T
u
Vierde Blad-
VAN ZATERDAG 31 MEI 1924.
is tariefverhooging voor de
levering van water
noodzakelijk?
In het nummer van 20 Mei hebben wij
in een artikel gewezen op de ongemoti
veerde pogingen, welke beoogen den prijs
van het water niet onbelangrijk te ver-
hoogen; hierom ongemotiveerd, wijl door
bezuiniging op het bedrijf zelf voldoende
zekerheid kan worden verkregen, omtrent
de in de begrooting 1924 beoogde resul
taten. Tevens hebben wij in dit artikel
gewezen op de mogelijkheid vambelangrijke
besparing op de uitgaven, indien men
overging dit bedrijf te eleotrifioeeren.
Uit de agenda voor de Raadszitting
van Dinsdag 3 juni a.s. is af te leiden,
dat het College van B. en W. het inge
diende voorstel tot tariefverhooging hand
haaft. Naar aanleiding daarvan voelen
wij ons genoodzaakt tot het leveren van
een nadere beschouwing. Want hoewel
tot heden niemand de door ons in het
vorengenoemde artikel gepubliceerde cij
fers heeft aangevochten, is desniettemin
het mogelijk, dat straks In den Raad men
weer met algemeenheden tracht die
cijfers te outzenuwen, dan wel er met
een voor dit doel bepaald opgezette nota
langs heen glijdt.
Daarom vooral zullen wij nu meer in
details afdalen. Tot goed begrip van
hetgeen wij bedoelen, diene het volgende
ln het pompstation der waterleiding
bevinden zich drie pompaggregaten. Twee
van deze aggregaten bestaan ieder uit
een hoogdrukcentrifugaalpomp met een
capaciteit van 80 M3. per uur en een
laagdruk centrifugaalpomp (filterpomp)
met een capaciteit van 100 M3. per uur,
beiden aan een gemeenschappelijke drijfas
gekoppeld en door middel van riemover-
brenging aangedreven door een gasmotor
van 26 E.P.K. (effectieve paarden kracht).
Deze motoren wékken door verschillende
oorzaken sterk overbelast waardoor de
slijtage abnormaal groot en dientengevolge
de onderhoudskosten zeer hoog zijn.
Het maximale ontwikkeld vermogen
dezer 26 E.P.K. motoren is pl.m. 84 P.K.
Het gemiddelde volgens het jaarverslag
1922 is 32.9 P.K.
Het gasverbruik van deze motoren'
(waarop wij straks nader terugkomen)
bedraagt per 1000 M3. opgevoerd water
248 M3 of per P.K.U. pl.m. 0.7 M3.
Het derde pomp-aggregaat bestaat uit
een hoogdruk centrifugaalpomp met een
capaciteit van 160 M3. en een laagdruk
pomp van 176 M3., eveneens op een ge
meenschappelijke drijfas gekoppeld en
aangedreven door een gasmotor van
66 P.K.
In tegenstelling met de beide andere
motoren werkt deze sterk onderbelast,
waardoor het gasverbruik zeer hoog is,
nl. 330 M'. gas per 1000 M\ opgepompt
water, of 0.9 M8. per P.K.U.
De gekozen gemeenschappelijke aan
drijving heeft in het algemeen liet voor
deel, dat men grootere eenheden kan
kiezen, hetgeen de aanlegkosten doet
verminderen en een hooger rendement
verzekert.
Bij electrische aandrijving is dit echter
van minder beteekenis, omdat de aanleg
kosten relatief kleiner zijn en het rende
ment bij verschillende vermogens vrijwel
constant is. Ook bij onder- en bovenbe-
lasting verandert het nuttig effect in zeer
geringe mate. Elk ter zake kundige zal
dit met ons onmiddellijk beamen en
vandaar dan ook, dat men in de verschil
lende bedrijven niet één of meer groote
electromotoren opstelt, doch bij elk
onderdeel van het bedrijf een voor het
doel kleine motor met voldoende capaci
teit. Zooals hiervoren gezegd, zijn de
aankoop- en de aanlegkosten van een
grooter aantal kleine motoren relatief
kleiner dan een groote electromotor met
het voordeel in het bedrijf, dat niet
geregeld een groote motor in bedrijf
gesteld behoeft te worden, indien maar
voor een kleinen arbeid geleverd behoeft
te worden.
