Tweede Blad. PLAATSELIJK NIEUWS VAN DONDERDAG 21 AUGUSTUS 1924 Protest v ergaderl ng. Op 12 September zal hier ter plaatse een groote openbare protestvergadering plaats hebben, welke zal uitgaan van de Neutrale en Moderne bonden van Rijksambtenaren en werklieden.tegen den aanslag op hunne loonen. Van der Jagt v. d. O. B. P. T. T. en Noordhof van den O. N. A. B. zullen' spreken. Verhooging melkprijs. Blijkens een in dit blad voortkomende advertentie wordt de melkprijs hier ter plaatse gebracht van 14 op 16 cent per liter. Opening Christelijke school „Rehoboth". Dinsdagmiddag werd onder groote belang stelling van 'autoriteiten en publiek, de 4e Christelijke school geopend. In den tijd van 4 jaar zijn naast de School met den Bijbel in de Koningstraat, drie scholen voor chris telijk onderwijs verrezenwaarvan één te Koegras. Ongetwijfeld is dit voor de chr. be volking van onze gemeente een verblijdend' teeken, en voor de chr. voormannen in de stad onzer inwoning een feit, waarop ze trotsch kunnen zijn. Immers zij zijn het ge weest, die niettegenstaande de moeilijke tij den, waarin we leven, gewerkt hebben, tot ze dit resultaat, deze kroon op hun werk zagen. En nog rusten ze niet, maar zullen trachten, bmnen niet al te langen tijd, ook een 6e school voor chr. onderwijs te openen De ingang van de nieuwe school is op de Achtergracht W.Z. Aan deze gracht bevin den zich een tweetal lokalen, terwijl ook aan de Weststraat eenzelfde aantal gelegen is, met een wijd' en ver uitzicht over het werf- kanaal en omgeving. Licht, lucht en ruimte is een eerste vereischte voor een schoollokaal. En dat vinden de kinderen en het onderwij zend personeel in de nieuwe school. Licht stroomt er door de groote ramen overvloedig binnen. En de heldere, frissche kleur, daarin de lokalen geschilderd zijn, geven het geheel een prettig aspect. Men1 zou niet zeggen, dat het maar een verbouwde school is, want alles ziet er als nieuw uit. Eén ding ontbreekt er, en dat is een speelplaats. Er is geen ruimte, waar de kinderen in het vrij kwartier eens flink hunnen hollen en draven, om naar lichaam en geest verkwikt, de lessen weer aan te vangen. „Maar dan gaan ze maar wandelen", zei een van de bestuursleden ons, en dat lijkt ons dan ook de beste oplossing. Boven zijn nog een drietal lokalen, zoodat de school geheel zeven klassen bevat, elk plaats biedend voor 48 leerlingen. Om 2 uur Dinsdagmiddag vulden zich twee benedenlokalen, die feestelijk met groen en bloemen versierd waren, met autoriteiten, genoodigden en belangstellenden. Er bleef geen plaatsje onbezet. Het College van B. en W. was geheel ver tegenwoordigd. Verder merkten we od de leden der Commissie van Bijstand voor het Lager Onderwijs, zijnde Mevrouw Van der Hulst en de heeren Heiijblok en Smits, den heer Kasteljjn, Directeur van Gemeentewer ken, den heer Teune, Directeur van Water en Lichtbedrijven, den Inspecteur van het Lager Onderwijs, de heer Dun, de heeren het geheele Schoolbestuur, bestaande uit Ds. v. d. Werff, voorzitter; J. Bommel, secreta ris; P. van Dalen, penningm; Ds. Wallien', Ds. Zwaan, J. Freeke en C. v. d. Haagen, leden. Namens de Ver. tot Verbr. der Waar heid was de heer Van Dam aanwezig, na mens de Luthersche Kerk de heer Abbenes, naihens de Chr. Geref. Kerk de heer Kamp, en namens de Schoolvet. Koegras de heer J. van der Veer. Ds. Van der Werff, die de leiding van deze plechtigheid had, opende met gebed en las daarna voor Deuteron. 