n.
De aanpassing van den mensch aan
atmosferische toestanden.
Het (menschelijk lichaam heeft een grool
aanpassingsvermogen. Weliswaar kunnen be
paalde grenzen van warmte en koude niet
overschreden worden, maar die grenzen zijn
zeer ruim. Rekent men alleen maar de ge
weldige temperatuur-verschillen tusschen da
gen als bijvoorbeeld in de hittegolfperiode zijn
medegemaakt en- de felle wintersche koude,
waaraan wij dikwijls blootstaan, dan kan ieder
dit aan den lijve demonstreeren.
Ook wat den invloed betreft van den z.g.
luchtdruk bestaat er voor den mensch en in
het algemeen voor alle Idieren van boogere
orde groote speling. Vooral de oorlogsjaren
hebben dit bewezen. Echter mag de overgang
niet plotseling gaan. Iemand, die zich bijvoor
beeld langen tijd onder water moet ophouden
daar werk moet verrichten, waarbij hij aan
een hoogeren luchtdruk in een gesloten ruim
te, waar lucht toe- en afgevoerd kan worden
wordt blootgesteld, mag slechts langzaam on
der! dien hoogeren druk worden gebracht en
na er langen tijd vertoefd te hebben, slechts
zeer langzaam onder den lageren, die aan de
oppervlakte der aarde heerscht, worden terug
gebracht. Zoo dit laatste te snel plaats heeft
zal lucht, die onder den hoogen druk in de
longen en het bloed opgenomen was, bij een
snel achterwege blijven van dien druk uit het
bloed treden, en luchtbelletjes zullen in den
bloedsomloop voortgedreven worden en hier
en daar de capillaire buisjes (nauwe bloed-
adertjes) verstoppen. In de hersenen en het
ruggemerg kunnen daardoor voedingsstoor
nissen van zeer gevaarlijken aard ontstaan,
- die soms niet meer in orde komen.
iZeer duidelijk wordt dit gedemonstreerd
aan visschen, die in zeer diep water, dus onder
hoogen druk, leven, en, plotseling aan de op
pervlakte gebracht worden, waarbij hun inge
wanden uit den bek puilen.
In mijnen kunnen menschen en dieren van
hoogere orde, die voor het vervoer van mate
riaal gebruikt worden, langen tijd werkzaam
zijn, mits ze behoorlijken toevoer van versche
lucht en afkoeling krijgen. De diepste mijnen
komen in de Vereenigde Staten van Amerika
voor, in Michigan bevinden zich de Tamarada-
mijnen, die 1585 M. diep zijn. De temperatuur
van het gesteente neemt iedere 60 M. één graad
toe. In de Comstockmijnen in Nevada, waarin
de rotsen in de diepte een temperatuur hebben
van 54.5° O., worden in ijzeren buizen 28 ku
bieke meters frissche lucht per minuut ge
pompt en daardoor wordt de temperatuur van
de lucht tot minder dan 49° gebracht. In
eenige mij non werd gewérkt, terwijl het ge
steente een temperatuur had,van 70° O. en
de lucht van 57° C. Ondanks een korten ar
beidstijd, hier en daar zelfs van vier uren,
was het, sterftecijfer onder de .arbeiders toch
zeer hoog. In diepe mijnen is groote droogte
van de lucht een gunstige faotor voor den
arbeid. 1
In het tegenovergestelde geval, dus, bij het
minder worden van den luchtdruk (hetgeen
op groote hoogten in de lucht het geval is)
kunnen zich verschijnselen voordoen van on
voldoende aanpassing op een bepaalde hoogte,
b.v. bij het te snel bereiken van een bepaalde
hoogte in luchtschip of ballon. Hierbij is de
verdunning der lucht mede een groote factor
voor het tot stand komen der verschijnselen.
Hieromtrent zijn voor het eerst nauwkeurige
gegevens verzameld door den Engelschman
Glaisher, die in een ballon op 9144 M. hoogte
steeg. Eerst nam het gezichts- en gehoorver-
mogen af, toen volgde bewusteloosheid. Toen
de ballon daalde, kwam ongeveer 7 minuten
na het intreden van de bewusteloosheid het
gehoorvermogen terug, vervolgens het •ge
zichtsvermogen-, verder volgde een snel herstel.
