LIEDJE VAN DE WEEK.
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
VAN VRIJEN EN TROUWEN.
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
van ZATERDAG 1 NOV. 1924.
Nr. 147 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
UIT DE OUDE DOO S.
Antieke Zeden en Gewoonten uit onze elf Provinciën.
HOE ZIET DE WERELD ER
TEGENW00RDIQ UIT?
't Juttertje
SARDIEN,
Nog was October niet ten einde oi men
probeerde, toen de Oostenwind weer was
verdwenen en de zuidwester stevig had
doorgestaan, in de haven de vangst naar
sardien. En men had al dadeiijk succes,
want al was het quantum sardien niet
groot, toch kon men door de hooge prij
zen, die per mandje werden besteed, een
bevredigende besomming maken.
Dat moedigde dadelijk de andere vis-
schers, die even de kat uit den boom
wilden kijken, aan, ook hun netten gereed
te maken.
Zoowel aan de buitenhaven als langs
den dijk bij den Windwijzer was men
druk bezig aan het klaar maken van het
vischtuig. Aan sparren of juffers had men
het vierkant# net gebondenlange staal-
draadlijnen werden op den dijk uitgevierd,
terwijl anderen reeds bezig waren alles
aan boord der vletten te brengen.
Men gevoelde, dat er een spannend werk
verricht werd, dat wel alle gemoederen
in de visscherswereld in beroering zal
houden totdat de netten te water zijn gela
ten en er uitkomsten zullen zijn verkregen.
Evenais tpch de haringvangst in het
voorjaar, zoo wordt in het najaar de sar-
dienvisscherij met blijde verwachting tel
kens begroet, want deze seizoenvisscherij
draagt voor een deel ook bij om den vis-
scher weer door het barre jaargetijde
heen te helpen.
Het is de overgang van de. palingvis-
scherij naar de voorjaarsvisscherij.
Het palingvisschen heeft dit jaar geen
overgroote resultaten opgeleverd en eigen
lijk beschouwt men dit bedrijf weer zoo
goed als afgedaan.
Naarstiglijk legt men zich dus nu weer
op het bemachtigen van sardien toe en
zooals gezegd, zullen wel een paar dagen
de meeste vletten daarmee weer bezig zijn.
Zoowel op stroom als in de haven liggen
ze dan naast- en achter elkaar gereed.
Nu en dan wordt het net opgehaald, de
vaügst in de vlet gehaald en daarna het
net weer uitgeworpen. Kalm wordt dan
een poos gewacht en het spel begint weer
var voor af aan.
Is de prijs van het artikel hoog, dan
worden we van het sardien-bedrijf hier
in de stad niet veel gewaar, behalve dat
de bosjes gerookte sardien (hier en daar
sprot genoemd) in de vischwinkels te koop
liggen.
Doch daalt de prijs en is de vangst
groot dan hooren we, als het Btormt en
kletterregent in de straten, de schelle
jongensstemmen, die met hoog geluid
schetteren: „sardien! sardien!"
Het is hier ter stede een echt najaars
geluid en geeft iets bijzonder eigens aan
de plaats.
Laten we voor onzen ijvere plaatsgenoo-
ten, die bij nacht en ontij bezig zijn een
boterham te trachten te verdienen, hopen,
dat de vangsten flink ruim mogen zijn
en dat er hooge prijzen zullen worden
besomd.
Sardien is in het land een gewild vischje.
Niet alleen dat van hieruit groote quan-
tums in gerookten toestand het land in
gaan, doch ook groote partijen worden
door de rookerijen te Monnikendam van
hier betrokken.
Behalve vletten, nemen ook de schuiten
wel deel aan de sardienvisscherij en voor
hen is dit bedrijf, als het weer de Noord
zeegang niet toelaat, nog een ware uit
komst.
Qalme het spoedig langs onze straten
„Sardien 1"
Donderdagnacht en Vrijdagochtend zijn
enorme hoeveelheden sardien gevangen.
De vletten waren afgeladen vol.
Het kon haast niet anders of de prijzen
moesten daardoor sterk terugloopen.
Werd in het begin der week tot zelfs
6.per mandje besteed, thans liepen
de prijzen van 1.25 tot 3.— per mandje.
Door de groote vangst kon dus per vlet
nog een aardige besomming worden ge
maakt.
