MüM
mm
N° 3, 3 ct. - No 4, 2% ct.
ONSCHADELIJKE
Rectificatie.
Jngfsoadpn Mededeellug.
Reeds 40 jaar het succes der Turksche
Liqarettenindustrie in Nederland.
lange toelichting op dit schrijven, waarin hij
zegt, dat met den groei van de welvaart van
het rijk, het Volk langzamerhand luchthartig
en roekeloos wordt. Hij' zegt: „In het bijzon
der onder dèn invloed van de economische
veranderingen, die in Japan zijn opgetreden
tengevolge van den Europeeschen oorlog, is
het volk dol van optimisme geworden en
heeft het zijn zelfbeheersching verloren. Als
gevolg den invloed van vreemde denkbeel
den, die onvereenigbaar waren met den na-
tionalen toestand van Japan, hebben' de ge
dachten van het volk een gevaarlijke strek
king aangenomen. Tenzij het volk terstond
tot bezinning komt en terugkeert tot een nor
male geestesgesteldheid, is er geen middel
om te verhoeden dat het land een sociale ca
lamiteit tegemoet gaat."
De premier pleit voor het herstel van den
geest uit de dagen van het Meiji-tijdperk.
OP EN OM HET BINNENHOF.
Den Haag, 13 October.
Jongste crisis-nieuws. Mr.
Dion Kooien? De fractie-Colijn.
„Overvragen"? Politieke
„puzzles".
Terwijl ik dit ga schrijven, is het allerjongste
crisis-nieuws: mr. dr. Dion Kooien, de Voor
zitter van de Tweede Kamer, schijnt de man te
zijn, op wien voor de Kabinetsformatie
het oog der Kroon thans is gevestigd. En daar
wordt dan aanstonds bijgevoegd: maar de heer
Kooien is verre van begeerig naar het verwis
selen van het praesidium der Kamer met „de
commando-brug" op het schio van Staat.
Van katholieke zijde tracht men hem over
te halen, de zware taak der vorming van een
nieuw Ministerie op zich te nemen, edoch,
mr. K. weifelt „om persoonlijke redenen". Geen
wonder voorwaar!
De verkiezingen voor het Lagerhuis zullen
komt er geen ontbinding tusschen plaats
hebben in 192-5. Een ministerie, dat eind-1923
optreedt, heeft dus een extra-broos bestaan.
De kans, dat de stembus van Juli '25 voor
Rechts pijnlijke verrassingen oplevert, is verre
van gering. Om m.et zulk vooruitzicht alg
hoofd van een groot gezin, ook wanneer men
niet ongefortuneerd is, alles op tamelijk-losse
schroeven te zetten: daarvoor is zeer bijzondere
offervaardigheid, en ook moed, noodig!
Men moge dit „plat-nuchtere en egoïstische
beschouwingen" noemen, voor den buiten
staander, die geen kans loopt tegenover derge
lijke „persoonlijke overwegingen" te worden
geplaatst, is hier het critiseeren héél wat ge
makkelijker dan 't beslissing nemen door den
betrokken man!....
Aan de tijding, dat mr. Kooien voor de Kabi-
nets-formatie in aanmerking komt, ging vooraf
deze, dat de anti-reyolutionnairen niet bereid
zijn om thans met de andere Rechtsche partijen,
althans de katholieke en allerminst met dat
deel van de laatstgenoemde, hetwelk tegen de
Vlootwet ageerde, in zee te gaan. Daarmeê
zou dan de vorming van een Rechtsch Kabinet
thans onmogelijk zijn geworden. Intusschen,
men weet, „il y a des accomodements
Er zijn accoordjes te vinden. En zoo volgde de
„geruststellende" mededeeling, dat de fractie-
Colijn tenslotte toch wil meêdoen, maarop
voorwaarde, dat de nieuwe premier overneemt
blindelings het bezuinigings-program van
minister Oolijn, de schrapping van Art. 40
Bezoldigings-besluit inbegrepen, Ook hier zal
men gesteld dat het gerucht op waarheid
berust, wel te doen hebben met- de methode
van „overvragen". Een weigering van Colijn
c.s. om met Nolens en Schokking in zee te gaan,
zou beteekenen: de ondergang der Coalitie-
macht. Als 't op daden aankomt, zal deze prijs
wel te hoog worden geacht.
