Tweede Blad.
PLAATSELIJK NIEUWS
VAN DONDERDAG 21 AUGUSTUS 1924
Protest v ergaderl ng.
Op 12 September zal hier ter plaatse een
groote openbare protestvergadering plaats
hebben, welke zal uitgaan van de Neutrale
en Moderne bonden van Rijksambtenaren
en werklieden.tegen den aanslag op hunne
loonen. Van der Jagt v. d. O. B. P. T. T.
en Noordhof van den O. N. A. B. zullen'
spreken.
Verhooging melkprijs.
Blijkens een in dit blad voortkomende
advertentie wordt de melkprijs hier ter
plaatse gebracht van 14 op 16 cent per
liter.
Opening Christelijke school „Rehoboth".
Dinsdagmiddag werd onder groote belang
stelling van 'autoriteiten en publiek, de 4e
Christelijke school geopend. In den tijd van
4 jaar zijn naast de School met den Bijbel
in de Koningstraat, drie scholen voor chris
telijk onderwijs verrezenwaarvan één te
Koegras. Ongetwijfeld is dit voor de chr. be
volking van onze gemeente een verblijdend'
teeken, en voor de chr. voormannen in de
stad onzer inwoning een feit, waarop ze
trotsch kunnen zijn. Immers zij zijn het ge
weest, die niettegenstaande de moeilijke tij
den, waarin we leven, gewerkt hebben, tot ze
dit resultaat, deze kroon op hun werk zagen.
En nog rusten ze niet, maar zullen trachten,
bmnen niet al te langen tijd, ook een 6e
school voor chr. onderwijs te openen
De ingang van de nieuwe school is op de
Achtergracht W.Z. Aan deze gracht bevin
den zich een tweetal lokalen, terwijl ook aan
de Weststraat eenzelfde aantal gelegen is,
met een wijd' en ver uitzicht over het werf-
kanaal en omgeving. Licht, lucht en ruimte
is een eerste vereischte voor een schoollokaal.
En dat vinden de kinderen en het onderwij
zend personeel in de nieuwe school. Licht
stroomt er door de groote ramen overvloedig
binnen. En de heldere, frissche kleur, daarin
de lokalen geschilderd zijn, geven het geheel
een prettig aspect. Men1 zou niet zeggen, dat
het maar een verbouwde school is, want alles
ziet er als nieuw uit. Eén ding ontbreekt er,
en dat is een speelplaats. Er is geen ruimte,
waar de kinderen in het vrij kwartier eens
flink hunnen hollen en draven, om naar
lichaam en geest verkwikt, de lessen weer
aan te vangen.
„Maar dan gaan ze maar wandelen", zei
een van de bestuursleden ons, en dat lijkt
ons dan ook de beste oplossing.
Boven zijn nog een drietal lokalen, zoodat
de school geheel zeven klassen bevat, elk
plaats biedend voor 48 leerlingen.
Om 2 uur Dinsdagmiddag vulden zich twee
benedenlokalen, die feestelijk met groen en
bloemen versierd waren, met autoriteiten,
genoodigden en belangstellenden. Er bleef
geen plaatsje onbezet.
Het College van B. en W. was geheel ver
tegenwoordigd. Verder merkten we od de
leden der Commissie van Bijstand voor het
Lager Onderwijs, zijnde Mevrouw Van der
Hulst en de heeren Heiijblok en Smits, den
heer Kasteljjn, Directeur van Gemeentewer
ken, den heer Teune, Directeur van Water
en Lichtbedrijven, den Inspecteur van het
Lager Onderwijs, de heer Dun, de heeren
het geheele Schoolbestuur, bestaande uit Ds.
v. d. Werff, voorzitter; J. Bommel, secreta
ris; P. van Dalen, penningm; Ds. Wallien',
Ds. Zwaan, J. Freeke en C. v. d. Haagen,
leden. Namens de Ver. tot Verbr. der Waar
heid was de heer Van Dam aanwezig, na
mens de Luthersche Kerk de heer Abbenes,
naihens de Chr. Geref. Kerk de heer Kamp,
en namens de Schoolvet. Koegras de heer
J. van der Veer.
Ds. Van der Werff, die de leiding van deze
plechtigheid had, opende met gebed en las
daarna voor Deuteron. 6 19, waarna hij
zijn openingsrede uitsprak.
