1
Tweede Blad.
PLAATSELIJK NIEUWS
I
VAN DINSDAG 24 JUNI 1924.
A HA
DE REKENING 1922 VAN DE
PROVINCIE NOORD-HOLLAND.
Uit de bladen is reeds bekend, dat de Pro
vinciale rekening onzer provincie sluit met
een batig saldo van 6.612.540.51°, een be
drag, dat vooral in deze tijden opzien baart,
waar allerwegen met tekorten op den open
baren dienst wordt gewerkt.
Ook het jaar 1921 gaf reeds een belangrijk
overschot, dat op de begrooting voor 1924
gedeeltelijk tot. belastingverlaging is gebe
zigd, doch grootöndeels In een apart fonds is
gereserveerd.
De provinciën zijn met hunne rekeningen
een jaar later dan de gemeenten en zij heffen
als belasting bijna uitsluitend opcenten op de
Rijksbelastingen.
Vandaar, dat dus niet moet worden ge
dacht, dat de provinciën zulk een voordeelige
posiitie innemen, doch alleen dat de invloed
der tijdsomstandigheden wat later aan den
dag treedt. De hooge opbrengsten der Rijks-'
belastingen in de jaren 1921 en 1922 laten
zich thans nog bij de provinciën gelden; doch
met den val, die deze belastingen na 1922
hebben gemaakt, zal ook in de gewesten de
toestand der financiën meer zorgelijk worden.
Dit blijkt reeds hieruit, dat het saldo der
rekening 1921, groot 6.569.571.33°, voor het
grootste deel, nJ. voor 5.402.746.69°, door
eene hoogere opbrengst der inkomsten,
(waarvan alleen 4.523.551.16° hoogere be
lasting), werd veroorzaakt, terwijl het over
schot van 1922 slechts voor 2.347.956 door
hoogere inkomsten, (waarvan 2.174,629.32
belasting), en overigens door 4.264.584.51°
mindere uitgaven dan geraamd waren ver
kregen.
Naast elkaar staan deze jaren ongeveer als
volgt tegenover elkaar, waarbij in acht dient
te worden genomen, dat buitengewone mid
delen en uitgaven (dus uit leeningsgeld) in de
provinciale rekening niet streng zijn geschei
den, sommige hoogere inkomsten eenvoudig
achterstallige vorderingen van een voorgaand
dienstjaar zijn, terwijl sommige niet gedane
uitgaven een volgend jaar zijn gekweten. Bij
gebrek aan een balans is de toestand dus
nooit precies aan te geven. Voor ons doel
geven de volgende staaltjes echter genoeg
licht.
Hoogere opbrengst
1921 1922
Belastingen 4.523.551.16° 2.174.629.32
Bijdrage
Watersnood 215.436.35 71.162.85
Bjjdr. krankz.-
verpleging 27.644.33° 70.255.32
Rente 509.636.70 12.229.80
ontvangsten 126.478.14° 19.678.71
Totaal meer
ontvangsten 5.402.746.69°
Minder uifgaven
Vergoeding aan
het Rijk 21/»
der onzuivere
opbr. opcent.
Huish. kosten
Onderwijs
Volksgezond
heid
Diverse
Onvoorzien
Buitengewoon
99
117.477.44
10.802.27°
473.802.13
11.241.81°
90.856.12
48.697.47°
403.947.38°
2.347.956.-
472.38
44.347.09
115.107.46
12.783.38
77.943.26
„2.242.338.25°
1.771.592.69
Totaal minder
uitgaven 1.156.824.64 4.264.584.51°
Tot. Generaal 6.559.571.33° ƒ6.612.540.518
Zander de buitengewone posten mede te
tellen staat de zaak dus zoo, dat in 1921 het
overschot werd1 verkregen door ƒ5.402.746.695
hoogere inkomsten en slechts 752.877.25°
mindere uitgaven en in 1922 resp. door
2.347.956 en 2.492.991.82°.
In hoofdzaak is de besparing in 1922 ver
kregen, doordat de post Onvoorzien, die met
het oog op den toestand van het P.E.N. zoo
hoog was uitgetrokken, grootendeels onge
bruikt bleef.
Voorloopig laat het zich aanzien, dat 1923
ook weder een batig slot zal opleveren, daar
de raming der opcenten-opbrengst zeer voor
zichtig is geschied en wel zal worden over
schreden, terwijl door bezuinigingen vooral
in de Ziekenhuizen, de uitgaven ook wel zul
len meêvallen.
