IE COURANT
Tweede Blad
VAN ZATERDAG 3 NOVEMBER 1923.
PLAATSELIJK NIEUWS.
40-Jarlg ambtsjubileum L. van der Ploeg
tJKLSS: h0ver L- van d«r Ploeg op
Donderdag 1November zijn 40-jarig ambts
jubileum herdacht, had het gemeentebestuur
aanleiding gegeven dezen dag tot een feeste
lijke te maken, in de eerste plaats natuur
lijk "voor den jubilaris en zijn, echtgenooto
zolvau, maar ook voor diens familie, en de
kinderen der school aan den Parallelweg. En
door do bemoeiingen van den burgemeester
waren dan ook van heinde en verre do ver
wanten van den heer van der Ploeg geko
men om dezen dag bij te wonen. In een fees-
teli)k versierd schoollokaal werden de gas
ten ontvangen. In plaats van de kille ban
ken, stille getuigen van schooljongens lief
en leed, kwistig bedeeld met inktmoppen,
appelpitjes en vliegeu-Overvloed, vonden wij
vlekkeloos wit-gedekte feesttafels, met
bloeiende rozen, en, sierlijk gedrukte feest-
versjes, waaraan te zitten (aan de tafels wel
te verstaan), een genot was.
au heinde en ver waren ze gekomen, de
verwanten van den jubilaris; ze bevolkten
ae lange tafels, en werden gevolgd door ve
len uit deze stad, door de oollegia's-hoofden
van scholen allereerst, door den schoolopzie
ner, den heer Rahder, den oud-schoolopzie
ner, den heer J. Korver, door mevrouw van
der Hulst-Heeroma en den heer Heyblok, le
llen van de Oommissie van Bijstand! voor
het Lager Onderwijs, door mevrouw Balie-
gooy en den heer M. 8. de Jong, secreta
resse en voorzitter van de Ouderoommissia,
door mevrouw van Urk-Zwanenberg van de
Commissie van Toezicht op het Lager On
derwijs. Tot tenslotte het Ooilege van Bur
gemeester en Wethouders, vertegenwoor
digd in de personen van den Burgemeester,
den heer W. Houwing, den gemeente-secre
taris, den heer J. Kamman, en de wethouders
D. H. Gxunwald en A. G. A. Verstegen (die
heer van Breda was door ambtsbezigheden
verhinderd tegenwoordig te zijn), de red
sloot en de plechtigheid opende. Want niet
lang duurde het nu of de jubilaris en me
vrouw van der Ploeg werden uit hun isole
ment (men had ze tijdelijk in een of ander
vertrek opgesloten) verlost en plechtig bin
nengeleid.
Dit nu was het sein voor een aantal jon
gens en meisjes om hun hoofd een welkomst
lied toe te zingen, wiaarvoor zij heel in 't ge
heim al weken lang hadden gerepeteerd, (om
toch vooral niets aan meneer van der Ploeg
te laten merken, waren ze heelemaal naar
den ouden Helder getrokken daarvoor), en
dat ze thans netjes, zuiver en maatvast ten
gehoore brachten.
Daarmee was het begin gemaakt, en u
weet: alle begin is moeilijk, zoodat de heer
van Engel, des jubilaris" naaste buurman en
collega, regisseur van deze plechtigheid
thans een gemakkelijke taak had. Hij ver-
tolde dat hij ruim een maand geleden van
het gemeentebestuur de opdracht kreeg voor
de regeling van deze feestelijkheid, en deZe
met zeer veel genoegen aanvaardde niet al
leen, maar aanstonds van de züde van de
dames en heeren die aan de beide scholen
verbonden zijn, alle mogelijke medewerking
kreeg. Spr. zelf, sinds kort collega van den
don heer van der Ploeg, heeft afi onderwij
zer verscheidene jaren met hem samenge
werkt, en hem leerem hoogachtend en eeren.
De Burgemeester, de heer Houwing, die
als eerste spreker het woord kreeg, wees er
op, dat de heer van der Ploeg alle 40 jaren
van zijn ambtsvervulling hier in de ge
meente heeft doorgebracht, de laatste 28 als
hoofd. Het gemeentebestuur heeft daarom
gemeend dezen dag tot een feestdag te ma
ken, niet alleen voor den heer van der Ploeg
zeiven, maar tevens voor de kinderen, opdat
men kan zien hoe gij gewaardeerd wordt,
en de kinderen er uit zullen leeren, hoezeer
men hun hoofdonderwijzer hoogacht. Steeds
trof het ons, dat op uw school altijd: ailes op
rolletjes liep, hetgeen wel in hoofdzaak te
danken was aan uw tact en zin voor orde.
