen belofte achttien
jaar jonger gemaakt.Bijgevolg ben ik
op het oogenblik zeventien jaar Vader of
moeder heb ik niet meer. Familie, die voor
mij zou kunnen betalen ook niet.Vol
gens de kracht van de wet is er dus geen
enkel middel om mij tot betaling te dwin
genIk wensch u goeden morgen, hee-
ren.
En de minderjarige ging naar huis.
Brensa.
DIALOOG.
De Vlootwet
Wel, amice wat denk jij nou van de
Vlootwet? v
Ik vind 't 'n reuzeding.vast. De
man die dat uitgevonden heeft, die moet
goed op de hoogte geweest zijn van de Hol-
ladsche scheepvaarttoestanden.
Dus jij denkt
Ik denk:.We mosten 't ding maar an-
nemen. 't Is 'n goeie (gelegenheid om de
heele vloot weer ln de vaart te krijgen.
Maar 't geld, m'n 'goede man. De duiten.
Dat kost meer dan 'n hall pond pruimtabak,
weet je dat?
Nee dat weet ik niet. Ik zou zeggen,
dat t heelemaal geen geld hoeft te kosten,
maar dat we er juist aan verdienen kunnen.
Heel veel verdienen. En 'n reuzemiddel
voor de werkeloosheid.
Moeten alle werkelooze kantoorjuf
frouwen dan matroos en marinier worden?
Niks hoorIta zal je zeggen wat ik
meen: Je weet wel, dat ik hij de laatste ver
kiezing candidaat geweest 'ben voor de
Kamer.
- Precies dat weet ik nog. Je stond
candidaat voor Nationale Bond van Negro-
haed pruimende Strandjutters.
Ja. En voor de On-Ghristelijke parti;
van overgewinterde konijnen..vinders.
Juustement
Maar dat is nou de kwestie niet, weet
je. De zaak is, dat het Nederlandsche volk
op dien verkiezingsdag een geweldige fout
hoeft gemaakt Ze heeft zichzelf erg tekort
gedaan.
Door jou niet te kiezen.
Zoo is 't. 't Is niet om die önnoozele
vijf duizend gulden tractement in 't jaar.
Dat begrijp ik.
Maar ik zou nou als ik ln de Kamer
zat en dan als deskundige natuurlijk,
want ik ben toch Jaren vletterman geweest,
dus ik heb meer verstand van varen dan
Minister Klein.
Dat spreekt
In haar geloovige ijver begaf zij zich op
nieuw tot den priester en vertelde hem de
toedracht der zaak. Oninddeliijk kwam de
priester met de doos en legde daarin voor
de tweede maal de vondst over.
En bracht het weer naar de kerk.
Maar de dienstvaardigheid van den1 pries
ter werd niet beloond, want voor de derde
maal vond de vrouw des morgens het Hei
lige Hoscie op het witte kussen in haar kist
En toen nu de priester dit hoorde begreep
hij dat'er achter dit wonder een Goddelijke,
bedoeling steken moest Hij voelde dat bet
voorgevallene als een mirakel moest worden
beschouwd en dat bet de kennelijke bedoe
ling was openbaarheid aan bet wonder te
geven.
Aldus geschiedde. De priester verkondig
de het mirakel van het Heilig Sacrament
van nu aan in het openbaar aan alle geloo-
vigen, aan de geestelijken zoowel als aan
de leeken. En de gevolgen bleven niet uit
Gedachtig aan hetgeen bij andere soort
gelijke gelegenheden gebruikelijk was,
duurde het niet lang of van heinde en ver
stroomde het geloovige en het nieuwsgieri
ge volk toe. Men kwam met vanen en met
bruisen en trok in lange processies op naar
de heilige stad. Men wilde den plek zien,
waar God het wonder aan de menschen ge
daan had. Ja, nog liever wilde men het
wonder zelf zien.
