WETENSWAARDIGHEDEN VAN „OUD-AMSTERDAM" Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van Zaterdag 27 Oct. 1923. No. 94. (auteursrechten voorbehouden) 57! Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven Het Hollandsche muziekleven ln vroeger dagen. Niet altijd heeft ons land kunnen wijzen op een muziekleven, zooals dat waaraan wij tegenwoordig gewend zijn. Nederland neemt in den tateren tijd ©en voorname plaats in als zelfstandig 'muziekcentrum en haar on overtroffen 'Oanoertgebouworkest verkreeg zelfs ©en wereldvermaadlheid. Als we echter in gedachten eens een eeuw teruggaan, vinden'wij op dat gebied geheel andere, minder verheugende toestanden, let dat Nederland zich toen onmuzikaal de, het kwam er nooit zoo ver als in het toenmalige Engeland, waar het ©en mode werd niets van muziek te willen afweten, (zelfs de beroemde dichter Tennyson moet hieraan hebben meegedaan). Zoo ver kwam het ln ons land niet, maar het Hollandsche muziekleven stond toch op een niet al te hoog peiL Het oonoert-wezen was nog een betrekkelijke zeldzaamheid en de opera alleen floreerde. Op dit gebied stond Nederland er inderdaad1 vrij goed voor, hoewel geen van de overtal- rflke gezelschappen een lang bestaan was beschoren. Vooral Amsterdam bezat in dien tijd vele operatroepen. Ih do Amstelsfcraat, waar nu het „Qrand-Theatre" gevestigd is, bestond een DuJtsohe opera, dl© zeer -gezien was. Men gaf er werken van Mozart en Weber en de voorstellingen vielen buitengewoon ln den smaak. Wij hooren zelfs van een opvoe ring van Weberis Freysohutz, die 28 malen achtereen herhaald moest worden wegens het groote succes. Een gebeurtenis waarop onze Nederlandsche Opera zich thans slechte zelden kan beroepen. Naast de Duitsohe bezat Amsterdam na tuurlijk zijn Fransch© Opera op de erwten- markt. In 1788 gesticht, .genoot zij voorna melijk de belangstelling van de aristocratie en den adel. in Februari 1818 woonde de Koninklijke familie er een opvoering van Mozarfs „Don, Juanrt bij. Ook een Itali- aansch gezelschap gaf in de hoofdstad haar voorstellingen, zoodat wij kunnen oonsta- teeren, dat het er op dit gebied1 minder slecht, om niet te zeggen beter, uitzag dan thans. Hoe stond het echter met de muzikaliteit en de muziekbeoefening van dien tijd? In dien wij een oordeel uit een artikel, ver schenen ln „Amphlon" (het eerste Holland sche muziektijdschrift, dat in 1818 begon, te verschijnen) gelooven moeten, zag het er nog niet zeer rooskleurig uit „Onze jonge dames wordt daarin gezegd zingen meestal Fransche romances (en welke vod den dikwijls), aria's, duetten enz. uit Fran- sdhe opera's. Onze weinige Hollandsche lie deren worden op Fransche melodieën ge zongen en zelfs in vele onzer scholen leert men de aankomende jeugd liederen waar- van de melodie uit Fransche Vaudevüles genomen is." Deze klacht was inderdaad niet onge grond en zjj; keerde zich voornamelijk tegen de Fransche modesmaak, die toen algemeen was, een overblijïsel van de pas geëindigde Napoleontische overheersching. Eerst veel later, toen de Duit^sh© muziek haar Invloed deed geiden, kwam ons land van deze mode vrij. 'De concertzaal van Amsterdam (en daar mede van geheel Holland) was infie eerste helft der 19e eeuw het gebouw van het reeds in 1777 gestichte Genootschap „Felix Me- ritis" dat sedert 1788 een prachtig gebouw op de Keizersgracht bezat. De conoertzaal bood ruimte aan 600 personen en had een orkestruimte voor 80 man beschikbaar. Voor die dagen geweldige cijfera Het ge nootschap had zijn eigen orkest waarin ver scheidene dilettanten zitting hadden, zooals toen algemeen gebruikelijk waa Men gaf per jaar 20 concerten, waarin vele buiten- landsche beroemdheden optraden. Doch de hooge onkosten konden door de contributies niet gedekt worden en toen naast de „Te- lix"-ooncerten in de Amstelstraat een serie Zondagooncorten begon, had deze onderne ming veel succes. De j aarlijksoho contribu tie bedroeg voor 20 oonoerten 6 duoaten (on geveer 86.