Bij den ongelukkigen tocht in den ballon „Ze-
nith", dien de overlevende Tissandier (geboren
1843, ondernam in 1868 zijn eersten ballontocht;
de hier bedoelde tocht had in 1875 plaats) be
schreef, kreeg een der reizigers, Sivel, reeds op
7000 M. hoogte een gevoel van vermoeidheid',
sloot af en toe zijn oogen en werd bleek. Toch
herstelde hij zich weer. Op 7500 M. hoogte werd
men door eene verstijving aangegrepen, die met
een langzaam toenemende zwakte van lichaam
en geest gepaard ging; toen T. naar de flesch
zuurstof wilde grijpen, kon hij zijn arm niet op
heffen, hij wilde roepen: we zijn op 8000 M.,
maar hij kon zijn tong niet bewegen, toch was
hij nog geheel helder en kon voortdurend den
barometer raadplegen. Plotseling moest hij zijn
oogen sluiten, was geheel krachteloos en werd
bewusteloos. Na twee uur kon hij zijn oogen
weer open doen, was bedwelmd en zwak, maar
wat zijn geest betreft, kwam hij weer lang
zaam bij.
De ballon daalde zeer snel, nadat hij een
hoogte van 8600 M. had bereikt. Sivel en Grocé
Spinelli, zijn beide makkers, waren dood; hét ge
laat van Sivel was geheel blauw en beiden bloed
den uit den mond. Dat Tissandier zich na deze
gebeurtenis in een opgewonden toestand bevond,
is wel Ite begrijpen.
Toch zijn, zonder levensgevaar, wel grootere
hoogten bereikt. In den grooten oorlog was een
meisje met ©en schalksch lachje.maar.
Mag ik dan hopen op overmorgen?
vulde de luitenant den zin aan. Het meisje
bloosde, maar stemde ten slotte toe: Over
morgen zou ze er weer zijn.
'Den dag daarna wandelde luitenant
Schwartze welgemoed naar het meer en
vond zoowaar zijn groene vriendinnetje
reeds aanwezig. Daar was ze ah Zou ze op
hem gewacht hebben?
Laten we wat meer daar 'heen gaan
stelde 'hij voor, toen ze eindelijk aan 't rij
den waren. Hier zijn zooveel menschen. Dat
lijkt me gevaarlijker.
Meent u het? Ze bloosde, het bekoor
lijke meisje in het nauw sluitend oostuumpje
van groen1 Russische stof, maar langzaam
aan gaf ze haar zachte verzet op en liet zich
door den rijder tot haast aan de overzijde
van 'het meer voeren.
Totdat het heerlijkste aller uurtjes voor
bij was. Ze moesten scheiden en het eenige
wat overbleef, was de belofte dat ze over
morgen weer zou komen schaatsenrijden.
Overmorgen!
Met die gedachte ging Schwartze naar
huia
En in dien tussohentijd den volgenden
dag maakte Van Lauerbach zijn meest
sierlijke cirkels en krassen over de ijsvlakte
voor het opgetogen publiek en deelde zijn
meesterlessen- uit aan het meisje in het
groen laken kleed, dat hem vergezelde. Ze
was leerzaam en vorderde met de minuut.
Tegen het einde van dien dag reden ze sa
men zelfs al een heel eind weg. Ze bereikten
bijna den anderen oever van het meer,
hoogte van 6000 tot 7000 M. voor luchtschepen
heel normaal. Het voorkomen van ongemakken
tengevolge van gebrek aan zuurstof is indivi
dueel zeer verschillend. In het algemeen komen
op 4500 M. hoogte storingen.voor, die dan snel
kunnen verergeren": matheid en zwakte, gebrek
aan belangstelling, moeilijk denken. Het vermo
gen een besluit te nemen, het absoluut noodzake
lijke te doen, kan dan buiten werking zijn, zoo-
dat men niet in staat is de slang, die zuurstof
toevoert, te gebruiken. Na de landing heerschte
volslagen geheugenloosheid, het schrift is beve
rig, terwijl er lettergrepen worden weggelaten of
verplaatst worden.
Reeds bij het opstijgen zal zenuwachtigheid
van den vlieger invloed hebben op de ademha
ling. Bij een zeer snel opstijgen zullen tenge
volge van het afnemen van den luchtdruk de in
maag en darmen aanwezige gassen zich uitzetten
en het middenrif omhoogduwen, waardoor na
tuurlijk het opnemen van lucht in de longen be
moeilijkt wordt.Ademhaling en polsslag gaan
sneller, en dit duurt na de landing nog voort. Ge
oefende vliegers zullen dan ook steeds regel
matig en diep ademhalen en elke onnoodige
spierbeweging achterwege laten.
