DB» COURANT Tweede Blad. GEMENGD NIEUWS. BINNENLAND. VAN ZATERDAG 19 APRIL 1924. "w-erd verklaard, dat men ten opeichte van de loonen, niet verder wenschte te gaan dari de aangeboden 6 verlaging. De heer Blijdenstein verklaarde reeds eigenmachtig verder te zijn ggaan dan de commissie ad hoe uit de fabrikantenver- eenigingen. De heer Zaalberg bleek van meening, dat een voortzetting der besprekingen met „De Eendracht" geen zin had. Met de andere vereen igingen werden de besprekingen voortgezet, maar ook daarmee werd blijkbaar nog geen over eenstemming 'bereikt. Moskou en Twente. Het N. A. 8., dat gelden van bet Al- Russisch Vakverbond had ontvangen tot steun van d'e uitgesloten textielarbeiders heeft zich gewend tot het R.-K. Vak bureau om opgave van het ledental voor een basis van verdeeling der gelden. Het R.-K. Vakbureau en de R.-K. Tex- tielarbeidersbond hebben evenwel ge meend» van d'ezen steun geen gebruik te moeten maken. Nederlandsche emigratie naar de Ver. Staten. Ln een persgesprek met de United Press over het vraagstuk van de Neder landsche landverhuizing naar de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika, heeft de heer Ja mes J. Davis, Minister van Ax- be.x. in de vS. verklaard: v-K vertrouw, dat, als het hoofdstuk van de immigratie-wet, wat mijn bijzon dere belangstelling heeft, door het Con gres zal zijn aangenomen, wij ons zullen kunnen voorzien' van Nederlandsche land arbeiders." De heer Davis voegde hieraan toe, dat ais de wet zal worden aangenomen, het aantal speciale visa voor geschoolde land bouwers en andere immigranten met spe ciale opleiding, dat boven de quota zou worden toegestaan, waarschijnlijk van 10.000 tot 50.000 zal stijgen. Naar aanleiding van de opmerkingen en de critiek op de immigratie-wet, ge uit door den heer Wairave Boissevain. voorzitter van d'e Emigratie-Centrale „Holland", tegenover een vertegenwoor diger van de Vereenigde Staten, opperde de heer Davis de mogelijkheid van een niet-officieele conferentie tusschen den heer Henning, onder-secretaris van het Departement van Arbqid, die nu op weg is^naar heit Landver huizing-oongres te Rome, met den heer Wairave Boissevain. In die conferentie zal kunnen worden be sproken de toekomstige ontwikkeling van de Nederlandsche emigratie naar de Vear- eenigde Staten. Verwarming der treinen. Hoewel de verwarming der treinen op 16 April pleegt te eindigen heeft de di rectie der Nederl. Spoorwegen besloten deze verwarming nog 14 dagen te doen voortduren, dus tot 1 Mei. Dit geldt spe ciaal voor de ochtend- en avond-treinen. Is de temperatuur ook op den dag laag dan worden ook de middagtreinen ver warmd. Het drama van Baarn. Door den heer F. S. Noordhoff, sociaal- demokratisch lid van den gemeenteraad1 van Baarn, was een spoedvergadering van den Raad aangevraagd ter behandeling van een door hem gevraagde interpellatie over het drama, dat zich te Baarn heeft afgespeeld. Deze vergadering is Don derdagmorgen gehouden onder groote be langstelling van het publiek. De heer Noord hoff had een aantal vragen geformuleerd, waarvan de strekking was te constateeren, dat het feit heeft plaats gehad, het oogenblik waarop men den nachtverblijver het laatst van de zijde der politie heeft bezocht, alsmede welke disciplinaire maatregelen tegen de na latgen zullen worden genomen en de onmid dellijke buiten dienststelling van bedoeld arrestantenverblijf eischend. De burgemeester, de heer Van Reenen, zeide, dat hij zeer goed begrijpen kon, dat voor deze zaak een groote belangstelling be stond, doch meende een interpellatie op het oogenblik niet wenschelijk te achten