I helaas] Toen hij ff oen klein Jaar Ja was, had den de eigenaars het theater aan den heer Van Twisk verhuurd, voor 10 minder in de week dan bij hacf moeten betalen. En roo was hij op nieuw broodeboe geworden. Het beroep, dat hij deed op den steun en de sympathie van de bezoekers, vond weerklank, een hartelijk applaus begroette zijn speechje. Het programma bood, naast een interessante vogelfilm (men begrijpt niet hoe die vogels, zoo in hun dageÜjksche leven en bedrijvigheid, op de film kunnen komen, maar het is een feit, dat men het klaarspeelt), een tweetal groote nummers, die het aanzien waard zijn. „Het Bloedspoor in de Sneeuw" is een avontuurlijk verhaal van de sneeuwvelden van Alaska (N. Amerika), en „De Vrouw in de Rechtzaal" is een feministisch pleidooi, dat ook zeer interes sante tooneelen geeft. Zoodat men voor geringen prijs een avond genieten kan. Wij wenschenl dem heer (Boelens toe, dat hij in de Tavenu-Bioscoop opnieuw „een boterham moge verdienen!" De strijd omhet bestaan wordt hem niet gemakkelijk gemaakt 1 Winkelnfeuws. De firma J. v. dL Plaat, die sinds Jaren een zaak in kruidenierswaren in de Midden- straat heeft, heeft gisteren in de Keizerstraat een tweede zaak geopend. Het perceel Keizerstraat 67 is hiervoor geheel verbouwd en opgetroikken, en er is een modlerne, haar de edschen des tijdis inge richte winkel verrezen. De winkel ziet er keurig uit De opstand langs de winkelwanden Is ge heet nieuw. Er zijn een bascule en vleesch- machine van het nieuwste soort in den winkel geplaatst Alle kruideniers- en grutters waren, comestibles en Gel-dersche vleesch- waren zijn er verkrijgbaar. De winkel is verbouwd en ingericht door den heer de Does, geschilderd: door den heer de Ridder, terwü-l de eleotriscbe installatie werd aangelegd dbor den heer de Jong. Bij de opening vervroolijkten een aantal fraaie bouquetten het aspect Uit het Polltie-rapport In den nacht van Dinsdag op Woensdag werd door een 17-jarig meisje uitdeHarte- steeg bij de politie assistentie gevraagd, omdat de echtgenoot van haar moeder, een tante van haar, met een stuk ijzer wilde mishandelen. Bij de komst van de politie bleek, dat er twist was ontstaan tusschen twee vrouwen en bedoelden man. Zij verkeerden onder de» invloed van alcoholhoudenden drank. De vrouwen hadden kans gezien den man buitenshuis te houden, zoodat deze door de poiitie kon worden ingerekend. Woensdagnacht werd aan een 4-tal per sonen onderdak verleend. Donderdag deed een bewoner van de Java- straat aangifte, dat hij in genoemde straat een onbeheerd damesrijwiel had gevonden. De politie zag zich genoodzaakt eenige jongens, die zich nog steeds op de Zuid straat op het ijs waagden, naar het politie bureau over te brengen, waar zij door de ouders werden afgehaald. Zulke waaghalzen toch! BINNENLAND. Salarisverlaging. Het hoofdbestuur van Ons Belang, Ver- eeniging van Onderofficieren der Neder- landsche landmacht en het Comité tot be hartiging van de algemeene belangen van marinepersoneel beneden den rang officier, (O.Al.M.B.0.) zijn Woensdag 23 Januari 1924 te Amsterdam bijeen geweest teneinde be sprekingen te houden over den toestand ontstaan door de in de Tweede Kamer af- elegde verkraring der Regeering in zake e voornemens tot verlaging van de sala rissen van het Rijkspersoneel. Volkomen overeenstemming werd bereikt omtrent de te nemen maatregelen. Leeftijd, waarop kindleren trri het L. O. worden toegelaten. Onder overweging, dat het wenschelijk is den leeftijd, waarop de kinderen tot ee»e school voor gewoon L. O. mogen worden toegelaten, met één jaar op te sohuiven, is bij Kon. Besl. bepaald, dat art. 1 van het K. B. van 18 Deo. 1920, later gewijzigd, ge lezen wordt als volgt: De kinderen, die, tot eene school voor ge woon lager onderwijs worden toegelaten, moeten bij het begin van het schooljaar of van den sohooloursus den leeftijd bereikt hebben van zeven jaren, verminderd met zooveel tijd als de helft bedraagt van den klasseduur der school. Onder schooljaar of schoolcursus wordt verstaan de ln het leer plan der school vastgestelde klasseduur. („St.