6 19, waarna hij zijn openingsrede uitsprak. Als we hier, aldus Z. Eerw., zijn saamge- komen, om deze 3e school met den bijbel te openen, dan denk ik onwillekeurig aan een woord van den wijzen Salomo: „De uitgestel de hoop krenkt het hart". Meer dan drie jaar hebben we voor onze 3e school gearbeid. In Februari 1921 werd besloten hij B. en W. te informeeren of de gemeente bereid zou zijn aan de Vereenlging grond in erfpacht af te staan voor den bouw van een nieuwe school. In Sept. *21 ontving het bestuur der Ver. bericht van B. en W., dat de Raad besloten had medewerking te verleenen. In uitzicht werd gesteld, terrein te zullen ontvangen over het spoor. In Nov. van datzelfde jaar echter werd gemeld, dat B. en W. bezwaar maakten dien grondi in erfpacht af te staan; evenwel werd terrein aan den Ruij-ghweg aangewezen. Na een gehouden conferentie met den Hoofd-Inspecteur voor het L. O. werd daarop in Nov. '22 door B. en W. bericht, dat inge volge Raadsbesluit, dé toegezegde medewer king in dien zin -zal worden verleend, dat een gedeelte van de O. L. school aan de Visch- markt, nadat de nieuw te houwen school aan de Van Galenstraat in gebruik zal zijn geno men, voor de Ver. zpl worden afgestaan. Na verschillende conferenties werd in Mei 1922 een schrijven van B. en W. ontvangen, dat de Raad' had besloten, de helft van de Weststraat-sohool aan de Ver. af te 'staan, op' het tijdstip van de opening der nieuwe schooi Van Galenstraat. Telkens zagen we onze hoop uitgesteld, om aan een deel van onze kinderen onderwijs te kunnen verstrekken, zooals dat moet ge schieden naar den eisch van Gods woord. En eindelijk, in Aug. 1924, is die begeerte vervuld; al ia het op andere wijze, dan we ons eerst hadden voorgesteld, Verstaan we toch ook iets van hetgeen Salomo zegt: „De begeerte die geschiedt, is goed voor de ziel". Het eind van een drie en -een half jarig 1 lid perk van voorbereiding is geweest, dat we heden een deel van de Weststraat school in gebruik nemen als onze school. En het moet gezegd! worden: ,,'t is een mooi gebouw", gunstig gelegen op een der voor ons meest geschikte punten der stad. En, dank zij de welwillendheid van onzen Burgemeester, met medewerking van de Wet houders en den Raad, werden op verzoek van het bestuur tal van veranderingen aan gebracht, onder toezicht van den heer Kaste- Ifl-n, directeur van Gem-.-werken, zoodat het interieur den indruk geeft van een nieuwe school te zijn. We hebben haar den naam van Rehoboth school gegeven. Rehoboth beteekent ruimten. De naam is ontleend aan den Bijbel, Genesis 26 22, Naar aanleiding van dit vérs deelt spr. eenige bizonderheden mee omtrent den aarts vader Izaak, die pa 't graven van twee born putten, waarvan hij door de Filistijnen werd verjaagd, de derde put, den naam van Reho both gaf, omdat de vijanden hem daar met rust lieten. Het bezit van bronnen, waaruit het heer lijke water opborrelde, was voor den Ooster ling een levens-, een bestaanskwestie. 