om deze zaak n'et no? sensationeeler te maken. Ge heimzinnigheid wenscht spr. geenszins te betrachten; hij heeft dan ook alle inlichtin gen, die te geven waren, aan de pers ver strekt. De zaak is in handen van de justitie en spr. wil er dus niet .ou vooruitloopen. De vo^rz'tter adviseerde dus het verzoek van ■'en heer Noordhoff niet toe te staan. Wei wil de voorzitter den heer Noordhoff ambte lijke inlichtingen geven. De heer Noordhoff achtte dezen gang van zaken bedenkelijk. De burgemeester had dit alles na de interpellatie kunnen zeggen. Nu wordt de zaak gesmoord. De heer Dijxhoorn (c.-h.) achtte de vragen Gedeeltelijk te iaat, gedeeltelijk voorbarig. Het verzoek tot het houden eener interpellatie wordt- met 9 teeen 5 stemmen afgewezen. Daarna vroeg de heer Noordhoff het woord voor een voorstel van orde. Hij wildé bespre kingen openen' over de maatregelen, welke ten opzichte van nachtverblijven zullen moe ten worden genomen en tot hun reorgani satie. „Wij leven voortaan op voet van oorlog met de rechtsche meerderheid1", zoo zeide hij; „van samenwerking wil de oppositie niet meer weten. De heeren zullen ondervinden 'wat dit zeggen wil." De Voorzitter merkt op, dat een voorstel een dag vóór de raadszitting moet worden ingediend. De heer Noordhoff: Ik laat mij niet- in een hoek zetten. Als hier het vrije woord wordt pesmoord, vragen wij sluiting van de zitting en vragen voor hedenmiddag een nieuwe spoedvergadering aan met nieuwe voor stellen. Tenslotte, na een heftige discussie, keurde de Raad goed', dat dte burgemeester inlichtin gen zou peven. Daarna gaf hij een overzicht van het gebeurde, dat overeenkomt met het geen h'eromtrent reeds is vermeld. Naast het register gebruikte men nogal eens een lei, waarop verschillende dingen worden geno teerd. Deze lei is thans verboden; alle nacht- verblijvers moeten in het nachtregister wor den ingeschreven en aan den volgenden wachtcommandant worden overgedragen. De zwerver had nog eenig brood bii zich, zoodat hem geen voedsel was verstrekt en ook de conciërge n'et van zijn aanwezigheid- afwist. Ook is geen licht aangestoken. Voorioom'g nemen de professoren, die de sectie ver richtten, n'et aan, dat de zwerver reeds spoe dig na aankomst in het nachtverblijf is over leden. De justitie is nog in twijfel of h'er sprake is van nalatigheid bij dé politie.1) Het onderzoek is nog niet geëindigd1. De lokalen waren 20 Maart grondig gereinigd, zoodat dus voor schoonmaken geen aanleiding be staat. Maatregelen nemen is overbodig, zeide de voorzitter verder. De schrik zit er zoo in, dat steeds de uiterste zorg zal worden be tracht. Toch zijn maatregelen genomen; het bestaande nachtverblijf is buiten gebruik ge steld, déze menschen logeeren nu alleen in de cellen, die van bellen zijn voorzien. Voorts zijn plannen in de maak vooreen flink nacht verblijf in het politiebureau. Voorschriften zijn gemaakt-, die automatisch werken en scherp worden gecontroleerd. Spreker betreurde het, dat in Baarn zoo iets heeft kunnen geschieden. Het gebeurde werpt een smaad op het geheele politiecorps. Laten wij echter niet te hard- oordeelen, zeide bij, dwalen is menschelijk, en de geschorste politieman was overigens een goed ambte naar. Spreker eindigde met zijn diep leed wezen uit te spreken met het lot van een zwerver. De heer Noordhoff sloot zich aan bij deze laatste woorden van den voorzitter. Hij be treurde het, dat de burgemeester dit alles niet Zaterdag uit eigener beweging had gepubli ceerd. Dan ware het verzoek voor de interpel latie achterwege gebleven en ware veel sen aat 'e voorkomen. Hij wees erop, dat