Wk m m m wï'i m- 1S' ,9- OP EN OM HET BINNENHOF. waT^rK^r^T^ m m Hl 9 m m m m ÜP li i 1 Pt fü 8 3 1 "TV/ 3 3 s im Of m gp SP nieuwe uitgave. rï®?&Msrss Den Haag, 19 Juni. In Memorktm-Lohman. Van de Poenale Sanctie. Waarom? Eet Tarief. Plaafteüjke Keuze. Op Donderdag 12 Juni heeft president Kooien in eene prachtige, sobere rede ge huldigd de nagedachtenis van wijlen jhr. mr. Alexander de Savornin Lohman, den emi- nenten chr.-historischen Staatsman, de Minister van Staat, oud-minister van Bki- nenlandsohe Zaken, die van 1879 tot 1921 (met tusschenpoos van vier jaren) ons Par lement tot sieraad heeft gestrekt. Bij welke presidiale rede zich die van den minister-president nor. Ruys de Boeren- brouck prachtig aansloot. De Tweede Kamer hoorde die huldiging der nagedachtenis van den grooten De Sa vornin Lohman op 12 Juni in eerbiedig- staande houding aan. Men besefte, in elke politieke sfeer, dat heengegaan was een, wiens gemis voor- loopig niet is aan te vullen. Allerminst in de chr.-historische gelederen. Maar evenmin wat de verdere „politieke sfeer" van het Parlement 'betreft. „Es s'en vont"Ze zij» verdwenen, heengegaan, de waarachtig-groote figuren- Straks is ook een mr. Troelstra verdwenen. De gedachte aan het gemis wekt hevigen weemoed Wie zal hen vervangen? We zijn in de periode van de epigonen, der figuren van het tweede plan. Terwijl wij juist Jfcans de krachtigst») noodig hebben. De Tweede Kamer heeft op 12 Juni, om daarop terug te komen, nog vele uren lang „geboomd1 over de kwestie van de .poenale sanctie bij de Indische koelie-ordon nantie. Minister De Graaff, van Koloniën, hield wederom een van zijn kurkdroog-zake- ljjke, wei-knappe speechjea Ten slotte is ft aldus geloopen, dat die Commissie overnam een amendement-' Scheurer, vragend: herziening van de koelie ordonnantie om de vijf jaren, met de bedoe ling geleidelijk tot afschaffing te komen van de poenale sanctie. Dus: precies, wat de heer Schaper be geerde! Feitelijk had deze dus zijne oondlusiëin, daartoe strekkend, kunnen intrekken. Waarom deed de sub-leider van de S.D. AP. dat niet?.... Over het antwoord op die vraag «al ik niet verder „piekeren". De leider van de vrij»-democraten, mr. Marchant, deed den heer Schaper even ge voelen, dat de poltiekerij hem hier leidde. De heer Schaper leed' nederlaag. En de meerderheids-conclusie werd goed gekeurd. Op dien 12en Juni kwam de Tweede Ka mer nog tot het ontwerp betreffende de Ruil verkaveling. Wij hebben bier te doen met iets splinternieuwa ft Staat vast, dat dit ontwerp, waarvan de verdere afdoeöing is gesteld aan het eind der agenda, dus: op Vrijdag 20 Juni, als wanneer de Kamer op zomer-recès zou gaan, tenslotte met overgroote meerderheid zal worden goedgekeurd. Het heeft de prachtige strekking in landbouw-kringen hunkert men naar de goed keuring ervan, om de gelegenheid open te stellen, daar waar landelijke eigendommen zeer verspreid liggen, een voor landbouw bedrijf ongunstigen vorm hebben of gebrek kige uitwegen of water-afvoer, eene be tere economische indeeling te krijgen, waar door de productiviteit van den bodem wordt verhoogd. Dit laatste, weten wij immers allen, is nu van zoo groot volksbelang!. Tot nu tce kon eene kleine meerderheid van halsstarrigen de Ruilverkaveling tegen houden. Daaraan maakt dit ontwerp, ieders rechten respeot eerend, een einde. Minister Ruys de Beerenhrouck heeft 1d de Tweede Kamer-zitting van 12 Juni ver duidelijkt, dat volgens zeer-deskundige ver klaringen de Ruilverkaveling