E (DUW
ABDIJSIROOP
Tweede Blad,
VAN ZATERDAG 8 DECEMBER 1923.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Hr. Ms. „Pelikaan" en de onderzeebooten.
Blijkens een bij het departement van ma
rine ontvangen telegrafisch bericht, is Hr.
Ms. „Pelikaan" met de onderzeebooten Kil,
K VII en K VIII, onder bevel van kapitein
luitenant ter zee E. M. Wissmann, op zijn
uitreis naar Nederlandsch-Indië gisteren van
Colombo vertrokken.
Oefenlngsrels Hr. Ms. „Tromp" en
„Heemskerck".
Er zal in begin van het volgend jaar een
oefeningsreis plaats hebben door „Heems
kerck" en .„Tromp", naar en nabij de Cana-
rische eilanden.
Daarvoor is het volgende reisplan vastge
steld:
5 Januari, Zaterdag, vertrek van Hr. Ms.
„Heemskerck" van Nieuwediep; 10 of 11
Januari, Donderdag of Vrijdag, ontmoeting
met „Tromp" in zee; 14 Jan. aankomst te Las
Palmas, waar wordt verbleven tot 19 Jan.;
Zaterdag, als wanneer vertrokken wordt naar
Straat Rio, tot het oefenen in de omgeving tot
1 Febr.; Vrijdag, op welken dag het vertrek
naar Madeira plaats heeft; 2 Februari, Zater
dag, aankomst te Madeira, waar verbleven
wordt tot 8 Februari; Vrijdag, op welken dag
naar het vorig oefenterrein teruggekeerd
wordt; 9 Februari, Zaterdag, aankomst aldaar,
tot een oefening, welke zal duren tot 20 Febr.;
Woensdag, als wanneer vertrokken wordt naar
Santa Cruz de Teneriffe; de aankomst aldaar
zal plaats hebben 21 Eebiuari, Donderdag, en
er wordt verbleven tot 27 Februari, Woens
dag, op welken dag de terugkeer naar Nieuwe
diep wordt aangevangen. De aankomst aldaar
wordt verwacht 8 of 9 Maart.
Militair Zeevaartonderwijs.
Naar het Ned. Corr. Bureau verneemt ligt
het in de bedoeling eerlang over te gaan tot
opheffing van het ambt van Inspecteur van
het Militair Onderwijs bij de Zeemacht, wel
ke functie thans wordt vervuld door den gep.
vice-admiraal G. F. Tydeman.
Daarentegen zal worden ingesteld de be
trekking van permanent voorzitter van de
commissie voor het examineeren van offi
cieren en adelborsten, waartoe een gepen-
sionneerd vlagofficier zal worden benoemd.
Georganiseerd overleg bü de zeemacht.
Donderdag is afgekondigd het Stblad,
houdende wijziging van het K. B. van 28
December 1922 betreffende voorloopige voor
zieningen omtrent het georganiseerd over
leg voor het militaire personeel der zee
macht.
„De Golfbreker".
Ter gelegenheid van het verschijnen van
het 100ste „Juttertje" onvangen al onze le
zers met het nummer van heden een op
kunstdrukpapier gedrukte reproductie van
eene teekening van den heer Pinkhof.
In tegenstelling met de tot nu toe in het
Juttertje opgenomen teekeningen, brengt
deze bijlage een meer decoratieve uitwerking
van het gegeven.
Wjj hopen dat deze bijlage in den smaak
van onze lezers zal vallen, en velen voor haar
een plaatsje aan den wand mogen vinden.
Men kan haar eenvoudig op gekleurd car-
ton plakken, op de wijze, zooals het in onze
fotokast geplaatst exemplaar is behandeld.
Mochten er lezer zijn, die zoo'n stukje car-
ton niet bezitten, dan kunnen zij dat aan ons
bureau Koningstraat bekomen tegen betaling
van 3 cent.
Liefdadigheidsvoorstelling „Tavenu".
Donderdagavond gaf de Heldersche Too-
neelvereeniging „Tavenu" een herhaling
van de opvoering van de „Suikerfreule", het
Indische kluchtspel van Henri van Wermes-
kerken, dat als vervolg op Tropenadel even
als dit dit geestige blijspel tal van aardige
momenten heeft, die het publiek telkens en
telkens we^r doen schaterlachen. Ditmaal
was de uitvoering geheel ten bate van de
Hollandsche kinderen in het Roergebied, en
een tjokvolle zaal was het resultaat van het
ijverig en onvermoeid werken van het
plaatselijk comité.
