HELDERSCHE COURANT BELAHGRIIKE UITBREIDING I. fiRUNWALD, Keizerstraat 116 [beven). Tweede Blad Hebt u iets te keeren 0 VAN DONDERDAG 13 DECEMBER 1923. PLAATSELIJK NIEUWS. Onze vroegere plaatsgenoot de heer Th. Luyckx, thans cand.-notaris te Obdam, ia be noemd' tot notaris te De Rijp (N.-H.) Geslaagd voor apothekers-assistente, Mej. F. van Twisk, alhier. Te 's-Gravenhage slaagde voor het ma chinistenexamen diploma O, theoretisch ged., de heer L. B, v. d. Struys alhier. Voogdijraad. Aanbesteding. Door Burgemeester en Wethouders van Helder werd Dinsdag ten Raadhuize aldaar aanbesteed de levering van: a. de school- benoodigdheden voor de O.L. Scholen, de Avondvakteekenschool en de Zeevaartschool, b. de benoodigdheden voor het onderwijs in de nuttige handwerken voor de O. L. Scho len. Comité voor hulp aan de Hollandsche kinderen ln het Roergebied. Elndvergaderlng Comité Regeerlngsjubileum. Op Dinsdag j.1. werd in het lokaal van den heer Van Weelde de elndvergaderlng gehou den van bovengenoemd Comité. - Tenslotte de muziek. Wat waren onze feesten geweest, als er geen muziek was. De heer Biersteker heeft het tijdens dé feesten al eenige keeren gezegd, de heer Nypeig wji aan de verschillende muziek korpsen nogmaals dank zeggen. tot allen die aan de feesten hebben medege werkt. Vereeniging Volksonderwijs. VAN HET 50 cent per kwartaal BESTELBILJET. Geïllustreerd Zondagsblad rede? _y Gemengde Zangvereeniging „Morgenrood". Een Jasot eenHeerencostuum Voor zeer billijken prijs kimt u bij ons gedurende de maand December uwe kleeding laten keeren. Heerenkleedlng naar maat. De brand! aan den Kanaalweg. Roerhulp.en nog wat. Uit het Polltte-rapport. Bij Kon. Besluit van 1 dezer is herbenoemd tot lid van den Voogdijraad te Alkmaar, mevr. A. P. de Ven, geb. Boon, en is de heer C. Adriaanse, lid van den Voogdijraad te Alkmaar, op 1 December 1923 aan de beurt van aftreding, die den wensch te kennen gaf, niet te worden herbenoemd, met ingang van dezen datum eervol van zijn functie onthe ven, onder dankbetuiging voor de als zoo danig bewezen diensten. Ingeschreven was voor perceel a. door H. de Wit Jr., voor 4882.15"; J. O. Duinker, 6101.52; N.V. Boekh. A. J. Maas, 6224.995. Voor perceel b. M. G. de Groot, 1405.13"; Bern. Meijer, 1569.M. Grünwald, 1564.67; de Baxbanson, zonder eind •ijfer. In verband mede met de plannen van de Zangvereeniging „Morgenrood" om een her haling van de uitvoering van j.L Dinsdag te geven ten bate van de Hollandsche kinderen in het Roergebied, verzoekt het Comité ons er de aandacht op te willen vestigen, dat het nog geenszins ontbonden is, doch zijn werk zaamheden om gelden bijeen te brengen, voortzet. Wegens ziekte was de voorzitter, de heer Biersteker, verhinderd deze vergadering bij te wonen. Te ruim 8 uur opende de vice- voorzitter, de beer H. M. N jj p e 1 s, de ver gadering en drukte allereerst zijn spijt er over uit, dat de voorzitter juist bij het schei den van de markt, ongesteld was. De voor zitter deelde voorts mede, dat het met de financiën van de Jubileumfeesten goed ge gaan was, ofschoon oorspronkelijk gevreesd werd, dat er een tekort zou komen. Een en ander had men te danken aan het uitstekend beheer der geldmiddelen, door den penningmeester, den heer Engelman. Deze toch wist steeds op het juiste moment de rem aan te zetten, wanneer door andere comité-leden te grootsche plannen werden opgezet, wat de kas niet kon toelaten. De penningmeester brengt vervolgens ver slag uit over de financiën. Het bedrag der ontvangsten bedroeg in totaal 6091.19, waartegenover een totaal uitgaaf staat