De Praktijk van Helder Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, WETENSWAARDIGHEDEN VAN „OUD-AMSTERDAM" van ZATERDAG 5 APRIL 1924. Nr. 116 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) FEUILLETON. r~f 't Jutte rl je VOORJAARSREUK. Je kunt haast geen straat doorloopen of er dringt je een prikkelende geur in den neus en als je hersenen op dien geur hebben gereageerd, dan gebeurt er iets in tje mond, welk gevoel men genoemd heeft „watertanden", En als die watertanding heeft plaats gehad', dan voelt ge een eigen aardig gevoel in de maagstreek. En om den cirkelgang te volvoeren, snuift ge dien prikkelgeur nog eens extra op en, bliksemsnel, maakt ge weer al die zinnebekoring door. Geheel doortrokken van die rook-, reuk- en smaak begooche ling, opent ge de deur uwer woning en. vóór dat de uw wensch aan uw ega hebt meegedeeld om ook wat bokking of pan haring te bakken, walmt u al die prikkel- geur tegemoet en ge snuift met volle teu gen en een trek van blijde verwachting komt op uw gezicht en ge verkneukelt u reeds in het smakelijk genot van bij uw boterham, aanstonds zoo'n heerlijk gebak- ken cadavertje te verschalken. Dat is een echte voorjaarsreuk en een echte voorjaarsheerlijkheid en het is bij zonder kenschetsend, dat, zoodra men hoort, dat er haring wordt gevangen, ve len zich al spitsen op het verorberen van dat heerlijk zeegebak. En dit jaar schijnen we ons hart te kun nen ophalen, want al werpen de Duit- schers zich op deze voorjaarsharing als de uitgeteerde menschen in de aloude stad Leiden na de opheffing van het beleg, toch schijnt er voldoende voorraad over te blijven om ook, als Hollanders, tegen een niet te stevigen prijs, van een lelie- ren hap te voorzien. En dat is goed ook, want het zoo bij uit stek geschikte „volksvoedsel", haring, kan niet te veel gebruikt worden. Inderdaad staren we ons wat al te veel dood op het artikel „vleesch" en we vergeten te veel dat er in visch en dan vooral in haring zooveel uitstekende voedingstoffen aan wezig zijn. De meeste menschen en dan helaas de kraakzindelijke moeders het ergst, zien tegen de vischbakkerjj op, omdat de olie spetten alles besmeuren in den omtrek van de pan op een straaïafstand van on geveer een meter. Iets gelijk hebben ze natuurlijk wel, doch als ze wat meer daar bij bedachten, dat de weg nnnr het hart van den man voert door zijn maag, dan zouden ze dlie besmeurde oliespetten op den koop toenemen. Het zou me zelfs niet verbazen, dat er juist in den haringtijd, vele mannenhar ten besmet worden met den echtschei dingsbacil, omdat moeder de vrouw haar keukentje meer lief heeft, dan haar echt genoot. En die echtscheidingsbacil is radicaal uit te roeien door het bakken van wat pan haring of enkele bakbokkingen. Zou dat dan niet een olie-besmeurd keukentje waard zijn! Vrouwen, let op uw saeckl Kleine oor zaken, niet waar, hebben vaak zoo groote gevolgen. Gelukkig denken lang niet alle vrou wen zoo, want anders zouden onze haring- trekkers en de duizenden visschers op de Zuiderzee hun keel wel kunnen dicht- schroeven. Waar de duizenden en millioenen harin gen zoo gauw verslonden worden, is je toch een raadsel. De haringteelt geeft aan ettelijke men schen een stuk brood. Heel het Zuider- zeesch gebeuren staat thans in het teeken van de haringteelt, en wie hier de Buiten haven langs gaat, zal nu en dan ook ge waar worden van welk ingrijpend belang de haringvisscherij voor onze gemeente is. En het mooiste er van is, dat al het geld, dat uit zee op deze wijze wordt opgediept, in zijn geheel in onze gemeente blijft. Je kunt dan ook tegenwoordig haast geen geld of zilverbons aannemen of er zit wel een haringschub op. Dat demon streert afdoende, dat het