T Tweede Blad. BINNENLAND VAN ZATERDAG 10 MEI 1924. EEN KORT WEDERWOORD. Aan alles komt een eind. Zoo ook aan de discussie met den heer H. Doch nu hij weer vermeent onze stelling met cijfers te kunnen bestrijden, meenen wij goed te doen, daarop even het licht.te laten schij nen; mogelijk brengt dit zelfs den schrij ver tot eenig nadenken. Vooraf eenige opmerkingen. Hij vraagt hoe de belachelijk hoog© kapitaal-reke ning ontstaan is van een bedrijf als de gasfabriek 11/. millioen. Wij meenen toch zeer duidelijk in een reeks van arti kelen te hebben aangetoond, dat dit is voortgevloeid uit de zucht van ons vroe ger gemeentebestuur om maar de inge zetenen met oen laag aanslagbiljet in de inkomstenbelasting te paaien en het ont brekende bedrag voor de gemeente-huis houding te putten uit de bedrijven, door als netto-winsten aan te merken, wat geen netto-winsten waren, wijl onvoldoende werd afgeschreven op de fabriek. Er werd niet gerekend voor de toekomst. Die zucht begint weer den boventoon te voeren, oni ook uiit het jonge grondbedrijf winsten te gaan trekken, die er niet aan mogen worden onttrokken. Voorts schrijft de heer H.: Hoe juist des heeren cijfers zijn, blijke uit het volgende: De heer zegt: „Doch teekenend is wel, dat in den gas- prijs ongeveer 2 cent zit aan productie kosten en arbeidsloon. Afgerond is in 11924 noodig aan: 166000 20% 160000 27% 47000 8% 160000 28% 43000 8% Grondstoffen Salarissen Onkosten Kapitaaldienst Voordeeli g saldo Totaal 665000 =100% Mitsdien is 27 plus 8 86 van de 131/,, cent per M.8, aan salarissen en productiekosten besteed 41/» cent per M.3. Wil de heer mij <ïit verschil verkla ren?" Zeker, met genoegen! Doch eerst even deze opmerking, dat zelfs een schooljon^ gen de proef op de som zou nemen, alvo rens hij met zekerheid zijn cijfers zon aanvaarden. Aanneemende dan dat de prijs calcula tie des heeren H. goed Is, dan moeten wij als volgt de proef op diens rekensommetje nemen: Er wordt volgens de begrooting (waar aan ook de heer H. zijn cijfers ontleend heeft) geproduceerd 8.439.000 M.8. Nu de proef op zijn cijfers: Dus dan komèn wij tot een verkoopprijs van het gas van rond 161/» oent! En het is gemiddeld 18V2 cent. Dus 8 oent lager. Misschien begrijpt de schrijver EL thans „ergens" een fout gemaakt te hebben. Hij berekent ook salarissen en onkosten op 35 van 131/, cent of 41/a oent per M.3. Trekt men die post uit onze proef op zijn cijfers, dan zouden deze zijn: 0.04361 plus 0.01366 0.05727 of bijna 5 'U cent. Dus nog 1 llt cent hooger dan H. berekent Concludeerend blijkt dus uit de cijfers zoo door den heer H. in de krant gepu bliceerd, dat het gas dian zou kosten 16Vj cent per M.8. Het is momenteel 131/», dus er zit een fout in zijn opzet van maar even 3 cent per M.8. Nu zullen wij maar niet eens ingaan op zijn samenvoeging van cijfers en wat de schrijver H. zoo al tot de „productiekosten" rekent. En te vens zullen wij de moeite sparen om een juiste gaisprijs-calculawe in de krant te pu- bliceeren. Want dit is totaal ongenietbare kost in een gewoon (niet technisch) or gaan. Het bovenstaande meenen wijl, kan een elk, die nog z'n kennis der lagere school bezit, voldoende begrijpen en oon- troleeren. Voorts noemt hij onze verwijzing naar de controle der gemeente financiën ..pi kante saus". Wel gemakkelijk! Doch elke lezer van dit blad' kan telken jare nngnnn, dat de Raad de rekeningen der bedrijven en v.an de gemeente voorloopiig vast stelt. Een eventueel verlies van een be drijf wordt dan onmiddellijk uit de ge wone middelen aangezuiverd'; daartegen over d,e winst onmiddellijk in de ontvamgj- sten opgenomen. Een eventueel verlies der gemeente-rekening zelve stelt men in Haarlem- definitief vast, waarbij in de beschikking tevens wordt bepaald, om dit verlies in het volgende