En dit geschiedde niet ten koste van het
onderwijs, Integendeel!, alles doet u om dit
tot een harmonisch geheel te vormen. Na
mens de gemeente biedt spr. een fraaie
schemerlamp <pm. Ook mevrouw van der
Ploeg wenscht spr. geluk, daarbij' zijn blijd
schap uitsprekende, dat hem deze gelegen
heid geboden wordt van zijn hoogachting
voor haar echtgenoot te getuigen.
Als oudste in jaren spreekt de heer Schla-
mildh namens het personeel aan de scholen
5 en 6. Wij achten ons gelukkig u te kunnen
feiici toeren, zegt spr., omdat u altijd geweest
is onze hooggewaardeerde chef. De verhou
ding wederzijds was steeds van aangenameü
aard, de geest aan onze school uitstekend,
en wjj vinden het aangenaam dat hier eens
te kunnen zeggen. Spr. biedt een rookstel
aan.
De arr. schoolopziener, de heer Rahder
wil ook even den jubilaris hartelijk met de
zen dag gelukweas.;Uc.n, en de hoop uitspre
ken, dat het hem gegeven moge zijn nog tal
van jaren zijn krachten aon de school te blij
ven wijden. Spr. spiekt tevens in naam van
den inspecteur, dte spr. had verzocht zijn
waardeering te uiten voor de wijze waarop
do heer van der Ploeg al die jaren het on
derwijs heeft geleid. Ook mevrouw van der
Ploeg biedt spr. zijn gelukwensch aan.
De heer Korver, oud-schoolopziener, gaat
in zjjn gedachten terug naar het verleden.
Wat een verschil met vroeger! Spr. heeft in
ditzelfde schoollokaal' wel gestaan en het
meegemaakt, dat iemand, na zeer vele dienst
jaren, zonder een enkelen1 handdruk, behal
ve dan die van do Oommissie van Toezicht,
heenging. Een volledige omkeering in de
waardeering van den onderwijzer is thans
gekomen, en van die kentering zijt gij, me
neer de burgemeester, do oorzaak. Daarvoor
past u allereerst een woord van huldo en
dank. Door u zijn hier andere denkbeelden
over het onderwijs ontstaan, is de waardoe-
ring grooter geworden. Spr. begeeft zich tri
herinneringen van .vroeger, doch is b1 echts
herinneringen van vroeger, doch is slecht
te verstaan. Vroeger kregen de kinderen
Prijzen, dat is nu anders: nu krijgt het hoofd
der school een prijs voor getrouw schoolbe
zoek. Tenslotte drukt spr. den wensch uit,
diat do heer van der Ploeg nog vele jaren in
opgewektheid zijne taak moge vervullen.
Dank aan den Gever van nl het goede, die u
in die 40 jaren hoeft geleid, dunk aan U, mie
neer van der Ploeg, dat gij de eer der school
akius ond'er Gods zegen, hïebt hooggehouden.
De heer M. 8. de Jong spreekt als voor
zitter der üuderoommissie een woord' van
sympathie. Toen het jubileum bekend werd,
waren aanstonds alle kinderen en hun
ouders enthousiast voor de plannen en werk
ten gaarne daaraan mede. Het is ons zoo
sympathiek geweest, dat wij thans metter
daad van onze achting kunnen getuigen.
Spr. biedt namens de ouders een kleed en
een lamp aan.
De heer L. de Bruyn spreekt namens de
collega's. Wij hebben hem als een welwil
lend collega, en een degelijk en ernstig man
leeren kennen, die op onze vergaderingen
de onderwijszaken met ernst behartigde. De
collega's, die weten, hoe gaarne hjj nog zich
aan de studie geeft, bieden hem een eiken
houten boekenkast aan.
De directeur der Rijks Normaallessen, de
heer G. Tjalsma, heeft jarenlang op aan
gename wijze met den heer van der Ploeg
samengewerkt. Zijn ijver, zijn ambitie, zijn
tact waren steeds boven eiken lof verbeven.
Nog niet zoo lang geleden sprak spr. iemand,
die destijds geschiedenisles gehad had van
den heer van der Ploeg, en die voi lof sprak
van dit degelijk onderwijs, dat hem van zoo
veel nut was geweest. Het behoeft» geen be
toog hoezeer het ons spijt, diat door de reor
ganisatie van dit onderwijs wij u moesten
missen.