't Ging niet zoozeer om den put, maar om het water in dien put. En zoo gaat het in betrekking tot de op voeding en vorming onzer kinderen. Niet in de eerste plaats om het gebouw, dat we school noemen, maar om het onderwijs, dat daar gegeven wordt. Hoofdzaak is niet, dat we een schooi heb ben, maar dat we hebben een school met den Bijbel, waar onze kinderen geleid' worden naar de bron, waaruit het levende water ont springt; het water, dat tot /in alle eeuwen de dorst der ziel (ook der kinderziel) lesch-t» Hoofdzaak en noodzaak is voor ons, dat we een school hebben, waar onze kinderen wor den heengeleid naar Jezus Christus, Die is: de Weg, de Waarheid- en het Leven, het waarachtige Lefen. Spr. schetst den strijd d'ie de vaderen heb ben gevoerd om het recht en de vrijheid van de Chr. school. De Chr. school houdt er rekening mee, dat God grooter gaven dan het verstand aan de kinderen gegeven heeft, n.1. het hart. En dat is meer dan 't verstand. Want niet uit het hoofd, maar uit het hart zijn de uitgangen des levens. Spr. wijst er op, dat er overeenstemming moet zijn tusschen school en huisgezin, wat betreft eenheid in levensbeginsel, waarvan de ouders en dé onderwijzers uitgaan. De Chr. onderwijzer tracht, hoe gebrekkig dan ook het kind te laten zien, de gangen van Gods heilige voeten in het machtige we reldgebeuren, inzonderheid zooals ons dat in den Bijbel is geopenbaard. De Bijbel moet zijn het richtsnoer voor heel ons leven. Met enkele voorbeelden maakt spr. duide lijk, hoe het onderwijs op de Chr. school ge geven wordt. Hij spreekt zijn dank uit aan God, die „ruimte" gemaakt heeft voor het Chr. onderwijs. Met de bede, dat van haar een rijke zegen mag uitgaan voor de kinderen en het volk, en dat het zaad des Woords, hier uitgestrooid, in de harten van vele kinderen wortelen moge, opdat zij alzoo eere en verheerlijking moge toebrengen aan den naam van Hem, wien toekomt de lof en de aanbidding en de dankzegging, in alle eeuwigheid, eindigt spr. zijn openingsrede. Hij richt hierna het woord tot den heer Lever, het hoofd» der school, wien hij dank zegt voor zijn overkomst van Groningen naar Helder. Hij wijst hem, evenals het onderwij zend personeel, op den weg dien zij te gaan hebben en op de Rots waarop zij steeds ver- rouwen kunnen. De Burgemeester, die hierna het woord verkrijgt, zegt, namens het dage- lijksch -bestuur van de gemeente, dank voor Lever, Storm en Bos, respectievelijk hoofcL^,.^ .~J van de nieuwe-, Muio- en Bijbelschool, en "de invitatie, waardoor zij in de gelegenheid gesteld zijn belangstelling te kunnen toonen in het bizonder onderwijs. Hoewel de meerderheid van het College voor Openbaar Lager Onderwijs is, wordt er wel rekening mee gehouden, da-t een groot deel van de bevolking een andere zienswijze aeeft. Het spijt spr., dat het zoo lang geduurd heeft, voor de school in gebruik genomen kon worden, doch het verheugt hem, dat de school naar den zin van het bestuur is. Hij spreekt den wehsch uit, dat de meest gunstige resultaten verkregen worden voor de intellectueele vorming van de jeugd. De heer Dun spreekt namens het Rijks- schooltoeziöht een woord' Van geluk tot het bestuur met de opening van- deze school, Spr. vergelijkt dezen dag met dien, waarop in een gezin een nieuwe wereldburger komt. Dit is de vierde van het gezin, en dan is er naast de blijdschap ook ernst, want dé zorgen zijn toegenomen. De taak die gesteld wordt aan het Chr. on derwijs is een moeilijke en zware taak, want: Noblesse oblige, adeldom verplicht. Volgens spr. moet de Chr. school goed zijn, dat is zij verplicht door haar naam. Het Chr. onderwijs werkt voor twee we relden, voor de maatschappelijke en de gees telijke. Het personeel zal het moeilijke van deze taak voelen, doch zij weten waarheen zij zich kunnen wenden en waar zij kracht kun nen zoeken. Spr. wenscht, dat deze school een sieraad mag worden voor Helder. Ds. Zwaan spreekt als afgevaardigde voor