T DERDE EN LAATSTE BLAD. PLAATSELIJK NIEUWS BINNENLAND. BUITENLAND VAN ZATERDAG 6 DECEMBER 1924 Inschrijving I® Handelsregister. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe artikelen van het Wetboek van Koop handel, waarin o. m. verplichtend gesteld werd de inschrijving, voor elke zaak, in een z.g. Handelsregister, werden van die verplichte inschrijving vrijgesteld de kleine zaken, welker eigenaars gedurende drie achtereenvolgende jaren waren aan geslagen in de rijksinkomstenbelasting voor een bruto inkomen van f 2.000.—. Tal van dergelijke kleine winkels hebben van die gunstige bepaling gebruik ge maakt: tengevolge van de nieuwe bepa lingen is deze vrijstelling thans vervallen, en moeten ook de kleine zaken zich laten inschrijven. De kosten hiervoor bedragen voor de inschrijving in het register f 5. benevens als jaarligksche bijdrage f 2.50, en zijn dus voor niemand van eenig over wegend bezwaar. Nochtans kan men van dé verplichte inschrijving vrijstelling be komen van de Kamer van Koophandel, indien men zich' daartoe tot haar wendt met een desbetreffend verzoek. De Kamer stelt dan, indien zjj inderdaad vrijstelling gewenscht acht, don kantonrechter voor ontheffing van de inschrijving te geven. Er heeft zich onlangs een geval voor- fedaan, dat een dergelijke zaak inderdaad oor den kantonrechter werd vrijgesteld van de verplichte inschrijving, welk vonnis evenwel door de rechtbank in hooger beroep werd vernietigd, omdat de kantonrechter, zonder machtiging van de Kamer van Koophandel, daartoe niet de bevoegdheid heeft. Daar op het oogenblik, naar wij vernamen, een ambtenaar van het Handelsregister de ingeschreven zaken controleert, en verschillende kleine winkels ten onrechte meenen, dat zij niet tot inschrijving in het Handelsregister verplicht zijn, leek het ons wel eens goed de aandacht op deze zaak te vestigen. Zij dus, die vermeenen van de inschrijving vrijgesteld te moeten worden, moeten zich per brief tot de Kamer van Koophandel te Alkmaar wenden met het verzoek van deze verplichting te worden ontheven. Indien de Kamer het verzoek gegrond acht, adviseert zij den kantonrechter het verzoek toe te staan. Men make evenwel niet zelf de zaak bij het kantongerecht aanhangig. De herdenking van het 100-Jarlg bestaan van bet Groot Noord-Hollandsch KanaaL Men.schrijft ons uit Alkmaar: Nu de dag van het eeuwfeest van ons kanaal nadert, is het zeker wenscheljjk hier ter plaatse een en ander mede te deelen over de beteekenis van diezen ge denkdag en de voorbereidingen welke er getroffen zijn deze gebeurtenis op passen de wijze te herdenken. Nadat de heer O. Nannes Gorter, die met veler welwillende medewerking wilde trachten een kanaal-gedenkboek samen te stellen, zich tot het bestuur van de Ka mer van Koophandel te dezer stede om medewerking gewend had, werd besloten een commissie te vormen ten einde te trachten op 13 December 1924 te Alkmaar een bijeenkomst te doen houden waarin aan het eeuwfeest van het Groot-Noord- Hollandsch kanaal een welverdiende be langstelling kon worden geschonken. Aanvankelijk uit een negental leden be staande, kwam deze kleine commissie bij eenige vergaderingen ten stadhuize tot de overtuiging, dat het gewenscht was voor dezen gedenkdag een algemeen co mité in het leven te roepen waarvoor uit- noodigingen gezonden zouden worden aan allen zoowel hier ter stede als elders die bij de vpart op het kanaal bijzonder geïnteresseerd zijn, daarvoor door hun be trekking groote belangstelling kunnen hebben of wel op een of andere wijze bij de voorgenomen plannen hun zeer ge- waardeerden bijstand zouden kunnen ver- leenen. Het comité dat daardoor een belangrijke uitbreiding onderging, besloot zich voor de komende gebeurtenissen in subcom missies te splitsen en