n. De aanpassing van den mensch aan atmosferische toestanden. Het (menschelijk lichaam heeft een grool aanpassingsvermogen. Weliswaar kunnen be paalde grenzen van warmte en koude niet overschreden worden, maar die grenzen zijn zeer ruim. Rekent men alleen maar de ge weldige temperatuur-verschillen tusschen da gen als bijvoorbeeld in de hittegolfperiode zijn medegemaakt en- de felle wintersche koude, waaraan wij dikwijls blootstaan, dan kan ieder dit aan den lijve demonstreeren. Ook wat den invloed betreft van den z.g. luchtdruk bestaat er voor den mensch en in het algemeen voor alle Idieren van boogere orde groote speling. Vooral de oorlogsjaren hebben dit bewezen. Echter mag de overgang niet plotseling gaan. Iemand, die zich bijvoor beeld langen tijd onder water moet ophouden daar werk moet verrichten, waarbij hij aan een hoogeren luchtdruk in een gesloten ruim te, waar lucht toe- en afgevoerd kan worden wordt blootgesteld, mag slechts langzaam on der! dien hoogeren druk worden gebracht en na er langen tijd vertoefd te hebben, slechts zeer langzaam onder den lageren, die aan de oppervlakte der aarde heerscht, worden terug gebracht. Zoo dit laatste te snel plaats heeft zal lucht, die onder den hoogen druk in de longen en het bloed opgenomen was, bij een snel achterwege blijven van dien druk uit het bloed treden, en luchtbelletjes zullen in den bloedsomloop voortgedreven worden en hier en daar de capillaire buisjes (nauwe bloed- adertjes) verstoppen. In de hersenen en het ruggemerg kunnen daardoor voedingsstoor nissen van zeer gevaarlijken aard ontstaan, - die soms niet meer in orde komen. iZeer duidelijk wordt dit gedemonstreerd aan visschen, die in zeer diep water, dus onder hoogen druk, leven, en, plotseling aan de op pervlakte gebracht worden, waarbij hun inge wanden uit den bek puilen. In mijnen kunnen menschen en dieren van hoogere orde, die voor het vervoer van mate riaal gebruikt worden, langen tijd werkzaam zijn, mits ze behoorlijken toevoer van versche lucht en afkoeling krijgen. De diepste mijnen komen in de Vereenigde Staten van Amerika voor, in Michigan bevinden zich de Tamarada- mijnen, die 1585 M. diep zijn. De temperatuur van het gesteente neemt iedere 60 M. één graad toe. In de Comstockmijnen in Nevada, waarin de rotsen in de diepte een temperatuur hebben van 54.5° O., worden in ijzeren buizen 28 ku bieke meters frissche lucht per minuut ge pompt en daardoor wordt de temperatuur van de lucht tot minder dan 49° gebracht. In eenige mij non werd gewérkt, terwijl het ge steente een temperatuur had,van 70° O. en de lucht van 57° C. Ondanks een korten ar beidstijd, hier en daar zelfs van vier uren, was het, sterftecijfer onder de .arbeiders toch zeer hoog. In diepe mijnen is groote droogte van de lucht een gunstige faotor voor den arbeid. 1 In het tegenovergestelde geval, dus, bij het minder worden van den luchtdruk (hetgeen op groote hoogten in de lucht het geval is) kunnen zich verschijnselen voordoen van on voldoende aanpassing op een bepaalde hoogte, b.v. bij het te snel bereiken van een bepaalde hoogte in luchtschip of ballon. Hierbij is de verdunning der lucht mede een groote factor voor het tot stand komen der verschijnselen. Hieromtrent zijn voor het eerst nauwkeurige gegevens verzameld door den Engelschman Glaisher, die in een ballon op 9144 M. hoogte steeg. Eerst nam het gezichts- en gehoorver- mogen af, toen volgde bewusteloosheid. Toen de ballon daalde, kwam ongeveer 7 minuten na het intreden van de bewusteloosheid het