BINNENLAND De heer Smits: Indien de heer Gmm- waid er tevens bij zou willen voegen waarom deze firma dat niet wilde, zouden wij- wat ander» krijgen te hoorea De heer Grunwald: U weet van die Baak niets af. De heer Smits: Neen, de heer Grun- waid weet er meer van. H$ zit ook dichter tij t laadje der „Bsona". De heer B o r k e r t meenit, dat er thans verwarring dreigt te ontstaan. Spr. wenscht allereerst te protesteaien tegen de jegens den wethouder gebezigde uitlatingen. Juist de heer Grunwald heeft geen enkel1 woord over de zaakgesproken, en, hoewel spr. niet een politiek medestander van ddeni heer is, wil hij hem toch 'in bescherming nemen vóór de jegens heii gebezigde uitdrukkingen. In derdaad verkefcrt spr. tegenwoordig in een andere sfeer, tyaar dat is volstrekt niet erg, ik blijf afgevaardigde der s.dla.p. in den Raad1. Het is dèheer Zondervan geweest, die het standpunt un onze fractie heeft uiteen gezet. De „Eso^a" is nog geen.gemeente bedrijf, slechts eyi semi-gemeentebedrijf en het is voor ons <en principieele kwestie of wij ai d&n niet di\ voorschot moeten geven. Spr. antwoordt jawij moeten ons losmaken van allen ooncurfyn/tiestrijd. Het zooge naamd „kapitalistisch" geluid van spr. mag gerust ook in onze kringen worden gehoorn Spr. heeft ook eenij verstand van booten, genoeg om te weten, dat een motorboot ais die van de firma Van Koningsbruggen niet jjsbreken kan. De gemeente geve een sub sidie voor het openhouden van het Kanaal. De rest gaat ons verder niet aan. De heer VaoLoo vindt de zaak van al gemeen belang en de heer Smits had de boe ken der „Esona" daar niet bij trioeten halen. De heer V a n O s handhaaft zijn voorstel om de zaak te verdagen ter na&ere bespre king conform het vtrzoek der Lrma Van Koningsbruggen. De Voo rzi tte'r had verwacht, dat de heer Van Os wel gezwicht zou zijn voor de aangevoerde argumenten. Wordt At voor stel van den heer Van Os ondersteun!? De heer Smits: Ja, meneer de Voor zitter. In stemming gebracht, wordt het voostel van Os tot verdaging dezer zaak ter nalere bespreking (conform het verzoek van de firma Van Koningsbriggen) verworpen met 13 tegen 7 stemmen. Vóór stemmen de b ren Van Os, Heijblok, Smits, Eijldiers, V; Dam, Geurts en Van der Veer. V, Hierna komt in stemming het voorstel-B. en W. (verieenen van een renteloos voor schot aan de „Bsona" ten behoeve van een IJsbreker), hetwelk wordt aangenomen met 12 tegen 8 stemmen. Tegen stemmen de hoe ren Schoeffelénberger, Van Os, Boogaard, Smits, Ejjlders, Geurt», Van Dam en Van der Veer. Grondbedrijf. Voorstel tot vaststelling van prijzen en algemeene regelen voor den verkoop van gemeentegronden. De heer Geurts bespreekt d'e voor gestelde prijzen van grond bij eventuee- len koop, die spr. alleszins juist voorko men. Spr. bepleit een verandering aan dein Ruyghweg, waar aan de eene zijde grond ligt van 6.(dus 2e fcL) em aan den anderen kant van 4— (3e kl grond). Deze terreinen liggen slechts 10 M. van elkander. Is het miet mogelijk daarvan voor het geheel 3e kL grond te maken? vraagt spr. Een prijs van 10.voor le kl. grond acht spr. niet te hoog, maar de vraag is of voor dezen prijs de animo tot koopen wel groot zal zijn. Spr. geeft dien tengevolge het Ooilege in overweging dezen prijs te verminderen. De heer Van O» had eerder verwacht dat de heer Geurts zeggen zou: ik heb daar zulke mooie huizen gezet, laten we er nu