1 Tweede Blad. PLAATSELIJK NIEUWS I VAN DINSDAG 24 JUNI 1924. A HA DE REKENING 1922 VAN DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND. Uit de bladen is reeds bekend, dat de Pro vinciale rekening onzer provincie sluit met een batig saldo van 6.612.540.51°, een be drag, dat vooral in deze tijden opzien baart, waar allerwegen met tekorten op den open baren dienst wordt gewerkt. Ook het jaar 1921 gaf reeds een belangrijk overschot, dat op de begrooting voor 1924 gedeeltelijk tot. belastingverlaging is gebe zigd, doch grootöndeels In een apart fonds is gereserveerd. De provinciën zijn met hunne rekeningen een jaar later dan de gemeenten en zij heffen als belasting bijna uitsluitend opcenten op de Rijksbelastingen. Vandaar, dat dus niet moet worden ge dacht, dat de provinciën zulk een voordeelige posiitie innemen, doch alleen dat de invloed der tijdsomstandigheden wat later aan den dag treedt. De hooge opbrengsten der Rijks-' belastingen in de jaren 1921 en 1922 laten zich thans nog bij de provinciën gelden; doch met den val, die deze belastingen na 1922 hebben gemaakt, zal ook in de gewesten de toestand der financiën meer zorgelijk worden. Dit blijkt reeds hieruit, dat het saldo der rekening 1921, groot 6.569.571.33°, voor het grootste deel, nJ. voor 5.402.746.69°, door eene hoogere opbrengst der inkomsten, (waarvan alleen 4.523.551.16° hoogere be lasting), werd veroorzaakt, terwijl het over schot van 1922 slechts voor 2.347.956 door hoogere inkomsten, (waarvan 2.174,629.32 belasting), en overigens door 4.264.584.51° mindere uitgaven dan geraamd waren ver kregen. Naast elkaar staan deze jaren ongeveer als volgt tegenover elkaar, waarbij in acht dient te worden genomen, dat buitengewone mid delen en uitgaven (dus uit leeningsgeld) in de provinciale rekening niet streng zijn geschei den, sommige hoogere inkomsten eenvoudig achterstallige vorderingen van een voorgaand dienstjaar zijn, terwijl sommige niet gedane uitgaven een volgend jaar zijn gekweten. Bij gebrek aan een balans is de toestand dus nooit precies aan te geven. Voor ons doel geven de volgende staaltjes echter genoeg licht. Hoogere opbrengst 1921 1922 Belastingen 4.523.551.16° 2.174.629.32 Bijdrage Watersnood 215.436.35 71.162.85 Bjjdr. krankz.- verpleging 27.644.33° 70.255.32 Rente 509.636.70 12.229.80 ontvangsten 126.478.14° 19.678.71 Totaal meer ontvangsten 5.402.746.69° Minder uifgaven Vergoeding aan het Rijk 21/» der onzuivere opbr. opcent. Huish. kosten Onderwijs Volksgezond heid Diverse Onvoorzien Buitengewoon 99 117.477.44 10.802.27° 473.802.13 11.241.81° 90.856.12 48.697.47° 403.947.38° 2.347.956.- 472.38 44.347.09 115.107.46 12.783.38 77.943.26 „2.242.338.25° 1.771.592.69 Totaal minder uitgaven 1.156.824.64 4.264.584.51° Tot. Generaal 6.559.571.33° ƒ6.612.540.518 Zander de buitengewone posten mede te tellen staat de zaak dus zoo, dat in 1921 het overschot werd1 verkregen door ƒ5.402.746.695 hoogere inkomsten en slechts 752.877.25° mindere uitgaven en in 1922 resp. door 2.347.956 en 2.492.991.82°. In hoofdzaak is de besparing in 1922 ver kregen, doordat de post Onvoorzien, die met het oog op den toestand van het P.E.N. zoo hoog was uitgetrokken, grootendeels onge bruikt bleef. Voorloopig laat het zich aanzien, dat 1923 ook weder een batig slot zal opleveren, daar de raming der opcenten-opbrengst zeer voor zichtig is geschied en wel zal worden over schreden, terwijl door bezuinigingen vooral in de Ziekenhuizen, de uitgaven ook wel zul len meêvallen. Hoe het ook zij, de toestand heeft voor Noordholland dit voordeel, dat men in staat is, in een rustige