De Praktijk van Helder
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
WETENSWAARDIGHEDEN VAN „OUD-AMSTERDAM"
van ZATERDAG 5 APRIL 1924.
Nr. 116 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
FEUILLETON.
r~f
't Jutte rl je
VOORJAARSREUK.
Je kunt haast geen straat doorloopen
of er dringt je een prikkelende geur in
den neus en als je hersenen op dien geur
hebben gereageerd, dan gebeurt er iets in
tje mond, welk gevoel men genoemd heeft
„watertanden", En als die watertanding
heeft plaats gehad', dan voelt ge een eigen
aardig gevoel in de maagstreek.
En om den cirkelgang te volvoeren,
snuift ge dien prikkelgeur nog eens extra
op en, bliksemsnel, maakt ge weer al die
zinnebekoring door. Geheel doortrokken
van die rook-, reuk- en smaak begooche
ling, opent ge de deur uwer woning en.
vóór dat de uw wensch aan uw ega hebt
meegedeeld om ook wat bokking of pan
haring te bakken, walmt u al die prikkel-
geur tegemoet en ge snuift met volle teu
gen en een trek van blijde verwachting
komt op uw gezicht en ge verkneukelt u
reeds in het smakelijk genot van bij uw
boterham, aanstonds zoo'n heerlijk gebak-
ken cadavertje te verschalken.
Dat is een echte voorjaarsreuk en een
echte voorjaarsheerlijkheid en het is bij
zonder kenschetsend, dat, zoodra men
hoort, dat er haring wordt gevangen, ve
len zich al spitsen op het verorberen van
dat heerlijk zeegebak.
En dit jaar schijnen we ons hart te kun
nen ophalen, want al werpen de Duit-
schers zich op deze voorjaarsharing als de
uitgeteerde menschen in de aloude stad
Leiden na de opheffing van het beleg,
toch schijnt er voldoende voorraad over
te blijven om ook, als Hollanders, tegen
een niet te stevigen prijs, van een lelie-
ren hap te voorzien.
En dat is goed ook, want het zoo bij uit
stek geschikte „volksvoedsel", haring, kan
niet te veel gebruikt worden. Inderdaad
staren we ons wat al te veel dood op het
artikel „vleesch" en we vergeten te veel
dat er in visch en dan vooral in haring
zooveel uitstekende voedingstoffen aan
wezig zijn.
De meeste menschen en dan helaas de
kraakzindelijke moeders het ergst, zien
tegen de vischbakkerjj op, omdat de olie
spetten alles besmeuren in den omtrek
van de pan op een straaïafstand van on
geveer een meter. Iets gelijk hebben ze
natuurlijk wel, doch als ze wat meer daar
bij bedachten, dat de weg nnnr het hart
van den man voert door zijn maag, dan
zouden ze dlie besmeurde oliespetten op
den koop toenemen.
Het zou me zelfs niet verbazen, dat er
juist in den haringtijd, vele mannenhar
ten besmet worden met den echtschei
dingsbacil, omdat moeder de vrouw haar
keukentje meer lief heeft, dan haar echt
genoot.
En die echtscheidingsbacil is radicaal
uit te roeien door het bakken van wat pan
haring of enkele bakbokkingen. Zou dat
dan niet een olie-besmeurd keukentje
waard zijn!
Vrouwen, let op uw saeckl Kleine oor
zaken, niet waar, hebben vaak zoo groote
gevolgen.
Gelukkig denken lang niet alle vrou
wen zoo, want anders zouden onze haring-
trekkers en de duizenden visschers op de
Zuiderzee hun keel wel kunnen dicht-
schroeven.
Waar de duizenden en millioenen harin
gen zoo gauw verslonden worden, is je
toch een raadsel.
De haringteelt geeft aan ettelijke men
schen een stuk brood. Heel het Zuider-
zeesch gebeuren staat thans in het teeken
van de haringteelt, en wie hier de Buiten
haven langs gaat, zal nu en dan ook ge
waar worden van welk ingrijpend belang
de haringvisscherij voor onze gemeente
is.
En het mooiste er van is, dat al het geld,
dat uit zee op deze wijze wordt opgediept,
in zijn geheel in onze gemeente blijft.
