T u Vierde Blad- VAN ZATERDAG 31 MEI 1924. is tariefverhooging voor de levering van water noodzakelijk? In het nummer van 20 Mei hebben wij in een artikel gewezen op de ongemoti veerde pogingen, welke beoogen den prijs van het water niet onbelangrijk te ver- hoogen; hierom ongemotiveerd, wijl door bezuiniging op het bedrijf zelf voldoende zekerheid kan worden verkregen, omtrent de in de begrooting 1924 beoogde resul taten. Tevens hebben wij in dit artikel gewezen op de mogelijkheid vambelangrijke besparing op de uitgaven, indien men overging dit bedrijf te eleotrifioeeren. Uit de agenda voor de Raadszitting van Dinsdag 3 juni a.s. is af te leiden, dat het College van B. en W. het inge diende voorstel tot tariefverhooging hand haaft. Naar aanleiding daarvan voelen wij ons genoodzaakt tot het leveren van een nadere beschouwing. Want hoewel tot heden niemand de door ons in het vorengenoemde artikel gepubliceerde cij fers heeft aangevochten, is desniettemin het mogelijk, dat straks In den Raad men weer met algemeenheden tracht die cijfers te outzenuwen, dan wel er met een voor dit doel bepaald opgezette nota langs heen glijdt. Daarom vooral zullen wij nu meer in details afdalen. Tot goed begrip van hetgeen wij bedoelen, diene het volgende ln het pompstation der waterleiding bevinden zich drie pompaggregaten. Twee van deze aggregaten bestaan ieder uit een hoogdrukcentrifugaalpomp met een capaciteit van 80 M3. per uur en een laagdruk centrifugaalpomp (filterpomp) met een capaciteit van 100 M3. per uur, beiden aan een gemeenschappelijke drijfas gekoppeld en door middel van riemover- brenging aangedreven door een gasmotor van 26 E.P.K. (effectieve paarden kracht). Deze motoren wékken door verschillende oorzaken sterk overbelast waardoor de slijtage abnormaal groot en dientengevolge de onderhoudskosten zeer hoog zijn. Het maximale ontwikkeld vermogen dezer 26 E.P.K. motoren is pl.m. 84 P.K. Het gemiddelde volgens het jaarverslag 1922 is 32.9 P.K. Het gasverbruik van deze motoren' (waarop wij straks nader terugkomen) bedraagt per 1000 M3. opgevoerd water 248 M3 of per P.K.U. pl.m. 0.7 M3. Het derde pomp-aggregaat bestaat uit een hoogdruk centrifugaalpomp met een capaciteit van 160 M3. en een laagdruk pomp van 176 M3., eveneens op een ge meenschappelijke drijfas gekoppeld en aangedreven door een gasmotor van 66 P.K. In tegenstelling met de beide andere motoren werkt deze sterk onderbelast, waardoor het gasverbruik zeer hoog is, nl. 330 M'. gas per 1000 M\ opgepompt water, of 0.9 M8. per P.K.U. De gekozen gemeenschappelijke aan drijving heeft in het algemeen liet voor deel, dat men grootere eenheden kan kiezen, hetgeen de aanlegkosten doet verminderen en een hooger rendement verzekert. Bij electrische aandrijving is dit echter van minder beteekenis, omdat de aanleg kosten relatief kleiner zijn en het rende ment bij verschillende vermogens vrijwel constant is. Ook bij onder- en bovenbe- lasting verandert het nuttig effect in zeer geringe mate. Elk ter zake kundige zal dit met ons onmiddellijk beamen en vandaar dan ook, dat men in de verschil lende bedrijven niet één of meer groote electromotoren opstelt, doch bij elk onderdeel van het bedrijf een voor het doel kleine motor met voldoende capaci teit. Zooals hiervoren gezegd, zijn de aankoop- en de aanlegkosten van een grooter aantal kleine motoren relatief kleiner dan een groote electromotor met het voordeel in het bedrijf, dat niet geregeld een groote motor in bedrijf gesteld behoeft te worden, indien maar voor een kleinen arbeid geleverd behoeft te worden. Bij het schrijven van ons