sfeer de maatregeleh te ne men, die noodig zijn, om over eenigen; tijd ook het hoofd aan kwader tijden te kunnen bieden. Dat er reeds tweemaal eene belastingver laging kon plaats vinden, die niet te spoedig (en naar wij hopen heelemaal niet) zal wor den gevolgd door een nieuwe verhooging, is vooral te danken aan het feit, dat in de goede jaren niet geschroomd is, belasting te'heffen. Men heeft ons wel eens verweten, dat er meer is geheven dan in het betreffende jaar noodig was; doch ten eerste ziet men dit be trekkelijk altijd achteraf en tweedens waren in de jaren 1919 tot 1923 allerlei zaken bij het Provniciaal bestuur in voorbereiding, die aanstonds, als de tijden juist op het slechtst zijn, groote offers zullen vragen. Men denke aan de uitvoering der Wegen- en Kanaal plannen. Vergete men verder niet, dat in de Wa- tersnoodlasten een grooter aandeel door de provincie zal worden genomen en dat de toe-, stand van het P.E.N. in (Me voorgaande jaren zeer ernstig was en dus groote voorzichtig heid noodig maakte. Wij hebben het vertrouwen, dat de pro vincie Noordholland met beleid door de finan- cieele misère zal kunnen worden heenge- loodst zonder dat zij, van de door haar opge nomen of voorgenomen taak behoeft af te zien. En dat mag een gelukkig verschijnsel hee- ten, m deze tijden. Haarlem, 8 Juni 1924. M. Bij het te den Haag gehouden exa men voor het verkrijgen van het Rijks certificaat van Radiotelegrafist slaafde de heer B. G, Donderdahl, leerling der Ra- dioschool alhier. i Gisteren slaagde te Amsterdam voor de L. O. akte onze plaatsgenoot de heer G- v.' d. Hoeden, leerling der Chr. Normaallessen alhier Buitenlandsch bezoekt Van 4 tot 9 Juli zullen de Zweed sche opleidingsschepen „Majaden" en „Jarra- mas", onder bevel van korvettenkapitein Graaf Wachtmeister Willemsoord be zoeken. De bemanning van beide schepen, tezamen bestaat uit 8 officieren, 14 onder-officieren, 30 korporaals en 188 scheepsjongens. Prov, Staten van Noord-Holland, De agenda «voor de Juli-zitting bevat o. m. de volgende punten: Voorstellen tot wijziging van het bijzonder reglement van bestuur, voor den polder Hel der en. Huisduinen. Het bestuur van den polder Helder en Huisduinen stelde Ged. Staten in kennis met den wensch v,an het college van Hoofdinge landen van dien polder, dat in het bijzonder reglement van bestuur voor den aanslag in de polderlasten een minimum van 0.25 zou worden vastgesteld en het vaste minimum der uitkeering tot afkoop van de lasten voor de perceelen in het Oostelijk deel des polders, wejk minimum thans 100 per H.A. be draagt, tot 200 zou worden verhoogd. Ged. Staten achten een wijziging ge- wenscht', dach stellen voor, deze als volgt te doen luiden (art. 9 le lid): De'omslag voor de polderlasten geschiedt bundersgelijk met een minimum van f 0.25 voor den geheelen aan één eigenaar toebe hoorenden grondeigendom in den polder. Voorstel tot het verleenen van een bijdrage uit de provinciale kas voor het ^vervangen van het pontveer nabij de Kooij over het Noord-Hollandsch Kanaal door een vlotbrug. De Strooweg. Het verkeer langs den Strooweg is vooral s'nds de totstandkoming van den weg naar Callantsoog sterk toegenomen. De gevolgen zijn, wat laatstgenoemden weg betreft niet uitgebleven. Wij wezen er reeds op, hoe die hier 'en daar stukge reden is. Nu begint ook de Strooweg, in 't bijzon der nabij den Duinweg leelïjke jfaten en kuilen te toonen, welke een gevaar voor het verkeer opleveren. Het zou dan ook zeer gewenscht zijn, indien daarin spoe-' dig werd voorzien. Als er een ongeluk ge beurt, b.v. met een volle autobus, is het te