NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Eerste Blad.
DE MISDAAD VAN
SYLVESTRE BONNARD
VOOR DE~FEESTDAGEN
RIBOLINE-OVERHEMDEN
W. BIERENBROODSPOT,
OVERHEMDEN, BOORDEN,
DASSEN, ZELFBINDERS,
SPORT- en TENNIS-TRUIEN.
BUITENLAND.
Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose.
Nr. 5858
ZATERDAG 19 APRIL 1924
52e JAARGANG
Op- en ondergang van Zon en Maan
en tijd van hoogwater (Texel).
Het wegenvraagstuk in
Noord-Holland.
FEUILLETON.
Ingezonden Mededeellng.
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten.... 75
Laxeer-Tabletten 60 01
Hoofdpijn-Tabletten 60
Ingezonden Mededeellng.
ontvingen wij
een pracht-sorteering in
met stijven BOORD, f 4.00.
GABARDINE-REGENJAS f 32.50.
Ziet de étalages bij:
Magazijn „INSULINDE",
SPOORSTRAAT 87-89.
M.
DE RAPPORTEN DER DES
KUNDIGEN.
Besluiten der O. v. H.
Ingezonden Mededeellng.
Het Consultatiebureau ia geopend lederen
Dinsdag van 7—8 uur 's avonds, In de voor
malige Stads-Apotheek naast het Zlekenhlus.
Consult kosteloos.
Ingezonden Mededeellng
DOOR OVERSPANNING EN ZORGEN.
■momvMB
HELDERSCHECOURANT
ABONNEMENT PER 3 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldersche Courant f 1.Ö0; fr. p. p. binnenland f2.—, Ned. O. en W.
Indië p. zeepoet f2.60; id. p. mail enoverig© lauden f 4.20. Zondagsblad
reep. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.20. Modeblad reep. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.60
Losse nummers der Courant 4 ct; fr. p. p. 6 et
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Rediacteur-UitgeverO. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 60 en 412
Post-Girorekening No, 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct p. regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) 60 ct. Kleine advertenties (gevraagd, te koop, te huur) v. 14
regels 40 ct., elke regel meer 10 ct bij vooruitbetaling (adres: Bureau
v.d.blad en, met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Z o m e r t y d.
Maan Zon Hoogwater
Zo.
Ma.
Di
Wo
Do.
Vr.
Za.
April op;
20 m. 9.22 a.
21 10.42
22 11.57
23
24 a 1.04
25 2.-
26 2.45
ond.: op: ond.: v.m.:n.m.:
6.43 5.53 7.05 10.05 10 25
7.17 5.55 7.07 10 46 11.08
7.57 5.53 7.09 11.30 11.53
8.45 5.50 7 11 12.17 12.42
9.42 5 48 7.13—.— 1.07
10.45 5.46 7.14 1.34 2.01
11.53 5 45 7.15 2.32 3.05
Licht op
voor auto's en fietsen:
Zaterdag 19 April8.33 uur
Zondag 20 8.35
Maandag 21 8.37
VUL
(Slot).
Het is niet erg verwonderlijk, dat, waar
nu eenmaal het wegenplan, als 't ware, op
de Staten was losgelaten, er groote nei
ging bij sommigen bestond, meer over dat
plan te gaan spreken dan over de voor
dracht zelve, die niets anders vroeg, dan
de overname van één bepaalden weg.
Dit kwam ook, omdat van een Comité
van de vier Zaansche gemeenten ter elf
der ure nog een adres aan de Staten was
gezonden, waarin werd verzocht, den on
der sub VIII ontworpen weg (Alkmaar-
KnollendamWestzaan) niet aan te leggen
volgens het plan van den Hoofdingenieur-
Directeur; doch naar een tracé, op een
bijgevoegd kaartje aangegeven, hierop
neerkomende, dat die weg langs de vier
bedoelde gemeenten zou gaan, ongeveer
evenwijdig met den bestaanden weg door
de kommen dier gemeenten, welke op zich
zelf niet voor verbreeding vatbaar ia
Het was vooral de heer Binnendijk, die
dit plan verdedigde en die met den heer
Bosman het plan, om de Zaanlandsche
Communicatieweg tot een primaire weg
te maken, scherp bestreed.