de Geref. Kerk een kort woord. Het is een dag van blijdschap aldus Z. Eerw. ook voor de Geref. Kerk, dat deze schooi is geopend. Hierdoor is er ruimte ge komen voor onze kinderen, en de naam Re hoboth zegt ons, dat er nog meer ruimte is. Die naam spreekt ons van strijd en zegen. Strijd hébben onze vaders altijd gevoerd voor de rechten van de Chr. school. Zij wis ten immer nieuwe kracht te putten uit de Bron, die nooit uitgeput raakt. Het Woord van God is dé bron, die het levende water geeft, dat we noodig hebben om te over winnen. Wij spreken den wensch uit, dat deze school mag groeien en bloeien, en dat de on derwijzers hun kracht mogen putten uit het onfeilbare Woord Gods, en' het bestuur ge zegend mag worden. Zoodat deze school den kinderen tot zegen en den naam des Heeren tot heerlijkheid zij. De heer Van Dam spreekt namens de Ver. tot verbreiding der Waarheid. Hij wenscht allereerst het -bestuur van harte ge luk met de opening van deze school. Het doet spr. genoegen, dat er zooveel samenwerking is onder de Christenen hier ter plaatse. Het verheugt hem, dat het niet noodig was uit elkander te -gaan, doch dat er gezamenlijk een Chr. school geopend kon worden. De heer Kamp richt namens de Chr. Geref. Kerk een 'hartelijke gelukwen-sch tot het bestuur. Moge deze school strekken tot eer van Gods naam en -tot heil van de jeugd. Naar aanleiding van het gesprokene door Ds. v. d. Werff, wil spr. de woorden van den dichter aanhalen: Ja, Gij zijt die God, die d'ooren Wond'ren doet op wond'ren hooren. Dat het bestuur dan ook steeds'tot dien God mag gaan. De heer Abbenes spreekt- namens de Luth. Kerk. Wanneer spr. iets zegt-, doet hij dat met een gevoel van blijdschap en wee moed. Weemoed, omdat Ds. Wallien, die zijn volle medewerking aan dit werk gegeven heeft, binnenkort de plaats gaat verlaten. Blijdschap, omdat hij het bestuur geluk kan wenschen met deze mooie school. f De heer V a n d e r V e e r, die namens de Schoolver. Koegras tot het -bestuur een felici tatie richt, begint met het spreekwoord: „Waar het hart vol van is, loopt de mond van over". Spr. wijst op het ontvankelijke gemoed van de kinderen, wat 'betreft zoowel het goede als het kwade. Daarom is er blijdschap als wij zien, dat er gewerkt wordt voor onzen God en Zijn dienst, en als het zaad1 van Gods Woord' ge strooid -wordt in die jonge 'kinderharten. De heer Storm spreekt ook zijn blijd schap uit over de opening van deze 4e Chr. de taak der ouders over, nJ. het onderwijs in d 1 e kundigheden, welke de ouders in den regel niet kunnen bijbrengen en die toch voor het maatschappelijk leven on misbaar zijn. Door het klasse-onderwijs leert het kind niet alleen van den onderwijzer, maar ook van zijn medeleerlingen, zoowel wat het doen, als wat het niet doen moet. Het geeft hem een prikkel om zich in te span- neh, het geeft een gevoel van gemeen schap. In het samen zijn, samen werken en sa men spelen der kinderen bezit de school een middel tot vorming van het karakter, dat de huiselijke opvoeding likt in die mate heeft. In de tweede plaats wijs ik op de aan vulling, die de huiselijke opvoeding ont vangt in de school door het eigenlijke on derwijs. Men hoort wel eens, dat de tijd aan Bijb. Gesch. aan het leeren van Ps. en Gez. aan het Bijbellezen besteed, maakt, dat aan de andere vakken te kort wordt ge daan. Dat onderwijs in de B. G, is voor de school van geheel eenige waarde. Ook uit meer algemeen oogpunt heeft dit