UELDEISCHECOURANT Vierde Blad- BINNENLAND. VAN ZATERDAG 6 APRIL 1924. AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. ROND DEN DAM. De reeks „jubilea" van de vorige week heeft zich tot in deze week voortgezet en is tenslotte uitgeloopen in het Koninklijk bezoek, dat na de feestviering van het vo rige jaar deze keer weer normaal-jaar lij ksch was. Een overgang vormde d'e honderd-jarige herdenking van de oprich ting der Nederlandsche Handel-Maat- schappij. Gebeurtenis gevierd met een tooneel-avond in Carré voor het perso neel, een maaltijd in het Concertgebouw voor de Bestuurd eren en bevriende- auto riteiten en recepties waarop weer eens te meer bleek welk een groote plaats deze Maatschappij in ons nationale en speciaal in ons Amsterdamsche leven inneemt. Hoe dit lichaam als zuiver commercieel particulier instituut in de eerste plaats naar het bevorderen van de belangen van zlln aandeelhouders streeft, handhaaft het toch ook een traditie, die, stammend reeds vanaf den Koninklijken oprichter, Wil lem, het geheele ïand ten goede komt. Dat kwam b.v. bij deze herdenking weer aan het licht, toen door oud-minister Treub en anderen enkele tipjes werden opgelicht van den «sluier die altijd veel ■van de gebeurtenissen in de eerste dagen van den wereldoorlog bedekt houdt. Dat ons bedrijfs- en economisch leven er dien tijd nog zoo goed doorhoen.la gekomen, het is voor een zeer groot deel te dan ken aan den invloed die van de Ned. Han- del-Maatschappij in die dagen is uitge gaan. Met haar hulp heeft de Regeering destijds maatregelen kunnen doordrijven, zelfs tegen het gezamenlijk advies der andere hoofdstedelijke bankiers in, die vel"n in den lande voor onnoemelijke ver liezen bespaard heeft. En dat de N.O.T. een schepping van haar directeur, de heer van Aalst was, weet een ieder. Deze week dan: het Koninklijk bezoek. Niettegenstaande de faciliteitendoorden officieelen zomertijd verstrekt, heeft dit keer het beroemde Oranje-zonnetje ons wel min of meer in den steek gelaten, maar desalniettemin hing er toch over de stad een verheuging, minder veroorzaakt door d'en gebruikelijken vlaggentooi en bet koper der extra-opgepoetste politiehebnen dan wel doorhet vorstelijk bezoek aan de Hoofd-synagoge aan het Jonas Daniël Meijerplein. Een gebeurtenis, die onder het groote contingent Israëlieten dat de hoofdstad herbergt, veel voldoening wekte en dankbaar stemde. Bevestiging en gelukkig symbool voor de gastvrijheid en de geloofs-ruimte die al sinds eeuwen in ons land traditioneel is. Een tweede sympathiek bezoek, door de Koninklijke familie gebracht, gold de vliegtuig-fabriek van Fokker over het IJ Ook bij een andere gelegenheid gedu rende deze week kwam de luchtvaart nog officieel voor het voetlicht. Bij de begroo- tingsrede door onzen Burgemeester uitge sproken namelijk. In zijn kort overzicht van den huid-igen toestand onzer Gemeente zeide hij, dat de ontwikkeling der Lucht vaart die voor de hoofdstad belangrijk belooft te worden ,4e volle aandacht van liet Gemeentebestuur vraagt en heeft". Het-zou wel kunnen zijn, dat dit een niet onaardig geplaatste en zachte wenk aan de Regeering moet beduiden. Nog steeds toch, nu al sinds ettelijke jaren, kibbelen de Departementen van Waterstaat en Oor log over hun rechten en over het beheer van een gedeelte van het vliegveld Schip hol. Hadde ook in den Haag de luchtvaart de aandacht die ons Gemeentebestuur met recht zegt aan de zaak te moeten wijden deze grootendeels ambtelijke haarklo verijen, die luchtverkeer nood'eloos rem men, zouden al lang uit de wereld zijn. Moge den Haag de wenk begrepen heb ben! Afgescheiden van het Koninklijk be zoek moet van drie groote gebeurtenissen gesproken worden.Ten eerste de plechtige aanbieding van een zeer arti stiek ontworpen en uitgevoerd