haringgeld dade lijk door de geheele gemeente circuleert En het is zoo schitterend, dat de haring- trek zoo vroeg is begonnen; dat Duitisch- land voortdurend haring vraagt en dat Paschen zoo laat valt dit jaar. De men schen worden daarom ook niet zoo spoe dig „beu" van de haring, omdat het in vele families hoofdspijs uitmaakt. Hopen we, dat we nog een poos zullen mogen genieten van den haringreuk en dat er nog duizenden' bjj duizenden gul dens bij Onrust en achter Huisduinen mo gen worden opgediept. Robinson. Of *t niet genoeg was! Advocaat: (na een veroordeeling) Het spijt me Jansen, dat ik niet meer voor je heb kunnen doen Beklaagde Jansen: O, mijnheer.dank u vriendelijk.... Vind u vijf jaar nog niet genoeg?. door CAREL BRENSA. De Amsterdamsche „Windhandel". Gelijk de lezers zich zullen herinneren, babbelde ik voor eenige weken geleden over een oude tabaksdoos uit vroeger ja ren, waar een spotternijtje betreffende de beruchte Amsterdaiflsche Wind- of Tul penhandel was afgebeeld. z Over die Wind- en Tulpen- of ook wel: Actiën-handel, wou ik het nog wel eens hebben. Het is de moeite waard. Want er is geen ding uit het begin van de achtiende eeuw, dat zooveel beroering gewekt heeft en dat van zooveel publièke bet eekenis ge weest is, dan juist die geweldige periode van, „gokken" 1 Of het mogelijk komt, doordat de mensch in het algemeen nogal houdt van wind-verkoopen of 'n gokje maken? Ge dachtig aan de bekende Broekhuis-perio de zou je het haast zeggen. Deze historie heeft ons ook eenige maanden de gemoederen in beweging ge houden. .Maar het haalt nog niet bij het beruchte jdar 1720. Nooit is er meer ver kocht dan In dat jaarl Daar was de Broekhuisloterij, met villa's en automo bielen en de rest, plus de heele „Dag"- uitgave een peulschilletje bijl Want hierin deed niemand voor den ander onder. Het was geen geval van een of twee menschen het was een aange legenheid van het heele volk. En niet en kel van Amsterdam of Holland: neen van de heele wereld. Het was een wereld ziekte, zooals tegenwoordig de malalsel Toch was er ook een Broekhuls bij, en wat voor een! Ik heb u zijn naam de vori ge maal reeds genoemd: John Law of op z'n Amsterdamsch: Johan Louw, de opperwlndverkooper! Dat deze Louw een bij uitstek schran dere snulter moet zijn geweest, spreekt al uit het feit, dat hij nog erger dan Broekhuls millioenen menschen In de beschaafde landen van Europa het hoofd op hol heeft weten te brengen. Hij was, wat wij noemen: razend knap. Vooral ln het rekenen! In het bekende werk „De oude Tijd" wordt van hem verteld, dat hij van ge boorte een Schot was en al vroeg een fin anti eel genie. Hij begon met aan zijn vaderland zijn diensten aan te bieden tot verbetering van de Staats-financiën. Maar hij werd afgewezenl Dat was in 1705. Toen ging hij naar Engeland en bood' zich hier aan. Ook hier werd op zijn diensten geen prijs gesteld. En daar Law in een vergeten oogenblik met 'n vijand ging dueleeren, moest hij tot overmaat van ramp nog vluchten. In Frankrijk, noch in Savoye wilde men van zijn finantieele diensten profiteeren. Zoo trok hij dan eindelijk naar Holland en naar Amsterdam en begon hier op ei gen risico."