Na hetgeen wij over de vertolking den
vorigen keer schreven, kunnen wij ons thans
bepalen tot de enkele mededeeling, dat ook
nu weer het succes buitengewoon was, het
welk voor het overgroote deel was te dan
ken aan het uitstekende spel van mejuffrouw
Annie Dijkshoorn. Men zal zich wellicht her
inneren, dat van Wermeskerken^na het suc
ces van zijn „Tropenadel" dit tweede stuk
schreef, en evenals bij „Tropenadel", daar
bij de hoofdrol bestemde voor mevrouw de
Boer—van Rijk. Het gevolg daarvan is, dat
ook nu de aanminnige juffrouw van der
Kooy den geheelen avond bijna onafgebro
ken op het tooneel is, en dan ook nog Jjijna
doorloopend het woord heeft. Dat alles werd
door mej. Dijkshoorn klaargespeeld met een
gemak en een natuurlijkheid, alsof zij jaren
lange routine op het tooneel bezat. Boven
dien was haar mimiek en haar gebarenspel
zoo natuurlijk, dat ieder oogenblik de zaal
in lachsalvo's uitbarstte. In geen enkel op
zicht overdreef zij haar rol, maar bleef steeds
zichzelf gelijk. Wij zullen, zooals gezegd,
niet verder op het spel der anderen ingaan,
en bedoelen daar ook volstrekt niets on
vriendelijks mee; de medespelers zelf zullen
het met ons eens zijn, dat hun taak door het
vlotte spel van mejuffrouw van der Kooy
pardon.Dijkshoorn ten zeerste werd
vergemakkelijkt. Haar tooneel-echtgenoot,
de heer Denker, mag nog terloops even wor
den genoemd, ook hij had een moeilijke rol,
en vertolkte die zeer goed.
Wij willen dus liever aanstonds tot het
zakelijke element overgaan. Dat zakelijke
speelde zich af aan het einde van het eerste
bedrijf, toen de heeren van het comité, de
heeren' Bernard Meyer, Levy Grunwald, Ko
kelaar, vergezeld door een aantal andere
heeren het tooneel betraden. Allereerst nam
de heer Kokelaar het woord. Hij stelde en
kele heeren voor, nl. leden van de Neder-
landsche Vereeniging te Dortmund, die naar
Holland waren gekomen om daar steun te
zoeken voor hun landgenooten in den
vreemde, die het zoo bitter en bitter slecht
hebben. De heer Kokelaar dan dankte aller
eerst voor den steun, dien zij in de afge-
loopen weken hadden ontvangen van de Hel
dersche bevolking, en die enorm is geweest,
ondanks de slechte tijden. Vele kinderen in
het Roergebied zijn erdoor gebaat; het co
mité heeft onmiddellijk de gecollecteerde
gelden aan den Nederlandschen consul over
gemaakt, omdat de nood zoo drong. Spr. doet
voorlezing van een brief van den Holland-
schen consul in Dortmund, waarin deze zijn
groote voldoening over het werken van het
Heldersche oomité uitspreekt, het lijkt
wel, schrijft de consul, alsof de
Heldersche jutters den goudschat der Lutine
boven water hebben gebracht, zoozeer heb
ben ze ons gesteund. Zoo'n brief stemt ons
tot groote voldoening en dankbaarheid, en
daarbij komt thans nog de gansch niet
geringe besomming van dezen avond. Bo
vendien zullen nog een vijftal geschenken,
ons van verschillende zijde geworden, met
toestemming van de autoriteiten, worden
verloot. Daartoe zal straks een politie-agent
een nummertje uit de bus halen, en intus-
schen zullen loten 10 cents worden ver
kocht
Een der heeren van de Ned. Vereeniging
te Dortmund, de heer Swennen, die al eenige
weken in ons land vertoeft ter regeling van
de steun ver leening, brengt een kort woord
van dank uit voor de hulp, die Helder hier
bij heeft verleend.