Intusschen, zelden of nooit heeft in Ne
derland een staatsman, door de Kroon belast
met Kablnets-fhrmatle, gestaan voor zulk een
zware, Ingewikkelde taak; tegenover zulk pen
srhler-onoplosbaar lijkende politieke „puzzle"
als nu het geval is met den man, die een Minis
terie zal hebben saam te stellen, hetwelk de taak
van dat der Excellentiën4tuys de Beerenbrouck
c.s. moet overnemen!
Naar aanleiding van het „on dit", dat mr.
Dion Kooien thans de man van het oogenblik
zou worden, is ook al-dadelijk de aandacht
eevestigd op het feit, dat de heer K. den 26en
October voor het ontwerp-Vlootwet heeft ge
stemd!.
Men verloor hierbij uit het oog, dat de Voor
zitter der Kamer bij stemming ovef belangrijke
ontwerpen, door de Regeering aanhangig ge
maakt, en zeker waar 't (als hier) gold eene
wetsvoordracht, waarvan het lot verbonden was
aan het leven van het Ministerie, in eene
eigenaardige positie verkeert. In zulk geval is
de Voorzitter feitelijk verplicht het Ministerie
te steunen. Maar deze ongeschreven verplich
ting van den Praeses heeft haar grenzen!
Wanneer de afgevaardigde, door de Kamer aan
de Kroon voorgedragen tot haar leider en bij
K. B. als president der hooge vergadering be
noemd, overtuigd is, dat zeker voorstel niet- is
in 's lands belang, dan dient zijne innige over
tuiging den doorslag te geven. De vraag zou
kunnen worden gesteld, of in zulk geval een
President niet moreel verplicht zou zijn, als
leider af te treden vóér de stemming?
Hoe 't hiermee zij: het hooge, ed'ele karakter,
dat naar ieders overtuiging den heer
Kooien siert, is (zooals reeds werd opgemerkt)
waarborg, dat hij den 26en October 1923 vn1-
gens innige overtuiging over de Viootwet
stemde.
Volkomen juist is de opmerking, ook in de
jongste dagen in de pers gemaakt, dat het
voor de katholieke Kamerfractie een offer was
toen zij, nadat mr. Fock het Gouverneur-
Generaalschap had aanvaardt en daardoor het
Lagerhuis een der allerbeste praesides, die het
ooit had bezeten, verloor, mr. dr. Dion Koo
ien „afstond" voor de leiding der Tweede. Ka
mer.
De heer Kooien kwam in do openbare .fittin
gen maar zelden op den voorgrond. De man der
forsche, hooge, breedgeschouderde gesta'te,
met het kleurige, gezonde gelaat, de krui'.onde
blonde haren, het kleine kneveltje, die hoog
stens veertig lijkt en toch ai twee jaar over
het vijfde kruisje is geschreden, zat, als
gewoon-lid, meestal rustig in zijn bankje.
Als de heer Kooien het woord vatte, dan ge
schiedde dat bijna zonder uitzondering over
financieele onderwerpen. Het vermoeden, dat
hjj, Kabinetsformatie aanvaardend, als
opvolger van den heer Colijn zou wenscher. op
te treden, lag dan ook voor de hand.
Mr. Kooien redevoerde steeds zeer en op
merkelijk beknopt. Het volgen van eene door
hem met diep stemgeluid en op vrij-zachten
toon gezegde rede was verre van gemakK-vijx.
Men had Handelingen en Kort Verslag af te
wachten om te geraken tot het juiste inzicht van
wat mr. K. betoogd had. Maar dan kwam men
ook steeds tot de conclusie, dat die korte rede
een „résumé" bevatte van wel overdachte argu
menten; eene „essence" was van overden
king, haar bron vindend' in rijkdom van kennis.
Tusschen het optreden van mr. Kooien en
van mr. De Geer in de Kamer is ongetwijfeld
gelijkenis te vinden. Beiden zijn mannen van
waarachtige zedelijke en intellectueele beteeke-
nis, beiden behooren tot de echt-bescheiden
figuren, wars van alle vertoon en aanstellerij,
sober en „echt" in alles. Maar: de heer Dion
Kooien is ongetwijfeld sterker, steviger. Ook
physiek!