Zoo sterk was de trek naar 'de heilige
plaats aan de Nieuwe Zijde van de Kalver
straat, dat binnen korten tijd de toegangs
weg die vanuit het zuiden van de stad
voerde en die tegenwoordig wordt gevormd
door den Overtoom en Leidsche straten,
Heiligen weg en Kalverstraat, heel spoedig
den naam kreeg van „Heilige Wege".
Deze naam bestaat tot op dit oogenblik
nog in een klein gedeelte van dien weg, n.L
de nauwe straat tusschen het Koningsplein
en de Kalverstraat.
En zoo was het mirakel van het Heilig©
Sacrament jaren lang het meest belangrijke
voorval van Amsterdam. Men sprak er over
men schreef er boeken van. De priesters
in de kerken maakten het tot onderwerp
voor hunne predikatiën. De nonnen én mon
niken ln de al meer en meer menigvuldig
wordende kloosters van Amsterdam namen
het als aanleiding voor hun gewijd© over
denkingen. Het werd een wapen en een hef
boom tegelijk in de toch al machtige hand
van de moederkerk. Het duurde niet lang
of men begon de behoefte te gevoelen om
Nou dan zou Ik nou 'n reusachtig
amandement heet zoo'n ding niet zoo?
hebben op de Vlootwet. Een amandement,
maar dat zou geweldig wezen. Dan zou 't
geen geld kosten, maar dan zou 't geld ver
dienen.
Ik ben erg nieuwsgierig.
Dat dacht ik weL Luister: Ben je wel
eens langs de kust geweest den laatsten
tijd?
Nee. -
Nou. Ik weL En ik zeg je: Van Vlls-
singen tot aan Helder toe, liggen er in alle
havens schepen te wachten. Geen visschers-
plaats of er is overvloed van schip. Van 'n
mailschip af tot 'n vlet toe. En mijn amen
dement zou zeggen: We nemen de vloot
wet aan, maar we spreken af, dat er geen
nieuwe schepen voor zullen worden ge
bouwd, maar dat we alle oude. ervoor ge
bruiken, die we hebben.
Alle????
Juist! Loggers, botters, schokkers,
bommen, drifters, trawlers de heele mik
mak weer in de vaart. En ik verzeker je
dat er knapen bij zijn. In IJmuiden heb ik
er 'n paar gezien, die zijn reusachtig, De
„Zaanstroom" en de „Fleade". De 'grootste
van 't vasteland. Je kunt er beter mee ram
men, dan met 'n slagschip.
En wat dan verder?
Verder niks. De Vlootwet aannemen.
De opliggende schepen er voor in de vaart
brengen en ze dan bemannen met alle wer
kelooze schippers en visschers en matrozen,
die ér in de Hollandsche havens te vinden
zijn. Ooriog komt er toch voorloopig niet,
of minister Klein zou dat uit z'n eigen zak
moeten betalen en zoo godhem is-ie weL Dus
gevaar is er niet bij, be?
En d'r werd weer wat verdiend.
Precies. De Postgiro is er goed voor.
Die loopt toch gesmeerd.
Man, je idee is buitengewoon. We (gaan
er dadelijk werk van maken.
Top! Ik ga m'n stukkezakje halen met
'n 'boterham, en dan ben ik er klaar voor.
Vooruit!
Hoog speL
A. Zoo, kerel blij dat ik je weer eens
zie.Ik woon met een vriend samen. Kom
eens op-loopen op 'n avond, dan kunnen we
samen 'n partijtje kaarten.
B. Waar woon je dan?
A. Daarginger, om de hoek van de straat,
nummero 17 drie hoog
B. Drie boog?.Dnnje wel.Zoo hoog
speel ik nooit.
De waarheid.
Dandy: Die persoon daar beeft me uitge
scholden voor fat en voor branie.Denk je
ook niet, amice, dat ik hem daarvoor zal
kunnen uitdagen of hem 'n pak slaag geven?