Hierna verkrijgt de heer P. W. Mighorst
het woord, Voorzitter van het Ondersteu
ningscomité, ressorteerende onder den Hol-
landschen Consul te Dortmund, en voorzitter
van de Ver. „Hollandia" aldaar. Deze heer,
transport van Hollandsche kinderen naar
den Haag, vertoefde dientengevolge in ons
land, en kwam hier van zijn groote waar
deering voor het werk der landgenooten ge
tuigen. Spr. is uit den aard der zaak van
dag tot dag bekend met den nood in het
Roergebied. Spr. is over de 60 en heeft dus
al veel meegemaakt, maar de ellende van
thans overtreft alles. Hij heeft hier een twee
tal avonden weder geheel onder zijn land
genooten verkeerd, en dit waren mooie
avonden voor hem. Toch was er kommer in
zijn hart. Hier kregen de kinderen allerlei ge
schenken, terwijl er bjj ons tienduizenden kin
dertjes zjjn, die in den letterlijken zin des
woords geen hem aan hebben. Elk jaar heb
ben wjj in Dortmund nog het St. Nicolaas-
feest kunnen vieren, dit jaar evenwel was
het ons door de ellende onmogelijk. Spr. was
op het consulaat toen de eerste brief met
geld uit Helder daar aankwam. De consul
sprak zjjn blijdschap uit over het groote suc
ces van onze pogingen om steun van onze
landgenooten te krijgen. Wij hebben onze
vertrouwensma nn en naar Holland gezon
den, de heer Swennen, hier aanwezig. Zij
slaagden volkomen, en wij kunnen nu melk
koopen voor onze kinderen. Spr. is blijde
weer eens in Holland te zijn, in het buiten
land leert men zijn landgenooten waardee-
ren, en het is prettig weer eens uitsluitend
Hollandsch te hooren en een echt-Hol-
landsch tooneelstuk te zien. Het succes van
dezen avond geeft ons moed om voort te
gaan met ons werk.
Spr. betuigt zijn harteljjken dank aan het
Heldersche publiek voor alles wat het reeds
gedaan heeft. Van Januari af, toen de Fran-
schen in het Roergebied kwamen, konden
wij 380 Hollandsche kinderen naar Holland
zenden. Van alle kanten zijn wjj hier te lan
de gesteund, hetzij financieel, hetzij moreel
door de pers, en wjj danken u allen daar
voor.
Aan het einde van het tweede bedrijf trad
de heer Kokelaar nogmaals naar voren,
thans om de Vereeniging Tavenu te danken
voor haar medewerking, die de oorzaak is
geweest van het uitstekend slagen van de
zen avond. Voornamelijk de heer Kottmann
is daarvan de oorzaak, want onder diens lei
ding geschiedt deze opvoering. Onder luid
gejuich werd de heer Kottmann naar voren
gebracht en gehuldigd. Tenslotte werd aan
de beide dames Dijkshoorn en van Zoonen
een bescheiden bloemenhulde aangeboden.
Deze onkosten moesten er maar af, zoo zeide
de heer Kokelaar, want de dames hadden
haar bloemetjes wel verdiend, en het was
maar een zeer bescheiden bouquetje, dat
men aanbood.
Inmiddels waren de lootjes voor de verlo
ting verkocht, en daar deze verloting op
800 loten was gebaseerd, en men nog wel
tweemaal zooveel loten te kort kwam, kwam
de heer Biersteker aan het einde op het lu-
mineuse idee om den aanwezigen gelegen
heid' te geven, nu zij geen loten meer kon
den krijgen, toch hun dubbeltje, dat zij daar
voor beschikbaar hadden gesteld, te offeren.
Zoodat een geïmproviseerde collecte nog
een aardig bedrag opleverde. De juiste cij
fers hieromtrent zullen binnenkort wel wor
den gepubliceerd. Het was een mooie, suc
cesvolle avond.
Prof. Dr. F. J. J. Builtendflk.
Woensdag 12 Deo. a.s. hoopt voor de
A.V.O.C.G. alhier, op te treden Prof. Dr. F.
J. J. Buijtendijk met het actueele onder
werp: „Wezen en zin van het leed'..
Het is misschien wenschelijk dezen ge
leerde, die in onze betrekkelijk afgelegen
woonplaats niet zoo bekend zal zijn als in de
groote steden van ons land, bij het Helder
sche publiek te introduceeren.