eerste klasse grond van maken. (Gelach). Overigens kan ook spr. deze bijlage niet zonder meer aanvaarden; het is al zeer moeilijk op erfpachtsgromd hy potheek te krijgen. Als men (nu wil ver knopen, moet mem het ook mogelijk ma ken te kunnen kbopen, maar worden thans dep kooper allerlei Verplichtingen opgelegd, die te zwaar zijn. Zoo maakt de bepaling i®.art. 7, dat de kooper, zoolang de gekochte grond nog niet bebouwd is, iet gekochte niet mag overdragen aan lerden dan met toestemming van. B. en IV. op boete van f 2000.-- maximum, -a- let voor een kooper vrijwel onmogelijk a koopen. Wie eenmaal gekócht heelt, toet vrij blijven in die bebouwing of den Vrkoop aan derden. Nu kan men wel zeggen: dan koopt men naar niet. Jawel, maar daarvoor is tem sotte ons grondbedrijf niet opgericht. Art. 8: „Met de bebouwing moet een a invang zijn gemaakt binnen een jaar ei de bebouwing moet voltooid zijn bin- mn twee jaar na de overschrijving van de koopakte." Boete 4000.maximum. Dm tjd voor de verbouwing regele men bi overleg met den kooper. Dit zijn kwes tie^ die thans kunnen' worden' overzien. Meni nake deze bepalingen milder. Wij hunner niet alles op een goudsohaaltje ^egen en bij verkoop moet men wel eens achippiren. De heer Sohioeff elenberger: Men. larht nu wel om de opmerkingen van ddi heer Geurts, maar spr,, vraagt of Iet vel deskundig is in een straat twee verjclülende soorten erfpacht te hebben. Als strike alle raadsleden grondeigenaren ^fd'en, zullen zijl, of ze oommunlst, anar- oniBt dan wel socialist, zijn, toch trach- en var. hun eigendom het grootste ren- Jtoient te maken dat zij kunnen. Is wat ®ms geschiedt gemeentebelang? vraagt spr. Heeft men wel beseft, dat deze bedra gen 10.,6.en 4.de boek waarde vormen van den grond en de wer kelijke waarde over een. jaar misschien weer hooger is? Deze zaak is ondeskun dig bekeken. Het is een fout geweest tot een dergelijke grondspeculatie over te gaan en deze 'geheels zaak dreigt een groote strop voor de gemeente te zullen worden. Het is nu wel heel mooi een prijs op papier hievoor te bepalen, laat men even wel maar eens probeeren te verkoopen. Geroep: En je wil den grond nog duur der maken! De heer Sohoeffelen berger: Dat is juist de debflcle van de grond poli tiek, M. d. V. De zaak is deze: het zal er op uitdraaien, dat wij den grond met zware verliezen zullen moeten verkoopen. (Spr. is slecht te volgen). Boeten als in de 'bekende artikelen voorgesteld werken verkeerd om den woningbouw te bevor deren. Men begrijpt hier blijkbaar niets van economie. Spr. wil op dergelijke voor waarden niet bouwen, noewel hij zeer goed een weg zou kunnen vinden om de 'boetebedingen te ontduiken; een gerouti neerd advocaat weet daar wel een mldde' op. Het is absurd dergelijke Alva-aohtige voorwaarden te maken, De heer Boogaard wenscht zich nie' te begeven op technisch gebied, doch wil de zaak-Ruyghweg bespreken. De grond daar was 3e kl. grond en de Raad meen de, dat daar arbeiderswoningen zouden kamen. Toen daar evenwel een beter soort huizen kwam, is er 2e kl. «grond van ge maakt. Het is niet goed van den heer Schoeffelenberger daar thans op terug te komen. De Voorzitter geeft den Raad in overweging de zaak van algemeen stand punt te beschouwen en niet persoonlijke belangen te bespreken. De heer E y 1 d e r s vindt de prijzen hoog Maar het zijn slechts normen en de laatste clausule, n.