Als we hier, aldus Z. Eerw., zijn saamge-
komen, om deze 3e school met den bijbel te
openen, dan denk ik onwillekeurig aan een
woord van den wijzen Salomo: „De uitgestel
de hoop krenkt het hart".
Meer dan drie jaar hebben we voor onze
3e school gearbeid. In Februari 1921 werd
besloten hij B. en W. te informeeren of de
gemeente bereid zou zijn aan de Vereenlging
grond in erfpacht af te staan voor den bouw
van een nieuwe school. In Sept. *21 ontving
het bestuur der Ver. bericht van B. en W.,
dat de Raad besloten had medewerking te
verleenen. In uitzicht werd gesteld, terrein
te zullen ontvangen over het spoor. In Nov.
van datzelfde jaar echter werd gemeld, dat
B. en W. bezwaar maakten dien grondi in
erfpacht af te staan; evenwel werd terrein
aan den Ruij-ghweg aangewezen.
Na een gehouden conferentie met den
Hoofd-Inspecteur voor het L. O. werd daarop
in Nov. '22 door B. en W. bericht, dat inge
volge Raadsbesluit, dé toegezegde medewer
king in dien zin -zal worden verleend, dat een
gedeelte van de O. L. school aan de Visch-
markt, nadat de nieuw te houwen school aan
de Van Galenstraat in gebruik zal zijn geno
men, voor de Ver. zpl worden afgestaan.
Na verschillende conferenties werd in Mei
1922 een schrijven van B. en W. ontvangen,
dat de Raad' had besloten, de helft van de
Weststraat-sohool aan de Ver. af te 'staan,
op' het tijdstip van de opening der nieuwe
schooi Van Galenstraat.
Telkens zagen we onze hoop uitgesteld,
om aan een deel van onze kinderen onderwijs
te kunnen verstrekken, zooals dat moet ge
schieden naar den eisch van Gods woord.
En eindelijk, in Aug. 1924, is die begeerte
vervuld; al ia het op andere wijze, dan we
ons eerst hadden voorgesteld, Verstaan we
toch ook iets van hetgeen Salomo zegt: „De
begeerte die geschiedt, is goed voor de ziel".
Het eind van een drie en -een half jarig
1 lid perk van voorbereiding is geweest, dat we
heden een deel van de Weststraat school in
gebruik nemen als onze school.
En het moet gezegd! worden: ,,'t is een
mooi gebouw", gunstig gelegen op een der
voor ons meest geschikte punten der stad.
En, dank zij de welwillendheid van onzen
Burgemeester, met medewerking van de Wet
houders en den Raad, werden op verzoek
van het bestuur tal van veranderingen aan
gebracht, onder toezicht van den heer Kaste-
Ifl-n, directeur van Gem-.-werken, zoodat het
interieur den indruk geeft van een nieuwe
school te zijn.
We hebben haar den naam van Rehoboth
school gegeven. Rehoboth beteekent ruimten.
De naam is ontleend aan den Bijbel, Genesis
26 22,
Naar aanleiding van dit vérs deelt spr.
eenige bizonderheden mee omtrent den aarts
vader Izaak, die pa 't graven van twee born
putten, waarvan hij door de Filistijnen werd
verjaagd, de derde put, den naam van Reho
both gaf, omdat de vijanden hem daar met
rust lieten.
Het bezit van bronnen, waaruit het heer
lijke water opborrelde, was voor den Ooster
ling een levens-, een bestaanskwestie.
't Ging niet zoozeer om den put, maar om
het water in dien put.
En zoo gaat het in betrekking tot de op
voeding en vorming onzer kinderen. Niet in
de eerste plaats om het gebouw, dat we
school noemen, maar om het onderwijs, dat
daar gegeven wordt.