laat! Ontsiering van den SIngeL De Singel, zooals wij dien na de tot standkoming van het Spuikanaal kennen, is ongetwijfeld een van de mooiste en aan trekkelijkste wegen in de gemeente en kan dit in die toekomst nog meer worden. Reeds wordt bij het bebouwen er mede rekening gehouden, dat het hier een voor name straat betreft. Wij betreuren het dan ook zeer, te moe ten ontdekken, dat door de Rijkstelegraaf in de nabijheid van de Langestraat groote, onooglijke houten palen in den berm aan de kanaalzijde zijn geplaatst, welke de om geving ontsieren. Indien plaatsing aldaar onvermijdelijk was, had men dan geen be hoorlijke ijzeren palen kunnen bezigen? Het Helden der Zee-fonds. Naar het Vaderland verneemt, zal het Revue-gezelschap Henri Ter Hall een eereavond geven voor het Helden der Zee- fondls. De uitvoering heeft plaats Domr derdagavond 26 Juni an. Do rus Rijkers zelf zal met eenige para nimfen, schipper Klaassen, Ad, Kuiper, Jan Bijl en Simon Diedenhofen, allemaal heeren met meer dan'300 reddingen van menschenlevens, aanwezig zijn en Dorus Rijkers heeft verzocht, een woordje te mo gen, hetgeen hem is toegestaan. Geen twijfel, of het zal een alleraardig ste -avond1 wordien en een mooie gelegen heid voor het publiek, om aan -die echte jongens van Jan de Wit eens even te to ten merken, dat ze niet meer de ondahk- baar-vergetenen zijn. Te Rijswijk nabij den Haag, zal men een feestweek voor de menschenredders en in het bijzonder voor het Heidien der Zee fonds organiseeren. De feestdagen zullen zijn 8, 4, 5 en 6 September. Een Oud-Rijswijksch markt plein met Oud-Hollandsche feestelijkhe den zal worden ontworpen. Muziek- en zanguitvoeringen1, openluchtspel, omme gangen zullen plaats hebben. Het d'agelijksch bestuur is in handen gesteld van de heeren Henri Ter Hall, voorzitter, Bordewijk, secretaris, wethou der Whitlau, penningmeester, en van de dames Lurulf, Dirkzwager en Ter Hall. In het Comité voor de Algemeene zaken heb ben zitting genomen als eerevoorzitter burgemeester Pape, en als voorzitter en secretaris onderscheidenlijk Henri Ter Hall en Mevr. Köchlin. Uit het Politie-rapport. Zaterdagmiddag moest dé politie op treden tegen twee kooplieden, die hoog- loopende ruzie hadden over standplaatsen op de markt. Van een drietal perceelen aan de Ca- lifornistraat, nabij de Breewaterstraat, stortte Zaterdagavond de dakgoot naar beneden op straat, zonder persoonlijke on gelukken te veroorzaken. De politie zag er op toe, dat de goot werd opgeruimd. Twee mariniers deden aangifte mis handeld te zijn geworden door iemand, die, naar zij verklaarden, als portier aan het Bondagebouw dienst deed. 'Bekeurd' werd een verlofhouder, ter zake drankwetovertreding. Op den Huisduinerweg werd Zondag middag 'tusschen 4 en 5 uur, een 17-jarig meisje uit de Californiestraat, dat aldaar liep met eenige andere meisjes ter rechter zijde van den weg, van achteren aangere den door een motorrijwiel. Het meisje werd' tegen den grond geworpen en be zeerde zich bloedend aan haar rechter knie, terwijl haar kleeding werdbescha digd, De motorrijder en een vrouw, die op de duo-zitting zat, kwamen eveneens te vallen, doch bezeerden zich niet. Een onderzoek wordt ingesteld. Bekeurd' werd een stalhouder wegens het zondervergunning stationneeren met rijtuigen op het Stationsplein te Huisdui nen. Proces-verbaal wordt opgemaakt te gen een verlofhouder aan den Kanaal- weg, die muziek deed maken in, zijn loka liteit op uren, dat hem daartegen geen vergunning was verleend. Gevonden Voorwerpen. Terug te bekomen aan het Hoofdbureau van Politie: Een sleuteltje met koperen