-Ot.") WQzlglng van de leerplichtwet en van de lageronderwtlswet 1920. Bij de Tweede Kamer is ingediend1 een. wets ontwerp tot wijziging van de Leerplichtwet en van de Lager Onderwijswet 1920. Aan de memorie van toelichting tot dit wets ontwerp wordt het volgende ontleend: Onder de tijdelijke maatregelen, welke gedu rende de periode, dat het evenwicht in de staats financiën nog niet is bereikt, zullen moeten ge nomen worden om het automatisch accres zoo veel mogelijk tegen te gaan, heeft de regeering in de nota betreffende den toestand van 's lands financiën aangekondigd het afzien tot 1980 van de invoering van het zevende leerjaar op de lagere scholen en van de uitbreiding van den leerplicht, terwijl op de gemeentelpe en bij- idere scholen, welk zondere scholen, welke het zevende leerjaar reeds hebben en er uit 's rijks kas betaling voor genieten, het z.g. uitstervingssysteem zal wor den toegepast. Kinderen, die 1 Sept. e.k. aan den 6-jarlgen leerplicht hebben voldaan, zullen de school kun nen verlaten. Ter voldoening aan het aangekondigd voor nemen strekt de indiening van het wetsontwerp dat zoowel van de Leerplichtwet al® van de La- „er Onderwijswet 1020 een wijziging beoogt, dieop grond van haar tijdelijk karakter, niet in d6 wetten zelve belichaamd wordt, doch in eon ef:.>nderlijk wetsvoorstel is vervat, zoodat na af >op van den overgangstermijn op 1 Januari ll.iO de oorspronkelijke wetsbepalingen auto matisch herleven. De Inwerkingtreding der voorgestelde wet ls blijkens artikel VIII gesteld op 1 Juli 1924, ten einde zoo spoedig mogelijk de beoogde vermin dering van uitgaven te verkrijgen. Het aantal onderwijzers, dat volgens art, 28 der Lager Onderwijswet 1920 aan elke school moet verbonden zijn, houdt niet direct verband met het-getal leerjaren der school; evenwel kan het op de school houden van kinderen, die na het doorloopen van het 6e leerjaar niet meer leerplichtig zijn, leiden tot zoodanige stijging van de schoolbevolking, dat moet worden over gegaan tot versterking van het getal leerkrach ten. Zal de lagere school in het algemeen moe ten worden, beperkt tot zes leerjaren, dan .be hoort het getal wettelijk verplichte onderwijzers aan die school te worden beheerscht uitsluitend door het getal der leerplichtige kinderen. De pensioenbijdrage van hef gemeenfe- personeeL Het gemeentepersoneel te Amsterdam draagt sedert 1 Januari van het vorige jaar 31/, pet. van het loon bij, ten behoeve van het Rijikspensioenfonds. Gedeputeerde Staten hebben echter, ingevolge een beroep van belanghebbenden, beslist dat dit on juist ia Van het gemeentepersoneel in het algemeen mag niet meer dan 2 pet. van het geheele salaris voor edgen pensioen worden ingehouden en verder een V, pet van de eerste 3000 gulden voor weduwen en wee zen pensioen. Aan het personeel van de ge annexeerde gemeenten mogen bovendien, ingevolge de annexatewewt, geen grootere lasten worden opgelegd, dan vóór de an nexatie bestonden. En alleen te Sloten steeg de pensioenbijdrage tot 3 pet. Een en ander zal de gemeente over het jaar 1923 plus minus 15,000 kosten, die aan de betrok kenen imoeten worden terugbetaald. Pensioenen Nijverheidsonderwijs. Ingediend is een wetsontwerp om het Rijk ook te doen bijdragen in de kosten van pen sioneering van directeuren, leeraren