Na al deze toespraken kwam tenslotte de
jubilaris zelf aan het woord. Hij is blij, dat
deze dag gekomen is, niet voor hemzelf,
want als spr. het voor het zeggen had 'gehad,
ware hij het liefst maar ongemerkt voorbij
gegaan. Maar er waren anderen, die bet al
dus wilden, en voor hen verheugt het spr.,
dat deze dag gekomen is. Er was de laatste
dagen wel iets merkbaar; er heerschte een
sfeer van oomplotterie in' de school, waar
aan zelfs de kinderen medededen. Spr. dankt
den burgemeester voor diens initiatief. Toen
hedenmorgen mijn familie van wijd en zijd
kwam opdagen, begreep ik, dat ook dat uw
werk wias, meneer de burgemeester. Spr.
dankt allen, die aan dit feest hebben mede
gewerkt, en die hem thans hun gelukwen-
schen hebben gebracht. Vooral ook de kin
deren, die zoo hebben weten te zwijgen, krij
gen een pluimpje: als ze in hun later leven
"ook zoo weten te zwijgen waar zwijgen ge
boden is en kunnen spreken waar dat noodig
is, worden het ferme mannen en vrouwen.
En was dat nu het einde? vraagt de lezer.
Kunt u begrijpen, dat was bet begin.
.Want speechen zijn heel mooi en heel roe
rend, rniaar taartjes zijn reëeler en vaster
van substantie. Natuurlijk kregen de groote
menschen ook wat, want tal van helpsters
stonden al gereed met koppen koffie en ge
bak en die vonden grif afnemers.
En die jongens en meisjes? De beide hoog
ste klassen van school 6 en 0 het 5e en
6e leerjaar alzoo badden na het zingen
van hun versjes zoowat anderhalf uur dood
stil gezeten. Als de groote menschen in de
handen klapten, dieden ze van harte mee, en
als ze riepen: lang zal meneer van der Ploeg
leven! riepen zo dat mee, maar overigens
waren ze als muisjes, hoor. Totdat een
groote bak, neen bakkèn, met taartjes wer
den aangedragen, en een juichkreet opsteeg.
De gelukkigen, die de eerste keuze hadden,
grepen alswelopgevoede staatsburgers in
spé natuurlijk „zonder zoeken" dadelijk bun
aandeel, maar met een zoodanige vastheid
van greep, dat zij precies de grootste te pak
ken konden krijgen. En toen gingen ze die
zitten opeten. De een kneep zijn oogen er bij
dicht, evenals de kat dat doet bij een bok
king, een ander smikkelde met de tong, num
mer drie likte eerst de room eraf. Enfin
zoo bad ieder zijn eigen manieren. Als vol
wassene moet je natuurlijk meer je fatsoen
houden, en eet je met kleine hapjes.
De heerlijkheid van deze eterij werd voor
de kinderen nog verhoogd door de plaats
waar die geschiedde. Denk eens aan: in
plaats, dat je Java moet kennen, of dat je
akelige breuksommen moet uitwerken, rit
je roomhorens te consumeeren. Biedt het le
ven wel ooit heerlijker oogenblikken dan
zulke, in het kinderleven onvergetelijke mijl-
Jalen?.En de andere kinderen? vraagt
e zorgzame vader of moeder. Stel u gerust,
tijdens de officieele speeches kregen die ook
hun hartversterkirikje in de verschillende lo
kalen. Zoo liep dit heuchelijke feest naar
veler genoegen af, niet het minst naar dat
van den jubilaris ep diens échtgemooto, die
straks een- aprte kamer zullen moeten inrich
ten om alle geschenken van dezen dag onder
dak te brengen.
Vermelden wij nog, dat de verslering aan
gebracht was door den heer van Amesfoort,
met behuip van gemeente-werklieden.
Stadsverfraailng.
Wij hebben er te dezer plaatse reeds vroe
ger op gewezen, hoezeer onze stad in de
laatste jaren is veranderd, uiterlijk en in
nerlijk. Vooral in don aanleg van nieuwe
straten "binnen het uitbreidingsplan, zooals
dat ingevolge het ontwerp-van Boven is aan
vaard, is een ernstig streven doorgevoerd
om de omgeving onzer stad te verfraaien.