tevens werd over een gekomen, dat verscheidene bij dit ka- naalfeest in aanmerking komende autori teiten' verzocht zouden worden in een eere-comité te willen zitting nemen. Alvorens iets van de voorgenomen plan nen mede te deelen laten wij' hier namen van de leden van het aldus tot stand ge komen comité volgen, waarvan Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden het be schermheerschap aanvaard heeft. Het Dagelijksch Bestuur van het Co mité werd' samengesteld uit <Tb heeren Mr. W. O. Wendelaar, Burgemeester van Alk maar, (voorzitter), S. W. Arntz, Voorzit ter van de Kamer van Koophandel (vioe- voorzitter), D. J. Scheffel, secretaris van de Kamer van Koophandel, (secretaris). P. Kool Pzn., secretaris van de Vereeniging van Kaashandelaren in Noord-Holland, (penningmeester) c*i O. Nannes Gorter, journalist, (samensteller van het Gedenk boek). ander naddr onder de oogen zien en met vast-omlijnde plannen komen. •Voorloopig kan het eeuwfeest miet an ders herdacht worden dan door een offi cieele ontvangst van diverse comitéleden en genoodigden ten stadhuize, waar de heer J. O. Ramaer uit 's-Gravenhage, oud- Inspecteur-Generaal van den Rijkswater staat, zdch bereid heeft verklaard des mid dags een lezing te houden, waarin hij on getwijfeld vele bijzonderheden dit Kanaal jubileum betreffende in een aangename causerie te algemeener kennis zal brengen. Tevens werd besloten op 18 December in een der zalen van het stadhuis een tentoonstelling te «rgamiseeren van alles wat de desbetreffende commissie met be trekking tot het Groot Noord-Hollandsch kanaal bijeen heeft kunnen brengen. Het ligt in de bedoeling deze tentoon stelling gedurende een week ook voor het publiek toegankelijk te stellen en de oom missie roept nogmaals aller medewerking in om de mogelijk in particulier bezit zijn de interessante documenten haar voor dien tijd in bruikleen te willen afstaan. Het Gedenkboek zal, wanneer dit door financiëele bijdragen van officieele licha men, ondernemingen en vereenigingen mogelijk gemaakt wordt in den loop van dit en het volgende jaar met zorg worden samengesteld en voor inteekena- ren verkrijgbaar gesteld worden. Dat zijn de voorloopig© plannen, waar van het eerste en voornaamste deel, de offlciëele herdenking, op 13 December reeds tot werkelijkheid zal worden. Dank zij den arbeid der commissie, waarvan voornamelijk het dagelijksch be stuur een zware taak had, is er in korten tijd een regeling getroffen, die aan dit eeuwfeest de beteekenis zal geven waarop een honderd jarig gebruik van -het oor spronkelijk voor de zeevaart en thans voor de binnenvaart zoo onmisbare Noord- Hollandsche kanaal1 ongetwijfeld zijn rech ten kam doen gelden. zen en ze terug te brengen in de vak organisatie. Daarnaast hebben wij, vafcvereenigings- mensohen, met alle energie datgene te doen, waartoe de organisatie in staat steil Onzerzijds wordt er een nauwkeurig on derzoek ingesteld naar het prijsverloop der eerste levensbehoeften, terwijl tege lijkertijd aan onze plaatselijke instanties plannen worden voorgelegd om. de duurte daadwerkelijk te bestrijden. iWij doen biermede een beroep op allen om dit onderzoek te vergemakkelijken en om deel te nemen1 aan de bestrijdingsmaat regelen'. Alle krachten ingespannen en nieuwe krachten aangenomen, tot va-a onze vrouwen/ en kinderen en van de maat schappij' in 't algemeen, die gebaat wordt door een welvarende arbeiders-bevolking. Wij rekenen op UI Proces tegen den Staat 20sten September j.1. heeft Het algemeen comité heeft zich in sub commissies gesplitst, zoodat er ontstaan zijn een commissie voor het gedenkboek, een perscommissie, een oommissie van ont vangst, een tentoonstellingscommissie, een financiëele commissie, een feestcommissie voor eventueele