van 4923.56, zoodat er een batig saldo is van 167.63. Van dit saldo moeten nog enkele kle'ne nagekomen posten betaald worden, zoodat het eind-saldo iets minder zal worden. Verschillende groote posten van ontvangst of uitgaaf worden nog door den penning meester opgesomd en toegelicht. De commissie, tot het nazien van de reke ning en verantwoording van den penning meester, welke bestond uit de dames Grunwald en de Boer en de heer de Jong,deelde bij monde van Mevr.deBoer mede, dat de financiën waren gecontroleerd en in orde bevonden. De administratie was zeer overzichtelijk, en voorzien van de noo- dige bewijsstukken. Mevr. d e Boer stelt voor den penningmeester hartelijk dank te zeggen voor het keurige beheer der geld middelen. Applaus. Vervolgens wordt besloten het batig saldo te laten in de kas van Helders Belang. Bij een mogelijk later weer te houden feest, wordt dit bedrag dan weer ter beschikking van de feestcommissie gesteld. De Voorzitter wil voor het heengaan nog enkele woorden spreken. Allereerst dank aan de leden van het eere-comité, die tijdens de jubileumfeesten, geheel hebben meegeleefd. Vervolgens meent de voorzitter te spre ken namens d'e Helderscbe kinderen, wan neer dank gebracbt.wordt aan het Gemeen tebestuur, dat het comité in staat gesteld heeft de noodige kinderfeesten te organi- seeren. Het feeat-comité bestond behalve de bestuursleden van Helders Belang uit de da mes G r u n w a 1 d, d e B o e r en de heer d e Jong. De voorzitter "zegt, dat het bestuur van H. B. zeer aangenaam met die andere oomité-leden heeft samengewerkt en hoopt bij een volgende gelegenheid op hun steun te kunnen rekenen. Ook aan den penningmeester en secre taris wordt een woord van dank gewijd. Voorts meent de voorzitter te moeten wij zen op de prettige stemming tijdens de fees ten. De ontzettende storm op den len dag heeft den moed- niet doij zinken. De burgerij heeft zich voorbeeldig gedragen en in alle opzichten medegewerkt tot het slagen der feesten, terwijl aan de politie een woord van hulde past, voor dé keurige wijze, waarop steeds de orde werd' bewaard. De waarnemend voorzitter sluit hierna ae vergadering na nog een woord van dank te hebben gesproken tot de oomité-leden en De Vereeniging „Volksonderwijs" had gis terenavond eene openbare vergadering belegd in „Scala", waar Mej. Tuininga van Amster dam het onderwerp „de openbare school is de meest christelijke" behandelde. Nadat de bijeenkomst door den voorzitter, den heer H. J. 'Marinus, was geopend, die mededeelde, dat deze vergadering was belegd, omdat nog maar al te veel voorstanders van het openbaar onderwijs te lauw zijn om zi:h voor deze kwestie te interesseeren, liet aller eerst het Arbeiders-Strijkorkest onder leiding van den heer Peeters zich hooren. Met iMen- delssohn's „Hochzeitsmarsch" werd de verga dering geopend, waarna de spreekster het woord verkreeg. Spr. vangt aan met het verhaal van een bezoek, dat zij in de zomervacantie kreeg van jonge menschen met een kindje, dat al spoedig vriendschap sloot met eenige andere kinderen, die daar speelden. Het vroeg niet naar rijk of arm, naar godsdienst of politiek, het vroeg slechts inaar kinderen, waarmee het spelen kon. Toen spr. dat tafereeltje zag, dacht zij aan een ander tafereeltje in Palestina, toen Chris tus van de kinderen zeide: Laat de kinderkens tot Mij komen. En tot de discipelen zeide hij: als Gij niet wordt als de kinderen, kunt Gij het Koninkrijk der hemelen niet binnengaan. Liefde tot ieder, zonder onderscheid, dat pre dikte Christus. God liefhebben bovenal, en den naaste als