Ook de motorbotters leggen zich thans
op deze visscherij toe, probeerende op deze
wijze, nu het weer de Noordzeevisscherij
niet toelaat, eenige winst te bemachtigen.
Zelfs bedienden twee botters, zich van
een ansjovisnet, dat ze, sleepende tusschen
zich in, door de haven trokken.
't Is te hopen, dat de prijs der sardien
een weinig constant blijft; want de vis-
schers hebben een voordeeltje dringend
noodig.
Dat was f ergste niet
Mijn man heeft zoo'n akelige ge
woonte om in z'n slaap te praten.
En dan kunt u natuurlijk niet sla
pen..
Dat zou 't ergste nog niet wezen,
maar hij praat zoo onduidelijk, dat ik er
nooit 'n woord van kan verstaan.
Door CAREL BRlNSA
Er gebeuren rare dingen onder de. zon,
zegt menig verstandige moeder en va-
dér tegenwoordig, wanneer ze de ietwat
zonderling aandoende gebruiken aanzien
van den tegenwoordigen tijd.
Het is waar er gebeuren rare dingen
onder de zon. Meer in het bijzonder op
het gebied van zuiver menschelijk leven,
op het gebied van man en vrouw en het
zoeken van elkander. Tegenwoordig
schudt vader en moeder 't hoofd als ze
aanzien hoe de jonge dochter het leven
opneemt en ten uitvoer legt. Het wil'wel
eens gedachten aan onzuiverheid, aan on
eerbaarheid en aan gevaar voor het jon
ge en teere leven van een maagd in het
liefdevolle hart van een moeder omhoog
brengen, wanneer ze ziet welke vrijheden
en zonderlinge gebruiken er in onze da
gen heerschen ten opzichte van het ver
keer tusschen de beide, jonge geslachten.
„Toen ik 'n jonge meid was heb
ik vaak oudere degelijke vrouwen hooren
zeggen moest ik Zondag of in de week,
kermis of geen kermis om tien uur thuis
wezen, zoo niet dan de volgende week
niet de deur uit!"
Tegenwoordig denken de jonge doch
ters daar anders over. Als er eens 'n soi-
reetje is of zoo iets, dan vinden ze het
heel niet erg om tot het einde te blijven.
Niemand ziet er iets verkeerds in om sa
men uitstapjes te maken in de vacantie
enz. enz.,
De Vrijer- en vrijsters-zeden in onzen
tijd wijken in zoo vele opzichten af van
die van vroeger dagen, dat het te veel is
om op te sommen....
En de ernstige vrouw, die haar jeugd
in vorige geslachten had, schudt het
hoofd en zegt: Er gebeuren rare dingen
onder de zon tegenwoordigl....
Maar deze eerbare moeder zou raar op
haar geachte neus kijken, wanneer ze
precies wist, wat er in vorige eeuwen
voor „rare" dingen op dit stuk onder de
zon gebeurden! Dan zou ze eerst recht
haar hoofd schudden en in haar hart mo
gelijk nog blij wezon, dat haar dochter
erJ? dien tijd gelukkig niet bij was!
Want alle harten bij elkaar genomen:
Moeders mogen het en terecht niet
allemaal goed vinden, wat dochters ple-
h!ïi H°®n' Z0<K?ra ze »van 't hondje ge
weten zijn zooals een oude wijsgeer zei
maar ze zouden toch heelemaal niet
goedkeuren, wanneer hun dochter regel
recht naar de markt ging en zich daar als
vrijster te koop aanbood!
Wat zegt U?
En dat gebeurde!
Er is een tijd geweest en dat is nog
niet zoo lang geleden en dat was hier
heelemaal niet ver vandaan dat het
doodgewoon gebruikelijk was, dat een
jongen, die een meisje wilde hebben er
eentje ging zoeken op.... de Vrijsters-
markt!
Inderdaad Op de Vrijstersmarkt!
Want de manieren, zooals ik ze tot he
den in vorige feuilletons heb medege
deeld, waren lang de eenige niet. Het was
gebruikelijk, dat een jongeman, die naar
een bepaald meisje vrijde, zich gedroeg
op de manieren als vroeger verteld. Hij
versierde de knop van de deur, stuui-de
bloemen en speculaas en bracht bezoeken
in den nacht. Maar er waren ook nog an
dere manieren.
Een van die manieren was de Vrijsters-
markt.
