I
helaas] Toen hij ff oen klein Jaar Ja was, had
den de eigenaars het theater aan den heer Van
Twisk verhuurd, voor 10 minder in de week
dan bij hacf moeten betalen. En roo was hij op
nieuw broodeboe geworden.
Het beroep, dat hij deed op den steun en de
sympathie van de bezoekers, vond weerklank,
een hartelijk applaus begroette zijn speechje.
Het programma bood, naast een interessante
vogelfilm (men begrijpt niet hoe die vogels, zoo
in hun dageÜjksche leven en bedrijvigheid, op
de film kunnen komen, maar het is een feit, dat
men het klaarspeelt), een tweetal groote
nummers, die het aanzien waard zijn. „Het
Bloedspoor in de Sneeuw" is een avontuurlijk
verhaal van de sneeuwvelden van Alaska (N.
Amerika), en „De Vrouw in de Rechtzaal" is
een feministisch pleidooi, dat ook zeer interes
sante tooneelen geeft. Zoodat men voor geringen
prijs een avond genieten kan.
Wij wenschenl dem heer (Boelens toe, dat hij
in de Tavenu-Bioscoop opnieuw „een boterham
moge verdienen!" De strijd omhet bestaan
wordt hem niet gemakkelijk gemaakt 1
Winkelnfeuws.
De firma J. v. dL Plaat, die sinds Jaren
een zaak in kruidenierswaren in de Midden-
straat heeft, heeft gisteren in de Keizerstraat
een tweede zaak geopend.
Het perceel Keizerstraat 67 is hiervoor
geheel verbouwd en opgetroikken, en er is
een modlerne, haar de edschen des tijdis inge
richte winkel verrezen. De winkel ziet er
keurig uit
De opstand langs de winkelwanden Is ge
heet nieuw. Er zijn een bascule en vleesch-
machine van het nieuwste soort in den winkel
geplaatst Alle kruideniers- en grutters
waren, comestibles en Gel-dersche vleesch-
waren zijn er verkrijgbaar.
De winkel is verbouwd en ingericht door
den heer de Does, geschilderd: door den heer
de Ridder, terwü-l de eleotriscbe installatie
werd aangelegd dbor den heer de Jong.
Bij de opening vervroolijkten een aantal
fraaie bouquetten het aspect
Uit het Polltie-rapport
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
werd door een 17-jarig meisje uitdeHarte-
steeg bij de politie assistentie gevraagd,
omdat de echtgenoot van haar moeder, een
tante van haar, met een stuk ijzer wilde
mishandelen.
Bij de komst van de politie bleek, dat er
twist was ontstaan tusschen twee vrouwen
en bedoelden man. Zij verkeerden onder
de» invloed van alcoholhoudenden drank.
De vrouwen hadden kans gezien den man
buitenshuis te houden, zoodat deze door de
poiitie kon worden ingerekend.
Woensdagnacht werd aan een 4-tal per
sonen onderdak verleend.
Donderdag deed een bewoner van de Java-
straat aangifte, dat hij in genoemde straat
een onbeheerd damesrijwiel had gevonden.
De politie zag zich genoodzaakt eenige
jongens, die zich nog steeds op de Zuid
straat op het ijs waagden, naar het politie
bureau over te brengen, waar zij door de
ouders werden afgehaald. Zulke waaghalzen
toch!
BINNENLAND.
Salarisverlaging.
Het hoofdbestuur van Ons Belang, Ver-
eeniging van Onderofficieren der Neder-
landsche landmacht en het Comité tot be
hartiging van de algemeene belangen van
marinepersoneel beneden den rang officier,
(O.Al.M.B.0.) zijn Woensdag 23 Januari 1924
te Amsterdam bijeen geweest teneinde be
sprekingen te houden over den toestand
ontstaan door de in de Tweede Kamer af-
elegde verkraring der Regeering in zake
e voornemens tot verlaging van de sala
rissen van het Rijkspersoneel.
Volkomen overeenstemming werd bereikt
omtrent de te nemen maatregelen.
Leeftijd, waarop kindleren trri het L. O.
worden toegelaten.