Vervolgens neemt u een lap van het te
gebruiken .materiaal. B.v. Velvet, Velours
chiffon, Brocaat zijde of iets dergelijks. En
u knipt een goede cirkel vam déze stof zoo
groot, dat ze een middellijn heeft van ten
naastebij vijftig centimeter.
U bevestigt nu de buitenzijde van deze
cirkelvormige lap in platte plooitjes op het
gaas. U slaat anderhalve centimeter om het
gaas heen naar binnen, naait dit vast en zot
dan binnen in het geheel een flink ruim zij
den kapje.
En zoo hebt u dan zonder veel moeite en
zonder veel uitgave een gracieuse „theater-
cap".
BABBELUURTJE OVER MODE.
V
Avondhoedjes.
U weet het net zoo goed als ik: We vin
den het meestentijds 'n beetje „begrootelijk"
om wanneer we eens naar een feest of
een schouwburgvoorstelling gaan om dan
een van onze „beste" hoeden op te zetten.
Want deze zijn bestemd voor de wandeling
of voor een soortgelijke uitgaanspartij, waar
bij de hoed gedurende het heele procés ge
zien wordt.
Maar evenmin dit gedoogt onze ijdel-
h.ik bedoel onze smaak niet willen
we bij zoo een gelegenheid met een van de
oude „knolletjes" of 't „stormhoed] e" op ons
hoofd verschijnen.
En dus heeft onze vindingrijkheid gezocht
naar een oplossing.
En deze is gevonden.
Gevonden in den vorm van een slappe
toque of een soepele muts.
En menige vrouw heeft alreeds lang een
aardig en handig hoofddeksel in elkaar we
ten te knutselen zij het dan afgezien van
d'e heerschen.de modellen in de winkel-
etalages. 4
En het dient erkend: Het zelf-vervaardi-
gen van zoo een schouwburg-mutsje is een
alleraardigst handwerk.
Ik zal u .hieronder twee modellen toonen,
die beide gemaakt kunnen worden.
Het eene modél is voor de z.g. gezellige,
vriendelijke „toet" en het andere voor het
meer streng en .klassiek" gelijnde gelaat.
Het eerste model is een muts. Het tweede
een' toque.
Allereerst de muts voor de gezellige snuit.
Het maken gaat op de volgende manier:
U neemt een reep gaas. Vanonder heeft
deze de wijdte van uw hoofd en van boven is
ze wanneer de reep rond gebogen wordt
vier of vijf centimoter wijder. Ze wordt
dus een weinig „conisch" van vorm.
Wanneer van deze reep nu een ronde ko
ter gemaakt is en de beide einden aan el
kaar gezet, dan moet deze koker boven het
linkeroog ongeveer zes centimeter hoog zijn
en van hieraf afloopend naar den rechter-
achterkant tot niet meer dan drie centimeter.
waar haast in het geheeel geen menschen
meer reden.
Het was een diep genot voor den luite
nant. Hij was zelden' zoo gelukkig geweest
dan op deze oogenblikken, waarop hij in de
bruine réeënoogen van het groen gekleede
meisje 'kijken mocht.
Het pijnlijkste van de ontmoeting was het
einde het afscheid. Het werd slechts ge
temperd door de belofte, de moeilijk afge
dwongen belofte, dat het meisje overmorgen
terug keeren zou. Overmorgen, Daar leefde
de luitenant op.
Zoo ging het twee volle wekemHet vrie
zen had aangehouden en daarmede het
schaatsenrijden.
En den eenen1 dag het was schijnbaar
toevallig tengevolge van dienstaangelegen
heden den eenen dag was luitenant Von
Lauerbach vrij en ging schaatsenrijden en
den daarop volgenden dag was het luite
nant Schwartze. Geen van de twee 'boezem
vrienden scheen er verder naar te haken in
eikaars gezelschap te gaan feestvieren op
het ijs. i
De reden daarvan zou spoedig duidelijk
worden.