Hoofdzaak is niet, dat we een schooi heb
ben, maar dat we hebben een school met den
Bijbel, waar onze kinderen geleid' worden
naar de bron, waaruit het levende water ont
springt; het water, dat tot /in alle eeuwen de
dorst der ziel (ook der kinderziel) lesch-t»
Hoofdzaak en noodzaak is voor ons, dat we
een school hebben, waar onze kinderen wor
den heengeleid naar Jezus Christus, Die is:
de Weg, de Waarheid- en het Leven, het
waarachtige Lefen.
Spr. schetst den strijd d'ie de vaderen heb
ben gevoerd om het recht en de vrijheid van
de Chr. school.
De Chr. school houdt er rekening mee, dat
God grooter gaven dan het verstand aan de
kinderen gegeven heeft, n.1. het hart. En dat
is meer dan 't verstand. Want niet uit het
hoofd, maar uit het hart zijn de uitgangen
des levens.
Spr. wijst er op, dat er overeenstemming
moet zijn tusschen school en huisgezin, wat
betreft eenheid in levensbeginsel, waarvan
de ouders en dé onderwijzers uitgaan.
De Chr. onderwijzer tracht, hoe gebrekkig
dan ook het kind te laten zien, de gangen
van Gods heilige voeten in het machtige we
reldgebeuren, inzonderheid zooals ons dat in
den Bijbel is geopenbaard. De Bijbel moet
zijn het richtsnoer voor heel ons leven.
Met enkele voorbeelden maakt spr. duide
lijk, hoe het onderwijs op de Chr. school ge
geven wordt. Hij spreekt zijn dank uit aan
God, die „ruimte" gemaakt heeft voor het
Chr. onderwijs.
Met de bede, dat van haar een rijke zegen
mag uitgaan voor de kinderen en het volk,
en dat het zaad des Woords, hier uitgestrooid,
in de harten van vele kinderen wortelen
moge, opdat zij alzoo eere en verheerlijking
moge toebrengen aan den naam van Hem,
wien toekomt de lof en de aanbidding en
de dankzegging, in alle eeuwigheid, eindigt
spr. zijn openingsrede.
Hij richt hierna het woord tot den heer
Lever, het hoofd» der school, wien hij dank
zegt voor zijn overkomst van Groningen naar
Helder. Hij wijst hem, evenals het onderwij
zend personeel, op den weg dien zij te gaan
hebben en op de Rots waarop zij steeds ver-
rouwen kunnen.
De Burgemeester, die hierna het
woord verkrijgt, zegt, namens het dage-
lijksch -bestuur van de gemeente, dank voor
Lever, Storm en Bos, respectievelijk hoofcL^,.^ .~J
van de nieuwe-, Muio- en Bijbelschool, en "de invitatie, waardoor zij in de gelegenheid
gesteld zijn belangstelling te kunnen toonen
in het bizonder onderwijs.
Hoewel de meerderheid van het College
voor Openbaar Lager Onderwijs is, wordt er
wel rekening mee gehouden, da-t een groot
deel van de bevolking een andere zienswijze
aeeft.
Het spijt spr., dat het zoo lang geduurd
heeft, voor de school in gebruik genomen kon
worden, doch het verheugt hem, dat de school
naar den zin van het bestuur is.
Hij spreekt den wehsch uit, dat de meest
gunstige resultaten verkregen worden voor
de intellectueele vorming van de jeugd.
De heer Dun spreekt namens het Rijks-
schooltoeziöht een woord' Van geluk tot het
bestuur met de opening van- deze school,
Spr. vergelijkt dezen dag met dien, waarop
in een gezin een nieuwe wereldburger komt.
Dit is de vierde van het gezin, en dan is
er naast de blijdschap ook ernst, want dé
zorgen zijn toegenomen.
De taak die gesteld wordt aan het Chr. on
derwijs is een moeilijke en zware taak, want:
Noblesse oblige, adeldom verplicht. Volgens
spr. moet de Chr. school goed zijn, dat is zij
verplicht door haar naam.
Het Chr. onderwijs werkt voor twee we
relden, voor de maatschappelijke en de gees
telijke. Het personeel zal het moeilijke van
deze taak voelen, doch zij weten waarheen zij
zich kunnen wenden en waar zij kracht kun
nen zoeken.
Spr. wenscht, dat deze school een sieraad
mag worden voor Helder.
