DB» COURANT
Tweede Blad.
GEMENGD NIEUWS.
BINNENLAND.
VAN ZATERDAG 19 APRIL 1924.
"w-erd verklaard, dat men ten opeichte van
de loonen, niet verder wenschte te gaan
dari de aangeboden 6 verlaging.
De heer Blijdenstein verklaarde reeds
eigenmachtig verder te zijn ggaan dan de
commissie ad hoe uit de fabrikantenver-
eenigingen.
De heer Zaalberg bleek van meening,
dat een voortzetting der besprekingen
met „De Eendracht" geen zin had.
Met de andere vereen igingen werden
de besprekingen voortgezet, maar ook
daarmee werd blijkbaar nog geen over
eenstemming 'bereikt.
Moskou en Twente.
Het N. A. 8., dat gelden van bet Al-
Russisch Vakverbond had ontvangen tot
steun van d'e uitgesloten textielarbeiders
heeft zich gewend tot het R.-K. Vak
bureau om opgave van het ledental voor
een basis van verdeeling der gelden.
Het R.-K. Vakbureau en de R.-K. Tex-
tielarbeidersbond hebben evenwel ge
meend» van d'ezen steun geen gebruik te
moeten maken.
Nederlandsche emigratie naar de
Ver. Staten.
Ln een persgesprek met de United
Press over het vraagstuk van de Neder
landsche landverhuizing naar de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika, heeft
de heer Ja mes J. Davis, Minister van Ax-
be.x. in de vS. verklaard:
v-K vertrouw, dat, als het hoofdstuk
van de immigratie-wet, wat mijn bijzon
dere belangstelling heeft, door het Con
gres zal zijn aangenomen, wij ons zullen
kunnen voorzien' van Nederlandsche land
arbeiders."
De heer Davis voegde hieraan toe, dat
ais de wet zal worden aangenomen, het
aantal speciale visa voor geschoolde land
bouwers en andere immigranten met spe
ciale opleiding, dat boven de quota zou
worden toegestaan, waarschijnlijk van
10.000 tot 50.000 zal stijgen.
Naar aanleiding van de opmerkingen
en de critiek op de immigratie-wet, ge
uit door den heer Wairave Boissevain.
voorzitter van d'e Emigratie-Centrale
„Holland", tegenover een vertegenwoor
diger van de Vereenigde Staten, opperde
de heer Davis de mogelijkheid van een
niet-officieele conferentie tusschen den
heer Henning, onder-secretaris van het
Departement van Arbqid, die nu op weg
is^naar heit Landver huizing-oongres te
Rome, met den heer Wairave Boissevain.
In die conferentie zal kunnen worden be
sproken de toekomstige ontwikkeling van
de Nederlandsche emigratie naar de Vear-
eenigde Staten.
Verwarming der treinen.
Hoewel de verwarming der treinen op
16 April pleegt te eindigen heeft de di
rectie der Nederl. Spoorwegen besloten
deze verwarming nog 14 dagen te doen
voortduren, dus tot 1 Mei. Dit geldt spe
ciaal voor de ochtend- en avond-treinen.
Is de temperatuur ook op den dag laag
dan worden ook de middagtreinen ver
warmd.
Het drama van Baarn.
Door den heer F. S. Noordhoff, sociaal-
demokratisch lid van den gemeenteraad1 van
Baarn, was een spoedvergadering van
den Raad aangevraagd ter behandeling
van een door hem gevraagde interpellatie
over het drama, dat zich te Baarn
heeft afgespeeld. Deze vergadering is Don
derdagmorgen gehouden onder groote be
langstelling van het publiek. De heer Noord
hoff had een aantal vragen geformuleerd,
waarvan de strekking was te constateeren,
dat het feit heeft plaats gehad, het oogenblik
waarop men den nachtverblijver het laatst
van de zijde der politie heeft bezocht, alsmede
welke disciplinaire maatregelen tegen de na
latgen zullen worden genomen en de onmid
dellijke buiten dienststelling van bedoeld
arrestantenverblijf eischend.