Bij het schrijven van ons artikel,
opgenomen in het nummer van 20 Mei en
de daarin genoemde cijfers van bezuini
ging (indien inplaats van gas, electrische
energie gebezigd zal worden), hebben wij
ons ingedacht, dat het beste was, de eerst
genoemde pompinstallaties met die gas
motoren van 26 P.K. zoo te laten staan,
dan heeft men bij eventueele stoornis in
het electrisch net voldoende bedrijfszeker
heid en tevens kan zoo noodig daarmede
gepompt worden, als de hoogere vraag
naar water, arbeid in de speruren het
gebruik van electrische energie te duur
zou maken. Voldoende is dan om den
gasmotor van 66 P.K. geheel uit het
bedrijf te stellen en daarvoor in de plaats
te stellen één electromotor van 40 P.K.
voor de hoogdrukpomp van 150 M8. water
per uur en één van 16 P.K. voor de
laagdrukpomp van 175 M8. per uur. Voorts
is voldoende voor het aandrijven der
luchtpomp één electromotor van 5 P.K.
Eén begrooting der aanlegkosten van
deze installatie kan er als volgt uitzien
3 hefboomschakelaars
Montage
1 transformator 100 K.V.A.
3 scheidingsschakelaars.
3 hoogspanningszekeringen
I hei'boomschakelaar
Montage
100 M. kabel 4 X 50 mM3. in het
werk
Onvoorzien
Totaal
15.-
200.-
750.-
30.-
15.-
10.-
100.-
250.-
990.-
4000.-
Elk terzakekundige zal er wel op aan
slaan, als een en ande* bij de tegenwQor-
dige prijzen niet geleverd en opgesteld
zal kunnen worden. Wil men deze instal
latie aanschaffen, dan is die uitgaaf best
te bestrijden uit de beschikbare middelen,
om, zoo noodig in 5 jaar tijd, dus f 800
per jaar, geheel af te schrijven.
Wat kan daarmede worden bereikt?
Zooals uit de begrooting voor 1924 blijkt,
is voor dit jaar het waterverbruik ge
schat op 500000 M3. (die hoeveelheid is
alleen in 1919 overschreden).
Indien dus van de hoogdrukpomp ver-
eischt wordt een opbrengst van 500000 M3.
per jaar, bij een capaciteit van die pomp
van 160 M3. per uur, dan is de bedrijfs-
duur 3333 uur of gemiddeld per dag 9iuur.
Bij een opvoerhoogte van pl.m. 88 M3.
is het benoodigde vermogen (arbeid por
seconde) 23 Kilowat 82 P.K. Een motor
van 40 P.K. geeft dus voldoende zeker
heid tegen overbelasting.
Van deze 600000 M3. wordt overeen
komstig het contract met het P. W. N.
minstens 200000 M3. geleverd in den rein-
waterkelder. De laagdrukpomp moet dus
opbrengen 500000 200000 is 800000 M3.
Hierbij te rekenen 60000 M3. voor verlies
bij de waterzuivering, is 860000 M3. Bij
een bedrijfsduur van 8838 uur per jaar
is de pomp-capaoiteit rond 100 M3. per
uur. Nemen wij de capaciteit 50 °/0 hooger,
dan is het benoodigde aandrijfvennogen
bij een opvoerhoogte van 12 M. rond
10 P.K. of 7.85 K.W.
Hiervoor is dus een motor van 15 P.K.
voldoende. Voor het aandrijven der luch -
pomp voor de ontluchting der zuiglei-
kingen is een motor van 6 P.K. vol
doende.