—). Eigenaardig is 'het dat de hoofdschotel van al deze concerten opera-fargmenten vormden, doch ook de symphondën van Mo zart kwamen tot uitvoering. Van lieverlede ontwikkelden zich andere, meest dilettan ten-orkesten, o.a. het gezelschap ,31aas- en Strljklust", waarvan den naam een goed denkbeeld geeft van het gehalte van derge lijke vereenigingen. Ook ln den Haag stond het muziekleven nog aan het begin van zijn ontwikkeling. Op 12 September 1800 bevatte de „Htiagsohe Courant" de volgende curleuse .annonce: „Wordt door deze hekend gemaakt aan alle Muslkale Virtuoson, zoo Vocaal "als Instru mentaal en aan alle eerste Musifcale Talen ten, als ook aan die geen en dle.vermeenen hieronder begreepen te kunnen worden zoo binnen als bulten deze Republiek, dat men alhier in den Haag heeft opgericht een Groot-Stads-Ooncert onder directie van J. P. Meissner en L. Spangenberg (bij intee- kening) ten voordeele der algemeene Ar men, hetwelk zijn aanvang zal nemen op Woensdag den 29 October aanstaande, en zal continueeren om de veertien dagen." De oprichting van dit abonnementscon cert, hetwelk een groot succes werd, was als 't ware den eersten stoot tot de totstandko ming 21 jaren later van het nog heden be staand© Diligentlarorkest. Met vele moeilijk heden en directe veranderingen 'ging het Stadsooncert ten slotte in het beroemd ge worden Diligentiaooncert over. Uit dit alles 'blijkt, dat er in Nederland wel degelijk muziekbeoefening en liefde voor de toonkunst bestond maar de muzikale opkomst van ons land begon eigenlijk eers; met de oprichting van de „Maatschappij to' bevordering van de Toonkunst". Op 19 en en 20 April 1829 had te Amsterdam de op richting plaats. De aanleiding daartoe was geweest de prijsvraag, die in 1824 door h© Koninklijk Instituut van Kunsten en Weten schappen was uitgeschreven, betreffende de plaats van Nederland in de muziekhistorie aer 16e eeuw. Daardoor kwam het schitte rend muzikaal verleden van ons land aan den dag en werden de gemoederen opge- FEUILLETON. door carel brensa. 7) Het Mirakel van Amsterdam. Evenais het naar menschelijke bereke ning in onze vervallen periode wel leeftij den duren zal, voordat de maatschappij en d© samenleving zich weer ©enigermate zal hebben opgericht uit den val van den „we reld-oorlog' zoo heeft het natuurlijk ook na de groote, ln een vorig feuilleton be schreven, verwoesting van de opkomende stad Aemstelredam leeftijden geduurd, voor dat deze stad weer begon te groeien en te bloeien. Toch keerde de bloeitijd terug. Het was In Het begin van de veertiende eeuw. En volgens den Amsterdamschen ge schiedschrijver J. J. Pontanus, was de oor zaak van de toeneming van Amsterdam in hoofdzaak te zoeken in het verleenen van verschillende privilegiën en de daardoor mogelijk geworden en tot stand gebrachte uitbreidingen. Maar één ding schijnt ln het bijzonder aanleiding te zijn geworden tot den opkomst van de nieuwe stad, en dat eene ding was een wonderlijk ding het was een ding, dat door de eeuwen heen als legende in de .Am sterdam sche geschiedenis is blijven voort leven, tot op dezen dag. Het was een Mirakel". Het zjg. Mira kel van 