Hoe het ook zij, de toestand heeft voor
Noordholland dit voordeel, dat men in staat
is, in een rustige sfeer de maatregeleh te ne
men, die noodig zijn, om over eenigen; tijd
ook het hoofd aan kwader tijden te kunnen
bieden.
Dat er reeds tweemaal eene belastingver
laging kon plaats vinden, die niet te spoedig
(en naar wij hopen heelemaal niet) zal wor
den gevolgd door een nieuwe verhooging, is
vooral te danken aan het feit, dat in de goede
jaren niet geschroomd is, belasting te'heffen.
Men heeft ons wel eens verweten, dat er
meer is geheven dan in het betreffende jaar
noodig was; doch ten eerste ziet men dit be
trekkelijk altijd achteraf en tweedens waren
in de jaren 1919 tot 1923 allerlei zaken bij
het Provniciaal bestuur in voorbereiding, die
aanstonds, als de tijden juist op het slechtst
zijn, groote offers zullen vragen. Men denke
aan de uitvoering der Wegen- en Kanaal
plannen.
Vergete men verder niet, dat in de Wa-
tersnoodlasten een grooter aandeel door de
provincie zal worden genomen en dat de toe-,
stand van het P.E.N. in (Me voorgaande jaren
zeer ernstig was en dus groote voorzichtig
heid noodig maakte.
Wij hebben het vertrouwen, dat de pro
vincie Noordholland met beleid door de finan-
cieele misère zal kunnen worden heenge-
loodst zonder dat zij, van de door haar opge
nomen of voorgenomen taak behoeft af te
zien.
En dat mag een gelukkig verschijnsel hee-
ten, m deze tijden.
Haarlem, 8 Juni 1924. M.
Bij het te den Haag gehouden exa
men voor het verkrijgen van het Rijks
certificaat van Radiotelegrafist slaafde de
heer B. G, Donderdahl, leerling der Ra-
dioschool alhier. i
Gisteren slaagde te Amsterdam voor de
L. O. akte onze plaatsgenoot de heer G- v.' d.
Hoeden, leerling der Chr. Normaallessen
alhier
Buitenlandsch bezoekt
Van 4 tot 9 Juli zullen de Zweed sche
opleidingsschepen „Majaden" en „Jarra-
mas", onder bevel van korvettenkapitein
Graaf Wachtmeister Willemsoord be
zoeken.
De bemanning van beide schepen, tezamen
bestaat uit 8 officieren, 14 onder-officieren,
30 korporaals en 188 scheepsjongens.
Prov, Staten van Noord-Holland,
De agenda «voor de Juli-zitting bevat o. m.
de volgende punten:
Voorstellen tot wijziging van het bijzonder
reglement van bestuur, voor den polder Hel
der en. Huisduinen.
Het bestuur van den polder Helder en
Huisduinen stelde Ged. Staten in kennis met
den wensch v,an het college van Hoofdinge
landen van dien polder, dat in het bijzonder
reglement van bestuur voor den aanslag in
de polderlasten een minimum van 0.25 zou
worden vastgesteld en het vaste minimum
der uitkeering tot afkoop van de lasten voor
de perceelen in het Oostelijk deel des polders,
wejk minimum thans 100 per H.A. be
draagt, tot 200 zou worden verhoogd.
Ged. Staten achten een wijziging ge-
wenscht', dach stellen voor, deze als volgt te
doen luiden (art. 9 le lid):
De'omslag voor de polderlasten geschiedt
bundersgelijk met een minimum van f 0.25
voor den geheelen aan één eigenaar toebe
hoorenden grondeigendom in den polder.
Voorstel tot het verleenen van een bijdrage
uit de provinciale kas voor het ^vervangen
van het pontveer nabij de Kooij over het
Noord-Hollandsch Kanaal door een vlotbrug.
De Strooweg.
Het verkeer langs den Strooweg is
vooral s'nds de totstandkoming van den
weg naar Callantsoog sterk toegenomen.
De gevolgen zijn, wat laatstgenoemden
weg betreft niet uitgebleven. Wij wezen
er reeds op, hoe die hier 'en daar stukge
reden is.
Nu begint ook de Strooweg, in 't bijzon
der nabij den Duinweg leelïjke jfaten en
kuilen te toonen, welke een gevaar voor
het verkeer opleveren. Het zou dan ook
zeer gewenscht zijn, indien daarin spoe-'
dig werd voorzien. Als er een ongeluk ge
beurt, b.v. met een volle autobus, is het
te laat!