zomerplannen benevens een verkeerscommissie, in welke diverse groepen ook eenige leden van het eere- comité hebben zitting genomen. Na deze lange, maar voor de volledige vermelding der komende gebeurtenissen noodzakelijke inleiding, zullen wij een en ander over de voorgenomen plannen me- dedeelen. Den 13en December 1824 ging het eer ste schip vanuit Amsterdam naar Helder het Groot Noord-Hollandsch Kanaal door, zoodat die dag als de meest geschikt© ge denkdag mag worden aangenomen. Stoomschepen bestonden er natuurlijk nog niet en motoren van diverse, paarden kracht waren machinerieën der toekomst waarover niemand in. 1824 nog heeft dur ven droomen. De eenige paardenkracht waarover men destijds beschikte was de echte ep onver- valschte, namelijk die van het paard zelf, Als er wind was bediende men zich van de zeilen en als de wind er niet was, span de'men paarden voor het schip, alles met het gevolg, dat de reis met zoo vlug ging als dat tegenwoordig, kan gebeuren. De tocht van Amsterdam naar Helder was dan1 ook al een onderneming waar mede eenige dagen gemoeid waren. Eerst op 16 December 1824 kwam het uit Amsterdam, vertrokken schip, Z. M. Oorlogsfregat Bellona te Alkmaar aan, waarbij inmiddels wel verondersteld mag worden dat de reis langer duurde dan noodzakelijk was omdat in alle aan het kanaal gelegen plaatsen bij {iet voorbij varen van het fregat natuurlijk duchtig gefeest werd en commandant en schepe lingen daarin wel' een werkzaam aandeel zullen hebben genomen. Is 16 Decembèr dius eigenlijk de feest dag voor Alkmaar, op 18 December is het eerste schip op weg naar Den Helder van de hoofdstad vertrokken, zoodat dit de dag is die officiëeiL in den lande als ge denkboek bij het eeuwfeest moet worden aangenomen. Overigens dient helaas gemeld, dat er over de plannen, de tot standkoming en de in gebruikneming van het Groot Noord- Hollandsch Kanaal zoo weinig bekend is, dat sommige autoriteiten den samensteller van het gedenkboek al medegedeeld heb ben, dat hjj een Gode-welgevallig werk zal verrichten wanneer hij er in slaagt di verse bijzonderheden uit archieven en an dere meer of minder officieele bescheiden op ta diepen en in dit gedenkboek voor het tegenwoordig en toekomstig geslacht bijeen te brengen. Natuurlijk werden door de oommissie plannen beraamd het eeuwfeest op eenigs- zins luisterrijke wijze te vieren waarvoor dan een tocht van gepavoiseerde en des avonds verlichte stoom- en zeilschepen enz. door het kanaal werd overwogen. Of daaraan al dan niet marineschepen zullen deelnemen, en hoe de vaartroute zal zjjn, zal later beslist worden daar de 13e December voor een waterfeest minder ge schikt werd geoordeeld en Aen hiervoor dus liever den zomer van 1925 wilde af wachten. Dan zal de feesbsub-commissie een en Minister Aalberee. ÏBij den, aanvang der Kamerzitting van Donderdagavond legde de Minister van Arbeid; de heer Aalberse, da volgende verklaring af: Nadat mij gebleken is, dat de door den heer dr. Schokking afgelegde verklaring niet de bedoeling heeft gehad, wantrou wen uit te spreken in den persoon of het beleid van den Minister, heb ik mij; be reid verklaard, de behandeling mijner begrooting met de Kamer te hervatten. Met betrekking tot het votum der Ka mer over het amendement-Boon stel ik er prijs op, het volgende mede te deelen. Uit hetgeen ik op 17 Nov. in deze Kamer sprak, kon blijken, dat het onderzoek, het welk door het Departement van Financiën werd ingesteld, in zooverre nog niet vol tooid was, dat nog overleg werd gepleegd over voorstellen, die wellicht tot vergroo ting der inkomsten zouden kunnen leiden. Het is mijn voornemen, om, zoodra de resultaten van dit nog hangende onder zoek, voor zoover vervolledigd', bekent, zullen zijn, het initiatief te nemen tot de