Ds. Zwaan spreekt als afgevaardigde
voor de Geref. Kerk een kort woord.
Het is een dag van blijdschap aldus Z.
Eerw. ook voor de Geref. Kerk, dat deze
schooi is geopend. Hierdoor is er ruimte ge
komen voor onze kinderen, en de naam Re
hoboth zegt ons, dat er nog meer ruimte is.
Die naam spreekt ons van strijd en zegen.
Strijd hébben onze vaders altijd gevoerd
voor de rechten van de Chr. school. Zij wis
ten immer nieuwe kracht te putten uit de
Bron, die nooit uitgeput raakt. Het Woord
van God is dé bron, die het levende water
geeft, dat we noodig hebben om te over
winnen.
Wij spreken den wensch uit, dat deze
school mag groeien en bloeien, en dat de on
derwijzers hun kracht mogen putten uit het
onfeilbare Woord Gods, en' het bestuur ge
zegend mag worden. Zoodat deze school den
kinderen tot zegen en den naam des Heeren
tot heerlijkheid zij.
De heer Van Dam spreekt namens de
Ver. tot verbreiding der Waarheid. Hij
wenscht allereerst het -bestuur van harte ge
luk met de opening van deze school. Het doet
spr. genoegen, dat er zooveel samenwerking
is onder de Christenen hier ter plaatse. Het
verheugt hem, dat het niet noodig was uit
elkander te -gaan, doch dat er gezamenlijk een
Chr. school geopend kon worden.
De heer Kamp richt namens de Chr.
Geref. Kerk een 'hartelijke gelukwen-sch tot
het bestuur. Moge deze school strekken tot
eer van Gods naam en -tot heil van de jeugd.
Naar aanleiding van het gesprokene door
Ds. v. d. Werff, wil spr. de woorden van den
dichter aanhalen:
Ja, Gij zijt die God, die d'ooren
Wond'ren doet op wond'ren hooren.
Dat het bestuur dan ook steeds'tot dien
God mag gaan.
De heer Abbenes spreekt- namens de
Luth. Kerk. Wanneer spr. iets zegt-, doet hij
dat met een gevoel van blijdschap en wee
moed. Weemoed, omdat Ds. Wallien, die zijn
volle medewerking aan dit werk gegeven
heeft, binnenkort de plaats gaat verlaten.
Blijdschap, omdat hij het bestuur geluk kan
wenschen met deze mooie school. f
De heer V a n d e r V e e r, die namens de
Schoolver. Koegras tot het -bestuur een felici
tatie richt, begint met het spreekwoord:
„Waar het hart vol van is, loopt de mond
van over".
Spr. wijst op het ontvankelijke gemoed van
de kinderen, wat 'betreft zoowel het goede
als het kwade.
Daarom is er blijdschap als wij zien, dat
er gewerkt wordt voor onzen God en Zijn
dienst, en als het zaad1 van Gods Woord' ge
strooid -wordt in die jonge 'kinderharten.
De heer Storm spreekt ook zijn blijd
schap uit over de opening van deze 4e Chr.
de taak der ouders over, nJ. het onderwijs
in d 1 e kundigheden, welke de ouders in
den regel niet kunnen bijbrengen en die
toch voor het maatschappelijk leven on
misbaar zijn.
Door het klasse-onderwijs leert het kind
niet alleen van den onderwijzer, maar
ook van zijn medeleerlingen, zoowel wat
het doen, als wat het niet doen moet. Het
geeft hem een prikkel om zich in te span-
neh, het geeft een gevoel van gemeen
schap.
In het samen zijn, samen werken en sa
men spelen der kinderen bezit de school
een middel tot vorming van het karakter,
dat de huiselijke opvoeding likt in die
mate heeft.
In de tweede plaats wijs ik op de aan
vulling, die de huiselijke opvoeding ont
vangt in de school door het eigenlijke on
derwijs.
Men hoort wel eens, dat de tijd aan Bijb.
Gesch. aan het leeren van Ps. en Gez.
aan het Bijbellezen besteed, maakt, dat
aan de andere vakken te kort wordt ge
daan.
Dat onderwijs in de B. G, is voor de
school van geheel eenige waarde.