en ove rig personeel der gesubs. nijverheidsscholen. Suppletoire Marinebegrooting voor 1922. In een Nota naar aanleiding, van het Ver slag over het wetsontwerp tot nadere wijzi ging en aanvulling van het Vide Hoofdstuk der Siaatsbegrooting voor het dienstjaar 1922 deelt de Minister van Marine mede dat er wegens het uitstellen van verschillende herstellingswerken gedurende den mobilisa tietijd nog steeds eenige achterstand van dringende herstellingen bestaat zoowel aan lichttorens als aan gebouwen van het loods wezen. Een tweede Nota van Wijziging wordt bij deze Nota aangeboden, waarbij o.a. heit ar tikel reis- en verblijfkosten ten behoeve van de actieve zeemacht met 10.063 wordt ver minderd, aangezien de reizen uit een oog punt van bezuiniging zooveel mogelijk wor den verminderd. Het artikel bezoldigingen en toelagen van personeel van het loodswe zen wordt behalve met 201.100 nog met 10.095 verminderdL Waar eenerzijds de scheepvaart zich nog niet in die mate heeft hersteld dat die weder op het peil van vóór den oorlog is gekomen zoodat met minder loodspersoneel kan worden volstaan en an derzijds, waar dit mogelijk bleek, bezuinigin gen werden ingevoerd!, behoefde niet over het geheele toegestane bedrrag te worden beschikt. Een Japansche missie. Een Japansche missie zal in Februari en Maart Belgische, Fransche en Nederlandl- sche havensteden bezoeken. Zij bestaat uit zeeofficieren en officieren van de handels- marine, ingenieurs en architecten en staat ondCr leiding van kapitein Tafcahasji en in genieur Hadoma. De bedoeling is, studies te maken met het oog op den nieuwen aanleg van de Japansche havens, die door de aard beving geleden hebben. Eindle Februari komt de missie te Antwerpen aan. Sa „Beemsterdijk". Naar do directie van de Holland-Amerika Lijp meedeelt, is het roer van het s.s. „Beemsterdijk", van Rotterdam naar New- port News bestemd, defect geraakt Het schip werd op Sleeptouw genomen door het Engelsche s.s. „Valemore" en te Halifax binnengesleept. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag 25 Januari. De Kamer besluit na de interpellatie- Boon over den postohèque- en girodienst de Indische begrooting te behandelen met de door den heer Troolstra gevraagde interpellatie ovpr de houding der Indische regeering tegenover de Indische volksbe weging en de spoorwegstaking, welke interpellatie door den heer Albarda zal worden gehouden. Het wetsontwerp tot verlenging van de Indische productenbelastingen tot over het jaar 1928 en tot invoering van een aard oliebelasting voor hetzelfde jaar wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming. De heer Boon (V. B.) houdt daarna zijn Interpellatie over de stopzetting van den postchèque- en girodienst. Spr. citeert de meening van Kamerleden en van oud minister König, die centralisatie van de giro doodelijk achtten. Hij haalt tot in finesses de geschiedenis van de stopzetting op. Spr. stelt dertien vragen, o. m. waaraan de bevoegdheid tot sluiting was ontleend en door wien Gelooft de minister in ontwarring van den hopeloozen toestand? Had het per soneel schuld, en waarom is voor het onder zoek daarvan geen commissie benoemd Hoe groot is de door het Rijk geleden schade Het publiek wordt van de giro vervreemd door de afschaffing van den vrijdom van port, Is afschaffing van rentevergoeding niet ge- wenscht Verwacht de minister van den gecentraliseerden dienst niet een kwijnend bestaan Wil hij zoo spoedig mogelijk tot decentralisatie terugkeeren Minister van Swaay zegt zich ontzettend geërgerd te hebben over den gang van zaken van den postchèque- en girodienst. Het is afschuwelijk. De leiders hadden hem een voudig bedot met hun grenzeloos