indiening (eener suppletoirs begrooting, welke ik vergezeld zal doen gaan van de mededeeling der resultaten, waartoe dat onderzoek heeft geleid!. Antl-duurte-actle. Het anti-duurte-comité, gevormt uit het Roomsch-Katholiek Werkliedenverbond (R.K.W.V.), het Christelijk Nationaal Vakverbond (GJN.V.) en het Algemeen Nederlandsch' Vakverbond (A.N.V.), heeft aan de werknemers in Nederland de vol gende circulaire gericht: De besturen der 'bovengenoemde Vak- oentraleni hebben, zoo als u 'bereids uit de dagbladpers bekend is geworden, dezer dagen het probleem der duurte; der prijs stijging van de eerste levensbehoeften, samen besproken; Overwogen is, wat door hen gezamen lijk kan worden gedaan om de prijsstij ging te keeren en de gevolgen der duurte voor de arbeidersklasse te verlichten. Gebleken is, dat er vergeleken bij de zomermaanden niet onaanzienlijke prijsverhooging der dagelijks bemoodigde artikelen valt vast te stellen. Aardappelen, melk, brood, vet; kaas, voedingsmiddelen, welke lederen dag weer noodlg zijn, moeten veel duurder be taald worden dan de loonstandaaxd toe laat. En wij zijn er van overtuigd, dat be halve deze benoodigdheden ook andere onontbeerlijke zaken niet onbelangrijk in prijs zijn gestegen. Woninghuren en belastingen, die door ons moeten worden opgebracht, staan in geen verhouding tot de inkomsten der ar beiders en ambtenaren. Immers tegenover deze ibuitengewoion groote uitgaven staat heit feit der veel verminderde loonen van de arbeiders en de ambtenaren. Onze besturen zijn er niet van over tuigd, dat overal een arbeidsloon wordt betaald als overeenstemt met de waarde van dén geleverden arbeid, in aanmërkihg nemende de economische omstandigheden. Zij' zijn van meening, dat de redelijke verhouding tusschen loonen en prijzen is verbroken. i Maar zij zijn tevens tot de overtuiging gekomen, dat aan de werknemers zeÖ voor een 'groot deel moet worden geweten, dat hun. levensvoorwaarden zoo zeer zijn verslechterd. Met drommen hebben zij de vakorgani saties verlaten. Zij zijn daardoor weerloos geworden tegenover de gevaren, di& hen in de tegenwoordige maatschappelijke verhouding bedreigen. De eerste taak der georganiseerden is daarom, hun ongeorganiseerde collega's op de gevolgen van hun laksheid te wij Den 20sten September j.1. heeft Mr. Mendels, als gemachtigde van den Onder- Officier der Kon. Marine, den Staat ge dagvaard in verband met de salarisver laging per 1 Mei 1924. Den 21sten November 1924 heeft de Staat voornoemd zijn conclusie van ant woord bij het Kantongerecht te 's-Gra- venhage ingediend, waaraan op de vol gende gronden tot niet ontvanklijk ver klaren, immers ontzegging der vordering wordt geconcludeerd op de volgende gronden Aangezien gedaagde de bij dagvaarding gestelde feiten betreffende indiensttre ding en bevordering erkent en hjj hierbij in het geding brengt de verbintenis in 's Rijks zeedienst van eischer d.d. 2 Oc- tober 1922; aangezien door gedaagde verspreidde geschriften niet anders inhouden dan de samenstelling van de korpsen en tal van andere bijzonderheden, waaronder ook de soldijen, die op het oogenblik van de uit gifte van dergelijke geschriften geldig zijn; aangezien de bevoegdheid van de Kroon om bezoldigingen als van eischer te rege len, in de Grondwet is vastgelegd en j zulks medebrengt de bevoegdheid tot wijziging door de Kroon en door Haar vastgestelde bepalingen, naar gelang het Staatsbelang zulks naar Haar inzicht ver- eischt en dit gezag zelfs van deze be voegdheid en taak geen afstand zou mo gen doen; aangezien in bovenbedoelde verbintenis in 's Rijks zeedienst Stolk heeft verklaard zich te onderwerpen aan alle dienstvoor schriften, voor 's Rijks zeedienst gemaakt of nog te maken enz. en onder die dienst voorschriften behooren