-l. dat in bizondere ge vallen daarvan kan worden afgeweken, bevredigt spr. weder eenigszins. Voor den grootbouwer behoeven zij dus niet te gel den. De inzichten betreffende art. 7 kan spr. niet doelen, die boetecijfers zijn im mers altijd „ten hoogste"; als de heer Sch. meent, dat de bepalingen kunnen worden ontdoken, moet hij een andere wij ze van redactie aanwijzen, die dit onmo gelijk maakt. Is het dan niet naar den vorm, dan kan hij althans den geest daarvan aangeven. Art 8 zag spr. gaarne gewijzigd. Hier staat, dat de bouw binnen 2 jaar voltooid moet zijn, maar ten opzichte van 'blok- woningen dient men wat speling te heb ben, en hier staat niet in, dat men zich op den Raad beroepen kan. De heer d e Z e e merkt op,_dat de vo rige maal de tongen nogal los zijn geweest over de kwestie erfpacht naast verkoop. Van speculatie mocht geen sprake zijn, zeide de Raad. Welnu, dit is in art. dan ook beliohaamd. Als er gevallen voor komen als genoemd zijn, zullen B. en W. vel bereid zijn van de 'bepalingen af te wijken. Aan de verlangens van den heer van Os wordt dus tegemoetgekomen. De heer van Dam voelt in principe reel voor 's heeren van Ós' opmerking. De opzet van deze voordracht toch was een biter afzetgebied te vinden voor het grondbedrijf. Spr. vergelijkt dit met een groote fabriek, die ook tracht haar afzet gebied uittebreidén. Spr. ziet in specula tie niet zoo'n groot gevaar, en vindt het voor het grondbedrijf wenschelijk dit zoo rendabel mogelijk te maken. Spr. wijst er voorts op, dat het wenschelijk is eene afscheiding te maken tusschen de voor verkoop aangewezen blokken en die waarop erfpacht blijft rusten^ anders krijgt ons nageslacht een Warwinkel van door elkaar loopende perceelen, waardoor het practisch onmogelijk wordt voor de gemeente ooit winst daarvoor de kunnep incasseeren. De heer Zondervan merkt op, dat de zaak thans is besproken door twee deskundigen, waarvan de een den ander beschuldigt van ondeskundigheid (de heeren van Os en Schoeffelenberger). Niemand kan iets tegen deze voorstellen hebben. Als de Raad geweten had, dat op den Ruyghweg dergelijke woningen zouden komen, zouden wij daarvan dade lijk 2e klasse grond gemaakt hebben. De heer Schoeffelenberger vindt de grond te duur. Zou hij wel het recht hebben dit te zeggen, waar hijzelf als deskundige de gemeente adviseerde tot -y^el te hooge prijzen?. De heer Sohoeff elenberger: Feiten! U& .1!Ui! De heer Zondervan noemt een tweetal concrete gevallen waarin dit ge schied is. De heer van Breda: B. en W. heb ben deze voordracht ingediend naar aan leiding van de debatten, omtrent de kwes tie erfpacht of verkoop. De Raad besloot tot verkoop naast erfpacht, maar verkoop mocht nimmer met speculatief doel ge schieden. Hier is thans een voorstel hoe de gemeente den grond wenscht te ver koopen, en de verkoopsprijs is berekend zoo, dat geen winst gemaakt wordt, maar ook geen verlies behoeft te worden gele den. De heer'van Os leest in art. 7 iets anders dan er in staat. B. en W. staan op het standpunt, dat een bouwer, als hij binnen den gestelden termijn niet klaar komt, even aan B. en W, om ontheffing vraagt. De voorwaarden zijn zeer elas tisch, als wij de voorstellen van de heeren van Os en Schoeffelenberger zouden op- volgen, zouden wij niet krijgen een regel matige bebouwing van het uitbreidings plan. Over een oomplex van 20 woningen bijvoorbeeld