begrootingsjaar te dekken. Ten slotte dit: De heer H. biedt ons welwillend ter lezing aam Dr. van Die- rens boeken. Wel bedankt! Er staat (maar van de noodigo aanteekeningen voorzien) in onze boekenkasten nog het een en an der meer. Bescheiden geven wij den heer H. den' raad: Kijk niet uitsluitend door den bril des heeren van Dieren, ook a.1 is hij Dr. Als ge op het terrein d'er publieke voorlichting wenscht te treden is eerste voorwaarde om de vraagstukken zooveel mogelijk van alle kanten te bezien. P.S. Leest ook het betoog van Oarry van Bruggen in „Het Handelsblad'" en verder de beschouwingen in „Leven en Werken" tegen het uitleenen van iemands geeste lijken arbeid. DE GEMEENTELIJKE GROND- POLITIEK. De uitvoerige artikelen in voorgaande nummers over dit onderwerp hebben, naar ik vrees, niet de aigemeene belangstelling, ondervonden. Dit is met een onderwerp, waarbij men reeds tientallen van jarfen moet vooruitzien, waarbij: men gedeeltelijk op verwachtingen moet bouwen en waar voor ingewikkelde berekeningen moeten worden verwerkt, niets verwonderlijk. Bovendien is hier plaats voor velerlei opvatting, ook onder hen, die van het zelfde principe uitgaan, omdat men, in dien ergens, bij grondpoliitiek met de practijk heeft rekening te houden. Voor dogmatiek leent dieze materie zich niet en in de beschouwingen van uw tl mede werker vind ook ik dus wei gedeelten, waarmede ik niet volkomen aocoord ga. Ik ben met hem van meening, dat de gemeente zich grondbezit moet verzeke ren en dit liefst dient te behouden, opdat zij beter dan vroeger, de toekomstige be- bouwing en stadsuitleg kan beheerschen, en de winsten, die daaruit voortvloeien, welke gedeeltelijk door gemeentelijke be moeiing en kosten worden verkregen, niet aan particulieren dooh aan de ge meente zelf zullen komen. Of die winsten worden verkregen door verkoop of door uitgifte in erfpacht, blijft financieel gelijk. In het eerste geval is het bezit echter weder verloren en dus de toekomstige waardevermeerdering eveneens. Indien dus de voorstanders van verkoop dit baseeren op de voordeelen, staan zij- zeker niet sterk. Een stuk bouw terrein met een gegeven waarde zal, in erfpacht uitgegeven, even voordeelig voor de gemeente zijn, dan wanneer datzelfde stuk wordt verkocht In de gemeenten, waar men als regel „erfpacht" heeft, blijkt dit tot geen be zwaar aanleiding te geven, nóch met, nóch zonder gemeentelijke hypotheekbank en een zoodanige financiëele Instelling be hoeft men evenmin als onmogelijk te doodverven als andere bedrijver^ die de gemeenten thans exploiteeren. Dat de gemeente, indien zij eenmaal een grondbedrijf heeft, niet met aankoop wacht, tot zij er precies aan toe is, zal ieder met ons onderschrijven. Zij zou dan zeker steeds den hoogsten prijs betalen. Er moet dus een zekere voorraad zijn, die voor de naaste toekomst voldoende is. Die naaste toekomst valt eenicermate te be rekenen uit den bevolkingsaanwas, do eco nomische perspectieven etc, etc. De 'nstelling van een erondbedrijf be doelt nu, dien grondvoorraad, te beheeren en te financieren zonder dat dit op den jaarlijkscheh belastingdruk Invloed oefent. Vandaar, dat de verliezen (rente, aflos sing en administratie min de pachten of huren1,) jaarlijks worden bijgeschreven!, voor welke sommen opnieuw wordt ge leend, omdat men aanneemt, dat tegen over die hoogere schuld, de waardever meerdering van den grond komt te staan, waardoor de balans weer in evenwicht is. Slechts is als ve'ligheidsmaatregel aan genomen bij de meeste grondbedrijven waardeschatting om de 6 jaar. Blijkt er dan verlies, dan moet dit uit de gewone middelen, dus de,belastingen, worden go- dekt. In den Haag heeft men- bovendien no^ de bepalinr» dat voor „overbelaste" gronden, «Lw.z. die te duur gekocht moes ten worden, de rente van het leeningsgeld direct uit de gewone middelen moet wor den voldaan. xje> heer Mr. H. J. Nieboer, de eenige jaren terug overleden S. D. Wethouder van den Haag, een man van groote be- kwaamheidi, erkent in een der opstellen inzake Soc.