De verwachting, welke men van hem koester
de als Kamer-voorzitter heeft hij verre over
troffen.
De heer Kooien leidde de vergaderingen van
het Lagerhuis met ijzeren hand'. Wanneer deze
Voorzitter zich eene taak voor het Huis had
afgebakend men denke aan de vergadering
vlak-vóór Kerst-'22, toen de Indische Begroo
ting er óók nog door-moest! dan kende hij
geen bezwaren. Dan wist hij, den man met
het ijzeren gestel en de „zenuwen als kabel
touwen", van geen afmatting. Dan eischte,
verwachtte hij van anderen hetzelfde. En wie
weet men immers van „afjakkeren" durf
de gewagen, ontketende den toorn, de felle ver
ontwaardiging van Praeses.
„Er wórdt hier niet afgejakkerd!" riep mr.
Kooien uit, „en ik wil dat woord hier niet
weer hooren!
Zeker, er waren momenten, waarop pre
sident Kooien wat-autoritair deed. ,,'t Lijkt hier
een schooltje!" schreeuwde communist Wijn
koop bij het Vloot-debat. En.... héélemaal-
ongelijk had hij niet altijd....
Maar de Kamer wist, zooals deze „spea
ker" 't in zijn meesterlijke rede bij de weder-
aanvaarding van het presidium in September j.1.
zei, wat zij aan mr. Kooien, als Voorzitter,
had.
Zij beseft, dat het uiterlijk-autoritaire slechts
gevolg is van bet onbaatzuchtig,' vurig verlangen
om, voor het algemeen belang, te berei
ken wat mogelijk is, zooals hij, Kooien, dat ziet
en begrijpt.
Van neutraal standpunt als Uw blad inneemt,
mag ook dit veilig gezegd.
De Kamer kent den president Kooien van
het aardige, schertsende, gemoedelijk-tactvolle
woord, bereikbaar voor allen; eerlijk-onpar
tijdig, in d'en grond des harten en, zooals
reeds gezegd: waarachtig-bescheiden.
Die de wondere kunst verstaat om „ontlading" 1
te brengen in gevaarlijk-gespannen atmosfeer
door een oolijk woord, eene leuke zinswen
ding. En dan zit daar, in het nauwe fau
teuiltje onder het vaal-groene baldekijn, de
buikige, welgedane man met den jovialen glim
lach op het blozend'e gelaat. En er is niemand
in de Kamer, die boos kan worden op den
praeses, schoon hij dan wel eens heel-even kan
doen denken aan den praeceptor, wiens ge
duld door de lastige rakkertjes van de hoogste
klasse tot over 't alleruiterste is gebracht
Zal mr. Dion Kooien inderdaad opvolger van
mr. Charles Ruys worden?Zal hij, ge
lijk eenmaal Thorbecke, daarna Borgesius, deed,
„achter de schermen" blijven, na een Kabi
net te-hebben geformeerd?Zulke positie
voor een Kamer-praeses lijkt schier ondenk
baar
Moet het Lagerhuis een opvolger van mr.
Kooien de Kroon voordragen als „speaker",
leider", ja, dèn staat de Kamer, midden in
werkseizoen, tegenover een dier allerl^tigste
„puzzles" in dezen tijd van politieke en andere
raadsels.
Mr. ANTONIO.
Ingezonden mcdodoetlnjg.
BINNENLAND.
ETT DE PERS.
De Kabinetscrisis.
Naar aanleiding van de rede, die de heer H.
Colijn Dinsdagavond te Amsterdam heeft ge
houden, schrjjft „De Maasbode":
Van accoord gesproken, de rede, gehouden
(door den demisslonnairen minister van finan
ciën, doet vreezen, dat het bij de vraag naar
de (niet theoretische doch practische) moge
lijkheid van een nieuw rechtsch kabinet niet
uitsluitend gaat om het gestand doen van een
accoord.
Als eerste voorwaarde stelt de anti-revolu-
tionnaire leider inderdaad „grondig herstel"
van „den toestand van 26 October" wat
schijnt te beteekenen, dat de katholieken, die
het accoord nopens de Viootwet voor het
oogenblik niet kunnen nakomen wegens hun
financieele bedenkingen, alsnog over die be
zwaren hebben heen te stappen. Iets anders
kan het niet beduiden; want den heer Colijn
kan het niet onbekend zijn, dat er in be
ginsel tusschen zijn zienswijze inzake de
verdediging van Indië en die der tien (althans
der negen) geenerlei verschil bestaat.