kan men den kooper niet on gelimiteerd de beschikking geven. Er zouden bouwondernemers komen, die wel licht een gedeelte daarvan zouden bebou wen en de rest lieten liggen in de hoop op stijging van den grond. Dan zou het doel van den verkoop, bebouwing, mis lukken. Ook het in artikel 8 «mschrevene 1b te ondervangen door een beroep op B. en W. Ook aan den heer Sdh. Is een termijn van 6 jaar toegestaan en nog zag hij geen kans In die periode den grond te bebou wen. Hij wilde aan den slechtsten kant wel 5 of 6 woningen zetten, dan zou de andere kant in waarde stijgen. De prijzen voor den grond zijn naar den erfpaohts- oanon berekend. Wat de Iheer van Dam wil, n.1. uitgifte in blokken voor erfpacht na verkoop, is niet uitvoerbaar. Spr. wil in dit verband tevens opmerken, dat ver schillende uitvoerders van 'bouwwerken met belangstelling uitzien naar het resul taat van deze besprekingen. Laat men dus de voordracht aanvaarden, als ln de praktijk zich bezwaren voordoen, kunnen die worden opgelost. De heer van Os wijst op de groote voordeelen, die het Grondbedrijf ons ge bracht heeft. De gemeente heeft zich vele offers getroost, van den onbegaanbare Ruyghweg heeft het een breede, fraaie straat gemaakt, tal van goede straten zijn rondom de stad aangelegd, en men kan dit alles, dat natuurlijk zeer veel geld verslonden heeft, niet in een paar jaar tijds verhalen op enkele terreinen, die men wil verkoopen. Een particulier zou nim mer hebben gedaan gekregen hetgeen de gemeente deed, n.1. uitsluitend ter wille der verfraaiing handelen. Er staat in ons uitbreidingsplan ook een park; de aanleg daarvan moet nog blijven rusten tot tijd en wijle de finantieele toestand' toelaat ook daaraan te (beginnen. Laat men nu niet telkens weer op dat uitbreidingsplan terugkomen; wij hebben het eenmaal aan vaard, en het resultaat is, dat wij al een aantal breede wegen hebben gekregen. Toen op den Rujjghweg de eerste wonin gen kwamen, meende dó commissie, dót het 3e kl. grond' moest zijn. Toen' de eerste stoot gegeven was, en op dezen 3e kl. grond 2e kL woningen kwamen, kwamen er meer aan vragen, Is dat zoo erg? Men spreekt nu sma lend over die aannemers, maar zij zijn het toch geweest, die in den loop der jaren hier toch de gemeente gesticht hebben. Nu wil men hen dwingen om bij grondaankoop nog een voetval te doen» bij' de gemeente voor de bebouwing. Spr. wil als1 kooper ook de volle beschikking hebben- over zijn grond Op grondi dezer overwegingen zal spr. tegen dó bedde artikelen stemmen. Do heer Schoeffelenberger komt terug op de woorden van den heer Van Breda als zou spr. coulant behandeld' zijn door de gemeente. Dat is inderdaad zoo en spr. is het College daarvoor dankbaar (hilari teit). Maar dfct zegt spr. niets. Wie geeft hem de verzekering, dat over een jaar dit zelfde College er nog zit. En mogelijk zou een ander College zich meer aan den tekst der bepaling houden. Spr. heeft persoonlijk tegen speculatieven verkoop gestemd; men heeft spr. aanvrage om grond verkeerd be grepen. Spr. bedoeling was arbeiderswonin gen te zetten, en zijn eigen verdienste aan edk© woning was uiterst miniem. Ieder des kundige zal spr. toestemmen, dlat het onmo gelijk is in 6 jaar tijds 35 woningen te bou wen. Vele aanvragen kwamen bij spr. in, maar deze bijlage heeft den bouw onmogelijk gemaakt De heer E ijl der s zou gaarne zien, dat de clausule, dat men