En van die vTijstersmarkt wil ik u iets
naders vertellen.
Zelfs de oude schrijvers uit dien tijd,
vinden het een van de vreemdste zaken
op het gebied van vrijen, die vrijsters-
markt
Ze bestonden voornamelijk op twee
plekken, die zooals ik al zei, hier niet
ver vandaan waren. Het waren de plaat
sen Schagon en Schermerhorn.
Vooral de Vrijstersmarkt van Schagen
was wijd en zijd bekend. Er bestaan
zelfs verschillende schilderijen van een
marktdag, waarop de vrouwen en de jon
gens en den omroeper etc., aanwezig wa
ren. Daarnaast Is er in die dagen vaak
tooneelwerk geschreven en gespeeld over
dit onderwerp. „De Vrijstersmarkt van
Schagen" was langen tijd een oamedie-
stuk van groote trekkracht.
En wat was dan eigenlijk zoo'n vrij
stersmarkt en hoe ging het daar toe, zult
u natuurlijk vragen.
Ik zal het u aan de hand van verschil
lende schrijvers vertellen.
In de Noordhollandsohe Arcadia van
Claas Bruin vindt men een omstandig-
verhaal hoe in de gemelde dorpen in
vroeger tijd het gewone vrijen in den
De Gierigaard!
Er was eens een groot en beroemd
componist, die ver oVer de grenzen
triumfen vierde en door het veel en
herhaaldelijk uitvoeren van zijn werk en
zijn gastreizen langzamerhand rijk ge
worden was.
Men noemde hem de mlllionair-toon-
kunstenaar. Maar naast het feit dat hij
geniaal en beroemd en puissant rijk ge
worden was, stond als een paal boven
water, dat hij vrekkig was als geen ander.
Zijn gierigheid kende volgens sommigen
geen grenzen. Niet ieder geloofde eraan.
Men meende soms, dat het een legende
was en dat men niet goed kon velen, dat
hdt hem wel ging.
In ieder geval: Voor de wereld stond
hij bekend als geniaal, beroemd, schatrijk
en afschuwelijk gierig.
Bovendien was hij een Duitscher.
En deze vijf eigenschappen bij elkaar
maakten dat hem eens iets kon gebeuren
als hieronder wordt verteld.
De componist had zijn nieuwste sympho-
nie voltooid. Hij zond om een arme duivel
van een muziek-copiïst om zijn muziek
in het net over te schrijven.
De copiïst kwam.
Wat vraag je voor het copieeren van
mijn symphonie? vroeg de beroemde.
De copiïst keek de muziek in, telde
hoeveel bladen papier er vermoedelijk
in zouden gaan en zei:
Het zullen vermoedelijk honderd vellen
muziekpapier vol geschreven worden,
mijnheer Ik reken een Mark per vel,
dus dat is honderd Mark!
Kan dat niet wat minder, he ^- her
haalde de beroemde 't Is heel wat
anders om 't te componeeren, dan om 't
over te schrijven Zou ik denken
Maar u hoeft tenminste niet af te kijken
van deze kriebel-de-krabbel-velletjes
interrumpeerde de arme duivel gevat.
En de componist gaf zich gewonnen!
De ploeteraar kreeg het geniale pak mee
en zou het binnen veertien dagen afle
veren.
Ofschoon de beroemde het in den grond
wel 'n afschuwelijke overdaad vond, dat
zoo'n schlemiel in veertien dagen honderd
Mark ging verdienen. Dat zou hem niet
dikwijls overkomen in z'n leven. Maar
enfin. Het moest gebeuren.
Veertien dagen later kwam de copiïst
prompt op tijd terug.
Het pak volgeschreven notenpapier
was in orde. Netjes geschreven en zerg-
vuldig gecopieerd. De Meester speelde
hier en daar 'n passage door, keek 't 'n
uur lang zorgvuldig na, vroeg nog eens
of de copiïst geen fouten gemaakt had,
want dan zou de duivel in eigen persoon
hem halen Maar ei* was niets en
niemendal aan te merken.
En wat moet ik nu betalen vroeg
de componist aan den copiïst Dez^
haalde een twee cents nota voor den dag.
Honderd Mark, mijnheer volgens
afspraak zeide hij.