Maar is bij deze eerste voorwaarde althans
een soort afspraak gemoeid, de tweede wordt
geheel buiten eik accoord om opgelegd. Wan
neer de katholieken niet de bezuinigingsplan
nen aanvaarden zooals ze thans concreet (of
nog maar in schema) voorliggen, dan doet de
anti-revolutionnaire fractie aan kabinetsfor
matie niet mee.
En zegt men, dat in elk geval op dit punt
nader overleg moest mogelijk zijn, aangezien
hier absoluut van geen enkel accoord sprake
is, dan antwoordt de heer Colijn: mijn plan
is het eenig mogelijk en daarmee basta.
Het katholieke orgaan zegt ten slotte:
Blijft werkelijk de mentaliteit, aan anti-re-
volutionnairen kant aldus voor eenige toena
dering ontoegankelijk, dan wordt het moeilijk
te hopen op een solutie, die in het welbegre
pen belang des lands de meest wenschelijke
moet geacht worden.
Het 8000 tons droogdok behouden te
Tandjong Prlok aangekomen.
Zooals men zich zal herinneren, ia op 11
Juli j.1. uit de Waalhaven van Rotterdam
naar Tandjong Priok vertrokken het 8000
tons droogdok, gebouwd' bij de naam! venn.
Burgerhout's Machinefabriek en Scheeps
werf te Rotterdam, dat bestemd was voor de
Droogdok Maatschappij Tandjong Priok.
Woensdag hebben de zeesleepbooten Hum-
ber en Ppolzee van L. Smit Co.'s Inter
nationalen Sleepdienst, aan welken het trans
port was opgedragen, het dok behouden te
Tandjong Priok aangebracht.
Over dit belangrijke sleeptransport, waar
mede kapitein Willem Verschoor een nieuwe
eervolle bladzijde heeft toegevoegd aan zijn
levensboek, dat op vele andere plaatsen
reeds getuigenis aflegde van zijn bekwaam
heid, valt het volgende te vermelden:
In het Kanaal en in de golf van Biskaye
had men voortdurend te kampen met tegen
wind en moeilijken zeegang en dit bleef zoo,
tot Gibraltar gepasseerd was. Even vóór het
transport de MMdellandsche Zee zou ingaan,
had het een Oostelijken storm te doorstaan,
die tengevolge had, dat men gedurende een
paar dagen geen voortgang kon maken. Het
dok zelf hield zich onder al deze moeilijkhe
den zoo, als dat van een Nederlandsch, bij
Burgerhout gebouwd dok verwacht kon wor
den, d.w.z. opperbest, en in de Middelland
sche zee kreeg men heel mooi weer.
Algiers was de eerste plaats waar de sleep-
booten, elk op hun beurt, zoodat er steeds
één vóór het dok bleef staan, kolen laadden.
Op 24 Augustus werd Port Said bereikt,
Daar, aan den ingang van het Suez-kanaal,
kwamen de autoriteiten van de Suez Kanaal
Maatschappij aan boord om met kapitein
Verschoor te bespreken, op welke wijze het
kanaal gepasseerd zou worden. De noodige
voorbereidingen werden getroffen en nadat
alles geregeld was ving op 28 Augustus de
doorvaart door het Suezkanaal aan, die 2
dagen duurde. Den schepen, die in de tegen
overgestelde richting voeren, werd daarbij in
partijen gelegenheid tot het vervolgen van
de reis gegeven, doordat het dok dan ge»
bracht werd in een van de zijbassins van het
kanaal.
Den 30sten Augustus vertrok het transport
van Suez. In de Roode Zee had men de
groote warmte te verduren, die natuurlijk
wanneer men circa 8.5 mijl per uur maakt
nog heel wat meer last veroorzaakt dan op
een mailboot, die bovendien lichtelijk gerief
lijker is ingericht. In de kajuiten wees de
barometer bij voortduring 104 en 105 graden
aan.