gehoorvermogen terug, vervolgens het •ge zichtsvermogen-, verder volgde een snel herstel. Bij den ongelukkigen tocht in den ballon „Ze- nith", dien de overlevende Tissandier (geboren 1843, ondernam in 1868 zijn eersten ballontocht; de hier bedoelde tocht had in 1875 plaats) be schreef, kreeg een der reizigers, Sivel, reeds op 7000 M. hoogte een gevoel van vermoeidheid', sloot af en toe zijn oogen en werd bleek. Toch herstelde hij zich weer. Op 7500 M. hoogte werd men door eene verstijving aangegrepen, die met een langzaam toenemende zwakte van lichaam en geest gepaard ging; toen T. naar de flesch zuurstof wilde grijpen, kon hij zijn arm niet op heffen, hij wilde roepen: we zijn op 8000 M., maar hij kon zijn tong niet bewegen, toch was hij nog geheel helder en kon voortdurend den barometer raadplegen. Plotseling moest hij zijn oogen sluiten, was geheel krachteloos en werd bewusteloos. Na twee uur kon hij zijn oogen weer open doen, was bedwelmd en zwak, maar wat zijn geest betreft, kwam hij weer lang zaam bij. De ballon daalde zeer snel, nadat hij een hoogte van 8600 M. had bereikt. Sivel en Grocé Spinelli, zijn beide makkers, waren dood; hét ge laat van Sivel was geheel blauw en beiden bloed den uit den mond. Dat Tissandier zich na deze gebeurtenis in een opgewonden toestand bevond, is wel Ite begrijpen. Toch zijn, zonder levensgevaar, wel grootere hoogten bereikt. In den grooten oorlog was een meisje met ©en schalksch lachje.maar. Mag ik dan hopen op overmorgen? vulde de luitenant den zin aan. Het meisje bloosde, maar stemde ten slotte toe: Over morgen zou ze er weer zijn. 'Den dag daarna wandelde luitenant Schwartze welgemoed naar het meer en vond zoowaar zijn groene vriendinnetje reeds aanwezig. Daar was ze ah Zou ze op hem gewacht hebben? Laten we wat meer daar 'heen gaan stelde 'hij voor, toen ze eindelijk aan 't rij den waren. Hier zijn zooveel menschen. Dat lijkt me gevaarlijker. Meent u het? Ze bloosde, het bekoor lijke meisje in het nauw sluitend oostuumpje van groen1 Russische stof, maar langzaam aan gaf ze haar zachte verzet op en liet zich door den rijder tot haast aan de overzijde van 'het meer voeren. Totdat het heerlijkste aller uurtjes voor bij was. Ze moesten scheiden en het eenige wat overbleef, was de belofte dat ze over morgen weer zou komen schaatsenrijden. Overmorgen! Met die gedachte ging Schwartze naar huia En in dien tussohentijd den volgenden dag maakte Van Lauerbach zijn meest sierlijke cirkels en krassen over de ijsvlakte voor het opgetogen publiek en deelde zijn meesterlessen- uit aan het meisje in het groen laken kleed, dat hem vergezelde. Ze was leerzaam en vorderde met de minuut. Tegen het einde van dien dag reden ze sa men zelfs al een heel eind weg. Ze bereikten bijna den anderen oever van het meer, hoogte van 6000 tot 7000 M. voor luchtschepen heel normaal. Het voorkomen van ongemakken tengevolge van gebrek aan zuurstof is indivi dueel zeer verschillend. In het algemeen komen op 4500 M. hoogte storingen.voor, die dan snel kunnen verergeren": matheid en zwakte, gebrek aan belangstelling, moeilijk denken. Het vermo gen een besluit te nemen, het absoluut noodzake lijke te doen, kan dan buiten werking zijn, zoo- dat men niet in staat is de slang, die zuurstof toevoert, te gebruiken. Na de landing heerschte volslagen geheugenloosheid, het schrift is beve rig, terwijl er lettergrepen worden weggelaten of verplaatst worden. Reeds bij het opstijgen zal zenuwachtigheid van den vlieger invloed hebben op de ademha