niet meer dan circa 12 per HA. zal kosten. Van onteigening Is hier, bevestigde de minister, geen sprake. Verhooging der productiviteit van den bodem, is hier het groote gelang, ook in landbouw-kringen grif erkend. In de vergadering van Vrijdag 13 Juni werd, na het begin van den dorren tocht door de artikelen en amendementen, de finale tocht door dat ontwerp, bepaald op het einde der agenda. Ik memoreerde reeds: aan het goedkeuren, door de Kamer, van dit wetsvoorstel behoefde niemand een oogeriblik te twijfelen. De week van 1720 Juni begon met eene „regeling van werkzaamheden", die van be- teekenis moet worden genoemd, \Er is: het nieuwe ontwerp voor Tarief van Invoerrechten, Dat Vader Staat tien millioen gulden moet opbrengen. De fiscale herziening. President Kooien stelde Dinsdag 17 Juni- middag voor, dat ontwerp den 2en Juli in de afdeelingen te onderzoeken. In de verwachting, dat de Tweede Kamer, de Senaat zal .tot bij of in Augustus heb ben te werken!, op Vrijdag 20 Juni met groot zomer-recès zou kunnen gaan. Op haar agenda stonden nog twee groote dingen: het ontwerp-Rutgers betreffende de Plaatselijke Keuze-Drankwet en: de inter pellatie-Boon over de weigering van de Re geering om goed te keuren de Stafuten der Vrijdenkers-vereeniging .,De Dageraad Deze laatste was de groote, lastige „per kara".... De heer Schaper, sprekend immers na mens de S.DA.P. nu, wilde, da: in Sep tember eerst het Tarief-ontwerp in de afdee lingen zou worden onderzocht Hij stelde zijn voorstèl-daartoe tegenover dat van president Kooien, willend dat het afdeelings-onderzoek reedis den 2en Juli a.s. zal plaats hebben. Van 20 Juni tot 2 Juli zou dan aldus de overweging der Centrale Sectie, de Kamer gelegenheid hebben gehad om de voorstel len tot wijziging van het Invoerrechten- De .^Dageraad"-Interpellatie. tarief na te gaan. Minister Oolljn, bracht mr. Kooien to herinnering, hunkert naar de tieni milhoen voor de Schatkist Natuurlijk won hij met groote meerderheid het pleit Den 2en Juli bjb. komen de Tariefvoorstel- len in de Kamer-sectiën. In het Lagerhuis gaat 't nu, waar men naar 't emdstation-1924 rent met zeer be kwamen spoed, s Op Dinsdag 17 Juni werd o.m. goedge keurd het ontwerp tot wijziging van de wet- 1865, regelend de uitoefening der genees kunst' waardoor vroedvrouwen in urgente gevallen d© bevoegdheid krijgen geneesmid- delen voor te schrijven. En w ij kwamen aan het ontwerp-Rutgers ca betreffende de Plaatselijke Keuze Dat heeft, weet men, de strekking om wanneer de helft-plus een der kiezere bevolking van eene gemeente zich verklaart voor het „droogleggen" (dn aükoholischen zin) in eene gemeente, het voorstel daartoe aan de Kroon te doen. Wat practiech wel beduidt, .dat de Kroon dan goedkeuren zal het verbod van verkoop van aikoholische dranken, in koffie* huizen e. d., in zulk eene gemeente. De vraag is: mag men zulk middel in den strijd tegen het aooholisme doeltreffend! noemen? Is het toelaatbaar? Daarover is in de Tweede Kamer op dien Dinsdag 17 Juni eeer-zwaar en -tong „ge boomd". 't Geldt hier een heel-oud geval Het ont werp-Rutgers werd vroeger reeds ingediend En 'toen: aangenomen door de Tweede, verworpen in de Eerste Kamer. Nu was het wederom aanhangig gemaakt De vaak-herhaalde argumenten werden gerepeteerd. Van katholieke zijde werd, bij monde van Mevr. Bronsveld—Vitringa, het ont werp bestreden met het argument, dat men in den strijd tegen het ellendige, het gezins leven vernietigende, ontwrichtende alcoho lisme niet met geweld, maar door goed voor beeld den demon der ellendige drinkgewoonte dient te bestrijden. Sluit men de kroeg, aldus mevr. Bronsveld, dan werkt gij .er toe meè om „de drankflesch" op de tafel in het gezin van den „patator", den Hkkebroer, ■te plaatsen. Ook de vrij z.