de voorzitter maar één schuldige had genoemd', nJ. den wachtcom mandant Huisman. Ook den wachtcomman dant, die den zwerver heeft- opgesloten, treft blaam, omdat hij daarvan aan zijn opvolger geen melding heeft gemaakt en ook de agent, die den man heeft opgesloten en er niet ver der aan'heeft gedacht, kan niet- vrij uitgaan. De voorzitter verzocht deze gegevens hem, als hulpofficier van justitie, ter beschikking te stellen. De heer Noordhoff: „De interpellatie is gesmoord. Ik mag niet zeggen, wat ik mijn plicht acht als raadslid. Maar als burger moet ik politie-spion spelen. Dat doe ik niet." De voorzitter heeft nu wel gezegd, geen geheimzinnigheid te hebben betracht,, maar heeft eerst Dinsdag de kranten voorgelicht. Hij had Vrijdag uit zichzelve moeten spreken. De voorzitter zeide openbaarheid zeker ge- wenscht te achten, toen iets was uitgelekt. Hij had' het echter niet noodig geacht zelf ruchtbaarheid aan het geval te geven. Zoodra echter de dagbladen zich tot hem wendden, heeft hij alles gezegd. De, heer Oalmthout, zijn deernis uitspre kende met het lot van den zwerver zeide: „Nu gaat men verbeteren. Maar de burge meester gaat niet vrij uit. Onder zijn régime zijn ergerlijke toestanden bestendigd. Toen hij zijn ambt aanvaardde heeft hij die toestan den moeten zien, en hij heeft niets verbe terd." Hoe kan men zooiets nu zeggen? Het enkele feit alleen, dat in geen 16 dagen naar den man is omgezien, is schandelijke nala tigheid. Zelfs al zou de man niet den honger dood- zijn gestorven, dan is daarmee toch het feit niet geloochend, dat men eenvoudig niet meer naar den stumper heeft omgezien. Redactie Held. Ort. Bigamie. De Haagsche politie is een geval van bigamie op het spoor gekomen. Als ver dacht zich aan dit misdrijf te hebben schuldig gemaakt, heeft zij in het begin van deze week op een scheepswerf in den omtrek van Dordrecht aangehouden den 34-jarigen electrotechnischen inge nieur, met Dultsch diploma, F. S„ die in 1890 te Utrecht uit Duitsche ouders is geboren en omtrent wiens nationaliteit de politie nog geen zekerheid heeft. De aangehoudene zelf beweert Nederlander te zijn. S. is volgens zijn verklaringen op jeug digen leeftijd uit Nederland naar Duitsch- land vertrokken om aldaar te studeeren, en trad daar in 1912, op 22-jarigen leeftijd, in het huwelijk met een Duitsche vrouw, uit welk huwelijk drie kinderen werden geboren. Den geheelen oorlog maakte hij mee als gegradueerde in het Duitsche leger, en in die jaren van heen en weer trekken schijnt S. van zijn vrouw te zijri vervreemd. Toen hij na den oorlog in Duitechland geen bestaan kon vinden, is hij weer in 'Nederland gekomen; in Rotterdam, Am sterdam en in andere plaatsen is hij zoo nu en dan tijdelijk werkzaam geweest in zijn functie van ingenieur* In die dagen zond hij van tijd tot tijd aan zijn vrouw in Rijnland geld, welke geldzendingen echter gaandeweg minder werden en ten slotte geheel ophielden. De vrouw raakte ook het spoor van S. door diens ver huizen geheel kwijt. Een paar jaar geleden kreeg S. een vaster betrekking op scheepswerven rond Dordrecht en op een van de kantoren van deze werven kwam hij in kennis met een 22-jarig Nederlandsch meisje uit ge goeden burgerstand. Deze kennismaking leidde tot een huwelijk, dat in 1922 vol trokken werd in Den Haag, waarna S. zich aldaar ook vestigde. Uit dit huwelijk werd één kind geboren. Volgens de verklaringen, die S. thans aan de politie heeft afgelegd, heeft hij van 1922 tot nu toe voortdurend in angst geleefd, dat zijn cfubbel huwelijk aan den dag zou komen. Hij heeft zijn tweede vrouw geheel onkundig gelaten