't Heilige Sacrement soms ook genoemd het Mirakel van de Nieuwe Zijde en tegenwoordig geheeten: Het Mirakel van de Nieuwe Zijds Kapel. Een heel oude „Hollandsche Ohronyck" verhaalt er van, dat ten tijde van de plaat selijk© regeering van Graaf Willem van Henegouwen, Friesland en Zeeland en Hol land de bewonderenswaardige man, die tweemaal naar Pruisen trok met een leger én overwinningen ten voordeele van do Christelijke kerk behaalde, maar nochtans weigerde als loon voor zijn krijgsdaden het Keizerschap van Rome te aanvaarden dat er, nadat Willem met gejuich ln Am sterdam was terug gekomen1, een Mirakel beeft plaats gevonden van zeldzamen In druk. Het gebeurde aan de Nieuw© Zijde van de reeds bestaande Kalverstraat en ter plaatse waar tegenwoordig nog de naar aanlei ding hiervan gebouwde Nieuwe Zijds Kapel staak En het was een mirakeleuze openbaring. Het was een wonder. Zelfs zóó, dat de dag en het uur van het gebeuren bewaard gebleven is. Ik zal u hier het geheel© geval overver tellen. Het was in het jaar 1845. En het was op oen Dinsdag en den Zondag daarop zou het Palmzondag zijn. Aan de Nieuwe Zijde van de Kalverstraat woonde een man, die op dezen tijd zwaar ziek lag. Hij was zoo ziek, dat hij zijn vroüw uitstuurde om den pries ter, teneinde voorzien te worden van de Laatste Heilige Sacramenten. De priester kwam juist tegen den tijd van de Ves per. En de Heilige Sacramenten weiden toegediend. Maar inplaate van zich nu beter te gevoe len, werd de man nog zieker dan hij reeds 'was. Hij begon, nadat de zon was onderge gaan, dezelfde verschijnselen te vertoonen van iemand die zeeziek is. Hij' begon over te geven. De vrouwen, die den zieken man in zijn stervensuur bijstonden, ontvingen zoo verhaalt de historie -4 het resultaat in een rein vak Hoe onverklaarbaar bet moge klinken: zij wierpen dit in een groot vuur, hetwelk in de kamer was aangelegd om den zieken man te verwarmen. De vrouw van den zieke, die den gan- scben nacht 'bij' baar man gewaakt bad, voelde zich op hetzelfde oogenblik door een hevige kou bevangen en zocht zich te war men bij het vuur. Terwijl zij aldus zat en voor tijdverdrijf het vuur wat opstookte, zag zij te midden van de vlammen op eens de witte en reine figuur van den Heilige Hostie. Zij herkende dik omdat zij hetzelfde vaak ln handen van den priester aan het altaar gezien had. De vrouw schrok geweldig en zonder het zelf te weten stak zij haar hand uit om het wonderlijk verschijnsel in het vuur te grij- wekt ook thans Hollands roem hoog te blij ven houden. „Toonkunst" deed reeds aanstonds goed werk, izoo werden b.v. in alle plaatsen van beteekenis muziekscholen (de eerste was de „Koninklijke", die te 's-Gravenhage in 1827 werd geopend). Op 2 September 1833 beleef de Nederland het eerste Toonkunst-muziek- feesk wat 2 dagen duurde en waar o.a. Beet- hoven's 7e symphonie en Mozart's „Requim" ter uitvoering kwamen. Nu volgden de uitvoeringen en muziek feesten elkander snel op. 's-Gravenhage hield op 2122 April 1836 zijn muziekfeest, Rotterdam volgde in 1864. Allerwege be merkte men de groote voordeelen die „Toon kunst" door betere voorlichting en hooger artistiek peil bleef schenken. Zoo ds ons land ten slotte geworden wa. het thans is en steeds meer en meer wordt, een muziekcentrum van internationale 'be teekenis, waarop wij met recht trotech kun nen zijn en hetgeen hoofdzakelijk aan de „Maatschappij tot bevordering van de Toon kunst" te danken hebben. De nadeden. In den laatste® tijd is de zucht om jong te worden aan de orde van den dag. Ieder mensch, die