BINNENLAND
De heer Smits: Indien de heer Gmm-
waid er tevens bij zou willen voegen waarom
deze firma dat niet wilde, zouden wij- wat
ander» krijgen te hoorea
De heer Grunwald: U weet van die
Baak niets af.
De heer Smits: Neen, de heer Grun-
waid weet er meer van. H$ zit ook dichter
tij t laadje der „Bsona".
De heer B o r k e r t meenit, dat er thans
verwarring dreigt te ontstaan. Spr. wenscht
allereerst te protesteaien tegen de jegens
den wethouder gebezigde uitlatingen. Juist
de heer Grunwald heeft geen enkel1 woord
over de zaakgesproken, en, hoewel spr. niet
een politiek medestander van ddeni heer is,
wil hij hem toch 'in bescherming nemen vóór
de jegens heii gebezigde uitdrukkingen. In
derdaad verkefcrt spr. tegenwoordig in een
andere sfeer, tyaar dat is volstrekt niet erg,
ik blijf afgevaardigde der s.dla.p. in den
Raad1. Het is dèheer Zondervan geweest, die
het standpunt un onze fractie heeft uiteen
gezet. De „Eso^a" is nog geen.gemeente
bedrijf, slechts eyi semi-gemeentebedrijf en
het is voor ons <en principieele kwestie of
wij ai d&n niet di\ voorschot moeten geven.
Spr. antwoordt jawij moeten ons losmaken
van allen ooncurfyn/tiestrijd. Het zooge
naamd „kapitalistisch" geluid van spr. mag
gerust ook in onze kringen worden gehoorn
Spr. heeft ook eenij verstand van booten,
genoeg om te weten, dat een motorboot ais
die van de firma Van Koningsbruggen niet
jjsbreken kan. De gemeente geve een sub
sidie voor het openhouden van het Kanaal.
De rest gaat ons verder niet aan.
De heer VaoLoo vindt de zaak van al
gemeen belang en de heer Smits had de boe
ken der „Esona" daar niet bij trioeten halen.
De heer V a n O s handhaaft zijn voorstel
om de zaak te verdagen ter na&ere bespre
king conform het vtrzoek der Lrma Van
Koningsbruggen.
De Voo rzi tte'r had verwacht, dat de
heer Van Os wel gezwicht zou zijn voor de
aangevoerde argumenten. Wordt At voor
stel van den heer Van Os ondersteun!?
De heer Smits: Ja, meneer de Voor
zitter.
In stemming gebracht, wordt het voostel
van Os tot verdaging dezer zaak ter nalere
bespreking (conform het verzoek van de
firma Van Koningsbriggen) verworpen met
13 tegen 7 stemmen. Vóór stemmen de b
ren Van Os, Heijblok, Smits, Eijldiers, V;
Dam, Geurts en Van der Veer. V,
Hierna komt in stemming het voorstel-B.
en W. (verieenen van een renteloos voor
schot aan de „Bsona" ten behoeve van een
IJsbreker), hetwelk wordt aangenomen met
12 tegen 8 stemmen. Tegen stemmen de hoe
ren Schoeffelénberger, Van Os, Boogaard,
Smits, Ejjlders, Geurt», Van Dam en Van
der Veer.
Grondbedrijf.
Voorstel tot vaststelling van prijzen en
algemeene regelen voor den verkoop van
gemeentegronden.
De heer Geurts bespreekt d'e voor
gestelde prijzen van grond bij eventuee-
len koop, die spr. alleszins juist voorko
men. Spr. bepleit een verandering aan
dein Ruyghweg, waar aan de eene zijde
grond ligt van 6.(dus 2e fcL) em aan
den anderen kant van 4— (3e kl grond).
Deze terreinen liggen slechts 10 M. van
elkander. Is het miet mogelijk daarvan
voor het geheel 3e kL grond te maken?
vraagt spr. Een prijs van 10.voor le
kl. grond acht spr. niet te hoog, maar de
vraag is of voor dezen prijs de animo tot
koopen wel groot zal zijn. Spr. geeft dien
tengevolge het Ooilege in overweging
dezen prijs te verminderen.