In de Roode Zee beleefde men een klein
avontuur. Des .morgens 10 uur sloeg de
schroef van de Poolzee plotseling zoodanig
op een zich onder water bevindend voor
werp, dat het geheele schip trilde. De ma
chine bleef bijna staan en maakte daarna
vijf slagen minder. Men vermoedde, dat er
iets kapot zou zijn en men ging op onderzoek
uit. De kapitein liet zich op een stormladder
buitenboord zakken. Het water was helder en
hij kwam toen tot de ontdekking van iets, dat
hij volgens zijn eigen woorden nog nooit ge
hoord of gezien had. Een visch van zeer
groote afmetingen zat beklemd tusschen het
schroefraam en op de schroei Telkens ging
er een stuk van het dier af; om 12 uur was
alles er uit, en de machine maakte weer haar
gewone aantal slagen.
Toen het transport op 17 September Aden
had bereikt, bleek de Zuid-West moesson,
die in den Indischen Oceaan van half Mei
tot half September krachtig waait, voldoen
de in kracht te zijn afgenomen, zoodat men
niet behoefde te wachten en veilig den groo-
ten oversteek kon aanvangen;
Op 22 September werd Kaap Gartafui, het
laatste uithoekje van het vasteland gepas
seerd. De waarnemende directeur van de
Droogdok Maatschappij Tandjong Prlok, de
heer D. Croll Jr., was inmiddels aan boord
van het s.s. Rlndjani van den Rotterdain-
schen Lloyd op weg naar Indië gegaan, om
de voorbereidingen voor do ontvangst van
het dok te treffen. Tusschen Aden en Co
lombo zou de Rlndjani den sleep paseeren.
De heer Croll was de laatste dagen vóór dit
zou geschieden in draadlooze verbinding
met kapite'n Verschoor en men kon daar
door den dag en het uur bepalen waarop de
reizigers elkander voorbij zouden varen. Dit
geschiedde te 3 uur 's nachts. Het dok, dat
450' lang en 92' breed is, had evenals de zee
sleepbooten alle lichten brandend en aan
boord van de Rindjani moet men dan ook
van een fantastisch schouwspel getuige zijn
geweest.
Te Colombo werd op 16 en 16 October op
nieuw gebunkerd. Dit was noodig, aangezien
het wegens den zeegang niet mogelijk was
gebleken, de kolen die in zakken op het dok
waren meegenomen, in de sleepbootan over
te brengen.
Zonder dat er zich incidenten hadden voor-
gedaan kwam men 30 October ter hoogte van
Sabang aan de Noord-West punt van Suma-
tra, waar de sleepbooten wederom bunker
den. De reis werd voortgezet door Straat
Malakka; 7 November was men ter hoogte
van Singapore en in den voormiddag van
den 14den dezer kwam het.dok op zijn be
stemming Tandjong Priok, na den afstand
van 8700 mijl te hebben afgelegd in 125 da
gen.
Van de aankomst zijn nog geen nadere be
richten ontvangen. Het telegram: „Arrived
in good oondition" vertelt slechts met deze
eenvoudige woorden van het gelukkig vol
brengen van deze onderneming, en legt daar
mede getuigenis af van de kwaliteiten en de
zeemanschap van kapitein Verschoor en zijn
menschen, van de kwaliteiten van het op
Nederlandsche werven gebouwd materiaal
tevens.
amrrwvd a
De verdeeling van het Inkomen.
Stijging der lage, daling der hooge
Inkomens in de achter ons lig
gende Jaren.
In „Eoonomisch-Statistisbhe Berichten
wijdt mr. A. F. L. Stapel een besohoüwing
aan de verdeeling van het inkomen te Am
sterdam over een tijdruimte van vijf jaar,
die de kalenderjaren 1916 tot en met 1920
omvat, dat is drie oorlogsjaren, het jaar an
de hoogconjunctuur en dat van de ingetreden
depressie. In deze, ook in economisch op
zicht fel bewogen jaren heeft een onmisken
bare wijziging in de verdeeling van het in
komen van Amsterdam- zich voltrokken. Het
percentage van het totale inkomen steeg
van de groep met inkomens van 1200 tot
5000 van 26.9 in 1917/18 tot 60.7 in
1921/22. Voor de inkomensgroep boven
20.000 daalde in dezelfde jaren in Amster
dam het percentage van 58.8 tot 23
van het totale inkomen. Voor de tusschen-
liggende groepen met inkomens van 5000
tot 20.000 onderging het totale percentage
daarentegen slechts betrekkelijk geringe wij
zigingen. De groote veranderingen hebben
derhalve plaats gevonden in beide hoofd
groepen, die van de laagste en die van de
hoogste inkomens. De groep 1200 tot
5000 is proportioneel een steeds grootere
plaats gaan innemen, en heeft terrein ge
wonnen in het tempo van 100, 111, 153, 194,
224. De groep boven 20.000 is proportio
neel in bebeekenis gedaald in het tempo van
100, 93, 72, 61, 43. Dit beteekent dus, dat
een sterk nivelleerende tendenz zich heeft
voltrokken. De eerstvolgende voorloopige
statistieken zullen het antwoord kunnen ge
ven op de waag, of dit verschijnsel zich
na 1921'22 al dan niet heeft voortgezet.