artikel, opgenomen in het nummer van 20 Mei en de daarin genoemde cijfers van bezuini ging (indien inplaats van gas, electrische energie gebezigd zal worden), hebben wij ons ingedacht, dat het beste was, de eerst genoemde pompinstallaties met die gas motoren van 26 P.K. zoo te laten staan, dan heeft men bij eventueele stoornis in het electrisch net voldoende bedrijfszeker heid en tevens kan zoo noodig daarmede gepompt worden, als de hoogere vraag naar water, arbeid in de speruren het gebruik van electrische energie te duur zou maken. Voldoende is dan om den gasmotor van 66 P.K. geheel uit het bedrijf te stellen en daarvoor in de plaats te stellen één electromotor van 40 P.K. voor de hoogdrukpomp van 150 M8. water per uur en één van 16 P.K. voor de laagdrukpomp van 175 M8. per uur. Voorts is voldoende voor het aandrijven der luchtpomp één electromotor van 5 P.K. Eén begrooting der aanlegkosten van deze installatie kan er als volgt uitzien 3 hefboomschakelaars Montage 1 transformator 100 K.V.A. 3 scheidingsschakelaars. 3 hoogspanningszekeringen I hei'boomschakelaar Montage 100 M. kabel 4 X 50 mM3. in het werk Onvoorzien Totaal 15.- 200.- 750.- 30.- 15.- 10.- 100.- 250.- 990.- 4000.- Elk terzakekundige zal er wel op aan slaan, als een en ande* bij de tegenwQor- dige prijzen niet geleverd en opgesteld zal kunnen worden. Wil men deze instal latie aanschaffen, dan is die uitgaaf best te bestrijden uit de beschikbare middelen, om, zoo noodig in 5 jaar tijd, dus f 800 per jaar, geheel af te schrijven. Wat kan daarmede worden bereikt? Zooals uit de begrooting voor 1924 blijkt, is voor dit jaar het waterverbruik ge schat op 500000 M3. (die hoeveelheid is alleen in 1919 overschreden). Indien dus van de hoogdrukpomp ver- eischt wordt een opbrengst van 500000 M3. per jaar, bij een capaciteit van die pomp van 160 M3. per uur, dan is de bedrijfs- duur 3333 uur of gemiddeld per dag 9iuur. Bij een opvoerhoogte van pl.m. 88 M3. is het benoodigde vermogen (arbeid por seconde) 23 Kilowat 82 P.K. Een motor van 40 P.K. geeft dus voldoende zeker heid tegen overbelasting. Van deze 600000 M3. wordt overeen komstig het contract met het P. W. N. minstens 200000 M3. geleverd in den rein- waterkelder. De laagdrukpomp moet dus opbrengen 500000 200000 is 800000 M3. Hierbij te rekenen 60000 M3. voor verlies bij de waterzuivering, is 860000 M3. Bij een bedrijfsduur van 8838 uur per jaar is de pomp-capaoiteit rond 100 M3. per uur. Nemen wij de capaciteit 50 °/0 hooger, dan is het benoodigde aandrijfvennogen bij een opvoerhoogte van 12 M. rond 10 P.K. of 7.85 K.W. Hiervoor is dus een motor van 15 P.K. voldoende. Voor het aandrijven der luch - pomp voor de ontluchting der zuiglei- kingen is een motor van 6 P.K. vol doende. Overeenkomstig bovenstaande gegevens komen wij tot het volgende verbruik van electrische stroom. Het energie-verbruik van de hoogdruk pomp per 1000 M3. opgepompt water is: LOOO.OOO X_88x2 725 x 1Q_Ö165K w u Totaal per jaar dus 500 X 166 82500 K.W.U. Voor de laagdrukpomp (motor 16 P.K. en 12 M. opvoerhoogte) is het dan 13000 K.W.U. en voor den motor van 6 P.K. ia ^4000 K.W.U. voldoende, zoodat per jaar benoodigd is 82500 en 18000 en 4000 99500 K.W.U. of rond 100000 K.W.U. per jaar. Dit is per 1000 M3. water 200 K.W.U. Zooals hiervoren reeds gezegd, is dit bij een gasmotor 248 M3. gas per 1000 M3. water. Zooals men zich zal herinneren, hebben wij de vorige maal geschreven, dat op de uitgave aan gasverbruik f 16600 en gebruik van electrische energie f11600 te besparen is, dus dit slechts een uitgaaf vordert van f 4000. Uit het boven staande