ling. Bij een zeer snel opstijgen zullen tenge volge van het afnemen van den luchtdruk de in maag en darmen aanwezige gassen zich uitzetten en het middenrif omhoogduwen, waardoor na tuurlijk het opnemen van lucht in de longen be moeilijkt wordt.Ademhaling en polsslag gaan sneller, en dit duurt na de landing nog voort. Ge oefende vliegers zullen dan ook steeds regel matig en diep ademhalen en elke onnoodige spierbeweging achterwege laten. Vervolgens neemt u een lap van het te gebruiken .materiaal. B.v. Velvet, Velours chiffon, Brocaat zijde of iets dergelijks. En u knipt een goede cirkel vam déze stof zoo groot, dat ze een middellijn heeft van ten naastebij vijftig centimeter. U bevestigt nu de buitenzijde van deze cirkelvormige lap in platte plooitjes op het gaas. U slaat anderhalve centimeter om het gaas heen naar binnen, naait dit vast en zot dan binnen in het geheel een flink ruim zij den kapje. En zoo hebt u dan zonder veel moeite en zonder veel uitgave een gracieuse „theater- cap". BABBELUURTJE OVER MODE. V Avondhoedjes. U weet het net zoo goed als ik: We vin den het meestentijds 'n beetje „begrootelijk" om wanneer we eens naar een feest of een schouwburgvoorstelling gaan om dan een van onze „beste" hoeden op te zetten. Want deze zijn bestemd voor de wandeling of voor een soortgelijke uitgaanspartij, waar bij de hoed gedurende het heele procés ge zien wordt. Maar evenmin dit gedoogt onze ijdel- h.ik bedoel onze smaak niet willen we bij zoo een gelegenheid met een van de oude „knolletjes" of 't „stormhoed] e" op ons hoofd verschijnen. En dus heeft onze vindingrijkheid gezocht naar een oplossing. En deze is gevonden. Gevonden in den vorm van een slappe toque of een soepele muts. En menige vrouw heeft alreeds lang een aardig en handig hoofddeksel in elkaar we ten te knutselen zij het dan afgezien van d'e heerschen.de modellen in de winkel- etalages. 4 En het dient erkend: Het zelf-vervaardi- gen van zoo een schouwburg-mutsje is een alleraardigst handwerk. Ik zal u .hieronder twee modellen toonen, die beide gemaakt kunnen worden. Het eene modél is voor de z.g. gezellige, vriendelijke „toet" en het andere voor het meer streng en .klassiek" gelijnde gelaat. Het eerste model is een muts. Het tweede een' toque. Allereerst de muts voor de gezellige snuit. Het maken gaat op de volgende manier: U neemt een reep gaas. Vanonder heeft deze de wijdte van uw hoofd en van boven is ze wanneer de reep rond gebogen wordt vier of vijf centimoter wijder. Ze wordt dus een weinig „conisch" van vorm. Wanneer van deze reep nu een ronde ko ter gemaakt is en de beide einden aan el kaar gezet, dan moet deze koker boven het linkeroog ongeveer zes centimeter hoog zijn en van hieraf afloopend naar den rechter- achterkant tot niet meer dan drie centimeter. waar haast in het geheeel geen menschen meer reden. Het was een diep genot voor den luite nant. Hij was zelden' zoo gelukkig geweest dan op deze oogenblikken, waarop hij in de bruine réeënoogen van het groen gekleede meisje 'kijken mocht. Het pijnlijkste van de ontmoeting was het einde het afscheid. Het werd slechts ge temperd door de belofte, de moeilijk afge dwongen belofte, dat het meisje overmorgen terug keeren zou. Overmorgen, Daar leefde de luitenant op. Zoo ging het twee volle wekemHet vrie zen had aangehouden en daarmede het schaatsenrijden. En den eenen1 dag het was schijnbaar toevallig tengevolge van dienstaangelegen heden den eenen dag was luitenant Von Lauerbach vrij en ging schaatsenrijden en den daarop