..in loterijen te speculeeren. En verdiende daar in een paar jaar knap geld mee! De Staten van Holland vilden van zijn plannen om de fimantiën te verbeteren ook al niet weten. Het ging Law juist als Broekhuis voor een jaar geleden, die (men zal zich die treffende overeenkomst in handelwijze herinneren) eveneens aan bood de Staatsloterij te herzien en onze staatskas met 'n paar millioen te verrij ken! Toch wou en zou onze dobbelaar zijn zin hebben. Hij toog opnieuw naar Frank rijk, waar de koning inmiddels het was Iodewijk XIV gestorven was en de Prinsregent, Fillps van Orleans, in zware geldzorgen zat. En hij vond een knaap als Law nog zoo slecht niet! En zoo gebeurde het dan. Law richtte een compagnie op. De „Missisipi-compag- nie. Het was een handel in losse papier tjes,-die z.g. veel waard waren en groote kans op winst beloofden. Heel Frankrijk kocht ze en de staatskas, benevens de zakken van den regent en van.Law stroomden vol! Nu wou Engeland er ook wel aan. Al daar werd een Zuldzee-Oompagnie opge richt met dezelfde bedoelingen. En het ging ook goed! En toen kwam Holland! En merk nu op het verschil. In Frank rijk en in Engeland begon men aan dezé schwlndelpraktijken om de berooide staatskassen te hervullen. Maar ln Hol land deed men het daarom niet. Het was hier 'n particuliere liefhebberij ont staan uit begeerigheid en naar aanleiding van de buitengewone berichten ln de cou ranten over de z.g. gemaakte winsten. De spel- en dobbelhartstocht maakte zich in DE KIPPENFOKKERIJ. Het broeden. Niet alleen bij den buitenman of den dorpsbewoner, maar stellig, ook bij den stadsbewoners, die het eventjes doen kan bestaat er geen grooter liefhebberij dan ,,'n paar kippetjes houden"! Er zijn er die duiven houden of 'n hond of katten of 'n geit of konijnen, maar verreweg het meest worden er „kippetjes" gehouden. En ik zal maar niet eens zeggen waar om! Het is zelfs in ons land een eigenaar dig verschijnsel, dat van de tien binnen schippers, die er op onze Hollandsche ka nalen varen minstens zeven in een oude stijfselkist 'n paar kippen opgesloten houden! Alleen geloof ik niet, dat het ge- woont is voor de visschers om kippen te houden op de leggers, trawlers, botters en bommen. Maar als het er nog eens van kwam, zou mij dit niet verbazen. En ofschoon ten gevolge van deze inheeansche liefhebberij, zoo goed als ieder Hollander iets van kippen en kip- penhouden en de kippeneigenschappen afweet, lijkt het mij toch niet geheel overbodig er eens een klein praatje over te houdenl Er kunnen altijd nog kleine lessen in steken. Dan zullen we het eens hebben over het „broeden". De tijd. voor'broeden komt nJL weer aan. April is de eerste maand, daarna Mei als het niet te laat wordt. Zooals ieder weet, moet de broedhen vooral op een rustige plaats te broeden worden gezet. Inmiddels gelukt het ook wel eens in een hoekje van het nachthok. Een heel goede methode is, wanneer het weer dit toelaat, een kist neer te zetten in den tuin. De kist dan met de opening ning naar de schutting en een kleine ruimte daarbij omrasterd om buurmana kat op een afstand te houden. Zelfs in een kelder, waar voldoende licht is, kan men een kip ^>ed te broeden zetten. Even eens op een zolder. Echter moet er rekening mede worden gehouden, dat de broedplaats niet al te droog mag zjjn, omdat de schaaMiezen dan te veel uitdrogen en op den tijd van het uitkomen de kiekens daar niet door heen boren kunnen. Daarom verdient het aanbeveling om onder het broednest wat Vochtigen grond of een goede graszode te leggen. Is het weer erg droog en laat de plek het toe, dan kan men ook wat wa ter om den voet van het nest gieten. Broedeieren mogen liefst niet ouder den 18 a 20 dagen zijn. Het beste is 10 a 14 dagen. Dit wordt ais het ware door de natuur aangewezen, want de hen bij den hoer legt vaak de eieren „weg" en gaat er uit eigen beweging op broeden als ge 12 tot 14 gelegd heeft, waarvoor ze gewoonlijk 10 dagen noodig heeft Holland van de goede luiden meester. Nauwelijks was er een half jaar verloo- pen of in ons land was er tot in de klein ste dorpen een wind-compagnie. Ter Gouw vermeld o.m. Muiden, Weesp, Naar den en Woerden! Allemaal maar handel drijven in d.w.z. veel geld uitgeven voor pampiertjes, die de meesten