zichzelven. Hoe ver zijn we er van afl Als er liefde was, waren er die vreese- lijke oorlogen niet. De menschen verstaan de leer van Christus niet. Als wij de kinderen liefde willen leeren, moeten wij-ze allen gelijkelijk opvoeden. Geen scheiding tusschen den een en den ander. Kinderen zien elkander als kinderen, en de openbare school ziet elk kind ook uitsluitend ais kind. In de groote plaatsen weten de onder wijzers vaak niet van welk geloof een kind is. We leven in een maatschappij, d. w. z. een vereeniging van „maats", van vrienden. Is het dat tegenwoordig? Neen, hoe langer hoe meer leven wij in groepjes, reeds op de kleine kinderscholen begint men met de scheiding: van de wieg tot het graf worden wij gescheiden, tweedracht heerscht onder het volk, en het is een naast elkander gaan,"gescheiden, waar men één moest zijn. Ook God verdeelt men, en reeds jong brengt men ln de kinderen het be sef bij, dat hun geloof beter 1b dan dat van een ander. Daarmee kweekt men de ondeugd der zelfgenoegzaamheid bij hen aan. Als wij aanklopten om schoolvo'eding, eh -kleeding, dan zeide men: gij ontneemt aan de ouders op die wijze de verantwoordelijkheid. De ouders moeten het kind vóórgaan en tot voorbeeld zijn. As gij zelf niet uw ouders eert, kunt gij van uw kind niet eischen, dat het u zal eeren. Als gij uw kind leert, dat het den naam des Heeren niet ijdellijk misbruiken mag, zult gij geen vloekverbod noodig hebben. Als gij toont zelf uw naaste lief te hebben, wordt in uw kind ook het begrip daarvan opgewekt. Een kind moge afdwalen, het moge afwijken van de leeringen van zijn ouders, het woord van zijn ouders blijft in het kind bewaard en er komen oogenblikken, waarin dit woord weer in hen opkomt. De wet heeft bovendien de mogelijkheid opengelaten dominee en pastoor ten allen tijde toegang te verleenen tot de school, om zoodoen de de opvoeding te controleeren. Spr. citeert een voorbeeld uit Reeuwjjk, waar christelijke en openbare school naast elkander stonden, en waar men de laatste trachtte te ontvolken, en de ouders wees op de doopbe lofte. De predikant van Reeuwijk wees dit be roep af; hij meende, dat de doopbelofte vol strekt niet eischte, dat de kinderen op de chr. school werden gedaan. „De scholen verrijzen els paddestoelen". Inderdaad, en zooals de paddestoelen het gebouw ondermijnen, ondermijnen ook deze secteschooltjes onze volkskracht. Voor derge lijke scholen en schooltjes is altijd geld be schikbaar. Het onderwijs versteent in meer dan één op zicht; in naam van Hem, die de wereld zóo liefhad, dat Hij zichzelf aan de wereld gaf, wordt ons volk verdeeld. Wat weet het kind van al die dogma's? Men wil, dat het in al die dingen gemoeid wordt; het moet kennis nemen van van die dogma's, en ze beoordeelen, en het kan dat niet, men geeft het steenen voor brood. Christus vroeg wel aan degenen, die bij hem kwamen: gelooft gij, dat ik de Christus ben? Maar aan de kinderen vroeg hij niets. Een kind kan niet beoordeelen of een geloof of politieke overtuiging beter is dan een ander. Spr. citeert uit een a.