De burgemeester, de heer Van Reenen,
zeide, dat hij zeer goed begrijpen kon, dat
voor deze zaak een groote belangstelling be
stond, doch meende een interpellatie op het
oogenblik niet wenschelijk te achten om deze
zaak n'et no? sensationeeler te maken. Ge
heimzinnigheid wenscht spr. geenszins te
betrachten; hij heeft dan ook alle inlichtin
gen, die te geven waren, aan de pers ver
strekt. De zaak is in handen van de justitie
en spr. wil er dus niet .ou vooruitloopen. De
vo^rz'tter adviseerde dus het verzoek van
■'en heer Noordhoff niet toe te staan. Wei
wil de voorzitter den heer Noordhoff ambte
lijke inlichtingen geven.
De heer Noordhoff achtte dezen gang van
zaken bedenkelijk. De burgemeester had dit
alles na de interpellatie kunnen zeggen. Nu
wordt de zaak gesmoord.
De heer Dijxhoorn (c.-h.) achtte de vragen
Gedeeltelijk te iaat, gedeeltelijk voorbarig. Het
verzoek tot het houden eener interpellatie
wordt- met 9 teeen 5 stemmen afgewezen.
Daarna vroeg de heer Noordhoff het woord
voor een voorstel van orde. Hij wildé bespre
kingen openen' over de maatregelen, welke
ten opzichte van nachtverblijven zullen moe
ten worden genomen en tot hun reorgani
satie. „Wij leven voortaan op voet van oorlog
met de rechtsche meerderheid1", zoo zeide hij;
„van samenwerking wil de oppositie niet
meer weten. De heeren zullen ondervinden
'wat dit zeggen wil."
De Voorzitter merkt op, dat een voorstel
een dag vóór de raadszitting moet worden
ingediend.
De heer Noordhoff: Ik laat mij niet- in een
hoek zetten. Als hier het vrije woord wordt
pesmoord, vragen wij sluiting van de zitting
en vragen voor hedenmiddag een nieuwe
spoedvergadering aan met nieuwe voor
stellen.
Tenslotte, na een heftige discussie, keurde
de Raad goed', dat dte burgemeester inlichtin
gen zou peven. Daarna gaf hij een overzicht
van het gebeurde, dat overeenkomt met het
geen h'eromtrent reeds is vermeld. Naast het
register gebruikte men nogal eens een lei,
waarop verschillende dingen worden geno
teerd. Deze lei is thans verboden; alle nacht-
verblijvers moeten in het nachtregister wor
den ingeschreven en aan den volgenden
wachtcommandant worden overgedragen. De
zwerver had nog eenig brood bii zich, zoodat
hem geen voedsel was verstrekt en ook de
conciërge n'et van zijn aanwezigheid- afwist.
Ook is geen licht aangestoken. Voorioom'g
nemen de professoren, die de sectie ver
richtten, n'et aan, dat de zwerver reeds spoe
dig na aankomst in het nachtverblijf is over
leden. De justitie is nog in twijfel of h'er
sprake is van nalatigheid bij dé politie.1) Het
onderzoek is nog niet geëindigd1. De lokalen
waren 20 Maart grondig gereinigd, zoodat
dus voor schoonmaken geen aanleiding be
staat. Maatregelen nemen is overbodig, zeide
de voorzitter verder. De schrik zit er zoo in,
dat steeds de uiterste zorg zal worden be
tracht. Toch zijn maatregelen genomen; het
bestaande nachtverblijf is buiten gebruik ge
steld, déze menschen logeeren nu alleen in
de cellen, die van bellen zijn voorzien. Voorts
zijn plannen in de maak vooreen flink nacht
verblijf in het politiebureau. Voorschriften
zijn gemaakt-, die automatisch werken en
scherp worden gecontroleerd.
Spreker betreurde het, dat in Baarn zoo
iets heeft kunnen geschieden. Het gebeurde
werpt een smaad op het geheele politiecorps.
Laten wij echter niet te hard- oordeelen, zeide
bij, dwalen is menschelijk, en de geschorste
politieman was overigens een goed ambte
naar. Spreker eindigde met zijn diep leed
wezen uit te spreken met het lot van een
zwerver.
De heer Noordhoff sloot zich aan bij deze
laatste woorden van den voorzitter. Hij be
treurde het, dat de burgemeester dit alles niet
Zaterdag uit eigener beweging had gepubli
ceerd. Dan ware het verzoek voor de interpel
latie achterwege gebleven en ware veel sen
aat 'e voorkomen.