de betrekkelijke Koninklijke besluiten en de circulaires voor de zeemacht, terwijl deze circulaire voor de zeemacht Nr. 821 de met 1 Mei 1924 gewijzigde salarisverlaging bevat; aangezien de regeleu des rechts, be schreven en onbeschreven, de organisatie van den staat bevattende, waaronder mede begrepen is het statuut van personen in dienst als eischer, een deel vormen van het publieke recht en deze rechtregelen wijziging ondergaan door het daartoe aan gewezen gezag; aangezien dit recht niet mag beschouwd worden als in toepassing tredende op grond van eenige wilsovereenstemming, noch als aanvullend recht ten aanzien van verhoudingen, die in wilsovereenstemming oorsprong vinden, doch moet worden aanvaard als objectief, dwingend recht; aangezien zoo ook de ambtenaar aan dat recht onderworpen is, krachtens het feit, dat de individu vrijwillig of gedwon gen de stelling van ambtenaar inneemt; aangezien het door eischer bedoelde Koninklijk besluit van 11 April 1924 No. 26 op het oogenblik der dagvaarding onder deel van het objectief recht uitmaakt, waarnaar het statuut van eischer c.s. moet worden beoordeeld; aangezien een vordering, opgebouwd in den gedachtengang als bestond dit Koninklijk besluit niet, derhalve in elk geval niet slagen kan; aangezien gedaagde niet meer of anders kan erkennen dan uitdrukkelijk in deze conclusie is geschied. Nederland en België. De Brusselsche standaard", melding ma kende van de woorden van Minister Van Karnebeek over de herziening van het trac- taat van 1839, schrijft: Wjj meenen te weten, dat ook onze Re geering genegen is om de onderhandelingen aan te knoopen, waar zjj in 1920 werden on derbroken en dat er diensvolgens geen we zenlijk bezwaar meer bestaat op dit oogen blik om tot eene overeenkomst te komen, zij het dan onder voorbehoud; dat ook in 1920 reeds was aanvaard van beide zijden. Deze quaestie is reeds veel te lang onbeslist ge bleven, zonder dat dit uitstel voor ons eenig voordeel heeft meegebracht noch meebren gen kon." Postchëque- en girodienst De staat ia thans overgegaan tot het dagvaarden van de personen, die van den tengevolge van d'e sluiting van den post chèque- en girodienst ontstanen toestand gebruik hebben gemaakt, om meer geld op te vragen en te ontvangen dan waarop zij in werkelijkheid recht hadden. Tot dusver zijn 11 dagvaardingen, bij verschillende rechtbanken in ons land uitgebracht en één vordering beneden 200 is bij een kantonrechter aanhangig gemaakt Uit Alkmaar. Beide commissies voor georganiseerd overleg hebben 4 December j.L het voor stel van burgemeester en wethouders, om met ingang van' 1 Januari 1925 het ver haal van pensioensbijdragen op het ge- meentepersoneel, van 8 pet. voor eigen en l/» pet. voor weduwen- en weezenpen- sioen, te brengen op 3 pet. voor eigen en l/- pet voor weduwen- en weezenpen- TWEEDE KAMER. Voortgegaan wordt Donderdag met de be handeling der Onderwijsbegrooting, waarbij een aanvang wordt gemaakt met de artikelen. De a.-r. prof. Visscher wll een geheel andere inrichting van de theologische facul teit onzer universiteiten; tegenwoordiig iB dat meer een leerstoel voor religieuse ver schijnselen inplaats van een onderwijs in de leer van Gods openbaring. Minister De Visser heeft er zeer ter snede op gewezen, dat tóe achtereen volgende ministeries (Mackay, Kuyper en Heemskerck) de zaak hadden gelaten zooals die was. De minister waarschuwde voorts de Kamer voor splitsing bij het Nijverheids onderwijs, dat altijd' neutraal i® geweest, en toonde voort® aan, dat de salarisverlaging hierbij' over t algemeen niet verder ging dan 10 In de avondvergadering werd het hoofd stuk Buitenlandsche Zaken verder behandeld. Bij den aanvang der zitting legde M in i s- terAalbersede volgende verklaring af: Nadat