Onder overweging, dat het wenschelijk is
den leeftijd, waarop de kinderen tot ee»e
school voor gewoon L. O. mogen worden
toegelaten, met één jaar op te sohuiven, is
bij Kon. Besl. bepaald, dat art. 1 van het
K. B. van 18 Deo. 1920, later gewijzigd, ge
lezen wordt als volgt:
De kinderen, die, tot eene school voor ge
woon lager onderwijs worden toegelaten,
moeten bij het begin van het schooljaar of
van den sohooloursus den leeftijd bereikt
hebben van zeven jaren, verminderd met
zooveel tijd als de helft bedraagt van den
klasseduur der school. Onder schooljaar of
schoolcursus wordt verstaan de ln het leer
plan der school vastgestelde klasseduur.
(„St.-Ot.")
WQzlglng van de leerplichtwet en van de
lageronderwtlswet 1920.
Bij de Tweede Kamer is ingediend1 een. wets
ontwerp tot wijziging van de Leerplichtwet en
van de Lager Onderwijswet 1920.
Aan de memorie van toelichting tot dit wets
ontwerp wordt het volgende ontleend:
Onder de tijdelijke maatregelen, welke gedu
rende de periode, dat het evenwicht in de staats
financiën nog niet is bereikt, zullen moeten ge
nomen worden om het automatisch accres zoo
veel mogelijk tegen te gaan, heeft de regeering
in de nota betreffende den toestand van 's lands
financiën aangekondigd het afzien tot 1980 van
de invoering van het zevende leerjaar op de
lagere scholen en van de uitbreiding van den
leerplicht, terwijl op de gemeentelpe en bij-
idere scholen, welk
zondere scholen, welke het zevende leerjaar
reeds hebben en er uit 's rijks kas betaling voor
genieten, het z.g. uitstervingssysteem zal wor
den toegepast.
Kinderen, die 1 Sept. e.k. aan den 6-jarlgen
leerplicht hebben voldaan, zullen de school kun
nen verlaten.
Ter voldoening aan het aangekondigd voor
nemen strekt de indiening van het wetsontwerp
dat zoowel van de Leerplichtwet al® van de La-
„er Onderwijswet 1020 een wijziging beoogt,
dieop grond van haar tijdelijk karakter, niet in
d6 wetten zelve belichaamd wordt, doch in eon
ef:.>nderlijk wetsvoorstel is vervat, zoodat na
af >op van den overgangstermijn op 1 Januari
ll.iO de oorspronkelijke wetsbepalingen auto
matisch herleven.
De Inwerkingtreding der voorgestelde wet ls
blijkens artikel VIII gesteld op 1 Juli 1924, ten
einde zoo spoedig mogelijk de beoogde vermin
dering van uitgaven te verkrijgen.
Het aantal onderwijzers, dat volgens art, 28
der Lager Onderwijswet 1920 aan elke school
moet verbonden zijn, houdt niet direct verband
met het-getal leerjaren der school; evenwel kan
het op de school houden van kinderen, die na
het doorloopen van het 6e leerjaar niet meer
leerplichtig zijn, leiden tot zoodanige stijging
van de schoolbevolking, dat moet worden over
gegaan tot versterking van het getal leerkrach
ten. Zal de lagere school in het algemeen moe
ten worden, beperkt tot zes leerjaren, dan .be
hoort het getal wettelijk verplichte onderwijzers
aan die school te worden beheerscht uitsluitend
door het getal der leerplichtige kinderen.
De pensioenbijdrage van hef gemeenfe-
personeeL
Het gemeentepersoneel te Amsterdam
draagt sedert 1 Januari van het vorige
jaar 31/, pet. van het loon bij, ten behoeve
van het Rijikspensioenfonds. Gedeputeerde
Staten hebben echter, ingevolge een beroep
van belanghebbenden, beslist dat dit on
juist ia Van het gemeentepersoneel in het
algemeen mag niet meer dan 2 pet. van het
geheele salaris voor edgen pensioen worden
ingehouden en verder een V, pet van de
eerste 3000 gulden voor weduwen en wee
zen pensioen. Aan het personeel van de ge
annexeerde gemeenten mogen bovendien,
ingevolge de annexatewewt, geen grootere
lasten worden opgelegd, dan vóór de an
nexatie bestonden. En alleen te Sloten steeg
de pensioenbijdrage tot 3 pet. Een en ander
zal de gemeente over het jaar 1923 plus
minus 15,000 kosten, die aan de betrok
kenen imoeten worden terugbetaald.
Pensioenen Nijverheidsonderwijs.