-r. schoolboekje, waar reeds in het jonge kind verdeeldheid gekweekt wordt, en waarin wordt afgegeven op het katholieke ge loof, terwijl in hetzelfde werkje later de katho lieken gerangschikt >worden bij het „betere", rechtsche deel der natie! Is dat bij het kind eerbied voor de ouders aankweeken? Men maakt op die manier geen geloovigen, want rlan zouden er niet zooveel voormannen van de s.d.a.p. afkomstig zijn van de christelijke scholen. Gij móet uw kind kinderlijk opvoeden, dan hebt ge kans, dat zij, groot geworden, tot een goed mensch worden. Dat doet de open bare school. Daar wordt o zooveel op die school afgegeven, meestal in 't geniep. En er wordt zoo in 't geheim gewerkt door stilletjes moeder de vrouw te bewerken, om het pokke- briefje af te geven. Zelfs moest de wethouder van Amsterdam een verbod uitvaardigen om het aan anderen dan aan de ouders af te geven. Spr. haalt verschillende voorbeelden aan van laster der openbare school. Aan de vrucht kent men den boom. Wati kiest gij: een school, waar uw kind ongedeerd blijft, waar zijn geloof onaangetast blijft, of een, waar men het van zijn geloof tracht af te brengen? De openbare school iaat het geloof van uw kind ongedeerd. Het wil van den jongen boom geen vruchten plukken. Spr. eindigde met een opwekking om te strijden voor die school, waarin het beginsel van de liefde onaangetast blijft. Na afloop der pauze liet het strijkje zich op nieuw tot groote tevredenheid der aanwezigen hooren. s Voor debat meldde zich aan de heer Boon, christelijk onderwper. Hoewel spr. het met het beginsel van het lager onderwijs niet eens is, wil hij gaarne constateeren, dat er zeer vele achtenswaardige personen bij dat onderwijs werkzaam zp. Uitvoerig zet spr. het beginsel der christe lijke school uiteen. Ook wij leeren God lief hebben, maar het begrip liefhebben sluit ook de tegenstelling haten in, en God haat het kwade, dat is het ongeloof. Dit beginsel is al door Groen van Prinsterer geleerd, en het zou onzerzijds verkeerd zijn daarvan in ons onder was niet te getuigen. GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD. Wij kunnen onzen lezers tot ons genoegen mededeelen,dat ons Geïllustreerd Zondags blad met ingang van deze week belangrijk wordt uitgebreid. Het aantal pagina's zal van 12 op 16 worden gebracht, terwijl de prijs wordt verlaagd tot (voor buiten de stad en het buitenland ver hoogd met portokosten). Zij, die reeds abonné op het Zondagsblad zijn, zullen dit goede nieuws ongetwijfeld met instemming vernemen. Wij vertrouwen evenwel, dat degenen, die nog niet tot de geregelde lezers van het Zondagsblad be- hooren, hierin aanleiding zullen vinden een abonnement op deze goed verzorgde en allergoedkoopste uitgave te bestellen. Des- verkiezend vrage men vooraf gratis proef nummer aan. Wie zich abonneert, ontvangt de vóór 5 Januari nog te verschijnen nummers gratis. Men zonde daarom terstond onder* staand bestelbll|et aan onze administratie. DE UITGEVERS. Ondergeteekende verzoekt een abonnement op het tegen 60 «ent per kwartaal. Naam Adres:L Aan de Administratie van de HELDERSCHE COURANT, Koningstraat. Spr. herinnert aan het woord van dr. Kuy- per, die bad, dat alle kinderen op één school zouden gaan, maar spr. beginsel laat niet toe, zijn kind naar de openbare school te zenden. Éénheid, zeker: maar niet alle eenheid is goed, zooals spr. uit tal van bijbelteksten aan toont. Jammer, dat dit verdeeldheid brengt, maar dat is niet onze schuld. Christus heeft zelf gezegd: waar ik predik, za! verdeeldheid komen. Waar de Christus is, is ook de anti-christ. Overal komt de vijand schap waar het Kruis van Christus ;is, als ge volg van de zonde. De openbare school heeft een groot bezwaar voor ons: zij begint niet met het gebed. Men zegge niet, dat een kind dat niet begrijpt: spr. heeft in een ziekenhuis meegemaakt, dat een kind zeide: „wat heb ik een steun gehad in het gebed". Wij vertellen op de christelijke school niet, dat men andersdenkenden haten moet, maar wij vertellen van de geboorte van Christus. Dat kan de openbare school niet zooals wij dat ver tellen, want dan