gebrand schilderd glasraam, namens die burgerij bij monde van het Raadslid Weiss aan het Gemeentebestuur aangeboden ter gele genheid van de opheffing van het dans- verbod. Dinsdag j.L had de plechtigheid plaats en kon men in de zalen van de Maatschappij voor Beeldende Kunsten in de Vondelstraat tentoongestelde kunst werk, dat bedoeld' is om in de Raadszaal een plaats te vinden, bewonderen. Vele mannelijke en' vrouwelijke Edel- achtbaren, die zich tijdens de dunsdebat ten in den Raad verdienstelijk hebben gemaakt, worden hier in glas en loodl ver- heerljjkt. Op denzelfden dag, tweede groote gebeurtenis! kwamen enkele reeds lan gen tijd gaande zijnde onderhandelingen tot hun beslag. Er waren enkele maanden geleden wel al geruchten, in omloop ge weest, dat dfo HandeDMaatschappijin ver band met de tijdsomistandigheden de ex ploitatie van het nieuwe gebouw aan de Vijzelstraat met eenigen angst tegemoet zag en döt zij gaarne een groot deel van haar nieuwe tehuis aan do Gemeente zou willen overdoen, maar den laatsten tijd had men er weinig meer van yvernomen totdat.het op dtezen dag bekend werd, dat de Gemeente tenslotte besloten had op het aanbod in te gaan en zij haar zetel vanaf het Prinsenhof naar de Bazel's schepping zou gaan verleggen. De nieu we stadhuiskwest'e zal dan daarmede ein delijk zijn opgelostHet eenigste be zwaar is nu echter, dat er in de nieuw te betrekken woning een groot aantal brand- kluizen aanwezig is, te groot inderdaad voor onze niet zoo heel rijpelijk gespekte geinêentebjke kas. Maar ook hierin werd raad «geschaft. De overtollige kluizen zul len nL met 't oog op de uitbreidingsplan nen van bet gemeentelijk waschbedrijf als wasch-, strijk- en droogkamers worden in gericht Tenslottei, derde gebeurtenis op voering in den Stadsschouwburg van „De twee Weezen", het oude en geliefde stuk, door een elite-gezel'schap eveneens oude en eveneens geliefde tooneelisten. De combinatie speelde onder den naam van „De Zeventigers"; geen enkele van dé medespelenden was onder de zeven kruis jes en het deed frisch aan, tusscken al het gekonkel en gedebatteer der jongeren over supsidie en den nieuwen, nog te be noemen vasten1 besweler, dezegrooten van een vroeg geslacht voor den dag te zien komenHet tableau de la troupe ver meldde naast Louis Bouwmeester ert mevrouw Mann, naast* Louis Moor en am deren, die we nog dagelijks door onze straten zien wandelen ook namen van grootheden als bv. „Pa de Leur", dien man dacht niet meer in het lland der levenden te mogen tellen.Maar ons geheugen faalt wel eens Drie gebeurtenissen op Dinsdag ji.: 1 April. Gezamenlijke oogst dus m.a.w. van wat dien, vanouds aan den spot gewijden dag aan journalistieke fantasie in onze diverse bladen had opgeleverd. Het verhaai van het nieuwe stadhuis, in het kort in 't bo venstaande als tweede gebeurtenis weer gegeven was niet slecht;.maar overi gens, voor wie zioh de 1 April-verhalen van enkele jaren geleden herinnert, zooals b.v. die van het varken in de fontein-lei- dlimg op het Frederikplein, of de mensch-aap in Artis, schijnt deze fanta st er met den tijd niet op vooruit te gaan Toch kan de mensch niet buiten fan tasie en décorum. Zelfs al is die mensch een strenge, van alle onnoodige speelsch- heid verstoken.brigadier van politie Plichtgetrouw en verdienstelijk ge meentelijk ordebewaarder, die in onzen volksmond den schilderachtigen naam van „knop-smecis" draagt. „Knop", va» wege het koperen bolletje, dat deze groo- ten op de groot-tenue-helm plegen te dra gen. Overigens werd hun uniform tot nog toe versierd door gouden banden, gouden kwasten, enz. Bij de nieuwe tenue-rege ling, 1 Mei a.s. ingaande, is nu echter be paald, dat al dit fraais zal komen te ver vallen. Geen extra-banden, geen kwasten; alleen de knop blijft. In brigadiers-kringen