Ingediend is een wetsontwerp om het Rijk
ook te doen bijdragen in de kosten van pen
sioneering van directeuren, leeraren en ove
rig personeel der gesubs. nijverheidsscholen.
Suppletoire Marinebegrooting voor 1922.
In een Nota naar aanleiding, van het Ver
slag over het wetsontwerp tot nadere wijzi
ging en aanvulling van het Vide Hoofdstuk
der Siaatsbegrooting voor het dienstjaar
1922 deelt de Minister van Marine mede dat
er wegens het uitstellen van verschillende
herstellingswerken gedurende den mobilisa
tietijd nog steeds eenige achterstand van
dringende herstellingen bestaat zoowel aan
lichttorens als aan gebouwen van het loods
wezen.
Een tweede Nota van Wijziging wordt bij
deze Nota aangeboden, waarbij o.a. heit ar
tikel reis- en verblijfkosten ten behoeve van
de actieve zeemacht met 10.063 wordt ver
minderd, aangezien de reizen uit een oog
punt van bezuiniging zooveel mogelijk wor
den verminderd. Het artikel bezoldigingen
en toelagen van personeel van het loodswe
zen wordt behalve met 201.100 nog met
10.095 verminderdL Waar eenerzijds de
scheepvaart zich nog niet in die mate heeft
hersteld dat die weder op het peil van vóór
den oorlog is gekomen zoodat met minder
loodspersoneel kan worden volstaan en an
derzijds, waar dit mogelijk bleek, bezuinigin
gen werden ingevoerd!, behoefde niet over
het geheele toegestane bedrrag te worden
beschikt.
Een Japansche missie.
Een Japansche missie zal in Februari en
Maart Belgische, Fransche en Nederlandl-
sche havensteden bezoeken. Zij bestaat uit
zeeofficieren en officieren van de handels-
marine, ingenieurs en architecten en staat
ondCr leiding van kapitein Tafcahasji en in
genieur Hadoma. De bedoeling is, studies te
maken met het oog op den nieuwen aanleg
van de Japansche havens, die door de aard
beving geleden hebben. Eindle Februari komt
de missie te Antwerpen aan.
Sa „Beemsterdijk".
Naar do directie van de Holland-Amerika
Lijp meedeelt, is het roer van het s.s.
„Beemsterdijk", van Rotterdam naar New-
port News bestemd, defect geraakt Het
schip werd op Sleeptouw genomen door het
Engelsche s.s. „Valemore" en te Halifax
binnengesleept.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag 25 Januari.
De Kamer besluit na de interpellatie-
Boon over den postohèque- en girodienst
de Indische begrooting te behandelen met
de door den heer Troolstra gevraagde
interpellatie ovpr de houding der Indische
regeering tegenover de Indische volksbe
weging en de spoorwegstaking, welke
interpellatie door den heer Albarda zal
worden gehouden.
Het wetsontwerp tot verlenging van de
Indische productenbelastingen tot over het
jaar 1928 en tot invoering van een aard
oliebelasting voor hetzelfde jaar wordt
aangenomen zonder hoofdelijke stemming.
De heer Boon (V. B.) houdt daarna zijn
Interpellatie over de stopzetting van den
postchèque- en girodienst. Spr. citeert de
meening van Kamerleden en van oud
minister König, die centralisatie van de
giro doodelijk achtten. Hij haalt tot in
finesses de geschiedenis van de stopzetting op.
Spr. stelt dertien vragen, o. m. waaraan
de bevoegdheid tot sluiting was ontleend en
door wien Gelooft de minister in ontwarring
van den hopeloozen toestand? Had het per
soneel schuld, en waarom is voor het onder
zoek daarvan geen commissie benoemd Hoe
groot is de door het Rijk geleden schade
Het publiek wordt van de giro vervreemd
door de afschaffing van den vrijdom van port,
Is afschaffing van rentevergoeding niet ge-
wenscht Verwacht de minister van den
gecentraliseerden dienst niet een kwijnend
bestaan Wil hij zoo spoedig mogelijk tot
decentralisatie terugkeeren
Minister van Swaay zegt zich ontzettend
geërgerd te hebben over den gang van zaken
van den postchèque- en girodienst. Het is
afschuwelijk. De leiders hadden hem een
voudig bedot met hun grenzeloos optimisme
en zelfvertrouwen en hem ln den waan
gebracht, dat alles nog wel los zou,loopen.