zou zij ongeloovigen kwetsen. Neutraal moet het onderwijs zijn. „Wie niet vóór mij is, is tegen mij". Wij moeten tegen onze kinderen van Christus spreken; zij be grijpen er meer van dan wij denken. Kan dat niet naast de' school, op catechi satie? Evenals het zout in de aardappels er doorheen moet trekken, moet het beginsel door het onderwijs heen. Men bakt ook geen brood zonder gist; God is het zuurdeesem van het leven. Van het voornaamste, den Christus, mag op de openbare school niets verteld worden. Groen van Prinsterer heeft gesproken van den gouden tijd van ons volk: de 80-jarige oorlog. Toen was ons volk groot door den godsdienst, door het geloof. Liefde voor het Oranjehuis. Leert de open bare school die? Wie vertelt de kinderen van de zegeningen van het christendom, in Indië? Wij eischen dat ook van mannen als Pas teur, die verworpen werd, omdat hij geloovig katholiek was, erkend wordt zijn sterk geloof. Bij het openbaar onderwijs zijn meer kleine scholen dan groote. Wij zijn veel tekort ge schoten in den loop van jaren, en in plaats, dat men nu 'blij is, dat wij ook eens ons deel krijgen, misgunt men het ons. Wij spreken met achting van mannen der overzijde als Thorbecke e.d., kunnen even wel niét zwijgen als men ons beginsel aantast. Den heer Schoeffelenberger, tweede debater, heeft het genoegen gedaan de spr. te hoo.ren, Men moet ook de consequenties aandurven van de oorzaken van het verkwanselen der openbare school. Als men propaganda maakt voor de openbare school, moet men ook spre ken van de wijze, waarop het openbaar onder wijs verknoeid is door de uiterste linksche par tijen. Door de spr. is verzuimd de oorzaken daarvan aan te voeren. De Voorzitter meent, dat deze vraag thans niet aan de orde is. Het onderwerp is al leen: de openbare school is de meest christe lijke. Heeft debater iets aan te merken op deze Hieruit ontstaat tusschen Voorzitter en debater discussie. Door herhaald applaus geeft de vergadering haar instemming te kennen met de woorden van den voorzitter. De heer Schoeffelenberger is het geheel eens met het gesprokene, doch meent, dat bij een openbaar debat wel degelijk deze vraag onder de oogen dient te worden gezien. Uitvoerig gaat Mej. Tuininga op het door den heer Boon aangevoerde in. Wij waardeeren van onzen kant ook de christelijke onderwijzers evenzeer als u ons, en spr. bewondert den moed, waarmede deze de bater zijn meeniftg naar voren brengt. Het is goed, dat zij in het openbaar eens eerlijk hun meening zeggen. Ongeloof der openbare school. De kinderen weten niet wat geloof of ongeloof is. Het kind kan dat niet beoordeelen. Het zout van het onderwijs. Juist de christ. onderwijzers zijn bezig aardappels en zout apart te geven. Dat zout moet in de geheele opvoeding zitten en daarin heeft het gezin het grootste aandeel. En als in het eene gerecht genoeg zout ie, kan het in het andere wel wat minder. Geloof noemt men dit, maar het zijn dogma's, anders niet. De debater wijst op Rusland, het land van de revolutie en ongeloof. Waar is de revolutie geweest, hier of in Duitschland en Oostenrijk, waar de scholen christelijk zijn? Babylonische, spraakverwarring heerscht onder de protestante geloovigen. Onvrede en strijd is het in ons, als wij over de dipgen gaan nadenken. As wij het „Onze Vader" bidden, is het onze plicht elkander als broeders te beschouwen en niet als tegen standers. Er is strijd, zeker, maar men mag niét zeg gen, dat Christus gekomen is om strijd te brengen, want de strijd, die er is, gaat om heel andere dingen, n.1. om de macht, en wij hebben niet het recht