Honderd MarkP deed de beroemde
alsof hij geschrokken waB hoe reken
je dat
Een Mark per vel, mijnheer
O! riep de groote man minachtend
uit Dan begrijp ik waarom je daar
aan lederen onderkant van de bladzij
zoo'n paar centimeter wit gelaten hebt
Dat spaart he? Hoe meer wit hoe meer
vellen 1
Nee, mijnheer dat doe ik altijd voor
het blad omslaan dan wordt de laatste
maat van de muziek niet vuil ant
woordde de copiïst
Ja dat zal wel gaf de ander
terug 't zal wel wezen om de honderd
vel vol te krijgen Maar ik zal ze voor
alle zekerheid nog eens natellen, want
misschien is het nu nog geen honderd
vql
En de groote meester begon met ijver
een betere zaak waardig de vellen een
voor een te tellen of het bankbiljetten
waren
En triumfeerend kwam hij overeind!
Zie je wel Jullie kunt nooit nalaten
om 'n ander te bestelen! riep hij
uit 't Zijn maar zeven en negentig
vellen in 't geheel En daar wou je
me honderd Mark voor vragen Ik
zal die drie Mark er af houden, dat begrijp
je zeker wel?
(ia uw gang. mijnheer zei de copiïst
gelaten Ik zal er wel komen zonder
die drie Mark Ofschoon we hadden
afgesproken 100 Mark voor het geheel
Ik heb het geschat op ongeveer 100 vel
Niet op precies honderd vel
Kan me allemaal niet schelen her
nam de groote man Hier is honderd
Mark Geef me drie Mark terug.
Goed, mijnheer sprak de copiïst
en begon te zoeken in zijn beduimelde
beurs
Hij bracht het echter niet verder dan
tot twee Mark 95 pfennig. Dat was alles.
Ik heb yijf pfennig te kort, mijnheer
zei de copiïst 't Spijt me
Aan spijt heb ik niets viel de
componist hem in de rede Heb je
dan niet 'n postzegel van vijf pfennig in
je zak?
Neen, mijnheer
Jullie hebt ook nooit wat mopper
de de rijke man geef maar hier dat
honderd Mark biljet, dan zal ik zien 't
bij mijn hospita te wisselen
En hij verwijderde zich uit de kamer
Toen hij na eenige minuten weer daar
in terug keerde, vond hij den copiïst ver
dwenen en in zijn plaats op den vloer,
een verwarde hoop verscheurd, verfrom
meld en door elkaar gerommeld muziek
papier Totaal vernietigd en onbruik
baar!
Op de tafel lag een briefje, waarop
stond
Hier is uw symphonie Ik heb veer
tien dagen voor m'n genoegen gewerkt 1
Brénsa.
vorm van vrijen en streelen en elkander
naloopen niet plaats vond. Het gebruik
wus dat aldaar een eigenlijke markt werd
gehouden. Meestal had deze markt plaats
in een van de bekende groote herbergen.
Op verschillende manieren was aan de
meisjes bekend gemaakt of waren ze
er achter gekomen dat op een bepaald
uur markt zou worden gehouden. Zij ste
venden dan daar op af en tegelijkertijd
versohenen de jonkmans. Die zochten
dan hun gading zonder de minste
„actie of leiactie" zooals dat in veiling-
termen heet en betaalden den prijs die
was vastgesteld of langs den weg van
den makelaar bekend geworden was!
De vroeger reeds genoemde schrijver
Mr. P. de Neyn vertelt in zijn „Lusthof
der Huwelijken":
„Ik heb het zelf met vermaak en op
merking gezien, dat jongelingen, zon
der eenige vooraf te maken vrijagie,
den omroeper aannamen om voor hen
bekend te maken dat ze 'n meisje zoch
ten!
Die omroeper ging dan evenals ge
bruikelijk was voor doeleinden van
verkoop of belangrijke gebeurtenis, met
zijn koperen bekken door de straten en
stil staande op de hoeken, riep hij uit:
"dat alle vrouwen, die lustig on rustig
zijn om te trouwen, zich zullén hebben
te vervoegen in de herberg de „Valck",
aangezien aldaar de vrijers zouden •te-
samen komen terwijl aldaar tabak en
bier en brandewijn en zoete koeken
aariwezig zullen wezen...."