blijkt, dat 100000 K.W.U. noodig zal zijn, die zeker bij overeenkomst met de P.E.N. aan zoo'u grootverbruiker voor 4 cent per K.W.U. gaarne geleverd zal worden. Doch laten wij eerst verder gaan om ook onze overige genoemde bozuini gingen uiteen te zetten. Immers is de gemiddelde werktijd der pompen berekend op 9 uur per etmaal. Stellen wij het gemiddelde waterverbruik op 100, dan is het minimale op 50 en het maximale waterverbruik per etmaal op 160 te stellen. De daarmede overeenko mende arbeidstijden zijn dan resp. 6 en 14 uur. Hieruit blijkt, dat men zelfs in den tijd van het hoogste etmaalverbruik met 2 machinisten kan volstaan. Men zou ons kunnen toevoegen, dat dit theoretische cijfers zijn en wij een zeer belangrijke factor de spertijd buiten beschouwing laten. Daarom komt het ons goed voor, de noodige gegevens hieronder te laten volgen. De spertijd duurt in: Januari van 4.30 n.m. tot 1 uur 's nachts. Februari 5.80 1 Maart 6.30 1 April 7. 1 Mei 8. 1 n Juni „9. 1 Juli 8.30 1 Augustus 7.30 1 September 6.30 1 October 5.80 1 November 4.30 1 December 4.80 1 Daar de begrooting voor 1924 gebaseerd is op een levering van 500000 M3. water, laten wij hier volgen de gegevens uit het jaarverslag 1919, toen een overeen komstige hoeveelheid geleverd werd. 1 motor van 40 P.K 1 15 H 5 inclusief aanzetweerstandén. Montage Schakelbord Apparaten Voltmeter Ampèremeter Phasemeter K.W.U.-meter M.M. Schakelaar f 700.— 300.— 200.— Afgeleverd werden in Januari Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. - Oct. Nov. Dec. 36737 M3. 7.33 7.20 8.66 8.60 9.71 8.32 8.50 8.46 8.62 8.74 7.88 7.98 Etmaal- levering Mini mum Maxi mum 807 929 1074 880 1142 892 1084 963 944 1052 1054 783 1481 1960 1986* 1918 1667 1707 1876 1755 1529 1700 Totaal 501051 Ms 100 Hier.uit blijkt dus, dat in de winter maanden de spertijd is van 4.80 n.m. tot In 1919 was het hoogste etmaalver bruik in April een zeer bijzonder ver schijnsel. Wij zouden dit met een reeks van cijfers uit de verslagen kunnen aan- toonen. 1 uur 's nachts. In de maanden van het hoogste waterverbruik op een bepaalden dag, dat is in de maanden Mei en Juni, begint de spertijd resp. om 8 en 9 uur. Het waterverbruik is het sterkst in de ochtenduren. Gedurende den sper tijd, dus in den avond, belangrijk minder. Stellen wij het gebruik van water in den spertijd op 20 "/0 in den winter en 10°'o in den zomer (na 8 en 9 uur is dit niet zoo groot meer) terwijl het maximale verbruik in den winter is rond 1700 M8. en in den zomer 2200 M\, dan is het maximale verbruik in den spertijd in den winter l', van 1700 M3. is 340 M8. en in den zomer 10 van 1200 M8. is 220 M*. De inhoud van het hoogreservoir is 400 Ms. (feitelijk veel te gering voor het bestaande gebruik) zoodat alleen in zeer bijzondere gevallen in den winter gevaar kan ontstaan, dat het hoogreservoir leegloopt. Ons inziens kan ter voorkoming daarvan de arbeidstijd zoodanig geregeld worden, dat desnoods na 11 uur 's avonds een voldoende voorraad wordt bij gepompt, en wijl na dit uur de belasting van het net zeer sterk zal zijn gedaald, zal het in bedrijf stellen der pompen vóór het be eindigen van den spertijd, de maximale belasting niet verhoogen. Mogelijk is dit ook te ondervangen door een speciale overeenkomst met de P. E. N. Wij hebben ons genoodzaakt gevoeld om ditmaal een vrij groot aantal cijfers in ons betoog op te nemen. Elk terzake kundige zal bij controleering daarvan toestemmen, dat wij ten aanzien der verstrekte gegevens omtrent de kosten van de electrische installatie en hei verbruik van electrische energie aan den ruimen kant zijn gebleven, dus in onze voorstelling eer ae nadeelige dan de voordeelige zijde hebben naar voren gebracht. Het nuttig rendement van gas, hier boven genoemd 248 M8. per 1000 M8. opgepompt water is ten dien aanzien een vrij gunstige voorstelling. Uit de jaarverslagen blijkt, dat in: 1916 het gasverbruik was per 1000 M3. afgeleverd water 190.8 M3. 