Prof. Buijtendijk is geboren 29 April 1887.
Trad op 27-jarigen leeftijd op als lector in
de biologie (leer van de levende wezens) aan
de Vrije Universiteit te Amsterdam en werd,
nu doctor, 9 Mei 1919 benoemd tot hoog
leeraar.
Behalve op biologisch terrein is hij ook
op wijsgeerig gebied zeer bekwaam en ver
staat hij bovendien nog de kunst de weten
schappelijke dankbeelden in lezingen ook
voor de niet-intellectueelen bevattelijk en
aantrekkelijk te maken.
Hij heeft zich in de wetenschappelijke wö-
reld zeer populair gemaakt door zijn onder
zoekingen naar het wezensverschil tusschen
mensch en dier en bij de minder ontwik
kelden door zijn op zoo onderhoudende ma
nier voorgedragen lezingen voor comité's en
Jongelingsvereenigingen over: materialisme,
ziel en lichaam, dier en mensch, evolutie,
christendom, biologi, het ontstaan van het
denken, enz.
Het mag dan ook zeker wel als een bij
zonderheid worden beschouwd, dat deze ge
leerde en populaire spreker, hier zijn licht
zal laten schijnen over het probleem van het
lijden.
Zie voor nadere bijzonderheden de in dit
nummer voorkomende advertentie.
Ingezonden mededeeling.
Die erge verkoudheid
AKKER'»
Uit het Politierapport.
Door een bewoonster van den Dijkweg is
bij de politie aangifte gedaan, dat zij meer
malen wordt beleedigd door een bewoonster
van den Strooweg. Op verzoek van klaag
ster zal de loslippige dame door de politie
nog eens ernstig worden gewaarschuwd.
Dinsdagnacht werd politie-assistentie ge
vraagd in „Casino", waar een drietal perso-
nonen tegen den wil van den rechthebbende
wilden binnendringen. De politie verwijder
de deze personen. Eén hunner, een officier
vlieger der Marine, bleek nog den portier
te hebben mishandeld door dezen een slag
te geven. Tegen dezen man van eer zal pro
ces-verbaal worden opgemaakt.
Op verzoek van den vader te Enkhuizen is
hier ter stede Woensdagmorgen aangehouden
een minderjarige dochter, die tegen diens wil
alhier vertoefde. Zij is met den trein van 12.10
ure op transport naar haak woonplaats gesteld.
Door een bewoner van de le Emmadwars-
straat werd Woensdagmiddag kennis gegeven,
dat zijn zoon, die niet geheel normaal is, op
3 December de ouderlijke woning heeft ver
laten en daarin tot heden niet is teruggekeerd.
Naar hem zal door de politie worden uitgezien.
Door een marinier werd Woensdagmid
dag aangifte gedaan, dat, toen hij met twee
rijwielen aan de hand op de Weststraat reed,
een rijtuig hem links inhaalde, waarvan het
achterwiel zijn rijwiel beschadigde. Een on
derzoek heeft plaats.
Door de politie werd Woensdagavond aan
de van Galenstraat een paard aangetroffen,
dat daar onbeheerd liep. Het paard, dat aan
zekeren D. aan de Balistraat schijnt toe te
behooren, werd tijdelijk op een weiland ge
bracht, waarna het onderzoek wordt voort
gezet. Genoemde D. zou reeds eerder weinig
zorg voor zijn dieren hebben getoond.
OOST-INDIE.
Een moeilijke redding.
Het was in de laatste dagen van 1919 dat
het Engelsche passagiersschip „Tazilka"
van de Britsch Indian Steamship Comp., ter
hoogte van de Nicobaren, noordelijk van Sa-
bang, op een der rotsachtige eilanden aan
den grond raakte en reddeloos verloren was.
Het te Sabang gestationeerde gouverne
mentsstoomschip „Nias" ontving een draad
loos verzoek om hulp en stoomde in de op
gegeven richting, waar na veel zoeken,
't was 'n stikdonkere nacht het in nood
verkeerende vaartuig werd gevonden. Door
de ligging was 't niet mogelijk dichter bij te
komen. De stoomsloep werd gestreken en
onder bevel van den len officier H. van
Scheyen werd de tocht gewaagd. De hevige
branding belette bijna het naderen, maar
dank zij den moed en de volharding van de
bemanning der stoomsloep mocht 't ten slot
te gelukken alle opvarenden en de passa
giers tezamen pl.m. 150 man behouden naai
de „Nias" over te brengen.