Ontsiering van den SIngeL
De Singel, zooals wij dien na de tot
standkoming van het Spuikanaal kennen,
is ongetwijfeld een van de mooiste en aan
trekkelijkste wegen in de gemeente en kan
dit in die toekomst nog meer worden.
Reeds wordt bij het bebouwen er mede
rekening gehouden, dat het hier een voor
name straat betreft.
Wij betreuren het dan ook zeer, te moe
ten ontdekken, dat door de Rijkstelegraaf
in de nabijheid van de Langestraat groote,
onooglijke houten palen in den berm aan
de kanaalzijde zijn geplaatst, welke de om
geving ontsieren. Indien plaatsing aldaar
onvermijdelijk was, had men dan geen be
hoorlijke ijzeren palen kunnen bezigen?
Het Helden der Zee-fonds.
Naar het Vaderland verneemt, zal het
Revue-gezelschap Henri Ter Hall een
eereavond geven voor het Helden der Zee-
fondls. De uitvoering heeft plaats Domr
derdagavond 26 Juni an.
Do rus Rijkers zelf zal met eenige para
nimfen, schipper Klaassen, Ad, Kuiper,
Jan Bijl en Simon Diedenhofen, allemaal
heeren met meer dan'300 reddingen van
menschenlevens, aanwezig zijn en Dorus
Rijkers heeft verzocht, een woordje te mo
gen, hetgeen hem is toegestaan.
Geen twijfel, of het zal een alleraardig
ste -avond1 wordien en een mooie gelegen
heid voor het publiek, om aan -die echte
jongens van Jan de Wit eens even te to
ten merken, dat ze niet meer de ondahk-
baar-vergetenen zijn.
Te Rijswijk nabij den Haag, zal men een
feestweek voor de menschenredders en in
het bijzonder voor het Heidien der Zee
fonds organiseeren.
De feestdagen zullen zijn 8, 4, 5 en 6
September. Een Oud-Rijswijksch markt
plein met Oud-Hollandsche feestelijkhe
den zal worden ontworpen. Muziek- en
zanguitvoeringen1, openluchtspel, omme
gangen zullen plaats hebben.
Het d'agelijksch bestuur is in handen
gesteld van de heeren Henri Ter Hall,
voorzitter, Bordewijk, secretaris, wethou
der Whitlau, penningmeester, en van de
dames Lurulf, Dirkzwager en Ter Hall. In
het Comité voor de Algemeene zaken heb
ben zitting genomen als eerevoorzitter
burgemeester Pape, en als voorzitter en
secretaris onderscheidenlijk Henri Ter
Hall en Mevr. Köchlin.
Uit het Politie-rapport.
Zaterdagmiddag moest dé politie op
treden tegen twee kooplieden, die hoog-
loopende ruzie hadden over standplaatsen
op de markt.
Van een drietal perceelen aan de Ca-
lifornistraat, nabij de Breewaterstraat,
stortte Zaterdagavond de dakgoot naar
beneden op straat, zonder persoonlijke on
gelukken te veroorzaken. De politie zag er
op toe, dat de goot werd opgeruimd.
Twee mariniers deden aangifte mis
handeld te zijn geworden door iemand,
die, naar zij verklaarden, als portier aan
het Bondagebouw dienst deed.
'Bekeurd' werd een verlofhouder, ter
zake drankwetovertreding.
Op den Huisduinerweg werd Zondag
middag 'tusschen 4 en 5 uur, een 17-jarig
meisje uit de Californiestraat, dat aldaar
liep met eenige andere meisjes ter rechter
zijde van den weg, van achteren aangere
den door een motorrijwiel. Het meisje
werd' tegen den grond geworpen en be
zeerde zich bloedend aan haar rechter
knie, terwijl haar kleeding werdbescha
digd, De motorrijder en een vrouw, die
op de duo-zitting zat, kwamen eveneens
te vallen, doch bezeerden zich niet. Een
onderzoek wordt ingesteld.
Bekeurd' werd een stalhouder wegens
het zondervergunning stationneeren met
rijtuigen op het Stationsplein te Huisdui
nen.
Proces-verbaal wordt opgemaakt te
gen een verlofhouder aan den Kanaal-
weg, die muziek deed maken in, zijn loka
liteit op uren, dat hem daartegen geen
vergunning was verleend.