optimisme en zelfvertrouwen en hem ln den waan gebracht, dat alles nog wel los zou,loopen. Iets, dat den heer Krijger later deed vragen, of de adviezen niet oens konden worden overgelegd, op grond waarvan mon tot oentralisatie was overgegaan. En ook de heer Van Braambeek vroeg, of de minister zioh niet v o o r a f op de hoogte had gesteld en betoogde, dat de eenige fout der decentralisatie zat in de gebrekkig geoutil leerde centrale contróle. De minister liet zich over eenige defini tieve keuze van stelsel nog niet uit. W el merkte hij op, dat de Staat in geen geval op den P. C. G. D. mag toeleggen eu dat er eigenlijk zelfs een vrij aanzienlijk over schot moet wezen, zal de Staat door dezen dienst geen schade lijden. Immers, nu de P.O.G.D. was gestaakt, is er aan zegels voor postwissels en postquitanties over het laatste kwartaal van 1923 f 682.000 meer ontvangen dan in '22. Dat beteekent dus dat, alleen in die drie maanden, de P.O.G.D. dat bedrag aan de Staatsinkomsten onttrok. Maar er is nu een inspecteur naar België geweest om te zien hoe daar het gecentraliseerde stelsel werkt en als zijn rapport inkomt zal dat, met het advies van de Ned. Bank, aan een commissie van deskundigen worden voor gelegd. Daarna eerst zal de beslissing vallen. Een motie-Boon, strekkende om zekerheid te verkrijgen van een regelmatige werking, komt in behandeling, doch de discussies worden tot Dinsdag verdaagd. ECONOMISCHE EN FINANCIEELE BERICHTEN. ECONOMISCH WEEKOVERZICHT. Als de spreekwijze waarheid bevat, dat de beurs steeds de komende toestanden in hare koersen verdisconteert, dan mag men veronderstellen, dat de Nederlandsche in dustrie een goed jaar tegemoet gaat. Er schijnt meerdere belangstelling te bestaan voor onze industrieele fondsen, die blijk baar op deze lage koersen voor goede be legging zeer koopwaardig geacht worden. Wij zien de laatste dagen weer koersver- heffingen van beteekenis voor fondsen als Brocades en Stheemann, Nederl. Staalfa brieken, du Croo en Brauns, Vereenigde Chemische fabrieken enz., waaruit men dus de conclusie mag trekken, dat het vertrou wen in deze industrieën zoo langzamerhand begint terug te keereu. Groote belangstelling genoten de laatste dagen de Tabaksaandeelen en wel speciaal de aandeelen Soekowono, Besoeki en Temoe- loes Landbouwmaatschappij, welke laatste aandeelen j.L Vrijdag op één dag 49 pCt. konden stijgen. Deze ondernemingen planten Javatabak, die van minder goede kwaliteit is dan de Sumatratabak, doch waarvoor op de a.s. tabaksinschrijvingen veel vraag schijnt te bestaan. De Sumatratabak-verbou- wende ondernemingen als Deli Mij., Deli Batavia en Senembah sloten zich bij de willigste aan en boekten eveneens belang rijke koersverheffingen. In Oliewaarden gaat zeer veel om, spe ciaal Koninklijke en Consols. De prijs van het ruwe product is op de Amerikaansche markt de laatste weken gestegen, wat steeds in koersverheffling van de aandeelen tot uiting komt. Speciaal Geconsolideerde trekt steeds groote belangstelliug van de speculatie en gaan er in dit fonds groote bedragen om. De suikermarkt ligt prijshoudend, doch stil, er werden geruchten van overvloedige droogte in den rietbouw verspreid, wat natuurlijk nadeeligen invloed uitoefent op het gehalte van het product, aan den ande ren kant echter belooft de wereldsuiker- oogst dit jaar kleiner te worden, waardoor men oploopende prijzen verwacht, wat weer niet anders dan ten goede kan komen aan de maatschappijen, Koersfluctuaties van beteekenis komen dan ook niet voor. Scheep vaartwaarden liggen prijshoudend in de markt, er doen zich geen factoren voor, die veel invloed op de koersen kunnen uioef enen. Nog voortdurend bestaat de opwindende