De heer Van O» had eerder verwacht
dat de heer Geurts zeggen zou: ik heb
daar zulke mooie huizen gezet, laten we
er nu eerste klasse grond van maken.
(Gelach). Overigens kan ook spr. deze
bijlage niet zonder meer aanvaarden; het
is al zeer moeilijk op erfpachtsgromd hy
potheek te krijgen. Als men (nu wil ver
knopen, moet mem het ook mogelijk ma
ken te kunnen kbopen, maar worden
thans dep kooper allerlei Verplichtingen
opgelegd, die te zwaar zijn. Zoo maakt de
bepaling i®.art. 7, dat de kooper, zoolang
de gekochte grond nog niet bebouwd is,
iet gekochte niet mag overdragen aan
lerden dan met toestemming van. B. en
IV. op boete van f 2000.-- maximum, -a-
let voor een kooper vrijwel onmogelijk
a koopen. Wie eenmaal gekócht heelt,
toet vrij blijven in die bebouwing of den
Vrkoop aan derden.
Nu kan men wel zeggen: dan koopt men
naar niet. Jawel, maar daarvoor is tem
sotte ons grondbedrijf niet opgericht.
Art. 8: „Met de bebouwing moet een
a invang zijn gemaakt binnen een jaar
ei de bebouwing moet voltooid zijn bin-
mn twee jaar na de overschrijving van
de koopakte." Boete 4000.maximum.
Dm tjd voor de verbouwing regele men
bi overleg met den kooper. Dit zijn kwes
tie^ die thans kunnen' worden' overzien.
Meni nake deze bepalingen milder. Wij
hunner niet alles op een goudsohaaltje
^egen en bij verkoop moet men wel eens
achippiren.
De heer Sohioeff elenberger:
Men. larht nu wel om de opmerkingen
van ddi heer Geurts, maar spr,, vraagt
of Iet vel deskundig is in een straat twee
verjclülende soorten erfpacht te hebben.
Als strike alle raadsleden grondeigenaren
^fd'en, zullen zijl, of ze oommunlst, anar-
oniBt dan wel socialist, zijn, toch trach-
en var. hun eigendom het grootste ren-
Jtoient te maken dat zij kunnen. Is wat
®ms geschiedt gemeentebelang? vraagt
spr. Heeft men wel beseft, dat deze bedra
gen 10.,6.en 4.de boek
waarde vormen van den grond en de wer
kelijke waarde over een. jaar misschien
weer hooger is? Deze zaak is ondeskun
dig bekeken. Het is een fout geweest tot
een dergelijke grondspeculatie over te
gaan en deze 'geheels zaak dreigt een
groote strop voor de gemeente te zullen
worden.
Het is nu wel heel mooi een prijs op
papier hievoor te bepalen, laat men even
wel maar eens probeeren te verkoopen.
Geroep: En je wil den grond nog duur
der maken!
De heer Sohoeffelen berger:
Dat is juist de debflcle van de grond poli
tiek, M. d. V. De zaak is deze: het zal er
op uitdraaien, dat wij den grond met
zware verliezen zullen moeten verkoopen.
(Spr. is slecht te volgen). Boeten als in de
'bekende artikelen voorgesteld werken
verkeerd om den woningbouw te bevor
deren. Men begrijpt hier blijkbaar niets
van economie. Spr. wil op dergelijke voor
waarden niet bouwen, noewel hij zeer
goed een weg zou kunnen vinden om de
'boetebedingen te ontduiken; een gerouti
neerd advocaat weet daar wel een mldde'
op. Het is absurd dergelijke Alva-aohtige
voorwaarden te maken,
De heer Boogaard wenscht zich nie'
te begeven op technisch gebied, doch wil
de zaak-Ruyghweg bespreken. De grond
daar was 3e kl. grond en de Raad meen
de, dat daar arbeiderswoningen zouden
kamen. Toen daar evenwel een beter soort
huizen kwam, is er 2e kl. «grond van ge
maakt. Het is niet goed van den heer
Schoeffelenberger daar thans op terug te
komen.
De Voorzitter geeft den Raad in
overweging de zaak van algemeen stand
punt te beschouwen en niet persoonlijke
belangen te bespreken.