Iets, dat den heer Krijger later deed vragen,
of de adviezen niet oens konden worden
overgelegd, op grond waarvan mon tot
oentralisatie was overgegaan. En ook de
heer Van Braambeek vroeg, of de minister
zioh niet v o o r a f op de hoogte had gesteld
en betoogde, dat de eenige fout der
decentralisatie zat in de gebrekkig geoutil
leerde centrale contróle.
De minister liet zich over eenige defini
tieve keuze van stelsel nog niet uit. W el
merkte hij op, dat de Staat in geen geval
op den P. C. G. D. mag toeleggen eu dat
er eigenlijk zelfs een vrij aanzienlijk over
schot moet wezen, zal de Staat door dezen
dienst geen schade lijden. Immers, nu de
P.O.G.D. was gestaakt, is er aan zegels voor
postwissels en postquitanties over het laatste
kwartaal van 1923 f 682.000 meer ontvangen
dan in '22. Dat beteekent dus dat, alleen in
die drie maanden, de P.O.G.D. dat bedrag
aan de Staatsinkomsten onttrok. Maar er is
nu een inspecteur naar België geweest om
te zien hoe daar het gecentraliseerde stelsel
werkt en als zijn rapport inkomt zal dat,
met het advies van de Ned. Bank, aan een
commissie van deskundigen worden voor
gelegd. Daarna eerst zal de beslissing
vallen.
Een motie-Boon, strekkende om zekerheid
te verkrijgen van een regelmatige werking,
komt in behandeling, doch de discussies
worden tot Dinsdag verdaagd.
ECONOMISCHE EN FINANCIEELE
BERICHTEN.
ECONOMISCH WEEKOVERZICHT.
Als de spreekwijze waarheid bevat, dat
de beurs steeds de komende toestanden in
hare koersen verdisconteert, dan mag men
veronderstellen, dat de Nederlandsche in
dustrie een goed jaar tegemoet gaat. Er
schijnt meerdere belangstelling te bestaan
voor onze industrieele fondsen, die blijk
baar op deze lage koersen voor goede be
legging zeer koopwaardig geacht worden.
Wij zien de laatste dagen weer koersver-
heffingen van beteekenis voor fondsen als
Brocades en Stheemann, Nederl. Staalfa
brieken, du Croo en Brauns, Vereenigde
Chemische fabrieken enz., waaruit men dus
de conclusie mag trekken, dat het vertrou
wen in deze industrieën zoo langzamerhand
begint terug te keereu.
Groote belangstelling genoten de laatste
dagen de Tabaksaandeelen en wel speciaal
de aandeelen Soekowono, Besoeki en Temoe-
loes Landbouwmaatschappij, welke laatste
aandeelen j.L Vrijdag op één dag 49 pCt.
konden stijgen. Deze ondernemingen planten
Javatabak, die van minder goede kwaliteit
is dan de Sumatratabak, doch waarvoor op
de a.s. tabaksinschrijvingen veel vraag
schijnt te bestaan. De Sumatratabak-verbou-
wende ondernemingen als Deli Mij., Deli
Batavia en Senembah sloten zich bij de
willigste aan en boekten eveneens belang
rijke koersverheffingen.
In Oliewaarden gaat zeer veel om, spe
ciaal Koninklijke en Consols. De prijs van
het ruwe product is op de Amerikaansche
markt de laatste weken gestegen, wat steeds
in koersverheffling van de aandeelen tot
uiting komt.
Speciaal Geconsolideerde trekt steeds
groote belangstelliug van de speculatie en
gaan er in dit fonds groote bedragen om.
De suikermarkt ligt prijshoudend, doch stil,
er werden geruchten van overvloedige
droogte in den rietbouw verspreid, wat
natuurlijk nadeeligen invloed uitoefent op
het gehalte van het product, aan den ande
ren kant echter belooft de wereldsuiker-
oogst dit jaar kleiner te worden, waardoor
men oploopende prijzen verwacht, wat weer
niet anders dan ten goede kan komen aan
de maatschappijen, Koersfluctuaties van
beteekenis komen dan ook niet voor. Scheep
vaartwaarden liggen prijshoudend in de
markt, er doen zich geen factoren voor, die
veel invloed op de koersen kunnen uioef enen.