zich op het Ooilege be roepen kan, werd' ingelascht De Voorzitter wijst op punt 3: het boetebeding. Natuurlijk ral op bonafide-bou wers deze bepaling niet worden toegepast. Als de heer Sch. het middel weet om ze te ontduiken, is het zijn plicht een andere re dactie aan te wijzen. De heer Geurts: Is het wel goed den hoogsten prijs te vragen?" Er is thans een dalende tenten®, de aanvragen voor erf- paohtsgrond zijn verminderd; en het ware goed den prijs zoo laag mogelijk te stellen. Spr. bepleit ook voor den Ruijghweg verla ging van den erfpachtscanon. De heer Van Breda merkt nog op, dat de heer Geurts zichzelf tegenspreekt, waar hij zegt, de prijzen niet te hoog te vinden, dèch ze niettemin wil verlagen. B. en W. kunnen immers elk geval op zichzelf bezien. Op de kwestie Schoeffelenberger zal spr. niet ingaan. De discussies worden gesloten. De voor dracht komt artikelsgewijze' in stemming en de heer Va n Os vraagt stemming voor de artikelen 7 en 8. Deze worden aangenomen met de stemmen deir heeren Van Os, Geurts, Van Dam en Schoe-ffelenberger tegen, en met dezelfde stemverhouding (16 tegen 4) wordt vervolgens de geheele voordracht aan genomen. Commlsslën. Voorstel tot benoeming van leden der Oommissiën van Bijstand; Aftredende leden zijn voor de Commissie van Bijstand van a. de Gemeente-Reiniging en Plant soenen: R. Boogaard) C. Bot, J. C. Maters, J. v. Veer. b. de Publieke Werken: G. J. Eijlders, C. Heijblok, R. N. van Os en J. J. Schoeffelenberger. c. het Grondbedrijf: J. O. Maters, R. N. van Os, J. v. dL Veer en B. Zondervan. d. de Water- en Lichtbedirijven: E. J. Bok, O. van Dam, J. Borkert en L. F. van Loo. e. het Onderwijs: L. Boon, Mevr. G. v. d Hulst—Heeroma, C. Heijblok en P. A. Smits. Van den heer Heijblok is een schrijd ven ingekomen; waarin hij verzoekt niet in aanmerking te komen voor een herbenoe ming. De aftredende leden, met uitzondering van den1 heer Heijblok, worden herkozen; in de plaats van laatstgenoemde wordt benoemd de heer De Zee met 10 stemmen (9 op den heer Bok). Hiermede is de agenda afgehande'd) met het oog op het late uur vraagt de Voo r- zitter zooveel mogelijk van de Rondvraag geen gebruik te willen maken. Slechts en kele korte opmerkingen worden gemaakt. Rondvraag. De heer Van Loo vraagt naar den toe standi der autobussen. Zijn deze hier be trouwbaar? Wij lezen zooveel vau rijdende doodkisten. De heer Schoeffelenberger be spreekt verschillende ontslagen aan de Ge meentereiniging. Jongelui worden ontslagen, die 3 jaar en langer daar werkzaam zijn, ter wijl ouderen aangesteld worden. Op verzoet van den Voorzitter om namen noemt spr. die van Van t Hert, die 8 jaar aan het bedirijf werkzaam is, iemand van 17, 18 jaar, in wiens plaats thans is aangesteld Kroon, iemand, die, naar spr. tor oore kwam, op de Arbeidsbeurs nogal eens opspeelde. Zal Worden onderzocht Verzoek van den heer J. Geurts om in gelicht te mogen worden over het verven van de gashouders der gasfabriek, welk werk zou zijn aanbesteed voor ƒ2000. van welk bedrag de betrokken werklieden 1200 zouden hebben overgehouden. Waaromtrent een uitvoerig antwoord ter tafel van den Raad ligt komt ln de volgende vergadering ter sprake. Debat-Van EindenSnijders. In de groote zaal van den Dierentuin te 's-Gravenhage heeft 'Dinsdagavond het openhaar debat plaats gehad tusschen den gep. generaal C. J. Snijders, oud-opper bevelhebber van land1- en zeemacht en prof. d!r. D. van Embdlen, lid van de Eerste Kamer, naar aanleiding van do rede, door laatstgenoemde in April en Mei 1924 in die Kamer gehouden en sedert gepubli ceerd' onder den titel „Naftlömale Ontwa pening óf Volksverdedging". Te kwart voor acht (betrad generaal Snijders het podium, een kwartier later gevoLgd door prof Van Einden. De laatste werd met applaus begroet dat dioor den voorzitter der vergadering, mr. Werker, voorzitter van het Hoofdbestuur van den Vrijz.