Gevonden Voorwerpen.
Terug te bekomen aan het Hoofdbureau
van Politie:
Een sleuteltje met koperen plaatje, een
broche met groen steentje, een broche
met geslepen steentjes.
Verder bij:
Oornielje, Langestraat, een armband.
Gootjes, Spuistraat 38, een hangertje van
een horlogeketting.
P. de Lange, Bassingracht 54, een portë-
monnaie met inhoud.
Daalder, Jansenstraat, een fietspomp.
H. Wijker, Vijzelstraat 54 een portemon-
naje met inh.
W. de Graaf, Parallelweg 30, een koralen
rozekrans.
Pronk, Binnenhaven 66, een bril
Posthumus, Limburg Stirumstraat, een
hoedje.
Van Leeuwen, Corn. Ditostraat 11, een
witte ceintuur.
J. Klaver, 2e Vroonstraat 87, een vulpot
lood.
Feekman, Stakman Bossestraat, een da-
mestaschje met inh.
Van der Hert, Oude Kerkstraat 23, een
hand van een kinderwagen.
Peters, Cronjéstraat- 35, een taschje Inh.
zakdoek en kettinkje.
Van der Veer, Vlamingstraat 34, een' huis
deursleutel, een portemonnale met inh.
W egenverbeterlng.
Met voldoening hebben wij. er steeds
gewag van gemaakt, als er bestaande
wegen verbeterd, nieuwe aangelegd wer
den, omdat dit het aanzien van onze stad
verhoogt en het verkeer ten goede komt.
Zoo hebben we kortelings den Duinweg
(verbinding HuisduinerwegStrooweg)
en den verbindingsweg tusschen Java-
straat—MiddenwegTuindorp (welken
wij „Linieweg" zouden willen noemen) tot
stand zien komen, waardoor het wegennet
aan de buitenzijde der gemeente een be
langrijke uitbreiding onderging* De Duin
weg werd zelfs onmiddellijk benut om het
verkeer over den Huisduinerweg te ont
lasten, doordat aan autobussen en station-
neerende auto's en rijtuigen voorgeschre
ven werd om dien weg, terugkomende
van Huisduinen, te volgen. Ook dit was
een uitkomst, doch al spoedig werd ons
reeds destijds geuite vermoeden bewaar
heid, dat de weg vooral op de plaatsen
waar de wrijving met auto- en rijtuig
banden het grootst is, dus in de bochten
spoedig omgewoeld, mul of hobbelig zou
worden. Zelfs kwam op sommige plaatsen
de onderlaag van steenslag boven. Het
mooie van den Duinweg is er al spoedig
afgegaan, wat zeer jammer is. Maar nu
zijn de geheele Duinweg en de reeds ge
noemde Verbindingsweg onlangs met
versch grint bestrooid, waardoor welis
waar de kuilen en mulle gedeelten bedekt
werden, ihaar waardoor ook bedoelde
wegen vrijwel geheel onberijdbaar voor
rijwielen en motorrijtuigen zijn geworden
en onbegaanbaar voor voetgangers. En de
paarden, die voor rij- en voertuigen zijn
gespannen, hebben ook een zware dobber.
Het grint is, n.1. in een dikke laag
opgebracht en weliswaar zagen we, dat er
gewalst werd, doch dit schijnt nigt gehol
pen te hebben, omdat de onderlaag te
hard is en de kiezelsteenen niet er in
gedrukt worden. De wielbanden glijden
nu weg in het grint, zoodat het voor
motorrijtuigen en vooral voor de dik
wijls zwaar belaste autobussen niet
zonder gevaar is om daar te rijden, van
wege het slingeren en trekken.
Wij vernamen echter, dat de politie
thans in verband hiermede de terugweg
van Huisduinen voor autobussen en andere
stationneerende rijtuigen voorloopig heeft
verlegd over Huisduinerweg en Java-
straat, hetgeen ook zeer gewenscht was.
Zondag j.1. zagen we de gevolgen
voetgangers lispen en wielrijders trachten
to rijden over den grasberm, terzijde aan
den weg en nog de meeste vermeden het
lastige stuk geheel. Aangezien het er naar
uitziet, dat deze toestand nog geruimen
tijd kan voortduren, is dus het gevolg
hiervan, dat zoowel de Duinweg als de
Verbindingsweg, juist nu ze in het volle
seizoen zoo noodig zijn, practisch voor
het verkeer zijn afgesloten.