De heer Bosman meende voorts; dat het
plan van den Hoofdingenieur slechts
bureau-werk was en dat er eene Commis
sie van belanghebbenden moest komen,
om met Gedl Staten het wegenplan te ont
werpen. Hij had' daarvan bij het West-
Friesche kanalenplan groote voordeelen
waargenomen. Een door hem met nog zes
andere lieden van verschillende partijen
ingediend voorstel wordt, na bestrijding
uit de Staten zelve en door Ged. Staten,
die toezegden, dat nog overleg met be
langhebbenden zou worden gepleegd vóór
aan een weg een definitief karakter zou
worden gegeven, waarna eene Commissie
overbodig en slechts tijdroovend zou zijn,
echter verworpen.
Wij gelooven, dat het uitstekend zou zijn
geweest, indien een dergelijke Commissie
reeds vroeger ware benoemd geweest;
thans was het zeker te laat en kan alleen
door
ANATOLE FEANCE.
2)
Het mannetje bood mij nu zijn laatste
boek met zijn laatsten glimlach aan.
„Hier hebt u een Droomboek met een
verklaring van alle mogelijke droomen:
droomen over goud, over dieven, over den
dood, of over een val van een toren.
Heelemaal oompleet 1"
Ik had de tanig van het haardstel ge
nomen, en terwijl ik die vlug heen en
weer zwaaide, antwoordde ik den handels
reiziger, die me kwam opzoeken:
„Ja, mijn vriend, maar deze en duizend
andere droomen, de prettige en benauw
de, zijn samen te vatten in één enkelen:
den droom des levens; en kan uw geel
boekje mij daarvan den sleutel geven?"
„Zeker, mijnheer," antwoordde het
mannetje. „Het boek is volledig en niet
duur: een franc vijf en twintig centimes,
mijnheer."
Ik zette mijn gesprek met den colpor
teur niet verder voort. Dat mijn woorden
werkelijk zoo uitgesproken zijn, zooals Ik
ze hier vermeld, zou ik niét' imet zeker-
<*urven zeggen. Misschien, heb ik ze
bij. het neerschrijven wat aangevuld. Het
,eel moeilijk, zelfs in een dagboek, de
letterlijke waarheid in acht te nemen.
Maar al zijn het dan de juiste woorden
nog heil worden verwacht van tijdig over
leg, zooals door Ged. Staten is toegezegd,
welk overleg dan ook reeds met de Zaan
streek is begonnen.
Wij wijzen er nog eens op, dat het plan
in geen enkel opzicht nog vaststaat en
voor allerlei veranderingen vatbaar is.
Ook de kostenverdeeling, het tempo en
de volgorde der uitvoering staan nog niet
vast en het was juist dit, hetgeen de heer
de Miranda met zijne vrienden noopte, in
eene motie, waarover hier onder nader,
van Ged. Staten een definitief gedetail
leerd plan te verzoeken.
Slechts enkele stemmen gingen op te
gen de eigenlijke voordracht en tegen het
principe, dat de provincie zich met de we
gen ging bemoeien. Het waren vooral de
heeren Kernkamp en Dekker, die hier het
nonpossumus uitspraken en dlan ook ten
slotte met enkele anderen tegen de voor
dracht stemden. Het waren ook degenen,
welke het Hoogheemraadschap wilden be
lasten met het beheer en onderhoud der
primaire wegen. De heer Kernkamp beli
chaamde dit beginsel in een voorstel,
waarin tevens over de kostenverdeeling
een uitspraak werd gedaan, luidende:
1. Den Zaanschen Ceinmiunicatieweg
over te nemen.
2. De kosten van onderhoud voor re
kening der provincie te nemen.
3. Het Hoogheemraadschap het onder
houd en beheer op te dragen.
De motie viel echter met slechts enkele
stemmen voor, niettegenstaande de voor
steller haar met veel talent verdedigde.