volgenden dag was het luite nant Schwartze. Geen van de twee 'boezem vrienden scheen er verder naar te haken in eikaars gezelschap te gaan feestvieren op het ijs. i De reden daarvan zou spoedig duidelijk worden. Want het was op een al schemerenden Zondagmiddag, dat op het ijs van het meer, heelemaal aan den anderen oever, waar bijna geen ménschen meer kwamen twee jeugdige harten elkander vonden. Het was het hart van luitenant Schwartze en van zijn klein groen gekleed schaatsenrijd- stertje. Het warme en geheimnisvolle: „Ik heb je lief!" had daar op het koude ijs geklonken. En mu n ummer IL De toque voor de klassieke schoonheid. Op een gazen bol model kaasbol terug gaande vaste steken haken. Bij eiken toer de beide bovenlussen der steken opne men. Het afmaken kan desnoods zonder plcot- randje. Een lusje voor het ophangien blijft ook hier gewenscht Practisch. Heer tot een man, dien hij des avonds onder het bed in zijn slaapkamer vindt: Kom onder dat bed vandaan, schavuit. En raap meteen dat boordeknoopje op, dat ik vanmorgen' heb laten vallen. Mededeeling voor jongens en meisjes van 9 tot en met 12 Jaar. Evenals het vorige jaar wordt dezen win ter gedurende drie maanden door het depar tement Helder van „Het Nut" een cursus gegeven in kartonbewerking. Dit aardige werk bestaat in het maken van verschillende voorwerpen uit karton en pa pier, bijv. een brievenhanger, een portret- lijstje, doos met deksel, tooverboekje, enz. Zwaar is deze bezigheid niet, maar de jon gens en meisjes, die eraan willen deelne men, moeten houden van kutselen, en ze mo gen niet onhandig zijn. Iedere week is er één uur les op Zaterdag middag. Het lesgeld van 3.waarbij geen meerdere kosten komen, moet vooruit be- naaie mei regelmatig in d'e rondte een schui- taald worden, ne dubbele bies van zwarte Satin. De laatste J Omdat er niet meer dan 10 leerlingen kun- van d'ezen dus die onderste wordt evem- nen worden geplaatst, doe je verstandig, 1H. c.M. naar binnen geslagen En het ergste is hiermede reeds gebeurd. Wa.nt de schijnbaar ingewikkelde garnee- ring' is in werkelijkheid uiterst eenvoudig. Men neme hiervoor n.1. ongeveer 40 centi meter fraai gestreept zwaar rib-lint van 20 cM. breed. Dit stuk lint laat u nu in het midden dwars door ajouren, zoodat u krijgt twee vierkan ten van ieder twintig centimeter lang en breed. En knipt daarna het stuk op déze ajourlijn netjes door. Deze twee stukken vouwe men nu over dwars of z.g. schuin dubbel, 'zoodat twee van de vier punten op elkaar komen. En dan naaie men een van de nu verkregen drie hoek-zijden zoo op den hoed, dat de overige losse zijden (nJ. die met den ajour-rand en het zelfkant van het lint) naar onder vrij uitsteken. Midden vóór steekt,of naait men dan nog de een of andere sierspeld. B.v. een groote platte knoop van git. En men is in het 'gelukkig bezit van een extra-chic avondhoedjft Geschikt voor alle gelegenheden. niet te wachten, maar je op te geven bij den heer H. Ph. Kottman, Binnenhaven 37, op Dinsdag 20 November des avonds tusschen 7 en 9 uur. VAN DEN JONGEN, DIE NIET SPAREN KON. KLEINIGHEDEN. Een goede l$m voor aardewerk kan men zelf maken, door zuivere kalk te mengen met wat eiwit. Het mengsel mag alleen niet al te lang vooraf gereed gemaakt worden. Om een kastoren of een vilten hoed op te knappen, bevochtige men hem eenvoudig met een flanellen lap met azijn. Dit neemt het vuil zoo goed ais geheel weg. Haarsieraden van schildpad hebben het meest te lijden door aanraking met de war me hand. Daarom moet iedere