-dem. gemeentepolitiek, dat de gemeente dan nog niet tegen verliezen ge waarborgd ls. Trouwens, wat men uit de belastingen betaalt, is feitelijk al afschrij ving van verLiea Er is echter geen' ander middel. Maar daarom is, zou ik zeggen, het eerste gebod voor een gemeentelijke grondpoli'tiek, dat men uitsluitend op plaatselijke omstandigheden afgaat bij de beoordeeling van die vraag, hoe groot de omvang van het grondbedrijf mag wor den. Als ik de zaak in de gemeente Helder nu goed zie, dan schijnt men in de aigeloo- pep jaren dien grondvoorraad gprooter te hebben genomen dan voor een goede be- heerschinig der stadsuitbreiding en bebou wing noodig is, maar ook grooter Ö'an voor de financiën dhr gemeente te dragen is. Juist het voorbeeld der particuliere grondspecuianten moet voor de gemeen ten, dunkt mij, tot eenige leiddraad strek ken. Niemand hunner zal er aan denken, nu de gemeente zoowat alle grond binnen de linie heeft, daarbuiten, b.v. in Koegras, land aan te koopen. Zij zouden hun geld in geen jaren rendabel kunnen maken. En als zij al koopen, dan tegen een prijs, die hen uit huur of pacht als cultuur grond1 de rente en aflossing waarborgt, waardoor zij het dus lang genoeg uit kun nen zingen. Dat de gemeente voor gronden, die bin nen afzienbaren tijd voor bebouwing in aanmerking komen, meer betaalde dan voor weiland geldende was, is niet erg; doch zelfs die prijs was in 1018 nog zeer matig.' Daarna is vrij snel achtereen de grond, ook vèr buiten dien .kring gelegen, aangekocht, met het gevolg, dat voor die achtergelegen gronden, die nog in geen tientallen van jaren aan bebouwing toe zijn, veel te hooge prijzen zijn betaald, prijzen, die op geen stukken na door in komsten uit landhuur exL kunnen worden goedgemaakt. De Voordracht van B. en W. tot veran dering van de gromdpolitiek, waarbij ver koop meer dan voorheen kan plaats vin den, schijnt mij dus eerder een poging, om van het teveel aan grond af te komen, dan wel een gevolg van een veranderd principe. Uitteraard beschik ik niet over voldoen de gegevens, om de toelichtende nota van den Gemeente-Secretaris te beoordeelen. Het voorbeeld van dezes, door uw 1 medewerker bestreden, acht ik ais plei- 1 dooi voor wat ik hierboven aangaf, niet j misplaatst. De schrijver der nota bedoelde I met die 20-jarige aflossing van een halve ton uit leeningsgeld niet, dat dit zoo pre cies zou gaan, maar werd daarbij, naar mijn meeningj vooral geleid door den han gen twijfel, of*een deel van den grond voorraad wel tijdig genoeg in exploitatie zal komen. Men kan meenen, dat de gemeente die risico óók moet aanvaarden, omdat zij, kost wat kost, invloed op de wijze van grondgebruik moet.hebben. Ik zeg daar tegenover, als-'t moet, accoordi, als 't niet behoeft, dan zeker ook niet. En in een zich zóó langzaam uitbreidende plaats als Helder behoeft de gemeente zich die strop niet om te doen, door veel meer grond te koopen, dan behoorlijk in de naaste toe komst te exploiteeren ia Nu zegt ft dat het voorbeeld van den Secretaris niet opgaat, omdat, indien men verkoopt, om die 60.000.jaarlijks af te lossen uit de opbrengsten (inpiaats van uit leeningsgeld,) er geen grond overblijft, om de rente en aflossing, die doorloopen, te betalen. Mij ontgaat deze bestrijding eeniger- mate, Indien uit grondop'brengst (men moet aannemen met winst verkregen) wordt afgelost, loopt de geheele leèndng niet door, doch het bedrag wordt evenals de grondvoorraad minder. Daar zit het bezwaar ook niet, naar ik meen; doch wei in het feit, dat allereerst de