T
DERDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS
BINNENLAND.
BUITENLAND
VAN ZATERDAG 6 DECEMBER 1924
Inschrijving I® Handelsregister.
Bij de inwerkingtreding van de nieuwe
artikelen van het Wetboek van Koop
handel, waarin o. m. verplichtend gesteld
werd de inschrijving, voor elke zaak, in
een z.g. Handelsregister, werden van die
verplichte inschrijving vrijgesteld de
kleine zaken, welker eigenaars gedurende
drie achtereenvolgende jaren waren aan
geslagen in de rijksinkomstenbelasting
voor een bruto inkomen van f 2.000.—.
Tal van dergelijke kleine winkels hebben
van die gunstige bepaling gebruik ge
maakt: tengevolge van de nieuwe bepa
lingen is deze vrijstelling thans vervallen,
en moeten ook de kleine zaken zich laten
inschrijven. De kosten hiervoor bedragen
voor de inschrijving in het register f 5.
benevens als jaarligksche bijdrage f 2.50,
en zijn dus voor niemand van eenig over
wegend bezwaar. Nochtans kan men van
dé verplichte inschrijving vrijstelling be
komen van de Kamer van Koophandel,
indien men zich' daartoe tot haar wendt
met een desbetreffend verzoek. De Kamer
stelt dan, indien zjj inderdaad vrijstelling
gewenscht acht, don kantonrechter voor
ontheffing van de inschrijving te geven.
Er heeft zich onlangs een geval voor-
fedaan, dat een dergelijke zaak inderdaad
oor den kantonrechter werd vrijgesteld
van de verplichte inschrijving, welk
vonnis evenwel door de rechtbank in
hooger beroep werd vernietigd, omdat de
kantonrechter, zonder machtiging van de
Kamer van Koophandel, daartoe niet de
bevoegdheid heeft. Daar op het oogenblik,
naar wij vernamen, een ambtenaar van
het Handelsregister de ingeschreven
zaken controleert, en verschillende kleine
winkels ten onrechte meenen, dat zij niet
tot inschrijving in het Handelsregister
verplicht zijn, leek het ons wel eens goed
de aandacht op deze zaak te vestigen.
Zij dus, die vermeenen van de inschrijving
vrijgesteld te moeten worden, moeten zich
per brief tot de Kamer van Koophandel
te Alkmaar wenden met het verzoek
van deze verplichting te worden ontheven.
Indien de Kamer het verzoek gegrond
acht, adviseert zij den kantonrechter het
verzoek toe te staan. Men make evenwel
niet zelf de zaak bij het kantongerecht
aanhangig.
De herdenking van het 100-Jarlg bestaan
van bet Groot Noord-Hollandsch
KanaaL
Men.schrijft ons uit Alkmaar:
Nu de dag van het eeuwfeest van ons
kanaal nadert, is het zeker wenscheljjk
hier ter plaatse een en ander mede te
deelen over de beteekenis van diezen ge
denkdag en de voorbereidingen welke er
getroffen zijn deze gebeurtenis op passen
de wijze te herdenken.
Nadat de heer O. Nannes Gorter, die
met veler welwillende medewerking wilde
trachten een kanaal-gedenkboek samen
te stellen, zich tot het bestuur van de Ka
mer van Koophandel te dezer stede om
medewerking gewend had, werd besloten
een commissie te vormen ten einde te
trachten op 13 December 1924 te Alkmaar
een bijeenkomst te doen houden waarin
aan het eeuwfeest van het Groot-Noord-
Hollandsch kanaal een welverdiende be
langstelling kon worden geschonken.
Aanvankelijk uit een negental leden be
staande, kwam deze kleine commissie bij
eenige vergaderingen ten stadhuize tot
de overtuiging, dat het gewenscht was
voor dezen gedenkdag een algemeen co
mité in het leven te roepen waarvoor uit-
noodigingen gezonden zouden worden aan
allen zoowel hier ter stede als elders
die bij de vpart op het kanaal bijzonder
geïnteresseerd zijn, daarvoor door hun be
trekking groote belangstelling kunnen
hebben of wel op een of andere wijze bij
de voorgenomen plannen hun zeer ge-
waardeerden bijstand zouden kunnen ver-
leenen.
Het comité dat daardoor een belangrijke
uitbreiding onderging, besloot zich voor
de komende gebeurtenissen in subcom
missies te splitsen en tevens werd over
een gekomen, dat verscheidene bij dit ka-
naalfeest in aanmerking komende autori
teiten' verzocht zouden worden in een
eere-comité te willen zitting nemen.
Alvorens iets van de voorgenomen plan
nen mede te deelen laten wij' hier namen
van de leden van het aldus tot stand ge
komen comité volgen, waarvan Z. K. H.
Prins Hendrik der Nederlanden het be
schermheerschap aanvaard heeft.
Het Dagelijksch Bestuur van het Co
mité werd' samengesteld uit <Tb heeren Mr.
W. O. Wendelaar, Burgemeester van Alk
maar, (voorzitter), S. W. Arntz, Voorzit
ter van de Kamer van Koophandel (vioe-
voorzitter), D. J. Scheffel, secretaris van
de Kamer van Koophandel, (secretaris). P.
Kool Pzn., secretaris van de Vereeniging
van Kaashandelaren in Noord-Holland,
(penningmeester) c*i O. Nannes Gorter,
journalist, (samensteller van het Gedenk
boek).
ander naddr onder de oogen zien en met
vast-omlijnde plannen komen.