1916 het gasverbruik was per 1000 M3. afgeleverd water 210.8 M3. 1918 het gasverbruik was per 1000 M3. afgeleverd water 268.2 M3. 1919 het gasverbruik was per 1000 M3. afgeleverd water 292.5 M3. 1920 het gasverbruik was per 1000 M3. afgeleverd water 271.4 M8. 1921 het gasverbruik was per 1000 M3. afgeleverd water 252.7 M3. 1922 het gasverbruik was per 1000 M3. afgeleverd water 296.2 M3. en volgens ons ter zake gedane mede- deelingen is dit in 1923 geweest 846 M3., hetgeen overeenkomt met de mededeeling van den Wethouder Grunwald in de Raadszitting van 16 Mei, waaruit bleek, dat de raming van het gasverbruik be langrijk overschreden was. Wat blijkt uit dit overzicht Dat het tegenwoordig geleverde gas beslist niet voldoet voor krachtdoeleinden. Als gevolg daarvan is de slijtage der motoren groot en beïnvloedt dit weer in nadeeligen zin 't gasverbruik. Daarom is het hand haven van de drijfkracht met gasmotoren absoluut te ver- oordeelen. Van de aldus uit te sparen hoogere onderhoudskosten, besparing op olie en poetskatoen, waarvoor in 1924 uitgetrok ken is f 1500, f 450 en f 100 of totaal ruim f 2000 is best te betalen f 800 per jaar afschrijving om de electrische installatie in 5 jaar tijd te betalen, terwijl f 200 voor onderhoud enz. voldoende is, I zoodat ook op die posten bij elkaar omstreeks f 1000 is te besparen, z o n d e i dat men de post der loopende afschrijving verhoogt. Bovendien kan men het loon van den reserve machinist uitsparen en den reeds geruimen tijd ziek zijnden machinist op pen sioen stellen, zoodat geen kosten op het bedrijf behoeven te drukken voortvloeien de uit het eventueel verleenen van wachtgeld. Men behoeft later in de functie van dengeen, die voor pensionneering in aanmerking komt, niet meer te voorzien, zoodat aldus het bedrijf door 2 machinisten kan worden bediend. Bij electromotoren kunnen deze tevens allerlei werkzaam heden buiten de machinekamer ver richten, daar de electromotor zijn werk verricht zonder geregeld toezicht en een goede schelleiding wel zal berichten, wanneer z'n werkkracht uitgeschakeld moet worden. Zoo noodig kan dit ook automatisch geschieden. Hiermede is o. i. voldoende aangetoond, welke verbetering van werkwijze en daar door bezuiniging in het waterleidingbe drijf mogelijk is. Elk bedrijf afzonderlijk moet o. i. streven naar een zoo economisch mogelijk beheer. Nu zullen er waarschijnlijk stemmen opgaan tegen deze veranderde werkwijze. Men zal zich waarschijnlijk de vrijheid veroorloven om de oude toestand te ver dedigen met een beroep op het feit, dat dan de gasfabriek zoo'n mooie klant verliest. In de eerste plaats zij daartegen op gemerkt, dat het gasbedrijf onmogelijk 130000 M3. gas voor totaal f 4000 aan de waterleiding zal kunnen leveren, want dat zou neerkomen op een prijs van even meer dan 8 cent per M3., ter,wijl de fa- bricatie-kosten van het gas zelf even meer dan 6 cent per M3. is. Dit wijzt althans het jaarverslag 1922 aan. Ooncurreeren tegen eleotrische energie is dus uitgesloten. Doch al was dit zoo, dan zouden wij in gemoede aan die belangenbehartigers van de gasfabriek willen vragen„Indien gij zelf een bedrijf hadt en de gasleveran cier zou U tegen dezelfde totaalprijs het gas willen leveren, als zijne concurrent