voelt men zich thans ernst'g te kort gedaan en een tegen actie wordt voorbereid. Zonder een beetje poëzie en décorum is het nu eenmaal, ook voor een politie man „niks gedaan"! En de „Geenmanswagen" van „Het Volk" dan?Red. H. Grt. Een nieuwe Nederlandsche Staats- leenlng. Naar het HbL verneemt, is door het ban kierssyndicaat aan de regeering een aan bod gedaan tot het uitgeven eener lee ning van 60.000.000 en een rente van 6 De leening, die hier te' lande aan de markt zal worden gebracht, zal vermoe delijk tot den koers van 97 worden uit gegeven. Het is wel waarschijnlijk, doch niet geheel zeker dat dit aanbod door de regeering zal worden geaccepteerd. De salarisverlaging der rijks ambtenaren. Het Volk verneemt, dat de commissie van tien in de te 's-Gravenhage gehouden spoedbijeenkomst van de centrale com missie voor overleg in ambtenaarszaken bemiddelingsvoorstellen heeft gedaan, die neerkwamen op een aftrek van een verminderd percentage. Deze voorstellen beoogden een tijdelijke regeling te schep pen en hadden dus geen betrekking op het ontwerp-bezoldigingsbesluit, dat, bij de centrale commissie aanhangig is. Zij be troffen een tijdperk van 1 Mei 1924 tot 1 Mei 1925. Over dit voorstel staakten1 die stemmen. Vóór het voorstel stemden ook de verte genwoordigers der Federatie, die tot nu toe tegenover de regeeringsvoorstellen een absoluut afwijzende houding aanna men. Dinsdag komt de centrale commissie weer bijeen ter bespreking van het prae- advies inzake de te storten bijdragen voor inkoop in het pensioenfonds. Het reizen per mailboot. Eerste en tweede klas. In den Indischen Volksraad' is er meer malen op aangedrongen, dat de regeering zou bezuinigen op de passagekosten der ambtenaren, door de klasse-indeeling uit sluitend afhankelijk te doen zijn van het salaris. Dus geen bevoorrechte groepen meer in die eerste klas, ondanks hët lage salaris, doch uitsluitend degenen, die meer dan 600 salaris ontvangen per maand. Thans is, naar Aneta verneemt, van den minister van Koloniën telegrafisch be richt ontvangen, dat een proef zal wor den genomen met d'e door de Indische re geering gedane voorstellen, om bij het vervoer van landsreizigers van en naar Ind'ië, uitsluitend het salaris in aanmer king te nemen bij' de klassedndeeling. Over eenige, nog nader te belichten, be zwaren, zal tusschen den minister en de de Indische regeering alsnog nader over leg worden gepleegd. De thans bestaande uitzonderingsbepa lingen zullen hierdoor komen te vervallen. De Handelsregisterwet. De minister van arbeid, handel en nij verheid heeft zich tot de Kamers van Kophandel gewend met het verzoek, zulks ter bevordering van de mogelijkheid en de wenschelijklieid van vermindering van de ingevolg de Handelsregisterwet op handel en nijverheid drukkende lasten om antwoord op de volgende vragen: a. Behoort naar uwe meening hij even- tueele herziening van d'e wet in'bedoelde bijdragen wijziging te worden gebracht? b. Zoo ja, welke behooren naar uw oor deel die wijzigingen te zijn? c. Hoeveel zou volgens raming na het inwerkingtreden van een wijziging als bedoeld in sub a het jaarlijksche inkomen uwer Kamer bedragen? Het ligt in de bedoeling, naar aanlei ding van deze vragen binnenkort een ver gadering te beleggen van de secrtarissen der Kamers van Koophandel. Uit de textiel-industrie. Op de conferentie van textiel-fabrikan- ten en arbeidersorganisaties onder leiding van den heer Zaalberg hebben de fabri kanten de toezegging gedaan in geruimen tijd de loonen niet weer te zullen verlagen Wetsvoorstel-AIbarda c.s. Aan de memorie van antwoord inzake het voorstel van wet van den heer Albarcia c.s. tot het instellen van een onderzoek nopons het geschil in de textiel-nijverheid wordt ontleend, dat de voorstellers niet kunnen In zien, dat de