Nog voortdurend bestaat de opwindende
bewegelijkheid in francs. Het aftreden der
Engelsche regeering en het aan het bewind
komen van een arbeidersregeering be
schouwt men als minder gunstig voor de
Fransohe republiek, terwijl aan den anderen
kant de speoulatie wat huiviger wordt om
maar blanoo-verkoopentedoen. Men zag zelfs
deze week huizen, die bekend staan steeds als
la baisse te opereoren, belangrijke bedra
gen koopen met blijkbaar haussebedoelingen,
zoodat men, eerder aantrekkende, dan flau
we markten kan verwaohten. De schomme
lingen in de Fransohe valuta zijn en blijven
verbazend groot, dagelijks 30 of 40 cent op
en neer ls niets bijzonders meer, zoodat
men kan nagaan hoe hoogst gevaarlijk der
gelijke speoulatieB zijn.
Nu do Fransohe regeering maatregelen
heeft uitgedacht om aen handel ln haar
betaalmiddel te beteugelen, gaat ook de
Belglsohe regeering dat voorbeeld volgen.
Sommigen boschouwen die maatregelen
schouderophalend, terwijl anderen toch gaan
twijfelen of de frano wel een dubbeltje
gaat worden. Bedoelde maatregelen bevatten
voor een groot deel belastingverhoogingen.
doch meent men, dat het wel zeer de vran
zal zijn of de Fransche schatkist daarb
wel zal varen, aangezien de Fransche be
tastingbetaler opvattingen heeft, die zeker
het eigenbelang bij het landsbelang niet zal
achterstellen.
De laatste berichten omtrent kwesties
tusschen de Fransche regie in het Ruhr-
gebied laten thans weer haren invloed gelden
en verwacht men daardoor internationale
verwikkelingen, die niet kunnen bijdragen
tot spoedige oplossing van het Ruhrconfllct.
Ook lazen wij echter weer tegenspraken, dat
de voorgegeven ruzie van weinig belang
zou zijn.
Nederlandsche Accept-Maatschappij.
Naar het „Handelsblad" verneemt, werd gis
teren te Amsterdam de acte van oprichting ge
passeerd van de bovengenoemde maatschappij,
met een kapitaal (van 5.000.000.
Oprichters zijn: de Nederlandsche Handels
maatschappij, ae Rotterdamsche Bankvereeni
ging, Mendelssohn Oo., Amsterdam, en Pier
son 8c Co.
Doel der maatschappij is: het financieren van
handelstransacties en net verleenen van credle-
ten, speciaal ter bevordering van den handel
tusschen Nederland en het buitenland, het ac
cepteeren en dlsoonteeren van wissels en alles
wat met. een en ander ln verband staat.
Tevens verneemt het ,jHbl. dat deze ven
nootschap moet worden beschouwd als een voor-
looper van de oprichting, onder leiding van ae
Nederlaniische Handelsmaatschappij, van een
grootere maatschappij mc hetzelfde doel, welkt
eiehter op internationale 1» it zal zijn geschoeid,
onder medewerking van Engelsche, Duitache en
wellicht ook Zwitsersche bankkringen,
Faillissementen In Nederland.
Volgens mededeling van het Handelsin
formatiebureau van Van der Graaf Oo.'s
Bureaux voor den Handel zijn over de af-
geloopen week, eindigende 25 Jan. in Ne-
deriandl uitgesproken 109 faillissementen te
gen 70 faillissementen in dezelfde week van
het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 25 Jan. 1924 819
faillissementen tegenover 290 over hetzelfde
tijdperk van het vorige jaar
Brandstichting.
Een1 felle 'brand 'heeft Donderdagnamid
dag groote verwoesting aangericht op de
verdiepingen van het dOor zes gezinnen be
woonde perceel Kinkerstraat 83, bij de Da
Costastraat te Amsterdam.
Even over vier en zagen voorbijgangers
in de Kinkerstraat een dikke rookkolom met
kracht uit het zolderraam gedreven. De be
woners van de voorvertrekken der eerste
verdieping werden door de ontstane op
schudding aan de overzijde deer straat op het
gevaar attent gemaakt, zij openden de deur,
zagen dat de achterwoning van hun étage
in brand stond, maakten alarm en riepen in
het trapportaal, dat de bovenburen zich
moesten redden. Die thuis waren ontvlucht
ten hunne woningen, met achterlating van
hun 'gebedle hebben en houden.