Bijb. onderw. een zeer groote opvoe dende kracht. Het leert de kinderen een groot stuk wereldgeschiedenis kennen. Wij' willen -geenszins de politiek op de school brengen, maar verlangen wél dat d-e leerlingen de geschiedenis van hun vaderland leeren kennen, zooals zi| zich eeuwen lang ontwikkeld heeft als de ge schiedenis van een Chr. natie, op welke de beginselen van het Christendom mis schien sterker hebben Ingewerkt dan op eenig ander op het vasteland van Europa. Geen chauvinisme wenschen wij te kwee ken, maar evenmin willen wij in de school- opvoeding voorbijzien, dat de liefde tot zijn land een ieder is aangeboren en dat de Nederlandsche natie onder de volken van Europa eeuwenlang een1 eerste plaats heeft ingenomen, en nog zal kunnen in nemen, wanneer het tegen de revolutie school. Spr. weet nog heel goed, dat de schoolvasthoudt aan het evangelie, in de Koningstraat overvol was. Het doet Ook mogen wij niet voorbijzien den ïn- hem daarom genoegen, dat er, i-n zoo'n kor ten tijd, drie nieuwe Chr. scholen bij zijn gekomen. Het verheugt hem tevens, dat hij klasse ten goedé of ten kwade op vloed, dien de leerlingen vpn dezelfde school en in 't bijzonder van dezelfde nu niet meer alleen staat als hoofd, doch ook voeling heeft met de hoofden van andere Chr. scholen. God zegene personeel en kinderen, en geve dat deze school mag groeien en bloeien. De heer Bos is het wonderlijk te moede op dezen dag, waarop de 4e Chr. school ge opend wordt. Spr. kan zich nog goed herinneren, da-t bij vóór 4 jaar, tot zijn dienstwerk, in de ^chooi in de Koningstraat werd ingeleid Hij had zich toen niet voor kunnen stellen^ dat er in die vier jaar een tweede school voor Lager Onderwijs zou worden geopend Hij dankt daarom God, dat er al heel spoedig naar meer dere ruimte moest worden uitgezien. Spr. verblijd er zich over, dat de voorzitter in zijn openingsrede het echte doel van de Chr. school heeft aangetoond en den onder wijzers de zuivere toetssteen heeft gewezen. Spr. wijst op een bizondere toevalligheid bij dit gebouw. Nd deze, dat er in den voor gevel van de school een steen is aangebracht, waarop de spreuk staat: „Kennis is nfacht". elkaar kunnen uitoefenen, een invloed, die slechts indirect aan school kan worden toegekend, maar dien de ouders, zoowel als de onderwijzers met de groot ste zorg hebben- na té gaan gedachtig aan de spreuk, die reeds de Apostel Pau- lus van een ouden Griekschen dichter heeft overgenomen: „Kwade samenspre- kingen bederven goede zeden", -r- Die zorg 'behoeft er niet tóe te leiden, dat kinderen- van ouders, welke niet d-e be ginselen, die den grondslag der school vormen, zijn toegedaan worden geweerd. Wie dat meent, ziet voorbij dat de zonde uit het hart voortkomt en dat kwade sa- mensprekingen ook onder kinderen van Chr. gezinnen voorkomen, maar de vrees voor de schadelijke invloed en kwade sa- m-ensprekingen moet er toe leiden-, om de schakel, die tusschen de huiselijke en de schoolopvoeding ligt, de omgang tus schen de kinderen zelf, niet voorbij te Spr. brengt hierna nog een woord van tooide.groepen. We maken mee, hoe de godenwereld' van den Olympus kennis maakt met de draad- looze. Buziau is er Jupiter, snaakscher op pergod heeft zich noch Romein noch Griek ooit kunnen foorstellen-, en aanvalliger Juno dan mevrouw Roosje Köhler zeker ook niet De oude sokkenboel daar in de wolken be gint Jupiter te vervelen en met Fluksde (Siem Nieuwenhuizen), die hem een door