van zijn eerste huwelijk. Inmiddels bleef zijn nog steeds in Duitschland vertoevende eerste vrouw, die met haar gezin in behoeftige om standigheden verkeerde, nasporingen naar S. hier te lande doen, en het schijnt, dat ook van de zijde van de familie van de tweede vrouw inlichtingen omtrent S. zijn ingewonnen. Het toeval wilde, dat beider lei verzoeken om inlichtingen terécht zijn gekomen in handen van denzelfden amb tenaar, tengevolge van welken toevalligen samenloop van omstandigheden het ver leden van S. in het volle daglicht kwam, waarop diens aanhouding aan de scheeps werf volgde. Eigenaardig is het, dat toen S. in 1922 om in Den Haag te huwen, uit Duitsch land zijn papieren liet overkomen, uit deze bescheiden volstrekt niet bleek, dat hij reeds gehuwd was. De aangehoudene heeft voor den com missaris van politie, den heer Kramer, een volledige bekentenis afgelegd. Het onderzoek in deze zaak, ook voor zoover dit in Duitschland zal worden gehouden, berust in handen van de Haag sche politie. S. is vandaar ter beschikking van de justitie gesteld en naar het huis van bewa ring overgebracht. De tweede vrouw, wier huwelijk ont bonden zal worden, is zeer onder den indruk van het gevalzij is naar haar familie teruggekeerd. Poging tot bedwelming ln een autobus. Scotland Yard is aan het zoeken naar een man en een vrouw, die dezer dagen in een autobus te Londen gepoogd heb ben een meisje te bedelmen door middel ■van een onderhuidsche inspuiting. Een man zat naast haar en eensklaps voelde het meisje een plotselingen prik ln haar been als van een naald. Zij sprong dade lijk op, waarop de man de bus verliet. Terzelfder tijd vroeg een vrouw, die ach ter haar zat, of zij zich niet wel voelde en of zij haar thuis mocht brengen. Achter docht koesterend wees het meisje het aan bod af en liet zich door andere passagiers thuis brengen. De vrouw verliet de auto bus eveneens onmiddellijk, vóór het meisje, dat zich onwel voelde en schier bewusteloos was, verder tegen haar kon spreken. Blijkbaar had de geheimzinnige man gebruik gemaakt van een spuitje voor onderhuidsche injecties, dooh door dat zij' dadelijk was opgestaan, was niet de geheele inhoud ingespoten. De diamantslijperij te Brlghton. De nationale diamantslijperij dié té Brightom in dein oorlog is opgericht om in valide soldaten aan werk te helpen en met het plan om den Amsterdamscben en Ant- werpschen diamantslijperijen met succes concurrentie aan te doen, wordt voorgoed opgedoekt. Zij zal 18 Juni verkocht wor den. Een drama. Uit Monza (Spanje) wordt gemeld: lEen zigeunervrouw, die om haar gevangen genomen man te ontzetten, een wachthuisje wilde binnendringen, werd daarbij door een grenswachter verrast. Zij schoot het zoontje van den gendarme neer, dat zHn vader ver gezelde, en nam de vlucht. Uit wraak stak daarop de wanhopige vader h t wachthuisje in brandt De gevangene kwam in de vlam men om. Intusschen waren andere gendar men komen toeloopen. Zij wisten de vluch tende vrouw in te halen. Deze verdedigde zich met haar revolver en doodde een der politiemannen. Tenslotte werd zi1 door de kogels der beambten doodelijk getroffen. INGEZONDEN. Helder, 16 April 1924. Geachte Redactie. Beleefd verzoek ik U onderstaande regelen wel in Uw blad te willen opnemen. De vierstar-schrijver beweert dat de auto-sproeiwagen 6 10 jaar werk heeft om al onze straten één maal af |te rijden. Dus dat de klinkerbestrating niet veel zal lijden, 't Ziet er dan wel treurig uit met onze besproeiing, en dan, er zullen toch verscheidene toegangswegen zijn die de auto steeds volgen moet. En dan de Gemeente is nu wel