de eleotrische energie, wat zoudt ge dan kiezen Zelfs al was die gasfabrikant Uw naaste bloedverwant, dan nog zoudt ge feestelijk bedanken. Omdat gij bij het gebruik van gas ontegenzeggelijk grootere uitgaven bleef houden aan arbeidsloon en onderhoud. Het is echter zoo zeer in strijd niet elk gezond begrip van economisch beheer en werkwijze, dat men dit niet naar voren zal durven brengen. Natuurlijk gaat het debiet van de gas fabriek met het verlies van deze afnemer niet' onbelangrijk naar beneden. Dooh met eenige goede wil kan dit spoedig over wonnen worden. Een beschouwing over dit bedrijf past niet in het kader van dit betoog cn daarom zullen wij binnenkort daarover een afzonderlijke beschouwing geven. In het bovenstaande meenen wij vol doende duidelijk te hebben gemaakt, dat in verband met de uitkomsten van het waterleiding-bedrijf in 1923 (zie ons artikel in het nummer van 20 Mei) het niet noodig is do burgerij nog meer de duim schroeven aan te leggen, door den prijs van een onontbeerlijk artikel zoo te willen verhoogen, doch dat een goede rekening te verkrijgen is, door een meer esono- mische werkwijze in toepassing te brengen. DE BEMALING OP TEXEL. Geachte Redacteur, In uw blad van 19 Jan. 1924 las ik een stuk van den heer M., ld van Gedep- Staten, over bemaling op, TexeL Genoemd* heer wil het daar heem zien te leiden, dat de Provincie voor déze bema ling subsidie' gaat verleenen, omreden de polder Waal en Burg, die in deze die ver- zamelput is en de uitvoering te zijnen laste zou krijgen, te zwaar zou worden belast, omdat groote complexen1 land in dezen polder uitloopen en wel iets, doch betreik- kelijk weinig zullen meebetalen. De heer M. verzoekt in zijn stuk van 19 Jan. dat belanghebbenden zich in 't publiek over de aanhangig© plannen zouden uitspreken. In uw blad van 6 Mei LL komt nu een stuk voor onderteekend E., waarin dit onderwerp ter band wordt genomen, 't Al lereerste wat de heer E. meent te moeten oonstateeron is, dat de oplossing van dit vraagstuk zoo buitengewoon eenvoudig isl I Hij stelt voor dat Waal en Burg een sloot door den polder gaat graven, waar door al 't achterliggendo land zal droog- loopen, en de bemaling van polder Waal en Burg zelf moet dan door Eierland ge schieden. De heer E. schijnt te vergeten, dat Waal er.. 'Burg veel lager ligt dan Eierland, dus dat Eierland Waal en Burg niet kan droogmolen, tenzij Waal en Burg zelf eerst 't water in Eierland uit gaat .malen, waarna Eierland 't zelfde water bij Gocksdorp weer zou moeten vermalen. Wij kunnen lang over die dingen uit weiden, doch ik meen dat we veilig kun nen oonstateeren, dat de zaak reeds over alle kanten meer dan voldoende bekeken is, en dat menschen, die hun levenlang aan dergelijke berekeningen hebben ge werkt, tot de conclusie zijn gekomen, dat de nu ontworpen regeling de meest eco nomische en goedkoopste is. Eierland1 heeft zijn eigen bemaling. Deze polder is alleen gebaat als ze geen water uit Waal en Burg meer behoeft te ontvan gen. Die sluis moet dus dicht Tweemaal 't zelfde water vermalen lijkt mij gewoon onzin; een boer kan nog wel berekenen, dat dit te duur uitkomt. Een sloot of kanaaltje door Waal en Burg. maken en daarin de Koogerpolders laten stroomen, terwijl polder Waal en Burg in dien zelfden waterloop gaat ma len, zal tot gevolg hebben dat we de schoatsenbanen, die nu 's winters ln Waal en Burg zijn, stellig in de Koogerpolders zullen terugvinden. Dat gaat dus ook niet, want daar moeten de achterliggenden niets van hebben. Zal Waal en Burg en Burger Nieuwland die samen pLm. 720 HA. belastbaar land groot