Overeenkomstig bovenstaande gegevens
komen wij tot het volgende verbruik van
electrische stroom.
Het energie-verbruik van de hoogdruk
pomp per 1000 M3. opgepompt water is:
LOOO.OOO X_88x2 725 x 1Q_Ö165K w u
Totaal per jaar dus 500 X 166 82500
K.W.U.
Voor de laagdrukpomp (motor 16 P.K.
en 12 M. opvoerhoogte) is het dan 13000
K.W.U. en voor den motor van 6 P.K. ia
^4000 K.W.U. voldoende, zoodat per jaar
benoodigd is 82500 en 18000 en 4000
99500 K.W.U. of rond 100000 K.W.U. per
jaar. Dit is per 1000 M3. water 200 K.W.U.
Zooals hiervoren reeds gezegd, is dit
bij een gasmotor 248 M3. gas per 1000 M3.
water. Zooals men zich zal herinneren,
hebben wij de vorige maal geschreven,
dat op de uitgave aan gasverbruik
f 16600 en gebruik van electrische energie
f11600 te besparen is, dus dit slechts een
uitgaaf vordert van f 4000. Uit het boven
staande blijkt, dat 100000 K.W.U. noodig
zal zijn, die zeker bij overeenkomst met
de P.E.N. aan zoo'u grootverbruiker voor
4 cent per K.W.U. gaarne geleverd zal
worden. Doch laten wij eerst verder gaan
om ook onze overige genoemde bozuini
gingen uiteen te zetten.
Immers is de gemiddelde werktijd der
pompen berekend op 9 uur per etmaal.
Stellen wij het gemiddelde waterverbruik
op 100, dan is het minimale op 50 en het
maximale waterverbruik per etmaal op
160 te stellen. De daarmede overeenko
mende arbeidstijden zijn dan resp. 6 en
14 uur. Hieruit blijkt, dat men zelfs in
den tijd van het hoogste etmaalverbruik
met 2 machinisten kan volstaan.
Men zou ons kunnen toevoegen, dat
dit theoretische cijfers zijn en wij een
zeer belangrijke factor de spertijd
buiten beschouwing laten. Daarom komt
het ons goed voor, de noodige gegevens
hieronder te laten volgen. De spertijd
duurt in:
Januari van 4.30 n.m. tot 1 uur 's nachts.
Februari 5.80 1
Maart 6.30 1
April 7. 1
Mei 8. 1 n
Juni „9. 1
Juli 8.30 1
Augustus 7.30 1
September 6.30 1
October 5.80 1
November 4.30 1
December 4.80 1
Daar de begrooting voor 1924 gebaseerd
is op een levering van 500000 M3. water,
laten wij hier volgen de gegevens uit
het jaarverslag 1919, toen een overeen
komstige hoeveelheid geleverd werd.
1 motor van 40 P.K
1 15
H 5
inclusief aanzetweerstandén.
Montage
Schakelbord
Apparaten
Voltmeter
Ampèremeter
Phasemeter
K.W.U.-meter
M.M. Schakelaar
f
700.—
300.—
200.—
Afgeleverd werden in
Januari
Febr.
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Aug.
Sept. -
Oct.
Nov.
Dec.
36737 M3. 7.33
7.20
8.66
8.60
9.71
8.32
8.50
8.46
8.62
8.74
7.88
7.98
Etmaal-
levering
Mini
mum
Maxi
mum
807
929
1074
880
1142
892
1084
963
944
1052
1054
783
1481
1960
1986*
1918
1667
1707
1876
1755
1529
1700
Totaal 501051 Ms 100
Hier.uit blijkt dus, dat in de winter
maanden de spertijd is van 4.80 n.m. tot
In 1919 was het hoogste etmaalver
bruik in April een zeer bijzonder ver
schijnsel. Wij zouden dit met een reeks
van cijfers uit de verslagen kunnen aan-
toonen.