Wij1 behoeven slechts to wijzen op de. breede,
goed-geplaveide straten, die in verschillende
stadsgedeelten zijn aangelegd. Buiten dit
plan valt de verbetering van de Keizerstraat,
<ile wel binnen niet te langen tijd, hopen wij,
door die van andere straten zal worden ge
volgd.
Daarom is het dubbel jammer, dat de be
moeiingen van bet gemeentebestuur zich
niet verder uitstrekken, en men er niet toe
komen kan hier ter stede een dienst in het
leven te roepen, die hetzij als adviseerend
lichaam het gemeentebestuur regelmatig ad
viezen geeft inzake bebouwing, hetzij' een
gemeentelijke of semi-gemeentelijke oom
missie is, welke toezicht houdt op de be
bouwing van straten en wegen.
Bij' de behandeling der begroeting voor
1018 is een dergelijke kwestie reeds naar vo
ren gebracht. In het officieel rapport lezen
wij daaromtrent:
(Alg. Rapport bladz. 22):
„Een der leden acht in deze gemeente een
iz.gjn. ^schoonheidscommissie giewemscht, of
zoo dit misschien niet mogelijk is, eenige
herziening van de Bouwverordening noodig,
zoodat niet alleen de inwendige bebouwing,
maar ook het uiterlijk meer onder oontröle
der overheid! komt.
„Vooral in dezen tijd wordt het voorbij
zien van elke overweging op dit punt bet
uiterlijk van een gebouw absoluut aam de
kosten ondergeschikt gemaakt. Gewezen
werd als voorbeeld van wansmaak op het
pas verbouwde Tivoli, dat thans de omge
ving geheel ontsiert."
Burgemeester en Wethouders maakten
zich .in hun antwoord met een Jantje van
Leiden van de zaak at
„Instelling van een z.g. schoonheidscom
missie", aldus zeggen zij, „kan oi. slechts
in die gemeenten wenschelijk zijn, die on
der haar inwoners een voldoend getal bouw
kundigen van erkend gezag tellen, om een
dergelijke commissie zoodanig samen te stel
len, dat van haar uitspraken een krachtlgen
invloed kan uitgaan. Waar dat niet het ge
val is, zou instelling een-er schoonheidsoom-
missie een middel kunnen blijken, erger dajj
de kwaal, die men zou willen bestrijdend
Bij de behandeling der begroeting deed
de heer de Zwart alsnog een poging aan
de bezwaren van B. en W. tegemoet te ko
men door te wijzen op de bestaande Provin
ciale Oommissie, die ongetwijfeld wel met
adviezen zal willen dienen hij voorkomende
gelegenheden.
De heer Grunwald (destijds wethouder)
antwoordde dat Burgemeester en Wethou
ders gaarne van een dergelijk advies gebruik
zouden, willen maken, maar de heer Krijnen
stond vrij sceptisch tegenover het nut van
eendergelijke Oommissie, die immers niet
dwingend kan optreden. Ook in Amsterdam
treedt zij alleen adviseerend op wanneer
baar dit verzocht wordt. Wil iemand1 op
eigen grond iets bouwen, dan grijpt de
schoonheids-commissie niet in. Daarvoor
ontbreekt haar <je macht.
De heer de Zwart antwoordde daarop, dat
niet de Schoonheidscommissie, doch de
Bouwverordening zi. dwingend moest op
treden door eenvoudig voor te schrijven, dat
advies moet worden ingewonnen.' Hierom
trent kan de-Raad dwingende bepalingen
maken, zoo zeide déze heer verder. Reeds 16
gemeenten hebben dergelijke bepalingen in
hun Bouwverordening.
Helaas is het bij deze platonische uitin
gen gebleven; bij latere begrootingen is de
Raad niet weder op deze zaak teruggeko
men.
Waarom wij thans deze geschiedenis we
der oprakelen? Omdat juist de allerlaatste
maanden bewezen hebben hoe funest een
standpunt als destijds door het College van
B. en W. en den heer Krijnen aanvaard, op
den duur op het stadsschoon moet werken.