verwachting, dat de Arbeidsge- schlllenwet binnenkort in werking zal tre den, hen had moeten weerhouden om tot de indiening te besluiten. Bij toepassing van de Arbeidsgeschlllenwet op het 'geschil iti de textiel-nijverheid zal ln elk geval moeten wor den begonnen met een nieuwe poging tot be middeling. De voorstellers onderstellén ln hun memorie van toelichting, dat de nieuwe poging nutteloos zou zijn en zelfs schadelijk, in zoover zij tijdverlies zou veroorzaken. De opvatting van hen, die meenen, dat bij den strijd in de textiel-nijverheid het alge meen belang niet of niet in ernstige mate zou zijn betrokken, komt hun overigens kwalijk verdedigbaar voor. Door de pogingen van den directeur-gene raal van den arbeid en die van de burgemees ters van.een achttal gemeenten, is het ge schil ln de textiel-nijverheid gekomen in het stadium, waarin ook volgens de Arbeidsge- schillenwet een enquête het eenig overblij vende middel is. Ook indien het juist ware, dat een enquête niet bijdragen zou tot oplos sing van het geschil, maar slechts leiden zou tot de verkrijging van betrouwbare ge gevens, zou een enquête van groot nut kun nen zijn. Maar het is niet juist, dat een enquête niet zou kunnen bijdragen tot de oplossing van een geschil. De voorstellers wijzen o. a. op het groote conflict in het En- gelsche havenbedrijf, dat in Januari van dit jBar uitbrak en in enkele dagen opgelost werd, nadat de Engelsche regeering een en quête gelast had. De vrees, dat door de aanneming van dit wetsvoorstel de Kamer den schijn zou wek ken, alsof bij haar een zekere vooringeno menheid zou bestaan, achten de voorstellers ongemotiveerd. Het onderzoek zal onpartijdig en nauwgezet dienen te geschieden. TWEEDE KAMER. Bij den aanvang der behandeling van de Marinebegrooting» Dinsdagavond, zijn door den Held'erschen afgevaardigde van die Bilt verschillende belangrijke kwesties te berde gebracht, welke in het zeer be knopte overzicht niet tot bun reebt zijn gekomen. Wij meenen dus goed te doen aan de hand van de officieele „Handelin gen" hier te laten voorafgaan een eenigs- zins uitvoeriger samenvatting van hetgeen de heer van^de Bilt bij die gelegenheid opmerkte. - De beer van die Bilt vindt het plan van de regeering, om een vijftal verouder de bod'emste vernieuwen, alleszins lo gisch, en betoogt, dat niet volgens het stel sel d'ét verworpen Vlootwet wordt ge bouwd. Wij leggen ons slechts vast voot 4 plus 1 schepen (2 flottieljevaartuigen en 2 torpedobootjagers) en voor 6 verken ningsvliegtuigen voor Nederland. Van de 21 millioen komen er 10'/, voor Indië en lOVj voor Nederland1. De uitgaaf wordt dus minder dan met het stelsel der Vloot wet. Spr. laat die beschouwingen over «die Vlootwet zelve, over die beteekemis van Indië voor ons land, en over het principe al of niet verdedigen, rusten, doch wijst er op, dat in dit laatste opzicht de Neder landsche sociaaldemocraten een ander be ginsel huldigen d'an hun partij genooten in België en Engeland. In Engeland zijn |de iomstandigbeden geheel anders, zegt men, het is ©en groot landt Voor België geldt dit ©venwel niet.Emiel van- d'erVelde heeft zelf gezegd: „Wij hebben behoefte aan de gewapende natie waar iedler burger 'geoefend is en een geweer heeft om bet nationaal gebied' te ver dedigen". Spr. wijst op de tendentieuze wijze van voorlichten van het Indische, persbureau „Aneta", en haalt daartegen aan een ar tikel van „de Locomotief' en andere stem men uit Indië, die geheel anders klinken, om te betoogen, dat wij den krachtigen wil moeten toonen iets voor Indië te wil len doen. Uit het rapport der Vlootwet- oommissi© citeert spr. een uitspraak ten betooge, dat ook deze zich op het stand punt plaatst, dat wij voor Indië de flot- tielj eva ar tuigen noodig hebben. En thans iets over den bouw. Volgens