NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Eerste Blad. DE MISDAAD VAN SYLVESTRE BONNARD VOOR DE~FEESTDAGEN RIBOLINE-OVERHEMDEN W. BIERENBROODSPOT, OVERHEMDEN, BOORDEN, DASSEN, ZELFBINDERS, SPORT- en TENNIS-TRUIEN. BUITENLAND. Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose. Nr. 5858 ZATERDAG 19 APRIL 1924 52e JAARGANG Op- en ondergang van Zon en Maan en tijd van hoogwater (Texel). Het wegenvraagstuk in Noord-Holland. FEUILLETON. Ingezonden Mededeellng. MIJNHARDT's Zenuw-Tabletten.... 75 Laxeer-Tabletten 60 01 Hoofdpijn-Tabletten 60 Ingezonden Mededeellng. ontvingen wij een pracht-sorteering in met stijven BOORD, f 4.00. GABARDINE-REGENJAS f 32.50. Ziet de étalages bij: Magazijn „INSULINDE", SPOORSTRAAT 87-89. M. DE RAPPORTEN DER DES KUNDIGEN. Besluiten der O. v. H. Ingezonden Mededeellng. Het Consultatiebureau ia geopend lederen Dinsdag van 7—8 uur 's avonds, In de voor malige Stads-Apotheek naast het Zlekenhlus. Consult kosteloos. Ingezonden Mededeellng DOOR OVERSPANNING EN ZORGEN. ■momvMB HELDERSCHECOURANT ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING: Heldersche Courant f 1.Ö0; fr. p. p. binnenland f2.—, Ned. O. en W. Indië p. zeepoet f2.60; id. p. mail enoverig© lauden f 4.20. Zondagsblad reep. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.20. Modeblad reep. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.60 Losse nummers der Courant 4 ct; fr. p. p. 6 et Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Rediacteur-UitgeverO. DE BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 60 en 412 Post-Girorekening No, 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) 60 ct. Kleine advertenties (gevraagd, te koop, te huur) v. 14 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct bij vooruitbetaling (adres: Bureau v.d.blad en, met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Z o m e r t y d. Maan Zon Hoogwater Zo. Ma. Di Wo Do. Vr. Za. April op; 20 m. 9.22 a. 21 10.42 22 11.57 23 24 a 1.04 25 2.- 26 2.45 ond.: op: ond.: v.m.:n.m.: 6.43 5.53 7.05 10.05 10 25 7.17 5.55 7.07 10 46 11.08 7.57 5.53 7.09 11.30 11.53 8.45 5.50 7 11 12.17 12.42 9.42 5 48 7.13—.— 1.07 10.45 5.46 7.14 1.34 2.01 11.53 5 45 7.15 2.32 3.05 Licht op voor auto's en fietsen: Zaterdag 19 April8.33 uur Zondag 20 8.35 Maandag 21 8.37 VUL (Slot). Het is niet erg verwonderlijk, dat, waar nu eenmaal het wegenplan, als 't ware, op de Staten was losgelaten, er groote nei ging bij sommigen bestond, meer over dat plan te gaan spreken dan over de voor dracht zelve, die niets anders vroeg, dan de overname van één bepaalden weg. Dit kwam ook, omdat van een Comité van de vier Zaansche gemeenten ter elf der ure nog een adres aan de Staten was gezonden, waarin werd verzocht, den on der sub VIII ontworpen weg (Alkmaar- KnollendamWestzaan) niet aan te leggen volgens het plan van den Hoofdingenieur- Directeur; doch naar een tracé, op een bijgevoegd kaartje aangegeven, hierop neerkomende, dat die weg langs de vier bedoelde gemeenten zou gaan, ongeveer evenwijdig met den bestaanden weg door de kommen dier gemeenten, welke op zich zelf niet voor verbreeding vatbaar ia Het was vooral de heer Binnendijk, die dit plan verdedigde en die met den heer Bosman het plan, om de Zaanlandsche Communicatieweg tot een primaire weg te maken, scherp bestreed. De heer Bosman meende voorts; dat het plan van den Hoofdingenieur slechts bureau-werk was en dat er eene Commis sie van belanghebbenden moest komen, om met Gedl Staten het wegenplan te