zijn, ooit bemalen worden, dan ben ik er vast van overtuigd dat het de goed koopste en meest doelmatige oplossing is, deze 720 H.A. met al wat er achter ligt sa men to bemalen en daarom lijkt mjji de re- geiing die voorloopig is ontworpen ook de juiste. Alleen wil 't mij. toeschijnen dat de 'achterliggende gronden te Laag zijn aan geslagen. Maar wat mij betreft als belang hebbende, kan ik mij er best bij neerleg gen, en als Heemraad van Waal en Burg neem Ik gerust de verantwoordelijkheid op mij, omreden er eenmaal toch een op lossing dient te komen. Do toestand zooalls die nu is, ls in mijn oog middeleeuwsch. Zeer zeker ben ik met den heer M. overtuigd, dat de kosten voor Waal en Burg hoog, misschien te hoog zullen wor den. Is er kans op, dat Provinciale Staten deze bemaling zouden kunnen eubsi- dieeren, zeer zeker is er dan kans van sla gen, en komt een zeer nuttig werk tot stand-. Doch nu zou ik nog even tot den heer E. het woord willen richten. In de eerste plaats, waar u schijnbaar als belanghebbende over deze mi be langrijk© zaak uw oordeel uitspreekt waarom durft ge uw naam niet noemen? U spreekt vlot uw oordeel uit, mi. op de meest onbeholpen manier. Want welk mensch. die in 1924 op ©enig gezond ver stand aanspraak meent te mogen maken, zal t mot u eens zijn, dat Waal en Burg nog wat dioper onder water moet staan? Die tijd; is voorbij, U zdjt 60, misschien 100 jaar achter. Uwe bewering dat de ach terliggende polders te droog zouden wor den door de bemaling van Waal en1 Burg, houdt geen steek; sluit de sluisjes in den dijk en ge kunt ze wel blank zetten, al maalt Waal om Burg. Neen er ls zelfs nog vrij' wat land1 in die .Koogerpolders diat graag lager peil wil in die wintermaanden. Let maar eens op: Wordt Waal en Burg eens bemalen, dan zal blijken, dat ze er graag schoon af willen in den winter. Ze hebben enkel maar hekel aan betalen, en toch heer E., 't bagatel dat 't aan de dertig polders bij deze regeling kan kosten, zegge 0.31 (een en dertig heele centen per jaar en per bunder) is dat nu de moeite nog waard om daar drukte over te maken? 't Is de menschen voor een enkele natten winter zeker 't tien dubbele waard, ik ge loof niet dat de landeigenaars in de 8Q Gein. polders, waar ik zelf ook onder be hoor, er notitie van nemen, als ze maar we ten dat 't zoo weinig kost. De menschen hebben in den winter 't water liefst weg. Nu wat betreft het meebetalen van' het Noorden, wat u zoo verschrikkelijk vindt Toen 't Noorden mee moest betalen aan den Nieuwen Zeesluis, aan de nleüwe watermolens ln 't Kaapsveld, vond u dot toen ook zoo verschrikkelijk onbillijk? Dan moet ik u verder nog even inlichr ten dat Waal en Burg niet 300 maar 614 H.A. belast land heeft Komt het droog dan wordt 't plan. 640 H.A. grond die productief kan worden en daarbij komt het Burger Nieuwland toch,met zijn ruim 100 H.A., wordt te samen pijn. 740 HA. Er wordt meermalen geschermd met die 300 H.A. laag gelegen land', doch heer E., hebt u wel gezien dat er 18 a 20 water molentjes staan in Waal en Burg en dat al die watermolentjes juist hun best doen om het hooge land droog te houden. Dit bewijst dus, dat het niet gaat om 300 HA., doch om alles wat in Waal en Burg en Burger Nieuwlftd ligt, waar u ook nog een paar watermolentjes kunt vinden. Wat 't solide rente-briefje aangaat, waar u van spreekt; 't lijkt mij het beste hier maar niet diep op in te gaan;dit zou mij te ver voeren. Heel graag zou ik daarover eens per soonlijk met u spreken en dan tevens met een der bestuursleden van 't Weeshuis en Doopsgezinde Gemeente, die gegevens over tal van jaren kunnen