de kinderen in onze boekjes te leeren, dat wie links is, slecht is, dat Olden- barneveld een landverrader was, enz. Spr. gaat uitvoerig op een en ander in. Bidden op school: Thorbecke heeft het er af gehaald, juist, omdat de katholieken het niet wenschten, daar zij den bijbel niet mogen lezen, zooads wij. Het is meestal niet de christelijke school, die begeerd wordt door de ouders. Neen, zij wordt begeerd door den een of anderen drijver en een kleine openbare school blijft vaak over, doordat men de openbare leegpompt. Het is het verdeelen, ook van de christe lijke scholen, waardoor het onderwijs duur wordt. De geanimeerde vergadering werd te 11 uur onder dankzegging van den Voorzitter aan spr., de aanwezigen en de pers, gesloten. Op verzoek van een der leden wan „Volks onderwijs" werd aan den uitgang voor de Ver eeniging gecollecteerd1. Het was geruimen tijd' geleden sinds wij deze Zangvereeniging hoorden. Het koor is sedertdien aanmerkelijk toegenomen in sterk te, het telt thans een goede 90 volwassenen, dames en heeren. Bovendien is uit den oudein stam (die echter ook nog jong is) een jonge loot gesproten: een kinderkoor van een 70 jongens en meisjes treedt als onder afdeling naast het groote op. En wat voor koor! Het was een lieve lust ze te hooren. We zullen bij 't begin beginnen. Het was deze Onderafdeeüng van Jongens en Meis jes, opgericht 1 Januari van dit jaar. en dus bijna een jaar bestaande, die Dinsdagavond een uitvoering gaf, met medewerking van de Hoofdafdeèiing. De heer F. van der Meij heeft zijn troepje goed in de hand; de jon gens en meisjesstemmen zijn goed verdeeld, waardoor het effect van den zang verhoogd wordt. Een paar donkere jongensstemmen vooral deden het goed tegen' de sopraantjes van de meisjes. Dat de versjes, die de heer van der Mey laat zingen, over 't algemeen vaii zeer een- voudlgen aard zijn, doet aan de waarde van dezen kinderzang niets af. Beter het een voudige goed, dan het ingewikkelde gebrek kig. De versjes, die in den loop van den avond jgezongen werden, waren een drietal van G. C. Weeren, verder van H. van Tus senbroek, Nicolai, Viotta, Lysen, Verhulst en Worp. Uitsluitend Nederland'sche com ponisten dus. Niemand der lezers zal ver wachten. dat"den geheelen avond onberispe lijk gezongen werd maar over 't algemeen genomen, stond deze kinderzang op zeer hoog peil. Het eerste nummer, „Bestevaer Michiel" van Weeren werd nog wat ruw gezongen, maar toen eenmaal de keeltjes gesmeerd waren, ging het veel beter. Hoe mooi bijvoor beeld deden al dadelijk die jongensstemmen in H. van Tussenbroek's „Zomeravond'', en hoe pittig werd Viotta's mooie „Hand en Hoofd" gezongen. Voor het alleraardigste „de Leeuwerik" (zonder naam van compo nist) heeft uw verslaggever de jongens en meisjes een groote 10 gegeven! Na de pauze kregen we Wqrp's „Een Lentedag". Ach, wat oen oude, Lieve herin neringen wekten deze allerliefste versjes! En welk een voorname plaats neemt Worp in onder de Nederlandsche kindercomponis ten. Wie kent niet uit zijn schooljaren al die mooie, melodieus© liedjes, als daar zijn: „Komt vroolijk nu naar buiten, tot wand'len aangetreênl", „De lucht is blauw en groen het dal", „Koekoek, koekoek, winter ver dween!", „Joechheisa, joechhei, hoe lief is de Mei!" „Laat de nachtegaal zich hooren, ei wien zou dit niet bekoren?" Wie onzer, die ze niet heeft meegezongen uit volle borst? En het doet goed te weten, dat deze liedjes tegenwoordig nog op onze lagere scholen worden gezongen. De tijd Staat niet stil, en na Worp hebben een aantal componisten ook voor kinderen lieve