POPULAIRE RUBRIEK I BLAOHTOFFERS DER WETENSCHAP Een rulle verschoonlng. Onschuldig. DE WEGWIJZER. De Opvoeding door een zoon. U schijnt uw zakken te ledigen mon sieur De Corbières. Lodewljk xvm en De Corbières. BABBELUURTJE OVER MODE. „Iets" voor de koele avonden! H«t verschil van No. 2 zit hoofdzakelijk Er was over gepraat Versproken. Opvoeding. De reden. Onnoodlge bezorgdheid. Gerustgesteld. Heelemaai geen, wonder. Mijnheer Jansen* die z'n vrouw graag DE GOUDEN RAT. n. hÜ Iol8,en£e" dag na het ontbijt gingen udLtot °P stap, steeds recht en he& in 660 veld met hel doarhS» Tr"Hoe'komen we hier met dm L,"°eï''Hector- De Rat zwaaide Hak l6n verscheen. P 1 ,beval de Rat. Tegen den I In Havana had een zware gele fcoorts epidemie gewoed en in spijt ran uiterst doorgevoerde 'zindelijfcheidamaatregelden, week deze niet. Dr. Finley één der drie Amerikaan- flche doktoren, die in 1900—1901 waren aangesteld om de oorzaak van de epide mie te onderzoeken, wees een mug aan als overbrenger der besmetting. Hoewel hieraan aanvankelijk geen betsekenis werd gehecht, besloot men toch in deze richting proeven te gaan nemen. In de nabijheid van Havana werd een laboratorium ingericht en de muggen uit gebroed, waarvan de eieren door Dr. Fin ley werden verschaft. Die muggen wer den "gebracht bij lijders aan gele koorts, om zich met bloed dier lijders te voeden. Toen werden verschillende vrijwilligers uitgenood igd om hun armen in de mug- genlkooien te steken; ook de commissie leden zelf lieten zich door de muggen steken. 'Het scheen! in den beginne, of deze experimenten op niets zouden uitdraaien, Op 13 September werd één der commissie leden dr. Lazeur nogmaals door een besmette mug gestoken en nu ontwikkel de zich 6 dagen later een hevige aanval van gele koorts bij hem en op 25 Septem ber stierf hij als eerste slachtoffer van de experimenten. Ook een tweede commissielid, dr. Car- roll, en nog een der proefpersonen wer den aangetast, doch deze herstelden ge lukkig. Nu wezen deze 3 gevallen wel met groote waarschijnlijkheid op de beteeke- nis van de mug als overbrenger, maar een toevallige coïncidatie was echter niet bui tengesloten. Immers niet alle personen die. zich hadden -laten besmetten wefden door de ziekte aangetast. De commissie besloot daarom een nog uitgebreider on derzoek in te stellen. Op eenhge kilometers afstand van de bewoonde wereld werd een. klein huisje gebouwd en met metaalgaas ingesloten, zoodat geen muggen in of uit konden vliegen; door een verticalen wand van metaalgaas werd het huisje in 2 compar timenten verdeeld. Weer werden vrijwilligers opgeroepen en tal van Spaansche emigranten boden zich aan. Nadat de vrijwilligers pijn. 2 weken onder observatie waren gehouden om zeker te zijn dat ze geen gele koorts onder de leden hadden, werden verschil-» lende proefnemingen gedaan. Dr. Reed, de ziel van de commissie, bracht twee personen in het huisje, elk in een compartiment. De heeren kregen het zelfde voedsel, ademden dezelfde lucht, leefden als het ware naast elkaar, alleen gescheiden door een stuk gaas; ze bleven Volkomen gezond. Na eenSge dagen bracht Reed in het eene compartiment 15 muggen, die onge veer 2 weken tevoren een gelen koorts lijder hadden gestoken. Een der proefper sonen bleef 30 minuten met de muggen samen, den volgenden dag 20 minuten en den daarop volgenden dag 15 minuten Hij werd achtereenvolgens door 7, 5 en 3 muggen gestoken. Op den 4en dag werd de man ziek en bleek aan gele koorts te lijden. De persoon in het andere compartiment bleef gezond. Meerdere dergelijke experimenten wer den genomen en zonneklaar bleek de rol, die de muggen speelden bij het overbren gen van de ziekte. Toch was niet iedereen overtuigd en men redeneerde: „de muggen, door dr. Finlay