mij gebleken is, dat de door den heer dr. Schokking afgelegde verklaring niet de bedoeling heeft gehad; wantrouwen uit te spreken in den persoon of het beleid van den Minister, heb ik mij bereid verklaard, de behandeling mijner begrooting met de Kamer te hervatten. Met betrekking tot het votum der Kamer over het amendement-Boon stel ik er prijs op, het volgende mede te deelen. Uit het geen ik op 17 Nov. in deze Kamer sprak, kon blijken, dat het onderzoek, hetwelk door het Departement van Financiën werd inge steld, in zooverre nog niet voltooid was, dat nog overleg werd gepleegd' over voorstellen, die wellicht tot vergrooting der inkomsten zouden kunnen leiden. (Dit doelt op de Vroedvrouwenschool te Heerlen). Het is nfijn voornemen, om, zoodra de resultaten van dit nog hangende onderzoek, voor zoover noodig vervolledigd, bekend zul len zijn, het initiatief te nemen tot de indie ning eener suppletoire begrooting, welke ik vergezeld zal doen gaan van de mededeeling der resultaten, waartoe dlat onderzoek heeft geleid;. In hoofdzaak werd' in deze zitting het pro tocol van Genève besproken, dat in waar deerenden geest geschiedde, met uitzonde ring dan van den heer Van Ravesteyn. De voorstanders drongen er bij de regeering op aan; dat Nederland het zou ratificeeren. De Minister van Onderwijs gaf toezegging ten opzichte van enkele positie verbeteringen van onderwijzers ten platten- lande. Van de overige discussies zullen wij niets meer vermelden; de Kamer verlangde, wegens den St. Nioolaasavond, naar huis en sloeg zich er met eenigen spoed' doorheen. Minister De Visser wijdde aan het slot „een woord van eerbiedige hulde, ook van deze plaats, aan de nagedachtenis van „Neerlandi's groqtsten tooneelschrijver", wiens moeilijke omstandigheden van zijn laatste levensjaren door dén heer K1 e e r e- k o p e r tbr sprake waren gebracht. Minister De Visser verwees daarbij naar de cor respondentie, in de avondbladen van Vrijdag opgenomen. 'Wij' zullen Dinsdag uit die correspon dentie iets vermelden, voor heden ontbreekt ons de plaatsruimte. e*/i sioen, na uitvoerige besprekingen, met al gemeen© stemmen verworpen. ENGELAND. De onderlinge schalden van de geallieerden. Uit Londen wordt aan de N. R. Ot. gemeld De schuldenkwestie houdt de aandacht die gewekt was door het bericht over Amerikaansch-Fransche onderhandelin gen, flink wakker. Men neemt aan dat Ooolidge de meening toegedaan is, dat Amerika zeer wel onderscheid maken mag tusschen schuldenaars op grond van hun financieelen toestand. Velen in Engeland willen er echter niets van hooren dat Frankrijk betere condities zou krijgen dan Engeland. Dat zou hierop neer komen dat het land, dat zich het eerst aan zijn verplichtingen hield, er het slechts af komen zou. Dit acht men te meer on houdbaar, omdat Frankrijk er naar de meening althans van zulke critici „zeer goed" voor staat en enkel door zijn be lastingstelsel gedupeerd zou-worden. De Britsche burgers betalen sinds 1916 dat zij bloeden en zouden daarvan dan nog bovendien dit resultaat zien. Het tweede groote bezwaar dat geopperd wordt, is dat Engeland moeielijk kan toelaten dat Frankrijk Amerika betaalt, als het laatste niet ten minste tegelijk ook met betaling van Engeland begint. De Engelsche schuld aan Amerika is te zeer alleen ten behoeve van de bondgenooten aangegaan, dan dat de Britsche regeering een voor gaan van Amerika zou toelaten. Men verwacht juist van den voortvarenden Churchill, die op het punt van inter nationale oorlogsschulden sterke mee ningen heeft, dat hjj te Washington en Parijs krachtig zijn meening zal doen gelden. De vlootbasis te Singapore. Londen, 6 Deo. De regeering Is voorne mens voort te gaian met den aanleg van een vlootbasis te Singapore. De marine- begrooting, die