Hij wees erop, dat de voorzitter maar één
schuldige had genoemd', nJ. den wachtcom
mandant Huisman. Ook den wachtcomman
dant, die den zwerver heeft- opgesloten, treft
blaam, omdat hij daarvan aan zijn opvolger
geen melding heeft gemaakt en ook de agent,
die den man heeft opgesloten en er niet ver
der aan'heeft gedacht, kan niet- vrij uitgaan.
De voorzitter verzocht deze gegevens hem,
als hulpofficier van justitie, ter beschikking
te stellen.
De heer Noordhoff: „De interpellatie is
gesmoord. Ik mag niet zeggen, wat ik mijn
plicht acht als raadslid. Maar als burger moet
ik politie-spion spelen. Dat doe ik niet."
De voorzitter heeft nu wel gezegd, geen
geheimzinnigheid te hebben betracht,, maar
heeft eerst Dinsdag de kranten voorgelicht.
Hij had Vrijdag uit zichzelve moeten
spreken.
De voorzitter zeide openbaarheid zeker ge-
wenscht te achten, toen iets was uitgelekt.
Hij had' het echter niet noodig geacht zelf
ruchtbaarheid aan het geval te geven. Zoodra
echter de dagbladen zich tot hem wendden,
heeft hij alles gezegd.
De, heer Oalmthout, zijn deernis uitspre
kende met het lot van den zwerver zeide:
„Nu gaat men verbeteren. Maar de burge
meester gaat niet vrij uit. Onder zijn régime
zijn ergerlijke toestanden bestendigd. Toen
hij zijn ambt aanvaardde heeft hij die toestan
den moeten zien, en hij heeft niets verbe
terd."
Hoe kan men zooiets nu zeggen? Het
enkele feit alleen, dat in geen 16 dagen naar
den man is omgezien, is schandelijke nala
tigheid. Zelfs al zou de man niet den honger
dood- zijn gestorven, dan is daarmee toch het
feit niet geloochend, dat men eenvoudig niet
meer naar den stumper heeft omgezien.
Redactie Held. Ort.
Bigamie.
De Haagsche politie is een geval van
bigamie op het spoor gekomen. Als ver
dacht zich aan dit misdrijf te hebben
schuldig gemaakt, heeft zij in het begin
van deze week op een scheepswerf in
den omtrek van Dordrecht aangehouden
den 34-jarigen electrotechnischen inge
nieur, met Dultsch diploma, F. S„ die in
1890 te Utrecht uit Duitsche ouders is
geboren en omtrent wiens nationaliteit
de politie nog geen zekerheid heeft. De
aangehoudene zelf beweert Nederlander
te zijn.
S. is volgens zijn verklaringen op jeug
digen leeftijd uit Nederland naar Duitsch-
land vertrokken om aldaar te studeeren,
en trad daar in 1912, op 22-jarigen leeftijd,
in het huwelijk met een Duitsche vrouw,
uit welk huwelijk drie kinderen werden
geboren.
Den geheelen oorlog maakte hij mee
als gegradueerde in het Duitsche leger,
en in die jaren van heen en weer trekken
schijnt S. van zijn vrouw te zijri vervreemd.
Toen hij na den oorlog in Duitechland
geen bestaan kon vinden, is hij weer in
'Nederland gekomen; in Rotterdam, Am
sterdam en in andere plaatsen is hij zoo
nu en dan tijdelijk werkzaam geweest in
zijn functie van ingenieur* In die dagen
zond hij van tijd tot tijd aan zijn vrouw
in Rijnland geld, welke geldzendingen
echter gaandeweg minder werden en ten
slotte geheel ophielden. De vrouw raakte
ook het spoor van S. door diens ver
huizen geheel kwijt.
Een paar jaar geleden kreeg S. een
vaster betrekking op scheepswerven rond
Dordrecht en op een van de kantoren
van deze werven kwam hij in kennis met
een 22-jarig Nederlandsch meisje uit ge
goeden burgerstand. Deze kennismaking
leidde tot een huwelijk, dat in 1922 vol
trokken werd in Den Haag, waarna S.
zich aldaar ook vestigde. Uit dit huwelijk
werd één kind geboren.
Volgens de verklaringen, die S. thans
aan de politie heeft afgelegd, heeft hij
van 1922 tot nu toe voortdurend in angst
geleefd, dat zijn cfubbel huwelijk aan den
dag zou komen. Hij heeft zijn tweede
vrouw geheel onkundig gelaten van zijn
eerste huwelijk.