Dat dit zeer te betreuren is zal iedereen
toegeven en wij gelooven niet dat er veel
verbeterd kan worden, of men zou b.v.
het grint weer voor een groot deel op
moeten halen en dan opnieuw walsen.
Dat men zoo laat is met het van grint
voorzien van de wegen, is een gevolg
van het later opleveren van den weg,
dan men aanvankelijk had verwacht.
Wij deelden dit .reeds eenige maanden
geleden mede, toen wij over den Duinweg
in wording schreven.
Nu wij toch over wegen verbetering
schrijven, willen we nog even" wijzen op
den toestand van den Huisduinerweg.
Deze is, vooral in het gedeelte tusschen
de fortenlinie en de bocht, vrij slecht en
ook kuilen, zoodat verbetering daarvan
zeer gewenscht zou' zijn.
Dan schijnt men nu bezig te zijn de
aanplanting terzijde van üen weg, tus
schen den Duinweg en den zijweg naar
„de Tuintjes" te herzien en is er van
de heesters in wording aldaar vermoe
delijk niet veel overgebleven. Wij meenen
nog eens de vraag te moeten stellen
„Zou het nu geen goede gelegenheid zijn
om dat weggedeelte (het is er vrij smal)
te verbreeden, door de aanplanting (waar
van toch wel niet veel zal worden) op te
ruimen en te vervangen dooi een flink
flets- of wandelpad
Dit lijkt ons van veel meer belang.
Erg gelukkig scliynen we overigens
met onze laatst aangelegde wegen, door-
eengenomen, niet te zijn. En wij doelen
hier speciaaltop den Ruyghweg. Het
verkeer over dien weg is na den aanleg
ook door uitbreiding van de gemeente
ter plaatse zeer toegenomen en het
gevolg is geweest, dat oqjc hier het wegdek
het heeft' moeten ontgelden. Thans is de
toestand zoo, dat er van een glad wegdek
geen sprake meer is. Overal zit 't met
kuilen, gaten en hobbels, waardoor het
berijden van den weg alles behalve aan
genaam is. En toch maken ook veel wiel
rijders er gebruik van (Kazerne Onder
zeedienst, Vliegkamp „de Kooy", enz.).
In de wintermaanden hebben we gezien,
dat de weg na eenigen regenval al
spoedig een moederpoel was, zoodat men
er liever niet langs ging of het trottoir
op vluchtte: Zelfs wielrijders en hand
wagenbestuurders deden dat wel, op ge-
'vaar af met de politie in aanraking te
komen. En nu het zomer is, is de weg
bij droog weer op sommige plaatsen mul
en niet zelden waait de stof boog op, tot
groote ergernis van omwonenden en
voorbijgangers.
Afdoende verbetering is dus ook hier
noodig en urgent, wil de Ruijghweg niet
heelemaal stukgereden en om de daaruit
ontstane gevolgen gemeden worden. Wij
kunnen ons dan ook niet begrijpen, waar
om B. en W. afwijzend adviseeren op
het verzoek tot verbetering van diqn weg.
Integendeel, ons komt die zeer noodzake
lijk voor
Wij mogen nog wel met voldoening
vermelden, dat thans aan den Huisduiner
en Strooweg op de hoeken met den Duin
weg nette palen met bordjes, waarop
„Duinweg" zijn geplaatst, met als bijzon
derheid handwijzers, welke de richting
en kilometerafstand naar Helder, Huis
duinen en Callantsoog aangeven.
25-jarig bestaan van de R.-K. Spaarbank
„H. Antönlns van Padua".
Door een aardig meiske, met vroolijk
lachende oogen, werd ons bij het binnen
komen een eoort van bruidsbouquet in
ons knoopsgat gestoken, zoodat we al
direct in een| bruiloft stemming kwamen.
En deze stemming werd verhoogd toen
we de groote zaal van den R.-K. Volks
bond binnentraden. De zaal was n.1. voor
deze gelegenheid (dat was tenminste de
conclusie van uw verslaggever) extra
mooi opgeschilderd en overal geurden
en kleurden de bloemen.
Een strijk-orkest zorgde voor wat opge
wekte muziek en overal waren stralende
gezichten. Het was dan ook geen wonder,
dat Rome feest vierde. 25 jaar bestond
bovengenoemde spaarbank en de heer
A. J. H. v. Haaren releveerde in zijn ope
ningswoord het groote nut van deze bank.