bewegelijkheid in francs. Het aftreden der Engelsche regeering en het aan het bewind komen van een arbeidersregeering be schouwt men als minder gunstig voor de Fransohe republiek, terwijl aan den anderen kant de speoulatie wat huiviger wordt om maar blanoo-verkoopentedoen. Men zag zelfs deze week huizen, die bekend staan steeds als la baisse te opereoren, belangrijke bedra gen koopen met blijkbaar haussebedoelingen, zoodat men, eerder aantrekkende, dan flau we markten kan verwaohten. De schomme lingen in de Fransohe valuta zijn en blijven verbazend groot, dagelijks 30 of 40 cent op en neer ls niets bijzonders meer, zoodat men kan nagaan hoe hoogst gevaarlijk der gelijke speoulatieB zijn. Nu do Fransohe regeering maatregelen heeft uitgedacht om aen handel ln haar betaalmiddel te beteugelen, gaat ook de Belglsohe regeering dat voorbeeld volgen. Sommigen boschouwen die maatregelen schouderophalend, terwijl anderen toch gaan twijfelen of de frano wel een dubbeltje gaat worden. Bedoelde maatregelen bevatten voor een groot deel belastingverhoogingen. doch meent men, dat het wel zeer de vran zal zijn of de Fransche schatkist daarb wel zal varen, aangezien de Fransche be tastingbetaler opvattingen heeft, die zeker het eigenbelang bij het landsbelang niet zal achterstellen. De laatste berichten omtrent kwesties tusschen de Fransche regie in het Ruhr- gebied laten thans weer haren invloed gelden en verwacht men daardoor internationale verwikkelingen, die niet kunnen bijdragen tot spoedige oplossing van het Ruhrconfllct. Ook lazen wij echter weer tegenspraken, dat de voorgegeven ruzie van weinig belang zou zijn. Nederlandsche Accept-Maatschappij. Naar het „Handelsblad" verneemt, werd gis teren te Amsterdam de acte van oprichting ge passeerd van de bovengenoemde maatschappij, met een kapitaal (van 5.000.000. Oprichters zijn: de Nederlandsche Handels maatschappij, ae Rotterdamsche Bankvereeni ging, Mendelssohn Oo., Amsterdam, en Pier son 8c Co. Doel der maatschappij is: het financieren van handelstransacties en net verleenen van credle- ten, speciaal ter bevordering van den handel tusschen Nederland en het buitenland, het ac cepteeren en dlsoonteeren van wissels en alles wat met. een en ander ln verband staat. Tevens verneemt het ,jHbl. dat deze ven nootschap moet worden beschouwd als een voor- looper van de oprichting, onder leiding van ae Nederlaniische Handelsmaatschappij, van een grootere maatschappij mc hetzelfde doel, welkt eiehter op internationale 1» it zal zijn geschoeid, onder medewerking van Engelsche, Duitache en wellicht ook Zwitsersche bankkringen, Faillissementen In Nederland. Volgens mededeling van het Handelsin formatiebureau van Van der Graaf Oo.'s Bureaux voor den Handel zijn over de af- geloopen week, eindigende 25 Jan. in Ne- deriandl uitgesproken 109 faillissementen te gen 70 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 25 Jan. 1924 819 faillissementen tegenover 290 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar Brandstichting. Een1 felle 'brand 'heeft Donderdagnamid dag groote verwoesting aangericht op de verdiepingen van het dOor zes gezinnen be woonde perceel Kinkerstraat 83, bij de Da Costastraat te Amsterdam. Even over vier en zagen voorbijgangers in de Kinkerstraat een dikke rookkolom met kracht uit het zolderraam gedreven. De be woners van de voorvertrekken der eerste verdieping werden door de ontstane op schudding aan de overzijde deer straat op het gevaar attent gemaakt, zij openden de deur, zagen dat de achterwoning van hun étage in brand stond, maakten alarm en riepen in het trapportaal, dat de bovenburen zich moesten redden. Die thuis waren ontvlucht ten hunne woningen, met