zich maar even de weelde kan veroorloven laat zich 1® Parijs door Dr. Steinach opereeren en een apenklier inzet ten. Maar niet leder intusschen ook al zou hij graag weer jong zijn beschikt over de noodige fondsen, te meer daar deze aange legenheid voorloopig nog duurder 1$ dan vliegen en dus meer geld kost dan een kopje koffie in het fijnste café van Amsterdam. Een lumineuze oplossing voor dit werke lijk moeilijke probleem vond onlangs een geestig Parijzenaar. Hij ging naar het labo ratorium van Dr. Steinach on vroeg hoeveel do kosten waren om weer een jongeling te worden, Zoa duizend Franc, antwoordde de geneesheer. De patiënt schrok. Is dat de moeite wel waard, dokter? informeerde hij. Hoe oud is u? Ja, ziet u ik ze er wel erg ouwelijk uit en daarom zou ik wel' graag worden in- geëent, maar in werkelijkheid ben ik pas vijf en dertig Nou zei de dokter dat is dan we' degelijk de moeite waard.U wordt min stens achttien jaren jongeT, dan u nu bent Dan doe ik 't betuigde de ouwelijke patien Vooruit dan maar. En de operatie werd op den voorgesteld en dag volvoerd en gelukte naar behooren. De ouwelijke man was jeugdig als een jongen van de H. B. 8. Na den voorgeschreven tijd verlaat hij genezen bet ziekenhuis. Maar na eenige weken laat de geneesheer op correcte, maar niettemin daadwerkelijke wijze de rekening ten hulzen van den patiënt presenteeren. Deze weigert te betalen. En hoe vaak de dokter ook mocht laten aandrin gen. het hielp niet: De voormalige ouwe lijke man bleef onwillig. Zoo onwillig zelfs dat de dokter zich na maanden genoodzaakt zag langs den gebrulkelijken gerechtelijken weg op betaling aan te dringen. De ex-patient verschijnt en de dokter ver schijnt voor den bertreffenden politie-precfeot Wilt u uwe rekening ten behoeve van dezen geneesheer niet betalen vraagt deze. Neen zegt kortweg de aangeklaagde. pen. Zij brandde zich in het geheel niet In tegendeel. de hostie was zoo koud, dat zij het zonder gevaar van de eene hand in de andere legde. Tegelijkertijd nam zij waar, dat de witte hostie nu langzamerhand een kleur aannam, alsof zij werkelijk door het vuur verschroeid was. Begrijpelijkerwijs was de vrouw hevig van streek en zooals vrouwen in soortge lijke omstandigheid doen riep zij haar buurvrouw van boven' en zei: „Zie hier in mijn hand heb ik het lichaam van onzen Heere JezusIk heb het met mijn eigen handen uit het vuur genomen." De buurvrouw was een en al verbazing, Dam'het gevonden voorwerp zonder plicht pleging mee naar haar woning en depo neerde het daar in de uiterste voorzichtig heid in een 'groote kist en op een wit kus sen. Na een uur kwam haar man thuis en zij vertelde hem' het geval in geuren en kleuren. En waar heb je dat lichaam geleid? zoo vroeg de man. In die kist, antwoordde de vrouw. Natuurlijk, wou de man de vondst zien en toen hij ze zag, nam hij op zijn beurt de hostie in handen. Maar het nog nauwelijks aangeraakt hebbende begon voor de oogen van het verbaasde echtpaar het lichaam van den Heiligen Jezus zichtbaar te leven. Hij gaf het haastig aan zijn vrouw terug, waar bij nu bleek dat het teere lichaam de ruwe indruk van de mannen vingers behouden had. Dit beviel de vrouw heelemaal niet Het maakte baar angstig en vreezende dat zij bezig was een groote zonde op haar geweten te laden, wist zij niet beter te doen dan op haar beurt een priester van het nabij gelegen klooster te waarschuwen1. De priester kwam, hoorde het verhaal, aanschouwde met eigen oogen bet gevonden voorwerp en deed op zijn beurt wat van een priester mocht worden verwacht. Hij