De heer E y 1 d e r s vindt de prijzen
hoog Maar het zijn slechts normen en de
laatste clausule, n.-l. dat in bizondere ge
vallen daarvan kan worden afgeweken,
bevredigt spr. weder eenigszins. Voor den
grootbouwer behoeven zij dus niet te gel
den. De inzichten betreffende art. 7 kan
spr. niet doelen, die boetecijfers zijn im
mers altijd „ten hoogste"; als de heer
Sch. meent, dat de bepalingen kunnen
worden ontdoken, moet hij een andere wij
ze van redactie aanwijzen, die dit onmo
gelijk maakt. Is het dan niet naar den
vorm, dan kan hij althans den geest
daarvan aangeven.
Art 8 zag spr. gaarne gewijzigd. Hier
staat, dat de bouw binnen 2 jaar voltooid
moet zijn, maar ten opzichte van 'blok-
woningen dient men wat speling te heb
ben, en hier staat niet in, dat men zich
op den Raad beroepen kan.
De heer d e Z e e merkt op,_dat de vo
rige maal de tongen nogal los zijn geweest
over de kwestie erfpacht naast verkoop.
Van speculatie mocht geen sprake zijn,
zeide de Raad. Welnu, dit is in art.
dan ook beliohaamd. Als er gevallen voor
komen als genoemd zijn, zullen B. en W.
vel bereid zijn van de 'bepalingen af te
wijken. Aan de verlangens van den heer
van Os wordt dus tegemoetgekomen.
De heer van Dam voelt in principe
reel voor 's heeren van Ós' opmerking. De
opzet van deze voordracht toch was een
biter afzetgebied te vinden voor het
grondbedrijf. Spr. vergelijkt dit met een
groote fabriek, die ook tracht haar afzet
gebied uittebreidén. Spr. ziet in specula
tie niet zoo'n groot gevaar, en vindt het
voor het grondbedrijf wenschelijk dit zoo
rendabel mogelijk te maken. Spr. wijst er
voorts op, dat het wenschelijk is eene
afscheiding te maken tusschen de voor
verkoop aangewezen blokken en die
waarop erfpacht blijft rusten^ anders
krijgt ons nageslacht een Warwinkel van
door elkaar loopende perceelen, waardoor
het practisch onmogelijk wordt voor de
gemeente ooit winst daarvoor de kunnep
incasseeren.
De heer Zondervan merkt op, dat
de zaak thans is besproken door twee
deskundigen, waarvan de een den ander
beschuldigt van ondeskundigheid (de
heeren van Os en Schoeffelenberger).
Niemand kan iets tegen deze voorstellen
hebben. Als de Raad geweten had, dat
op den Ruyghweg dergelijke woningen
zouden komen, zouden wij daarvan dade
lijk 2e klasse grond gemaakt hebben. De
heer Schoeffelenberger vindt de grond te
duur. Zou hij wel het recht hebben dit te
zeggen, waar hijzelf als deskundige de
gemeente adviseerde tot -y^el te hooge
prijzen?.
De heer Sohoeff elenberger:
Feiten!
U& .1!Ui!
De heer Zondervan noemt een
tweetal concrete gevallen waarin dit ge
schied is.
De heer van Breda: B. en W. heb
ben deze voordracht ingediend naar aan
leiding van de debatten, omtrent de kwes
tie erfpacht of verkoop. De Raad besloot
tot verkoop naast erfpacht, maar verkoop
mocht nimmer met speculatief doel ge
schieden. Hier is thans een voorstel hoe
de gemeente den grond wenscht te ver
koopen, en de verkoopsprijs is berekend
zoo, dat geen winst gemaakt wordt, maar
ook geen verlies behoeft te worden gele
den. De heer'van Os leest in art. 7 iets
anders dan er in staat. B. en W. staan op
het standpunt, dat een bouwer, als hij
binnen den gestelden termijn niet klaar
komt, even aan B. en W, om ontheffing
vraagt. De voorwaarden zijn zeer elas
tisch, als wij de voorstellen van de heeren
van Os en Schoeffelenberger zouden op-
volgen, zouden wij niet krijgen een regel
matige bebouwing van het uitbreidings
plan. Over een oomplex van 20 woningen
bijvoorbeeld kan men den kooper niet on
gelimiteerd de beschikking geven. Er
zouden bouwondernemers komen, die wel
licht een gedeelte daarvan zouden bebou
wen en de rest lieten liggen in de hoop
op stijging van den grond. Dan zou het
doel van den verkoop, bebouwing, mis
lukken.