Den volgenden morgen was 't weer wat
opgeklaard en kon ook de aanzienlijke goud
voorraad der „Tazilka" geborgen worden.
Voor zijn moedig gedrag werd onze vroe-
geree plaatsgenoot, de heer H. van Scheyen,
door de Koningin beloond met de reddings
medaille en daarbij behoorende oorkonde.
Ook de Engelsche maatschappij vergat den
redder niet, zooals blijkt uit het volgende
bericht in de Makassaarsche Courant:
Heden ontving de 1ste officier van Hms.
s.s. „Aldebaran", de heer H. van Scheyen, 't
bericht dat hem door de Britsch Indian
Steam Ship Nav. Comp. een gouden horloge
met inscriptie was geschonken voor zijn moe
dig gedrag-bij het redden van de bemanning
van het s.s. „Tazilka", welk schip in 1919 op
een der eilanden van de Nicobaren was ge
strand.
Negentien honderd negentien, dus vier
jaren geleden. Lang, zeer lang heeft de er
kenning van de groote verdienste van deze
moeilijke redding op zich doen wachten.
Doch „Beter Laat dan Nooit" zal men ge
dacht hebben.
Intusschen den heer H. v. Scheyen onzen
welgemeenden gelukwensch.
Auto In huls gereden.
Een zware lastauto met 3000 K.G. koop
waren geladen, reed Woensdag de zware
helling nabij Tongeren, genaamd de Broek-
berg, op. Bijna boven gekomen, begon het
zware gevaarte achteruit te rollen. De chauf
feurs konden den wagen niet meer meester
woeden, met het gevolg, dat hij in het huis
Paumen terecht kwam en halverwege in den
gevel bleef steken. Huis en auto zijn erg be
schadigd. Bij het losmaken van de auto, dat
met veel moeite gepaard ging, moesten stut
ten worden aangebracht, om te voorkomen,
dat het huis instortte.
Doodelijk ongeluk.
Woensdagnacht zijn bij het laden van een
kameroven bij de Gemeentelijke gasfabriek
te Enkhuizen twee bouten van een kolenwa
gen gebroken, die een gewicht van 1500
K.G. torsten. De wagen kapsijsde en een 53-
jarige stoker kreeg den geheelen inhoud op
het lichaam. Onmiddellijk stelde men pogin
gen in het werk den ongelukkige te bevrij
den. De geneesheer kon slechts den dood
oonstateeren.
OP EN OM HET BINNENHOF.
Den Haag, 5 December.
De Kabinets-crisis is thans in haar zesde
week. De heer Beelaerts van Blokland, de chr.-
historische diplomaat, is nog steeds „in be
raad". Er worden, ook door politieke tegen
standers, vriendelijk-klinkende woorden over
hem gezegd en geschreven. De heer Marchant,
van wien stellig niemand zal beweren, dat hij
vriend van stroopkwast- of pluimstrijkerij is,
verklaart in „De Vrijz.-Democraat", dat „op-
zichzelf de keuze van den heer B. v. B. is toe
te juichen". De man, wien thans door H. M.
opdracht tot Kabinets-formatie is verstrekt,
toonde zich aldus verder mr. Marchant
„in zijn verschillende functies iemand van
groote werkkracht, scherpzinnigheid en ken
nis. Hij heeft veel tact om met menschen om
te gaan en zal met alle omstandigheden reke
ning houden bij het bepalen van zijn beleid.
Intusschen acht de heer Marchant 't twijfel
achtig, of mr. Beelaerts slagen zal. En mocht
dit het geval wezen, dan „wachten hem met
name van de zijde der anti-revolutionnairen
moeilijkheden. Het wordt meer en meer dui
delijk, dat deze partij als eenige mogelijkheid
beschouwt een Kabinet-Colijn. Waar de chris-
telijk-historischen blijkbaar bij de Roomsche
leiding zich nog hadden willen neerleggen,
eischen de anti-revolutionnairen die op voor
zich.