Want wel hebben wij hu een stad, die zich
naar alle richtingen uitbreidt in breede,
fraai-aangelegde straten, maar den buizen-
bouw laat mem aan zijn lot over. Er is ge
lukkig eenerzijds ook van de zijde van aan
nemers en bouwers een streven om voor be
scheiden kosten tot een fraaier woningtype
te komen dan bet tot nog toe gangbare en
wie de nieuw-gebouwde wijken doorloopt,
ziet daar met voldoening goedgeslaag
de proeven van. Haar door het totaal ontbre
ken van eenige leiding ziet men aan den
anderen kant, in stadsgedeelten, waar men
dat niet verwachten zou, weder zulke foei-
leelijke gevels verrijzen, dat men bet hart
vasthoudt voor de toekomstige verdere ont
wikkeling. Wij hebben speciaal het oog op
de Koningstraat, waar in de laatste maanden
nog al wat verbouwd1 ia
Op den hoek Koningstraat en Prins Hen
driklaan is voor eenige maanden een nieuwe
woning gezet, waarbij bet gemeente-bestuur
den bouwer den eisch stelde daar een tuintje
voor te maken. Van de goede bedoeling: ver
fraaiing van dezen hoek, kwam evenwel niet
veel terecht. Ten -eerste is de wonin'g zelve
een toonbeeld' van smakeloosheid, met haar
stijven gevel en haar schijndak, dat nota-
bene van de zijde der Koningstraat zich dui
delijk als „onecht" demonstreert (men riet
het blinde stuk uit het niet oprijzen), maar
bovendien beeft de bewoner gemeend in zijn
tuintje een zeer leelijke vogelkool en andere
dierengevangenissen te moeten zetten, een
en ander geflankeerd door lijnen met wasch-
goed. Met volstrekt niet meerdere kosten
had men, indien den bouwer in deze eenige
deskundige voorlichting ware gegeven, iets
heel aardigs kunnen krijgen, dat een aan
genomen en prettigen indruk maakte en den
vreemdeling, die, van den trein komend, de
Prins Hendriklaan doorgaat, een werkelijk
goeden indruk van onze stad gaf.
Het tweede gebouw, waarmede men is
voortgegaan de Koningstraat te bederven, is
het nieuwe magazijn hoek Koningdwars
straat. Wat hier vooral- het gezicht zoo be
derft, is het afschuwelijke houten reclame
bord, en dat men ook, indien op dit punt
eenige deskundige voorlichting hadde be
staan, met niet of weinig meerdere kosten
veel smaakvoller had kunnen aanbrengen.
Op dit gebied van reclameborden aan huizen
bestaan in andere gemeenten eveneens dwin
gende voorschriften.
Wij spreken nu nog maar niet eens van
vroegere bouwproducten, zooals de destijds
verbouwde gevel van de firma Kreu'ger met
het dwaze balkonnetje.
Het is dringend noodig, dat in dit op
zicht leiding optrede; anders worden de po
gingen tot verfraaiing, die men eenerzijds
In het werk stelt, aan den anderen kant we
der geheel te niet gedaan.
Volksvoorstelling „Helders Tooneel".
Uit een advertentie in dit nummer blijkt,
dat do Vereeniging „Helders Tooneel" op
Vrijdag 6 November a.s. in „Oasino" een
voorstelling geeft van Otto Zeegers' drama
tisch spel „Nanda".
Daar wellicht niet iedereen weet wat dit
voor een vereeniging is, willen wij gaarne
aan het verzoek voldoen hierover eenige in-
lichtingen te geven. Het „Helders Tooneel
bestaat uit dilettanten, die; onder leiding
van den heer W. Kuilman, hun beste beentje
voorzetten om hun bezoekers „kunst te ge
ven, en die in dit dramatische stuk van Otto
Zeegers een dankbaar werk vinden. „Nanda
schildert het conflict in het huwelijk tusi-
schen twee wereldbeschouwingen, en de pre-
difcaot ziet zijn huwelijk met Nandia tenge
volge van beider wisselende inzichten, mis-
lukt. Wij herinneren ons van de eerste op
voering nog de sterke en zware Nandarol,
die uitstekende vertolking vond, en wij voor
spellen de toekomstige bezoekers van deze
tweede opvoering dan ook een genotvollen
avond.
BINNENLAND.
ER.aN.1
Helder—Alkmaar—Amsterdam
's morgens 7.45 uur (passagier»- en goederen-
dit&utó), behalve Dinsdags.
AmsterdamAlkmaarHelder:
's morgens 9.80 uur (passagier®- en goederen
dienst).
De kabinetscrisis.
Naar men uit parlementaire kringen aan
de „Telégr." verzekert, zal de oplossing der
regeeringa-crials, overeenkomstig de mee
ning van de Koningin gezocht worden in de
richting van een kabinet uit de groepen der
rechterzijde.
Men ontveinst zich niet, dat hierbij uiter
aard bijzondere moeilijkheden zullen moe
ten worden overwonnen, maar in elk geval
zal aanvankelijk naar deze oplossing worden
gestreefd.