Ook uit meer algemeen oogpunt heeft
dit Bijb. onderw. een zeer groote opvoe
dende kracht. Het leert de kinderen een
groot stuk wereldgeschiedenis kennen.
Wij' willen -geenszins de politiek op de
school brengen, maar verlangen wél dat
d-e leerlingen de geschiedenis van hun
vaderland leeren kennen, zooals zi| zich
eeuwen lang ontwikkeld heeft als de ge
schiedenis van een Chr. natie, op welke
de beginselen van het Christendom mis
schien sterker hebben Ingewerkt dan op
eenig ander op het vasteland van Europa.
Geen chauvinisme wenschen wij te kwee
ken, maar evenmin willen wij in de school-
opvoeding voorbijzien, dat de liefde tot
zijn land een ieder is aangeboren en dat
de Nederlandsche natie onder de volken
van Europa eeuwenlang een1 eerste plaats
heeft ingenomen, en nog zal kunnen in
nemen, wanneer het tegen de revolutie
school. Spr. weet nog heel goed, dat de schoolvasthoudt aan het evangelie,
in de Koningstraat overvol was. Het doet Ook mogen wij niet voorbijzien den ïn-
hem daarom genoegen, dat er, i-n zoo'n kor
ten tijd, drie nieuwe Chr. scholen bij zijn
gekomen. Het verheugt hem tevens, dat hij klasse ten goedé of ten kwade op
vloed, dien de leerlingen vpn dezelfde
school en in 't bijzonder van dezelfde
nu niet meer alleen staat als hoofd, doch ook
voeling heeft met de hoofden van andere Chr.
scholen.
God zegene personeel en kinderen, en geve
dat deze school mag groeien en bloeien.
De heer Bos is het wonderlijk te moede
op dezen dag, waarop de 4e Chr. school ge
opend wordt.
Spr. kan zich nog goed herinneren, da-t bij
vóór 4 jaar, tot zijn dienstwerk, in de ^chooi
in de Koningstraat werd ingeleid Hij had
zich toen niet voor kunnen stellen^ dat er in
die vier jaar een tweede school voor Lager
Onderwijs zou worden geopend Hij dankt
daarom God, dat er al heel spoedig naar meer
dere ruimte moest worden uitgezien.
Spr. verblijd er zich over, dat de voorzitter
in zijn openingsrede het echte doel van de
Chr. school heeft aangetoond en den onder
wijzers de zuivere toetssteen heeft gewezen.
Spr. wijst op een bizondere toevalligheid
bij dit gebouw. Nd deze, dat er in den voor
gevel van de school een steen is aangebracht,
waarop de spreuk staat: „Kennis is nfacht".
elkaar kunnen uitoefenen, een invloed,
die slechts indirect aan school kan
worden toegekend, maar dien de ouders,
zoowel als de onderwijzers met de groot
ste zorg hebben- na té gaan gedachtig
aan de spreuk, die reeds de Apostel Pau-
lus van een ouden Griekschen dichter
heeft overgenomen: „Kwade samenspre-
kingen bederven goede zeden", -r- Die
zorg 'behoeft er niet tóe te leiden, dat
kinderen- van ouders, welke niet d-e be
ginselen, die den grondslag der school
vormen, zijn toegedaan worden geweerd.
Wie dat meent, ziet voorbij dat de zonde
uit het hart voortkomt en dat kwade sa-
mensprekingen ook onder kinderen van
Chr. gezinnen voorkomen, maar de vrees
voor de schadelijke invloed en kwade sa-
m-ensprekingen moet er toe leiden-, om de
schakel, die tusschen de huiselijke en
de schoolopvoeding ligt, de omgang tus
schen de kinderen zelf, niet voorbij te
Spr. brengt hierna nog een woord van
tooide.groepen.
We maken mee, hoe de godenwereld' van
den Olympus kennis maakt met de draad-
looze. Buziau is er Jupiter, snaakscher op
pergod heeft zich noch Romein noch Griek
ooit kunnen foorstellen-, en aanvalliger Juno
dan mevrouw Roosje Köhler zeker ook niet
De oude sokkenboel daar in de wolken be
gint Jupiter te vervelen en met Fluksde
(Siem Nieuwenhuizen), die hem een door
Mercurins besteld pakje van de aarde brengt,
arriveert hij in Rotterdam. En dan krijgen
we de omzwervingen van dit kostelijke paar
grapjassen, die zich met allerlei .zaken be
moeien, waarmee we ons den laatsten tijd
geamuseerd of geërgerd hebben.