ont werpen. Hij had' daarvan bij het West- Friesche kanalenplan groote voordeelen waargenomen. Een door hem met nog zes andere lieden van verschillende partijen ingediend voorstel wordt, na bestrijding uit de Staten zelve en door Ged. Staten, die toezegden, dat nog overleg met be langhebbenden zou worden gepleegd vóór aan een weg een definitief karakter zou worden gegeven, waarna eene Commissie overbodig en slechts tijdroovend zou zijn, echter verworpen. Wij gelooven, dat het uitstekend zou zijn geweest, indien een dergelijke Commissie reeds vroeger ware benoemd geweest; thans was het zeker te laat en kan alleen door ANATOLE FEANCE. 2) Het mannetje bood mij nu zijn laatste boek met zijn laatsten glimlach aan. „Hier hebt u een Droomboek met een verklaring van alle mogelijke droomen: droomen over goud, over dieven, over den dood, of over een val van een toren. Heelemaal oompleet 1" Ik had de tanig van het haardstel ge nomen, en terwijl ik die vlug heen en weer zwaaide, antwoordde ik den handels reiziger, die me kwam opzoeken: „Ja, mijn vriend, maar deze en duizend andere droomen, de prettige en benauw de, zijn samen te vatten in één enkelen: den droom des levens; en kan uw geel boekje mij daarvan den sleutel geven?" „Zeker, mijnheer," antwoordde het mannetje. „Het boek is volledig en niet duur: een franc vijf en twintig centimes, mijnheer." Ik zette mijn gesprek met den colpor teur niet verder voort. Dat mijn woorden werkelijk zoo uitgesproken zijn, zooals Ik ze hier vermeld, zou ik niét' imet zeker- <*urven zeggen. Misschien, heb ik ze bij. het neerschrijven wat aangevuld. Het ,eel moeilijk, zelfs in een dagboek, de letterlijke waarheid in acht te nemen. Maar al zijn het dan de juiste woorden nog heil worden verwacht van tijdig over leg, zooals door Ged. Staten is toegezegd, welk overleg dan ook reeds met de Zaan streek is begonnen. Wij wijzen er nog eens op, dat het plan in geen enkel opzicht nog vaststaat en voor allerlei veranderingen vatbaar is. Ook de kostenverdeeling, het tempo en de volgorde der uitvoering staan nog niet vast en het was juist dit, hetgeen de heer de Miranda met zijne vrienden noopte, in eene motie, waarover hier onder nader, van Ged. Staten een definitief gedetail leerd plan te verzoeken. Slechts enkele stemmen gingen op te gen de eigenlijke voordracht en tegen het principe, dat de provincie zich met de we gen ging bemoeien. Het waren vooral de heeren Kernkamp en Dekker, die hier het nonpossumus uitspraken en dlan ook ten slotte met enkele anderen tegen de voor dracht stemden. Het waren ook degenen, welke het Hoogheemraadschap wilden be lasten met het beheer en onderhoud der primaire wegen. De heer Kernkamp beli chaamde dit beginsel in een voorstel, waarin tevens over de kostenverdeeling een uitspraak werd gedaan, luidende: 1. Den Zaanschen Ceinmiunicatieweg over te nemen. 2. De kosten van onderhoud voor re kening der provincie te nemen. 3. Het Hoogheemraadschap het onder houd en beheer op te dragen. De motie viel echter met slechts enkele stemmen voor, niettegenstaande de voor steller haar met veel talent verdedigde. Wat den ZaanL Communicatieweg be treft, betoogden Ged. Staten op de bezwa ren tegen het maken van dezen weg tot een primaire, dat daarover de Staten van zelf nog gehoord worden, omdat dit een groot bedrag zal vorderen, waarvoor de Staten het geld moeten voteeren. Bij aan neming der voordracht wordt de weg op zijn tegenwoordige capaciteit onderhou den. Zooals gezegd, deze voordracht zelve kwam er