Wat den ZaanL Communicatieweg be
treft, betoogden Ged. Staten op de bezwa
ren tegen het maken van dezen weg tot
een primaire, dat daarover de Staten van
zelf nog gehoord worden, omdat dit een
groot bedrag zal vorderen, waarvoor de
Staten het geld moeten voteeren. Bij aan
neming der voordracht wordt de weg op
zijn tegenwoordige capaciteit onderhou
den. Zooals gezegd, deze voordracht zelve
kwam er dan ook glad door, ook, omdat
het bezwaar van! de kostenverdeeling, zij't
op ©enigszins zonderlinge wijze, was geëli
mineerd. Want de samenkoppeling van
dit principe aan die voordracht schiep een
lang niet denkbeeldig gevaar, dat zij zou
worden verworpen. Niet dus om de zaak
zelve, maar omdat daarmee de Staten zich
meteen zouden hebben uitgesproken over
eene bepaalde methode in de toekomst.
Er waren over die kostenverdeeling
twee voorstellen. Ten eerste eene, reeds
boven besproken, motie-de Miranda, dus
van de Sociaal-Democratische fractie, en
een motie-v. Leeuwen met een voorstel
tot amendeering van het omtwerp-besluit,
indien die motie zou worden aangenomen,
van de Vrijzinnig-Democraten.
De motie-Miranda luidde:
„De Staten, van oordeel, dat de pro.
vinei e op haar 'grondgebied een net van
hoofdL of primaire wegen in eigendom,
beheer en onderhoud zal moeten nemen,
noodigen Gedl Staten uit, een plan voor
een dusdanig wegennet bij de Staten
in te dienen met eene berekening van
de daaraan verbonden kosten en de wij
ze van financieren);
Besluiten, het voorstel van Ged. Sta
ten inzake den ZaanL Oomm. weg te
aanvaarden; met dien verstande, dat het
ontwerp besluit, gemerkt B (dit betrof
de kostenverdeeling) geen precedent
zal scheppen ten aanzien van andere
door de Provincie in eigen beheer te
nemen' wegen, inzonderheid wat betreft
.nieuwe belangensfeeren."
niet de gedachte is het weL
Ik riep mijn huishoudster, want er is
geen bel in (mijn studeerkamer.
„Thérèse, zeide ik, „mijnheer Oooooz,
dien je zeker wel zoo goed wilt zijn uit
te laten, bezit een hoek, dat je misschien
interesseeren zal; het is een Droomboek;
het zal mij aangenaam zijn, het je te mo
gen aanbieden."
Maar mijn huishoudster antwoordde:
„Mijnheer, wanneer je igeen tijd hebt
wakend te droomen, dan heb je het even
min, om het slapende te doen. Gelukkig,
mijn tijd is voldoende voor mijn werk en
mijn werk is voldoende, om mijn tijd te
vullen. Ik droom noch staande, noch lig
gende, en ik 'zie mijn dekbed niet voor
een duivel aan, 'zooals het mijn nicht eens
overkomen is. En wanneer u mijn mee
ning weten wilt, dan zou ik zeggen, dat
we hier genoeg boeken hebben. Mijnheer
heeft er duizend en nogmaals duizend, die
hem het hoofd op hol brengen, en ik heh
er twee, waaraan ik ruim voldoende heb:
mijn gebedenboek en Aaltje, de zuinige
keukenmeid."
Na die woorden hielp mijn huishoud
ster het mannetje zijn rommeltje in het
groene zeiltje te pakken.
Het mannetje Coocoz glimlachte niet
meer; zijn gezicht, dat zijn vriendelijk-
heidsplooi verloren had, kreeg zoo'n
smartelijke uitdrukking, dat ik spijt ge
voelde ©en zoo ongelukkigen man bespot
te hebben. Ik riep hem terug en zèide,
dat ik meende in zijn oolelctie een exem
plaar van de Histoire d'Estelle et de Né-
morinx) gezien te hebben; dat ik herders
Een herdersdicht van Florian.
(290) B(j Apoth en Drogisten.
Deze motie bedoelt dus, zich geheel) los
te maken van de voordracht, wat die wijze
van financieren betreft; doch dit bij het
algemeen wegenplan voor eiken aan te leg
gen weg te bezien. Zelfs laat deze motie
de mogelijkheid, dat ook die van ouds on
derhoudsplichtigen in bepaalde gevallen
van die last worden ontheven. Immers, er
wordt slechts aan het slot gesproken van
„inzonderheid nieuwe belangensfeeren,"
d.w.z. het scheppen van nieuwe onder
houdsplichtigen zal alleen nog wat ster
ker worden bekeken.