beste grond wordt verkocht en de stuk ken met de minste waarde aanstonds toch een naar verhouding te zware last blijven dragen. Maar daartegenover stijgt bij eiken verkoop de waarde van het naast- aanliggende, zoodat dit gevaar wellicht ook denkbeeldig is. Ik hel dan ook over tot de meening, dat nu de gemeente zich eenmaal een zekere hoeveelheid grond! heeft aangeschaft, een te vreezen nadeel nu niet meer la te be zweren. Verkoop of uitgifte in erfpacht i» voor mij, wat het direct finaneieele belang betreft daarbij gelijk. Ik sta dus op dit moment niet zoo ver van jrj: af; doch deel zijn meening niet, diat de gemeente, (ten zij er iets buitensporig toevalligs gebeurt) aan dit grondbedrijf in de naaste toe komst voordeel zal hebben. Integendeel vrees ik nadeeL Een bewering als deze in zijn laatste stuk: „Als men alle productieve grond heeft uitgegeven enz. blijft er zelfs nog 80.000.winst over." laat ik gaarne voor zijne rekening, want die winst hangt van het tijdstip af, waarop dit toekomstbeeld is vervuld, en dat zie ik in de naaste toekomst niet. Natuurlijk, indien elke 6 jaar na die schatting het verlies uit de belastingen is bijgepast, en men heeft dit 15 keer ge daan dan kan' er eindelijk op 't grond bedrijf wel winst zijn. Maar waarschijnlijk is dit toch niet de bedoeling. Bedoeld wordlt, dat bij die schatting de waarde van den grond steeds m'nstens gelijk is aan het kapitaal, dat er ingestoken is plus de bijgeschreven rente en aflossing en dat eindelijk uit verkoop of erfpacht de lasten, uit die leening voortvloeiende, behoorlijk kunnen worden opgebracht. Winst zullen we dan maar niet eens eischen en een matig verlies zou ik evenmin erg vindten. Maar een 'grondbezit als Helder nu heeft, waarin de gemeente bijna l1/» millioen heeft gestoken, schijnt mij die vooruit zichten niet te kunnen geven. Let wel, dat de 'grond dan niet eens in waarde achteruit behoeft te gaan; doch indien de waarde slechts gelijk blijft, moet elke vijf jaar verlies worden' afge schreven in den vorm van bijgeschreven rente en aflossing. Uw jrj: medewerker vergelijkt het grondbedrijf met eene levensverzekering, waarin men jaren premie stort en dan eindelijk in den vorm eener uitkeering de wiskunstige waarde van die gestorte premies terug ontvangt Nu is de uit komst van een grondbedrijf altijd specu latief, zoodat de vergelijking hierom al niet opgaat. Met wiskunstige zekerheid 'kan men hier nooit de eindelijk© uitkom sten' voorspellen, juist andersom dus als ibQ een© levensverzekering, waar alle facto ren vrij nauwkeurig vooraf bekend zijn. Dooh stel de vergelijking ging op, dan zou toch iemand, die een zóó hooge ver zekering sloot, dat hij uit zijn huidig in komen de premie niet kan betalen, toch zeker niet verstandig handelen. En zoo acht ik dqn ook den aankoop van grond door eene gemeente aan zekere grenzen gebonden. Dat ten slotte de aainleg van straten etc. niet op het grondbedrijf mag druk ken volgens uw medewerker, is in strijd met de practijk. Het .grondbedrijf stelt bouwrijp terrein ter beschikking #n in den verkoopprijs of erfpachtscanon behooren de kosten van straataanleg etc. verdiscon teerd te worden. Voor zoover mij bekend geschiedt dit als regeL Het kan zijn, dat die prijzen daardoor wat hoog zouden) worden, dat zou echter temeer een aanleiding hebben moeten zijn, wat voorzichtig te wezen met het besteden van sommige grondprijzen bij aankoop. Want er is een deel van de woningen, waarvoor de gemeente iin staat moet zijn, lagere prijzen te stellen, omdiat voor die woningen geen te hooge huren kunnen worden betaald. Daartegenover moet dan andere grond echter weer meer opbren gen dan tot dekking der kosten noodig is en ook dan kan de prijs zóó wordlen, dat niemand! lust gevoelt tot bouwen. Maar nog eens, bij het