niet eens konden lezen en waarvan geen sterveling de beteekenis begreep. Maar het zou wel centen geven! Amsterdam was binnen de kortst- mo gelijken tjjd het middelpunt van den Hol- landschen Windhandel. In Februari van het jaar 1720 begon er de handel in En- gelsche Zuidzee-actiën en in den zomer kwamen die der Binnenlandsche Compag nieën erbjj. De Beurs van Amsterdam werd te klein en de beurstijd te kort, want ontelbaar waren de handelaars en onein dig de zaken. Wevers en snijders, kruiers en bierdragers, voerlui en melkboeren werden volbloed actionisten; de ambach ten en neringen stonden stil, en winkels en werkplaatsen leeg. Slechts de Wind negotie floreerde!!! Het „Fransche Koffiehuis" in de Kal- verstraat werd de actienbeurs, alwaar men 's avonds om 'n uur of zes begon en den nacht meestal door handelde tot zoo on geveer vier uur in den morgen! Ieder oogenblik werden hier tonnen gouds ja later wel millioenen vernegosieerd terwijl, en dit was het wonderlijkste van de zaak de meeste negotianten lieden waren, die geen geld hadden! Trouwens, deze konden dan ook niets verliezen; die het hadden zijn er meeren- deels slécht af gekomen. Weldra was het bovengenoemde koffiehuis te klein en nu werd langzamerhand de geheele Kalver- straat van de Gapersteeg tot aan den Dam door de actionisten ingenomen. De hoofdpersonen van dit zonderlinge kluchtspel zaten in het Fransch koffie huis als een nieuwe soort adel bijeen. Andere aanzienlijke kooplieden zaten in den „Graaf van Holland" en ook wel in het „Hof van Holland". In de Karseboom waren ze in twee klassen verdeeld; de minderen zaten beneden de meerderen op de bovenkamers. Dit waren dan zooveel als de toonaan- vers. Uit deze koffiehuizen kwamen de orders tot koop en en verkoop en. In de volle straat krioelden makelaars en beunhazen, lieden van fatsoen en ge meen volk. Joden en boeren alles liep er dooreen, schreeuwend om het hardst, de een wat hij te koop had en den ander wat hij koopen wilde voor zijn lieve cent jes. Komen de broedeieren van vreemde kip pen, dan moeten ze een etmaal onuit gepakt blijven staan. Voor dat men de eieren ln het broednest legt, doope men ze ln een 6 creoline-oplossing met een temperatuur van 15 graden O. en droge ze niet at De eieren van de eerste dagen in Mei geven doorgaans de beste uitkomsten, omdat ze het beste bevrucht zijn. Want deze eieren zijn gelegd in den natuur lijken broedtijd! Verzamelt men eieren van eigen hoen ders om later mee te broeden, dan moet men deze liggend bewaren en niet staande op een van de beide polen, zoo als op het platteland' mede ten gevolge van het bekende giebruik van de eier rekken algemeen gebruikelijk is. Ook hiervoor heeft de natuur zelf de aanwij zing gedaan. Want een kip of een vogel, die eieren legt om daar later op te broeden, legt deze eieren ook plat en doet volstrekt geen moeite om ze op den kop te zetten. Om te onderzoeken of de eieren voor het broeden geschikt zijn, kan men ge bruik maken van een z.g. eier-schouwer. Deze kan zelf gemaakt worden of ook ge kocht. Als men het zelf maken wil, ge- bruike men daarvoor een klein kistje Men zet dit op den kop, zoodat het deksel ter zijde is. Men niake in het kistje een gelegenheid om een lamp te plaatsen en een mogelijkheid om het deksel terzijde met een haakje te sluiten. In den boven- bod'em moet een rond gat gezaagd worden voor het lampeglas en onderin een kleine opening voor de luchtttoevoer. In het deurtje ter hoogte van de vlam van de lamp maakt men nu een ed-vor- mige opening, iets kleiner dan een ei van middelmatige grootte. Als men nu een ei wil schouwen, dan gaat men met het kistje, waarin dé brandende lamp, in een donkere ruimte, houde het ei tusschen duim en