Want het was op een al schemerenden
Zondagmiddag, dat op het ijs van het meer,
heelemaal aan den anderen oever, waar
bijna geen ménschen meer kwamen
twee jeugdige harten elkander vonden. Het
was het hart van luitenant Schwartze en
van zijn klein groen gekleed schaatsenrijd-
stertje. Het warme en geheimnisvolle: „Ik
heb je lief!" had daar op het koude ijs
geklonken.
En mu n ummer IL
De toque voor de klassieke schoonheid.
Op een gazen bol model kaasbol
terug gaande vaste steken haken. Bij eiken
toer de beide bovenlussen der steken opne
men.
Het afmaken kan desnoods zonder plcot-
randje. Een lusje voor het ophangien blijft
ook hier gewenscht
Practisch.
Heer tot een man, dien hij des avonds
onder het bed in zijn slaapkamer vindt:
Kom onder dat bed vandaan, schavuit.
En raap meteen dat boordeknoopje op, dat
ik vanmorgen' heb laten vallen.
Mededeeling voor jongens en meisjes
van 9 tot en met 12 Jaar.
Evenals het vorige jaar wordt dezen win
ter gedurende drie maanden door het depar
tement Helder van „Het Nut" een cursus
gegeven in kartonbewerking.
Dit aardige werk bestaat in het maken van
verschillende voorwerpen uit karton en pa
pier, bijv. een brievenhanger, een portret-
lijstje, doos met deksel, tooverboekje, enz.
Zwaar is deze bezigheid niet, maar de jon
gens en meisjes, die eraan willen deelne
men, moeten houden van kutselen, en ze mo
gen niet onhandig zijn.
Iedere week is er één uur les op Zaterdag
middag. Het lesgeld van 3.waarbij geen
meerdere kosten komen, moet vooruit be-
naaie mei regelmatig in d'e rondte een schui- taald worden,
ne dubbele bies van zwarte Satin. De laatste J Omdat er niet meer dan 10 leerlingen kun-
van d'ezen dus die onderste wordt evem- nen worden geplaatst, doe je verstandig,
1H. c.M. naar binnen geslagen
En het ergste is hiermede reeds gebeurd.
Wa.nt de schijnbaar ingewikkelde garnee-
ring' is in werkelijkheid uiterst eenvoudig.
Men neme hiervoor n.1. ongeveer 40 centi
meter fraai gestreept zwaar rib-lint van 20
cM. breed.
Dit stuk lint laat u nu in het midden dwars
door ajouren, zoodat u krijgt twee vierkan
ten van ieder twintig centimeter lang en
breed. En knipt daarna het stuk op déze
ajourlijn netjes door.
Deze twee stukken vouwe men nu over
dwars of z.g. schuin dubbel, 'zoodat twee
van de vier punten op elkaar komen. En dan
naaie men een van de nu verkregen drie
hoek-zijden zoo op den hoed, dat de overige
losse zijden (nJ. die met den ajour-rand en
het zelfkant van het lint) naar onder vrij
uitsteken.
Midden vóór steekt,of naait men dan nog
de een of andere sierspeld. B.v. een groote
platte knoop van git.
En men is in het 'gelukkig bezit van een
extra-chic avondhoedjft Geschikt voor alle
gelegenheden.
niet te wachten, maar je op te geven bij den
heer H. Ph. Kottman, Binnenhaven 37, op
Dinsdag 20 November des avonds tusschen
7 en 9 uur.
VAN DEN JONGEN, DIE NIET SPAREN
KON.
KLEINIGHEDEN.
Een goede l$m voor aardewerk kan men
zelf maken, door zuivere kalk te mengen met
wat eiwit. Het mengsel mag alleen niet al
te lang vooraf gereed gemaakt worden.
Om een kastoren of een vilten hoed op te
knappen, bevochtige men hem eenvoudig
met een flanellen lap met azijn. Dit neemt
het vuil zoo goed ais geheel weg.
Haarsieraden van schildpad hebben het
meest te lijden door aanraking met de war
me hand. Daarom moet iedere draagster van
childpad-kammen of schildpad'spelden zich
er aan gewennen, deze sieraden voor en na
ieder gebruik met een voor dit doel klaar
liggend lapje flanel flink af te wrijven. Net
zoolang tot het stuk warm wordt.
Bij zulke behandeling houdt het stuk zich j
in de eerste plaats goed glimmend.
Hoe maak lk zelf een
waschlapje?