aankoopen moet men daar rekening mede houden en dat is, vrees ik, niet altijdi gedaan. Al sta ik dus met op het standpunt, dat de gemeente een behoorlijken' grond voorraad! in bezit moet hebben en hou den en ben ik dus met hem voorstander van uitgifte in erfpacht, elke gemeente zal zelve de omvang van dit bedrijf naar haar eigen omstandigheden, moeten be- p alten. Dit is in Helder een weinig uit 't oog verloren in de jaren, die achter ons lig gen, en ik ben van meening, dat verande ring van grondpoli'tiek van erfpacht in verkoop, dat kwaad niet meer kan goed maken. Haarlem, 30 4 '24. M. O. tem Bosch, t De teraardebestelling zal plaats hebben Maandag a.s. des voormiddags te elf ure van het sterfhuis naar de begraafplaats oud-Eik en Duin. H. J. Brueiw. t K. v. K. Holland's Noorderkwartier. De Handelskamer. De Kamer van Koophandel en Fa brie- ken voor Groningen schrijft in een adres aan die Tweede Kamer: De regeering wil' blijkbaar de Vereeni ging De Handelskamer, een instelling, die op grond van haar finaneieele resultaten zou moeten liquideeren, kunstmatig op de been houöen door aan haar zeker bedrag in den vorm van een renteloos voorschot te verschaffen. Onze kamer acht dit stand punt ten ©enenmale onjuist. Wanneer uit die feiten en omstandigheden blijkt, «lat die bedoelde vereeniging geen levensvatbaar heid heeft, dan acht de kamer het in het algemeen belang, dat de instelling, hoe eer hoe liever verdwijnt. Een kunstmatig ver lengen van den levensduur is ©en lap middel, dat erger is dan «ie kwaal. Het moge waar zijn, dat de staat in hooge mate bij de financieel© positie van de Han delskamer is geïnteresseerd, doch dit is nog geen reden, nog meer geld in de on derneming te steken, welker opbloei zeker niet is te verwachten. Uit een handels- oogpunt zoowel als uit een oogpunt van algemeen belang is maar onze meening finaneieele steun niet op haar plaats. Ook het motief, dat aan de coöperatieve beweging in Nederland een stagnatie van beteekenig zou worden toegebracht, kan de kamer niet tot voorstander van finan- cieelen steun aan De Handelskamer bo lk ©eren. De minister blijft in gebreke aan te toonen, hoeveel verbruiksvereenigingen dan wel bij de liquidatie zouden1 zijn be trokken, en welke voor deze de gevolgen van een eventueele liquidatie zouden zijn. Dat hierbij de coöperatieve beweging in Nederland eenig gevaar zou loopen, kan de kamer vooralsnog niet irm'An. De kamer geeft als haar oordeel te ken nen, dat zoo spoedig mogelijk een eind dient te komen aan den financieelen band tusschen de regeering en De Handelska- mer, voorzoover zulks althans mogelijk is in, verband met oontractueele verplichtin gen, welke de regeeringt mocht hebben aangegaan. Deze verplichtingen zullen nagekomen dienen te worden; het schep pen van nieuwe verplichtingen en het op nieuw verschaffen van financieelen steun aan bedoelde instelling meent de kamer ten zeerste te moeten ontraden. Accljms op bier en Invoerrecht op bier en thee. Staking van schepelingen. Donderdagmorgen is een staking uit gebroken onder het personeel» dat zou monsteren1 voor het stoomschip Flandria, van den Kon. Hollandschen Lloyd, we gens een nieuwe clausule in de monster rol, waarin 'gezegd wordt, dat bij stag natie in eenige haven ieder schepelhïg verplicht is, buiten 'boord die werkzaam heden te verrichten, welke verhand hou den met het lossen en laden van mail en bagage en door den schipper voor spoe dige voortzetting van de reis noodzakelijk worden geacht. Op advies van den Cen- tralen Bond van Transportarbeiders heb ben de schepelingen vanmorgen eenparig geweigerd, hierin te treden. De loonen der Gemeente werklieden te Amsterdam. Deverschillende organisaties van 'ge meentewerklieden te Amsterdam achten algemeen de nieuwe loonregeling, door B. en