Vriend: Natuurlijk je hebt groot gelijk!
Er bestaat niet schooner dan voor de waar-
beid te strijdén!
Toch iets onprettigs.
Barend: Wel nou Jan.Ben je 't of
ben je niet?
(Jan: Nou maar dat well Ik ben 't!
Barend: Ik dacht toch dat je dood was.
Jan: Dood? Hoe kom je daarbij.
Barend: Nou dat heb ik gelezen.
Jan: Och kom
Barend: Werkelijk! Ik weet zeker dat ik
van de week 'n advertentie onder de familie
berichten heb gelezen.
Jan: Man je bent in de war.Dat was
een aankondiging voor mijn aanstaanden on
dertrouw.
Barend: O! Nou misschien was bet dat
wel.In ieder geval wist ik toch wel dat er
wat beroerds met je gebeurd was.
Dat veranderde.
Dame: Waarom huil je zoo, kleine vent?
Jongen: Mjjn vader be eeft me gesla-gen.
Dame: Nou Nou.moet je daar zoo om
huilen? Andere kinderen kxijgon ook wel
eens klappen van hun vader.
Jongen: Ja.ma-ar mijn va-der Blaat dé
groote trom bij de mu-zikanten.
ter eere van hetgeen geschied was een mo
nument te stichtten. En op de plek zelf ver
scheen de Nieuwe Zijds Kapel, een kapel,
•genoemd naar en gewijd aan bet mirakel
van bet Heilige Sacrament te dier plaatse,
in bet jaar 1846 op den Dinsdag van Palm
zondag.
Het blazoen van de kapel verbeeldde de
kist, waarin het Heilige Hostie door de
vrouw geborgen was, benevens het vuur en
het heilig lichaam, hetwelk daaruit hls een
andere Phoenix ontsproot.
Ieder jaar organiseerde de geestelijkheid
een processie ter gedachtenisviering van bet
heilige wonder. En nog tot op dit oogenblik
in den jare Anno Dorninl 1923 kan
men in een van de nachten v m de zooge
naamde stille week voor Pasohen een pro
cessie ontmoeten. Deze processie wordt in
den regel de ,^nirakelommegang" genoemd.
Zij gaat in den regel xtit van het Bagijnen-
hof, maakt een stille rondgang door het
midden van de stad,- langs de heilige plek
waar tegenwoordig de herbouwde Nieuwe
Zijds Kapel staat, die echter nu aan de Ne-
derduitsch Hervormde Gemeente behoort
en keert via de Nieuw© Zijds Voorburgwal
naar het Bagijnenhof terug.
Duizenden geloovigen nemen jaarlijks
trouw aan deze ommegang deel.
Inmiddels had het gebeurde voor Am
sterdam zeer voordeelige gevolgen. Van
de duizenden, (misschien wel tienduizenden,
welke Amsterdam na 1345 bezochten, ble
ven er honderden achter. Zij zochten zich
middelen van bestaan profiteerden van
de boven omschreven verleende privilegiën
van bet stadsbestuur, schiepen nieuwe be
drijven, ibouwden werkplaatsen en fabrie
ken, breidden mede den handel uit en hiel
pen het verkeer verlevendigen.
En mede in hoofdzaak door tilt eigenaar
dige voorval on door de romantische legen
de, welke hieruit ontstond, daagde er voor
de stad Amsterdam een nieuw tijdperk van
groei en bloei, dat zijn glorieuze hoogte
punt (bereiken zou ln de schitterende gou
den eeuw, het tijdperk van de Oost-Indische
en West-Indische Compagnie, de wereldbe
roemde Hollandsche schildersschool en we
reldomvattende vorstelijke zeehandel.
Zoo werd de val van Gijshrecht van Am-
stel en de vernietiging van Amstel's voste
gewroken.
(Wordt voortgezet).
1
't Jutte rt je
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Carél Brensa.
0 0 0