Mercurins besteld pakje van de aarde brengt, arriveert hij in Rotterdam. En dan krijgen we de omzwervingen van dit kostelijke paar grapjassen, die zich met allerlei .zaken be moeien, waarmee we ons den laatsten tijd geamuseerd of geërgerd hebben. Het is al vroolijk en luchtig, bier en dlaar een tikje ernst,maar overigens niet dan wat oog en- oor maar kan streelen, zoowel van jong als van oud. Ook in dit opzicht is deze revue gelijk gebleven aan haar voorgangsters; -dat zij ten voorbeeld' kan strekken, hoe men grappig en oubollig kan wezen, zonder tot het triviale te hoeven te vervallen of iemand aanstoot te geven." De rijwielmerken. Bij de uitvoering der Rijwielbelasting wet is aan de betrokken 'ambtenaren de in structie gegeven, om de eerste vier we ken niet te verbaliseeren. Ten onrechte is hieruit de conclusie getrokken, dat gedu rende de geheele maand) Augustus geen proces-verbaal ingevolge die wet zou wor den opgemaakt Wij vernemen thans, dat de minister van Financiën een schrijven heeft rondgezon den, waarin wordt bepaald, dat te begin nen met 29 Augustus a.a. ieder, die zijn rijwiel niet voorzien heeft vata het voor geschreven belastmgmerk, behoort te wor den geverbaliseerd: Spr. vraagt: ,Js kennis macht?" Hij be- dank aan het bestuur der Ver. „Laat de antwoordt deze vraag met een bijbelwoord: „Dit is het eeuwige leven, dat zij-U kennen, en Jezus Christus die Gij gezonden hebt'" God te kennen is het hoogste goed. De spreuk is dus waarheid, maar niet in de Nietzschiaansche beteekenis, waarmee de stellers hem vermoedelijk geplaatst hebben, doch ;in Christelijke beteekenis. Spr. richt hierna nog een woord1 tot den heer Lever en zijn personeel. De heer Adriaamse, hoofd eener Chr, school te Maassluis, is door betrekkelijk toe vallige omstandigheden in de gelegenheid deze opening bij te wonen. Hij kan daarom niet nalaten een enkel woord te zeggen, en zijn blijdschap te betuigen met de opening van deze school. Hij herinnert er aan dat zijn vader hier het eerste hoofd van de Chr. school was, en hijzelf jaren aan het Chr. onderwijs hier, is verbonden gieweesti Spr. wijst er op dat de school in de Ko ningstraat mlet altijd het -grootsche aspect heeft gehad van tegenwoordig, maar dat ze met een verdieping is begonnen. De samenwerking van de onderwijzers hier ter plaatse heeft spr. altijd zoo aan genaam aangedaan. Die samenwerking was daarom zoo sterk, omdat de bevolking hier voor 't meerendeel linksch is, en de rechtsche menschen zich dus meer op el kaar «aangewezen gevoelen. Spr. wenscht dat de bevolking nog eens voor het grootste deel rechtsch mag wor den en dat daartoe het Chr. onderwijs mag medewerken. De heer Stevenson wijst, na zijn gfr- lukwensch aan het bestuur, op de wen- schelijkheid van'het één zijn van de Chr. onderwijzers. Hij hoopt, dat de collegiali teit en de samenwerking niet minder zul len worden, nu de onderwijzers over de verschillende scholen verdeeld zijn, dv/ch dat de hand sterker mag worden. Tenslotte verkrijgt de heer Lever het woord. Wij ontieenen aan zijn rede het volgend-a In het moderne leven wordt d-e plaats, die de school inneemt steeds grooter. Dat is geen- toeval en evenmin het gevolg van een willekeurig drijven -van één of andere partij, maar doorwerking van het begin sel, waaraan de school haar ontstaan te danken heeft, het beginsel van verdeeling van den arbeid. Het gezin heeft in de eerste plaats voor de opvoeding te zorpen, de school voor het