eigen- do zich het Heilige Hostie op staande voet toe, verklaarde het op gezag van denf paus tot bezit van de heilige kerk en.nam tiet moe. - In de kerk gekomen 'borg hij daar het kleinood zorgvuldig in een doos en zette het weg. Maar hiermee was de zaak volstrekt niet afgeloopen. Want toen de meergenoemde vrouw den volgenden morgen toevallig weer eens in de kist keek, lag daar zoowaar het mira- kileuze wonder op het witte kussen alsof het daar nooit was weg geweest. En waarom niet, mijnheer? Omdat ik dit niet höefl Niet hoef? Hebt u de overeengekomen behandeling ondergaan? Jawel, mijnbeer de prefect. En is de uitkomst overeenkomstig uw wensche geworden? Inderdaad I Het is een schitterende uit vinding, mijnheer.alle eer. Welnu, mijnheer dan is u de over eengekomen som aan den dokter schuldig. En wanneer gij weigeren mocht te bejtalen, dan zouden wij genoodzaakt zijn u bij mid del van de wet tot betaling te dwingen. Pardon, mijnheer de prefect.Juist de kracht van de wet stelt mij vrij van beta ling. Tenminste de wet in ieder geval kan mij niet tot betaling dwingen. En waarom niet? Omdat ik minderjarig ben, mijnheerl Wat zegt u? Zeker, mijnheer de prefect.Oordeel zelf: Ik was vijf en dertig en de dokter heeft mij zelf en volgens zijn eigen belofte achttien jaar jonger gemaakt.Bijgevolg ben ik op het oogenblik zeventien jaar Vader of moeder heb ik niet meer. Familie, die voor mij zou kunnen betalen ook niet.Vol gens de kracht van de wet is er dus geen enkel middel om mij tot betaling te dwin genIk wensch u goeden morgen, hee- ren. En de minderjarige ging naar huis. Brensa. DIALOOG. De Vlootwet Wel, amice wat denk jij nou van de Vlootwet? v Ik vind 't 'n reuzeding.vast. De man die dat uitgevonden heeft, die moet goed op de hoogte geweest zijn van de Hol- ladsche scheepvaarttoestanden. Dus jij denkt Ik denk:.We mosten 't ding maar an- nemen. 't Is 'n goeie (gelegenheid om de heele vloot weer ln de vaart te krijgen. Maar 't geld, m'n 'goede man. De duiten. Dat kost meer dan 'n hall pond pruimtabak, weet je dat? Nee dat weet ik niet. Ik zou zeggen, dat t heelemaal geen geld hoeft te kosten, maar dat we er juist aan verdienen kunnen. Heel veel verdienen. En 'n reuzemiddel voor de werkeloosheid. Moeten alle werkelooze kantoorjuf frouwen dan matroos en marinier worden? Niks hoorIta zal je zeggen wat ik meen: Je weet wel, dat ik hij de laatste ver kiezing candidaat geweest 'ben voor de Kamer. - Precies dat weet ik nog. Je stond candidaat voor Nationale Bond van Negro- haed pruimende Strandjutters. Ja. En voor de On-Ghristelijke parti; van overgewinterde konijnen..vinders. Juustement Maar dat is nou de kwestie niet, weet je. De zaak is, dat het Nederlandsche volk op dien verkiezingsdag een geweldige fout hoeft gemaakt Ze heeft zichzelf erg tekort gedaan. Door jou niet te kiezen. Zoo is 't. 't Is niet om die önnoozele vijf duizend gulden tractement in 't jaar. Dat begrijp ik. Maar ik zou nou als ik ln de Kamer zat en dan als deskundige natuurlijk, want ik ben toch Jaren vletterman geweest, dus ik heb meer verstand van varen dan Minister Klein. Dat spreekt In haar geloovige ijver begaf zij zich op nieuw tot den priester en vertelde hem de toedracht der zaak. Oninddeliijk kwam de priester met de doos en legde daarin voor de tweede maal de vondst over. En bracht het weer naar de kerk. Maar de dienstvaardigheid van den1 pries ter werd niet beloond, want voor de derde maal vond de vrouw des morgens het Hei lige Hoscie op het witte kussen in haar kist En toen nu de priester dit hoorde begreep