W. voorgesteld, onaannemelijk. De verzanding van de Schelde. Uit Brussel wordt gemeld: De „Etoile Beige" deelt mede dat de en quête-commissie inzake de bevaarbaar heid van de Schelde gisteren een zitting heeft gehouden. Zij had de Belgische en Nederlandsche loodsen uitgeaoodigd te verschijnen, teneinde hun advies te verne men aangaande het verzanden der rivier. De Nederlandsche loodsen zijn echter niet verschenen. In een brief deden zij opmer ken, dat er êen Nederlandsch-Belgische oommissie bestaat, welke bevoegd is tot het behandelen van alle quaesties inzake de Schelde, en «lat deze oommissie «lus al leen competent is te dier zake. De enquête-commissie heeft daarop het bijeenroepen der Nederlandsch-Belgische commissie verzocht. Zij stelde een vragen lijst op, die de Nederlandsch-Belgische oommissie ten dienste zal staan bij het verhoor van de Nederlandsche loo«iseni. De „Derrière Heure" zegt dat het mi nisterie van' openbare werken twee bag- gerschuiten met een capaciteit van 800 ton heeft gehuurd voor het uitbaggeren van de vaargeulen. Het Zaandamsche ambtenarenreglement. Grondstoffen f 165000 3419000 f0.048 p.Ms Salarissen 1 50000 3439000 „0x4361 „M". Onkosten 47000 3439000 0.01366,, M» kapitaald ens' 160000 3439000 0.04655 „M1. Voord, saldo 43000 3439000 0.0125 11M'. f 565000 3439000 f0.16432 p. M5 De gepensionneerde vice-admiraal C. ten Bosch is Donüeruag, 84 jaren oud, te 's-Gra- venhage overleden. De overledene was ridder in de Orde van den Nederiandschen Leemt, groot-officier der Orde van Oranje-Nassau en voorts dra ger 0. a. van het eereleeken voor belangrijke krijgsverrichtingen en van de Atjeh-medaille. De thans ontslapen oud-vlagofficier, die in 1840 werd geboren, heeft meer dan 40 jaren deel uitgemaakt van ons corps zeeofficieren. Ais 17-jarig jongeling werd hij adelborst 3e kl. en twee jaren later volgde zijn benoeming tot lint. ter zee 2e kl. Vervolgens doorliep de heer Ten Bosch de verschillende rangen, tot dat hij den eersten November 1896 werd be noemd tot vice-admiraal. In 1894 werd' hij belast met de betrekking van directeur en commandant der marine te Amsterdam, weike betrekking hij tot zijn pensionneering in 1900 heeft'vervuld. De heer Ten Bosch is lid geweest van de Staats commissie voor zee- en landmacht en van de Staatscommissie voor droogmaking van de Zuiderzee. In 1893 werd hij belast met een herziening van de regeling betreffende de opleiding en bevordering van onderofficieren der zeemacht. Als luitenant ter zee ls de overledene nog eenigen tijd belast geweest tot 1880 met het bevel over den monitor „Adder", welk ma rinevaartuig, zooals bekend, in 1883, toen kapitein-luitenant ter zee Simon van der Aa erover het bevel voerde, voor Scheveningen is vergaan. „Het Volk" meldt het overlijden van den heer H. J. Bruens, den penningmeester van het N. V. V. De Kamer van Koophandel voor Hollands Noorderkwartier vergaderde Woensdagavond ten Stadtouize te Alkmaar onder voorzitter schap van den heer S. W. Arntz. iDe Kamer zal bij den Minister aandringen op spoed voor de verbetering van den vaar weg GoudaAlphenAmsterdam, wijl deze verbetering ook voor ons ddstriot vau groot belang is. Afwijzend werd1 beschikt op de subsidie aanvrage voor de Ned. Landbouw Kamer, ter wijl in 1925 nader zal worden overwogen of een subsidie voor de in dat jaar te houden internationale bloemententoonstelling te Heemstede kan worden gegeven. Voor geschillen, voortvloeiende uit han delstransacties zal een arbitrage-reglement worden ontworpen, dat door mr. P. A. Offers zal worden samengesteld. Goedgekeurd werd, dat de Kamer toetreedt tot het lidmaatschap van de Vereeniging van Kamers van Koop handel; voor eventueels bestuursfuncties in dat lichaam werden crekozen. de heeren S. W. Arntz en Oh. H. Th. Schmalz. Omtrent het