De werkloosheid ln Europa.
Het I .V. V. heeft een rapport opgesteld
over den economischen toestand in de ver
schillende Europeesche landen. Daaruit
blijkt, dat in bijna alle die landen de werk
loosheid aan het verminderen is. De ergste
uitzondering op dien regel vormt Duitsch-
land!.
De getallen zijn als volgt:
België (groote industrieels opleving) 12.368
werkloozen.
Frankrijk (buitengewoon bevredigende
economische toestand) 1.361 werkloozen.
Nederland (weinig verandering op de ar-
beddersmarkt) 80.222 werkloozen, die arbei
ders inbegrepen, die van tijd tot tijd werk
hebben).
Italië (steeds afnemende werkloosheid)
231.590 werkloozen.
Polen (niet inbegrepen het vroegere Prui
sische gebied en Oost-Galicië) 87.000 werk
loozen.
Denemarken: 20.724 werkloozen.
Noorwegen: 12.840 werkloozen.
Zweden: 11.009 werkloozen.
Zwitserland (sinds eenige maanden lang
zaam afnemende werkloosheid) 22.840 werk
loozen.
Tsjecho-Slowakije: 300.000 werkloozen.
Oostenrijk (regelmatig afnemende werk
loosheid) 77.923 werkloozen.
Rusland (werkloosheid vooral onder ge
meentearbeiders, arbeiders in de kleeding-
industrie en. niet-vakarbeidérs). Aantal werk
loozen in 52 steden: 443.000.
Duitschland "(in alle takken van industrie
steeds slechter wordende toestand) 660.788
werkloozen.
'Voor het geheele vasteland van Europa
1.961.697 werkloozen. In Groot-Brittannië
waren er in October nog 1.249.500.
Ontslag tijdelijke burgerwerklieden.
Blijkens een kennisgeving van den minis
ter van oorlog ligt het in het voornemen,
met ingang van 1 Februari 1924 uit bezui-
nigingsoverwegingen ongeveer 500 tijde
lijke, met werkzaamheden in de kazernes,
enz. belaste, burgerwerklieden te ontslaan.
Hoewel de mogelijkheid bestaat, dat sommi
gen van hen in dienst kunnen blijven, wordt
den autoriteiten van het leger verzocht, nu
reeds aan alle tijdelijke werklieden als in
den aanhef dezer kennisgeving bedoeld,
schriftelijk den dienst op te zeggen tegen 1
Februari
Reserve- en beroepsofficieren.
Naar de Haagsche Ct. verneemt, heeft
zidh bij de jongste najaarsoefeningen' het
feit voorgedaan, dat beroepsofficieren be
zwaar maakten, zich onder de bevelen te
stellen van reserve-officieren van gelijken,
doch ouderen rang.
In verband hiermede heeft thans de com
mandant van het veldleger een brief aan de
commandeerende officieren der korpsen ge
zonden, waarin wordt verzocht aan alle on
der hun bevelen gestolde beroepsofficieren
onder de aandacht te brengen, dat zij op
grond van do bestaande bepalingen betref
fende anciënniteit verplicht zijn, zich te
alle tijden onder de bevelen te stellen van
reserve-officieren, die van ouderen rang
zijn.
Kurt Vogel.
Naar uit 's-Gravenhage aan „Hel Volk"
Naar uit 's-Gravenhage aan „Het Volk"
wordt gemeld, verblijft Kurt Vogel, een der
oogenblik onder den naam Otto Ingen te
's-Gravenhage.