-democratische mevrouw mr. BakkerNort bestreed het ontwerp. Erop wijzend, dat de drankbestrijding, zooals die nu is, toch heeft 'bereikt, tot van 1896, toen het alcoholgebruik in Nederland 8.88 liter per hoofd bedroeg, in 1923 dit verbruik gedaald is tot 2.16 liter. Geen kleinigheid voorwaar!.... Waarom dan: dwang? Mr. Dresselhuys zei ook zijnerzijds: zulke wetsdwang kan slechts door noodzakelijkheid worden gemotiveerd1. Wijlen De Savornin Lohman heeft gezegd:: „De wetgever heeft nooit iemand, nooit één enkel mensch zedelijk of braaf weten te maken!...." 1 Er zijn tegen dit vooratel-Rutgers, sterke argumenten bijgebracht. De menschen, aldus mr. Dresselhuys, worden gejaagd van „droge" naar nabu rige „natte" gemeenten. Het ontwerp, hoe goed en nobel ook be doeld, heeft slechts een propagandistische strekking. Om te komen tot algeheele drooglegging, ft Is: een eerste schréde op den weg, in Amerika tot „the bitter end" gebracht. Dat is tenslotte, ook erkend door Mejuffr. Groeneweg en door mr. Rutgere, den vooreteller. Ten slotte werd door de Kamer verworpen, met 4133, een amendement-Abr. Staalman, hetwelk de strekking had om te vorderen, dat niet de helft-plus één, maar driekwart-plus één der bevolking van een ge meente droog-legging kunnen vorderen. Het ontwerp-Rutgers zelf werd aangeno men met 4430. In politiek-bonte stemming. Terwijl vele katholieke afgevaardigden- er zich tegen verklaarden. Zal ook deze tweede maal de Senaat de po ging-Rut gers verijdelen? 't Is zeer dubieus. En zeer vvaarschtjnHjk, dat de beslissing tot het volgend zittingjaar zal worden ver schoven. De Senaats-agenda is al overrjjk-genoeg! Iln de zitting van Woensdag 18 Juni is dan aan de orde gekomen de interpellatie van den Vrijheidsbon der mr. Boon over het weigeren van de Koninklijke goedkeuring op de gewij zigde statuten van de Haagsche afdeeling der Vereeniging „De Dageraad". 1t Was te voor zien, dat deze kwestie beroering zou brengen in de atmosfeer der Kamer. En aldus is ook geschied. De vraag, die mr. Boon, de interpellant, stelde, was inderdaad zonderling. Hij vroeg minister Heemskerk, of deze niet van oordeel was, dat de hier-bédoeld© weigering moet geacht worden te zijn in strijd met de Grondwet, alsook met de wet op vereeniging en vergadering van April 1855? Men stelle zich eens voor, dat een minis ter, welke het Kon. Besluit tot goedkeu ring heeft tegengehouden (als in dit geval) eens toestemmend zou hebben geantwoord I Daarover ging 't hier dan ook niet. Tn den ja re 1856 is te onzent volgens het ontwerp-Donker Ourtius, het recht van vereeniging en vergadering aldus gere geld, dat slechts verboden zijn vereenigingen, waarvan het streven in strijd is met de open bare orde, de gehoorzaamheid aan de wet, de goede-zeden en de eerbiediging van iedere rechten. Beantwoordt een vereeniging van atheïs ten, als „Dé Dageraad", niet aan deze eischen? Daarover ging ft hier. Had de Regeering, die verder ton de wet van 1855 aanduidt zich niet heeft te be geven in kritiek op het streven van welke vereeniging ook, toe erkenning van rechts persoonlijkheid vraagt, recht om de Kroon voor te stellen, goedkeuring van deie „Dage- raato'-statuten te weigeren? Mr. Boon zei, tot tot Kabinet ons wij