aangewezen kunnen wel de gele koorts overbrengen, maar je kunt ook op andere wijze de ziekte krijgen. Braaksel en andere uitwerpselen van de zieke be vatten ziektestof; deze gaat in de lucht over en zoo kan iemand ook de ziekte in ademen." Dr. Reed liet een tweede huisje bouwen, geheel gesloten, zonder ventilatie. We derom werd gaas aangebracht om binnen dringen van muggen te voorkomen. Uit het gele koorts hospitaal uit Ha vana liet hij- allerlei voorwerpen, door gele koortslijders gebruikt, ongereinigd komen: lakens bevuild met braaksel matrassen, waarop lijders aan gele koorts gestorven waren het lijfgoed, hetwelk deze in de laatste levensuren gebruikt hadden, liefst met ontlasting bevuild, enz. enz. Dit werd in hét huisje gebracht en er werden vrijwilligers opgeroepen om het onbeschrijfelijk bevuilde lijfgoed aan te trekken en om op de matrassen te slapen. Verschillende Amerifcaansche militairen, o.w. een officier van 'gezondheid, gaven gevolg aan deze oproeping. Doch, ofschoon deze mannen 20 nach ten in het huisje doorbrachten, keerden ze allen, volkomen gezond, er uit. Nog bleven sceptisch gestemde genees- heeren over, die niet wilden gelooven aan de beteekenis der muggen. Een laatste proef zou worden genomen. De heeren werden utgenoodigd tot een bezoek in het laboratorium. Eerst werden hun eieren van de gele koorts mug vertoond, dan de larven, de poppen en tenslotte de volwassen muggen in een kooitje door tule afgesloten. In een tweede kooi werd hun tal van mpggen vertoond, die 2 weken geleden een lijder van gele koorta hadden gesto ken, dus nu besmettelijk waren en gereed om er experimenten mee te doen. Bij ongeluk liet de dokter van het labo ratorium het gaas vallen en een zwerm van zjg. besmette muggen ontsnapte in het lokaal. Bleek van angst vloog het troepje dok toren naar de deur; één struikelde over den drempel en in een oogwenk lagen al len door en over elkaar in de gang op den vloer. Lachend kwam de dokter bij hen en zeide, dat ze geen angst behoefden te hebben: de vrijgekomen muggen waren niet besmet. Hij had eens willen zien, of de heeren nu werkelijk heelemaai geen angst voor de muggen haddenl Edison is een genie en genieën nemen het gewoonlijk zoo nauw niet met de maatschappelijke vormen. Toen hij Parijs bezocht, werd1 hij te dineeren gevraagd hij Tirard. Edisons alter ego, Wagmann Ver gezelde hem. Onder de keur van spijzen werd opgediend een keurige ragout. In gedachten verdiept en zeker vergetend, dat hij de gast was van den minister-pre sident van Frankrijk en niet in zijn eigen huis, nam Edison een stuk brood* gooide dat in den ragout en wentelde het om! en om met zijn vingers om het week te doen worden. Wagmann, die tegenover hem zat, beet zich op de lippen en schaam de zich voor zijn meester en trachtte, daar Edison zeer doof is, hem op zijn lompheid attent te maken, door onder tafel tegen zijn schenen te schoppen. Doch de schop van Wagmann kwam aan het verkeerde adres. De minister-president, die naast Edison zat, kreeg dé volle laag tegen zijn scheen. De minister keek Wagmann lachend aan en zei zacht: Denk toch, mijnheer Wagmann, wat u doet! heb mijn brood niet in de ra gout gegooid. Wjj wetpn allen* dat we van onze kinderen leeren kunnen, maar de daadwerkelijke ma nier, waarop Balthazar Grimod de la Rey- nière zijn ouders trachtte te onderrichten, zal wel niet veel voorokmen. Van hem wordt verteld, dat hij eens, toen hij wist, dat zijn trotsche moeder zou uitrij den, zich met een mand salade op de trappen van het bordes zetten, waarlangs zij moest komen. Hij was ijverig bezig die salade schoon te -maken, waarin hij een groote be hendigheid bezat. De ergernis joeg 'n moe der een gloeiende blos naar de kaken. Zij wikkelde zich "dicht in haar sluier