onderwijs en daardoor ook voor de opvoe ding. Gedurende de jaren, waarin de kin deren nog niet naar school gaan, zijn het de ouders alleen, die hen opvoeden en daarna is in 't algemeen de tijd, dien de kinderen thuis onder de leiding en het toe zicht der ouders doorbrengen veel grooter dan de tijd, gedurende welke zij op school zijn. De school neemt dus een deel van Kinderkens tot Mij komen" voor het in hem gestelde vertrouwen en hoopt dit ver trouwen niet te beschamen. Ds. W a 11 i e n is oorspronkelijk als te genstander van dit gebouw, van gedachte verandert, en hij verheugt zich erover dat de nieuwe school er zoo fraai uit ziet. Hij dankt het bestuur en den Burgemeester voor de samenwerking en hoopt dat de school tot bloei mag komen., Ds. Zwaan sluit de bijeenkomst met dankgebed, waarna de school door de aan wezigen bezichtigd wordt Muziekschool „dé Toonkunst", '.Blijkens de advertenties in dit nummer zullen de lessen der Muziekschool „de Toonkunst" Donderdag 21 Augustus wor den hervat (behalve solozang). In studie wordt genomen een kinderzangspel van Hendrika van Tussenbroek, getiteld „de Schoone in het slapende bosch", alsmede van Kor Kuiler een kindercantate. „Een Winterdag". Beide werken van Néder- landsche componisten, hetgeen de aantrek kelijkheid verhoogt „Draadloos* In Casino. Wij leven tegenwoordig in een „draad- looze" tijd1; ln elke courant vinden wij be schrijvingen van de nieuwe wonderen der „draadlooze"; onze groote politici houden „draadlooze" redevoeringen; „draadloos" snel len de nieuwsberichten over de wereld, enz. Maar er is heusch geen „draadlooze" noodig om hekend te maken- hoe schitterend' gemon teerd, hoe aardig de muziek, hoe komisch en geestig d-e scènes zijn in Henri ter Hali's nieuwste revue „Draadloos", welke op 1, 2 en 3 September a.s. in „Casino" voor het -voet licht gebracht wordt Het „Rotterdamsch Nieuwsblad" schrijft o.a.: „Prompt op -tijd, den eersten dag van het nieuwe jaar, heeft H-enri ter Hali's Re- vue-gezelschap Rotterdam weer de primeur geschonken van een nieuwe revue „Draad loos". Er werden op het tooneel gisteravond reeds vele woordspelingen op dien -titel ge maakt, zoo op de revue in 't algemeen, waar van smadelijk wordt gezegd, dat er geen, draad in zit, maar dat niettemin Henri ter Hall het publiek er tot dusver maar keurig mee aan een draadje houdt Dat getuigde bij deze eerste voorstelling het overvolle^ Theater Soesman. En wanneer de revues blijven op het peil van „Draadloos", dan kan men er zeker van zijn, dat het draadje het nog lang zal houden. i Het is wederom een feestelijk kijk-, zang en dansspel van den eersten rang; de schit terendste en meest fantastische oostuums en- decors volgen elkaar in bonte mengeling op, heel wat ooUjke eh rake liedjes worden er gezongen en keur van dansen geven leven aan de in goud, zilver en andere glinsterende en veelzijdig lichtweerkaatsende stoffen ge Regea en onweer. Het is boos weer de laatste dagen, ook te Helder. Van wind krijgen we hier tamelijk wel onze portie, maar ditmaal waren het an dere natuurvoortbrengselen in den vorm van hevige slagregens en onweders. Helder is op meteorologisch gebied een land van gemid delden; de nabijheid der zee is de oorzaak, dat alle uitersten hier worden opgeheven. Wij hebben nimmer hevige of langdurige onwe ders; des winters is het hier meestal een paar graden minder koud dan elders in het land, enz. Maar ditmaal hebben wij hier onze por tie