achterlating van hun 'gebedle hebben en houden. Het perceel was een van die ouderwetsche huurhuizen, getoloreerd, veel gelijkend op de Mamixstraatwoningen, waarin, jaren ge leden, bij een daarin uitgebroken brand, eenige menschen het leven verloren. Ook in de Kinkerstraat 33 waren, van den bega- nen grond tot aan de „hanebalken", langs de trappen houten separaties, en houten wanden als afscheiding tusschen de woon kamer en de zijvertrekjes. Waar door die houten afscheidingen het vuur gretig voedsel vond, kan men zich voorstellen, dat de vlammen vrij' gauw weer het geheele huis in gloed* zetten. Op de tot hen gerichte waarschuwingen van de buren één hoog en van die aan de overzijde der straat, snelden de bewoners der bovenverdiepingen naar beneden. De 15-jarige zoon van de familie Toelen, wonen de drie hoog vóór, was bedlegerig, hij werd intijds door een moedig man uit het bran dende huis gedragen. Met groote moeite is het gelukt een vrouw van driehoog, die dien tocht door het bran dend trapportaal niet durfde wagen, door de dakgoten op den veiligen zolder van een aangrenzend perceel te brengen. De vlam men grepen zéé vlug om zich heen dat de vluchtenden van de beide bovenste verdie pingen nog maar net op het eerste trappor taal waren aangekomen, toen de trappen van twee en en driehoog in lichtelaaie werden gezet. Ware het onheil gekomen in den nacht, dan zou het zonder persoonlijke ongelukken niet zijn afgeloopen. Het is gelukt de aangrenzende peroeelen te sparen en na drie kwartier aanpakken was de brandweer het vuur meester. Het dak is vernield, de derde en tweede verdiepingen geheel uitgebrand, met alles wat er aan huisraad in was. Den bewoner van de vóórvertrekken der eerste verdieping ls het tijdens het blue- schen gelukt, een bedrag aan spaarpennin gen te redden, doch de overige bewoners hebben bij den brand alles verspeeld. Er verluidt dat allen voor een laag bedrag te gen brandschade zijn verzekerd. Als vermoedelijke oorzaak werd aanvanke lijk beschouwd) het in brand geraken van een pot vet die op het vuur stond. Later kwamen naar de Telegr. meldt bu ren op het bureau Lauliergracht als hun meening kenbaar maken, dat juffrouw Pijn met moedwil haar kamer had in brand ge stoken. Op last van inspecteur Giaslus, waar nemend chef van do betrokken sectie, werd de vrouw ontboden. BH het verhoor deed zij de sensationeeie mededeallng, dat zij inderdaad den brand met voorbedachte rade had' gesticht. Zij had haar meubels in de achterkamer met petro leum overgoten en daarop een brandenden lucifer geworpen. Voorts verklaarde zij, dat deze handeling een gevolg was van de voortdurenden on min, waarmede zij sinds langen tijd met haar buren leefde. De ruzie on plagerijen hadden haar in zoo'n vorrwzaand opgewon den toestand gebracht, dat zij niet meer wist wat zij deed en niet besefte, dat zit dooT haar daad het leven van meer dan twintig man nen, vrouwen on kinderen in de waagschaal stelde. De ongelukkige, die 48 jaar ls begrijpelijk in hoogst opgewonden toestand verkeerde is na deze voorlooplge bekentenis ten over staan van den Inspecteur Glaslus, ln arrest iteld, Verschillende getuigen werden ge- De mian, die op zijn werk was kwam op het hooren vnn de tijding dat er brand was naar huis. Hij vond zijn vrouw echter niet. Later vernam hij de treurige tijding op het polltie-bureaiu. Het „Hbl." meldt nog: De vrouw, die den brand heeft gesticht, heeft op het politiebureau een omstandig verhaal gedaan van het gebeurde. Oorzaak was de voortdurende plagerijen van de buren, voornamelijk over den hond van de vrouw. Na lat daarover Donderdagmorgen weer kabaal ge weest was, nam het denkbeeld om zich op de buren te wreken waarover