De Postchèque- en Girodienst.
(Schriftelijk beantw. vragen).
De Minister van Waterstaat heeft geant
woord op de vragen van den beer Van
V u u r e n inzake tijdelijke sluiting van den
postchèque- en girodienst.
Op de vraag, krachtens welk recht of be
voegdheid de directeur besloten heeft den
dienst tijdelijk te sluiten, antwoordde de Mi
nister, dat te dezen aanzien geen andere maat
regel is getroffen dan die, welke bedoeld is in
art. 29, 2de lid, van het Girobesluit 1923.
Verder deelde hij mede, dat getracht wordt
den tijd van sluiting zoo kort mogelijk te
doen rijn.
De Minister betreurt het in hooge mate, dat
het verloop der centralisatie dwong tot sluiting
over te gaan, met als gevolg al het ongerief, dat
hieruit voor de rekeninghouders is voortgeko
men en de weerslag daarvan in de publieke
opinie.
Hij heeft de noodige 'maatregelen getroffen,
op'dat het herstel zoo spoedig .mogelijk zal kun
nen intreden en de dienst kan worden hervat.
Ofschoon met de meeste voortvarendheid1 wordt
voort-gewerkt, kan echter voor het oogenblik
nog met met zekerheid een termijn voor. de
sluitiingsperiode worden gesteld.
De regeling, welke inmiddels voor de uitbe
taling van gelden op postrekening is vastge
steld, maakt het overbodig, dat maatregelen,
als in de desbetreffende vraag bedoeld, worden
getroffen.
Mocht ondanks deze regeling daartoe onver
hoopt nog aanleiding blijken tebestaan, dan
zal er, naar de Minister meent, geen bezwaar
tegen bestaan, dat de Regeering haar invloed
zal 'aanwenden bij overheidsorganen en -Instel
lingen, teneinde te bevorderen, dat zij' niet
overgaan tot de invordering of opelsching van
gelden gedurende den tijd, dat de Postchèque-
en Girodienst gesloten is, wanneer de betrok
kene aannemelijk maakt, dat zijn saldo tegoed
bij dien dienst- gelijk of grooter is dan het ver
schuldigde bedrag.
De regeling, inzake het betalen, behelst wel
is waar de vraag van de noodzakelijkheid1 der
betalingen, ten behoeve waarvan de terugbeta
ling van een deel van het tegoed wordt ge
vraagd, doch dit heeft enkel -ten doel, om bij
een grooten toevloed' van aanvragen te verze
keren, dat zij, die in ernstige moeilijkheden
verkeerem, de afwikkeling hunner aanvrage
niet zouden zien vertraagd.
Voor het oogenblik kunnen op dit punt de
aanvragen met tegemoetkoming worden af
gewikkeld!.
UW den Raad van Zaandijk.
Naar Het Volk meldt, heeft de Woensdag
avond gehouden huishoudelijke vergadering
van de afdeeling Koog-Zaandijk der S. D.
A. P. -goedgekeurd, dat de beide soc.-dem.
wethouders hun mandaat ter beschikking
van den Raad zullen stellen in veriband met
het opheffen van de zakelijke belasting op
het 'bedrijf en het verlagen der wethouders-
salarissen en van de presentiegelden.
Dultsehe penetratie.
Er is den laatst en tijd te dezer plaatse al
meer dan eens de aandacht gevestigd op het
verschijnsel, dat een groot aantal Duitsche
industrieele en handeLsorganiaatie® hier te
lande vasten voet trachten te krijgen, nu de
bodem, waarop ze hun onderneming hadden
opgebouwd, door de omstandigheden van
oeoonomlschen en politieken aard als t
ware is ondermijnd en geen hechten grond
slag meer blijkt te vormen voor het veelal
reeds lang daarop rustende bouwwerk. Het
zelfde verschijnsel vinden wij in den breede
besproken in het altijd levenswaardige
maandoverzicht, diat de firma Van Vloten
Gijselaar, te Amsterdam, verspreidt.
„Dank zij don In politieken rin neutralen
aard onzer bevolking, de vrijgevige wetsbe
palingen en de ultertest gunstige geographl-
sche ligging van Nederland,vindt men," ai-
dus de schrijver van het bedoelde beurs-
overzicht, „in dezen tijd weder enormem toe
vloed van vele der beate krachten uit het
buitenland i.o. uit Duitschland en Oosten
rijk, naar onze handelssteden, in de eerste
plaats naar Amsterdam. Dit is voor ons land
natuurlijk niets nieuws, gewoon als wij zijn
steeds vreemdelingen op te nemen, die zich,
om welke reden damt ook, in bun éigen land
niet langer op hun plaats gevoelen. Dat de
stroom nu echter juist uit het Oosten komt,
is toch echter wel een nieuw verschijnsel.