gehad. Reeds Maandagavond begon het te onwee- ren, en den ganschen avond en nacht duurde dit voort. Ongeveer te half vier -in den nacht van Maandag op Dinsdag bereikte dit onweer zijn hoogtepunt; geweldig waren de bliksem stralen, die schier onafgebroken aan alle kan ten van den hemel flikkerden. Maar het al lerergste was een regenval, zooals wij in ons gematigd klimaat anders nooit kennen. Vele minuten lang plaste een tropische bui naar omlaag, een wolkbreuk gelijk, die in een mi nimum van tijd vele straten- blank zette. Ge lukkig hebben we hier geen hooge en1 lage stad, anders was dit minder vreedzaam afge- loopen voor vele woningen. De Emmastraat vooral heeft het moeten ontgelden; in de om geving hiervan stonden de straten blank en vele woningen kregen het water naar binnen. De nieuwe auto der gemeente-reiniging is er aan te pas gekomen om het water weg te zuigen. Dat hier ontzaglijk veel regen gevallen -is, zal men kunnen -begrijpen-, als wij zeggen, dat «Meen in deze paar uur een hoeveelheid van 26 mM. regen viel, anders dikwijls zoowat het gemiddelde van een heele maand! 600 miM. regen is zoowat het jaargemiddelde; men- kan nu zelf wel een beetje uitrekenen wat dit getal van *26 mM. beteekent. Maar ook' elders is er ontzettend veel regen gevallen; te Rotterdam viel bij voorbeeld tusschen des morgens half tien en des middags 2 uur 34 mM., dat is dus nog meer dan hier, en in twee uur tijds, n.1. tus schen 12 en 2 u. 's middags werd 27 mM. geregistreerd Wat een dergelijke regenval beteekent, zal men misschien beter begriji- pen-, als men hem even berekent voor een grooter oppervlak. In twee uur tijds is op een oppervlakte van 1 KM.' 27000 ton re genwater gevallen, en, hoeveel da-t nu Is voor heel Rotterdam, dat een oppervlakte 'heeft van 598.6 KM.1, mag de lezer zelf nareke nen. In ieder geval was het een- aardig buitje! Het onweder, dat met tusschenpoozen den geheelen dag heeft gewoed, woedde ook nog Dinsdag en Dinsdagavond. Hier ter stede sloeg de bliksem in de R.-K. keik ln de Nieuwstraat, zonder evenwel brand -te veroorzaken. Aan de leibedekking en- den toren werd- schade aangericht; dé bliksemaf leider werd krom gebogen. Bij een slager sloeg eveneens de bliksem -in. Het behang werd geschroeid. Er hadden geen persoonlijke ongelukken plaats. Minder gelukkig was men te Texel; onze oorrespondent schrijft ons hieromtrent: In letterlijken zin komt hier heden 'het on weer niet van de lucht. De eene donderbui jaagt de andere en ze geven meer dan over vloedig water. Ook hebben die buien onheilen veroor zaakt. In Tienhoven sloeg de bliksem ln een boerderij, bewoond door den heer Looy. Ze ging met het grootste gedeelte van den in houd, waaronder 50 varkens, in vlammen op. Nabij Den Hoorn werd' een- schapen-boet getroffen-, ook deze, behoorende aan den heer Witte, ging met het hooi, enz. verloren. De „Texelsche Courant" meldt nog: Verder sloeg de bliksem in de radio-instal- latiè van Hfltel „Texel" en langs het dak van Gez. Graaf. Ook bij Vlessing's Kledingma gazijnen sloeg de bliksem op de eiectrisohe geleiding in de badkamer van het woonhuis, vernielde alle zekeringen en glaswerk,' ging door het huis en de zaak en sloeg in 't Stof- ,felsglop in- den- grond. Ook bij P. J. Bremer aan dé Atlas is het ingeslagen-, gelukkig zonder brand te ver oorzaken. Een dochtertje des huizes echter werd 'bewusteloos geslagen en bleek later

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 5