Het vertrek van den kroonprins.
„Ht Volk" verneemt, dat de quastie van
het vertrek van den kroonprins en van de
positie van den keizer een onderwerp van
bespreking heeft uitgemaakt in de sociaal
democratische Kamerfractie. Naar aanlei
ding daarvan heeft mr. P. J. Troelstra den
voorzitter van de Kamer verzocht een ver
gadering van de Kamercommissie voor bui-
tenlandsohe zaken te beleggen.
wen niet een enkele op de oprichtingsvergade
ring is gekomen, nog minder heeft gereageerd;
uitgezonderd dan een enkele kantoorbediende.
De schuld, waarom de werktijd dezer cate
gorie van personeel zoo uiterst lang is, is ver
oorzaakt door het niet georganiseerd zijn. In
dit geval moeten de winkeljuffrouwen eens
haar licht opsteken in de Amsterdamsche za
ken. Zij hadden, in de allereerste plaats, moeten
zorgdragen voor een flinke, sterke, stevige or
ganisatie, waarin zij zeer zeker hadden kunnen
ijveren voor werktijdverkorting, voor vroeger
winkelsluiting. Zij hebben dit nagelaten. Hebben
ons laten martelen om een stevige organisatie
op te richten, hebben onze zienswijze omtrent
verkrijging van dit alles betiteld met geldklop-
perjj en wat voor moois meer, doch nu de wan
hoop omi het almaar uitblijven van een wette
lijke regeling meer nabij is, trachten zij hun
positie, die meer dan laksch was, te redden door
het plaatsen van een advertentie, waarin zjj
nota bene de schuld van den langen werktijd
pogen te schuiven op de schouders van één,
zegge één persoon. Dat gaat zoo niet goed. Dat
mag niet.
Langs organisatorischen weg moet men
trachten het doel te bereiken. Dat is de weg,
welke dient bewandeld te worden.
De onderteekenaren der advertentie, en alle
winkeljuffrouwen, mitsgaders mannelijke win
kelbedienden^ kunnen zich alsnog organiseeren.
Kunnen alsnog trachten hun meer dan langen
werktijd verbeterd te krijgen. Dat kan, wan
neer zij zich opgeven aan het adres van onder-
geteekendé, Koningsweg 1. Daar zal dan ge
werkt dienen te worden om spoedig een afdee-
ling op te richten, waarna, mede met winkel
bedienden uit andere plaatsen van ons land, een
scherpe agitatie kan worden gevoerd tegen de
wettelijke 8-uur sluiting, desnoods te beginnen
met een Gemeentelijke verordening.
Nu niet getalmd, nog is de tijd gunstig. Niet
een advertentie geplaatst, doch aaneengesloten
schouder aan schouder naar het doel: de wette
lijke 8 uur sluiting voor winkels.
Met dank voor de verleende plaatsruimte,
J. W. v. TEECKELENBURGH,
Secr. Heldersche Bestuurdersbond.
Koningsweg 1, Helder.
Geachte Redactie.
De heer Quast, Weststraat 43 alhier, richt zich
in een paar advertenties tot het publiek en win
keliers, om eene eventueel in te voeren 8 uur-
sluiting tegen te gaan.
Dat is zijn goed recht, mits genoemde heer
niet vergeet, dat die winkeliers, die er een andere
meening op na houden, dezelfde rechten hebben.
Nu kan de heer Quast mij toevoegen, dat die
winkeliers, die voor 8 uur sluiting zijn, dan hun
gang maar gaan, doch laat ik hierop dan antwoor
den, (en dit kan de heer Q. wel weten, dat zoo
iets nu eenmaal tot de onmogelijkheden behoort.
'Een winkelsluiting kan niet anders dan bij
plaatselijke verordening vastgesteld worden.
Er blijft dus alleen maar een verschil van één
uur vroeger sluiten, en wel 8 uur en ik geloof,
wanneer de heer Quast het vóór en het tegen
eens goed, maar vooral onpartijdig, overweegt en
daarbij vooral voor oogen houdt, het zeer groote
belang, zoowel voor zijn gezin, personeel, enz.,
daarbij betrokken, hij zeer spoedig kan worden
gerekend bij de zeer vele koopers en verkoop ers,
die voor een verplichte 8 uur sluiting zijn.