zij reeds lang piekerde vasten vorm aan. „Nu moet het maar gebeuren", zelde zij bij zichzelf ln haar overspannen stemming. Zij besprenkelde haar vloerkleed met petroleum en stek den brand erin. Toen de vlammen plotseling oplaaiden, verliet zij, nauwelijks beseffende wat zij deed, de woning, sloot de deur en vluchtte de straat op. Als radeloos liep zij verschillende „straat- blokken" om en keerde naar de Kinkerstraat terug, toen het geheele perceel was uitgebrand, Zij had eerst nog de kat uitgelaten; de hond, de onbewuste oorzaak van haar optreden, nam zij mee op straat. Ogenschijnlijk geheel tot zichzelf gekomen, vertelde zij op het politiebureau griezelig kalm, dat de wroeging over de daad haar naar het poll- tiebureau had gedreven. Ondanks het gebeurde, komt in de gesprekken der buurtbewoners diep medelijden met de ongelukkige, 48-jarlge vrouw, tot uiting. Uit getuigenverklaringen bleek, dat eenige buren, die de vrouw zoo haastig het huis had- den zien uitkomen, haar hadden nageroepen; „Jij hebt den brand gesticht!" De vrouw, die blijkbaar geheel buiten zichzelve was, zou daar- op hebben geroepen: „Ja, lekker, lekker!" Ook 'is bij het verhoor gebleken, dat de vrouw reeds eerder had gedreigd den boel in brand te zullen steken. De buren vertelden, dat de hond vaak zljntoehoeften op de trap deed en dat naar aanleiding daarvan onaangenaamheden waren gerezen. Hoewel de politie van oordeel ls, dat de brandt stichtster niet geheel voor haar daad aanspra kelijk kan worden gesteld, en dat zjj veeleer diep medelijden verdient, zal de vrouw toch ter be schikking van de justitie moeten worden ge- steld. De vrouw maakt, nu haar kalmte ls terug- gekeerdi, een bescheiden indruk. De zoon van den heer Hendriks, die op de eerste verdieping woonde, zou spoedig gaan trouwen. De geheele inboedel voor het nieuwe gezin was reeds gekocht en. stond op den zol- ier van het verbrande perceel. Van de nieuwe meubelen is niets meer overgebleven. Zij wa ren nog niet verzekerd. Confectlo-oorloc. Tusschen de firma O. en A. Brenninkmeljer en de N. V. Van Hasselt's Confectiemagazijnen, beide gevestigd op den Nieuwendjjk bij den Dam te Amsterdam, woedt reeds geruimen tijd een felle concurrentiestrijd, welke vooral de laatste weken de publieke aandacht bezig houdt. Naar wij vernemen is de fa. Van Hasselt een civiel rechtsgeding tegen de fa. Brenninkmeijer w begonnen ter verkrijging van een schadever goeding van 25.000, welke vordering gebaseerd is op art. 1401 B. W., dat luidt: Elke onrechtmatige daad, waardoor aan een ander schade wordt toegebracht, stelt denge nen, door wiens schuld die schade veroor zaakt- is, in de verplichting om dezelve te ver goeden. 'Ter motiveering van haar vordering geeft de fa. Van Hasselt de volgende lezing van aen con currentiestrijd. De fa. Brenninkmeijer legt er zich op toe het bedrijf van de fa. Van Hasselt beide maga zijnen van dames- en kinderen-oonfectieklee- ding onmogelijk te maken, doordat zij er toe overging een vijftal vrouwen in dienst te ne men, die opdracht kregen regelmatig naar den winkel van Van Hasselt te gaan om er van alleS en nog wat op te koopen. Eenigen tijd na die inkoopen zag de fa. Van Hasselt dan de bij haar gekochte goederen in de étalages van Brennink meijer staan, lager geprijsd. De vrouwen, die zich voor dit werk leenden, kregen voor elk stuk, dat ze bij Van Hasselt kochten, 1 be looning. Al spoedig leerde de fa. Van Hasselt die inkoopstere van-den-overkant kennen en weigerde haar verder te verkoopen. De fa. Bren ninkmeijer zou daarna de inkoopstere last heb ben gegeven bij weigering van verkoop relletjes in den winkel van Van Hasselt te verwekken. Ondertusschen groeide het