-Democratischen Bond aanstonds energiek werd onderdrukt Prol v. Emdem begon met te zeggen d'at de heer Snijders en spr over één punt het terstond eens zijn: Zij verlangen beiden de onafhankelijk heid' van Nederland bewaard te zien, en zij willen daarvoor offers brengen. Maar zij verschillen over de zakelijke vraag, of het offer der gewapende ver dediging nog doeltreffend ia Spr. verdedigde voorts zijn standpunt dat de bewapening voor kleine naties nut teloos is ei de kans om in een oorlog medegesleurd te worden vergroot Uit voerig ging hij in op de gevolgen van den chemischen oorlog, waarbij hij verschil lende rapporten van deskundigen aan haalde en o.m. de mogelijkheid van het uitmoorden van geheele steden met gif gassen. Sprekers meening is, dat wij, omtwa», pend, bouwen oprecht vertrouwen. Maar indien ons vertrouwen nu toch eens beschaamd' wordt? Indien nu toch, op het gebied van een ontwapend Nederland, anderen hun strijd gaan voeren? Is'er dan niet groote kans, dat dan ook onze bevolking door de stik gasfoltering bezocht zal worden. Kans ja. In de wereld, welker zede lijke grondslagen door de voorbereiding ten oorlog vergiftigd zijn, is nog gevaar. Maar de verhoudingen zijn deze: Met bewapening is er voortaan 99 pro cent kans, dat wij zelf a la'partij in den oorlog worden getrokken. En gebeurt dit, dan beteekent het voor een klein land zijn volslagen vernieti ging- Bij ontwapening echter ia, er, zeg 00 procent kans, geheel buiten den oorlog te blijven. Ons dan te ontzien zal voor dte heilige renten een moreelbelang zijn, een economisch en zelfs een strategisch be lang. Zou niettemin schending en gevecht van twee sterken te onzent plaats vinden, dan zal voorzeker er plaatselijk groot leed geleden worden. Maar niet het geheele land zal met stikgassen worden bezocht. Immers dit heeft alleen zin, indien Ne derland' zijn weerstand bewust georgani seerd beeft^ zoodat het geheele volk moet worden aangepakt met moord1 en terreur om dien weerstand te breken. Zoo is er dan ten laatste maar een red ding uit al deze ellende, uit deze licha melijke en zedelijke ellendel Toont door de daad der ontwapening, dat ge vertrou wen schenkt en dan ontvangt ge vertrou wen. Houdt cp de oorlogspartijen in ou dere l anden te versterken door ons slechte voorbeeld; Ontwapent hen, door u openlijk te ver laten op de plechtige beloften, die ons zijn gegeven. O, mannen en vrouwen van Ne derland, bevrijdt u zelf en de wereld uit dien vloek der bewapening door eindelijk te gaan gelooven in het betere in den mensch. Alleen op een grondslag van vertrouwen zal internationale ontwape ning mogelijk worden. Welnu, de ontwa pening der kleine volken zal er den weg toe banen. Toen de spreker opmerkte, d'at de divi denden van d'e wapenfabrikaten bi elk ge val „beveiligd" worden, klonk, ondanks het verbod', uit de zaal applaus op. Ook werd nogal eens gelachen terwijl