en maakte een beweging alsof ze hem zonder spreken voorbij wilde gaan. Dit lag echter niet in het plan van haar zoon. „Weet u, moeder," vroeg hij* „waarin deze salade zich onderscheidt van veel men- schen, die we beiden kennen? Nu, de salade heeft namelijk hart!" Op een anderen keer moest z'n vader het ontgelden. Hij deed op het binnenplein van het hötel een menigte met lompen bedekte bedelaars tezamen komen, plaatste hen in twee rijen en noodzaakte zijn vader tusschen hen door te gaan, om zich naar buiten te begeven. De vader was diep verontwaardigd over de driestheid van z'n zoon, maar durfde het ge spuis toch niet door de lakeien te laten ver jagen. Balthazar trad nu op hem toe met den hoed in de hand. „Mijnheer," sprak hij, „een aalmoes als het u blieft voor deze arme drommels, die maar al te licht door u vergeten worden." Verder hinderde het Balthazar, dat zijn vader zoo Ijchtgeloovig en angstig was en zich zoo spoedig iets wijs liet maken. Hij trachtte hem daarvan door het volgende te genezen. Op zekeren dag, terwijl de lucht buitenge woon helder was, kwam hij het studeerver trek van zijn vader binnenloopen met een zeer angstig gezicht. Hoort ge het wel?#vroeg hij. 1wat bedoel je, zéi z'n vader, ik hoor niets. Dan is het toch gelukkig voor u, dat u zoo doof bent. Sedert een uur dondert het verschrikkelijk. Dondert het? Groote hemel! Hoor maar; bij iederen slag dreunt het huis op zijn grondvesten. De vader luisterde ingespannen en meende het eindelijk te hooren. Hoort ge het nu eindelijk? Och nog niet goed, maar jij- hoort het toch.... Meteen snelde de vader weg. Waar gaat u heen? Ach, je weet, dat ik dat afschuwelijke geluid niet verdragen kan; ik ga naar den kelder. Toen hij daaruit weder te voorschijn durfde te komen* zei hij tegen den eersten den bes ten dien hij ontmoette: Weik een vreeselijk weer hebben wii gehad, hel Een onweer, was het antwoord. Niets van gehoord. Het was het mooiste weer van de wereld, al van vanmorgen af. Of Balthazar zijn ouders tot model-men- schen heeft kunnen maken* meldt de ge schiedenis niet* Zoo overkwam het hem wel eens, dat hij tegen de hofetiquette zondigde, hetgeen meermalen de hilariteit van de hofhou ding en somwijlen zelfs van den koning opwekte. Toch liet de tegenwoordigheid van geest van dezen minister hem by zulke gelegenheden zelden in dén steek. Zoo gebeurde het, dat hij eens den ko ning gewichtige voorstellen te doen hau en in zijn ijver bij de behandeling der zaak zijn snuifdoos uit den zak haalde, een prise nam en, de doos midden op de documenten neerzette; weldra ook legdo hij zijln zakdoek daarnaast. De grove ver grijpen tegen alle hof-ceremonieel waren den koning toch wel wat al te machtig en met gekrenkte waardigheid voegde zijn majestteit <Den ongegeneerdan staatsman tiO1©* Maar Corbières wist zich te redden. Dat is geen ondeugd van een minis ter sire, antwoordde hij dadelijk. Het zou mij veeil onaangenamer zijn, wanneer uwe majesteit mij beschuldigde, dat ik ze. vulde. Maar hoofdzaak is, dat de mode ze heeft uitgevonden en gelanceerd en dat ze heel veel worden gedragen. De mode van het oogenblik geeft van deze verbeterde omslagdoeken bijna •uit sluitend rechte modellen met wijde mou wen. Vermoedelijk omdat deze het aar digst staan bij de wijde japon. Zie b.v. dit eerste chic modelletje. Het oorspronkelijke was vervaardigd uit mandarijn-kleurige wollen stof. De breede ga rneerstu k ken waren zeer vlot géborduurd met diikke zjg. jumperzijde in de kleuren rood en groen. De minister van birmenlandsche zaken onder de regeering van koning Lodewijk XVTII van Frankrijk, De Corbières, was van lage afkomst en had ten tijde van de Bourbons zich tot die hooge betrekking opgewerkt Jets" voor de koele avonden.de hals- en