Dit is juist anders in de motie-v. Leeu
wen, luidende:
„Overwegende, dat alleen zij, die van
onderhoudslast van primaire wegen
worden bevrijd, behooren verplicht te
worden tot eene uitkeering ten behoeve
van die provincie in de onderhoudskos
ten dier wegen, doch tot geen hooger
bedrag dan dat, waarop hun de onder
houdslast jaarlijks gemiddeld te staan
is gekomen; gaan over tot de orde van
den dag."
Hier wordt dus positief verklaard, de
van ouds onderhoudsplichtigen niet ont
heffen, doch dan ook alleen deze, en der
halve geen nieuwe scheppen.
Wjj zijn het van den beginne af met dit
laatste beginsel .steeds eens geweest en
zouden het zeer hebben toegejuicht, in
dien deze motie-van Leeuwen ware aan
genomen.
Bij de behandeling in de Staten en voor
al na de rede van den heer Hendrix, lid
van Gedeputeerde Staten, was het lot van
deze motie echter zeer onzeker. Eene ver
werping in de Staten zou feitelijk reeds
hebben beslist omtrent een belangrijk be
ginsel. Daar kwam bij, dat de motie-de
Miranda, welke de mogelijkheid open liet,
steeds bij eiken weg of bij, de bespreking
van het algemeen plan het kosten-begin-
sel te behandelen; door Gedl Staten werd
overgenomen.
Vandaar dat de voorstellers genoegen
namen met aanhouding hunner motie tot
en herderinnetjes graag mocht lijden en
dat ik tegen een redelijken prijs de ge
schiedenis van die twee minnenden wel
■zou willen koopen."
„Ik zal u dit boek voor ©en franc vijf
en twintig laten, mijnheer," zeide Coccoz,
wiens gezicht van blijdschap straalde.
„Het is historisch en zal u zeker bevallen.
Nu weet ik, wat u noodig hefbt. Ik zie, dat
u een kenner bent. Morgen zal ik u de
Crimes des papes brengen, een uitste
kend werk. Ik zal u de luxe-editie met
gekleurde platen laten zien."
Ik verzocht hem, dat niet te doen en
liet hem tevreden weggaan. Toen het
groene zeiltje met den ooiporteur in het
halfdonker van de gang verdwenen was,
vroeg ik mijn huishoudster vanwaar dat
armzalig mannetje neergestreken was.
„Neergestreken is het woord," ant
woordde zij mij; „hij is van heel hoven,
waar hij met zijn vrouw woont, neerge
streken."
„Wat zeg je, Thérèse, heeft hij een
vrouw? Dat is merkwaardig! Vrouwen
zijn toch wonderlijke wezens. Het is zeker
een arm vrouwtje."
„Ik weet net precies, wat zij is," ant
woordde Thérèse, „maar eiken morgen
zie ik 'haar op de trap imet een zijden
japon vol vetvlekken aan. Coquet draait
ze met haar schitterende oogen. Passen
die oogen en die japonnen, naar alle recht
en billijkheid, nu wel bij een vrouw, die
men uit 'barmhartigheid opgenomen
heeft? Want ze mogen in het zolderka
mertje wonen, zoolang het dak_ gerepa
reerd wordt, daar de man ziek is en de
vrouw binnenkort bevallen 'moet Die 'heb
ben wel een kind noodig!"
de bespreking van dat algemeen plan.
De zaak der kostenverdeeling is dus ge
heel onbeslist en zal1 nader aan de ocrde
komen.
De verdienste der motie-iMiranda is dan
ook, dat deze die mogelijkheid heeft ge
schapen, hoewel' zij overigens veel vragen
onbeslist laat.
In de eerste plaats, of de bespreking
van dat algemeen wegenplan de overname
vanldenl Zes-stedenwog, waar ook pericu-
lum in móra is zal moeten' ophouden. De
voorsteller ontkende dit nadrukkelijk.
Daardoor was overname door Gei Staten
ook alleen te verkrijgen. Maar die tweede
weg wordt weder naar hetzelfde beginsel
van kostenverdeeling als bij den Zaan-
landschen Communicatieweg ingediend.
Een beginsel, waarvan men zich nu uit
drukkelijk los maakte. En daarna het
Zandpad van Amsterdam' naar Weesp?
Hierover is niets beslist.