Inmiddels bleef zijn nog steeds in
Duitschland vertoevende eerste vrouw,
die met haar gezin in behoeftige om
standigheden verkeerde, nasporingen naar
S. hier te lande doen, en het schijnt, dat
ook van de zijde van de familie van de
tweede vrouw inlichtingen omtrent S. zijn
ingewonnen. Het toeval wilde, dat beider
lei verzoeken om inlichtingen terécht zijn
gekomen in handen van denzelfden amb
tenaar, tengevolge van welken toevalligen
samenloop van omstandigheden het ver
leden van S. in het volle daglicht kwam,
waarop diens aanhouding aan de scheeps
werf volgde.
Eigenaardig is het, dat toen S. in 1922
om in Den Haag te huwen, uit Duitsch
land zijn papieren liet overkomen, uit
deze bescheiden volstrekt niet bleek, dat
hij reeds gehuwd was.
De aangehoudene heeft voor den com
missaris van politie, den heer Kramer,
een volledige bekentenis afgelegd.
Het onderzoek in deze zaak, ook voor
zoover dit in Duitschland zal worden
gehouden, berust in handen van de Haag
sche politie.
S. is vandaar ter beschikking van de
justitie gesteld en naar het huis van bewa
ring overgebracht.
De tweede vrouw, wier huwelijk ont
bonden zal worden, is zeer onder den
indruk van het gevalzij is naar haar
familie teruggekeerd.
Poging tot bedwelming ln een autobus.
Scotland Yard is aan het zoeken naar
een man en een vrouw, die dezer dagen
in een autobus te Londen gepoogd heb
ben een meisje te bedelmen door middel
■van een onderhuidsche inspuiting. Een
man zat naast haar en eensklaps voelde
het meisje een plotselingen prik ln haar
been als van een naald. Zij sprong dade
lijk op, waarop de man de bus verliet.
Terzelfder tijd vroeg een vrouw, die ach
ter haar zat, of zij zich niet wel voelde en
of zij haar thuis mocht brengen. Achter
docht koesterend wees het meisje het aan
bod af en liet zich door andere passagiers
thuis brengen. De vrouw verliet de auto
bus eveneens onmiddellijk, vóór het
meisje, dat zich onwel voelde en schier
bewusteloos was, verder tegen haar kon
spreken. Blijkbaar had de geheimzinnige
man gebruik gemaakt van een spuitje
voor onderhuidsche injecties, dooh door
dat zij' dadelijk was opgestaan, was niet
de geheele inhoud ingespoten.
De diamantslijperij te Brlghton.
De nationale diamantslijperij dié té
Brightom in dein oorlog is opgericht om in
valide soldaten aan werk te helpen en met
het plan om den Amsterdamscben en Ant-
werpschen diamantslijperijen met succes
concurrentie aan te doen, wordt voorgoed
opgedoekt. Zij zal 18 Juni verkocht wor
den.
Een drama.
Uit Monza (Spanje) wordt gemeld:
lEen zigeunervrouw, die om haar gevangen
genomen man te ontzetten, een wachthuisje
wilde binnendringen, werd daarbij door een
grenswachter verrast. Zij schoot het zoontje
van den gendarme neer, dat zHn vader ver
gezelde, en nam de vlucht. Uit wraak stak
daarop de wanhopige vader h t wachthuisje
in brandt De gevangene kwam in de vlam
men om. Intusschen waren andere gendar
men komen toeloopen. Zij wisten de vluch
tende vrouw in te halen. Deze verdedigde
zich met haar revolver en doodde een der
politiemannen. Tenslotte werd zi1 door de
kogels der beambten doodelijk getroffen.
INGEZONDEN.
Helder, 16 April 1924.
Geachte Redactie.
Beleefd verzoek ik U onderstaande
regelen wel in Uw blad te willen opnemen.
De vierstar-schrijver beweert dat de
auto-sproeiwagen 6 10 jaar werk heeft
om al onze straten één maal af |te rijden.
Dus dat de klinkerbestrating niet veel
zal lijden, 't Ziet er dan wel treurig uit
met onze besproeiing, en dan, er zullen
toch verscheidene toegangswegen zijn die
de auto steeds volgen moet. En dan
de Gemeente is nu wel gedwongen ook
part. wagens tot 8 ton toe te laten.
Dan de waterleiding. Ik zal het be
ginsel omtrent de verhouding der bedrij
ven maar laten rusten, maar Uw bewering
dat er meerdere veranderlijke factoren
bij meer of minder waterlevering zijn, is
onjuist.