wijsjes geschreven, maar Worp overtreffen kunnen ze toch niet. Nogmaals: men verwachte niet, dat dit groote aantal versjes alle zuiver gezongen werd. Het is op zichzelf al een heele presta tie, zooals aan het Slot de Voorzitter, de heer Geus ook reeds opmerkte, den kinderen zoo groote verscheidenheid van Bedjes te lee ren (ze zingen alles uit het hoofd, twee- en driestemmig), en dat er natuurlijk onder al dit kostelijke graan wel eens wat onkruid groeide, spreekt vanzelf. Maar. zooals ge zegd', mogen wij met het bereikte resultaat meer dan tevreden zijn. Hoe glashelder en zuiver bijvoorbeeld werd, nadat het eerste nummer, („Wij kind'ren, knieleji dankend neer") door verkeerd inzetten onzuiver ge zongen was, no. 2 „De dag ontsluit zijn gou den poort") gezongen. Het volgende („Komt vroolijk nu naar buiten") met den pittigen rhythmus, was ook zeer goed. De meisjes- solostemmen helaas leden aan schrikkelijke bibberatie, en het waren nog wel groote meis jes, die hier meededen. Jammer, want van zelf was het koor nu ook onzuiver. Zoo ging het op en neer, maar er was in deze geheele cantate meer te prijzen dan te laken geluk kig. Verrukkelijk was ook dat juweeltje van den nachtegaal („Laat de nachtegaal zich hooren"), met het alleraardigste refreintje „Tjo, tjo, tu, tu, tsier, tsier". Ei, wien zou dat niet bekoren? En zooals het gezongen werd! Het slotgedeelte was niet zuiver. Het was jammer, maar heelemaal niet erg, want die andere, goed gezongen versjes waren alleen den geheelen avond waard. Laten wij, voor wij overgaan tot de grooten, hier even mede- deelen, dat op 3 Januari deze uitvoering her haald wordt ten bate van de Hollandsche kin deren in het Roergebied. Of deze geheele uitvoering herhaald wordt, staat nog niet vast, maar in elk geval de cantate wel, en wij zouden iedereen aanraden daar eens heen Ingezonden Medecteeilng. te gaan. Wie wil niet 'gaarne eens herinne ringen iilt zijn schooljaren in zich voelen op komen? En wie wil niet gaarne eens die aar dige liedjes weer door frissche kinderstem men hooren zingen? De Hoofdafdeeling had, zooa'ls wij boven zeiden, ditmaal een ondergeschikte taak, In het koor zijn, zooals dat meestal met derge lijke vereenigingen het geval is, de vrouwen verreweg in de meerderheid. Van de num mers, die gezongen werden, noemen wij „Het Kerkklokje" van P. Mart. Zijderlaan met den aardigen inzet der klokken, en vooral het be kende „Bruidsvaart in Hardanger'1 van Halfdan Kjerulf, dat zeer zuiver en met warmte gezongen werd. Heel mooi waren bij voorbeeld de tenoren in den climax van den zin „Waar machtige rotsen hun voeten den stroom, hun kruinen den hemel doen naad'ren". Aan het einde trad de Voorzitter der Ver eeniging, de heer Geus, naar voren om een woord van hulde te brengen aan den direc teur, die geen moeite en zorg had gespaard om deze uitvoering te doen slagen. Vooral wat hij ten opzichte v.an de kinderen bereik te, valt te prijzen. De leden onderling heb ben dan ook gemeend den heer van der Mey uit erkentelijkheid een kleine bloemenhulde te moeten aanbieden. De heer P. van der Hangen, die de pianobegeleiding voor de can tate belangeloos op zich genomen had, en zich daarvan uitstelcend kweet, werd vervol gens naar voren gehaald en moest van het koor een fraaien muziekstandaard' in ont vangst nemen als blijk-van erkentelijkheid1. Daarmede waS het programma afgewerkt en "werd de zaal in gereedheid gebracht voor het bal, dat, naar de symptomen in den vorm van jonge meisjes en vertegenwoordigers van het mannelijk geslacht te cordeelea, zeer geanimeerd is geweest. In de ,Held. Crt." van gisteren is gemeld, dat men omtrent de oorzaken van den brand bij den heer Genefaas op Zaterdagavond j.L nog in 't duister tast. Het was ons evenwel reeds bekend, dat G., nadat hij in de stad was teruggekeerd,. Maandagmorgen is aan gehouden door de politie, teneinde nadere verklaringen te geven van verschillende fei ten en omstandigheden, die het onderzoek, dat Zondag reeds aanving, had opgeleverd. Dinsdagavond is de aangehoudene, nadat proces-verbaal is opgemaakt, weer op vrije voeten gesteld. Welke resultaten zijn bereikt kan in t belang der zaak niet worden mede gedeeld. Wij ontvingen een ingezonden stuk over bovenstaand onderwerp, waarin critiek wordt uitgeoefend omtrent de verdeeling der inge komen gelden. Wij meenen ter wille van de' goede zaak dit schrijven niet te moeten op nemen, doch willen er den schrijver op wij zen, dat de door het Roode Kruis ingezamel de gelden zonder aanzien des persoons ver deeld worden op de wijze zooals dat door ver trouwensmannen van dit lichaam, welk» uit den aard der zaak het best met de toestan den ter plaatse op de hoogte zijn, wordt ge regeld. Daarnevens bestaan nog de inzame lingen, die hier ter stede in de laatste dagen onder leiding van het Comité van de hee ren Meyer c.s. uitsluitend voor de Holland sche kinderen in het Roergebied zijn bijeen gebracht, en waarvan de gelden aan den Ne- dertandschen consul te Dortmund worden af gedragen. Tenslotte hebben de Katholieken in hun kerken en parochies nog inzamelingen gehouden, die uit d'en aard der zaak uitslui tend voor geloofsgenooten aangewend wor den. Laat men vertrouwen in de voor de ver- deeling dezer verschillende gelden aangewe zen personen, anders zou dit de goed» zaak De 100.000. (Pinksterblommen.) Zondagavond' zal ongetwijfeld in Casino een avond worden dat do levers van de toe schouwers eens ouderwetsoh zullen schud den van het lachen. De bekende Amsterdam- sche sohets „Pinksterblommen", met in de hoofdrol de vermaarde artist en karakter speler Jan Nooy, zal opgevoerd worden. „Pinksterblommen" heeft in Helder reeds eenige malen een dankbaar, vroolijk of 'be ter gezegd: _een uitgelaten publiek gevon den. Wij twijfelen niet of het zal vol loopen in Casino, te meer daar het op te treden ge zelschap 'hier niet onbekend is en o.a. „De Big van het 168ste", als ook „Roole Sien" met 'groot suoces opvoerde. De entréeprijzen zijn weer zeer laag gesteld. Voor verdere gegeven verwijzen wij naar d« advortanti» in dit blad. Een veelbelovend Jongmensch. Door een bewoonster van de Tulpstraat werd Zaterdagmiddag aangifte gedaan, dat door een 14-jarigen jongen uit Amsterdam te haren na- deele 25.was ontvreemd. De opsporing van dezen knaap werd derhalve aan de politie te Am sterdam verzocht, die hem Maandagmorgen in handen van de politie alhier overgaf. Hij be kende zich aan den diefstal te hebben schuldig gemaakt. Proces-verhaal wordt opgemaakt. Baldadige Jongen. Door een bewoner van de Sluisdijkstraat werd Zaterdagmidag aangifte gedaan, dat, toen hij in de Prins Hendriklaan liep, een jongen, die later in de Basstraat bleek te wonen, hem een rauwe aardappel tegen het hoofd gooide, waar door hij pijnlijk werd getroffen. De baldadige jongen wordt geverbaliseerd. Klein goed. Proces-verbaal zal worden opgemaakt te gen een automobilist, die zijn auto onbeheerd op d» voetstraat van de Javaatraat liet staan. Door een bewoner van de Balistraat werd aangifte gedaan van ontvreemding van een hee- renrjjwiei, dat een oogenblik onbeheerd aan de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1923 | | pagina 5