Men mag ook vragen, moeten Ged. Sta
ten nu met een geheel plan komen en
voor alle wegen, die ontworpen zijn als
primaire alles in détails uitwerken, of
moeten zij met eiken weg afzonderlijk ko
men?
Het eerste zal zeer moeilijk zijn en lan
gen tijd vorderen, terwijl men in 't tweede
geval weer geen overzicht heeft van de
volle consequenties voor de provincie.
Wij betreuren het dan ook zeer, dat
over het algemeen© beginsel geen beslis
sing is gevallen en dat de Staten, nu de
provincie zich het Wegenvraagstuk gaat
aantrekken, niet het ruime, royale stand
punt hebben ingenomen, om zelve, behou
dens bijdragen van de van-ouds-ond er-
houdSplichtigen; de kosten te dragen.
Even als dat in de andere provinciën het
geval is.
De motie-Miranda heeft nadere behan
deling op wellicht gunstiger tijdstip, der
motie>-v. Leeuwen mogelijk gemaakt en
wij hopen zeer, dat deze tenslotte nog zal
worden aangenomen. In dat geval zal het
daarin neergelegd beginsel alsnog gelden
voor die wegen, welke reeds naar het an
dere principe werden overgenomen. Dan
zal Noordholland eindelijk ook inzake het
verkeersvraagstuk met eere de plaats in
nemen, die het toekomt.
Haarlem, 7 April 1924.
De C. v. H. heeft met algemeene stem
men besloten:
lo. akte te nemen van het antwoord van
Duitschland, waarbij de uitspraken der
deskundigen worden aanvaard;
2o. de in deze rapporten neergelegde
conclusies binnen de grenzen harer be
voegdheden goed te keuren en de aange
geven wijze van uitvoering te aanvaar
den;
3o ze officieel ter kennis te brengen
van de betrokken regeeringen en ten ein
de het verkrijgen van resultaten te be
spoedigen, de conclusies inzake de be
voegdheden aan te bevelen.
4o. aan Duitschland te verzoeken haar
ten spoedigste wetsontwerpen en beslui
ten vobr te leggen ter verzekering van
de volledige uitvoering der plannen en
„Thérèse," antwoordde ik, „zij' hebben
er zeker geen noodig. Maar de natuur
wilde, dat zij er een kregen; zij heeft hen
in haar strikken gevangen. Er is een bui
tengewone bedachtzaamheid voor noodig
om de listen der natuur te verijdelen. La
ten we hen beklagen in plaats van ze
hard te vallen. Wat de zijden fcleeren be
treft, iedere jonge vrouw wil die graag
hebben; alle dochters van Eva zijn dol
op opschik. Neem je zelf nu eens, Thérèse,
jij, die toch zoo ernstig en verstandig
bent, wat zet je niet een keel op, wanneer
je geen wit schort hebt om bij het eten
te bedienen! Maar zeg eens, hebben zij
daar op den zolder, wat zij noodig heb
ben?"
„Waar zouden ze het vandaan moeten
halen, mijnheer? De man, dien u daarnet
gezien hebt, was agent in zilversmids
artikelen, zooals de ooncierge mij verteld
heeft, en die weet niet, waarom hij geen
horloges meer verkoopt. Hij verkoopt
tegenwoordig kalenders en almanakken.
Dat is geen eerlijk beroep. Onder ons ge
zegd, lijkt de vrouw mij niet veel bijzon
ders. Ik acht haar tot het opvoeden van
een kind even goed in staat als mezelf tot
guitaarspelen. Waar zulke lui vandaan
komen, weet je niet, maar voor mij staat
het vast, dat zij met de Ellende-equipage
uit het Zonderzorgenland komen."
„Waar zij vandaankomen, is van min
der belang, zij zijn ongelukkig, en op
den zolder is het koud."
„Dat zal wel waar zijn! het dak is op
verschillende plaatsen kapot en de regen
stroomt er bij stralen in. Meubelen eu
beddengoed hebben zij niet. Meubelma
kers en wevers werken zeker niet voor
M. J. W. RIENKS, Directeur.
vertegenwoordigers aan te wijzen in de
commissies voor de organisatie der spoor
wegen en de hypotheken op de industrie;
5o. de ledlen aan te wijzen van de ver
schillende comité's voor de organisatie,
wier benoeming tot haar competentie be
hoort;
6o. de maatregelen te nemen, welker
voorbereiding haar in het rapport van
Dawes wordt toevertrouwd;
Alvorens een officieele beslissing te ne
men' moest de C. v. H. haar officieuze zit
ting verlengen totdat de geschillen tus-
schen haar leden waren bijgelegd.