wijsvinger voor de ei-vormige opening. Het ei wordt dan doorschijnend en men kan gemakkelijk zien of er iets niet in den haak is! Voor hen die er prijs op stellen zoo gunstig mogelijk te broedeft, verdient het aanbeveling om al» het kan twee hennen tegelijk te broeden te zetten. Zulks in ver band roet de resultaten van het schouwen onder het broeden. Want reeds van den zesden dag af in de broedperiode die 20 a 21 dagen duurt kan men door middel van den eier-schouwer waarnemen of er bij de eieren minder gunstigen zijn Onbevruchte of bedorven eieren neemt men dan tijdens de broeddagen weg en gebruike men eventueel ongekookt als voeder voor kuikens of werpe ze weg als het proces al te ver gevorderd ia Komt het nu op deze wijze voor, dat er veel ederen uitvallen, zoodat men van de twee gelijktijdige broedsels maar 12 a 14 bevruchte eieren overhoudt, dan kan men deze op een moment onder één kip bren gen. Voor een goeden gang van zaken dient de hen eigenlijk minstens éénmaal per etmaal de eieren te verlaten. Naar mate het weef is kan ze wat langer wegblijven. Is het erg warm, dan kan het wel eens 'n uur lijden. Verlaat de broedhen niet vrijwillig het nest, dan moet men haar eraf nemen en Zoo ging het maar door in ons goede Amsterdam. Heele nachten werd er ge handeld en het wilde maanden lang maar niet minderen. Wie in de buurt woonde en 's nachts slapen wilde, moest gaan ver huizen of hij moest er een andere leef regel op na gaan houden. Vele deden dit ook. Men sliep in het vervolg maar.... overdag en deed z'n werkoi z'n han deltje in windpapieren 's nachts. Een kleine uitzondering was er, *n z.g. stille nacht. Dat was de nacht van Vrij dag op Zaterdag. En waarom meent gij? Natuurlijk omdat dan de joden niet op het appèl waren. Maar niet zoodra was 's Zaterdagsmid dags de zon gedaald of in regimenten kwamen ze joelend en schreeuwend en al weer handelend opzetten om hun schade van den verloren nacht in te halen! En dat was maar allemaal het gevolg van het finantieel genie van John Lawl Hij re geerde zoo de wereld:. Want wat Amster dam te zien gaf, dat gaven ook andere ste den en ook andere landen te zien. Onge looflijk was het aantal schriften en pla ten en aankondigingen, welke tengevolge van deiL windhandel te voorschijn kwa men. Het was een leven en bedrijf om versteld van te staan. Geld zag niemand, dan hij die een papier kocht en hij die het papier verkocht. Winst bleef uit. Het ging maar om sommen van beteekenis op papier en alles op papier. Van werken kwam niet meer. Nog breidde zich het proces uit. Toen ook in Holland de compagnieën als padde stoelen uit den grond kwamen en men bijna geen raad meer wist met al het pa pier, tpen werd langzamerhand het hoog tepunten bereikt. Dat was ongeveer, in den tijd, dat het z.g. „Engelsche Koffiehuis" in de Kalver- straat het middelpunt werd van de wind negotie. Dit koffiehuis de lezers zul len het zich herinneren uit mijn artikel over de tabaksdoos kreeg den naam van „Quimcampoix". Dat was den naam van de straat in Parijs, waar aanvanke lijk de windhandel begonnen was en die deswege berucht geworden was. In en om dit huis tot op den Dam was het nu eenigen tijd den ganschen nacht zóó vol menschen, dat ze elkaar Itï het dringen de kleeren van 't.lijf scheur den! Menschen die niemendal gehad had den werden hier schijnbaar plotseling rjjk en kocht koets en paard. Men droom de hardop dat de pas gestorven gouden eeuw van de Compagnie herboren was. En door de straten zong men, frisch en vroolijk: haar minstens twintig minuten beletten weer op de eieren te gaan. Dan gaat ze vanzelf wel eten en drinken. Maakt de kip do eieren vuil, dan kun nen deze worden afgewasschen met tvater van een temperatuur