Het is al vroolijk en luchtig, bier en dlaar
een tikje ernst,maar overigens niet dan wat
oog en- oor maar kan streelen, zoowel van
jong als van oud. Ook in dit opzicht is deze
revue gelijk gebleven aan haar voorgangsters;
-dat zij ten voorbeeld' kan strekken, hoe men
grappig en oubollig kan wezen, zonder tot
het triviale te hoeven te vervallen of iemand
aanstoot te geven."
De rijwielmerken.
Bij de uitvoering der Rijwielbelasting
wet is aan de betrokken 'ambtenaren de in
structie gegeven, om de eerste vier we
ken niet te verbaliseeren. Ten onrechte is
hieruit de conclusie getrokken, dat gedu
rende de geheele maand) Augustus geen
proces-verbaal ingevolge die wet zou wor
den opgemaakt
Wij vernemen thans, dat de minister van
Financiën een schrijven heeft rondgezon
den, waarin wordt bepaald, dat te begin
nen met 29 Augustus a.a. ieder, die zijn
rijwiel niet voorzien heeft vata het voor
geschreven belastmgmerk, behoort te wor
den geverbaliseerd:
Spr. vraagt: ,Js kennis macht?" Hij be- dank aan het bestuur der Ver. „Laat de
antwoordt deze vraag met een bijbelwoord:
„Dit is het eeuwige leven, dat zij-U kennen,
en Jezus Christus die Gij gezonden hebt'"
God te kennen is het hoogste goed.
De spreuk is dus waarheid, maar niet in
de Nietzschiaansche beteekenis, waarmee de
stellers hem vermoedelijk geplaatst hebben,
doch ;in Christelijke beteekenis.
Spr. richt hierna nog een woord1 tot den
heer Lever en zijn personeel.
De heer Adriaamse, hoofd eener Chr,
school te Maassluis, is door betrekkelijk toe
vallige omstandigheden in de gelegenheid
deze opening bij te wonen. Hij kan daarom
niet nalaten een enkel woord te zeggen, en
zijn blijdschap te betuigen met de opening
van deze school.
Hij herinnert er aan dat zijn vader hier
het eerste hoofd van de Chr. school was,
en hijzelf jaren aan het Chr. onderwijs
hier, is verbonden gieweesti
Spr. wijst er op dat de school in de Ko
ningstraat mlet altijd het -grootsche aspect
heeft gehad van tegenwoordig, maar dat
ze met een verdieping is begonnen.
De samenwerking van de onderwijzers
hier ter plaatse heeft spr. altijd zoo aan
genaam aangedaan. Die samenwerking
was daarom zoo sterk, omdat de bevolking
hier voor 't meerendeel linksch is, en de
rechtsche menschen zich dus meer op el
kaar «aangewezen gevoelen.
Spr. wenscht dat de bevolking nog eens
voor het grootste deel rechtsch mag wor
den en dat daartoe het Chr. onderwijs mag
medewerken.
De heer Stevenson wijst, na zijn gfr-
lukwensch aan het bestuur, op de wen-
schelijkheid van'het één zijn van de Chr.
onderwijzers. Hij hoopt, dat de collegiali
teit en de samenwerking niet minder zul
len worden, nu de onderwijzers over de
verschillende scholen verdeeld zijn, dv/ch
dat de hand sterker mag worden.
Tenslotte verkrijgt de heer Lever het
woord. Wij ontieenen aan zijn rede het
volgend-a
In het moderne leven wordt d-e plaats,
die de school inneemt steeds grooter. Dat
is geen- toeval en evenmin het gevolg van
een willekeurig drijven -van één of andere
partij, maar doorwerking van het begin
sel, waaraan de school haar ontstaan te
danken heeft, het beginsel van verdeeling
van den arbeid.