Ook het in artikel 8 «mschrevene 1b te
ondervangen door een beroep op B. en W.
Ook aan den heer Sdh. Is een termijn van
6 jaar toegestaan en nog zag hij geen
kans In die periode den grond te bebou
wen. Hij wilde aan den slechtsten kant
wel 5 of 6 woningen zetten, dan zou de
andere kant in waarde stijgen. De prijzen
voor den grond zijn naar den erfpaohts-
oanon berekend. Wat de Iheer van Dam
wil, n.1. uitgifte in blokken voor erfpacht
na verkoop, is niet uitvoerbaar. Spr. wil
in dit verband tevens opmerken, dat ver
schillende uitvoerders van 'bouwwerken
met belangstelling uitzien naar het resul
taat van deze besprekingen. Laat men
dus de voordracht aanvaarden, als ln de
praktijk zich bezwaren voordoen, kunnen
die worden opgelost.
De heer van Os wijst op de groote
voordeelen, die het Grondbedrijf ons ge
bracht heeft. De gemeente heeft zich vele
offers getroost, van den onbegaanbare
Ruyghweg heeft het een breede, fraaie
straat gemaakt, tal van goede straten zijn
rondom de stad aangelegd, en men kan
dit alles, dat natuurlijk zeer veel geld
verslonden heeft, niet in een paar jaar
tijds verhalen op enkele terreinen, die men
wil verkoopen. Een particulier zou nim
mer hebben gedaan gekregen hetgeen de
gemeente deed, n.1. uitsluitend ter wille
der verfraaiing handelen. Er staat in ons
uitbreidingsplan ook een park; de aanleg
daarvan moet nog blijven rusten tot tijd
en wijle de finantieele toestand' toelaat
ook daaraan te (beginnen. Laat men nu
niet telkens weer op dat uitbreidingsplan
terugkomen; wij hebben het eenmaal aan
vaard, en het resultaat is, dat wij al een
aantal breede wegen hebben gekregen.
Toen op den Rujjghweg de eerste wonin
gen kwamen, meende dó commissie, dót het
3e kl. grond' moest zijn. Toen' de eerste stoot
gegeven was, en op dezen 3e kl. grond 2e
kL woningen kwamen, kwamen er meer aan
vragen, Is dat zoo erg? Men spreekt nu sma
lend over die aannemers, maar zij zijn het
toch geweest, die in den loop der jaren hier
toch de gemeente gesticht hebben. Nu wil
men hen dwingen om bij grondaankoop nog
een voetval te doen» bij' de gemeente voor de
bebouwing. Spr. wil als1 kooper ook de volle
beschikking hebben- over zijn grond Op
grondi dezer overwegingen zal spr. tegen dó
bedde artikelen stemmen.
Do heer Schoeffelenberger komt
terug op de woorden van den heer Van
Breda als zou spr. coulant behandeld' zijn
door de gemeente. Dat is inderdaad zoo en
spr. is het College daarvoor dankbaar (hilari
teit). Maar dfct zegt spr. niets. Wie geeft
hem de verzekering, dat over een jaar dit
zelfde College er nog zit. En mogelijk zou
een ander College zich meer aan den tekst
der bepaling houden. Spr. heeft persoonlijk
tegen speculatieven verkoop gestemd; men
heeft spr. aanvrage om grond verkeerd be
grepen. Spr. bedoeling was arbeiderswonin
gen te zetten, en zijn eigen verdienste aan
edk© woning was uiterst miniem. Ieder des
kundige zal spr. toestemmen, dlat het onmo
gelijk is in 6 jaar tijds 35 woningen te bou
wen. Vele aanvragen kwamen bij spr. in,
maar deze bijlage heeft den bouw onmogelijk
gemaakt
De heer E ijl der s zou gaarne zien, dat
de clausule, dat men zich op het Ooilege be
roepen kan, werd' ingelascht
De Voorzitter wijst op punt 3: het
boetebeding. Natuurlijk ral op bonafide-bou
wers deze bepaling niet worden toegepast.