gedwongen ook part. wagens tot 8 ton toe te laten. Dan de waterleiding. Ik zal het be ginsel omtrent de verhouding der bedrij ven maar laten rusten, maar Uw bewering dat er meerdere veranderlijke factoren bij meer of minder waterlevering zijn, is onjuist. De posten der rekening zijn Aankoop water v. d. Provincie, Salarissen, onderhoud, onkosten, Boekhouding, kapitaallasten. Totaal t f 208.000. en dan een, zegge een veranderlijke post, dat is kosten motorengas en die zijnf 15.600 op 500.000 M.' waterlevering. Dus 8 ct. per M 3 of 1 f 100 op een f 1800 aan water. Env die f 100 krijgt dan weer de gasfabriek minder. Dus bij aankoop van den auto-sproei wagen geeft de gemeente klandizie aan banken (voor het geld) aan auto-banden en benzine leveranciers om het aan eigen bedrijven te onthouden. Iedere 10 dagen dat het aantal sproei- dagen te hoog geschat is, is de besparing f 230 te hoog. x Vierstar meent dat ik op enkele hon derden knibbel. Allereerst is f 3000 slechts 30 X f 100, en b.v. het aantal sproeidagen op 60 stellend (wat gezien de cijfers beter te verdedigen is), gaat er alleen hiervoor 7 x f 100 af. Wat de praktijk betreft. U geeft a f- geleide cijfers. Beslissend zijn door een vertrouwde Boekhouding opgemaakte flnantieele ver slagen vóór en nè invoering van zoo'n nieuw instrument. Hoogachtend, Ir. Corn. van Dam. o Het ophalen van vuilnis. In verband met het artikel in ons blad van 10 April over de wijze, waarop het vuilnis langs de huizen wordt opgehaald merken we nog het volgende op. Artikel 141a der Algemeene Politie-Ver- ordening dezer gemeente bepaalt, dat strafbaar is: „ieder, die beer, mest, esch of vuilnis, op de openbare wegen brengt, voordat daartoe door den bevoegden op haler het signaal is gegeven". Deze be paling wordt in de praktijk slecht nage komen en gewoonlijk staan reeds gerui- men tijd voor het ledigen aschbakken, vuilnisemmers, e.d. op den openbaren weg, welke niet alleen het stadsgedeelte ontsieren, doch ook een geliefkoosd voor werp zijn voor de baldadigheid der jeugd, terwijl de inhoud door den wind reeds te voren ten deele over de straat verspreidt wordt Nu zegt strenge toepassing van de politie-verordening is hier hetzelfde te bereiken." Theoretisch is dit natuurlijk juist, doch de practijk leert andera Wel gaat de po litie, waar mogelijk het euvel tegen, doch er is niet voldoende personeel beschik baar om een „strenge toepassing" bij voortduring mogelijk te maken. Veel beter is een andere regeling, waarbij aan de vuilnisophaler bij Instructie en aan het publiek bij bekendimaknig wordt mede gedeeld, dat alleen vuilnisbakken, em mers e.d. ter lediging worden aangenomen, welke door of namens de bewoners worden aangeboden, nadat signaal is gegeven. M. a. w. steeds moet er iemand bij bak of emmer aanwezig zjjn en die na lediging weer binnen plaatsen. Dit maakt ook een einde aan een ander euvel, diat nu en dan groote afmetingen- aanneemt, nl het laten staan van vuilnisbakken, nadat ze zijn ge ledigd. Soms staan die voorwerpen er nog uren na dé lediging. Ook hier geldt het zelfde practische bezwaar om dit te be teugelen, al zijn ook hier op grond van art. 89 der A. P. V. reeds pieerdere pro cessen-verbaal opgemaakt. Het publiek is echter hardleersoh. Niet alleen in het belang der Gemeente- Reiniging, doch ook in- het belang der openbare orde zou een bepaling als voren bedoeld zeer gewenscht zijn. L. o Mijnheer de Redacteur. Mag ik nog een klein plaatsje in Uw blad ter beantwoording van den heer Jac. Verfaille Bij voorbaat dankend, J. W. v. Teeckelenburgh. Het ellenlange artikel van den heer Jac. Verfaille