al- of niet-wenschelijke van uitbreiding der „zwarte lijst", dat een speciaal middenstands- belang geacht, werd en op welke invoering ter raadp'eging door de in het handelsregister ingeschrevenen, vooral door den heer Schmalz werd' aangedrongen, werd besloten, dat de commissie voor de verordeningen hier omtrent nadere voorstellen zal doen. Door den heer Grunwaid werd medewer king der Kamer verzocht om bij' Ged'. Staten aan te dringen op krachtigen .financieelen' steun voor een vlotbrug bij de Kooij inpiaats van de bestaand© pont. Het Rijk had hiervoor 16.000 toegezegd. Mede werd steun verzocht voor den aanleg van primaire wegen, speciaal Helder via de Kooi] naar Wieringen. Hiertoe werd besloten. Op voorstel van den heer Messelaar werd besloten bij den Minister aan te dringen op betere bescherming der overwegen. Naar bet Ned:. Oorr.-Bureau van welinge lichte zijde verneemt zal de Wet van 3 Mei 1924 tot verhooging van den accijns op bier en van het invoerrecht op bier em 'thee, met ingang van Maandag 12 Mei in werking treden. De raadsleden Pelt (V. B.), Brinkman (Vrijz.-Dem.), Linzel (A.-R.), Ranshuysen (R.-K.) en Dil (Midd.) hebben bij den ge meenteraad eenige voorstellen ingediend tot wijziging van het ambtenaren-reglement. Allereerst stellen zij, voor de 45-urige ar beidsweek te verlengen tot de 48-urige, door per dag 81/» uur te arbeiden en des Zaterdags te 1 uur te eindigen. Ten aanzien van het continu-bedrijf bij' de gasfabriek en het ammoniakbedrijf stellen zij voor te breken met- den 6-uren dag en. ook voor deze arbeiders den 8-urigen arbeidsdag in te voeren. Het aantal verlofdagen wenschen zij' van 18 te brengen op 12. Wat de overige vrije dagen met behoud van wedde aangaat., stellen zij voor deze niet verder uit te breiden dan de algemeen erken de Christelijke feestdagen, zoodat de 1 Mei dag ais vrije dag met behoud van wedde komt te vervallen. Ten opzichte van het weduwen- en weezen- pensioen wordt voorgesteld, dat- de helft van het te verhalen gedeelte zal wordeni bijgedra gen door den ambtenaar. Het eigen pensioen van den ambtenaar blijft ten laste van de gemeente. 'Verder wordt voorgesteld, dat de ambte nares bij het aangaan van een huwelijk ver plicht zal zijn ontslag aan te vragen. Aan deze bepaling zal geen terugwerkende kracht worden gegeven. Ten aanzien van de wachtgeldregeling wordt voorgesteld, de regeling bij het rijk geldende voor de burgerlijke ambtenaren van kracht te verklaren. Voör het bijwonen van vergaderingen van vakvereenigingen ais lid of als bestuurder enz. bepaalt het reglement, dat daarvoor bui tengewoon verlof met behoud van wedde wordt verleend. De vijf raadsleden' stellen zich op het standpunt, dat hierbij meer de belangen van de ambtenaren zijn betrokken dan van de gemeente en het billijk is, dat zij daarvoor hun vrije dagen benutten. Het reglement' bepaalt verder in artikel 30, dat ambtenaren, die voor straf onder de wa penen moeten komen of nablijven, hun wedde kunnen behouden, wanneer Burge meester en Wethouders daartoe termen aan wezig achten. De voorstellers wenschen, dat d'eze bepa ling zal worden geschrapt. Zij zijn van oor deel, dat wanneer de militaire overheid meent te moeten straffen, B. en W. moeilijk om trent de rechtmatigheid' daarvan een oordeel kunnen uitspreken. Artikel 47 van meerbedoeld ambtenaren reglement houdt o.m. in, dat- een ambtenaar niet verplicht is, werkzaamheden te verrich ten van een ambtenaar of anderen wjrsne- mer, afwezig wegens een door een landelijke vakvereeniging geproclameerde werkstaking. Voorgesteld wordt deze bepaling te schrap pen. Aangezien staking in overheidsbed"'1' 'en niet toelaatbaar ls, achten zij regeling daar van in een ambtenaren-reglement niet te ver dedigen..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 5