Niet dat men niet gewoon is aan vestiging
van «tam- en taalverwanten ln ons midden,
maar een overbrenging van zaken op groote
schaal, als men nu waarneemt, is toch wel
inderdaad iet» geheel nieuws. Men heeft
hl-er met een experiment te doen, waarvan de
gevolgen voor ons -land ongetwijfeld vér-
reikend zullen blijken. Deze kunnen in gun-
stigen of in ongunstigen zin, al naar gelang
mem minder of meer bevreesd ls door die
overstrooming verzwolgen te worden."*
De schr. ziet van dieze verschijnselen ech
ter enkel do lichtzijde en meent, dat van een
duurzame vestiging van Duitsche en Oosten-
rijksche zaken in ons land de materleele
voordeden op den duur niet gering zullen
zijn. Hij voorziet een nieuwe bloeiperiode
voor Amsterdam als financieel en handels
centrum en het zou hem geenszins verwon
deren, indien de hoofdstad weder tot de
toonaangevende handelssteden der wereld
zou gaan beboeren. Ih dat opricht acht hij
ook, hetgeen zich thans aan den Rijn af
spoelt, voor Nederland van groot belang.
Reeds thans valt er een enorme uitbreiding
in de handelsbetrekking met dia nijvere ge
bieden, die Rijnland bevat, te oonstateeren,
en hij- wijst dan b.v. op het groote aantal tex-
tielmaatsohappijen. dat den laatsten stijd hier
te lande werd opgericht, op het oontrolee-
rend belang, dat het nieuwe hoogovenbodrijf
te Velzen bij de machtige Phönix bezit, ter
wijl dat bedrijf op haar beurt weder nauwe
relaties londerhoudt niet verschillende an
dere groote Duitsche ondiernemingen op me
taal- en eleotócdteitsgebied, op het fait, dat
in één week, de vestiging van twee Duit
sche banken te Amsterdam gemeld werd, dat
tegelijkertijd onderhandeld wordt over over
neming van een kleinere Hollandsche bank
zaak door buitenlandsóhe belangen, dat een
der grootste Duitsche machine- en wagon-
fabrieken hier een vennootschap sticht voor
haar exportafdieeling
Schelpdieren.
In de „St.-Crt." wordt ter kennis gebracht,
dat, met Ingang van 1 Dec., van de verzenders
van schelpdieren, afkomstig uit de Waddenzee
en Zuiderzee, voor elk "vanwege de visscbery
inspeotie af te geven certificaat van onbesmet
heid een bedrag van vijf cent zal worden ge
vorderd, contant te betalen aan den ambtenaar,
'dte het certificaat afgeeft.
De ex-kroonprlna
In aansluiting met het bericht over den ex-
kroonprins en zijn verzoek om verlof te ont
vangen naar Duitschland terug te keeren,
meldt een Reuter-berlcht nog, dat de Duit
sche regeering niet ongeneigd zou zijn den
kroonprins toe te staan naar Duitschland
terug te keeren, maar alleen onder de uit
drukkelijke voorwaarde, dat hij rustig op
zijn landgoed in Silezië zal gaan wonen.
Een' 101-jarige.
Donderdag werd mej. wed. E. Asselman
de Witte te Hengstdijk (Zeuwsch Vlaande
ren) 101 jaar. De krasse oude, die nog wan
delingen van een uur maakt, heeft 27 klein
en 14 achterkleinkinderen. Haar eenig in
komen is thans 8 ouderdomsrente. Nog
lederen Zondag gaat mej. Asselman ter
kerk.
De nood der Nederlanders ln Duitschland.
Den laatsten tijd' deden in de Nederlandsche
pers berichten de ronde over den nood der
Nederlanders, die zich in Duitschland geves
tigd hebben.
Het gevaar, want het is helaas uit maatschap
pelijk oogpunt een gevaar, dat door de terug
komst van deze Nederlandershet aantal der
ten laste der gemeenten komende werkloozen
belangrijk wordt verhoogd, is verre van denk
beeldig.
In de laatste paar weken hebben zich reeds
een aantal dezer Nederlanders in de gemeente
Arnhem gevestigd, waar zij steun ontvangen
van gemeentewege.