De posten der rekening zijn
Aankoop water v. d. Provincie,
Salarissen, onderhoud, onkosten,
Boekhouding, kapitaallasten.
Totaal t f 208.000.
en dan een, zegge een veranderlijke
post, dat is kosten motorengas en die
zijnf 15.600 op 500.000 M.' waterlevering.
Dus 8 ct. per M 3 of 1 f 100 op een
f 1800 aan water. Env die f 100 krijgt
dan weer de gasfabriek minder.
Dus bij aankoop van den auto-sproei
wagen geeft de gemeente klandizie aan
banken (voor het geld) aan auto-banden
en benzine leveranciers om het aan eigen
bedrijven te onthouden.
Iedere 10 dagen dat het aantal sproei-
dagen te hoog geschat is, is de besparing
f 230 te hoog. x
Vierstar meent dat ik op enkele hon
derden knibbel. Allereerst is f 3000
slechts 30 X f 100, en b.v. het aantal
sproeidagen op 60 stellend (wat gezien
de cijfers beter te verdedigen is), gaat
er alleen hiervoor 7 x f 100 af.
Wat de praktijk betreft. U geeft a f-
geleide cijfers.
Beslissend zijn door een vertrouwde
Boekhouding opgemaakte flnantieele ver
slagen vóór en nè invoering van zoo'n
nieuw instrument.
Hoogachtend,
Ir. Corn. van Dam.
o
Het ophalen van vuilnis.
In verband met het artikel in ons blad
van 10 April over de wijze, waarop het
vuilnis langs de huizen wordt opgehaald
merken we nog het volgende op.
Artikel 141a der Algemeene Politie-Ver-
ordening dezer gemeente bepaalt, dat
strafbaar is: „ieder, die beer, mest, esch
of vuilnis, op de openbare wegen brengt,
voordat daartoe door den bevoegden op
haler het signaal is gegeven". Deze be
paling wordt in de praktijk slecht nage
komen en gewoonlijk staan reeds gerui-
men tijd voor het ledigen aschbakken,
vuilnisemmers, e.d. op den openbaren
weg, welke niet alleen het stadsgedeelte
ontsieren, doch ook een geliefkoosd voor
werp zijn voor de baldadigheid der jeugd,
terwijl de inhoud door den wind reeds te
voren ten deele over de straat verspreidt
wordt
Nu zegt strenge toepassing van
de politie-verordening is hier hetzelfde te
bereiken."
Theoretisch is dit natuurlijk juist, doch
de practijk leert andera Wel gaat de po
litie, waar mogelijk het euvel tegen, doch
er is niet voldoende personeel beschik
baar om een „strenge toepassing" bij
voortduring mogelijk te maken. Veel beter
is een andere regeling, waarbij aan de
vuilnisophaler bij Instructie en aan het
publiek bij bekendimaknig wordt mede
gedeeld, dat alleen vuilnisbakken, em
mers e.d. ter lediging worden aangenomen,
welke door of namens de bewoners worden
aangeboden, nadat signaal is gegeven.
M. a. w. steeds moet er iemand bij bak of
emmer aanwezig zjjn en die na lediging
weer binnen plaatsen. Dit maakt ook een
einde aan een ander euvel, diat nu en dan
groote afmetingen- aanneemt, nl het laten
staan van vuilnisbakken, nadat ze zijn ge
ledigd. Soms staan die voorwerpen er nog
uren na dé lediging. Ook hier geldt het
zelfde practische bezwaar om dit te be
teugelen, al zijn ook hier op grond van
art. 89 der A. P. V. reeds pieerdere pro
cessen-verbaal opgemaakt. Het publiek
is echter hardleersoh.
Niet alleen in het belang der Gemeente-
Reiniging, doch ook in- het belang der
openbare orde zou een bepaling als voren
bedoeld zeer gewenscht zijn. L.
o
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik nog een klein plaatsje in Uw
blad ter beantwoording van den heer
Jac. Verfaille
Bij voorbaat dankend,
J. W. v. Teeckelenburgh.
Het ellenlange artikel van den heer
Jac. Verfaille zegt niets ten aanzien van
de door ons gehouden actie. Niets dan
algemeenheden, echter zonder den plaatse-
lijken toestand te beschrijven, Het ge
schreeuw over de algemeene verarming
is weer niet aangetoond, ook niet door
den schrijver van het Telegraaf-artikel
van 2 en 3 April j.1.