verschaffen, aan de hand der door u bedoelde boeken. U zult dan dingen ontwaren, die u, SMD ik bemerk, nooit zijn opgevallen, en u zult uwe beweringen terugnemen, althans als u te overtuigen ia Ik geloof tevens, al staan onze meenin gen thans lijnrecht tegenover elkaar, dat we het dan eens zullen worden. Een ding moet mij nog van het hart. Ik geloof niet dat de vrees voor een finan- cieelen strop voor Waal en Burg u deed schrijven. Ik ben van meening, dat hoe eerder Waal en Burg, Burger Nieuwland enz. droog komen, hoe beter het is voor de Texelsche gemeenschap. Zoodra het droog komt zullen er woningen 'en boer derijen in gebouwd worden. Veel kleine bedrijfjes zullen spoedig worden geves tigd; dan kan er iets worden geprodu ceerd, nu niets van beteekenia Aan ver hoogde productie heeft de gemeenschap iets, daar leven ook anderen dan boeren van. Aan land waar geen menschen kun nen wonen heeft niemand1 wat Een beetje armoedig hooi, wat in schrale jaren noodgedwongen nog wat opbrengt, doch in goede groeizame zomers door nie mand meer begeerd wordt dat is de pro ductie van ons onbemalen waterland. Ten slotte zou ik u nog een uitnoodl- ging willen doen, en dat is om ons uw naam bekend te maken. Als mede-belang hebbende bij deze zaak zie ik niet in, welk bezwaar u daartegen zoudt kunt hebben. We kunnen dan zien uit welken hogk de wint waait. Met vriendelijke dank voor de plaatsing, ben ik Hoogachtend, Sijbr. O. Eelman, TexeL Hoe men kan vertrouwen op een goede regeling. Geachte Redacteur, beleefd verzoek om plaatsing van onderstaand stukje. „De dag ls aangebroken, na een Jaar van studie en welgemoed gaan de candi- daten voor het examen diploma Alge meene Ziekenverpleging naar het veld, waar de strijd gestreden moet worden. Maar zij zijn niet bang, om de toets der kennis aan te laten slaan. De goede grond, gelegd door hun leeraar, geeft hen moed als een held. Te pl.m. 0.80 zijn zij, al verzameld bij 't station' en loopen reeds druk te praten over dezen gewiohtlgen dag ln hun le ven. Het mooie zomerweer werkt kalmeerend op hun gesteld. Maar waarom nerveus te zijn, onze hoe ren en nog wel administratieve heeren, hebben toch onze zakén goed geregeld, dus wij hebben niets als onze kennis te uiten en de zaak ls gezond. Dus nogmaals het zenuwgedoe van zich afgeworpen. In den trein wordt nog eens lustig on derling repetitie gehouden en ongemerkt zijn zij te Alkmaar aangekomen. Nu naar het aangekondigde hotel waar het examen plaats zal vinden. Daar ge komen is de heer Dr. Bottema, onze lee raar der Marlne-candidaten, reeds aanwe zig en ontvangt ons met de woorden: „nu niet zenuwachtig, hoor en komen jelui ten lu«80 maar terug''. De aangegeven tijd was daar, bemoedi gend klonken de woorden van den leeraar nog in onze ooron en zoo traden, wij de zaal binnen. Maar wat ziet het gelaat van onzen leeraar betrokken; la er Iets gaan de? Onze vermoedens werden bewaarheid. Toen wij allen verzameld waren, deelde Dr. Bottema ons mede, dat van de 10 can- didaten er 6 afgewezen waren, om reden deze niet voldeden aan de bepalingen van het Reglement van den Bond v. Alg. Zie- kenverpl Zij hadden n.1 geen hospitaal- Jaren voldoende. Wat ls nu do oorzaak en hoe was alles geregeld? Als men de cursus aanvraagt, wordt er nagegaan of do toekomstige cursist zfln jaren reeds heeft, of wel deze aan kan zui veren met het jaar oursus en geplaatst in liet hospitaal te Willemsoord, opdat, wan- U.uö 200.— 100.— 20.— 20.— 20.— 40.— 40.— 86088 43399 43104 48668 41679 42586 42862 43201 48811 39487 39944 1608 2228

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 13