Je kunt dan ook tegenwoordig haast
geen geld of zilverbons aannemen of er
zit wel een haringschub op. Dat demon
streert afdoende, dat het haringgeld dade
lijk door de geheele gemeente circuleert
En het is zoo schitterend, dat de haring-
trek zoo vroeg is begonnen; dat Duitisch-
land voortdurend haring vraagt en dat
Paschen zoo laat valt dit jaar. De men
schen worden daarom ook niet zoo spoe
dig „beu" van de haring, omdat het in vele
families hoofdspijs uitmaakt.
Hopen we, dat we nog een poos zullen
mogen genieten van den haringreuk en
dat er nog duizenden' bjj duizenden gul
dens bij Onrust en achter Huisduinen mo
gen worden opgediept.
Robinson.
Of *t niet genoeg was!
Advocaat: (na een veroordeeling)
Het spijt me Jansen, dat ik niet meer voor
je heb kunnen doen
Beklaagde Jansen: O, mijnheer.dank
u vriendelijk.... Vind u vijf jaar nog
niet genoeg?.
door
CAREL BRENSA.
De Amsterdamsche „Windhandel".
Gelijk de lezers zich zullen herinneren,
babbelde ik voor eenige weken geleden
over een oude tabaksdoos uit vroeger ja
ren, waar een spotternijtje betreffende de
beruchte Amsterdaiflsche Wind- of Tul
penhandel was afgebeeld. z
Over die Wind- en Tulpen- of ook wel:
Actiën-handel, wou ik het nog wel eens
hebben.
Het is de moeite waard. Want er is geen
ding uit het begin van de achtiende eeuw,
dat zooveel beroering gewekt heeft en
dat van zooveel publièke bet eekenis ge
weest is, dan juist die geweldige periode
van, „gokken" 1
Of het mogelijk komt, doordat de
mensch in het algemeen nogal houdt van
wind-verkoopen of 'n gokje maken? Ge
dachtig aan de bekende Broekhuis-perio
de zou je het haast zeggen.
Deze historie heeft ons ook eenige
maanden de gemoederen in beweging ge
houden. .Maar het haalt nog niet bij het
beruchte jdar 1720. Nooit is er meer ver
kocht dan In dat jaarl Daar was de
Broekhuisloterij, met villa's en automo
bielen en de rest, plus de heele „Dag"-
uitgave een peulschilletje bijl
Want hierin deed niemand voor den
ander onder. Het was geen geval van een
of twee menschen het was een aange
legenheid van het heele volk. En niet en
kel van Amsterdam of Holland: neen
van de heele wereld. Het was een wereld
ziekte, zooals tegenwoordig de malalsel
Toch was er ook een Broekhuls bij, en
wat voor een! Ik heb u zijn naam de vori
ge maal reeds genoemd: John Law of
op z'n Amsterdamsch: Johan Louw, de
opperwlndverkooper!
Dat deze Louw een bij uitstek schran
dere snulter moet zijn geweest, spreekt
al uit het feit, dat hij nog erger dan
Broekhuls millioenen menschen In de
beschaafde landen van Europa het hoofd
op hol heeft weten te brengen. Hij was,
wat wij noemen: razend knap. Vooral ln
het rekenen!
In het bekende werk „De oude Tijd"
wordt van hem verteld, dat hij van ge
boorte een Schot was en al vroeg een
fin anti eel genie. Hij begon met aan zijn
vaderland zijn diensten aan te bieden tot
verbetering van de Staats-financiën.
Maar hij werd afgewezenl Dat was in
1705. Toen ging hij naar Engeland en
bood' zich hier aan. Ook hier werd op zijn
diensten geen prijs gesteld. En daar Law
in een vergeten oogenblik met 'n vijand
ging dueleeren, moest hij tot overmaat van
ramp nog vluchten. In Frankrijk, noch in
Savoye wilde men van zijn finantieele
diensten profiteeren.
Zoo trok hij dan eindelijk naar Holland
en naar Amsterdam en begon hier op ei
gen risico."..in loterijen te speculeeren.
En verdiende daar in een paar jaar
knap geld mee!
De Staten van Holland vilden van zijn
plannen om de fimantiën te verbeteren
ook al niet weten. Het ging Law juist als
Broekhuis voor een jaar geleden, die (men
zal zich die treffende overeenkomst in
handelwijze herinneren) eveneens aan
bood de Staatsloterij te herzien en onze
staatskas met 'n paar millioen te verrij
ken!
Toch wou en zou onze dobbelaar zijn
zin hebben. Hij toog opnieuw naar Frank
rijk, waar de koning inmiddels het was
Iodewijk XIV gestorven was en de
Prinsregent, Fillps van Orleans, in zware
geldzorgen zat. En hij vond een knaap
als Law nog zoo slecht niet!