Als de heer Sch. het middel weet om ze te
ontduiken, is het zijn plicht een andere re
dactie aan te wijzen.
De heer Geurts: Is het wel goed den
hoogsten prijs te vragen?" Er is thans een
dalende tenten®, de aanvragen voor erf-
paohtsgrond zijn verminderd; en het ware
goed den prijs zoo laag mogelijk te stellen.
Spr. bepleit ook voor den Ruijghweg verla
ging van den erfpachtscanon.
De heer Van Breda merkt nog op, dat
de heer Geurts zichzelf tegenspreekt, waar
hij zegt, de prijzen niet te hoog te vinden,
dèch ze niettemin wil verlagen. B. en W.
kunnen immers elk geval op zichzelf bezien.
Op de kwestie Schoeffelenberger zal spr.
niet ingaan.
De discussies worden gesloten. De voor
dracht komt artikelsgewijze' in stemming en
de heer Va n Os vraagt stemming voor de
artikelen 7 en 8. Deze worden aangenomen
met de stemmen deir heeren Van Os, Geurts,
Van Dam en Schoe-ffelenberger tegen, en
met dezelfde stemverhouding (16 tegen 4)
wordt vervolgens de geheele voordracht aan
genomen.
Commlsslën.
Voorstel tot benoeming van leden der
Oommissiën van Bijstand;
Aftredende leden zijn voor de Commissie
van Bijstand van
a. de Gemeente-Reiniging en Plant
soenen:
R. Boogaard) C. Bot, J. C. Maters, J. v.
Veer.
b. de Publieke Werken:
G. J. Eijlders, C. Heijblok, R. N. van Os
en J. J. Schoeffelenberger.
c. het Grondbedrijf:
J. O. Maters, R. N. van Os, J. v. dL Veer
en B. Zondervan.
d. de Water- en Lichtbedirijven:
E. J. Bok, O. van Dam, J. Borkert en L.
F. van Loo.
e. het Onderwijs:
L. Boon, Mevr. G. v. d Hulst—Heeroma,
C. Heijblok en P. A. Smits.
Van den heer Heijblok is een schrijd
ven ingekomen; waarin hij verzoekt niet in
aanmerking te komen voor een herbenoe
ming. De aftredende leden, met uitzondering
van den1 heer Heijblok, worden herkozen; in
de plaats van laatstgenoemde wordt benoemd
de heer De Zee met 10 stemmen (9 op den
heer Bok).
Hiermede is de agenda afgehande'd) met
het oog op het late uur vraagt de Voo r-
zitter zooveel mogelijk van de Rondvraag
geen gebruik te willen maken. Slechts en
kele korte opmerkingen worden gemaakt.
Rondvraag.
De heer Van Loo vraagt naar den toe
standi der autobussen. Zijn deze hier be
trouwbaar? Wij lezen zooveel vau rijdende
doodkisten.
De heer Schoeffelenberger be
spreekt verschillende ontslagen aan de Ge
meentereiniging. Jongelui worden ontslagen,
die 3 jaar en langer daar werkzaam zijn, ter
wijl ouderen aangesteld worden. Op verzoet
van den Voorzitter om namen noemt
spr. die van Van t Hert, die 8 jaar aan het
bedirijf werkzaam is, iemand van 17, 18 jaar,
in wiens plaats thans is aangesteld Kroon,
iemand, die, naar spr. tor oore kwam, op de
Arbeidsbeurs nogal eens opspeelde.
Zal Worden onderzocht
Verzoek van den heer J. Geurts om in
gelicht te mogen worden over het verven
van de gashouders der gasfabriek, welk
werk zou zijn aanbesteed voor ƒ2000. van
welk bedrag de betrokken werklieden 1200
zouden hebben overgehouden.