van 87 a 40 gr. C. DIALOOG. De Emigratie. Het gaat al goed vporuit, hè met de Emiegraase. En of.Het land loopt leeg! Ik ben er bang voor.... Weet je hoeveel mannen er in totaal al op Canada losgelaten zijn? Nou Ik denk al zoowat 'n vracht auto vol. Precies 't begint er bedenkelijk uit te zien! We houwen geen sterveling meer over voor de toekomstige verkiezingen. En om in de Zuiderzee te gaan wo nen, als die eenmaal gedempt is. Daar komen dan vermoedelijk de Canadeezen in te wonen.Want je be grijpt. Natuurlijk! Ik begrijp bet best. Als al die Hollanders eenmaal aan wal ge stapt zijn, dan weten ze zich in Canada ook geen raad meer met de ruimte. Dan gaan die op bun beurt emigree- ren. 't Wordt beslist 'n Hollandsche ko lonie, daar in Canada Je zult er temet geen Engelsch meer hooren smoezen! Met al die HollandersVeertig. Vorige week zijn ze vertrokken. Heb je •niet gemerkt hoe stil 't op de straten was? Kan ook niet anders. Hoeveel inwo ners hebben wij eigenlijk? In Holland? Ja Zeven millioen! Kijk eres an! En daar zijn d'r nou veertig van vertrokken Ten gevolge van de groote werkloos heid! En dank zij de Emigratie-centrale! 'n Geweldige uitvinding. Dat kul je gelooven. Neem eens aan, dat die Centrale er niet gekomen was. Dan hadden de gevers van de twge ton hun geld op zak gehouden. Mis Dan hadden we nou nog vol op werkeloosheid .Hoezoo?. Nou dat is toch duidelijk? Dan liepen toch die veertig man hier nog in Holland rond? Sakkerloot ja. Maar nou gaat hét van kwaad tot er ger! Waarom? Gaan er nog meer weg? D'r moeten er nou nog meer weg. Want die Hollandsche menschen, die wil len nou ook 'n Hollandsche krant heb ben. „Komt uit komt uit! Het „regent" nu ducatenl Riep elk op markt straten: Komt man en wijf! Komt vaardig klein en groot! Houdt op uw hoed en schoot!. Maar het ging natuurlijk, zooals het met alle dingen gaat, die uitmiddelpun tig zijn en topzwaar. Het schjjnt, dat welnifg menschen verstandig genoeg zijn geweest om te beseffen dat op zoo'n geweldige vlucht een even gewel dige „kracht" volgen moest. Men zou zoo zeggen. Mogelijk is ook, dat ieder dacht „komt tijd, komt zorgen". Al wat ik bin nen heb is gewonnen. Ging het eigenlijk ook niet zoo met de verwoede Broekhui- sianen en de even verwoede „Marken"- liefhebbers? Hoeveel zouden ze er nu ten leste bjj gelaten hebben? In ieder geval: Reeds in hetzelfde jaar in de maand October keerde de kans. in Engeland daalde op een oogen blik de beroemde „Zuidzee-actien" van duizend tot.... honderd dertig procent. En dit was mede den doodslag voor den Hollandbchen windhandel. Hier stonden de actiën spoedig op nul komma nul! Dagelijks hoorde men nu van bankroeten, want de menschen, die veel betaald hadden voor 'n papiertje, kondën er nu geen cent voor terug krijgen. En alle dagen las men in de courant adver tenties van compagnieën, die onbonden waren en waarbij dan werd meegedeeld dat de geïnteresseerden hun aandeel in het overschot konden komen halen. En dan ging het niet anders, dan bij een ouden vriend van ondergeteekende, die zijn deel in de erfenis van een lang overleden familielid kwam halen. Wel hij kon zijn deel krijgen, zei de boedel beheerder en toen hij wilde ontvangen, vroeg de betaler: „Heb je terug van 'n halve cent?. Zoo* liep het ook af met de aandeeien van de actionisten. „Quimcampoix" lag ln duigen! Zooals ik al vroeger vertelde, werd het op het laatste oogenblik door de vertoornde ver liezers geplunderd en geruïneerd. Ver schillende armen brachten zichzelf om hals. Sommigen gingen naar de werkin richtingen. En John Law de opperwindhande- laar sloeg op dé vlucht op 'n schoen eh 'n slof.... (Wordt voortgezet).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 7