En zoo gebeurde het dan. Law richtte
een compagnie op. De „Missisipi-compag-
nie. Het was een handel in losse papier
tjes,-die z.g. veel waard waren en groote
kans op winst beloofden. Heel Frankrijk
kocht ze en de staatskas, benevens de
zakken van den regent en van.Law
stroomden vol!
Nu wou Engeland er ook wel aan. Al
daar werd een Zuldzee-Oompagnie opge
richt met dezelfde bedoelingen. En het
ging ook goed!
En toen kwam Holland!
En merk nu op het verschil. In Frank
rijk en in Engeland begon men aan dezé
schwlndelpraktijken om de berooide
staatskassen te hervullen. Maar ln Hol
land deed men het daarom niet. Het was
hier 'n particuliere liefhebberij ont
staan uit begeerigheid en naar aanleiding
van de buitengewone berichten ln de cou
ranten over de z.g. gemaakte winsten. De
spel- en dobbelhartstocht maakte zich in
DE KIPPENFOKKERIJ.
Het broeden.
Niet alleen bij den buitenman of den
dorpsbewoner, maar stellig, ook bij den
stadsbewoners, die het eventjes doen kan
bestaat er geen grooter liefhebberij dan
,,'n paar kippetjes houden"!
Er zijn er die duiven houden of 'n hond
of katten of 'n geit of konijnen, maar
verreweg het meest worden er „kippetjes"
gehouden.
En ik zal maar niet eens zeggen waar
om!
Het is zelfs in ons land een eigenaar
dig verschijnsel, dat van de tien binnen
schippers, die er op onze Hollandsche ka
nalen varen minstens zeven in een oude
stijfselkist 'n paar kippen opgesloten
houden! Alleen geloof ik niet, dat het ge-
woont is voor de visschers om kippen te
houden op de leggers, trawlers, botters en
bommen. Maar als het er nog eens van
kwam, zou mij dit niet verbazen.
En ofschoon ten gevolge van deze
inheeansche liefhebberij, zoo goed als
ieder Hollander iets van kippen en kip-
penhouden en de kippeneigenschappen
afweet, lijkt het mij toch niet geheel
overbodig er eens een klein praatje over
te houdenl
Er kunnen altijd nog kleine lessen in
steken.
Dan zullen we het eens hebben over
het „broeden".
De tijd. voor'broeden komt nJL weer
aan. April is de eerste maand, daarna
Mei als het niet te laat wordt.
Zooals ieder weet, moet de broedhen
vooral op een rustige plaats te broeden
worden gezet. Inmiddels gelukt het ook
wel eens in een hoekje van het nachthok.
Een heel goede methode is, wanneer het
weer dit toelaat, een kist neer te zetten
in den tuin. De kist dan met de opening
ning naar de schutting en een kleine
ruimte daarbij omrasterd om buurmana
kat op een afstand te houden. Zelfs in een
kelder, waar voldoende licht is, kan men
een kip ^>ed te broeden zetten. Even
eens op een zolder.
Echter moet er rekening mede worden
gehouden, dat de broedplaats niet al te
droog mag zjjn, omdat de schaaMiezen
dan te veel uitdrogen en op den tijd van
het uitkomen de kiekens daar niet door
heen boren kunnen. Daarom verdient het
aanbeveling om onder het broednest wat
Vochtigen grond of een goede graszode
te leggen. Is het weer erg droog en laat
de plek het toe, dan kan men ook wat wa
ter om den voet van het nest gieten.
Broedeieren mogen liefst niet ouder
den 18 a 20 dagen zijn. Het beste is 10
a 14 dagen. Dit wordt ais het ware door
de natuur aangewezen, want de hen bij
den hoer legt vaak de eieren „weg" en
gaat er uit eigen beweging op broeden
als ge 12 tot 14 gelegd heeft, waarvoor ze
gewoonlijk 10 dagen noodig heeft
Holland van de goede luiden meester.
Nauwelijks was er een half jaar verloo-
pen of in ons land was er tot in de klein
ste dorpen een wind-compagnie. Ter
Gouw vermeld o.m. Muiden, Weesp, Naar
den en Woerden! Allemaal maar handel
drijven in d.w.z. veel geld uitgeven
voor pampiertjes, die de meesten niet eens
konden lezen en waarvan geen sterveling
de beteekenis begreep.