de Memorie van Antwoord zal aan de flottillevaartuigen 25—30 pet., aan d'e torpedojagers meer dan 8(1—35 pet. ver bouwd' worden. Tusschen twee haakjes, ik hoop dat de Minister wel eens de reden van bet verschil ln loonprocenten zal wil len opgeven; ik wil er op wijzen, dat toe gezegd wordt bij' de begrooting, dat het werk in Nederland zal worden gemaakt en dat het voor onze Nederlandsche industrie absoluut niet onverschillig is of ze in de zen tijd dat werk fcrltfofc Öp de vraag, of de flottille-vaartuigen niet op de Rijks- marinewerf te Nieuwediep zullen kunnen worden gebouwd^ antwoordt de Minister ontkennend. Mijnheer de Voorzitter! Hoe heb ik bet nu? We hebben daar pas die werf uitge breid en gereedgemaakt voor nieuwbouw de bellingen zijn pas klaar en nu zouden w«e die vaartuigen niet kunnen bouwen! Waarvoor diende die uitbreiding dan en wat wil de Minister daar op die nieu we hellingen dan wèl laten bouwen? De Minister zegt, dat de flottille-vaar tuigen 75 M. lang z(jn en dat de héllingen 50 M. zijn. Eem betonplaat van eenige hon derden guldéns, zeg zelfs duizend gulden, kan, naar ik meen, de hellingen voldoen de lenigt© geven. Voor het te water laten behoeft, naar ik vernam, geen vrees te bestaan, de over- rnuur Is 1130 M. verwijderd', er blijft dus ruimte genoeg over. Trouwens, in het buitenland laat men de schepen wel afloopen op korter af stand. Ik las b.v., dat de „Mauritania" het zusterschip van de getorpedeerde „Lusi- tania" 80(t voet lengte had, terwijl de afloopruimte slechts 1130 voet was. Voor de Rijksmarinewerf zou het bou wen van een schip ook economischer zijn dan wanneer bijv. slechts onderdeelen als ketels, sloepen en dergeffijken gebouwd worden, omdat hierbij slechts een deel van de werklieden zal gebruikt worden. Daarenboven, als men 1 flottille-vaar- tuig aanbesteedt, onder beding dat de mo dellen aan het Rijk moeten worden afge staan, zou dit nog aan die werf een aan zienlijke bezuiniging geven. Enkele moei lijk te maken dingen', die beter fabriek matig of goedkooper kunnen worden ge maakt ik noem b.v. patrijspoorten kunnen elders worden besteld Mijnheer de Voorzitter! Voor do omder- zeeboot-mijnenlegger zullen .teekeningen worden gemaakt, waarvoor een som van 1000 ia gevraagd; er zullen plannen ge vraagd worden van buitenlamdsche fir ma's. Indien ik mij niet vergis, hebben we in het begin van den oorlog zoo'n mijnen- leger van Duitscben oorsprong op onze kust gevonden. Hij werd, naar ik mij her inner, gevankelijk naar Nieuwediep ge bracht, later hebben we hem gekocht van de Duitsehe Regeering. Kan die nu voor ons niet als model dienen? Spr. komt nu tot <^e eigenlijke begroo ting waarbij hij zijn leedwezen uitdrukt over den geringen voortgang van den bouw der kruisers. Voorts dringt de heeT van de Bilt aan op meerder bezuiniging bij marine, en wijst op zijn vroegere uit latingen, dat onze marine topzwaar is. De Minister heeft spr. nooit van het tegen deel overtuigd. Verschillende staaltjes daarvan deelt spr. mede. De bevordering der officieren zou z. i. verlangzaamd bun nen worden. Het Hospitaalpersomeel is zeer kostbaar geëncadreerd: een personeel van 40 man heeft als toezioht een schout bij nacht plus een officier van gezondheid le kl. aan het Departement in den Haag. Evenzoo is het met de afdeeling Materieel. Dat alles kon veel eenvoudiger, meent spr. Die eene band meer om den arm is de wonde plek bij de marine. Spr. wijst op de lage kosten van oplei ding voor de adelborsten 300.—). Dit is reed's eenige verhooging, maar spr. dringt aan op verbooging van de college gelden tot 400.(reeds bij nota van wij ziging aangebracht). Tenslotte behandelt hij het gebrek aan medewerking van an dere Departementen en geeft dén Ministe? 