Hij wees op de soliditeit van de bank.
„Onze spaarbank is sterk en krachtig
als een eik," zeide de heer Van Haaren.
Als voorzitter van het feest comité rustte
op den heer Van Haaren de taak de
vergadering te openen. Hij deed dit met
een woord van welkom aan alle aanwezigen,
in het bijzonder aan de geestelijken, de
commissie van Toezicht van den Volks
bond, mej. Hoogenbosch en De Haas, het
Kerkkoor en het strijkje. Hierna las hij
een aantal brieven en telegrammen voor
met gelukwenschen en felicitaties.
Na een krachtige marsch van het strijk
orkest, zong het kerkkoor een tweetal
liederen, waarvan in het bijzonder het
tweede nummer, „Bede" van Heinze, ons
bekoorde. Enkele heel mooie stemmen
merkten we onder de zangers op en de
bariton-solo in dit lied werd uitstekend
gezongen.
De heer W. C. van Breda, voorzitter
van het bestuur der spaarbank, hield een
toespraak, waaraan wij het volgende ont-
leenen
Feestvierende inlegsters en inleggers,
aldus de heer Van Breda. Het is 3 Juni
25 jaar geleden, dat de spaarbank werd
opgericht. Wanneer men 25 jaar door den
huwelijksband verbonden is, wordt dit
feit feestelijk herdacht en wanneer een
veneeniging 25 jaar bestaat, laat men dit
ook niet ongemerkt voorbijgaan. En zoo
meende het bestuur van de spaarbank
ook dit jubileum feestelijk te moeten vieren.
En er is alle reden toe. Als we in
gedachten 25 jaar teruggaan, hebben we
reden om zeer dankbaar te zijn. Toen het
bestuur overging tot het oprichten van
de bank, was de tijd minder gunstig om
te sparen. De loonen waren niet zoo hoog
en de menschen hadden het geld voor
hun levensonderhoud noodig. Er werd in
dien tijd weinig gespaard en dan nog
zeer onoordeelkundig.
Het doel, dat het bestuur zich met de
oprichting stelde, was veelzijdig en er
waren tal van voorbeelden. Het bestuur
meende dan ook zeer terecht door het
stichten een groot sociaal werk te ver
richten.
Maar voor de oprichting heeft men
twee dingen noodig, n.1. vertrouwen
en de dubbeltjes. En om vertrou
wen to winnen, was heel moeilijk. WJj
hadden geen geld als waarborg voor de
soliditeit van onze bank. En daarom was
het voor het bestuur een zware taak om
een eerste lnlegging te krijgen en dan,
door het beheer van de gelden vertrou
wen te verwerven.
Kort na de oprichting mocht het ons
gelukken een geestelijke, den Eerw. heer
Raaymakers, een lezing te doen houden
over: „Sparen is zichzelf bewaren". Deze
noemde talrijke voorbeelden van verkeerd
sparen en wees tevens op de noodzake
lijkheid van het goede geldbeleggen.
Wij kregen hierna wel eenig vertrou
wen, doch nog niet voldoende. En de
eerste 10 jaren hebben we dan ook een
zwaren strijd gehad.
Op het 10 jarig bestaan hebben we
wijlen onzen oud pastoor Huygh verzocht
een lezing te doen houden over het nut
van het sparen. Deze heeft, na er een
nachtje over geslapen te hebben, ons ver
zoek ingewilligd en zoo'n leerzame lezing
gehouden, en zooveel pakkende voorbeel
den genomen, dat wij volkomen vertrou
wen verwierven.
Ja, aldus de heer v. Breda verder
wie zijn geld brengt op de spaarbank,
wordt slapende rijk. Luid applaus en
gelach
De spaarbank heeft ook te kampen
gehad met moeilijke tijden. Vooral in 1914,
toen de oorlog uitbrak. Toen heeft onze
geestelijke adviseur, kapelaan Bührs, ons
trouw ter zijde gestaan. In die donkere
dagen bleek de groote soliditeit van onze
spaarbank. Want, waar in begin Augustus
alle betalingen werden stopgezet, mocht
het ons gelukken deze einde Augustus
weer te openen.
Toen hebben we gedachtnu zullen we
zien, hoe men ons vertrouwt. En ziet,
in plaats dat de inleggers hun geld kwa
men opnemen, legden ze nog meer in.