Men en ook de heer J,ac. Verfaille ver
geten de hoofdgegevens in deze materie.
Doch daar gaat het niet om. Plaatselijk
blijven is de hoofdzaak. De actie van het
Gemeente- en Rijkspersoneel bleef ook
plaatselijk. Zoo kom ik dan tot de vraag
van den heer Verfaille aan mij gericht
„Waar is echter door mij in m ij n i n-
„gezonden sohrijven, geschreven
„dat ik de ambtenaren en werklieden zou
„laten zorg dragen dat de gewenschte
„belastingverlaging er komt";
waarop ik dit antwoorddat Jac. Ver
faille dat niet kan schrijven, omdat hij
schreef met woorden uit de Telegraaf van
3 April j.1. Doch als men tusschen de
regels kan lezen heer Verfaille dan komt
men ras tot de conclusie van onderge-
teekende.
Wij staan nog steeds op het standpunt
van overleg, al kan Jac. Verfaille dit
niet gelooven. Hij meent tenminste goed
te doen om een brief van mij aan hem
te citeeren, om daarmede mijn geheugen
op te frisschen. Dat was niet noodig.
Jac. Verfaille moest toch kunnen weten
dat wij geen politieke, doch een vakor
ganisatie zijn, én daardoor niet overleg
gen inet politieke organisatie, om be
paalde, de gemeente politiek betreffende
zaken, gaan spreken. Daarvoor, en dit
weet heer Jac. Verfaille, verduiveld goed,
hebben wij onze politieke arbeidersorga
nisatie n.1. de S.D.A.P.
En nu mijnheer de Redacteur de boycot,
de zaak waar hier alles om draait. Ik
dien ten aanzien hiervan het geheugen
van Jac. Verfaille op te frisschen, door
het besluit mede te deelen der vergade
ring waar 19 afdeelingen van diverse
richting aanwezig waren. Het Verslag
dier vergadering is geplaatst in de Held.
Courant van 1 April j.1., tweede blad,
en daarin lezen we
„Van verschillende zijdpn wordt ge-
„vraagd om openbaar making van de
„namen der acht winkeliers, enz."
Dat gevraagde wordt ingewilligd, doch
de boycot kwam er, ten spijt vanonder-
geteekende niet door. Dat er een organi
satie is geweest welke toch tot boycot is
overgegaan, dat ligt niet aan hen die
deze actie hebben doorgezet, doch aan
de betreffende organisatie.
Mijnheer de Redacteur, ik kan voor het
andere, wat in hoofdzaak weer ontleend
is aan een Telegraaf-artikel en niet slaat
op de actie'van het Gemeentepersoneel
te Helder, niet ingaan. Alleen nog dit,
aan opbouwende kritiek zal het van mijn
kant niet ontbreken. Doch dan dient heer
Jac. Verfaille hiermede een voorbeeld te
geven, door de laatste zinsnede van zijn
vorig artikel weg te laten. De zaak is te
ernstig om met grappen en grollen te
besluiten.
U mijnheer de Redacteur dankend voor
de verleende plaatsruimte.
J. W. v. Teeckelenburg,
Koningsweg 1.
N.V.Texels Eigen Stoomboot-Onderneming
Zomerdienst
ingegaan 81 Maart 1924.
Op werkdagen:
vertr. Texel: 6.—»vjm., 8.v.m„ 2.80 mm.,
6.30 n.m.
vertr. Helder: 7.— vjm., 10.15 vjtl, 4J.B
njn., 6.45 n.m.
Op Zon- en Feestdagen:
vertr. Texel 6.— vjn., 11.— vun., 5.30 n.m.
vertr. Helder: 0.— v.m., 12.m.f 6.45 mm
o
N.V.Texels Eigen Stoomboot-Onderneming
Gewijzigde dienstregeling
ingaande 22 April 1924.
Op werkdagen:
Vertrek Texel: 6,— v.m., 8— v.rm, 11,—
v.m., 2,30 a-m, 6,30 n.m.
Vertrek Helder: 7— v.m., 0,30 v.hl, 12,—
middi., 4.16 mm., 6,45 n.m.
Op Zon- en Feestdagen:
Vertr. Texel: 6,v.m, 11,v.m., 5,80 njn.