hij dat'er achter dit wonder een Goddelijke, bedoeling steken moest Hij voelde dat bet voorgevallene als een mirakel moest worden beschouwd en dat bet de kennelijke bedoe ling was openbaarheid aan bet wonder te geven. Aldus geschiedde. De priester verkondig de het mirakel van het Heilig Sacrament van nu aan in het openbaar aan alle geloo- vigen, aan de geestelijken zoowel als aan de leeken. En de gevolgen bleven niet uit Gedachtig aan hetgeen bij andere soort gelijke gelegenheden gebruikelijk was, duurde het niet lang of van heinde en ver stroomde het geloovige en het nieuwsgieri ge volk toe. Men kwam met vanen en met bruisen en trok in lange processies op naar de heilige stad. Men wilde den plek zien, waar God het wonder aan de menschen ge daan had. Ja, nog liever wilde men het wonder zelf zien. Zoo sterk was de trek naar 'de heilige plaats aan de Nieuwe Zijde van de Kalver straat, dat binnen korten tijd de toegangs weg die vanuit het zuiden van de stad voerde en die tegenwoordig wordt gevormd door den Overtoom en Leidsche straten, Heiligen weg en Kalverstraat, heel spoedig den naam kreeg van „Heilige Wege". Deze naam bestaat tot op dit oogenblik nog in een klein gedeelte van dien weg, n.L de nauwe straat tusschen het Koningsplein en de Kalverstraat. En zoo was het mirakel van het Heilig© Sacrament jaren lang het meest belangrijke voorval van Amsterdam. Men sprak er over men schreef er boeken van. De priesters in de kerken maakten het tot onderwerp voor hunne predikatiën. De nonnen én mon niken ln de al meer en meer menigvuldig wordende kloosters van Amsterdam namen het als aanleiding voor hun gewijd© over denkingen. Het werd een wapen en een hef boom tegelijk in de toch al machtige hand van de moederkerk. Het duurde niet lang of men begon de behoefte te gevoelen om Nou dan zou Ik nou 'n reusachtig amandement heet zoo'n ding niet zoo? hebben op de Vlootwet. Een amandement, maar dat zou geweldig wezen. Dan zou 't geen geld kosten, maar dan zou 't geld ver dienen. Ik ben erg nieuwsgierig. Dat dacht ik weL Luister: Ben je wel eens langs de kust geweest den laatsten tijd? Nee. - Nou. Ik weL En ik zeg je: Van Vlls- singen tot aan Helder toe, liggen er in alle havens schepen te wachten. Geen visschers- plaats of er is overvloed van schip. Van 'n mailschip af tot 'n vlet toe. En mijn amen dement zou zeggen: We nemen de vloot wet aan, maar we spreken af, dat er geen nieuwe schepen voor zullen worden ge bouwd, maar dat we alle oude. ervoor ge bruiken, die we hebben. Alle???? Juist! Loggers, botters, schokkers, bommen, drifters, trawlers de heele mik mak weer in de vaart. En ik verzeker je dat er knapen bij zijn. In IJmuiden heb ik er 'n paar gezien, die zijn reusachtig, De „Zaanstroom" en de „Fleade". De 'grootste van 't vasteland. Je kunt er beter mee ram men, dan met 'n slagschip. En wat dan verder? Verder niks. De Vlootwet aannemen. De opliggende schepen er voor in de vaart brengen en ze dan bemannen met alle wer kelooze schippers en visschers en matrozen, die ér in de Hollandsche havens te vinden zijn. Ooriog komt er toch voorloopig niet, of minister Klein zou dat uit z'n eigen zak moeten betalen en zoo godhem is-ie weL Dus gevaar is er niet bij, be? En d'r werd weer wat verdiend. Precies. De Postgiro is er goed voor. Die loopt toch gesmeerd. Man, je idee is buitengewoon. We (gaan er dadelijk werk van maken. Top! Ik ga m'n stukkezakje halen met 'n 'boterham, en dan ben ik er klaar voor. Vooruit! Hoog speL A. Zoo, kerel blij dat ik je weer eens zie.Ik woon met een vriend samen. Kom