Waaromtrent een uitvoerig antwoord ter
tafel van den Raad ligt komt ln de volgende
vergadering ter sprake.
Debat-Van EindenSnijders.
In de groote zaal van den Dierentuin
te 's-Gravenhage heeft 'Dinsdagavond het
openhaar debat plaats gehad tusschen den
gep. generaal C. J. Snijders, oud-opper
bevelhebber van land1- en zeemacht en
prof. d!r. D. van Embdlen, lid van de Eerste
Kamer, naar aanleiding van do rede, door
laatstgenoemde in April en Mei 1924 in
die Kamer gehouden en sedert gepubli
ceerd' onder den titel „Naftlömale Ontwa
pening óf Volksverdedging".
Te kwart voor acht (betrad generaal
Snijders het podium, een kwartier later
gevoLgd door prof Van Einden. De laatste
werd met applaus begroet dat dioor den
voorzitter der vergadering, mr. Werker,
voorzitter van het Hoofdbestuur van den
Vrijz.-Democratischen Bond aanstonds
energiek werd onderdrukt
Prol v. Emdem begon met te zeggen
d'at de heer Snijders en spr over één punt
het terstond eens zijn:
Zij verlangen beiden de onafhankelijk
heid' van Nederland bewaard te zien, en
zij willen daarvoor offers brengen.
Maar zij verschillen over de zakelijke
vraag, of het offer der gewapende ver
dediging nog doeltreffend ia
Spr. verdedigde voorts zijn standpunt
dat de bewapening voor kleine naties nut
teloos is ei de kans om in een oorlog
medegesleurd te worden vergroot Uit
voerig ging hij in op de gevolgen van den
chemischen oorlog, waarbij hij verschil
lende rapporten van deskundigen aan
haalde en o.m. de mogelijkheid van het
uitmoorden van geheele steden met gif
gassen.
Sprekers meening is, dat wij, omtwa»,
pend, bouwen oprecht vertrouwen.
Maar indien ons vertrouwen nu toch
eens beschaamd' wordt?
Indien nu toch, op het gebied van een
ontwapend Nederland, anderen hun strijd
gaan voeren? Is'er dan niet groote kans,
dat dan ook onze bevolking door de stik
gasfoltering bezocht zal worden.
Kans ja. In de wereld, welker zede
lijke grondslagen door de voorbereiding
ten oorlog vergiftigd zijn, is nog
gevaar.
Maar de verhoudingen zijn deze:
Met bewapening is er voortaan 99 pro
cent kans, dat wij zelf a la'partij in den
oorlog worden getrokken.
En gebeurt dit, dan beteekent het voor
een klein land zijn volslagen vernieti
ging-
Bij ontwapening echter ia, er, zeg 00
procent kans, geheel buiten den oorlog
te blijven. Ons dan te ontzien zal voor dte
heilige renten een moreelbelang zijn, een
economisch en zelfs een strategisch be
lang.
Zou niettemin schending en gevecht
van twee sterken te onzent plaats vinden,
dan zal voorzeker er plaatselijk groot leed
geleden worden. Maar niet het geheele
land zal met stikgassen worden bezocht.
Immers dit heeft alleen zin, indien Ne
derland' zijn weerstand bewust georgani
seerd beeft^ zoodat het geheele volk moet
worden aangepakt met moord1 en terreur
om dien weerstand te breken.
Zoo is er dan ten laatste maar een red
ding uit al deze ellende, uit deze licha
melijke en zedelijke ellendel Toont door
de daad der ontwapening, dat ge vertrou
wen schenkt en dan ontvangt ge vertrou
wen. Houdt cp de oorlogspartijen in ou
dere l anden te versterken door ons slechte
voorbeeld;
Ontwapent hen, door u openlijk te ver
laten op de plechtige beloften, die ons zijn
gegeven. O, mannen en vrouwen van Ne
derland, bevrijdt u zelf en de wereld uit
dien vloek der bewapening door eindelijk
te gaan gelooven in het betere in den
mensch. Alleen op een grondslag van
vertrouwen zal internationale ontwape
ning mogelijk worden. Welnu, de ontwa
pening der kleine volken zal er den weg
toe banen.