Vertr. Helder: 9,v.m., 12,— mldd., 6.45
mm.
Ontslag nlt de Marine.
In een brief van dén Minister van Ma
rine doet deze aan de Kamer mededee
tin g van het ontslag uit den militairen
dienst van 'tw.ee marineschepelingem De
ze waren leden van het hoofdafdeeLirugs-
bestuur van den Bond v. Minder Marine
personeel in Ned.-Indië; zij hadden een
drukkersfirma te Soerabaia verzocht 400
exemplaren van een circulaire te druk
ken. De firma stelde den marinecomman-
dant in kennis met het zeer opruiende
karakter van de circulaire, waarop deze
in beslag werd genomen. De zeekrijgs
raad veroordeelde de schepelingen tot
resp. 6 én 5 maanden gevangenisstraf
met aftrek van vier maanden voorarrest
en met ontslag uit den militairen dienst,
met ontzetting van de bevoegdheid om
bij de gewapende macht te dienen, zulks
ter zake van het misdrijf omschreven in
art. 1147 van het Wetboek van Strafrecht.
Kamer van Koophandel en Fabrieken
ln Holland's Noorderkwartier.
Wij ontvingen het jaarverslag van bo
vengenoemde Kamer over het jaar 1928.
Betreffende de geméente Helder bevat
dit verslag een beknopt overzicht van de
uitkomsten der visscherjj en van den
vischhandel, een overzicht van het ver
keer op het post- en telegraafkantoor en
eenige gegevens betreffende de Am
bachtsschool. Over de scheepvaart alhier
vinden wij niets vermeld.
Verbetering Failllssementswet
Ter verbetering van de faillissemente
wetgeving heeft de Minister van Justitie
ingediend een wetsontwerp tot verrui
ming van de gelegenheid tot surseance
van betaling, met belangrijke vereenvou
diging der huidige procedure, en een
wetsontwerp tot* voortzetting van bedrijf
na insolventie.
De gemeente-reiniging te Enkhulzen.
Voor eenig tijd werd door den Raad
een commissie aangewezen, bestaande
uit drie Leden, om rapport uit te brengen
over mogelijke verpachting der gemeente-
reiniging. Deze oommissie adviseerde
eenparig tot verpachting over te gaan.
De Raad besloot thans met 7 tegen 5
stemmen, ingevolge het voorstel van B.
en W., om niet tot verpachting over te
gaan. De reiniging blijft dus onder ge
meentelijk beheer. (TeiL)
Het textlelconfllcL
De heer Zaalberg heeft zijn pogingen
in Twente den bedrijfsvrede te herstellen
nog niet opgegeven.
Dinsdag, nog juist voor het inwerking
treden der arbeidageschillenwet, heeft hij
een bespreking gehad met vertegenwoor
digers der fabrikanten en van de drie
vakvereenigingen.
Mag men „Het Volk" gelooven, dan
zouden de fabrikanten nog weer een stap
hebben gedaan om de arbeiders tege
moet te kamen.
Had de heer Zaalberg 52 poetsuren en
100 overuren als maximum voorgesteld,
thans hebben zij een verlenging van den
weetijd met desnoods niet meer dan 130
uren per jaar, als desnoods aanvaardbaar
aangeduid.
De loonsverlaging van 71/» in het
voorstel van den heer Zaalberg, dat par
tijen 'bijeen wilde brengen, zou nog
eenigszins kunnen worden verzacht door
een toeslag voor onbepaalden tijd aan ge
huwden en kostwinners.
De woordvoerder der katholieke orga
nisatie verklaarde, dat naar zijn persoon
lijke meening, op den grondslag van een
loonsevrlaging van 7V» met den hier
boven gereleveerden toeslag op het loon
en het toestaan van 130 overuren per jaar
door de organisaties, overeenstemming en
beëindiging van het conflict mogelijk was.
De vertegenwoordiger van „Unitas" (de
chr. arbeidersorganisatie) bleef vasthou
den aan de ln bet sohrijven van die orga
nisatie genoemde 100 overuren en de 5
loonsverlaging. Bleven de fabrikanten
op hun standpunt omtrent de verlaging
van 71/. staan, dan zou dit, werd de
tijdelijke toeslag doorgevoerd, naar hun
ne meening evenwel geen beletsel zijn
om tot een oplossing te komen.
Namens „De (moderne) Eendracht"