Elk Kabinet, waarvoor de steun van de anti-
revolutionnaire fractie onmisbaar is, zal aan de
heidenen worden overgeleverd. Het schouw
spel belooft- interessant te worden" besluit
dr heer Marchant „kan Nederland buiten
Colijn of niet?
Dat de heer Beelaerts van Blokland de op
dracht ontving tot vorming van een extra-par
lementair Ministerie van Rechtsche „nuance",
men weet het thans wel. Op eene vergade
ring van de vrijz.-democratische Vrouwenclub,
te 's-Gravenhage, heeft mr. M. dan ook ver
klaard, „geen bezoek van den formateur te
hebben ontvangen."
Ik veroorloof mij er toch nog even de aan
dacht op te richten, dat Jan Publiek te onzent
't nu al gedurende zes weken ten opzichte van
de crisis moet stellen met vage geruchten, cou
ranten-bespiegelingen en een enkele toespe
ling op den stand van zaken door een of ander
Kamer-lid, die ergens een speechje afsteekt!
In Engeland'heeft pas een geweldige kies
strijd gewoed. Men vergelijke eens de hou
ding, welke de „hervorragende", toonaange
vende politici, leiders, daar aannemen met wat
in crisis-periode te onzent het publiek wordt
„verduidelijkt"!Men mag veilig gelooven,
dat indien thans de stembus was neêrgezet,
een bero'ep op 't kiezersvolk ware gedaan, al
licht de heeren wat meer „communicatief" zou
den zijn. In de weken vlak vóór stemmerij is
er een „run" om „gunst en recommandatie"
bij de massa, welke dan het politiek lot van
zoovelen, op het kussen der eere gezeten, in
handen heeft. De Evenredige Vertegenwoordi
ging, welke het contact tusschen kiezers en
gekozenen vrijwel verbrak, heeft ook daarin
wel verandering gebracht. Wie naar het Bin
nenhof zullen gedeputeerd, is in politieke
onder-onsjes immers bekokstoofd, vóórdat de
groote tocht naar de stemhokjes, het manoeu
vreeren van de roode potlooden, begint.
Maar toch valt in stemperiode een tijdelijke
opvlamming te bespeuren van „égards" voor
kiezersvolkje, 't Is echter een stroovuur, als
de zaak achter den rug is, herleeft de stroeve
geheimzinnigheid. En daar de massa in Neder
land zich nu eenmaal gedwee en geduldig
schikt naar deze „politieke zeden", zal er in
afzienbare toekomst geen verandering in wor
den gebracht.
Men moet zich dus wat moeite getroosten
om eenige voorstelling te krijgen van de poli
tieke situatie.
De R.-K. werkgevers hielden hun recon
structie-congres.
En het katholieke orgaan „De Tijd" verklaart
door twee gebeurtenissen op dat congres ge
troffen te zijn.
Toen de Voorzitter aankondigde, dat zich
onder de aanwezigen ook bevond de heer II.
Colijn, minister van Financiën, hoofd van de
anti-revolutionnaire partij, begroette de verga
dering deze mededeeling „met luid en lang
durig applaus". Het Congres-bestuur en een
groot aantal aanwezigen „verhieven zich van
hun zetels en brachten den heer Colijn een
ovatie".
Welke spontane hulde, in een katholieke
bijeenkomst den anti-revolutionnairen staats
man gebracht, volgens „De Tijd" slechts
kan beteekenen, dat men in den kring der
Roomsche werkgevers sympathie koestert voor
de financieele maatregelen, welke door 't de-
missionnair Kabinet waren aangekondigd,
en dat er dóór ook vertrouwen bestaat in den
persoon van den heer Colijn, om deze plannen
tot een goed einde te brengen".
Maar: we zjjn er nog niet!
Het katholieke Senaats-lid, de heer Blom-
jous, hield op het congres een rede over „be
lasting- en handelspolitiek".
En in die rede sprak de heer Blomjous ook
deze woorden: „In dit tijdsgewricht, waarin
onze volkswelvaart en daarmede ook zijn zede
lijk en godsdienstig evenwicht bedreigd wordt,
gevoelen wij duidelijker dan ooit, dat alleen een
Kabinet, gevormd uit en gedragen door de
drie Christelijke partijen, in staat zal zjjn die
maatregelen voor te stellen en door te vo ren,
welke ons volk voor verval zullen vermogen te
behoeden en tot herleefde welvaart zullen kun
nen voeren."