draagster van childpad-kammen of schildpad'spelden zich er aan gewennen, deze sieraden voor en na ieder gebruik met een voor dit doel klaar liggend lapje flanel flink af te wrijven. Net zoolang tot het stuk warm wordt. Bij zulke behandeling houdt het stuk zich j in de eerste plaats goed glimmend. Hoe maak lk zelf een waschlapje? Waschlapjes kunnen worden gebreddl van katoen no. 10 of gehaakt van katoeh no. 8. Het wordt gedaan van ongebleekte katoen met grove stalen pennen of met een beenen haakpen. Het breiwerk zet men op in 57 steken daarop los breien den heen en weer gaan den patentsteek; omslaan, averechts afhalen, rechts minderen, direct vooraan de pen be ginnen. Het lapje moet vierkant zijn. Een gehaakt picotlapje om den buitenrand geeft meer vastheid. Een lusje aan een der hoeken dient voor het ophangen. Het haakwerk zet men op in losse ste ken tot een breedte van 20 c.M. Heen en „Hè, Moeder, zullen we naar de winkels gaan kijken?" vroeg Karei. „Ik wou zoo graag wat koopen voor den gulden, die ik van Vader heb gekregen! Er is zoo'n mooie nieuwe speelgoedwinkel bij gekomenen daar heb ik zooveel leuke dingen voor een gulden gezien. „Alweer uitgeven Karei!" zei Moeder, en Karei vond het vreemd dat Moeder zoo ern stig sprak en zuchtte. „Het schijnt wel of je geen stuiver kunt sparen," vervolgde Moe der. „En je zult toch moeten leeren, om wat zuinig te zijn en wat te sparen voor slechte tijden. En misschien zal Vader je ook niet steeds elke wéék een gulden kunnen geven!" Maar Karei had toch geen zin, om zijn gul den te bewaren; hij wou wat koopen. In den speelgoedwinkel vond hij juist zoo'n bal, als hij graag wou hebben, maar hij keek heel verbaasd, toen hij zag, dat Moe der twee spaarpotten kocht „Deze eene," zei ze, „is voor het geld, dat je uitgeven wilt en de andere is je spaarbank. Doe je best, er elke week wat in te doen." Karei voelde zich heel gewichtig bij de ge dachte, dat hij zijn geld naar een spaarbank bracht En eenige keeren bracht hij zelfs zijn heele weekgeld naar zijn spaarbank, terwijl hij niets uitgaf. Toen hij eindelijk eens keek, hoeveel hij al gespaard had, was hij heel verwonderd, zoo veel geld bijeen te zien. Hij had zes guldens, negen kwartjes, twaalf dubbeltjes en vijf centen. Kan jullie wel uitrekenen hoeveel dat samen is. Karei deed! het geld weer in zijn spaar pot. Hij zou Moeder eens verrast laten kij ken, als hij tien gulden gesoaard had. Een paar dagen later werd hij door een jarig vriendje gevraagd den vrijen Woens- dagmiddag te komen spelen. De jongens speelden met een prachtigen trein, waarin Karei Tooten zin had. Hij vroeg, hoe duur zoo'n trein wel zou zijn en hij hoorde, dat deze wel tien en een halven gulden had gekost Toen Karei naar huis ging was hij vast besloten ook zoo'n trein te koopen. Heerlijk toch, dat Moeder hem een „spaarbank had gegeven; want nu behoefde hij niet lang te wachten op zijn trein. Nog één keer een gulden zakgeld en dan naar den speelgoed winkel! Veel prettiger toch om één heel mooi ding te hebben dan een massa prullen, die toch dadelijk stuk waren. Wat zou Moe der verbaasd zijn, dat hij zoo iets moois kon koopen van zijn opgespaard geldL Hij kon den Zaterdag haast niet afwachten, den dag, dat hij altijd een -gulden van zijn Vader kreeg. En na het schuchter maar ontroerende ja van het meisje, hadden beide het ijs ver laten. i Juist op dit oogenblik liep luitenant Von Lauerbach doelloos door 'het kleine stadje te dwalen. Hij was ontstemd en wilde maar dat hét weer morgen