1 uur 's nachts. In de maanden van het
hoogste waterverbruik op een bepaalden
dag, dat is in de maanden Mei en Juni,
begint de spertijd resp. om 8 en 9 uur.
Het waterverbruik is het sterkst in de
ochtenduren. Gedurende den sper
tijd, dus in den avond, belangrijk
minder. Stellen wij het gebruik van
water in den spertijd op 20 "/0 in den
winter en 10°'o in den zomer (na 8 en 9
uur is dit niet zoo groot meer) terwijl
het maximale verbruik in den winter is
rond 1700 M8. en in den zomer 2200 M\,
dan is het maximale verbruik in den
spertijd in den winter l', van 1700 M3. is
340 M8. en in den zomer 10 van 1200 M8.
is 220 M*.
De inhoud van het hoogreservoir is
400 Ms. (feitelijk veel te gering voor het
bestaande gebruik) zoodat alleen in zeer
bijzondere gevallen in den winter gevaar
kan ontstaan, dat het hoogreservoir
leegloopt.
Ons inziens kan ter voorkoming daarvan
de arbeidstijd zoodanig geregeld worden,
dat desnoods na 11 uur 's avonds een
voldoende voorraad wordt bij gepompt, en
wijl na dit uur de belasting van het net
zeer sterk zal zijn gedaald, zal het in
bedrijf stellen der pompen vóór het be
eindigen van den spertijd, de maximale
belasting niet verhoogen. Mogelijk is dit
ook te ondervangen door een speciale
overeenkomst met de P. E. N.
Wij hebben ons genoodzaakt gevoeld
om ditmaal een vrij groot aantal cijfers
in ons betoog op te nemen. Elk terzake
kundige zal bij controleering daarvan
toestemmen, dat wij ten aanzien der
verstrekte gegevens omtrent de kosten
van de electrische installatie en hei
verbruik van electrische energie aan den
ruimen kant zijn gebleven, dus in onze
voorstelling eer ae nadeelige dan de
voordeelige zijde hebben naar voren
gebracht.
Het nuttig rendement van gas, hier
boven genoemd 248 M8. per 1000 M8.
opgepompt water is ten dien aanzien een
vrij gunstige voorstelling.
Uit de jaarverslagen blijkt, dat in:
1916 het gasverbruik was per 1000 M3.
afgeleverd water 190.8 M3.
1916 het gasverbruik was per 1000 M3.
afgeleverd water 210.8 M3.
1918 het gasverbruik was per 1000 M3.
afgeleverd water 268.2 M3.
1919 het gasverbruik was per 1000 M3.
afgeleverd water 292.5 M3.
1920 het gasverbruik was per 1000 M3.
afgeleverd water 271.4 M8.
1921 het gasverbruik was per 1000 M3.
afgeleverd water 252.7 M3.
1922 het gasverbruik was per 1000 M3.
afgeleverd water 296.2 M3.
en volgens ons ter zake gedane mede-
deelingen is dit in 1923 geweest 846 M3.,
hetgeen overeenkomt met de mededeeling
van den Wethouder Grunwald in de
Raadszitting van 16 Mei, waaruit bleek,
dat de raming van het gasverbruik be
langrijk overschreden was.
Wat blijkt uit dit overzicht Dat het
tegenwoordig geleverde gas beslist niet
voldoet voor krachtdoeleinden. Als gevolg
daarvan is de slijtage der motoren groot
en beïnvloedt dit weer in nadeeligen zin 't
gasverbruik. Daarom is het hand
haven van de drijfkracht met
gasmotoren absoluut te ver-
oordeelen.
Van de aldus uit te sparen hoogere
onderhoudskosten, besparing op olie en
poetskatoen, waarvoor in 1924 uitgetrok
ken is f 1500, f 450 en f 100 of totaal
ruim f 2000 is best te betalen f 800 per
jaar afschrijving om de electrische
installatie in 5 jaar tijd te betalen, terwijl
f 200 voor onderhoud enz. voldoende is, I
zoodat ook op die posten bij elkaar
omstreeks f 1000 is te besparen, z o n d e i
dat men de post der loopende
afschrijving verhoogt.