dan ook glad door, ook, omdat het bezwaar van! de kostenverdeeling, zij't op ©enigszins zonderlinge wijze, was geëli mineerd. Want de samenkoppeling van dit principe aan die voordracht schiep een lang niet denkbeeldig gevaar, dat zij zou worden verworpen. Niet dus om de zaak zelve, maar omdat daarmee de Staten zich meteen zouden hebben uitgesproken over eene bepaalde methode in de toekomst. Er waren over die kostenverdeeling twee voorstellen. Ten eerste eene, reeds boven besproken, motie-de Miranda, dus van de Sociaal-Democratische fractie, en een motie-v. Leeuwen met een voorstel tot amendeering van het omtwerp-besluit, indien die motie zou worden aangenomen, van de Vrijzinnig-Democraten. De motie-Miranda luidde: „De Staten, van oordeel, dat de pro. vinei e op haar 'grondgebied een net van hoofdL of primaire wegen in eigendom, beheer en onderhoud zal moeten nemen, noodigen Gedl Staten uit, een plan voor een dusdanig wegennet bij de Staten in te dienen met eene berekening van de daaraan verbonden kosten en de wij ze van financieren); Besluiten, het voorstel van Ged. Sta ten inzake den ZaanL Oomm. weg te aanvaarden; met dien verstande, dat het ontwerp besluit, gemerkt B (dit betrof de kostenverdeeling) geen precedent zal scheppen ten aanzien van andere door de Provincie in eigen beheer te nemen' wegen, inzonderheid wat betreft .nieuwe belangensfeeren." niet de gedachte is het weL Ik riep mijn huishoudster, want er is geen bel in (mijn studeerkamer. „Thérèse, zeide ik, „mijnheer Oooooz, dien je zeker wel zoo goed wilt zijn uit te laten, bezit een hoek, dat je misschien interesseeren zal; het is een Droomboek; het zal mij aangenaam zijn, het je te mo gen aanbieden." Maar mijn huishoudster antwoordde: „Mijnheer, wanneer je igeen tijd hebt wakend te droomen, dan heb je het even min, om het slapende te doen. Gelukkig, mijn tijd is voldoende voor mijn werk en mijn werk is voldoende, om mijn tijd te vullen. Ik droom noch staande, noch lig gende, en ik 'zie mijn dekbed niet voor een duivel aan, 'zooals het mijn nicht eens overkomen is. En wanneer u mijn mee ning weten wilt, dan zou ik zeggen, dat we hier genoeg boeken hebben. Mijnheer heeft er duizend en nogmaals duizend, die hem het hoofd op hol brengen, en ik heh er twee, waaraan ik ruim voldoende heb: mijn gebedenboek en Aaltje, de zuinige keukenmeid." Na die woorden hielp mijn huishoud ster het mannetje zijn rommeltje in het groene zeiltje te pakken. Het mannetje Coocoz glimlachte niet meer; zijn gezicht, dat zijn vriendelijk- heidsplooi verloren had, kreeg zoo'n smartelijke uitdrukking, dat ik spijt ge voelde ©en zoo ongelukkigen man bespot te hebben. Ik riep hem terug en zèide, dat ik meende in zijn oolelctie een exem plaar van de Histoire d'Estelle et de Né- morinx) gezien te hebben; dat ik herders Een herdersdicht van Florian. (290) B(j Apoth en Drogisten. Deze motie bedoelt dus, zich geheel) los te maken van de voordracht, wat die wijze van financieren betreft; doch dit bij het algemeen wegenplan voor eiken aan te leg gen weg te bezien. Zelfs laat deze motie de mogelijkheid, dat ook die van ouds on derhoudsplichtigen in bepaalde gevallen van die last worden ontheven. Immers, er wordt slechts aan het slot gesproken van „inzonderheid nieuwe belangensfeeren," d.w.z. het scheppen van nieuwe onder houdsplichtigen zal alleen nog wat ster ker worden bekeken. Dit is juist anders in de motie-v. Leeu wen, luidende: „Overwegende, dat alleen zij, die van onderhoudslast van primaire wegen worden