En sindsdien is. ons kapitaal steeds toe
genomen.
Spr. wijst hierna op de soliditeit van
de spaarbank. In een tijd als deze, waarin
de groote banken wankelen, staat onze
spaarbank hecht en sterk.
Als bizonderheid vermeldt spr., dat de
heeren v. d. Bilt, Zoetelief, Mahieu en
v. Breda hun funotie in het bestuur sedert
de oprichting, dus 25 jaar vervullen. Luid
applaus.
Eveneens vermeld de heer v. Breda,
dat er 3 inlegsters bij de bank zijn van
78 jaar en 2 van 78 dagen. Algemeen
gelach.
Spr. geeft een kort overzicht van de
gelden, die ingelegd en opgenomen zijn
sedert 25 jaar. Het totaal bedrag aan
ontvangsten is f 813.499.73. Momenteel
wordt er gemiddeld f1000.per week
ingelegd.
Spr. gelooft niet te overdrijven, als hij
zegt, dat de spaarbank een stuk sociale
arbeid is geweest van het bestuur van
den R. K. Volksbond.
Verder dankt hij voor het vertrouwen
in de spaarbank gesteld, en spreekt den
wensch uit, dat over 25 jaar alle R. K.
inlegster en inlegger mogen zijn van de
R.K. spaarbank „ÏL Antonius van Padua".
Vervolgens voeren de heeren Snel,
waarnemend voorz. van den R. K. Volks
bond, en Zoetelief, namens de spaarders,
het woord. Beiden wijzen op het groote
werk van het bestuur van de spaarbank
en op de verdiensten, die de bank voor
de spaarders heeft gehad.
De heer Snel zegt, namens bet bestuur
v. d.Volksbond, 't eere lidm. v. dezen bond
toe aan den heer v. Breda en het eere
voorzitterschap aan den heer Zoetelief.
Met een driewerf hoera stemt de verga
dering hiermede in.
De heer Zoetelief brengt in het bijzon
der een woord van hulde aan den heer
de Barbanson, die op zob uitnemende
wijze de zaak heeft beheerd. Het bestuur
zat dan ook met de hfcnden in het haar,
toen deze heer wegging. Doch de heer
de Barbanson wees zelf zijn opvolger aan
in den persóon van den heer H. J. Mahieu.
En deze heeft getoond een waardig
opvolger te zijn; want-ook hij houdt de
zaken keurig in orde. Applaus.
Na dit meer offlcieele gedeelte van den
avond werd het programma verder afge
werkt. Een bespreking zullen we hiervan
niet geven, omdat de avond geen concert
avond was, doch een feestavond.
Mej. Annie Hoogenbosch had haar me
dewerking verleend en droeg niet weinig
bij tot het slagen van dezen mooien avond.
Een bizonder fijn en subtiel nummertje
had ze in J. Reddingius' „Kindje, wat
ben je toch zacht". Mej. Hoogenbosch
heeft een prachtvol geluid en haar stem
was gisteravond in goede conditie.
Mej. Marcelle de Haas speelde eenige
stukjes, die we reeds eerder van haar
gehoord hadden en die ook nu uitstekend
vertolkt werden.
Zoo 'kunnen we dit verslag besluiten
met te zeggen, dat het programma, dat
er uitwendig goed verzorgd uitzag, aan
den binnenkant eveneens smaakvol door
den heer Leewens was samengesteld, en
dat deze avond voor de bezoekers een
avond van aesthetisch genot was.
Aan de feestcommissie een woord van
hulde voor de uitstekende regeling.
GEMEENTERAAD.
Vervolgagmda
voor de vergadering van dein Raad, te
houden op Woensdag 25 Juni 1924.
Zij bevat de volgende punten ter behan
deling:
Onderwfjs.
Voorstel tot opheffing van School No. 12
en tot overplaatsing en ontslag van onder
wijzend personeel.
Ter visie.
Schrijven van den Directeur der Water
en Lichtbedrijven nop enk de meaedeeling
van den heer Schoeffelenberger omtrent het
verven in eigen beheer van- de kap der sto
kerij van de gasfabriek.
Reorganisatie Lager Onderwijs.
Wij ontvingen gisterenavond! een zeer uit
voerige bijlage betreffende de in de raads
vergadering van morgenavond te behandelen
reorganisatie van het Lager Onderwijs. De
bijlage is veel to groot om heden te kunnen