Bovendien kan men het loon van den
reserve machinist uitsparen en den reeds
geruimen tijd ziek zijnden machinist op pen
sioen stellen, zoodat geen kosten op het
bedrijf behoeven te drukken voortvloeien
de uit het eventueel verleenen van
wachtgeld. Men behoeft later in de functie
van dengeen, die voor pensionneering in
aanmerking komt, niet meer te voorzien,
zoodat aldus het bedrijf door 2 machinisten
kan worden bediend. Bij electromotoren
kunnen deze tevens allerlei werkzaam
heden buiten de machinekamer ver
richten, daar de electromotor zijn werk
verricht zonder geregeld toezicht en een
goede schelleiding wel zal berichten,
wanneer z'n werkkracht uitgeschakeld
moet worden. Zoo noodig kan dit ook
automatisch geschieden.
Hiermede is o. i. voldoende aangetoond,
welke verbetering van werkwijze en daar
door bezuiniging in het waterleidingbe
drijf mogelijk is. Elk bedrijf afzonderlijk
moet o. i. streven naar een zoo economisch
mogelijk beheer.
Nu zullen er waarschijnlijk stemmen
opgaan tegen deze veranderde werkwijze.
Men zal zich waarschijnlijk de vrijheid
veroorloven om de oude toestand te ver
dedigen met een beroep op het feit, dat
dan de gasfabriek zoo'n mooie klant
verliest.
In de eerste plaats zij daartegen op
gemerkt, dat het gasbedrijf onmogelijk
130000 M3. gas voor totaal f 4000 aan de
waterleiding zal kunnen leveren, want
dat zou neerkomen op een prijs van even
meer dan 8 cent per M3., ter,wijl de fa-
bricatie-kosten van het gas zelf even meer
dan 6 cent per M3. is. Dit wijzt althans
het jaarverslag 1922 aan.
Ooncurreeren tegen eleotrische energie
is dus uitgesloten.
Doch al was dit zoo, dan zouden wij
in gemoede aan die belangenbehartigers
van de gasfabriek willen vragen„Indien
gij zelf een bedrijf hadt en de gasleveran
cier zou U tegen dezelfde totaalprijs het
gas willen leveren, als zijne concurrent
de eleotrische energie, wat zoudt ge dan
kiezen Zelfs al was die gasfabrikant
Uw naaste bloedverwant, dan nog zoudt
ge feestelijk bedanken. Omdat gij bij het
gebruik van gas ontegenzeggelijk grootere
uitgaven bleef houden aan arbeidsloon
en onderhoud.
Het is echter zoo zeer in strijd niet
elk gezond begrip van economisch beheer
en werkwijze, dat men dit niet naar voren
zal durven brengen.
Natuurlijk gaat het debiet van de gas
fabriek met het verlies van deze afnemer
niet' onbelangrijk naar beneden. Dooh met
eenige goede wil kan dit spoedig over
wonnen worden. Een beschouwing over
dit bedrijf past niet in het kader van dit
betoog cn daarom zullen wij binnenkort
daarover een afzonderlijke beschouwing
geven.
In het bovenstaande meenen wij vol
doende duidelijk te hebben gemaakt, dat
in verband met de uitkomsten van het
waterleiding-bedrijf in 1923 (zie ons artikel
in het nummer van 20 Mei) het niet
noodig is do burgerij nog meer de duim
schroeven aan te leggen, door den prijs
van een onontbeerlijk artikel zoo te willen
verhoogen, doch dat een goede rekening
te verkrijgen is, door een meer esono-
mische werkwijze in toepassing te brengen.
DE BEMALING OP TEXEL.