Toen de spreker opmerkte, d'at de divi
denden van d'e wapenfabrikaten bi elk ge
val „beveiligd" worden, klonk, ondanks
het verbod', uit de zaal applaus op. Ook
werd nogal eens gelachen terwijl af en
toe een sissend geluid de ontsteltenis van
een deel der toehoorders verried.
Toen de spreker er van gewaagde wel
ke middelen zouden worden toegepast,
tenzij het Nederlandsohe volk haar Re
geering die wapenen uit de hand sloeg,
werd het applausverbod aan de toehoor
ders te machtig. Met een daverend hand
geklap, dat schier tot een ovatie aanzwol,
betuigde men zijn instemming met de
betreffende passage. De voorzitter zag
dan ook er maar van af deze uitbarsting
te onderdrukken. Aan het einde van zijn
rede werd den spreker een ovatie ge
bracht.
I
Generaal Snijders aohitte de ontwape-
nlngspropagandia verderfelijk, daar haar
voorstanders doh op een onjuist stand
punt stellen.
Spr. behandelt in de eerste plaats de
gas- en luchtoorlog. Hij bestreed het door
prof. v. E. gegeven beeld van den gas-
oorlog. O.m. wees spr. erop, dat de soldaat
te velde eene aanzienlijke kleinere kans
loopt op gasvergiftiging dan op verwon
ding of dood door andere wapens; de
sterfte dóór gasvergiftiging naar verhou
ding zeer belangrijk geringer Is dan die
door verwonding door andere wapens; de
gemiddelde verplegingisdluur der gaszie-
ken korter is dan die van andere gewon
den; de genezing der gaszieken over 't al
gemeen gunstig en tamelijk snel verloopt
en dat blijvende nadleelige gevolgen zeld
zaam zijn.
Gegrond1 op de ervaring van een drie
jarigen glasoorlog, bewijzen de uitkom
sten, dat de ohemisohen strijdmiddelen
niet wreeder zijn dan andere wapens. Zoo
getuigen alle bevoegde schrijvers, ook die
naar welke prof. Van Embden verwijst,
doch wier verklaringen hij verzuimt aan
te halen.
Uitvoerig ging Gen. Snijders ook in op
de door prof v. E. aangehaalde uitlating
van Edison, dat de bevolking van geheel
Londen, met behulp van het nieuwe Le-
vesite-gas ih enkele uren, uit niet meer
dan 20 a 60 vliegtuigen, uitgeroeid kan
zijn.
Spr. noemde dit jammerlijke onzin en
toonde met cijfers aan, dat indien het
al mogelijk was 200 vliegtuigen 95
nachten noodig hebben om deze daad te
volvoeren.
Voorts ging spr. in op die mededeelin-
gen van prof. v. E. betreffende de lucht
vloot en luchtafweer. Inzake de eenzijdige
ontwapening merkte spr. op dat de mobi
lisatie van 1914 de waarde onzer weer
macht bewezen heeft. Het getuigenis van
generaal v. Molktke is hiervan een on
weerlegbaar bewijs. Sterk kwam spr. op
tegen de uitlating van prof. v. E. als zou
spr. verklaard hebben, dat onze weer
macht onvoldoende was. De materiale
uitrusting was schraal toegemeten omdat
aan het leger vóór 1914 door de politiek
in de Kamer het noodigste was onthou
den. In 1914 daarentegen, toen men in
angst zat werden er onbeperkte credieten
verleend.
Weerloos worden wij t offer.
Prof. Van Embden wil in de toekomst
de veiligheid van een ontwapend Neder
land zoeken in het moreele belang, wel
licht zelfs in de moreele gezindheid der
groote mogendheden. Zeer goed!