kraagvonn. Wat het tot n Dat is inderdaad geen kwaad idee. Zon, S^eel van gezelligheid maakt Voort, der nu weer dadelijk op onze zoo schaar- wanneer ik u vertel, dat het gemaakt waf sche warme dagen en avonden te willen vaS ,fs^e', snef uw grijze stof. afgeven, is „iets" voor de koele avonden Ben koraalrood fluweelen shawl en dito toch ongetwijfeld een ding waar een nor-taioopen geven tenslotte aan het geheel maal mensch in ons klimaat bijzonder veel 0611 zeer aP distinctie! pleizier van kan beleven. Want nietwaar? Koele avonden* dat kennen' we hier welWe hebben er al tamelijk veel gehad en we zullen er ook nog best tamelijk veel te verzetten krijlgen. Dus is het volstrekt geen overbodige weelde of geen excentriciteit te noemen, wanneer we de behoefte hébben zoo nu i en dan aan iets warms aan iets dat zoo dadelijk bij de hand kan zijn en- ons een zekere directe verwarming verschaft. Ja en nu .bedoel ik niet 'n warme groc of 'n elfectrisch haardje of zoo iets. O, nee. Want 'n warme groo zou ik hier niet durven aanraden om verschillende rede nen niet En 'n electrisch kacheltje zou veel te saai zijn. Alleen al omdat je daarbij ge bonden bent om thuis te blijven. Terwijl we voorloopig nog van plan zijn zooveel mogelijk naar 'buiten te gaan. Maar en ik kom op m'n aanhef Bit derde plaatje stelt voor een ivoire terug: Wel naar buiten, maar dan ™€t biesjes en kraag, met.Jets" warms voor de koele avon- 111 net bij zond-er een begeerens <jen1 waard bezit zijn voor het jonge meisje, „He, jakkes hoor ik al ongeduldig 'n dn°u "iet zoo erg houdt van.„die jonkvrouw roepen.... Schei nou maai orukke en uitheemsche dingen', uit!.'t lijkt wel 'n puzzle.Kom nou ^V a?t dlt »Ja??e ik maar erven zeg maar voor den dag met wat je eigenlijk £en> 13 werkelijk het symbool van een- bedoelt. voud en smaak. Nou dan kom ik voor den dag. Want ik héb het geenszins in den zin mijn leze ressen te irriteeren.Hoogstens te amu seeren. Dus zal ik het maar vlug vertellen. Ik bedoel met „Iets" voor de koele avonden zoo'n heerlijk, makkelijk, fleurig, koket, soepel, licht en' dicht, maar warmte ge vend kleedingstuk, datja dat eigenlijk geen bepaalden naam heeft. 't Is een manteltje en 't is geen man teltje 't Doet duidelijk aan als 'n „omgooier- tje" en toch is het dit ook weer niet! De Franrjaise noemt 't ,*,petite veste". Maar n vest zooals we dat kennen ls het evenmin. Want deze worden in den regel ge maakt van een zachte, ruige wollige stof in de soort van het Tjsddy-beer-aóhtige. Ja, zelfs wel vaak van echte Teddybeer- stof. Bovendien heeft zoo'n vest^ lange ge sloten mouwen en is verder nauwsluitend en van onderen' dikwijls in heeren^vest- vorm gesneden. en hij werd heelemaai niet gewond." „Nou zeg, dat noem ik een wonder." „Heelimeaal geen wonder," zei de leuke echtgenoot, Jij stond pas op de onderste sport, toen hij er af gleed. Aninie: Is er geetn sprake van geweest dat Marianna met 'n baron zou trouwen?" Toos: Jawel, maar de baron zeil heeft er nooit een woord over gezegd. Mevrouw: „Hier Marie, je kan dezen hoed1 van me krijgen, ik draag hem toch niet meer." Marie: „Dank u wed. Wat ben ik daas bltt mee. M'n verloofde vond juist, dat hj} mij' zoo goed stond. Vader: „Foei jongen, moeder vertelt me, dat je gisteren gelogen) hebt Dat doet me erg veed verdriet Beloof me, dat je dat nooit meer doen zult!" Zoontje (schuldbewust): Ja vader."