Helder, November 1923. G.
De 8 uur sluiting der winkels.
Met niet geringe verwondering en groote ver
bazing nam ondergeteekende kennis van de
advertentie in het Advertentieblad1 van 14 No
vember j.1., onderteekend door „eenige winkel
juffrouwen", waarin deze meenden uiting te
moeten geven aan hun overkropt gemoed om
den meer dan langen werktijd, welken hun door
hun patroons goedhartig wordt toebedeeld. Met
verwondering, omdat het toch deze onderteeKe-
naren niet onbekend kan zijn, dat door de orga
nisatie van onderget,, nJ. den Helderschen
^estuurderbond, meermalen ernstig is gepoogd
een afdeehng op te richten van alle winkelbe
dienden. Met verbazing, omdat op den herhaal-
15. geplaatsten oproep en de vele rond-
ges, xiide strooibiljetten aan de winkeljuffrou
De stervenden.
Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche
Rood© Kruis vraagt ons plaatsing van het
volgende:
De brieven om hulp, die wij de laatste we
ken) uit Duitschland hebben ontvangen zijn
ontzettend;
Met geen droge oogen zijn ze te lezen.
Voorbeelden?
Een brief van een1 jongen uit ten arbei
dersgezin, werkzaam bij een advocaat
Wij hebben niets meer te eten; alles is
verkocht, zendt mij één gulden voor mijn
broertjes en zusjes.
Een brief van een 18-jarig meisje:....
M^<vier is van uitputting gestorven.
Var een geestelijke: Ik sta aan het hoofd
van een klein ziekenhuis. Er zijn patiënten,
die in twee dagen niet meer hebben gegeten.
Uit een ander schrijven: ....Wij gingen
een bekende delicatessezaak voorbij. Een
man bleef er voor staan en drukte z"n ge
zicht tegen de ruit. Plotseling zakte hij in
elkaar en als men hem wegbracht kon hij
slechts uitroepen: honger!
Iemand uit Nieuwied naar Holland geko
men, om hulp te halen, vertelt: de toestand
is hier zoo, dat wanneer ik zonder iets
terugkeer, ik wel een kanon kan nemen en
alles doodschieten, omdat de menschen uit
geput van honger, niets meer te verwachten
hebben.
Nog een voorbeeld1: Op het oogenblik
staan weduwen van hooggeplaatste ambte
naren' bij de banken en vragen aan ben, die
ze verlaten om een aalmoes.
Een generaal schrijft: Ik heb vandaag
mijn lantste paar laarzen verkocht voor een
stuk brood.
Het Nederlandsche volk moet steun ver-
leenen, gelijk de andere volken dit doen.
Wij zonden een vertegenwoordiger naar
Berlijn om met de Regeering en speciaal
met den Minister van Voedselvoorziening
alsmede het Dultsohe Roode Kruis te over
leggen hoe het beste te helpen.
W ij stellen ons voor ten einde meer een
heid ln de hulpverleenign te brengen de
vertegenwoordigers van bestaande Neder
landsche Organisaties, die thans reeds 'hulp
in Duitschland bieden en waarvan wij hier
bij om onverwijlde opgave van hare adres-
r?" ,^®rzoeken, tot een bond te vereenlgen.
En dit speciaal met het oog om een te hou
den algemeen© openbare collecte waarvan
de opbrengst in naderoverleg tusschen de
verschillende corporatiën zou zijn te ver-
deelen.
Doch in afwachting van het rapport van
onzen vertegenwoordiger en het samenstel
len ,van een bond van de verschillende orga
nisaties, vragen wij U:
Stuurt nu reeds geld aan het Hoofdbe
stuur van het Nederlandsche Roode Kruis,
Pr ncessegracht 27, den Haag, onder aan
duiding: „Duitschland" of „Nederlanders in
Dunsch.and want de hongrrjgen kunnen
niet langer wachten.
Abusievelijk is in de advertentie van dèn
heer P. Brinkman (gymnastiek, lichamelijke
oefeningen enz.) vermeld, dat deze leerares
gymnastiek zou zijn. Een aardigheidje van
den zetter, waar die bedoeling was te ver
melden, dat genoemde heer is leeraar Gym
nastiek M.O.