bevrijd, behooren verplicht te worden tot eene uitkeering ten behoeve van die provincie in de onderhoudskos ten dier wegen, doch tot geen hooger bedrag dan dat, waarop hun de onder houdslast jaarlijks gemiddeld te staan is gekomen; gaan over tot de orde van den dag." Hier wordt dus positief verklaard, de van ouds onderhoudsplichtigen niet ont heffen, doch dan ook alleen deze, en der halve geen nieuwe scheppen. Wjj zijn het van den beginne af met dit laatste beginsel .steeds eens geweest en zouden het zeer hebben toegejuicht, in dien deze motie-van Leeuwen ware aan genomen. Bij de behandeling in de Staten en voor al na de rede van den heer Hendrix, lid van Gedeputeerde Staten, was het lot van deze motie echter zeer onzeker. Eene ver werping in de Staten zou feitelijk reeds hebben beslist omtrent een belangrijk be ginsel. Daar kwam bij, dat de motie-de Miranda, welke de mogelijkheid open liet, steeds bij eiken weg of bij, de bespreking van het algemeen plan het kosten-begin- sel te behandelen; door Gedl Staten werd overgenomen. Vandaar dat de voorstellers genoegen namen met aanhouding hunner motie tot en herderinnetjes graag mocht lijden en dat ik tegen een redelijken prijs de ge schiedenis van die twee minnenden wel ■zou willen koopen." „Ik zal u dit boek voor ©en franc vijf en twintig laten, mijnheer," zeide Coccoz, wiens gezicht van blijdschap straalde. „Het is historisch en zal u zeker bevallen. Nu weet ik, wat u noodig hefbt. Ik zie, dat u een kenner bent. Morgen zal ik u de Crimes des papes brengen, een uitste kend werk. Ik zal u de luxe-editie met gekleurde platen laten zien." Ik verzocht hem, dat niet te doen en liet hem tevreden weggaan. Toen het groene zeiltje met den ooiporteur in het halfdonker van de gang verdwenen was, vroeg ik mijn huishoudster vanwaar dat armzalig mannetje neergestreken was. „Neergestreken is het woord," ant woordde zij mij; „hij is van heel hoven, waar hij met zijn vrouw woont, neerge streken." „Wat zeg je, Thérèse, heeft hij een vrouw? Dat is merkwaardig! Vrouwen zijn toch wonderlijke wezens. Het is zeker een arm vrouwtje." „Ik weet net precies, wat zij is," ant woordde Thérèse, „maar eiken morgen zie ik 'haar op de trap imet een zijden japon vol vetvlekken aan. Coquet draait ze met haar schitterende oogen. Passen die oogen en die japonnen, naar alle recht en billijkheid, nu wel bij een vrouw, die men uit 'barmhartigheid opgenomen heeft? Want ze mogen in het zolderka mertje wonen, zoolang het dak_ gerepa reerd wordt, daar de man ziek is en de vrouw binnenkort bevallen 'moet Die 'heb ben wel een kind noodig!" de bespreking van dat algemeen plan. De zaak der kostenverdeeling is dus ge heel onbeslist en zal1 nader aan de ocrde komen. De verdienste der motie-iMiranda is dan ook, dat deze die mogelijkheid heeft ge schapen, hoewel' zij overigens veel vragen onbeslist laat. In de eerste plaats, of de bespreking van dat algemeen wegenplan de overname vanldenl Zes-stedenwog, waar ook pericu- lum in móra is zal moeten' ophouden. De voorsteller ontkende dit nadrukkelijk. Daardoor was overname door Gei Staten ook alleen te verkrijgen. Maar die tweede weg wordt weder naar hetzelfde beginsel van kostenverdeeling als bij den Zaan- landschen Communicatieweg ingediend. Een beginsel, waarvan men zich nu uit drukkelijk los maakte. En daarna het Zandpad van Amsterdam' naar Weesp? Hierover is niets beslist. Men mag ook vragen, moeten Ged. Sta ten nu met een geheel plan komen en voor alle wegen, die ontworpen zijn als