af en toe een sissend geluid de ontsteltenis van een deel der toehoorders verried. Toen de spreker er van gewaagde wel ke middelen zouden worden toegepast, tenzij het Nederlandsohe volk haar Re geering die wapenen uit de hand sloeg, werd het applausverbod aan de toehoor ders te machtig. Met een daverend hand geklap, dat schier tot een ovatie aanzwol, betuigde men zijn instemming met de betreffende passage. De voorzitter zag dan ook er maar van af deze uitbarsting te onderdrukken. Aan het einde van zijn rede werd den spreker een ovatie ge bracht. I Generaal Snijders aohitte de ontwape- nlngspropagandia verderfelijk, daar haar voorstanders doh op een onjuist stand punt stellen. Spr. behandelt in de eerste plaats de gas- en luchtoorlog. Hij bestreed het door prof. v. E. gegeven beeld van den gas- oorlog. O.m. wees spr. erop, dat de soldaat te velde eene aanzienlijke kleinere kans loopt op gasvergiftiging dan op verwon ding of dood door andere wapens; de sterfte dóór gasvergiftiging naar verhou ding zeer belangrijk geringer Is dan die door verwonding door andere wapens; de gemiddelde verplegingisdluur der gaszie- ken korter is dan die van andere gewon den; de genezing der gaszieken over 't al gemeen gunstig en tamelijk snel verloopt en dat blijvende nadleelige gevolgen zeld zaam zijn. Gegrond1 op de ervaring van een drie jarigen glasoorlog, bewijzen de uitkom sten, dat de ohemisohen strijdmiddelen niet wreeder zijn dan andere wapens. Zoo getuigen alle bevoegde schrijvers, ook die naar welke prof. Van Embden verwijst, doch wier verklaringen hij verzuimt aan te halen. Uitvoerig ging Gen. Snijders ook in op de door prof v. E. aangehaalde uitlating van Edison, dat de bevolking van geheel Londen, met behulp van het nieuwe Le- vesite-gas ih enkele uren, uit niet meer dan 20 a 60 vliegtuigen, uitgeroeid kan zijn. Spr. noemde dit jammerlijke onzin en toonde met cijfers aan, dat indien het al mogelijk was 200 vliegtuigen 95 nachten noodig hebben om deze daad te volvoeren. Voorts ging spr. in op die mededeelin- gen van prof. v. E. betreffende de lucht vloot en luchtafweer. Inzake de eenzijdige ontwapening merkte spr. op dat de mobi lisatie van 1914 de waarde onzer weer macht bewezen heeft. Het getuigenis van generaal v. Molktke is hiervan een on weerlegbaar bewijs. Sterk kwam spr. op tegen de uitlating van prof. v. E. als zou spr. verklaard hebben, dat onze weer macht onvoldoende was. De materiale uitrusting was schraal toegemeten omdat aan het leger vóór 1914 door de politiek in de Kamer het noodigste was onthou den. In 1914 daarentegen, toen men in angst zat werden er onbeperkte credieten verleend. Weerloos worden wij t offer. Prof. Van Embden wil in de toekomst de veiligheid van een ontwapend Neder land zoeken in het moreele belang, wel licht zelfs in de moreele gezindheid der groote mogendheden. Zeer goed! Maar houden dat moreele 'belang en die moreele «gezindheid dan op té bestaan en te werken, wanneer wij door gswapende bescherming onzer onzijdigheid onzen in ternationalen plicht vervullen? Bij de ge geven lnternationaal-politieke verhoudin gen moet zelfs worden aangenomen, dat onze ontwapening reeds in normalen tijd bij de ons omringende groote mogend heden en 'bij België bedenking) wellicht verzet zou ontmoeten, omdat zij een ge vaar voor den internationalen status quo zou beteekenen. Heeft niet onze Regee ring