Het perceel was een van die ouderwetsche
huurhuizen, getoloreerd, veel gelijkend op
de Mamixstraatwoningen, waarin, jaren ge
leden, bij een daarin uitgebroken brand,
eenige menschen het leven verloren. Ook
in de Kinkerstraat 33 waren, van den bega-
nen grond tot aan de „hanebalken", langs
de trappen houten separaties, en houten
wanden als afscheiding tusschen de woon
kamer en de zijvertrekjes.
Waar door die houten afscheidingen het
vuur gretig voedsel vond, kan men zich
voorstellen, dat de vlammen vrij' gauw weer
het geheele huis in gloed* zetten.
Op de tot hen gerichte waarschuwingen
van de buren één hoog en van die aan de
overzijde der straat, snelden de bewoners
der bovenverdiepingen naar beneden. De
15-jarige zoon van de familie Toelen, wonen
de drie hoog vóór, was bedlegerig, hij werd
intijds door een moedig man uit het bran
dende huis gedragen.
Met groote moeite is het gelukt een vrouw
van driehoog, die dien tocht door het bran
dend trapportaal niet durfde wagen, door de
dakgoten op den veiligen zolder van een
aangrenzend perceel te brengen. De vlam
men grepen zéé vlug om zich heen dat de
vluchtenden van de beide bovenste verdie
pingen nog maar net op het eerste trappor
taal waren aangekomen, toen de trappen van
twee en en driehoog in lichtelaaie werden
gezet.
Ware het onheil gekomen in den nacht,
dan zou het zonder persoonlijke ongelukken
niet zijn afgeloopen.
Het is gelukt de aangrenzende peroeelen
te sparen en na drie kwartier aanpakken
was de brandweer het vuur meester.
Het dak is vernield, de derde en tweede
verdiepingen geheel uitgebrand, met alles
wat er aan huisraad in was.
Den bewoner van de vóórvertrekken der
eerste verdieping ls het tijdens het blue-
schen gelukt, een bedrag aan spaarpennin
gen te redden, doch de overige bewoners
hebben bij den brand alles verspeeld. Er
verluidt dat allen voor een laag bedrag te
gen brandschade zijn verzekerd.
Als vermoedelijke oorzaak werd aanvanke
lijk beschouwd) het in brand geraken van
een pot vet die op het vuur stond.
Later kwamen naar de Telegr. meldt bu
ren op het bureau Lauliergracht als hun
meening kenbaar maken, dat juffrouw Pijn
met moedwil haar kamer had in brand ge
stoken. Op last van inspecteur Giaslus, waar
nemend chef van do betrokken sectie, werd
de vrouw ontboden.
BH het verhoor deed zij de sensationeeie
mededeallng, dat zij inderdaad den brand
met voorbedachte rade had' gesticht. Zij had
haar meubels in de achterkamer met petro
leum overgoten en daarop een brandenden
lucifer geworpen.
Voorts verklaarde zij, dat deze handeling
een gevolg was van de voortdurenden on
min, waarmede zij sinds langen tijd met
haar buren leefde. De ruzie on plagerijen
hadden haar in zoo'n vorrwzaand opgewon
den toestand gebracht, dat zij niet meer wist
wat zij deed en niet besefte, dat zit dooT haar
daad het leven van meer dan twintig man
nen, vrouwen on kinderen in de waagschaal
stelde.
De ongelukkige, die 48 jaar ls begrijpelijk
in hoogst opgewonden toestand verkeerde
is na deze voorlooplge bekentenis ten over
staan van den Inspecteur Glaslus, ln arrest
iteld, Verschillende getuigen werden ge-
De mian, die op zijn werk was kwam op
het hooren vnn de tijding dat er brand was
naar huis. Hij vond zijn vrouw echter niet.
Later vernam hij de treurige tijding op het
polltie-bureaiu.