was. Niettemin ging hij opeens zijn schaatsen halen. Hij wist wel dat zijn lieve scbaatsenrijdstertje er vandaag niet zou zijn, maar hij wilde zich wat gaan verzetten op ,het ij» van het meer, terwijl de heldere maan scheen. Nauwelijks echter was Von Lauerbach op het ijs aangekomen of hij ontdekte de jonge vrouw, waarvan zijn heele denken vervuld was. Waakte hij of droomde hij? Daar was zo toch de schaatsen onder den arm. Verrast zagen beiden elkander aan en oinnen v-ijf minuten waren ze op het ijs en reden nu samen vlot weg. Zonder erg begaven ze zich wat meer puiten de menschen en, aangezien d'e groene juffrouw nu al uitstekend begon te rijden, zweefden ze op een oogenblik tot geheel aan den anderen oever van 't meer. En hier was het onder het heldere ioht van de zilveren maan, dat de vurig© luitenant Von Lauerbach ziéh niet langer bedwingen kon en opeens het meisje in het groene Russische kleed hartstochtelijk in zijn armen sloot en haar toefluisterde: Ik leb je lief!.Wil je van mij zijn? En toen hij een schroomvallig ja vernam, drukte hij zijn lippen op den purperrooden mond van het meisje. Toen keerden ze terug. H Fluitend en in de meest gelukkige stem ming bereikte luitenant Von Lauerbach zijn kamer. Hij vond er zijn boezemvriend Schwartze. Dat was een gelukkig toeval. Nu kon hij het niet langer verzwijgen. Kerel! riep hij uit Wensch me geluk! Ik ben verloofd. Verloofd! riep Schwartze stralend uit. Jij ook? Jij ook? herhaalde Lauerbach. Jij dan ook, kerel? Ik ook! antwoordde Schwartze sinds vanmiddag. Kolossaal! zeg.En met wie? Met juffrouw Birkenbusch. MetjuffrouwBirkenbusch 1 De twee militairen standen als stammen tegenover elkaar. De 'een zei „Meisje in Russische groen'' en de ander: „schaatsenrijden" dan weer: „Aan den anderen oever van het meer"- „Om den anderen dag". De ©en zei: „Mij heeft ze het jawoord gegeven" en de'an- dere repliceerde: „Mij heeft ze nog geen uur geleden gekust"! Dat gaat niet! besloot Von Lauer bach met een martelaarsgezicht. Een van ons beiden is te veel. Een van ons zal moeten sterven'! herhaalde Schwartze met krijgsmanswan- hoop. Ik zal jou doodschieten! Jij kunt jezelf doodschieten! verbeter- In het eene vehikel zat Schwarze, dS oleek en de hand aan den degen. In het andere Von Lauerbach - vastbesloten zijn „Het spijt me wel, mijn jongen," zei Va der, toen het gewichtig© oogenblik van het zakgeld' er edndelijk was, „maar ik kan je voorloopig niet meer dan twee kwartjes elke week geven. We moeten wat zuinig zijn." Karei kan eerst niets zeggen van teleur stelling en Vader vervolgde: „lk hoop, dat het niot lang zal duren, maar er is niets aan te dóen. Hou je flink en maak het Moeder niet moeilijker door te klagen." Dat beloofde Karei, Even later hoorde hij Moeder tegen Vader zeggen: „Morgenavond krijgen we bezoek en ik schaam me haast voor het kapotte haardkleedje, maar een nieuw kost tien gul den en Verder hoorde Karei niets, want toen Moe der hem binnen zag komen, hield ze plotse ling op met praten. ffIk heb net tien gulden op mijn spaar bank," fluisterde Karei bij zichzelf. „Maar ik hoef nog maar één week te sparen om een trein te kunnen koopen. Zoo'n prachti gen trein! En heerlijk, als Jan ook eens hier komt spelen. Maar Moeder had een nieuw haardkleedje noodig en hij had juist geld genoeg om er een te koopen. Hoe lang zou het .