Waschlapjes kunnen worden gebreddl van
katoen no. 10 of gehaakt van katoeh no. 8.
Het wordt gedaan van ongebleekte katoen
met grove stalen pennen of met een beenen
haakpen.
Het breiwerk zet men op in 57 steken
daarop los breien den heen en weer gaan
den patentsteek; omslaan, averechts afhalen,
rechts minderen, direct vooraan de pen be
ginnen. Het lapje moet vierkant zijn. Een
gehaakt picotlapje om den buitenrand geeft
meer vastheid.
Een lusje aan een der hoeken dient voor
het ophangen.
Het haakwerk zet men op in losse ste
ken tot een breedte van 20 c.M. Heen en
„Hè, Moeder, zullen we naar de winkels
gaan kijken?" vroeg Karei. „Ik wou zoo
graag wat koopen voor den gulden, die ik van
Vader heb gekregen! Er is zoo'n mooie
nieuwe speelgoedwinkel bij gekomenen
daar heb ik zooveel leuke dingen voor een
gulden gezien.
„Alweer uitgeven Karei!" zei Moeder, en
Karei vond het vreemd dat Moeder zoo ern
stig sprak en zuchtte. „Het schijnt wel of je
geen stuiver kunt sparen," vervolgde Moe
der. „En je zult toch moeten leeren, om wat
zuinig te zijn en wat te sparen voor slechte
tijden. En misschien zal Vader je ook niet
steeds elke wéék een gulden kunnen geven!"
Maar Karei had toch geen zin, om zijn gul
den te bewaren; hij wou wat koopen.
In den speelgoedwinkel vond hij juist
zoo'n bal, als hij graag wou hebben, maar hij
keek heel verbaasd, toen hij zag, dat Moe
der twee spaarpotten kocht „Deze eene,"
zei ze, „is voor het geld, dat je uitgeven wilt
en de andere is je spaarbank. Doe je best,
er elke week wat in te doen."
Karei voelde zich heel gewichtig bij de ge
dachte, dat hij zijn geld naar een spaarbank
bracht En eenige keeren bracht hij zelfs zijn
heele weekgeld naar zijn spaarbank, terwijl
hij niets uitgaf.
Toen hij eindelijk eens keek, hoeveel hij al
gespaard had, was hij heel verwonderd, zoo
veel geld bijeen te zien. Hij had zes guldens,
negen kwartjes, twaalf dubbeltjes en vijf
centen. Kan jullie wel uitrekenen hoeveel
dat samen is.
Karei deed! het geld weer in zijn spaar
pot. Hij zou Moeder eens verrast laten kij
ken, als hij tien gulden gesoaard had.
Een paar dagen later werd hij door een
jarig vriendje gevraagd den vrijen Woens-
dagmiddag te komen spelen.
De jongens speelden met een prachtigen
trein, waarin Karei Tooten zin had. Hij
vroeg, hoe duur zoo'n trein wel zou zijn en
hij hoorde, dat deze wel tien en een halven
gulden had gekost
Toen Karei naar huis ging was hij vast
besloten ook zoo'n trein te koopen. Heerlijk
toch, dat Moeder hem een „spaarbank had
gegeven; want nu behoefde hij niet lang te
wachten op zijn trein. Nog één keer een
gulden zakgeld en dan naar den speelgoed
winkel! Veel prettiger toch om één heel
mooi ding te hebben dan een massa prullen,
die toch dadelijk stuk waren. Wat zou Moe
der verbaasd zijn, dat hij zoo iets moois kon
koopen van zijn opgespaard geldL Hij kon
den Zaterdag haast niet afwachten, den dag,
dat hij altijd een -gulden van zijn Vader
kreeg.
En na het schuchter maar ontroerende ja
van het meisje, hadden beide het ijs ver
laten. i
Juist op dit oogenblik liep luitenant Von
Lauerbach doelloos door 'het kleine stadje te
dwalen. Hij was ontstemd en wilde maar
dat hét weer morgen was. Niettemin ging
hij opeens zijn schaatsen halen. Hij wist
wel dat zijn lieve scbaatsenrijdstertje er
vandaag niet zou zijn, maar hij wilde zich
wat gaan verzetten op ,het ij» van het meer,
terwijl de heldere maan scheen.