'n overweging de officieren-vliegers met meerdere zorg te kiezen, opdat men1 men- schen krijge, die de weelde van een groot traktement kunnen verdragen. Spr. ein digt met een pleidooi voor de gepension- neerden voor 1921, wier positie zoo af steekt bij ben, die later gepensionneerd zijn. Donderdag wordt voortgegaan met Wa terstaat. Hierbij critiseertde heer Brau- t i g a m (s.-d.) de geste van het Bestuur der Noord- en Zuid-Hollandsche Redding- maatschappij, dat losse arbeiders, vrij willige matrozen in dienst heeft, aan welk feit het ongeluk met den „President van Heel" was te wijten. Aan zulk een lossen matroos die 25 jaar gevaren had, en wiens gezichtscherpte afnam, werd pensioen geweigerd. De Maatschappij heeft thans moeite geschikt personeel te krijgen. De Minister zal deze zaak onderzoeken. De-heer Duys dient een motie in voor een betere regeling van redders van schipbreukelingen. De MINISTER deelt mede, dat een omvangrijk onderzoek is ingesteld naar den toestand dezer personen. Gebleken is, dat honderd daarvan in aanmerking kwamen voor ondersteuning, waarmede f 30.000 f 50.000 gemoeid zou zijn. De Ministerraad heeft echter het standpunt ingenomen, dat thans geen nieuwe rege ling kan worden in het leven geroepen, die uitgaven voor den Staat meebrengt. De zaak is dus afgestuit op de desolate flnancieele omstandigheden. Vervolgens komen eenige kleine wets ontwerpen aan de orde. Hierbij is de Be grooting van het Zuiderzeefonds voor 1924. Hierbij leest de heer H e u k e 1 s (a.-r.) bij afwezigheid van den heer Duymaer van Twist een rede van dezen voor, waarin de regeling voor de Zuiderzee- visschers, welke in voorbereiding is, wordt besproken en op bevredigende mededee- lingen, ook inzake het vakonderwijs voor visscherskinderen, wordt aangedrongen. Het tempo der drooglegging dient be spoedigd met de Wieringermeer dient een aanvang gemaakt. De heer Staalman (v.-b.) merkt op, dat velen zeer teleurgesteld zullen zijn ge weest door 's Ministers verklaring, dat nog wel eenigen tijd zal moeten verloopen eer de kustbevolking schadeloos zal wor den gesteld voor de nadeelen, welke zij ondervindt door de drooglegging der Zuiderzee. De heer B r a a t (p.-b.) dringt aan op bespoediging der inpoldering. De MINISTER zegt, dat tegen het einde van dit jaar een beslissing zal moeten worden genomen omtrent dfe voort zetting der werken. Het wetsontwerp wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming. ,Het volgende wetsontwerp is dat van Posterijen en Telegraphie. Hierbij wordt door den heer Van Braambeek (s.-d.) scherpe critiek geleverd op de gestie van dit bedrijf; de tarieven zijn belangrijk verhoogd, de bestellingen afgenomen een krachtige leiding ontbreekt. Er is een overcompleet van hooger personeel. De heer Wintermans (r.-k.) merkt op, dat het rapport van den Postcheque- en girodienst en de leegstaande post kantoren spreken van de stijfhoofdigheid van de postmanderijnen.De heer Krij ger (o.-n.) dringt op meerdere bezuini ging aan en klaagt eveneens over de hooge posttarieven, de heer Staalman (v.-b.)'bespreekt de kwestie van den aan koop van rijwielen op afbetaling aan het personeel, waarmede men den verkeerden kant opgaat. De heer D u y s (s. d.) hoopt, dat geen nieuwe directeur-generaal zal worden benoemd vóórdat het belangrijke rapport der commissie-TakdoordeTweede Kamer zal zijn behandeld; de heer Oud (v.-d.) klaagt over het topzwaar zijn van dezen dienst. Vele ambtenaren van hoo- geren rang worden belast met werk, dat door lagere ambtenaren kan worden ver richt. De heer Van Ravesteyn (comm.) acht een groot deel van het hoo- gere personeel louter weeldehet bedrijf is een tugiasstal en een Hercules zal noodig zijn dien te ruimen. De heer Van V u u r e n (r.