* Vader: „Goed, en ga nu even kijken wie daar gebeld heeft. Ais 'fc iemand met een kwitatintie is, zeg, dan maar dat ik niet thuis ben, hoor je!" Zij: „Waarom ga je altijd op '1 baloon staan als ik zing? Hoor je me niet graag?" ,/Och, wat dat betreft ik kan het wel uithouden en gun je dat genoegen wel. Maar de buren kunnen nu zien* dat je niet gilt, omdat ik je sla. „Bent u de loodgieter?" vroeg de dame des huizea Jawel mevrouw, ik ben de loodgieter." „O," zei de dame, ik wou u even vra gen, of u wat voorzichtig wil zijn, als u met uw werk begint; de vloeren zijn nl pas gewreven en keurig in orde". „O, maak u over mij geen bezorgdheid, mevrouw, want ik heb spijkers onder mijn i schoenen." Maar mijn „ietsP is iets geheel anders, 't Is.t Is. Enfin ik weet niet wat het is. Ik zal 't u eenvoudig laten zien. Hier hebt u er een: Het hierbovenstaande model is eventjes anders van vorm, dan de vorige welke gesneden zjjn voljgens de reeds beschre ven snit. Hier komt de klok-vorm 'n weinig in aanmerking. Als materiaal kwam ditmaal in aanmer king een gezellige ruit in kleurencombi natie, welke ge zelf maar wilt. Alle moge lijke mogelijkheden zijn.mogelijk! Voor de shawl-kraag en de sluitdas al leen wordt dan een effen stof echter: in één van de aanwezige kleuren in dé ruit! Mme. Corry. Hij. Als ik een kus wilde stelen, zou u dan uw ouders er bij roepen?" Zij: Dat zou nergens toe dienen. Moeder is uit en vader wil heelemaai niet gekust worden. inn hpotjnajvmrf bn.nM 1 Ziet u - dat lijkt wel op 'n jas, maar Mijnheer Jansen, die z'n vrouw graag 't is er geen. Om verschillende redenen eens beetneemt, kwam een keer tVmiT nietEvenmin is 't 'n vest of iets van zeggende: thuis, dien aard.Eigenlijk is t 'n.om- „Moet je hooren vrouw; d'r is *n metee- slagdoek! kar van 'n heel hooge ladder afgegleden Heel lang geleden woonde er ln een land hier heel ver vandaan een jongen, die Hector heette en wiens ouders heel, heel arm waren. Hun eenig bezit was een pereboom en als ze alle peren, die er aan groeiden, verkocht- ten, dan hadden ze nog geen gulden ln de week, om brood voor te koopen. Eens maakte Hector's moeder den jongen midden in den nacht wakker en vertelde hem, dat ze hem niet langer te eten kon geven en dat hij maar zelf moest zien zijn dage- Hjksch voedsel te verdienen. Hector kuste zijn bedroefde moeder en vertrok. Hjj had nog niet lang geloopen* toen hij een groote gouden Rat ontmoette met een krul gouden haar in haar bek. Toen Hector van zijn verbazing bekomen was zei de Rat: „Als je een vrouw en een fortuin zoekt en dat doe je toch.zeker dan zal ik je helpen. Ik zal je bij een zwart en groen monster brengen. Je zult veel gevaren moe ten doorstaan en zwerven moeten door vel den* moerassen en donkere bosschen. Het monster bewaakt een zeldzame schat, een meisje met gouden haar, waarvan ik hier een tok heb. Ze slaapt op rood fluweelen kussens. En naast haar liggen duizend zakken goud, die duizend millioen gulden waard zijn, naar men mij gezegd heeft. Maar om het meisje en den schat te winnen, moet je het monster, een draak, verslaan. Bedenk wel, dat menig een den dood vond in het hol van den draak". Hector riep uit: „Ik ben niet bang! Wijs me den weg en ik zal met het monster vechten!" En ze gingen samen op weg. Heel lang liepen ze, een heelen dag door. Toen het weer avond werd, waaide de Rat met den gouden krul en daar kwam plotseling een v°orschijn met een tafel waar een heerlijke maaltijd op gereed stond. Toen Hector en de Rat gegeten hadden, verdween de tafel, een bed verscheen voor Hector en een mandje voor de Rat. Hector sliep dade- ze weer een^n^'r64 VeId d°°r en bereikten pen hadden T°,en^e dit een eind geloo- een steen f Rat plotseling stil om we overal ve lig-^S d^n ®te?n zijn noten ze een hlerlHk dag g* goede nachtrust al en daarna een nieiwV0,*?nden ^tend hadden ze nog ten fc Ze,een grot ber^" WwïSï TT' zwaardslag tusschen et een' harden schoot het STJ HeSSt sproncr on 7U ^ïector af, doch deze af Vol vrenaL !Lw gJ6n draak den kop op, kuste het dier dankbaarste* ?®n schouder en liep de grot i£ °P m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 12