Het gezin heeft in de eerste plaats voor
de opvoeding te zorpen, de school voor het
onderwijs en daardoor ook voor de opvoe
ding. Gedurende de jaren, waarin de kin
deren nog niet naar school gaan, zijn het
de ouders alleen, die hen opvoeden en
daarna is in 't algemeen de tijd, dien de
kinderen thuis onder de leiding en het toe
zicht der ouders doorbrengen veel grooter
dan de tijd, gedurende welke zij op school
zijn. De school neemt dus een deel van
Kinderkens tot Mij komen" voor het in
hem gestelde vertrouwen en hoopt dit ver
trouwen niet te beschamen.
Ds. W a 11 i e n is oorspronkelijk als te
genstander van dit gebouw, van gedachte
verandert, en hij verheugt zich erover dat
de nieuwe school er zoo fraai uit ziet. Hij
dankt het bestuur en den Burgemeester
voor de samenwerking en hoopt dat de
school tot bloei mag komen.,
Ds. Zwaan sluit de bijeenkomst met
dankgebed, waarna de school door de aan
wezigen bezichtigd wordt
Muziekschool „dé Toonkunst",
'.Blijkens de advertenties in dit nummer
zullen de lessen der Muziekschool „de
Toonkunst" Donderdag 21 Augustus wor
den hervat (behalve solozang). In studie
wordt genomen een kinderzangspel van
Hendrika van Tussenbroek, getiteld „de
Schoone in het slapende bosch", alsmede
van Kor Kuiler een kindercantate. „Een
Winterdag". Beide werken van Néder-
landsche componisten, hetgeen de aantrek
kelijkheid verhoogt
„Draadloos* In Casino.
Wij leven tegenwoordig in een „draad-
looze" tijd1; ln elke courant vinden wij be
schrijvingen van de nieuwe wonderen der
„draadlooze"; onze groote politici houden
„draadlooze" redevoeringen; „draadloos" snel
len de nieuwsberichten over de wereld, enz.
Maar er is heusch geen „draadlooze" noodig
om hekend te maken- hoe schitterend' gemon
teerd, hoe aardig de muziek, hoe komisch en
geestig d-e scènes zijn in Henri ter Hali's
nieuwste revue „Draadloos", welke op 1, 2 en
3 September a.s. in „Casino" voor het -voet
licht gebracht wordt
Het „Rotterdamsch Nieuwsblad" schrijft
o.a.: „Prompt op -tijd, den eersten dag van
het nieuwe jaar, heeft H-enri ter Hali's Re-
vue-gezelschap Rotterdam weer de primeur
geschonken van een nieuwe revue „Draad
loos". Er werden op het tooneel gisteravond
reeds vele woordspelingen op dien -titel ge
maakt, zoo op de revue in 't algemeen, waar
van smadelijk wordt gezegd, dat er geen,
draad in zit, maar dat niettemin Henri ter
Hall het publiek er tot dusver maar keurig
mee aan een draadje houdt Dat getuigde bij
deze eerste voorstelling het overvolle^ Theater
Soesman. En wanneer de revues blijven op
het peil van „Draadloos", dan kan men er
zeker van zijn, dat het draadje het nog lang
zal houden. i
Het is wederom een feestelijk kijk-, zang
en dansspel van den eersten rang; de schit
terendste en meest fantastische oostuums en-
decors volgen elkaar in bonte mengeling op,
heel wat ooUjke eh rake liedjes worden er
gezongen en keur van dansen geven leven
aan de in goud, zilver en andere glinsterende
en veelzijdig lichtweerkaatsende stoffen ge
Regea en onweer.
Het is boos weer de laatste dagen, ook
te Helder. Van wind krijgen we hier tamelijk
wel onze portie, maar ditmaal waren het an
dere natuurvoortbrengselen in den vorm van
hevige slagregens en onweders. Helder is op
meteorologisch gebied een land van gemid
delden; de nabijheid der zee is de oorzaak, dat
alle uitersten hier worden opgeheven. Wij
hebben nimmer hevige of langdurige onwe
ders; des winters is het hier meestal een paar
graden minder koud dan elders in het land,
enz. Maar ditmaal hebben wij hier onze por
tie gehad.