primaire alles in détails uitwerken, of moeten zij met eiken weg afzonderlijk ko men? Het eerste zal zeer moeilijk zijn en lan gen tijd vorderen, terwijl men in 't tweede geval weer geen overzicht heeft van de volle consequenties voor de provincie. Wij betreuren het dan ook zeer, dat over het algemeen© beginsel geen beslis sing is gevallen en dat de Staten, nu de provincie zich het Wegenvraagstuk gaat aantrekken, niet het ruime, royale stand punt hebben ingenomen, om zelve, behou dens bijdragen van de van-ouds-ond er- houdSplichtigen; de kosten te dragen. Even als dat in de andere provinciën het geval is. De motie-Miranda heeft nadere behan deling op wellicht gunstiger tijdstip, der motie>-v. Leeuwen mogelijk gemaakt en wij hopen zeer, dat deze tenslotte nog zal worden aangenomen. In dat geval zal het daarin neergelegd beginsel alsnog gelden voor die wegen, welke reeds naar het an dere principe werden overgenomen. Dan zal Noordholland eindelijk ook inzake het verkeersvraagstuk met eere de plaats in nemen, die het toekomt. Haarlem, 7 April 1924. De C. v. H. heeft met algemeene stem men besloten: lo. akte te nemen van het antwoord van Duitschland, waarbij de uitspraken der deskundigen worden aanvaard; 2o. de in deze rapporten neergelegde conclusies binnen de grenzen harer be voegdheden goed te keuren en de aange geven wijze van uitvoering te aanvaar den; 3o ze officieel ter kennis te brengen van de betrokken regeeringen en ten ein de het verkrijgen van resultaten te be spoedigen, de conclusies inzake de be voegdheden aan te bevelen. 4o. aan Duitschland te verzoeken haar ten spoedigste wetsontwerpen en beslui ten vobr te leggen ter verzekering van de volledige uitvoering der plannen en „Thérèse," antwoordde ik, „zij' hebben er zeker geen noodig. Maar de natuur wilde, dat zij er een kregen; zij heeft hen in haar strikken gevangen. Er is een bui tengewone bedachtzaamheid voor noodig om de listen der natuur te verijdelen. La ten we hen beklagen in plaats van ze hard te vallen. Wat de zijden fcleeren be treft, iedere jonge vrouw wil die graag hebben; alle dochters van Eva zijn dol op opschik. Neem je zelf nu eens, Thérèse, jij, die toch zoo ernstig en verstandig bent, wat zet je niet een keel op, wanneer je geen wit schort hebt om bij het eten te bedienen! Maar zeg eens, hebben zij daar op den zolder, wat zij noodig heb ben?" „Waar zouden ze het vandaan moeten halen, mijnheer? De man, dien u daarnet gezien hebt, was agent in zilversmids artikelen, zooals de ooncierge mij verteld heeft, en die weet niet, waarom hij geen horloges meer verkoopt. Hij verkoopt tegenwoordig kalenders en almanakken. Dat is geen eerlijk beroep. Onder ons ge zegd, lijkt de vrouw mij niet veel bijzon ders. Ik acht haar tot het opvoeden van een kind even goed in staat als mezelf tot guitaarspelen. Waar zulke lui vandaan komen, weet je niet, maar voor mij staat het vast, dat zij met de Ellende-equipage uit het Zonderzorgenland komen." „Waar zij vandaankomen, is van min der belang, zij zijn ongelukkig, en op den zolder is het koud." „Dat zal wel waar zijn! het dak is op verschillende plaatsen kapot en de regen stroomt er bij stralen in. Meubelen eu beddengoed hebben zij niet. Meubelma kers en wevers werken zeker niet voor M. J. W. RIENKS, Directeur. vertegenwoordigers aan te wijzen in de commissies voor de organisatie der spoor wegen en de hypotheken op de industrie; 5o. de ledlen aan te wijzen van de ver schillende comité's voor de organisatie, wier benoeming tot