échter duren, eer hü weer genoeg gespaard had, om een trein te koopein? Het duurde een heelen poos, eer Karei be sloten was, Moeder een groot pieizier te doen ten koste van zijn eigen genoegen. Maar toen vroeg hij aan Anna, het dienst meisje, om even met hem mee te gaan naar een winkel, waar haardkleedjes verkocht werden. Met behulp van' den winkelbediende zocht hij een heel mooi kleedje uit en schreef toen eetóge woorden op een kaart. Laat in den middag werd een groot pak bezorgd. „Voor U mevrouw!" zei Anna, met een knipoógje naar Karei, wiens oogen glin sterden van pret. Moeder maakte het pak open. „Een nieuw haardkleedje I" riep ze uit. „Wat aardig van Vader. Wacht eens, hier is een briefje." „Voor Moedér van Karei," las ze. „Daar begrijp ik niets van." „tv heb het gekocht in plaats van een trein," riep KareL „Mijn lieve, beste jongen," zei Moeder. „Het is het mooiste geschenk, dat ik nog ooit gekregen heb. ,3ent U niet prachtig verrast?", viel Ka rei haar in de. rede. „Of ik, lieveling en heel erg in mijn schik. Ik zal nooit vergeten, dat jij je trein hebt opgegeven om wat voor mij te koopen!'1 RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. Schel schil schoL n. Kan op verschillende manieren. Hieron der staat er één. Goede oplossingen van beide raadsels ont vangen van: H. A.; M. B.; P. en O. B.; N. de B.;«A. B.; T. enG. B.; O. B.; E. de C.; D. en V. D.; G. D; O. A. en M. A. D.; T. J. D.; L. E.; H. K; S. E.; B. en T. G.; A. G.; M. S. de G.;H. G.; O. G.; S. G.; W. G.; M. v. H.; W. en J. H.; J. L. de J.; N. K.; W. K.; W. en L. R. K.; B. K.; W. K.; W. K.; M. v. d. L.; P. L.; M. N.; T. N.; A. N.; M. O.; F. G. v. P.; H. Q.; C. J. R.; A. J. de R.; A. R.; J. de S.; S. E. S.; H. S.; J. G. S.; R. S.; J. A. S.; C. S.; S. T.; N. en B. T.; A. v. U.; J. V.; K. V.; M. V.; C. en L. V.; D. de W.; A. W.; A en O. de W.; A. IJ.; S. en M. v. Z.; M. Z.; A. en W. de Z. Nieuwe raadsels. Het geheel is een spreekwoord van 5 woor den of 27 lettera 6,15,10, 24, 2, 9 is een stof. 13, 26, 24, 26, 14 is een beweegkracht 11, 16, 13 is een kleedingstuk. 1, 3, 8, 7, 22, 27, 23 is een stuk speelgoed. 16, 15, 21, 12, 4, 6 is een specerij. 17, 19, 18 is een lidwoord. 20 is een klinker. IL Ik ben 66n dier. Onthoofd men mij dan beteeken ik karakter; neemt men nu de laat ste letter weg dan vindt men mij in het ko renveld; en als nu de eerste letter weggeno men wordt ben ik een voertuig. Wat ben ik? eer en zijn leven zoo duur mogelijk te ver- kóopen. Voor de woning van den generaal Birken- pusch hielden ze stil. Ahaa.komt binnen, mijne heereni ontving hen vriendelijk de generaal. Komt binnen, ik weet reeds wat u wenscht De twee officieren zagen elkander ver stomd aan geen van de twee begreep iets van deze gekke situatie. Komt binnen! herhaalde de gene raal U bent welkom. En door de geopen de deur duwde hij de krijgslieden In een ruime salon. Eh .Oh .Eh! Ontsnapte aan de belde vrienden. In het midden van de salon stond de grijze generaal en wees op een divan. Op deze divan lag half uitgestrekt een eerwaar dige dame de echtgenoot© naar alle waar schijnlijkheid van heer Birkenbusch. En deze vriendelijke dame hield in haar beide armen de hoofden, van twee blozend© jonge weelingzusters, in groen Russische kleed jes. En de belde bekoorlijke eohepseltjes in de nauwsluitende japonnetjes die ieder op haar beurt een dag de.lijdende dame ver pleegd hadden verborgen hun blonde sopjes aan de borst der oude dame. Den volgenden dag reden er twee paartjes op het meer. EINDE. Mme Corry. Beginnen bij 1, enz. tot 10, dan naar 7, naar 11, naar 12, naar 6, naar 18, naar 14, naar 14'r-*4 8, naar 15, naar 1. '3 •5 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 16