te rugvoeren tot de dagen, toen lm de Repubüo der Geuniëerd© Provinciën de Gereformeer de staatskerk de lakens uitdeelde. Hij sprak de meening uit, tot wij ons hierop een zeer gevaarlijken weg bevinden. Brekend me. Thorbeckete stelregel, dat geloofsverschil geen onderscheid in rechten imag vormen. Waneer de „Dageraad" een verboden ver eeniging wordt geacht, waarom te dan geen strafvervolging tegen haar ingesteld? Minister Heemskerk heeft daarop geant woord zonder de lustigheid en genoegelijke vermakelijkheidi van betoog, welke iZ. Exc. (zooals dé heer Gerhard opmerkte) gebruikt wanneer hij zich sterk gevoelt in het Parle ment. Terwijl hij (zooais nu) dór-zakelijk, haast Bamber, is in het besef, dat hij eene zwakke zaak verdedigt. Minister Heemskerk zei op toen 18en Juni, dat Z. Exc. ieder in Nederland zooveel moge lijk vrijheid wil laten. Oók de atheïsten vpn „De Dageraad!"!ft Ging hier slechts om eene wijziging van d)e stafalten der atheïsten- vereeniging. In toe wijziging wordt voorop gesteld het streven naar vrije ontwikkeling van dé menschelijke persoonlijkheid. Door de vrije getochte. Het atheïsme wortty scher per dan vroeger geaooentueerd. En: de toe passing daarvan. Vrijheid van geloof of ongeloof, ze minister Heemskerk, heeft hiermeë niets te maken. Ieder in Nederland is vrij om on- geloovig te zijn, alsook om toe meening te propageeren. Maar: het nieuwé statuut van „De Dageraad", de vrije en volledige ont wikkeling van de menschelijke persoonlijk heid, los van ieder geloof in God, dat ach'. Z. Exo. van Justitie anarchistisch. In strijd met de goede zeden en met de hoog-te-hou- den christelijke traditie. ft Is te begrijpen, tot deze ministeriëele toelichting der weigering beroering wekte. Mr. Boon, de interpellant, diende ijlings een motie in, waarbij de Kamer als'haar óór deel zou uitspreken, tot de weigering der Kon. goedkeuring in deze geen steun vindt in een juiste uitlegging der wet van April 1856 (op vereeniging en vergadering). De soc.-democraat Kleerekoper hield eene zeer mooie rede, waarin hij o. a. in her innering bracht, dat wijlen De Savornin Loh man in „Onze Constitutie" heeft betoogd, to dé Minister van Justitie met de innerlijke be doelingen van eene vereeniging, w rechtspersooniijkheids-erkenning vraagt, niets heeft te maken. Lohmanwilde niet weten van Koninklijke erkenning van sta tuten; wensohte toe te vervangen door In schrijving in een register. De heer Kleerekoper wees er ook nog op, dat achtereenvolgens de ministers Modder man, Heemskerk Am, Ruys Sr., Van Hou ten en.deze bewindsman mr. Th. Heems kerk, als minister van Justitie-ad interim in 1910, de Statuten van „De Dageraad" hebben voorgedragen ter goedkeuring, aan de Kroon En de heer Kleerekoper vroeg, wat mr. Heemskerk er wel van zeggen zou als bijv, een katholieke opvolger van Z. Exo. op ze keren tog op grond van gevaar voor zeden-bederf,. de gestie eener Calvinisti sche vereeniging zou verbieden? Ik wil hier nog aanstippen, tot de Calvi nist, prof. Visscher, de Utrechtsche theoloog, de opvatting van den minister met alle warmte verdedigde. O.in. zeggend, dat het atheïsme de menschheid zou leiden tot massa zelfmoord door zenuwziekte. En er was nog de soc.