haar competentie be hoort; 6o. de maatregelen te nemen, welker voorbereiding haar in het rapport van Dawes wordt toevertrouwd; Alvorens een officieele beslissing te ne men' moest de C. v. H. haar officieuze zit ting verlengen totdat de geschillen tus- schen haar leden waren bijgelegd. De Amerikaansch© waarnemer Logan woonde de zitting bij. De beknoptheid van het Duitsche ant woord heeft een ongunstigen indruk ge maakt. De O. v. H. had' de Duitsche regeering voorgesteld gedelegeerden te zenden, ten einde mondeling haar zienswijze uiteen te zetten, omdat rij het moeilijk achtte deze schriftelijk op voldoende wijze toe te lichten. De Duitsche regeering antwoord de evenwel niet alleen schriftelijk, maar door de lakonieke wijze, waarop zij het schrijven der O. v. H. beantwoordde, ver scherpte zij haar gereserveerd© houding jegens de C. v. H. toornende, welke doet twijfelen aan haar goeden wiL Dit is evenwel slechts de indruk van dé minderheid der commissie. De meerder heid oordeelt, dat de Duitsche regeering gebruik maakt van haar recht en dat zij Mannen zoowel als vrouwen hebben onder zenuwachtige, 'beproevende omstan digheden gewenkt Zij raakten overwerkt en missen de kracht om de bacillen van gevatte influenza of koude te bestrijden. Het bloed raakt overladen met overtollig urinezuur, de nieren worden ondermijnd door de te groote inspanning en spoedig volgen verschijnselen als: hoofdpijn, dui zeligheid, zenuwoverspanning, urinekwa- len, graveel, waterzuchtige oogen, rheu- matische spieren' en door urinezuur aan getaste gewrichten, stijve schouders en pijn in den rug. Daartegen worden Foster's Rugpijn Nieren Pillen aanbevolen, en er dient geen kostbare tijd verloren te gaan. Uit stel leidt al te vaak tot rheuimatiek, spit, steenvorming, ontsteking van de nieren of blaas en nierwaterzucht. Zelfs onge neeslijke kwalen kunnen door verwaar- loozing ontstaan. Als uw nieren verzwakt zijn door zor gen en ©verwerking, tocht, koude, epide mische koorts, schadelijke bezigheden enz., wendt u dan met vertrouwen tot Foster's Pillen. Verkrijgbaar in apotheken en drogist zaken 1.75 per flacon (geel etiket met zwarten opdruk). menschen van dat soort!" „Dat is heel treurig, Thérèse. Daar hebben we ©en mensch, voor wie heel wat minder gezorgd wordt dan voor dien Ha- milcar. Wat zegt zij?" „Mijnheer, ik praat nooit met die men schen. Ik weet niet, wat zij zegt, of wat zij, zingt. Maar zingen doet ze den heelen dag. Ik hoor haar op de trap, wanneer ik thuiskom of uitga." „Nu de erfgenaam der Coocoz zal als het ei in het raadseltje kunnen zeggen: „Mijn moeder heeft mij al zingende ge baard." Zoo iets is ook Hendrik VI over komen. Toen Jeanne d'Alhert de weeën voelde naderen, begon zij een oud Bearnsch lied te zingen: Notre dame du bout du pont, Venez k mon aide en cette heurre! Priez de Dieu du ciel Qu'il me délivre vite, Qu'il me donne un garqonl Het is ongetwijfeld onverstandig aan ongelukkigen het leven te schenken. Maar dat gebeurt dagelijks, arme Thérèse, en alle wljsgeeren ter wereld zullen er niet in slagen om die dwaze gewoonten te ver anderen. Madame Cooooz heeft die ge woonte gevolgt gevolgd en zij zingt. Dat is goed. Maar zeg eens, Thérèse, heh je voor vandaag geen vleeschsoep gemaakt?", „Ja, mijnheer, en het wordt hoog tijd, dat ik die ga afschuimen." „Ga je gang. maar vergeet niet een goede kom bouillon uit den pot te nemen en dien aan onze hoogste bovenbuur, ma dame Cocooz te brengen." (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 1