De Amerikaansch© waarnemer Logan
woonde de zitting bij.
De beknoptheid van het Duitsche ant
woord heeft een ongunstigen indruk ge
maakt.
De O. v. H. had' de Duitsche regeering
voorgesteld gedelegeerden te zenden, ten
einde mondeling haar zienswijze uiteen
te zetten, omdat rij het moeilijk achtte
deze schriftelijk op voldoende wijze toe te
lichten. De Duitsche regeering antwoord
de evenwel niet alleen schriftelijk, maar
door de lakonieke wijze, waarop zij het
schrijven der O. v. H. beantwoordde, ver
scherpte zij haar gereserveerd© houding
jegens de C. v. H. toornende, welke doet
twijfelen aan haar goeden wiL
Dit is evenwel slechts de indruk van dé
minderheid der commissie. De meerder
heid oordeelt, dat de Duitsche regeering
gebruik maakt van haar recht en dat zij
Mannen zoowel als vrouwen hebben
onder zenuwachtige, 'beproevende omstan
digheden gewenkt Zij raakten overwerkt
en missen de kracht om de bacillen van
gevatte influenza of koude te bestrijden.
Het bloed raakt overladen met overtollig
urinezuur, de nieren worden ondermijnd
door de te groote inspanning en spoedig
volgen verschijnselen als: hoofdpijn, dui
zeligheid, zenuwoverspanning, urinekwa-
len, graveel, waterzuchtige oogen, rheu-
matische spieren' en door urinezuur aan
getaste gewrichten, stijve schouders en
pijn in den rug.
Daartegen worden Foster's Rugpijn
Nieren Pillen aanbevolen, en er dient
geen kostbare tijd verloren te gaan. Uit
stel leidt al te vaak tot rheuimatiek, spit,
steenvorming, ontsteking van de nieren
of blaas en nierwaterzucht. Zelfs onge
neeslijke kwalen kunnen door verwaar-
loozing ontstaan.
Als uw nieren verzwakt zijn door zor
gen en ©verwerking, tocht, koude, epide
mische koorts, schadelijke bezigheden enz.,
wendt u dan met vertrouwen tot Foster's
Pillen.
Verkrijgbaar in apotheken en drogist
zaken 1.75 per flacon (geel etiket met
zwarten opdruk).
menschen van dat soort!"
„Dat is heel treurig, Thérèse. Daar
hebben we ©en mensch, voor wie heel wat
minder gezorgd wordt dan voor dien Ha-
milcar. Wat zegt zij?"
„Mijnheer, ik praat nooit met die men
schen. Ik weet niet, wat zij zegt, of wat
zij, zingt. Maar zingen doet ze den heelen
dag. Ik hoor haar op de trap, wanneer ik
thuiskom of uitga."
„Nu de erfgenaam der Coocoz zal als
het ei in het raadseltje kunnen zeggen:
„Mijn moeder heeft mij al zingende ge
baard." Zoo iets is ook Hendrik VI over
komen. Toen Jeanne d'Alhert de weeën
voelde naderen, begon zij een oud
Bearnsch lied te zingen:
Notre dame du bout du pont,
Venez k mon aide en cette heurre!
Priez de Dieu du ciel
Qu'il me délivre vite,
Qu'il me donne un garqonl
Het is ongetwijfeld onverstandig aan
ongelukkigen het leven te schenken. Maar
dat gebeurt dagelijks, arme Thérèse, en
alle wljsgeeren ter wereld zullen er niet
in slagen om die dwaze gewoonten te ver
anderen. Madame Cooooz heeft die ge
woonte gevolgt gevolgd en zij zingt. Dat
is goed. Maar zeg eens, Thérèse, heh je
voor vandaag geen vleeschsoep gemaakt?",
„Ja, mijnheer, en het wordt hoog tijd,
dat ik die ga afschuimen."
„Ga je gang. maar vergeet niet een
goede kom bouillon uit den pot te nemen
en dien aan onze hoogste bovenbuur, ma
dame Cocooz te brengen."
(Wordt vervolgd)