Nauwelijks echter was Von Lauerbach op
het ijs aangekomen of hij ontdekte de jonge
vrouw, waarvan zijn heele denken vervuld
was. Waakte hij of droomde hij? Daar was
zo toch de schaatsen onder den arm.
Verrast zagen beiden elkander aan en
oinnen v-ijf minuten waren ze op het ijs en
reden nu samen vlot weg.
Zonder erg begaven ze zich wat meer
puiten de menschen en, aangezien d'e groene
juffrouw nu al uitstekend begon te rijden,
zweefden ze op een oogenblik tot geheel
aan den anderen oever van 't meer.
En hier was het onder het heldere
ioht van de zilveren maan, dat de vurig©
luitenant Von Lauerbach ziéh niet langer
bedwingen kon en opeens het meisje in het
groene Russische kleed hartstochtelijk in
zijn armen sloot en haar toefluisterde: Ik
leb je lief!.Wil je van mij zijn?
En toen hij een schroomvallig ja vernam,
drukte hij zijn lippen op den purperrooden
mond van het meisje.
Toen keerden ze terug.
H
Fluitend en in de meest gelukkige stem
ming bereikte luitenant Von Lauerbach zijn
kamer. Hij vond er zijn boezemvriend
Schwartze. Dat was een gelukkig toeval. Nu
kon hij het niet langer verzwijgen.
Kerel! riep hij uit Wensch me
geluk! Ik ben verloofd.
Verloofd! riep Schwartze stralend
uit. Jij ook?
Jij ook? herhaalde Lauerbach. Jij
dan ook, kerel?
Ik ook! antwoordde Schwartze
sinds vanmiddag.
Kolossaal! zeg.En met wie?
Met juffrouw Birkenbusch.
MetjuffrouwBirkenbusch 1
De twee militairen standen als stammen
tegenover elkaar.
De 'een zei „Meisje in Russische groen''
en de ander: „schaatsenrijden" dan weer:
„Aan den anderen oever van het meer"-
„Om den anderen dag". De ©en zei: „Mij
heeft ze het jawoord gegeven" en de'an-
dere repliceerde: „Mij heeft ze nog geen
uur geleden gekust"!
Dat gaat niet! besloot Von Lauer
bach met een martelaarsgezicht. Een van
ons beiden is te veel.
Een van ons zal moeten sterven'!
herhaalde Schwartze met krijgsmanswan-
hoop. Ik zal jou doodschieten!
Jij kunt jezelf doodschieten! verbeter-
In het eene vehikel zat Schwarze, dS
oleek en de hand aan den degen. In het
andere Von Lauerbach - vastbesloten zijn
„Het spijt me wel, mijn jongen," zei Va
der, toen het gewichtig© oogenblik van het
zakgeld' er edndelijk was, „maar ik kan je
voorloopig niet meer dan twee kwartjes elke
week geven. We moeten wat zuinig zijn."
Karei kan eerst niets zeggen van teleur
stelling en Vader vervolgde: „lk hoop, dat
het niot lang zal duren, maar er is niets aan
te dóen. Hou je flink en maak het Moeder
niet moeilijker door te klagen." Dat beloofde
Karei,
Even later hoorde hij Moeder tegen Vader
zeggen: „Morgenavond krijgen we bezoek
en ik schaam me haast voor het kapotte
haardkleedje, maar een nieuw kost tien gul
den en
Verder hoorde Karei niets, want toen Moe
der hem binnen zag komen, hield ze plotse
ling op met praten.
ffIk heb net tien gulden op mijn spaar
bank," fluisterde Karei bij zichzelf. „Maar
ik hoef nog maar één week te sparen om
een trein te kunnen koopen. Zoo'n prachti
gen trein! En heerlijk, als Jan ook eens
hier komt spelen. Maar Moeder had een
nieuw haardkleedje noodig en hij had juist
geld genoeg om er een te koopen. Hoe lang
zou het .échter duren, eer hü weer genoeg
gespaard had, om een trein te koopein?
Het duurde een heelen poos, eer Karei be
sloten was, Moeder een groot pieizier te
doen ten koste van zijn eigen genoegen.
Maar toen vroeg hij aan Anna, het dienst
meisje, om even met hem mee te gaan naar
een winkel, waar haardkleedjes verkocht
werden. Met behulp van' den winkelbediende
zocht hij een heel mooi kleedje uit en schreef
toen eetóge woorden op een kaart.