Naar de „N. A. Ct." verneemt, heeft het ge
meentebestuur van Arnhem het verzoek aan de
Regeering gericht, om orders te geven aan de
consulaten en de grenscommissarissen, dat de
over de grens komende werklooze Nederlanders
zullen verwezen worden naar die Nedei^andsche
gemeenten, waar zij oorspronkelijk vandaan
komen.
De Nederlandsche Regeering neemt intus-
sehen maatregelen om den nood der Nederlan
ders in Duitschland te lenigen.
Er zijn Nederlandsche hulpcomité's opge
richt in de centra Kleef, Bocholt, Emmerik,
Goch, Sterkrade en nog eenige andere plaatsen.
De secretaris van den Armenraad te Arn
hem, de heer G. van Roekei, vergezeld van den
grenscommissaris te Zevenaar, den heer C. de
Jongh, heeft de vorige week een groot deel van
de streek, waar de nood der Nederlandsche be
volking de grootste afmetingen heeft aangeno
men, bezocht. Naar aanleiding van dit bezoek
zai de Nederlandsche Regeering geadviseerd
worden omtrent de maatregelen, welke tegen
dezen toestand- genomen dienen te worden.
Doch ook van het particulier initiatief zal de
hulp moeten worden gevraagd tot leniging van
den nood der landgenooten.
Het bezoek der heeren Van Roekei en De
Jongh heeft, zich uitgestrekt tot Emmerik,
Kleef en enkele gehuchten in de omgeving. In
de gezinnen der werkloozen grijnst de nood
van alle kanten. Vooral de kinderen lijden
sterk aan ondervoeding en de kindersterfte
neemt groote afmetingen aan. De kleeding is
absoluut onvoldoende; de meeste kinderen heb
ben geen onderkleeding en schoenen meer.
Als eten komt op tafel zuur, grauw brood en
aardappelen met water of olie. Ook bij ouden
van dagen hebben de beide heeren ontroerende
voorbeelden van gebrek geconstateerd. Zoo is
bijvoorbeeld een echtpaar van 76 en 72 jaar,
dat rentenierde, doch door de koerswijziging
alle bezit verloor, genoodzaakt in kommervol
bestaan te leven van de uitkeering der Deutsche
Armenverwaltung.
Hulp nam Duitschland.
Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis ontvangt uit tallooze oorden in
Duitschland de meest dringende verzoeken
om steun, zoowel van Duitschers als van Ne
derlanders.
Reizigers, die uit Duitschland komen,
schilderen de toestand als hopeloos.
Men vraagt zich af in welk deel van het
groote Duitsche Rijk de nood wel het hoogst
gestegen is.
Al mag aangenomen worden dat de ellen-
die ki heit Ruhr- en Rijngebied geleiden
wordt, momenteel wel de grootste zal zijn,
Het gebrek aan melk is nijpend, genoee-
en verbandmiddelen ontbreken op vele
plaatsen.
De eerste voedingsmiddelen kunnen niet
meer worden aangeschaft.
De bevolking van een; land, eens zoo wel
varend, ligt ter neder en roept om hulp.
Waar de Nederlandsche bevolking zoo
ruim offerde ter bestrijding van den Rus-
sisohen hongersnood, zal men, waar het on
ze oostelijke naburen geldt, niet achter wil
len blijven.
Hulp is snel noodig. Dagelijks neemt de
nood grootere afmetingen aan. Wjj. verwij
zen slechts naar de talrijke berichten' in de
ESrs.
Versnippering over talrijke comitó's moet
vermeden wordien, zendt daarom Uwe gave
aan het Hoofdbestuur van het Nederland
sche Roode Kruis, Princessegracht 27, 's Gra
venhage, onder aanduiding: „Duitschland"
of aan de dagbladen, die zich welwillend be
reid verklaren giften in ontvangst te ne
men en aan ons op te zenden.
De oproep wordt ondersteund door de na
volgende personen:
Dr. O. J. K. van Aalst,
Mr. J. O. A. BverwHn,
A. Gips,
W. IL' Hudig,
D. B. J. Kessler,
Dr. A. G*. Kröller,
Mr. KL P. van den Mnmdale,
J. Mees P. Rzn.i
Mr. Aug. Philips,
D. Ruijs,
Mn Dn J. P. van Ttonhoven,
Mn G .Vissering,
W. Westerman,
Generaal-Majoor Jhr. EL J. M. Wïtfcert.