Het „Hbl." meldt nog:
De vrouw, die den brand heeft gesticht,
heeft op het politiebureau een omstandig
verhaal gedaan van het gebeurde. Oorzaak
was de voortdurende plagerijen van de buren,
voornamelijk over den hond van de vrouw. Na
lat daarover Donderdagmorgen weer kabaal ge
weest was, nam het denkbeeld om zich op de
buren te wreken waarover zij reeds lang
piekerde vasten vorm aan. „Nu moet het
maar gebeuren", zelde zij bij zichzelf ln haar
overspannen stemming. Zij besprenkelde haar
vloerkleed met petroleum en stek den brand
erin. Toen de vlammen plotseling oplaaiden,
verliet zij, nauwelijks beseffende wat zij deed,
de woning, sloot de deur en vluchtte de straat
op. Als radeloos liep zij verschillende „straat-
blokken" om en keerde naar de Kinkerstraat
terug, toen het geheele perceel was uitgebrand,
Zij had eerst nog de kat uitgelaten; de hond, de
onbewuste oorzaak van haar optreden, nam zij
mee op straat.
Ogenschijnlijk geheel tot zichzelf gekomen,
vertelde zij op het politiebureau griezelig kalm,
dat de wroeging over de daad haar naar het poll-
tiebureau had gedreven. Ondanks het gebeurde,
komt in de gesprekken der buurtbewoners diep
medelijden met de ongelukkige, 48-jarlge vrouw,
tot uiting.
Uit getuigenverklaringen bleek, dat eenige
buren, die de vrouw zoo haastig het huis had-
den zien uitkomen, haar hadden nageroepen;
„Jij hebt den brand gesticht!" De vrouw, die
blijkbaar geheel buiten zichzelve was, zou daar-
op hebben geroepen: „Ja, lekker, lekker!"
Ook 'is bij het verhoor gebleken, dat de vrouw
reeds eerder had gedreigd den boel in brand te
zullen steken. De buren vertelden, dat de hond
vaak zljntoehoeften op de trap deed en dat naar
aanleiding daarvan onaangenaamheden waren
gerezen.
Hoewel de politie van oordeel ls, dat de brandt
stichtster niet geheel voor haar daad aanspra
kelijk kan worden gesteld, en dat zjj veeleer diep
medelijden verdient, zal de vrouw toch ter be
schikking van de justitie moeten worden ge-
steld. De vrouw maakt, nu haar kalmte ls terug-
gekeerdi, een bescheiden indruk.
De zoon van den heer Hendriks, die op de
eerste verdieping woonde, zou spoedig gaan
trouwen. De geheele inboedel voor het nieuwe
gezin was reeds gekocht en. stond op den zol-
ier van het verbrande perceel. Van de nieuwe
meubelen is niets meer overgebleven. Zij wa
ren nog niet verzekerd.
Confectlo-oorloc.
Tusschen de firma O. en A. Brenninkmeljer
en de N. V. Van Hasselt's Confectiemagazijnen,
beide gevestigd op den Nieuwendjjk bij den
Dam te Amsterdam, woedt reeds geruimen tijd
een felle concurrentiestrijd, welke vooral de
laatste weken de publieke aandacht bezig houdt.
Naar wij vernemen is de fa. Van Hasselt een
civiel rechtsgeding tegen de fa. Brenninkmeijer w
begonnen ter verkrijging van een schadever
goeding van 25.000, welke vordering gebaseerd
is op art. 1401 B. W., dat luidt:
Elke onrechtmatige daad, waardoor aan een
ander schade wordt toegebracht, stelt denge
nen, door wiens schuld die schade veroor
zaakt- is, in de verplichting om dezelve te ver
goeden.
'Ter motiveering van haar vordering geeft de
fa. Van Hasselt de volgende lezing van aen con
currentiestrijd.
De fa. Brenninkmeijer legt er zich op toe het
bedrijf van de fa. Van Hasselt beide maga
zijnen van dames- en kinderen-oonfectieklee-
ding onmogelijk te maken, doordat zij er toe
overging een vijftal vrouwen in dienst te ne
men, die opdracht kregen regelmatig naar den
winkel van Van Hasselt te gaan om er van alleS
en nog wat op te koopen. Eenigen tijd na die
inkoopen zag de fa. Van Hasselt dan de bij haar
gekochte goederen in de étalages van Brennink
meijer staan, lager geprijsd. De vrouwen, die
zich voor dit werk leenden, kregen voor elk
stuk, dat ze bij Van Hasselt kochten, 1 be
looning. Al spoedig leerde de fa. Van Hasselt
die inkoopstere van-den-overkant kennen en
weigerde haar verder te verkoopen. De fa. Bren
ninkmeijer zou daarna de inkoopstere last heb
ben gegeven bij weigering van verkoop relletjes
in den winkel van Van Hasselt te verwekken.