plaatje, een broche met groen steentje, een broche met geslepen steentjes. Verder bij: Oornielje, Langestraat, een armband. Gootjes, Spuistraat 38, een hangertje van een horlogeketting. P. de Lange, Bassingracht 54, een portë- monnaie met inhoud. Daalder, Jansenstraat, een fietspomp. H. Wijker, Vijzelstraat 54 een portemon- naje met inh. W. de Graaf, Parallelweg 30, een koralen rozekrans. Pronk, Binnenhaven 66, een bril Posthumus, Limburg Stirumstraat, een hoedje. Van Leeuwen, Corn. Ditostraat 11, een witte ceintuur. J. Klaver, 2e Vroonstraat 87, een vulpot lood. Feekman, Stakman Bossestraat, een da- mestaschje met inh. Van der Hert, Oude Kerkstraat 23, een hand van een kinderwagen. Peters, Cronjéstraat- 35, een taschje Inh. zakdoek en kettinkje. Van der Veer, Vlamingstraat 34, een' huis deursleutel, een portemonnale met inh. W egenverbeterlng. Met voldoening hebben wij. er steeds gewag van gemaakt, als er bestaande wegen verbeterd, nieuwe aangelegd wer den, omdat dit het aanzien van onze stad verhoogt en het verkeer ten goede komt. Zoo hebben we kortelings den Duinweg (verbinding HuisduinerwegStrooweg) en den verbindingsweg tusschen Java- straat—MiddenwegTuindorp (welken wij „Linieweg" zouden willen noemen) tot stand zien komen, waardoor het wegennet aan de buitenzijde der gemeente een be langrijke uitbreiding onderging* De Duin weg werd zelfs onmiddellijk benut om het verkeer over den Huisduinerweg te ont lasten, doordat aan autobussen en station- neerende auto's en rijtuigen voorgeschre ven werd om dien weg, terugkomende van Huisduinen, te volgen. Ook dit was een uitkomst, doch al spoedig werd ons reeds destijds geuite vermoeden bewaar heid, dat de weg vooral op de plaatsen waar de wrijving met auto- en rijtuig banden het grootst is, dus in de bochten spoedig omgewoeld, mul of hobbelig zou worden. Zelfs kwam op sommige plaatsen de onderlaag van steenslag boven. Het mooie van den Duinweg is er al spoedig afgegaan, wat zeer jammer is. Maar nu zijn de geheele Duinweg en de reeds ge noemde Verbindingsweg onlangs met versch grint bestrooid, waardoor welis waar de kuilen en mulle gedeelten bedekt werden, ihaar waardoor ook bedoelde wegen vrijwel geheel onberijdbaar voor rijwielen en motorrijtuigen zijn geworden en onbegaanbaar voor voetgangers. En de paarden, die voor rij- en voertuigen zijn gespannen, hebben ook een zware dobber. Het grint is, n.1. in een dikke laag opgebracht en weliswaar zagen we, dat er gewalst werd, doch dit schijnt nigt gehol pen te hebben, omdat de onderlaag te hard is en de kiezelsteenen niet er in gedrukt worden. De wielbanden glijden nu weg in het grint, zoodat het voor motorrijtuigen en vooral voor de dik wijls zwaar belaste autobussen niet zonder gevaar is om daar te rijden, van wege het slingeren en trekken. Wij vernamen echter, dat de politie thans in verband hiermede de terugweg van Huisduinen voor autobussen en andere stationneerende rijtuigen voorloopig heeft verlegd over Huisduinerweg en Java- straat, hetgeen ook zeer gewenscht was. Zondag j.1. zagen we de gevolgen voetgangers lispen en wielrijders trachten to rijden over den grasberm, terzijde aan den weg en nog de meeste vermeden het lastige stuk geheel. Aangezien het er naar uitziet, dat deze toestand nog geruimen tijd kan voortduren, is dus het gevolg hiervan, dat zoowel de Duinweg als de Verbindingsweg, juist nu ze in het volle seizoen zoo noodig zijn, practisch voor het verkeer zijn afgesloten. Dat dit zeer te betreuren is zal iedereen toegeven en wij gelooven niet dat er veel verbeterd kan worden, of men zou b.v. het grint weer voor een groot