in 1919 te Parijs aan de Belgische de dekking van den linkervleugel van het Maas-front in Limburg gewaarborgd en heeft zij niet verklaard, dat schending onzer neutraliteit door Dultschiand in Limburg voor ons een casus ibelli zou zijn? Nog kort geleden werd in een Belgisch blad betoogd, dat met het oog op onze nabgVijnde weerloosheid, België bij wijze van barrière-tactaat het recht moest hebben om 'Nederlandsch Limburg te bezetten en te versterken. En zonder eenigen twijfel zouden de Belgen in geval van oorlog door bezetting van ons weer loos land zich de noodige veiligheid ver schaffen. En zij zouden gelijk hebben! De heer v. E. verklaart, dat de vrijzin- nlg-^temocraten niet bij voorbaat willen berusten in occupatie. Wijzullen ons even tueel beroepen op ons goed recht en ap- pelleeren op den Volkenbond. Zeer juist! Maar heeft niet diezelfde spr. even te vo ren uitgeroepen: „Verbodsbepalingen van het volkenrecht ten behoeve der niet-oom- 'battanten? IJdele hoop." Heeft niet de heer v. E. verklaard, dat het volkenrecht in tijd van oorlog (en-wij hebben het toch immers over oorlog?) een moreele contra dictie is en aanstonds bezwijkt onder de aanstormende hartstochten?' En op een sfeer, waarin zoodanig geestesgesteldheid heerscht, wil de heer v. E. appe'lleeren, na dat ons volk door verzaking zijner volken rechtelijke verplichtingen niet alleen elke aanspraak op bescherming en steun, maar ook elk recht op et rbied en sympathie der (machtigen zal hebben verbeurd. Tijdens de rede van generaal Snijders was het verre van rustig in de zaal. Toen deze spr. de verschrikkingen der andere oorlogsmiddelen schilderde werd er geroe pen: „Daar weet je niets van oude schurk!" Aanhoudend gefluit, gebrul en gesis lokte de opmerking van gen. Snijders uit, dat de 'gasoorlog minder wreed is dan de andere strijdmiddelen. Herhaaldelijk gaf het publiek bij de voortzetting van de rede van gen. Snijders door hoongelach, interrupties, gefluit en geschreeuw weer nieuwe teekenen van on rust. Bij den uitroep dat de actie van de ontwapenaars er toe leidt, dat onze weer macht nog verder naar beneden wordt ge haald, breekt een luid applaus los. Van toen af regende het interrupties. Een juf frouw roept: Ik heb goen eten meer voor mijn kind. Een ander krijt: Ik heb maan den lang armoede geleden. Op de woorden van gen. Snijders, dat de voorstelling, die prof. Van Embden gaf op fantasie berust, betuigden medestanders van generaal door applaus hun Instemming. Tegen het eind van de rede kwamen echter de paci fisten i^eder aan het wootd. Felle inter rupties en felle kreten werden om een haverklap door de zaal geslingerd. Uit roepen als: dus nog meer miljoenen, Sij men zal wel betalen, we willen geen oor log imeer, arme moeders worden afge wisseld door dringende vermaningen van regelen vorden genomen om de vaartopen te houden, maar dan heeft men aan een ijs- ploeg niet genoeg. Dan moeten er twee in de vaart komen, dön zou het afdoende zijn. Spr. zal dan ook het voorste-Van Os onder steunen, indien uitstel der zaak zou leiden tot het aanschaffen van twee jjsploegen. Het caat niet over het bedrag, en het is geen breed standpunt om te zeggen, laat die andere maatschappij dan maar martelen. De heer G r u n w a 1 di heeft juist gezegd, dat de firma Van Koningsbruggen niet be- raid, was tot medewerking.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 7