Ondertusschen groeide het opkoopsteregilde uit
tot een legioen en zijn leden kochten karre-
vrachten goederen bij Van Hasselt weg, welke
goederen daarna bij Brenninkmeijer te kijk en
te koop werden gesteld. Practisch bleek 't nu
lus onvermijdelijk, dat een inderdaad bona
fide koopster voor een in dienst van de fa. Bren
ninkmeijer staande vrouw werd gehouden en
Ües onverrichterzake'den winkel moest verlaten.
Een poging van de zijde van de fa. Van Has
selt om in kort geding van den president van
de rechtbank de besisslng te krijgen, dat de fa.
Brenninkmeijer haar massa-inkoop-methode
moet staken, mislukte. De vordering van ƒ25.000
berust op de schade, welke de fa. Van Hasselt
zegt te lijden tengevolge van de volksoploopen
voor haarwild, welke haar noodzaken de maga
zijnen nu en dan te sluiten, terwijl de inkoopen
van de fa. Brenninkmeijer haar van tal van aan
het publiek verkoopbare goederen berooven.
Tegenover bovenvermelde lezing van het ge
val staat die van de fa, Brenninkmeijer zelve,
welke evenals de eerste ln summiereten
vorm hier weergegeven op het volgende neer
komt 1
De fa. Van Hasselt Oo. heeft bij de opening
van haar, zaak schuin tegenover die van de fa.
Brenninkmeijer, er naar gestreefd bij het pu
bliek de meening te doen postvatten, dat het te
doen had met een filiaal van de fa. Brennink
meijer, die vroeger in hetzelfde perceel gevestigd
was. Tot in de kleinste bijzonderheden werden
de uitstalkasten van de fa. Brenninkmeijer na
gebootst, enz. Bovendien kreeg het personeel
last het publiek niet uit den waan te helpen al»
het meende bij de fa. Brenninkmeijer in den
winkel te zijn. Een lichtreclame, soortgelijk aan
eene van de fa. B., moest op rechterlijk bevel
verwijderd worden.
Voorts vernam de fa. Brenninkmeijer, dat
Van Hasselt gelijksoortige artikelen als B. éta-
leerde, tegen veel lageren prijs -tentoonstelde,
dooh weigerde die stukken uit de étalage aan
de klanten te verstrekken. De fa. Brennink
meijer besloot toen Van Hasselt er toe te dwin
gen, de artikelen tegen den étalage-prijs te ver
koopen en stuurde een aantal vrouwen er op
uit, om bij Van Hasselt de goederen te koopen.
Zij ging daarbij uit van het standpunt, dat een
zaak alle consequenties van haar reclame heeft
te aanvaarden, 1. c. haar uitgestalde goederen
tegen den aangehechten prijs te verkoopen. De
op deze wijze verkregen goederen werden in
den winkel herverkocht tegen denzelfden prijs,
welken Van Hasselt berekende; den laatsten
tijd werden ze naar B.'s filialen bulten Amster
dam gezonden. Dat opnieuw-verkoopen ge
schiedt, daar de fa. Brenninkmeijer geen groo
tere flnancleele offers aan dezen strijd wenscht
ten koste te leggen, dan zH strikt noodzakelijk
acht.
Herhaaldelijk kwam het voor, dat de fa. Van
Hasselt weigerde goederen uit de étalage te ver
koopen, ook aan personen, die niets met de fa-
B. uitstaande hadden en meer dan eens waren
daarvan op den Nleuwendijk relletjes, waarbij
de politie moest ingrijpen, het gevolg. De fa. B.
ontkent evenwel haar opkoopsters last te heb
ben gegeven tot het verwekken van de relletje»,
zulks zou.slechts den Nleuwendijk als winkel
straat ln discredlet brengen, mede ten nadeele
van de fa. B. zelve. Het ls er de fa. Brennink
meijer slechts om te doen de h. 1. deloyale con
currentie van de fa. Van Hasselt Co. den kop
in te drukken en zij acht daartoe de opkoop
methode den eenlg-mogelljken weg. De presi
dent van de rechtbank besliste dan ook ln kort
Als de drank is In den man
Onderdak verleend.
Waar, Is de berijdster
Waaghalzerij.
Invoering van het 7e leerjaar
verschoven tot 1930.
,e V*
Beperking van het aantal onderwijzers.
Kapitaal f 5.000.000.
Een proces om een kwart ton.