deel op moeten halen en dan opnieuw walsen. Dat men zoo laat is met het van grint voorzien van de wegen, is een gevolg van het later opleveren van den weg, dan men aanvankelijk had verwacht. Wij deelden dit .reeds eenige maanden geleden mede, toen wij over den Duinweg in wording schreven. Nu wij toch over wegen verbetering schrijven, willen we nog even" wijzen op den toestand van den Huisduinerweg. Deze is, vooral in het gedeelte tusschen de fortenlinie en de bocht, vrij slecht en ook kuilen, zoodat verbetering daarvan zeer gewenscht zou' zijn. Dan schijnt men nu bezig te zijn de aanplanting terzijde van üen weg, tus schen den Duinweg en den zijweg naar „de Tuintjes" te herzien en is er van de heesters in wording aldaar vermoe delijk niet veel overgebleven. Wij meenen nog eens de vraag te moeten stellen „Zou het nu geen goede gelegenheid zijn om dat weggedeelte (het is er vrij smal) te verbreeden, door de aanplanting (waar van toch wel niet veel zal worden) op te ruimen en te vervangen dooi een flink flets- of wandelpad Dit lijkt ons van veel meer belang. Erg gelukkig scliynen we overigens met onze laatst aangelegde wegen, door- eengenomen, niet te zijn. En wij doelen hier speciaaltop den Ruyghweg. Het verkeer over dien weg is na den aanleg ook door uitbreiding van de gemeente ter plaatse zeer toegenomen en het gevolg is geweest, dat oqjc hier het wegdek het heeft' moeten ontgelden. Thans is de toestand zoo, dat er van een glad wegdek geen sprake meer is. Overal zit 't met kuilen, gaten en hobbels, waardoor het berijden van den weg alles behalve aan genaam is. En toch maken ook veel wiel rijders er gebruik van (Kazerne Onder zeedienst, Vliegkamp „de Kooy", enz.). In de wintermaanden hebben we gezien, dat de weg na eenigen regenval al spoedig een moederpoel was, zoodat men er liever niet langs ging of het trottoir op vluchtte: Zelfs wielrijders en hand wagenbestuurders deden dat wel, op ge- 'vaar af met de politie in aanraking te komen. En nu het zomer is, is de weg bij droog weer op sommige plaatsen mul en niet zelden waait de stof boog op, tot groote ergernis van omwonenden en voorbijgangers. Afdoende verbetering is dus ook hier noodig en urgent, wil de Ruijghweg niet heelemaal stukgereden en om de daaruit ontstane gevolgen gemeden worden. Wij kunnen ons dan ook niet begrijpen, waar om B. en W. afwijzend adviseeren op het verzoek tot verbetering van diqn weg. Integendeel, ons komt die zeer noodzake lijk voor Wij mogen nog wel met voldoening vermelden, dat thans aan den Huisduiner en Strooweg op de hoeken met den Duin weg nette palen met bordjes, waarop „Duinweg" zijn geplaatst, met als bijzon derheid handwijzers, welke de richting en kilometerafstand naar Helder, Huis duinen en Callantsoog aangeven. 25-jarig bestaan van de R.-K. Spaarbank „H. Antönlns van Padua". Door een aardig meiske, met vroolijk lachende oogen, werd ons bij het binnen komen een eoort van bruidsbouquet in ons knoopsgat gestoken, zoodat we al direct in een| bruiloft stemming kwamen. En deze stemming werd verhoogd toen we de groote zaal van den R.-K. Volks bond binnentraden. De zaal was n.1. voor deze gelegenheid (dat was tenminste de conclusie van uw verslaggever) extra mooi opgeschilderd en overal geurden en kleurden de bloemen. Een strijk-orkest zorgde voor wat opge wekte muziek en overal waren stralende gezichten. Het was dan ook geen wonder, dat Rome feest vierde. 