Geachte Redacteur,
In uw blad van 19 Jan. 1924 las ik een
stuk van den heer M., ld van Gedep-
Staten, over bemaling op, TexeL
Genoemd* heer wil het daar heem zien
te leiden, dat de Provincie voor déze bema
ling subsidie' gaat verleenen, omreden de
polder Waal en Burg, die in deze die ver-
zamelput is en de uitvoering te zijnen laste
zou krijgen, te zwaar zou worden belast,
omdat groote complexen1 land in dezen
polder uitloopen en wel iets, doch betreik-
kelijk weinig zullen meebetalen. De heer
M. verzoekt in zijn stuk van 19 Jan. dat
belanghebbenden zich in 't publiek over
de aanhangig© plannen zouden uitspreken.
In uw blad van 6 Mei LL komt nu een
stuk voor onderteekend E., waarin dit
onderwerp ter band wordt genomen, 't Al
lereerste wat de heer E. meent te moeten
oonstateeron is, dat de oplossing van dit
vraagstuk zoo buitengewoon eenvoudig
isl I Hij stelt voor dat Waal en Burg een
sloot door den polder gaat graven, waar
door al 't achterliggendo land zal droog-
loopen, en de bemaling van polder Waal
en Burg zelf moet dan door Eierland ge
schieden. De heer E. schijnt te vergeten,
dat Waal er.. 'Burg veel lager ligt dan
Eierland, dus dat Eierland Waal en Burg
niet kan droogmolen, tenzij Waal en Burg
zelf eerst 't water in Eierland uit gaat
.malen, waarna Eierland 't zelfde water bij
Gocksdorp weer zou moeten vermalen.
Wij kunnen lang over die dingen uit
weiden, doch ik meen dat we veilig kun
nen oonstateeren, dat de zaak reeds over
alle kanten meer dan voldoende bekeken
is, en dat menschen, die hun levenlang
aan dergelijke berekeningen hebben ge
werkt, tot de conclusie zijn gekomen, dat
de nu ontworpen regeling de meest eco
nomische en goedkoopste is.
Eierland1 heeft zijn eigen bemaling. Deze
polder is alleen gebaat als ze geen water
uit Waal en Burg meer behoeft te ontvan
gen. Die sluis moet dus dicht Tweemaal
't zelfde water vermalen lijkt mij gewoon
onzin; een boer kan nog wel berekenen,
dat dit te duur uitkomt.
Een sloot of kanaaltje door Waal en
Burg. maken en daarin de Koogerpolders
laten stroomen, terwijl polder Waal en
Burg in dien zelfden waterloop gaat ma
len, zal tot gevolg hebben dat we de
schoatsenbanen, die nu 's winters ln Waal
en Burg zijn, stellig in de Koogerpolders
zullen terugvinden. Dat gaat dus ook niet,
want daar moeten de achterliggenden
niets van hebben.
Zal Waal en Burg en Burger Nieuwland
die samen pLm. 720 HA. belastbaar land
groot zijn, ooit bemalen worden, dan ben
ik er vast van overtuigd dat het de goed
koopste en meest doelmatige oplossing is,
deze 720 H.A. met al wat er achter ligt sa
men to bemalen en daarom lijkt mjji de re-
geiing die voorloopig is ontworpen ook de
juiste. Alleen wil 't mij. toeschijnen dat de
'achterliggende gronden te Laag zijn aan
geslagen. Maar wat mij betreft als belang
hebbende, kan ik mij er best bij neerleg
gen, en als Heemraad van Waal en Burg
neem Ik gerust de verantwoordelijkheid
op mij, omreden er eenmaal toch een op
lossing dient te komen.
Do toestand zooalls die nu is, ls in mijn
oog middeleeuwsch.
Zeer zeker ben ik met den heer M.
overtuigd, dat de kosten voor Waal en
Burg hoog, misschien te hoog zullen wor
den.
Is er kans op, dat Provinciale Staten
deze bemaling zouden kunnen eubsi-
dieeren, zeer zeker is er dan kans van sla
gen, en komt een zeer nuttig werk tot
stand-.