in Maart afkomt, zal een post bevatten tot dekking van de ver- ei schte uitgaven in het financieel© jaar 1925—1926. De „Evening Standaard" verneemt, dat het kabinet besloten heeft terug te kee ren, tot de vroegêre politiek van Baldwin betreffende de verdedigingswerken van Singapore, waarvoor in de begroeting, die in Maart aan het Lagerhuis zal wor den voorgelegd, een bedrag van 10 mil- lioen zal worden aangevraagd; Deze som zal echter over tien jaar worden verdeeld, zoodat dé jaarlijksche kosten gelijk zullen staan met dia van andarhalvetn kruiser. In hot eere-comité hdbben zitting de Minis ter van Waterstaat G. J. van Swaaij, de Minis ter va<n Arbeid, Handel en Nij verheid, nir. P. J. M. Aatberse de Commissaris der Koningin dhr. mr. Dr. A. Röell, de Burgemeester vaai Amsterdam W. dé Vlagt, de Oud-minister van ■Waterstaat Dr. C. Lely.de Vioo-Admiraal te Helder C. Fock, de Burgemeester te Helder W. Houwing, de Burgemeester van Purmorend1 W. Cramwinokel, de Voorzitter der W. Fr. Ka- naalvoreeniging, Dr. C. J. K. van Aalst, de Hoofdlng. Dir. van de Prov. Waterstaat Jhr. C. J. A Reigersman, die Hoofding. Dir. in de directie Noord-Holland (Rijkswaterstaat) W. G. C. Gelinck, de Voorzitter der Ver. „Schut- tevaer" mr. H. Smecnge, de dijkgraaf van het OHet achter den uiw van minister Aal- beroe 'betedkeiut dat nojf {poon' antwoord is in- gekomen o.p dé yraag of Z Ex. in het eere- comité zitting wil nemen). Hoogheemraadschap C. Wijdenes Spaans, de Dir. der Kon. Ned. Stoomboot Mij. D» Hudlg, de Dir. der Holl. Stoomboot Mij. H. Th. Cox, de Dir. der N. V. Blaauwhoedemveem-Vriesse- veem G. Vattier Kraane, de Voorzitter der Ver. tot behartiging de Stoombootbelangen in Nederland P. J. M. Verschure, de Secr.-Penn. van het Binnenscheepvaartcongres mr. G. 0. A. Grosheide, die Havenmeester van Amster dam W. N. v. d. Poll, het Ged. lid van1 den Raad van Bestuur der Amsterdaimsche Droog dok Mij. W. Feneniga, de Vice-Voorz. van de Kamer van Koophandel te Amsterd'am H. Rud. du Moseh ien de Dir. der Reederij Geibr. Goed koop dl Goedkoop Jr. Hot Comité bestaat verder uit de Alkmaar- sche Wethouders A. F. Thomsen, Mr. A.J. M. Leesberg, J. Ringers en J. Westerhof en uit de hoeren Mr. W. O. Bosman, secretaris der West-Friesche Kanaalvoreenigiog, de hoeren Ir. Jl A. Ringers, Ir. J. C. Schaïp, Ir. P. J. van Voorst Vader en Ir. G. Radeker, allen hoofdingenieur \*an den Rijkswaterstaat, Jlhr. Van Rappard, Directeur van de Marinewerf te Helder, A. Koelma, Gemeente-secretaris, C. Ohr. Walraven, Waterschout, J.-G. Messelaar, secr. der afd. N. Holl. van de Ver. van Hande laren in Bouwmaterialen, P. Oud Gzn., voor zitter van dien K. v. K. te Hoorn. M. A. Kolster, voerz. der Groot-bedrijven, in do K. v. K. te Alkmaar, Ohr. H. Th. Sohmalz, voorz. van de KMn-feod'rijven in de Alkmaarsche K, v. K., D, H. Grunwald, woth. van Helder on voorz der Verkeerscomanissie In de K, v. K. te Alk maar, mr. J. P. Bosman, Dir. dier Alkmaar Packet, Baron S. van Heemstra, voorz. dor Kon. Ned. Verbonden Watersportveroonigin- gen, mr. F. R. J. Dubois, secretaris der K, v. K. te Amsterdam, N. J. M. Dresch, archivaris der Gein. Alkmaar, E. Crone, voorz. der Water- sportver. voor jongeren, P, Lucassen, voorz der Kon. Ned. J&oil- en Rooiver., W. F. Stoel, Directeur der Scheepswerf, L. J. S. M. Brantjes en N. Eeoen, Houthandelaren, J. Hoogland; lid der Venkeersoomm. van de K. v. K„ O. de Jong, Dir. van hot onderwijsfonds voer de Bin nenvaart, Ti. N. Adema, Hoofdred. der Allcm. Courant, Loo Speet, Hoofdred, van het N. Holl, Dagblad, N. Kaan Pzn., secr, dor Beurt vaart- ver. Het Noordon, en W. M. H, Pels, vertegen woordiger dor Ver. v. Vreemdelingenverkeer, v. t Vergadering van Vrijdag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 11