25 jaar bestond bovengenoemde spaarbank en de heer A. J. H. v. Haaren releveerde in zijn ope ningswoord het groote nut van deze bank. Hij wees op de soliditeit van de bank. „Onze spaarbank is sterk en krachtig als een eik," zeide de heer Van Haaren. Als voorzitter van het feest comité rustte op den heer Van Haaren de taak de vergadering te openen. Hij deed dit met een woord van welkom aan alle aanwezigen, in het bijzonder aan de geestelijken, de commissie van Toezicht van den Volks bond, mej. Hoogenbosch en De Haas, het Kerkkoor en het strijkje. Hierna las hij een aantal brieven en telegrammen voor met gelukwenschen en felicitaties. Na een krachtige marsch van het strijk orkest, zong het kerkkoor een tweetal liederen, waarvan in het bijzonder het tweede nummer, „Bede" van Heinze, ons bekoorde. Enkele heel mooie stemmen merkten we onder de zangers op en de bariton-solo in dit lied werd uitstekend gezongen. De heer W. C. van Breda, voorzitter van het bestuur der spaarbank, hield een toespraak, waaraan wij het volgende ont- leenen Feestvierende inlegsters en inleggers, aldus de heer Van Breda. Het is 3 Juni 25 jaar geleden, dat de spaarbank werd opgericht. Wanneer men 25 jaar door den huwelijksband verbonden is, wordt dit feit feestelijk herdacht en wanneer een veneeniging 25 jaar bestaat, laat men dit ook niet ongemerkt voorbijgaan. En zoo meende het bestuur van de spaarbank ook dit jubileum feestelijk te moeten vieren. En er is alle reden toe. Als we in gedachten 25 jaar teruggaan, hebben we reden om zeer dankbaar te zijn. Toen het bestuur overging tot het oprichten van de bank, was de tijd minder gunstig om te sparen. De loonen waren niet zoo hoog en de menschen hadden het geld voor hun levensonderhoud noodig. Er werd in dien tijd weinig gespaard en dan nog zeer onoordeelkundig. Het doel, dat het bestuur zich met de oprichting stelde, was veelzijdig en er waren tal van voorbeelden. Het bestuur meende dan ook zeer terecht door het stichten een groot sociaal werk te ver richten. Maar voor de oprichting heeft men twee dingen noodig, n.1. vertrouwen en de dubbeltjes. En om vertrou wen to winnen, was heel moeilijk. WJj hadden geen geld als waarborg voor de soliditeit van onze bank. En daarom was het voor het bestuur een zware taak om een eerste lnlegging te krijgen en dan, door het beheer van de gelden vertrou wen te verwerven. Kort na de oprichting mocht het ons gelukken een geestelijke, den Eerw. heer Raaymakers, een lezing te doen houden over: „Sparen is zichzelf bewaren". Deze noemde talrijke voorbeelden van verkeerd sparen en wees tevens op de noodzake lijkheid van het goede geldbeleggen. Wij kregen hierna wel eenig vertrou wen, doch nog niet voldoende. En de eerste 10 jaren hebben we dan ook een zwaren strijd gehad. Op het 10 jarig bestaan hebben we wijlen onzen oud pastoor Huygh verzocht een lezing te doen houden over het nut van het sparen. Deze heeft, na er een nachtje over geslapen te hebben, ons ver zoek ingewilligd en zoo'n leerzame lezing gehouden, en zooveel pakkende voorbeel den genomen, dat wij volkomen vertrou wen verwierven. Ja, aldus de heer v. Breda verder wie zijn geld brengt op de spaarbank, wordt slapende rijk. Luid applaus en gelach De spaarbank heeft ook te kampen gehad met moeilijke tijden. Vooral in 1914, toen de oorlog uitbrak. Toen heeft onze geestelijke adviseur, kapelaan Bührs, ons trouw ter zijde gestaan. In die donkere dagen bleek de groote soliditeit van onze spaarbank. Want, waar in begin Augustus alle betalingen werden stopgezet, mocht het ons gelukken deze einde Augustus weer te openen. Toen hebben we gedachtnu zullen we zien, hoe men ons vertrouwt. En ziet, in plaats dat de inleggers hun geld kwa men opnemen, legden ze nog meer in. En sindsdien is. ons kapitaal steeds toe