Laat in den middag werd een groot pak
bezorgd. „Voor U mevrouw!" zei Anna, met
een knipoógje naar Karei, wiens oogen glin
sterden van pret.
Moeder maakte het pak open.
„Een nieuw haardkleedje I" riep ze uit.
„Wat aardig van Vader. Wacht eens, hier
is een briefje."
„Voor Moedér van Karei," las ze. „Daar
begrijp ik niets van."
„tv heb het gekocht in plaats van een
trein," riep KareL
„Mijn lieve, beste jongen," zei Moeder.
„Het is het mooiste geschenk, dat ik nog
ooit gekregen heb.
,3ent U niet prachtig verrast?", viel Ka
rei haar in de. rede.
„Of ik, lieveling en heel erg in mijn schik.
Ik zal nooit vergeten, dat jij je trein hebt
opgegeven om wat voor mij te koopen!'1
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
I.
Schel schil schoL
n.
Kan op verschillende manieren. Hieron
der staat er één.
Goede oplossingen van beide raadsels ont
vangen van:
H. A.; M. B.; P. en O. B.; N. de B.;«A. B.;
T. enG. B.; O. B.; E. de C.; D. en V. D.; G. D;
O. A. en M. A. D.; T. J. D.; L. E.; H. K; S. E.;
B. en T. G.; A. G.; M. S. de G.;H. G.; O. G.;
S. G.; W. G.; M. v. H.; W. en J. H.; J. L. de
J.; N. K.; W. K.; W. en L. R. K.; B. K.;
W. K.; W. K.; M. v. d. L.; P. L.; M. N.; T. N.;
A. N.; M. O.; F. G. v. P.; H. Q.; C. J. R.;
A. J. de R.; A. R.; J. de S.; S. E. S.; H. S.;
J. G. S.; R. S.; J. A. S.; C. S.; S. T.; N. en
B. T.; A. v. U.; J. V.; K. V.; M. V.; C. en
L. V.; D. de W.; A. W.; A en O. de W.;
A. IJ.; S. en M. v. Z.; M. Z.; A. en W. de Z.
Nieuwe raadsels.
Het geheel is een spreekwoord van 5 woor
den of 27 lettera
6,15,10, 24, 2, 9 is een stof.
13, 26, 24, 26, 14 is een beweegkracht
11, 16, 13 is een kleedingstuk.
1, 3, 8, 7, 22, 27, 23 is een stuk speelgoed.
16, 15, 21, 12, 4, 6 is een specerij.
17, 19, 18 is een lidwoord.
20 is een klinker.
IL
Ik ben 66n dier. Onthoofd men mij dan
beteeken ik karakter; neemt men nu de laat
ste letter weg dan vindt men mij in het ko
renveld; en als nu de eerste letter weggeno
men wordt ben ik een voertuig. Wat ben
ik?
eer en zijn leven zoo duur mogelijk te ver-
kóopen.
Voor de woning van den generaal Birken-
pusch hielden ze stil.
Ahaa.komt binnen, mijne heereni
ontving hen vriendelijk de generaal. Komt
binnen, ik weet reeds wat u wenscht
De twee officieren zagen elkander ver
stomd aan geen van de twee begreep iets
van deze gekke situatie.
Komt binnen! herhaalde de gene
raal U bent welkom. En door de geopen
de deur duwde hij de krijgslieden In een
ruime salon.
Eh .Oh .Eh! Ontsnapte aan
de belde vrienden.
In het midden van de salon stond de
grijze generaal en wees op een divan. Op
deze divan lag half uitgestrekt een eerwaar
dige dame de echtgenoot© naar alle waar
schijnlijkheid van heer Birkenbusch. En
deze vriendelijke dame hield in haar beide
armen de hoofden, van twee blozend© jonge
weelingzusters, in groen Russische kleed
jes. En de belde bekoorlijke eohepseltjes in
de nauwsluitende japonnetjes die ieder
op haar beurt een dag de.lijdende dame ver
pleegd hadden verborgen hun blonde
sopjes aan de borst der oude dame.
Den volgenden dag reden er twee paartjes
op het meer.
EINDE.
Mme Corry.
Beginnen bij 1, enz. tot 10,
dan naar 7, naar 11, naar 12,
naar 6, naar 18, naar 14, naar
14'r-*4 8, naar 15, naar 1.
'3
•5
4