Het Congres betuigde met luid handgeklap
zijne instemming met deze verklaring.
En „De Tijd" teekent erbij aan: „Het wil
Ingezonden Mededeeling.
De geheele Marine wordt in den
Helder geconcentreerd.
De minister van de zeemonden van het
Marsdiep, overwegende, dat de stelling Helder
strategisch duizendmaal gunstiger gelegen is
dan Vlissingen, omdat de Marinebevolking
aldaar, gehuld is in prima zuiver wollen
Kleedingstoffen van Fa. I. GRUNWALD,
die alle ziekten als daar zjju: bronchitis,
verkoudheid, asthma, enz. weert en deze be
volking dus veel krachtiger en gezonder is
dan op iedere andere plaats, bpsluit bjj deze
de marine te Helder te handhaven en uit te
breiden.
Koopt uw Ratiné-Jassen bjj de Firma
I. GRUNWALD, Keizerstraat 116. Het beste
adres hier ter stede. Extra aanbieding zuiver
wollen Ratiné-Jassen, naar maat, f 30.—.
Profiteert, alleen deze week.
Die twijfel is reeds 6 Dec. werkelijkheid
geworden. (Red. H. C.).
ons voorkomen, dat dit alles duidelijk spreekt
tot degenen, die bij de Kabinets-formatie over
de toekomstige politieke oriënteering van Ne
derland mede hebben te beslissen."
In hoever deze „uitspraak van het katho
lieke werkgevers-congres aangenaam kan wor
den genoemd voor mr. Beelaerts als formateur-
in spé, is een andere vraag.
Maar dat de heer H. Colijn op deze bijeen
komst gehuldigd werd als bevond hij zich onder
zijne deputaten, kort nadat bekend werden
gemaakt de „voorwaarden", door hem aan mr.
Kooien gesteld: 't is zeker in hooge mate tref
fend!
Over die conditiën, den katholieken door
de fractie-Colijn gesteld, en welke mr. Koo
ien immers de Kroon deden melden, dat hij
geen kans zag een op de Rechtsche partijen
steunend Kabinet te vormen bespiegelde de
hoefjjzer-correspondent van het „Handelsblad".
Den heer C. K. Elout blijkt ter oore te zijn ge
komen, dat het nog allerminst zeker is, of er
bepaalde voorwaarden zijn gesteld. In een
,,Standaard"-driestar erkent de heer E.
werd dat woord veel gebruikt en de verwach
ting uitgesproken, dat de voorwaarden eerlang Q
zullen worden gepubliceerd, maar hij verwacht,
dat openbaar-maken vooreerst nog niet. En
voorts verklaart de hoefijzer-correspondent te
gelooven, dat er van voorwaarden in den con-
creten vorm en betreffende bepaalde punten,
als waarvan „Het Volk" gewaagde, niet kan
worden gesproken. De zaak zou z. i. hierop
neerkomen, dat men van Roomsche zijde „af
doende waarborgen" wil hebben „tegen het
opnieuw handelen in strijd met een eenmaal
gemaakte, en niet opgelegde, afspraak."
En de heer Elout blijkt voorts van meening
te zyn, dat de verwezenlijking van dat verlan
gen, door de Katholieken, „niet onmogelijk",
schoon dan ook niet „zoo heel makkelijk" 's.
Ce kern van het conflict tusschen de anti
revolutionairen en roomschen zoekt de hoef
ijzer-correspondent van het „Hbl." niet in
eenigen eisch betreffende de Vlootwet of de
bezuinigings-plannen van den heer Colijn,
maar in de algemeene vraag: Hoe kan er we
der een rechtsche afspraak worden gemaakt,
wanneer men niet volkomen zeker is, dat allen
zich daaraan houden? En dit maakt aldus
de heer Elout nog, de zaak voor den heer
Beelaerts nu wel iets gemakkelijker. Want hij
heeft, anders dan de heer Kooien het had, de
basis van zoo'n afspraak niet noodig.
Over deze laatste bewering van den „Hbl."-
redacteur valt 't een en ander te bespiegelen!