zegt niets ten aanzien van de door ons gehouden actie. Niets dan algemeenheden, echter zonder den plaatse- lijken toestand te beschrijven, Het ge schreeuw over de algemeene verarming is weer niet aangetoond, ook niet door den schrijver van het Telegraaf-artikel van 2 en 3 April j.1. Men en ook de heer J,ac. Verfaille ver geten de hoofdgegevens in deze materie. Doch daar gaat het niet om. Plaatselijk blijven is de hoofdzaak. De actie van het Gemeente- en Rijkspersoneel bleef ook plaatselijk. Zoo kom ik dan tot de vraag van den heer Verfaille aan mij gericht „Waar is echter door mij in m ij n i n- „gezonden sohrijven, geschreven „dat ik de ambtenaren en werklieden zou „laten zorg dragen dat de gewenschte „belastingverlaging er komt"; waarop ik dit antwoorddat Jac. Ver faille dat niet kan schrijven, omdat hij schreef met woorden uit de Telegraaf van 3 April j.1. Doch als men tusschen de regels kan lezen heer Verfaille dan komt men ras tot de conclusie van onderge- teekende. Wij staan nog steeds op het standpunt van overleg, al kan Jac. Verfaille dit niet gelooven. Hij meent tenminste goed te doen om een brief van mij aan hem te citeeren, om daarmede mijn geheugen op te frisschen. Dat was niet noodig. Jac. Verfaille moest toch kunnen weten dat wij geen politieke, doch een vakor ganisatie zijn, én daardoor niet overleg gen inet politieke organisatie, om be paalde, de gemeente politiek betreffende zaken, gaan spreken. Daarvoor, en dit weet heer Jac. Verfaille, verduiveld goed, hebben wij onze politieke arbeidersorga nisatie n.1. de S.D.A.P. En nu mijnheer de Redacteur de boycot, de zaak waar hier alles om draait. Ik dien ten aanzien hiervan het geheugen van Jac. Verfaille op te frisschen, door het besluit mede te deelen der vergade ring waar 19 afdeelingen van diverse richting aanwezig waren. Het Verslag dier vergadering is geplaatst in de Held. Courant van 1 April j.1., tweede blad, en daarin lezen we „Van verschillende zijdpn wordt ge- „vraagd om openbaar making van de „namen der acht winkeliers, enz." Dat gevraagde wordt ingewilligd, doch de boycot kwam er, ten spijt vanonder- geteekende niet door. Dat er een organi satie is geweest welke toch tot boycot is overgegaan, dat ligt niet aan hen die deze actie hebben doorgezet, doch aan de betreffende organisatie. Mijnheer de Redacteur, ik kan voor het andere, wat in hoofdzaak weer ontleend is aan een Telegraaf-artikel en niet slaat op de actie'van het Gemeentepersoneel te Helder, niet ingaan. Alleen nog dit, aan opbouwende kritiek zal het van mijn kant niet ontbreken. Doch dan dient heer Jac. Verfaille hiermede een voorbeeld te geven, door de laatste zinsnede van zijn vorig artikel weg te laten. De zaak is te ernstig om met grappen en grollen te besluiten. U mijnheer de Redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte. J. W. v. Teeckelenburg, Koningsweg 1. N.V.Texels Eigen Stoomboot-Onderneming Zomerdienst ingegaan 81 Maart 1924. Op werkdagen: vertr. Texel: 6.—»vjm., 8.v.m„ 2.80 mm., 6.30 n.m. vertr. Helder: 7.— vjm., 10.15 vjtl, 4J.B njn., 6.45 n.m. Op Zon- en Feestdagen: vertr. Texel 6.— vjn., 11.— vun., 5.30 n.m. vertr. Helder: 0.— v.m., 12.m.f 6.45 mm o N.V.Texels Eigen Stoomboot-Onderneming Gewijzigde dienstregeling ingaande 22 April 1924. Op werkdagen: Vertrek Texel: 6,— v.m., 8— v.rm, 11,— v.m., 2,30 a-m, 6,30 n.m. Vertrek Helder: 7— v.m., 0,30 v.hl, 12,— middi., 4.16 mm., 6,45 n.m. Op Zon- en Feestdagen: Vertr. Texel: 6,v.m, 11,v.m., 5,80 njn. Vertr. Helder: 9,v.m., 12,— mldd., 6.45 mm. Ontslag nlt de Marine. In een brief van dén Minister van Ma rine doet deze aan de Kamer mededee tin g van het ontslag uit den militairen dienst van 'tw.ee marineschepelingem De ze waren leden van het hoofdafdeeLirugs- bestuur van den Bond v. Minder Marine personeel in Ned.