-democratische pae- dagoog Gerhard, erkennend, dat hij, atheïst, lid van „De Dageraad" is, toe kwam verklaren, tot in wat deze vereeniging beoogt sinds 1883 geenerlei verandering is gekomen. Hij zei: De Regeering bevindt zich hier op een zeer gevaarlijken weg. Laten wij vast houden aan de goede oude traditie in Neder land om de vrijheid der gedachte èn van het propageeren daarvan te eerbietogen. De beer Gerhard diende een motie in, waarbij de Kamer als haar oordeel zou uit spreken, tot de hierbedoelde weigering der goedkeuring van statuten ten-onrechte is ge schied op gronden van beoordeeling der on derstelde geestesrichting van adressanten. Terwijl de toelichting, aan déze beslissing van Regeerimgswege gegevens den indruk moet wekken, dat men hier te doen heeft met het inluiden der opheffing van de bij de Grondwet gewaarborgde opheffing van de vrijheid der getochte en de propaganda daar van in Nederland. Wat moet worden be schouwd als ernstige miskenning van de vrij beid voor gewetensovertuiging. Toen de Tweede Kamer in den zeer-laten middag van 18 Juni uiteenging tot den vol genden dag, waren er nog vijf sprekers in geschreven. Ik heb zoo'n idéé; tot minister Heemskerk tóch nog betreurt, de Kroon niet geadviseerd te hebben de wijziging dér „Dageraad"-eta- tuten goed te keuren. Zwaar en gevaarlijk is de knuppel, door hem in het politieke hoenderhok geworpen!.... Mr. ANTONIO. Oonserveering van haring en paling. Verschenen is no 6 der Verslagen en Mededeelingen van de afdeeling Vissche- rijerj van het Departement van Binnen- landsche Zaken en Landbouw, „Rapport over conserveering van haring en paling". Toen Centraal- en Oost-Europa die steeds de voornaamste afzetgebieden van onze visch waren geweest, door den voortdurende achteruitgang der koop kracht van hun bevolking allengs uit de markt verdwenen en bovendien de uitvoer naar andere landen verminderde, trad, naar ln het voorbericht wordt opgericht, het belang van goede conserveeringsmet- hoden meer op den voorgrond. Voor de vermindering der afzetgelegenheid toch kon onze handel voor een belangrijk deel alleen vergoeding vinden in een verrui ming van net debiet in yerder afgelegen streken en deze was niet mogelijk voor een deugdelijke verduurzaming. Op het oogenblik zijn de vooruitzichten voor onzen vischexport, dank zij db ver betering der flnancieele verhoudingen Ingezonden mededeellnfc. Bii Huidleuk en ook bij Muggenbeten geeft het inwrijven met PUROL dadelijk verlichting. BIJ Apoth. en Drogisten. veel gunstiger en bestaat er dus niet meer zoo dringende noodzaak voor het zoeken van nieuwe gelegenheden tot afzet. Ook onder de gunstigste omstan digheden echter blijft een ontwikkelde vischconservenindustrie van groot belang voor onze visscherij. Jmmers zij doen de vraag' naar visch toenemen en kan dus een factor zijn voor een grooteren bloei van ons visscherij-bedrijf. Voorts wordt ér op gewezen, welke groote beteekenis de industrie van visch- conserven in andere landen heeft en welke nieuwe perspectieven zij zou kun nen openen voor het Nederlandsche be- Tn verband met het groote belang, dat de conserveering dus voor de visschory kan krijgen, werd het Rijksinstituut ypor hydrografisch vischerijonderzoek te Hel der meer in hoofdzaak met het doen van onderzoekingen op dit gebied belast en werden voorbereidende maatregelen ge troffen om dit instituut te verplaatsen naar 's-Gravenhage, dat voor het noodige con- taet met het visscherijbedrijf gunstiger gelegeta is. In het bijzonder werd er aan opgedra gen een onderzoek in te stellen, naar de gebreken, welke der bereiding en ver pakking van onzen gezouten haring "n bokking aankleven, naar de middelen, om hierin verbetering te brengen en naar de nieuwe, althans in ons land nog niet gevolgde methoden, welke met