Maar het zou wel centen geven!
Amsterdam was binnen de kortst- mo
gelijken tjjd het middelpunt van den Hol-
landschen Windhandel. In Februari van
het jaar 1720 begon er de handel in En-
gelsche Zuidzee-actiën en in den zomer
kwamen die der Binnenlandsche Compag
nieën erbjj. De Beurs van Amsterdam
werd te klein en de beurstijd te kort, want
ontelbaar waren de handelaars en onein
dig de zaken. Wevers en snijders, kruiers
en bierdragers, voerlui en melkboeren
werden volbloed actionisten; de ambach
ten en neringen stonden stil, en winkels
en werkplaatsen leeg. Slechts de Wind
negotie floreerde!!!
Het „Fransche Koffiehuis" in de Kal-
verstraat werd de actienbeurs, alwaar men
's avonds om 'n uur of zes begon en den
nacht meestal door handelde tot zoo on
geveer vier uur in den morgen! Ieder
oogenblik werden hier tonnen gouds
ja later wel millioenen vernegosieerd
terwijl, en dit was het wonderlijkste van
de zaak de meeste negotianten lieden
waren, die geen geld hadden!
Trouwens, deze konden dan ook niets
verliezen; die het hadden zijn er meeren-
deels slécht af gekomen. Weldra was het
bovengenoemde koffiehuis te klein en nu
werd langzamerhand de geheele Kalver-
straat van de Gapersteeg tot aan den Dam
door de actionisten ingenomen.
De hoofdpersonen van dit zonderlinge
kluchtspel zaten in het Fransch koffie
huis als een nieuwe soort adel bijeen.
Andere aanzienlijke kooplieden zaten in
den „Graaf van Holland" en ook wel in
het „Hof van Holland". In de Karseboom
waren ze in twee klassen verdeeld; de
minderen zaten beneden de meerderen
op de bovenkamers.
Dit waren dan zooveel als de toonaan-
vers. Uit deze koffiehuizen kwamen de
orders tot koop en en verkoop en.
In de volle straat krioelden makelaars
en beunhazen, lieden van fatsoen en ge
meen volk. Joden en boeren alles liep
er dooreen, schreeuwend om het hardst,
de een wat hij te koop had en den ander
wat hij koopen wilde voor zijn lieve cent
jes.
Komen de broedeieren van vreemde kip
pen, dan moeten ze een etmaal onuit
gepakt blijven staan. Voor dat men de
eieren ln het broednest legt, doope men
ze ln een 6 creoline-oplossing met een
temperatuur van 15 graden O. en droge
ze niet at
De eieren van de eerste dagen in Mei
geven doorgaans de beste uitkomsten,
omdat ze het beste bevrucht zijn. Want
deze eieren zijn gelegd in den natuur
lijken broedtijd!
Verzamelt men eieren van eigen hoen
ders om later mee te broeden, dan moet
men deze liggend bewaren en niet
staande op een van de beide polen, zoo
als op het platteland' mede ten gevolge
van het bekende giebruik van de eier
rekken algemeen gebruikelijk is. Ook
hiervoor heeft de natuur zelf de aanwij
zing gedaan.
Want een kip of een vogel, die eieren
legt om daar later op te broeden, legt
deze eieren ook plat en doet volstrekt geen
moeite om ze op den kop te zetten.
Om te onderzoeken of de eieren voor
het broeden geschikt zijn, kan men ge
bruik maken van een z.g. eier-schouwer.
Deze kan zelf gemaakt worden of ook ge
kocht. Als men het zelf maken wil, ge-
bruike men daarvoor een klein kistje
Men zet dit op den kop, zoodat het deksel
ter zijde is. Men niake in het kistje een
gelegenheid om een lamp te plaatsen en
een mogelijkheid om het deksel terzijde
met een haakje te sluiten. In den boven-
bod'em moet een rond gat gezaagd worden
voor het lampeglas en onderin een kleine
opening voor de luchtttoevoer.
In het deurtje ter hoogte van de vlam
van de lamp maakt men nu een ed-vor-
mige opening, iets kleiner dan een ei van
middelmatige grootte. Als men nu een ei
wil schouwen, dan gaat men met het
kistje, waarin dé brandende lamp, in een
donkere ruimte, houde het ei tusschen
duim en wijsvinger voor de ei-vormige
opening. Het ei wordt dan doorschijnend
en men kan gemakkelijk zien of er iets
niet in den haak is!