Doch nu zou ik nog even tot den heer
E. het woord willen richten.
In de eerste plaats, waar u schijnbaar
als belanghebbende over deze mi be
langrijk© zaak uw oordeel uitspreekt
waarom durft ge uw naam niet noemen?
U spreekt vlot uw oordeel uit, mi. op
de meest onbeholpen manier. Want welk
mensch. die in 1924 op ©enig gezond ver
stand aanspraak meent te mogen maken,
zal t mot u eens zijn, dat Waal en Burg
nog wat dioper onder water moet staan?
Die tijd; is voorbij, U zdjt 60, misschien
100 jaar achter. Uwe bewering dat de ach
terliggende polders te droog zouden wor
den door de bemaling van Waal en1 Burg,
houdt geen steek; sluit de sluisjes in den
dijk en ge kunt ze wel blank zetten, al
maalt Waal om Burg.
Neen er ls zelfs nog vrij' wat land1 in
die .Koogerpolders diat graag lager peil
wil in die wintermaanden.
Let maar eens op: Wordt Waal en Burg
eens bemalen, dan zal blijken, dat ze er
graag schoon af willen in den winter. Ze
hebben enkel maar hekel aan betalen, en
toch heer E., 't bagatel dat 't aan de dertig
polders bij deze regeling kan kosten,
zegge 0.31 (een en dertig heele centen
per jaar en per bunder) is dat nu de
moeite nog waard om daar drukte over te
maken?
't Is de menschen voor een enkele natten
winter zeker 't tien dubbele waard, ik ge
loof niet dat de landeigenaars in de 8Q
Gein. polders, waar ik zelf ook onder be
hoor, er notitie van nemen, als ze maar we
ten dat 't zoo weinig kost. De menschen
hebben in den winter 't water liefst weg.
Nu wat betreft het meebetalen van' het
Noorden, wat u zoo verschrikkelijk vindt
Toen 't Noorden mee moest betalen aan
den Nieuwen Zeesluis, aan de nleüwe
watermolens ln 't Kaapsveld, vond u dot
toen ook zoo verschrikkelijk onbillijk?
Dan moet ik u verder nog even inlichr
ten dat Waal en Burg niet 300 maar 614
H.A. belast land heeft Komt het droog
dan wordt 't plan. 640 H.A. grond die
productief kan worden en daarbij komt
het Burger Nieuwland toch,met zijn ruim
100 H.A., wordt te samen pijn. 740 HA.
Er wordt meermalen geschermd met die
300 H.A. laag gelegen land', doch heer E.,
hebt u wel gezien dat er 18 a 20 water
molentjes staan in Waal en Burg en dat al
die watermolentjes juist hun best doen om
het hooge land droog te houden.
Dit bewijst dus, dat het niet gaat om
300 HA., doch om alles wat in Waal en
Burg en Burger Nieuwlftd ligt, waar u
ook nog een paar watermolentjes kunt
vinden.
Wat 't solide rente-briefje aangaat, waar
u van spreekt; 't lijkt mij het beste hier
maar niet diep op in te gaan;dit zou mij
te ver voeren.
Heel graag zou ik daarover eens per
soonlijk met u spreken en dan tevens met
een der bestuursleden van 't Weeshuis en
Doopsgezinde Gemeente, die gegevens
over tal van jaren kunnen verschaffen,
aan de hand der door u bedoelde boeken.
U zult dan dingen ontwaren, die u, SMD
ik bemerk, nooit zijn opgevallen, en u zult
uwe beweringen terugnemen, althans als
u te overtuigen ia
Ik geloof tevens, al staan onze meenin
gen thans lijnrecht tegenover elkaar, dat
we het dan eens zullen worden.
Een ding moet mij nog van het hart.