Zeer duidelijk is zij niet. Wil de heer Bee
laerts, of welke kabinets-formateur ook, die
een ministerie van Rechtsche „nuance" poogt
te vormen, zich eenigermate veilig gevoelen,
denkend aan de positie, welke zjjn ministe
rie zal innemen, dan moet hij toch een band,
een ernstigen zin tot samenwerking tusschen
de Rechtsche partijen zien, niet eene ani
mositeit, die elk moment tot nieuwe „breuke"
kan leiden, met- nederlaag voor het Kabinet,
dat geen houvast bezit voor zjjn beleid. Het
extra-parlementaire Kabinet, in 1913 door mr.
Cort v. d. Linden gevormd, zou waarschijnlijk
eerlang vóór 1918 getuimeld zijn, ware de
groote oorlog niet uitgebroken, die den z.g.
Godsvrede onvermijdelijk deed worden, de po
litieke kemphanen tot rust bracht, de mo
gelijkheid van kabinets-crisis voor zekeren
tijd uitschakelde. We zijn vijf jaren na 1918,
het gekakel en geplukhaar in de politieke
gelederen is met gloeienden ijver hervat
Voor een wezenlijk-krachtig extra-parlemen
tair Kabinet z;jn zoovele „gunstige factoren"
onmisbaar, dat het een geniaal meesterstuk
zal zijn, indien den heer Beelaerts van Blok
land zijn „krachttoer" gelukt!
Intüsschen, hetgeen op het Katholieke
congres, hierboven geno md, is voorgevallen,
wijst op toenadering, zin tot verzoening, in de
Rechtsche gelederen.
Mocht er waarheid schuilen in het betoog
van den heer C. K. Elout, dat de heer Colijn
niet met ijzeren greep wil vasthouden aan den
tekst van het Vloot-ontwerp; dat hij, handha-
vehd den eisch der verdediging van Indië, toch
rekening wil houden met bezwaren, als bijv.
door mr. Van Schaick bij het Vloot-debat ont
vouwd
Welnu, mag van neutraal standpunt ge
vraagd, zou er dan geen mogelijkheid be
staan ommet het Kabinet-Ruijs, thans
demissionair, toch nog de vredespijp te roc
ken?
Nogmaals: de crisis is zes weken oud. De
Staatsbegrooting voor 1924, met al den aan
kleve van dien, moet nog alpha tot omega
verwerkt, afgedaan.'
Élke dag verdere stagnatie kost Vader Staat
duizenden.
Indien het streven, het wezenlijke verlan
gen er is om blijvende „breuke" in de Coalitie
te voorkomen, de politieke „triple alliantie"
toch nog te bestendigen: welnu, dan valt
immers, ter besparing van nationalen tijd en
nationale schatten, alles te zeggen voor het
terugnemen der aanvrage tot ontslag door het
Kabinet-Ruys de Béerenbrouck, insteê van
nog weken te verspillen aan het moeizame
werk tot 't zoeken van gegadigden voor een
portefeuille! Dat de nadrukkelijke, onaantast-
baar-lijkende verklaring, vóór 26 October
door mr. Ruys afgelegd over het onverbreek
baar verband tusschen de Vlootwet, zooals die
daar lag, en het leven van zijn Ministerie, me
de zou dienen te worden teruggenomen, 't
ware geen nationale ramp!Beter, dan dat
men, na lange, tijd en geldroovende crisis, tot
het besluit moest komen als in het operette
liedje:
„Ca ne valait pas la peine assurément
„De changer de Gouvernement!
Mr. ANTONIO.
h t<
moogt U niet laten voortwoekeren
tot eene aandoening van borst of
keel. Bestrjjdt dat gevaarOntsmet
verzacht en versterkt de pijnlijk
ontstoken slijmvliezen met de sljjm-
oplossende, zuiverende, genezende
Alom verkrijgbaar in kokera van 230 gram
ƒ1,50, 550gram/2,75 en 1000gram/4,50
Béleediginq.
Klinkende argumenten.
Minderjarige aangehouden.
Met de Noorderzon vertrokken.
Aanrijding.
Paard aan den wandel.
Mr. Beelaerts. Crisis en Jan
Publiek. Op een katholiek
congres. De „voorwaarden".
En waarom niet!?