Maar houden dat moreele 'belang en die
moreele «gezindheid dan op té bestaan en
te werken, wanneer wij door gswapende
bescherming onzer onzijdigheid onzen in
ternationalen plicht vervullen? Bij de ge
geven lnternationaal-politieke verhoudin
gen moet zelfs worden aangenomen, dat
onze ontwapening reeds in normalen tijd
bij de ons omringende groote mogend
heden en 'bij België bedenking) wellicht
verzet zou ontmoeten, omdat zij een ge
vaar voor den internationalen status quo
zou beteekenen. Heeft niet onze Regee
ring in 1919 te Parijs aan de Belgische de
dekking van den linkervleugel van het
Maas-front in Limburg gewaarborgd en
heeft zij niet verklaard, dat schending
onzer neutraliteit door Dultschiand in
Limburg voor ons een casus ibelli zou zijn?
Nog kort geleden werd in een Belgisch
blad betoogd, dat met het oog op onze
nabgVijnde weerloosheid, België bij
wijze van barrière-tactaat het recht
moest hebben om 'Nederlandsch Limburg
te bezetten en te versterken. En zonder
eenigen twijfel zouden de Belgen in geval
van oorlog door bezetting van ons weer
loos land zich de noodige veiligheid ver
schaffen. En zij zouden gelijk hebben!
De heer v. E. verklaart, dat de vrijzin-
nlg-^temocraten niet bij voorbaat willen
berusten in occupatie. Wijzullen ons even
tueel beroepen op ons goed recht en ap-
pelleeren op den Volkenbond. Zeer juist!
Maar heeft niet diezelfde spr. even te vo
ren uitgeroepen: „Verbodsbepalingen van
het volkenrecht ten behoeve der niet-oom-
'battanten? IJdele hoop." Heeft niet de
heer v. E. verklaard, dat het volkenrecht
in tijd van oorlog (en-wij hebben het toch
immers over oorlog?) een moreele contra
dictie is en aanstonds bezwijkt onder de
aanstormende hartstochten?' En op een
sfeer, waarin zoodanig geestesgesteldheid
heerscht, wil de heer v. E. appe'lleeren, na
dat ons volk door verzaking zijner volken
rechtelijke verplichtingen niet alleen elke
aanspraak op bescherming en steun, maar
ook elk recht op et rbied en sympathie der
(machtigen zal hebben verbeurd.
Tijdens de rede van generaal Snijders
was het verre van rustig in de zaal. Toen
deze spr. de verschrikkingen der andere
oorlogsmiddelen schilderde werd er geroe
pen: „Daar weet je niets van oude
schurk!"
Aanhoudend gefluit, gebrul en gesis
lokte de opmerking van gen. Snijders uit,
dat de 'gasoorlog minder wreed is dan de
andere strijdmiddelen.
Herhaaldelijk gaf het publiek bij de
voortzetting van de rede van gen. Snijders
door hoongelach, interrupties, gefluit en
geschreeuw weer nieuwe teekenen van on
rust. Bij den uitroep dat de actie van de
ontwapenaars er toe leidt, dat onze weer
macht nog verder naar beneden wordt ge
haald, breekt een luid applaus los. Van
toen af regende het interrupties. Een juf
frouw roept: Ik heb goen eten meer voor
mijn kind. Een ander krijt: Ik heb maan
den lang armoede geleden. Op de woorden
van gen. Snijders, dat de voorstelling, die
prof. Van Embden gaf op fantasie berust,
betuigden medestanders van generaal
door applaus hun Instemming. Tegen het
eind van de rede kwamen echter de paci
fisten i^eder aan het wootd. Felle inter
rupties en felle kreten werden om een
haverklap door de zaal geslingerd. Uit
roepen als: dus nog meer miljoenen, Sij
men zal wel betalen, we willen geen oor
log imeer, arme moeders worden afge
wisseld door dringende vermaningen van
regelen vorden genomen om de vaartopen
te houden, maar dan heeft men aan een ijs-
ploeg niet genoeg. Dan moeten er twee in
de vaart komen, dön zou het afdoende zijn.
Spr. zal dan ook het voorste-Van Os onder
steunen, indien uitstel der zaak zou leiden
tot het aanschaffen van twee jjsploegen. Het
caat niet over het bedrag, en het is geen
breed standpunt om te zeggen, laat die andere
maatschappij dan maar martelen.
De heer G r u n w a 1 di heeft juist gezegd,
dat de firma Van Koningsbruggen niet be-
raid, was tot medewerking.