Voor hen die er prijs op stellen zoo
gunstig mogelijk te broedeft, verdient het
aanbeveling om al» het kan twee hennen
tegelijk te broeden te zetten. Zulks in ver
band roet de resultaten van het schouwen
onder het broeden. Want reeds van den
zesden dag af in de broedperiode die
20 a 21 dagen duurt kan men door
middel van den eier-schouwer waarnemen
of er bij de eieren minder gunstigen zijn
Onbevruchte of bedorven eieren neemt
men dan tijdens de broeddagen weg en
gebruike men eventueel ongekookt als
voeder voor kuikens of werpe ze weg als
het proces al te ver gevorderd ia
Komt het nu op deze wijze voor, dat er
veel ederen uitvallen, zoodat men van de
twee gelijktijdige broedsels maar 12 a 14
bevruchte eieren overhoudt, dan kan men
deze op een moment onder één kip bren
gen.
Voor een goeden gang van zaken dient
de hen eigenlijk minstens éénmaal per
etmaal de eieren te verlaten. Naar mate
het weef is kan ze wat langer wegblijven.
Is het erg warm, dan kan het wel eens 'n
uur lijden.
Verlaat de broedhen niet vrijwillig het
nest, dan moet men haar eraf nemen en
Zoo ging het maar door in ons goede
Amsterdam. Heele nachten werd er ge
handeld en het wilde maanden lang maar
niet minderen. Wie in de buurt woonde
en 's nachts slapen wilde, moest gaan ver
huizen of hij moest er een andere leef
regel op na gaan houden. Vele deden dit
ook. Men sliep in het vervolg maar....
overdag en deed z'n werkoi z'n han
deltje in windpapieren 's nachts.
Een kleine uitzondering was er, *n z.g.
stille nacht. Dat was de nacht van Vrij
dag op Zaterdag. En waarom meent gij?
Natuurlijk omdat dan de joden niet op het
appèl waren.
Maar niet zoodra was 's Zaterdagsmid
dags de zon gedaald of in regimenten
kwamen ze joelend en schreeuwend en al
weer handelend opzetten om hun schade
van den verloren nacht in te halen! En
dat was maar allemaal het gevolg van het
finantieel genie van John Lawl Hij re
geerde zoo de wereld:. Want wat Amster
dam te zien gaf, dat gaven ook andere ste
den en ook andere landen te zien. Onge
looflijk was het aantal schriften en pla
ten en aankondigingen, welke tengevolge
van deiL windhandel te voorschijn kwa
men. Het was een leven en bedrijf om
versteld van te staan. Geld zag niemand,
dan hij die een papier kocht en hij die het
papier verkocht. Winst bleef uit. Het
ging maar om sommen van beteekenis op
papier en alles op papier.
Van werken kwam niet meer.
Nog breidde zich het proces uit. Toen
ook in Holland de compagnieën als padde
stoelen uit den grond kwamen en men
bijna geen raad meer wist met al het pa
pier, tpen werd langzamerhand het hoog
tepunten bereikt.
Dat was ongeveer, in den tijd, dat het
z.g. „Engelsche Koffiehuis" in de Kalver-
straat het middelpunt werd van de wind
negotie. Dit koffiehuis de lezers zul
len het zich herinneren uit mijn artikel
over de tabaksdoos kreeg den naam
van „Quimcampoix". Dat was den naam
van de straat in Parijs, waar aanvanke
lijk de windhandel begonnen was en die
deswege berucht geworden was.
In en om dit huis tot op den Dam
was het nu eenigen tijd den ganschen
nacht zóó vol menschen, dat ze elkaar Itï
het dringen de kleeren van 't.lijf scheur
den! Menschen die niemendal gehad had
den werden hier schijnbaar plotseling
rjjk en kocht koets en paard. Men droom
de hardop dat de pas gestorven gouden
eeuw van de Compagnie herboren was.
En door de straten zong men, frisch en
vroolijk:
haar minstens twintig minuten beletten
weer op de eieren te gaan. Dan gaat ze
vanzelf wel eten en drinken.
Maakt de kip do eieren vuil, dan kun
nen deze worden afgewasschen met tvater
van een temperatuur van 87 a 40 gr. C.
DIALOOG.
De Emigratie.
Het gaat al goed vporuit, hè met
de Emiegraase.
En of.Het land loopt leeg!