„Spoedig zoo vertelt Mr. de Neyn
verder verscheen er dan een partij
heldere tassen van meiden, wel gekleed
en opgedirkt voor de herberg de
„Valck". Niemand wilde wel het edrst
binnen gaan. Maar op een oogenblik
kwam wel een van de aanwezige vrders
naar buiten en haalde zonder plicht
plegingen een der knapste meiden naar
binnen
Al dadelijk kwamen er meer en spoe
dig was de herberg van meiden en jon
gens vol!"
Wanneer het zoover was, dan schaar
den zich de vrijsters en de vrijers ieder
aan een kant van de zaal. Tusschen de
beide rijen in liep een persoon, die hier
een man van beteekenis was. Het was de
„Maakkoop", oftewel, de man die bij deze
transactie voor makelaar spelen zou. Deze
man werd hiertoe niet alleen aangezocht
maar had ook hiertoe het recht. Het was
een beroep. Zonder de openbare bekend
making door middel van den dorps-om-
roeper en zonder de officieele aanwezig
heid van den Maakkoop 'mocht zelfs geen
geldige vrijstermarkt worden gehouden
Zoomin als tegenwoordig een verknoping
Reiziger: De vrouwen van de Halitsch-
eiiandeu dragen absoluut geen kleeren.
Toehoorder: Allemachtig! Waar praten
die vrouwen dan onder elkaar over?....
Bekentenis van een ouderwetse hen Jongen
Vroeger stond ik aan de haven.
Vroeger liep ik langs 't strand.
Vroeger zat ik sip te kijken
Met 'n leesboek In m'n hand...,
Vroeger liep ik vaak te droomen
Langs 't kanaal en langs de zee....
VroegSr keek ik naar het dansen,
Maar ik deed er nooit aan mee!
Vroeger was ik vaak vervelend,
Siekeneurig, ontevree....
'k Keek gramstorig in het leven
En ik deed er niet aan mee....
Nergens wou 't me bevallen
Altijd was 't dit of dat!
En ik liep met loome sohreden
'k Was zoowat m'n leven zatl
Maar toen kwam ik in den Helder,
Heel toevallig op 'n keer.
Bij Van Dien zag ik ze dansen:
Na 'n week was ik er weer!
Wel zat ik nog toe te kijken
En liep suffend langs den kant
Wel zat ik nog sip te kijken
met 'n leesboek in m'n hand....'
Maar de meisjes van den Helder
Kwamen vriend'lijk naar me toe....
D'een vertelde: Ik moest dansen.
En een ander zei me:.... hoe!
Ieder leerde me 'n pasje,
Ieder leerde me 'n stap.
D'een met ernstige woorden
D'ander met 'n kleine grapl
Gaat nu de muziek weerklinken
En de dansers vallen in,
Dan ben ik al bij 'n dame
En we maken een begin.
En we dansen en we draaien
En we schuiven zij aan zij....
En,we stappen soms 's over,
Of we staan 's op 'n rij!
En we lachen en we praten,
En we drinken glaasjes kwast.
Terwijl ieder in gedachten
Op het volgend walsje vlast.....
En zoo slijt ik nu m'n leven
Fox-trott-steppend over d'aard.
En ik moest ronduit bekennen:
Nu is 't leven pas wat waard!
Care! Brensa.
mag plaats hebben zonder aanwezigheid
van een makelaar of deurwaarder oi
veilingmeester etc.
De Maakkoop was de onontbeerlijke
man.
Een jongen ging op hem tóe of beduid
de hem welk. meisje liy hebben wilde. De
Mauickoop onderhield zich met het meisje
en stelde de voorwaarden vast Nam de
jongen op zijn beurt genoegen met deze
voorwaaiden, dan volgde met eenig cere
ommeel de veiling. De voorwaarden
bestaande in een zekeren prijs in de eer
ste plaats werden voldaan en als de
koop was toegeslagen, dan volgde een
onthaal van rijstenbrei met suiker en ka
neel.
Onderwijl werden door den Maakkoop
de onderhandelingen en verkoopingen al
weer tusschen andere jongens en meis
jes voortgezet.
Dat er heelemaal geen sprake was van
willekeur of van zoo'n soort onderonsje,
maar dat het wel degelijk vaste gebrui
ken golden, leert ons o.m. een van die
genoemde tooneelspelen.
In het „Kluchtspel van Schermerhorn"
,b.v. ook vaak genoemd: „De Scher-
merhornsche Vrijstermarkt" komt het be
wijs voor, dat de plaatselijke overheid er
zich wel degelijk mee bemoeide.