succes voor de conserveering van haring kunnen wor den toegepast. In het rapport nu doet de Directeur van het Rijksinstituut voor hydrografisch visscherij onderzoek mededeeiing van de resultaten, waartoe deze onderzoekingen tot dusverre hebben geleid. Bovendien geeft hij verschillende nuttige wenken voor de bereiding van een ander product onzer conserven-industrie, de zoo bekende paling in gelei. In de binnenlanden van Zuid-Afrika Een beroemde Amerikaanaohe ontdek kingsreiziger, majoor £L Elexander Po- we^ is dezer dagen te Parijs terugge keerd van eem reis van zeven maanden door het „duistere Continent", waarmede dan het nog weinig bekende deel van Afrika bedoeld is. Powell heeft hierover een boek ge schreven en in een bespreking daarvan haalt de „Chicago Tribune" ©enige frap pante staaltjes aan van de zeden en ge bruiken, welke bij de wilde negerstam men.' nog steeds heersohen. „Zij, die de wereld ervan trachten te overtuigen," zoo zegt Powell In etijn boek „dat de dagen van het kanniba lisme tot de grijze histórie behooren, ge ven eenvoudig het bewijs, dat zij niet weten, waarover zij spreken. Overal in de streek van de Luababo-rivier en den Boven-Congo viert het kannibalisme nog heden' ten dage hoogtij, en deze, voor ons Europeanen ©enigszins griezelige zede, is zoo vast ingeworteld, dat het nagenoeg ondoenlijk is, haar uit te roeien. Ais men bedenkt, dat de oppervlakte van dit ge bied zoo groot is ais één-derde deel van de V. S. en méér dan 11 millioen inwo ners (allen inboorlingen) telt, en voorts, dat er slechts e>en 6000 Belgen leven, dan zal men begrijpen, hoe weinig kans van slagen men in die richting heeft. Zeer ze ker; ijveren <Je Belgische kolonisten ern stig voor de opheffing van dit barbaarsch gebruik, doch, zooals gezegd, hun invloed is te gering en de «ede te vast ingewor teld. Ook beschrijft Powell ln zijn boek de gebruiken en ceremonies, welke aan de hoven van machtige negerkoningen gel den. Hieromtrent vermeldt hij de navol gende verbazingwekkende bijzonderhe den. -Er ia één groot stamhoofd in het ge bied' van de Boven-Luabebo, wiens aan zien zóó hoog is, dat hij niet zooals ge wone stervelingen, op den grond mag neer-hurken. Zijn zetel bestaat echter uit een tweetal slaven, van wien één hem dient tot zetel en die andere tot leuning, waarop hij zich bebagefgk kan uitstrek ken." „Het vorstelijk leger, waarop Zijne Hoogheid zich des avonds neervleit, is echter van nóg verbluffender samenstel ling en bestaat uit een vlechtwerk van twaalf slavinnen, die dienst doen als ma tras. Hoe ongelooflik dit alles ook klinkt. Po. wefl verklaart, dat hij zulks, hoewei hij aet zelf niet heeft kunnen oonstateoren. hoegenaamd niet onmogelijk acht, gezien de andere zeden en gebruiken, welke hij met eigen oogen heeft aanschouwd. Ook enkele komische staaltjes komen in zijn boek voor. Zoo verhaalt hij. hoe hii eens een groot ceremonieel feest van in. boorlingen bijwoonde, Het feest weid. zoo- opsstakteid door dan sen, uitgevoerd' door.wonder-dJokters, ma giërs, onder begeleiding van inheemsZ echter hoe het ding daar verzeild was echter hoe het ding daar verzeil was geraakt vermeldt de historie niet - S ^amofoon aanwezig. De ceremonie soeéL gon te spelen van: „Yes, we haveno h£ nanas, we have no bananas to-day?" 1920 zette deze hoogleeraar in „de Gids" uit een, boe van het socialisme, in de na-oorlog- sche dagen, plotseling te veel geöiacht weid; het overspande zich en stortte in. In een tweede artikel in het Maart-nummer van „D© Gids" schrijft prof. Van Blom wederom een artikel over „Socialistische Zorgen", een arti kel, zoo zegt de heer v. d. G., „zooals hij er maar weinige geschreven heeft en zooals ook een groot mensch maar enkel© malen in zijn leven zou kunnen schrijven"In tot artikel zet de hoogleeraar uiteen, hoe de histo^Bo^ materialistische getochte, dat de maatschappij ziobzelve gereedmaakt voor de komend© socialistische voortbrengingswijze, ln botsing komt' met de historisch-idealisüeche, waarbij de geest zelfstandigheid voor zichzelf op- eischt. En deze idealisten nu komen voor allerlei moeilijkheden' te staan, toe voor hun materialistische voorgangers niet Ixvstendea diezelfde zelfstandigheid, of betrekkelijke o». afhankelijkheid jegens het maatschappelft milieu, die immers juist «ij met zoov«(| kracht opeischen voor den menschelijk* geest. Nog andere artikelen over dit probleem worden door den heer v. dL G. besprokem o. a. van prof. Eigeman in „Onze Eeuw* (Maart en April 1924); prof. Banger, e. a„ en ref. komt tot de verheugende oonclusie, tot de idee, toe aan de praktisoh-ldealistiBohe be- weging ten grondslag ligt, meer en meer om zich heen grijpt en zelfs de eigen term, die deze idee uitdrukt, door menschen van het gezag dezer hoogleeraren, wordt overgeno men. Daarom rusten, zoo zegt hfl, op de ver tegenwoordigers onzer beweging groote ver plichtingen, o.e. deze, de noodwendigheid aan te toonen van de komst van ft Booialiam^ het durven zien in de geschiedenis, even goed als het htetorisch-mate rialisme dit durf de, en de soa leer onder de menschen brengen. Sprekend over „Het Tooneel en Wij" zegt de heer A. L. Broer, na een kort overzicht van enkele stukken: „Een volmaakter tooneel kan waarschijnlijk pas komen in een cultu reel hooger staand tijdperk, van meer eenheid en geestelijk besef, dan wij thans beleven. Maar beide worden in onze togen voorbereid. De groei zal sneller zijn naarmate onze be langstelling voor wat nu reeds aan beter en rijker makend tooneel gegeven wordt groo- ter is". S. O. van Alphen bespreekt enthousiaë Margot Vosf „Nieuwe Lent", en M. A. Ro mers doet een poging tot verklaring van to wezenlijke beteekente van het idealisme. „Idealen rijn gemeenschapsproduoten", zoo zegt hij, „de wijze waarop ril historisch tot aaqzijn komen, is ook weer bppaald door velerlei historische factoren.... Zielkundig zijn rij te begrijpen als ethtech-aesthettech© reactie van de ziel der menschheid". De aflevering bevat voorts nog allerlei lezenswaardige artikelen, boekbesprekingen, beschouwingen, enz. DAMRUBRIEK. Alles betreffende deze rubriek te a<^es- seeren aan: Den D&mredacteur der Heldersohe Omrent, Vatteriusstraat (Mhute, Amsterdam. Hieronder een prachtige slagzet uit het boek van de Haas en Battefeld „Het Damspel". - zsma. -V- z/j mm Stand in cijfers Wit: 16, 26, 27, 81/84, 86/89, 41 48/46- Zwart aan zet, wint alz volgt 1. 2. 8. 4. 6. 6. 7. 8. 9. 10. Wit 84 33 25 84 26 27 16 87 15 25 24 84 23 28 16 18 48 18 Zwart 26—80. 24—29. 19 80. 23—29. 17—22. 16—21. 7—12. 13 42. 4—10. 8 461 Een mooi combinatie I een interessant artikel van mr. M van der SSlShe&teph'igetitl!d .,.'Naar 6011 socialistische Phüosophie". Het artikel is u'rof"Van*Ri Samenvatt;in8 van artikelen van prof. Van Blom in „De Gids", a. In Aprü Stand in cijfers: en dam °p201 t21, 26, 27, 86, 86 en dam op 89. Hier wint Zwart door de volgende leerzame afwikkeling Wit Zwart l' 18—22. 27 7 29 1. 21 12 1 43 gewouuen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 8