eens op-loopen op 'n avond, dan kunnen we samen 'n partijtje kaarten. B. Waar woon je dan? A. Daarginger, om de hoek van de straat, nummero 17 drie hoog B. Drie boog?.Dnnje wel.Zoo hoog speel ik nooit. De waarheid. Dandy: Die persoon daar beeft me uitge scholden voor fat en voor branie.Denk je ook niet, amice, dat ik hem daarvoor zal kunnen uitdagen of hem 'n pak slaag geven? Vriend: Natuurlijk je hebt groot gelijk! Er bestaat niet schooner dan voor de waar- beid te strijdén! Toch iets onprettigs. Barend: Wel nou Jan.Ben je 't of ben je niet? (Jan: Nou maar dat well Ik ben 't! Barend: Ik dacht toch dat je dood was. Jan: Dood? Hoe kom je daarbij. Barend: Nou dat heb ik gelezen. Jan: Och kom Barend: Werkelijk! Ik weet zeker dat ik van de week 'n advertentie onder de familie berichten heb gelezen. Jan: Man je bent in de war.Dat was een aankondiging voor mijn aanstaanden on dertrouw. Barend: O! Nou misschien was bet dat wel.In ieder geval wist ik toch wel dat er wat beroerds met je gebeurd was. Dat veranderde. Dame: Waarom huil je zoo, kleine vent? Jongen: Mjjn vader be eeft me gesla-gen. Dame: Nou Nou.moet je daar zoo om huilen? Andere kinderen kxijgon ook wel eens klappen van hun vader. Jongen: Ja.ma-ar mijn va-der Blaat dé groote trom bij de mu-zikanten. ter eere van hetgeen geschied was een mo nument te stichtten. En op de plek zelf ver scheen de Nieuwe Zijds Kapel, een kapel, •genoemd naar en gewijd aan bet mirakel van bet Heilige Sacrament te dier plaatse, in bet jaar 1846 op den Dinsdag van Palm zondag. Het blazoen van de kapel verbeeldde de kist, waarin het Heilige Hostie door de vrouw geborgen was, benevens het vuur en het heilig lichaam, hetwelk daaruit hls een andere Phoenix ontsproot. Ieder jaar organiseerde de geestelijkheid een processie ter gedachtenisviering van bet heilige wonder. En nog tot op dit oogenblik in den jare Anno Dorninl 1923 kan men in een van de nachten v m de zooge naamde stille week voor Pasohen een pro cessie ontmoeten. Deze processie wordt in den regel de ,^nirakelommegang" genoemd. Zij gaat in den regel xtit van het Bagijnen- hof, maakt een stille rondgang door het midden van de stad,- langs de heilige plek waar tegenwoordig de herbouwde Nieuwe Zijds Kapel staat, die echter nu aan de Ne- derduitsch Hervormde Gemeente behoort en keert via de Nieuw© Zijds Voorburgwal naar het Bagijnenhof terug. Duizenden geloovigen nemen jaarlijks trouw aan deze ommegang deel. Inmiddels had het gebeurde voor Am sterdam zeer voordeelige gevolgen. Van de duizenden, (misschien wel tienduizenden, welke Amsterdam na 1345 bezochten, ble ven er honderden achter. Zij zochten zich middelen van bestaan profiteerden van de boven omschreven verleende privilegiën van bet stadsbestuur, schiepen nieuwe be drijven, ibouwden werkplaatsen en fabrie ken, breidden mede den handel uit en hiel pen het verkeer verlevendigen. En mede in hoofdzaak door tilt eigenaar dige voorval on door de romantische legen de, welke hieruit ontstond, daagde er voor de stad Amsterdam een nieuw tijdperk van groei en bloei, dat zijn glorieuze hoogte punt (bereiken zou ln de schitterende gou den eeuw, het tijdperk van de Oost-Indische en West-Indische Compagnie, de wereldbe roemde Hollandsche schildersschool en we reldomvattende vorstelijke zeehandel. Zoo werd de val van Gijshrecht van Am- stel en de vernietiging van Amstel's voste gewroken. (Wordt voortgezet). 1 't Jutte rt je 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Carél Brensa. 0 0 0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 17