Daar moet in die jaren een schout te
Schermerhorn hebben gewoond die aan de
bestaande gebruiken vasten vorm gaf en
de regels waaronder een veiling mocht
worden gehouden stipt voorschreef. Hij
schreef een reglement van Verkoop
geldig voor de te houden Vrijstersmarkt
en in bovenbedoeld kluchtspel is dit re
glement op rijm terug gegeven.
Voor de curiositeit laat ik het hier
onder volgen:
Ik wil dat ieder zich gewend,
Voortaan naar deze wet te leven.
Die ik hier duid'lijk heb neergeschre
ven;
Dat is, dat elk In 't openbaar
Hier vrij op Maandag al zijn waar
Mag veilen, wat belangt de vrouwen!
Indien hier vrijers willen trouwen,
Die mogen t' allen dag ter week,
Omroepen laten door de streek,
Waartoe zal zijn een secretaris,
Alsmede nog een commissaris!
Die al de meisjes, groot en kleen,
Op zullen veilen óén voor één!
Indien het dan kwam te geschieden,
Dat hij, die 't meeste kwam bieden,
Geen goeden zin had in de meid,
En dat hij uit het huw'lijk scheidt.
Deez' zal haar geven twee Ducaten,
En daarmee kan hij 't meisje laten!
Moderne scheepvaart
Dat de moderne mailstoomers tegen
woordig alle mogelijke nieuws aan boord
hebben is bekend. Een drukkerij is een
heel gewoon ding. Een dagblad ook.
Muzieksalons en winkels zijn allerwege
in gebruik. Het vroegere Duitsche pas
sagiersschip „De Imperator" dat tegen
woordig voor Engelsche rekening tusschen
Liverpool en New York vaart, heeft al
sedert lang een volledig uitgeruste af-
deeling van de London City en Midland
Bank aan boord.
En bij de allernieuwste booten van de
En zoo ook de verkochte meid, -
Geen zin in haren vrijer heit,
Heeft zij 't gelag slechte te betalen
En niemand heeft er op te smalen.
Aangaande nu 't geboden geld:
Dat moet in handen zijn gesteld,
Van 's meisjes vader!
Indien zij beiden zijn vernoegd
En dat zich elleck hupskens voegt
Dan zal men vrij'lijk mogen trouwen
En 't geldje bij elkander houwen!
Wanneer de koop is klaar geraakt
En dat men het verkoopen staakt,
Zoo zal de vrijer voor het meisje
Dat hij gekocht heelt, geven net
Hetgeen dat ik hieronder zet:
Een daalder voor de Secretaris,
Een gulden voor de Commissaris.
En voor de Armen wat hij wil.
En daarmee bljjit dan alles stil.
Dit zijn de wetten en goboden
Van TOBIAS VAN POTTENRODE.
Wel nu iben ik benieuwd wat de de
gelijke moeders, die niet content zijn 'met
de manieren waarop hun dochters aan
den man komen, hiervan wel zullen zeg-
gen!
Mij dunkt, dat zijn nog vrij wat raar
der dingen, die onder de zon gebeuren!
Niettegenstaande het feit, dat in vroe
gere kluchtspelen in het algemeen en in
het bovengenoemde in het bijzonder nog
al wat gewaagdheden, om niet te zeggen:
platheden voorkomen, is het een bekend
feit, dat dit Kluchtepelletje zeer lang en
zeer vaak op het tooneel van den ouden
Amsterdamschen Schouwburg is ver
toond. Doorgaans was er veel toeloop. Bo
vendien was het jaren lang een geliefd
nastuk bij kermisvertooningen te Wor-
merveer en Zaandam. Het deed dan
dienst als jaarlijksohe revue, waarin lied
jes en dansnummers waren jngeVoegd op
gebeurtenissen van pléatsebjk belang.
En wat betreft het vaststellen van
openbare reglementen voor de vrijsters-
markten; een, beroemd en geleerd kopp-
man uit dien tijd, Adriaan Rogge, verze
kert, dat hij zelf de berijmde veiling-
condities als een officieel stuk met de
handteekening van den Schout en het ze
gel van de plaats eraan bevestigd heel
lang in de herberg de „Valck" heeft zien
hangen!
Over de gebruiken op de beroemde
„Schager Vrijstersmarkt" een volgende
maal....