-k.) vergelijkt het bij een atient, met wien te veel dokters zich emoeien en die daardoor gevaar loopt, welke uitdrukking den heer Duys doet uitroepen. Daarom zal er nog een kwakzalver bijkomenDe heer Van V u u r e n dringt er bij den Minister op aan niet te lang te talmen met de voor ziening ik het direSteur-generaalschap. De Minister kan niet op alle klachten ingaan, doch is ervan overtuigd, dat alge- heele reorganisatie noodig is. De zaak is echter buitengewoon moeilijk en dé Mi nister heeft nog -geen beslissing genomen Alle berichten over de benoeming van een directeur-generaal zijn echter overbodig, Des avonds wordt aangevangen met Hoofdstuk Arbeid, waarbij geen alge- meene beschouwingen worden gehouden. Hierbij drukt de heer S m e e n k er zijn leedwezen over uit, dat de Minister de wet niet wil invoeren voor kantoor- en winkel personeel. Er wordt door een zeer groot percen tage overwerk verricht, zooals een enquête uitwees. En voor het winkelpersoneel ia het nog veel erger. De heer Smouok H enkemans (c.-h.) looft den Minister voor de wijze waarop hij de uitvoer. De heer Staalman (v.b.) brengt die kwestie van den bakkersmaebtarbeid ter sprake, De heer Schaper (a-d.) laakt de vele overwerkvergunningen, en dient een mo tie in tot het spoedig onderbrengen van alle groepen in de Arbeidswet De Ar beidsinspectie treedt boe langer hoe zwak ker op. De heer de Wilde (a-r.) ver dedigt den Minister, die geroepen is tot medewerking aan de bezuiniging. Het standpunt van do Regeering ten opzichte van de overwerkvergunningen acht hij juist. De heer van R i j z e w ij k (r.-k.) onderschrijft de kritiek op -le Arbeidswet ten opzichte van het kantoor en winkel personeel. Hij kan zich met de strekking •der motie-Schaper vexvanigean De heeren Loerakker (r.-k.) en Hiemstra s.-d. bepleiten die belangen der landarbei ders; de heer van der Weerden (s.-d.) wil, dat de regeer ing kleur bekent ten aanzien van het vraagstuk der mede zeggenschap. De heer Boon (v.-b.) be pleit een veel grootere vrijheid: van ar beid dan thans is toegestaan. Waarom wordt toch geen einde gemaakt aan de schijn '48-urige werkweek? Minister Aalberse beantwoordt verschil lende opmerkingen en deelt mede, dat in de eerste plaats van hem te verwachten is een wettelijke r.egeling van de collectieve arbeidsovereenkomst met de mogelijkheid van1 bindendverklaring dier overeenkomst De motie-Schaper komt Woensdag in behandeling. Vergadering van Vrijdag, Voortgegaan wordt met de behandeling der MARINE-BEGROOTING. De heer Merchant (v.-b.) wenscht den Minister in bescherming te nemen te gen het verwijt, dat hij steeds driester op treedt. Spreker beschouwt de Memorie van' Antwoord veeleer als een humoris tisch stuk: de Minister handhaaft daarin de aloude traditie om de Kamer in de windselen te leggen. En uit de rede van den heer Van Schaik blijkt, dat de Kamer zich zeer gaarne in de windselen laat leg gen. De humor van dit stuk is, dait die Mi nister precies het omgekeerde doet van wat hij: zegt: bij vraagt credieten aan ter uitvoering van de Vlootwet, die Btraks opnieuw zal worden ingediend. Er zullen maatregelen getroffen worden^ zoo heet het, om de financiën gezond te maken. Wat doet nu de Minister van Marine, die op de genezing zit te wachten? Hij handhaaft de noodzakelijkheid! van de ma ritieme defensie en kondigt de meluwe Vlootwet aan. De gedragslijn der Kamer moet zijn: geen nieuwe Vlootwet en geen nieuwe aanbouw, zoolang de ziekte niet zal zijn genezen. Er is een overcompleet aan officieren, daarentegen een' tekort aan onderofficie- ren-macbinedrijvers. Ook aan het Departement is een over compleet aan ambtenaren. Het is lede:? duidelijk, dat van het oogenblik, dat deze Minister is opgetreden als Minister "an Het Koninklijk bezoek. Drie bijzondere gebeurtenissen. Marine-begroottng. Waterstaat. Arbeid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 13