opkoopsteregilde uit tot een legioen en zijn leden kochten karre- vrachten goederen bij Van Hasselt weg, welke goederen daarna bij Brenninkmeijer te kijk en te koop werden gesteld. Practisch bleek 't nu lus onvermijdelijk, dat een inderdaad bona fide koopster voor een in dienst van de fa. Bren ninkmeijer staande vrouw werd gehouden en Ües onverrichterzake'den winkel moest verlaten. Een poging van de zijde van de fa. Van Has selt om in kort geding van den president van de rechtbank de besisslng te krijgen, dat de fa. Brenninkmeijer haar massa-inkoop-methode moet staken, mislukte. De vordering van ƒ25.000 berust op de schade, welke de fa. Van Hasselt zegt te lijden tengevolge van de volksoploopen voor haarwild, welke haar noodzaken de maga zijnen nu en dan te sluiten, terwijl de inkoopen van de fa. Brenninkmeijer haar van tal van aan het publiek verkoopbare goederen berooven. Tegenover bovenvermelde lezing van het ge val staat die van de fa, Brenninkmeijer zelve, welke evenals de eerste ln summiereten vorm hier weergegeven op het volgende neer komt 1 De fa. Van Hasselt Oo. heeft bij de opening van haar, zaak schuin tegenover die van de fa. Brenninkmeijer, er naar gestreefd bij het pu bliek de meening te doen postvatten, dat het te doen had met een filiaal van de fa. Brennink meijer, die vroeger in hetzelfde perceel gevestigd was. Tot in de kleinste bijzonderheden werden de uitstalkasten van de fa. Brenninkmeijer na gebootst, enz. Bovendien kreeg het personeel last het publiek niet uit den waan te helpen al» het meende bij de fa. Brenninkmeijer in den winkel te zijn. Een lichtreclame, soortgelijk aan eene van de fa. B., moest op rechterlijk bevel verwijderd worden. Voorts vernam de fa. Brenninkmeijer, dat Van Hasselt gelijksoortige artikelen als B. éta- leerde, tegen veel lageren prijs -tentoonstelde, dooh weigerde die stukken uit de étalage aan de klanten te verstrekken. De fa. Brennink meijer besloot toen Van Hasselt er toe te dwin gen, de artikelen tegen den étalage-prijs te ver koopen en stuurde een aantal vrouwen er op uit, om bij Van Hasselt de goederen te koopen. Zij ging daarbij uit van het standpunt, dat een zaak alle consequenties van haar reclame heeft te aanvaarden, 1. c. haar uitgestalde goederen tegen den aangehechten prijs te verkoopen. De op deze wijze verkregen goederen werden in den winkel herverkocht tegen denzelfden prijs, welken Van Hasselt berekende; den laatsten tijd werden ze naar B.'s filialen bulten Amster dam gezonden. Dat opnieuw-verkoopen ge schiedt, daar de fa. Brenninkmeijer geen groo tere flnancleele offers aan dezen strijd wenscht ten koste te leggen, dan zH strikt noodzakelijk acht. Herhaaldelijk kwam het voor, dat de fa. Van Hasselt weigerde goederen uit de étalage te ver koopen, ook aan personen, die niets met de fa- B. uitstaande hadden en meer dan eens waren daarvan op den Nleuwendijk relletjes, waarbij de politie moest ingrijpen, het gevolg. De fa. B. ontkent evenwel haar opkoopsters last te heb ben gegeven tot het verwekken van de relletje», zulks zou.slechts den Nleuwendijk als winkel straat ln discredlet brengen, mede ten nadeele van de fa. B. zelve. Het ls er de fa. Brennink meijer slechts om te doen de h. 1. deloyale con currentie van de fa. Van Hasselt Co. den kop in te drukken en zij acht daartoe de opkoop methode den eenlg-mogelljken weg. De presi dent van de rechtbank besliste dan ook ln kort Als de drank is In den man Onderdak verleend. Waar, Is de berijdster Waaghalzerij. Invoering van het 7e leerjaar verschoven tot 1930. ,e V* Beperking van het aantal onderwijzers. Kapitaal f 5.000.000. Een proces om een kwart ton.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 6