Ik geloof niet dat de vrees voor een finan-
cieelen strop voor Waal en Burg u deed
schrijven. Ik ben van meening, dat hoe
eerder Waal en Burg, Burger Nieuwland
enz. droog komen, hoe beter het is voor
de Texelsche gemeenschap. Zoodra het
droog komt zullen er woningen 'en boer
derijen in gebouwd worden. Veel kleine
bedrijfjes zullen spoedig worden geves
tigd; dan kan er iets worden geprodu
ceerd, nu niets van beteekenia Aan ver
hoogde productie heeft de gemeenschap
iets, daar leven ook anderen dan boeren
van. Aan land waar geen menschen kun
nen wonen heeft niemand1 wat Een beetje
armoedig hooi, wat in schrale jaren
noodgedwongen nog wat opbrengt,
doch in goede groeizame zomers door nie
mand meer begeerd wordt dat is de pro
ductie van ons onbemalen waterland.
Ten slotte zou ik u nog een uitnoodl-
ging willen doen, en dat is om ons uw
naam bekend te maken. Als mede-belang
hebbende bij deze zaak zie ik niet in, welk
bezwaar u daartegen zoudt kunt hebben.
We kunnen dan zien uit welken hogk
de wint waait.
Met vriendelijke dank voor de plaatsing,
ben ik
Hoogachtend,
Sijbr. O. Eelman,
TexeL
Hoe men kan vertrouwen op een
goede regeling.
Geachte Redacteur, beleefd verzoek om
plaatsing van onderstaand stukje.
„De dag ls aangebroken, na een Jaar
van studie en welgemoed gaan de candi-
daten voor het examen diploma Alge
meene Ziekenverpleging naar het veld,
waar de strijd gestreden moet worden.
Maar zij zijn niet bang, om de toets der
kennis aan te laten slaan. De goede grond,
gelegd door hun leeraar, geeft hen moed
als een held.
Te pl.m. 0.80 zijn zij, al verzameld bij
't station' en loopen reeds druk te praten
over dezen gewiohtlgen dag ln hun le
ven.
Het mooie zomerweer werkt kalmeerend
op hun gesteld.
Maar waarom nerveus te zijn, onze hoe
ren en nog wel administratieve heeren,
hebben toch onze zakén goed geregeld,
dus wij hebben niets als onze kennis te
uiten en de zaak ls gezond.
Dus nogmaals het zenuwgedoe van zich
afgeworpen.
In den trein wordt nog eens lustig on
derling repetitie gehouden en ongemerkt
zijn zij te Alkmaar aangekomen.
Nu naar het aangekondigde hotel waar
het examen plaats zal vinden. Daar ge
komen is de heer Dr. Bottema, onze lee
raar der Marlne-candidaten, reeds aanwe
zig en ontvangt ons met de woorden: „nu
niet zenuwachtig, hoor en komen jelui
ten lu«80 maar terug''.
De aangegeven tijd was daar, bemoedi
gend klonken de woorden van den leeraar
nog in onze ooron en zoo traden, wij de
zaal binnen. Maar wat ziet het gelaat van
onzen leeraar betrokken; la er Iets gaan
de? Onze vermoedens werden bewaarheid.
Toen wij allen verzameld waren, deelde
Dr. Bottema ons mede, dat van de 10 can-
didaten er 6 afgewezen waren, om reden
deze niet voldeden aan de bepalingen van
het Reglement van den Bond v. Alg. Zie-
kenverpl Zij hadden n.1 geen hospitaal-
Jaren voldoende.
Wat ls nu do oorzaak en hoe was alles
geregeld?
Als men de cursus aanvraagt, wordt er
nagegaan of do toekomstige cursist zfln
jaren reeds heeft, of wel deze aan kan zui
veren met het jaar oursus en geplaatst in
liet hospitaal te Willemsoord, opdat, wan-
U.uö
200.—
100.—
20.—
20.—
20.—
40.—
40.—
86088
43399
43104
48668
41679
42586
42862
43201
48811
39487
39944
1608
2228