Ik ben er bang voor.... Weet je
hoeveel mannen er in totaal al op Canada
losgelaten zijn?
Nou Ik denk al zoowat 'n vracht
auto vol.
Precies 't begint er bedenkelijk
uit te zien!
We houwen geen sterveling meer
over voor de toekomstige verkiezingen.
En om in de Zuiderzee te gaan wo
nen, als die eenmaal gedempt is.
Daar komen dan vermoedelijk de
Canadeezen in te wonen.Want je be
grijpt.
Natuurlijk! Ik begrijp bet best. Als
al die Hollanders eenmaal aan wal ge
stapt zijn, dan weten ze zich in Canada
ook geen raad meer met de ruimte.
Dan gaan die op bun beurt emigree-
ren.
't Wordt beslist 'n Hollandsche ko
lonie, daar in Canada
Je zult er temet geen Engelsch meer
hooren smoezen!
Met al die HollandersVeertig.
Vorige week zijn ze vertrokken. Heb je
•niet gemerkt hoe stil 't op de straten was?
Kan ook niet anders. Hoeveel inwo
ners hebben wij eigenlijk?
In Holland?
Ja
Zeven millioen!
Kijk eres an! En daar zijn d'r nou
veertig van vertrokken
Ten gevolge van de groote werkloos
heid!
En dank zij de Emigratie-centrale!
'n Geweldige uitvinding.
Dat kul je gelooven. Neem eens aan,
dat die Centrale er niet gekomen was.
Dan hadden de gevers van de twge
ton hun geld op zak gehouden.
Mis Dan hadden we nou nog vol
op werkeloosheid
.Hoezoo?.
Nou dat is toch duidelijk? Dan
liepen toch die veertig man hier nog in
Holland rond?
Sakkerloot ja.
Maar nou gaat hét van kwaad tot er
ger!
Waarom? Gaan er nog meer weg?
D'r moeten er nou nog meer weg.
Want die Hollandsche menschen, die wil
len nou ook 'n Hollandsche krant heb
ben.
„Komt uit komt uit! Het „regent"
nu ducatenl
Riep elk op markt straten:
Komt man en wijf! Komt vaardig
klein en groot!
Houdt op uw hoed en schoot!.
Maar het ging natuurlijk, zooals het
met alle dingen gaat, die uitmiddelpun
tig zijn en topzwaar. Het schjjnt, dat
welnifg menschen verstandig genoeg
zijn geweest om te beseffen dat op
zoo'n geweldige vlucht een even gewel
dige „kracht" volgen moest. Men zou zoo
zeggen.
Mogelijk is ook, dat ieder dacht
„komt tijd, komt zorgen". Al wat ik bin
nen heb is gewonnen. Ging het eigenlijk
ook niet zoo met de verwoede Broekhui-
sianen en de even verwoede „Marken"-
liefhebbers?
Hoeveel zouden ze er nu ten leste bjj
gelaten hebben?
In ieder geval: Reeds in hetzelfde jaar
in de maand October keerde de
kans. in Engeland daalde op een oogen
blik de beroemde „Zuidzee-actien" van
duizend tot.... honderd dertig procent.
En dit was mede den doodslag voor den
Hollandbchen windhandel.
Hier stonden de actiën spoedig op nul
komma nul! Dagelijks hoorde men nu van
bankroeten, want de menschen, die veel
betaald hadden voor 'n papiertje, kondën
er nu geen cent voor terug krijgen. En
alle dagen las men in de courant adver
tenties van compagnieën, die onbonden
waren en waarbij dan werd meegedeeld
dat de geïnteresseerden hun aandeel in
het overschot konden komen halen.
En dan ging het niet anders, dan bij
een ouden vriend van ondergeteekende,
die zijn deel in de erfenis van een lang
overleden familielid kwam halen. Wel
hij kon zijn deel krijgen, zei de boedel
beheerder en toen hij wilde ontvangen,
vroeg de betaler: „Heb je terug van 'n
halve cent?.
Zoo* liep het ook af met de aandeeien
van de actionisten.
„Quimcampoix" lag ln duigen! Zooals
ik al vroeger vertelde, werd het op het
laatste oogenblik door de vertoornde ver
liezers geplunderd en geruïneerd. Ver
schillende armen brachten zichzelf om
hals. Sommigen gingen naar de werkin
richtingen.
En John Law de opperwindhande-
laar sloeg op dé vlucht op 'n schoen eh
'n slof....
(Wordt voortgezet).