genomen. Spr. wijst hierna op de soliditeit van de spaarbank. In een tijd als deze, waarin de groote banken wankelen, staat onze spaarbank hecht en sterk. Als bizonderheid vermeldt spr., dat de heeren v. d. Bilt, Zoetelief, Mahieu en v. Breda hun funotie in het bestuur sedert de oprichting, dus 25 jaar vervullen. Luid applaus. Eveneens vermeld de heer v. Breda, dat er 3 inlegsters bij de bank zijn van 78 jaar en 2 van 78 dagen. Algemeen gelach. Spr. geeft een kort overzicht van de gelden, die ingelegd en opgenomen zijn sedert 25 jaar. Het totaal bedrag aan ontvangsten is f 813.499.73. Momenteel wordt er gemiddeld f1000.per week ingelegd. Spr. gelooft niet te overdrijven, als hij zegt, dat de spaarbank een stuk sociale arbeid is geweest van het bestuur van den R. K. Volksbond. Verder dankt hij voor het vertrouwen in de spaarbank gesteld, en spreekt den wensch uit, dat over 25 jaar alle R. K. inlegster en inlegger mogen zijn van de R.K. spaarbank „ÏL Antonius van Padua". Vervolgens voeren de heeren Snel, waarnemend voorz. van den R. K. Volks bond, en Zoetelief, namens de spaarders, het woord. Beiden wijzen op het groote werk van het bestuur van de spaarbank en op de verdiensten, die de bank voor de spaarders heeft gehad. De heer Snel zegt, namens bet bestuur v. d.Volksbond, 't eere lidm. v. dezen bond toe aan den heer v. Breda en het eere voorzitterschap aan den heer Zoetelief. Met een driewerf hoera stemt de verga dering hiermede in. De heer Zoetelief brengt in het bijzon der een woord van hulde aan den heer de Barbanson, die op zob uitnemende wijze de zaak heeft beheerd. Het bestuur zat dan ook met de hfcnden in het haar, toen deze heer wegging. Doch de heer de Barbanson wees zelf zijn opvolger aan in den persóon van den heer H. J. Mahieu. En deze heeft getoond een waardig opvolger te zijn; want-ook hij houdt de zaken keurig in orde. Applaus. Na dit meer offlcieele gedeelte van den avond werd het programma verder afge werkt. Een bespreking zullen we hiervan niet geven, omdat de avond geen concert avond was, doch een feestavond. Mej. Annie Hoogenbosch had haar me dewerking verleend en droeg niet weinig bij tot het slagen van dezen mooien avond. Een bizonder fijn en subtiel nummertje had ze in J. Reddingius' „Kindje, wat ben je toch zacht". Mej. Hoogenbosch heeft een prachtvol geluid en haar stem was gisteravond in goede conditie. Mej. Marcelle de Haas speelde eenige stukjes, die we reeds eerder van haar gehoord hadden en die ook nu uitstekend vertolkt werden. Zoo 'kunnen we dit verslag besluiten met te zeggen, dat het programma, dat er uitwendig goed verzorgd uitzag, aan den binnenkant eveneens smaakvol door den heer Leewens was samengesteld, en dat deze avond voor de bezoekers een avond van aesthetisch genot was. Aan de feestcommissie een woord van hulde voor de uitstekende regeling. GEMEENTERAAD. Vervolgagmda voor de vergadering van dein Raad, te houden op Woensdag 25 Juni 1924. Zij bevat de volgende punten ter behan deling: Onderwfjs. Voorstel tot opheffing van School No. 12 en tot overplaatsing en ontslag van onder wijzend personeel. Ter visie. Schrijven van den Directeur der Water en Lichtbedrijven nop enk de meaedeeling van den heer Schoeffelenberger omtrent het verven in eigen beheer van- de kap der sto kerij van de gasfabriek. Reorganisatie Lager Onderwijs. Wij ontvingen gisterenavond! een zeer uit voerige bijlage betreffende de in de raads vergadering van morgenavond te behandelen reorganisatie van het Lager Onderwijs. De bijlage is veel to groot om heden te kunnen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 5