Reeds Maandagavond begon het te onwee-
ren, en den ganschen avond en nacht duurde
dit voort. Ongeveer te half vier -in den nacht
van Maandag op Dinsdag bereikte dit onweer
zijn hoogtepunt; geweldig waren de bliksem
stralen, die schier onafgebroken aan alle kan
ten van den hemel flikkerden. Maar het al
lerergste was een regenval, zooals wij in ons
gematigd klimaat anders nooit kennen. Vele
minuten lang plaste een tropische bui naar
omlaag, een wolkbreuk gelijk, die in een mi
nimum van tijd vele straten- blank zette. Ge
lukkig hebben we hier geen hooge en1 lage
stad, anders was dit minder vreedzaam afge-
loopen voor vele woningen. De Emmastraat
vooral heeft het moeten ontgelden; in de om
geving hiervan stonden de straten blank en
vele woningen kregen het water naar binnen.
De nieuwe auto der gemeente-reiniging is er
aan te pas gekomen om het water weg te
zuigen. Dat hier ontzaglijk veel regen
gevallen -is, zal men kunnen -begrijpen-,
als wij zeggen, dat «Meen in deze paar
uur een hoeveelheid van 26 mM. regen viel,
anders dikwijls zoowat het gemiddelde van
een heele maand! 600 miM. regen is zoowat
het jaargemiddelde; men- kan nu zelf wel een
beetje uitrekenen wat dit getal van *26 mM.
beteekent. Maar ook' elders is er ontzettend
veel regen gevallen; te Rotterdam viel bij
voorbeeld tusschen des morgens half tien en
des middags 2 uur 34 mM., dat is dus nog
meer dan hier, en in twee uur tijds, n.1. tus
schen 12 en 2 u. 's middags werd 27 mM.
geregistreerd Wat een dergelijke regenval
beteekent, zal men misschien beter begriji-
pen-, als men hem even berekent voor een
grooter oppervlak. In twee uur tijds is op
een oppervlakte van 1 KM.' 27000 ton re
genwater gevallen, en, hoeveel da-t nu Is voor
heel Rotterdam, dat een oppervlakte 'heeft
van 598.6 KM.1, mag de lezer zelf nareke
nen. In ieder geval was het een- aardig buitje!
Het onweder, dat met tusschenpoozen den
geheelen dag heeft gewoed, woedde ook nog
Dinsdag en Dinsdagavond.
Hier ter stede sloeg de bliksem in de R.-K.
keik ln de Nieuwstraat, zonder evenwel brand
-te veroorzaken. Aan de leibedekking en- den
toren werd- schade aangericht; dé bliksemaf
leider werd krom gebogen.
Bij een slager sloeg eveneens de bliksem
-in. Het behang werd geschroeid. Er hadden
geen persoonlijke ongelukken plaats.
Minder gelukkig was men te Texel; onze
oorrespondent schrijft ons hieromtrent:
In letterlijken zin komt hier heden 'het on
weer niet van de lucht. De eene donderbui
jaagt de andere en ze geven meer dan over
vloedig water.
Ook hebben die buien onheilen veroor
zaakt. In Tienhoven sloeg de bliksem ln een
boerderij, bewoond door den heer Looy. Ze
ging met het grootste gedeelte van den in
houd, waaronder 50 varkens, in vlammen op.
Nabij Den Hoorn werd' een- schapen-boet
getroffen-, ook deze, behoorende aan den heer
Witte, ging met het hooi, enz. verloren.
De „Texelsche Courant" meldt nog:
Verder sloeg de bliksem in de radio-instal-
latiè van Hfltel „Texel" en langs het dak van
Gez. Graaf. Ook bij Vlessing's Kledingma
gazijnen sloeg de bliksem op de eiectrisohe
geleiding in de badkamer van het woonhuis,
vernielde alle zekeringen en glaswerk,' ging
door het huis en de zaak en sloeg in 't Stof-
,felsglop in- den- grond.
Ook bij P. J. Bremer aan dé Atlas is het
ingeslagen-, gelukkig zonder brand te ver
oorzaken. Een dochtertje des huizes echter
werd 'bewusteloos geslagen en bleek later