-Indië; zij hadden een drukkersfirma te Soerabaia verzocht 400 exemplaren van een circulaire te druk ken. De firma stelde den marinecomman- dant in kennis met het zeer opruiende karakter van de circulaire, waarop deze in beslag werd genomen. De zeekrijgs raad veroordeelde de schepelingen tot resp. 6 én 5 maanden gevangenisstraf met aftrek van vier maanden voorarrest en met ontslag uit den militairen dienst, met ontzetting van de bevoegdheid om bij de gewapende macht te dienen, zulks ter zake van het misdrijf omschreven in art. 1147 van het Wetboek van Strafrecht. Kamer van Koophandel en Fabrieken ln Holland's Noorderkwartier. Wij ontvingen het jaarverslag van bo vengenoemde Kamer over het jaar 1928. Betreffende de geméente Helder bevat dit verslag een beknopt overzicht van de uitkomsten der visscherjj en van den vischhandel, een overzicht van het ver keer op het post- en telegraafkantoor en eenige gegevens betreffende de Am bachtsschool. Over de scheepvaart alhier vinden wij niets vermeld. Verbetering Failllssementswet Ter verbetering van de faillissemente wetgeving heeft de Minister van Justitie ingediend een wetsontwerp tot verrui ming van de gelegenheid tot surseance van betaling, met belangrijke vereenvou diging der huidige procedure, en een wetsontwerp tot* voortzetting van bedrijf na insolventie. De gemeente-reiniging te Enkhulzen. Voor eenig tijd werd door den Raad een commissie aangewezen, bestaande uit drie Leden, om rapport uit te brengen over mogelijke verpachting der gemeente- reiniging. Deze oommissie adviseerde eenparig tot verpachting over te gaan. De Raad besloot thans met 7 tegen 5 stemmen, ingevolge het voorstel van B. en W., om niet tot verpachting over te gaan. De reiniging blijft dus onder ge meentelijk beheer. (TeiL) Het textlelconfllcL De heer Zaalberg heeft zijn pogingen in Twente den bedrijfsvrede te herstellen nog niet opgegeven. Dinsdag, nog juist voor het inwerking treden der arbeidageschillenwet, heeft hij een bespreking gehad met vertegenwoor digers der fabrikanten en van de drie vakvereenigingen. Mag men „Het Volk" gelooven, dan zouden de fabrikanten nog weer een stap hebben gedaan om de arbeiders tege moet te kamen. Had de heer Zaalberg 52 poetsuren en 100 overuren als maximum voorgesteld, thans hebben zij een verlenging van den weetijd met desnoods niet meer dan 130 uren per jaar, als desnoods aanvaardbaar aangeduid. De loonsverlaging van 71/» in het voorstel van den heer Zaalberg, dat par tijen 'bijeen wilde brengen, zou nog eenigszins kunnen worden verzacht door een toeslag voor onbepaalden tijd aan ge huwden en kostwinners. De woordvoerder der katholieke orga nisatie verklaarde, dat naar zijn persoon lijke meening, op den grondslag van een loonsevrlaging van 7V» met den hier boven gereleveerden toeslag op het loon en het toestaan van 130 overuren per jaar door de organisaties, overeenstemming en beëindiging van het conflict mogelijk was. De vertegenwoordiger van „Unitas" (de chr. arbeidersorganisatie) bleef vasthou den aan de ln bet sohrijven van die orga nisatie genoemde 100 overuren en de 5 loonsverlaging. Bleven de fabrikanten op hun standpunt omtrent de verlaging van 71/. staan, dan zou dit, werd de tijdelijke toeslag doorgevoerd, naar hun ne meening evenwel geen beletsel zijn om tot een oplossing te komen. Namens „De (moderne) Eendracht"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 5