•Voorloopig kan het eeuwfeest miet an
ders herdacht worden dan door een offi
cieele ontvangst van diverse comitéleden
en genoodigden ten stadhuize, waar de
heer J. O. Ramaer uit 's-Gravenhage, oud-
Inspecteur-Generaal van den Rijkswater
staat, zdch bereid heeft verklaard des mid
dags een lezing te houden, waarin hij on
getwijfeld vele bijzonderheden dit Kanaal
jubileum betreffende in een aangename
causerie te algemeener kennis zal brengen.
Tevens werd besloten op 18 December
in een der zalen van het stadhuis een
tentoonstelling te «rgamiseeren van alles
wat de desbetreffende commissie met be
trekking tot het Groot Noord-Hollandsch
kanaal bijeen heeft kunnen brengen.
Het ligt in de bedoeling deze tentoon
stelling gedurende een week ook voor het
publiek toegankelijk te stellen en de oom
missie roept nogmaals aller medewerking
in om de mogelijk in particulier bezit zijn
de interessante documenten haar voor dien
tijd in bruikleen te willen afstaan.
Het Gedenkboek zal, wanneer dit door
financiëele bijdragen van officieele licha
men, ondernemingen en vereenigingen
mogelijk gemaakt wordt in den loop
van dit en het volgende jaar met zorg
worden samengesteld en voor inteekena-
ren verkrijgbaar gesteld worden.
Dat zijn de voorloopig© plannen, waar
van het eerste en voornaamste deel, de
offlciëele herdenking, op 13 December
reeds tot werkelijkheid zal worden.
Dank zij den arbeid der commissie,
waarvan voornamelijk het dagelijksch be
stuur een zware taak had, is er in korten
tijd een regeling getroffen, die aan dit
eeuwfeest de beteekenis zal geven waarop
een honderd jarig gebruik van -het oor
spronkelijk voor de zeevaart en thans
voor de binnenvaart zoo onmisbare Noord-
Hollandsche kanaal1 ongetwijfeld zijn rech
ten kam doen gelden.
zen en ze terug te brengen in de vak
organisatie.
Daarnaast hebben wij, vafcvereenigings-
mensohen, met alle energie datgene te
doen, waartoe de organisatie in staat steil
Onzerzijds wordt er een nauwkeurig on
derzoek ingesteld naar het prijsverloop
der eerste levensbehoeften, terwijl tege
lijkertijd aan onze plaatselijke instanties
plannen worden voorgelegd om. de duurte
daadwerkelijk te bestrijden.
iWij doen biermede een beroep op allen
om dit onderzoek te vergemakkelijken en
om deel te nemen1 aan de bestrijdingsmaat
regelen'.
Alle krachten ingespannen en nieuwe
krachten aangenomen, tot va-a onze
vrouwen/ en kinderen en van de maat
schappij' in 't algemeen, die gebaat wordt
door een welvarende arbeiders-bevolking.
Wij rekenen op UI
Proces tegen den Staat
20sten September j.1. heeft
Het algemeen comité heeft zich in sub
commissies gesplitst, zoodat er ontstaan
zijn een commissie voor het gedenkboek,
een perscommissie, een oommissie van ont
vangst, een tentoonstellingscommissie, een
financiëele commissie, een feestcommissie
voor eventueele zomerplannen benevens
een verkeerscommissie, in welke diverse
groepen ook eenige leden van het eere-
comité hebben zitting genomen.
Na deze lange, maar voor de volledige
vermelding der komende gebeurtenissen
noodzakelijke inleiding, zullen wij een en
ander over de voorgenomen plannen me-
dedeelen.
Den 13en December 1824 ging het eer
ste schip vanuit Amsterdam naar Helder
het Groot Noord-Hollandsch Kanaal door,
zoodat die dag als de meest geschikt© ge
denkdag mag worden aangenomen.
Stoomschepen bestonden er natuurlijk
nog niet en motoren van diverse, paarden
kracht waren machinerieën der toekomst
waarover niemand in. 1824 nog heeft dur
ven droomen.
De eenige paardenkracht waarover men
destijds beschikte was de echte ep onver-
valschte, namelijk die van het paard zelf,
Als er wind was bediende men zich van
de zeilen en als de wind er niet was, span
de'men paarden voor het schip, alles met
het gevolg, dat de reis met zoo vlug ging
als dat tegenwoordig, kan gebeuren.
De tocht van Amsterdam naar Helder
was dan1 ook al een onderneming waar
mede eenige dagen gemoeid waren.
Eerst op 16 December 1824 kwam het
uit Amsterdam, vertrokken schip, Z. M.
Oorlogsfregat Bellona te Alkmaar aan,
waarbij inmiddels wel verondersteld mag
worden dat de reis langer duurde dan
noodzakelijk was omdat in alle aan het
kanaal gelegen plaatsen bij {iet voorbij
varen van het fregat natuurlijk duchtig
gefeest werd en commandant en schepe
lingen daarin wel' een werkzaam aandeel
zullen hebben genomen.
Is 16 Decembèr dius eigenlijk de feest
dag voor Alkmaar, op 18 December is het
eerste schip op weg naar Den Helder van
de hoofdstad vertrokken, zoodat dit de
dag is die officiëeiL in den lande als ge
denkboek bij het eeuwfeest moet worden
aangenomen.
Overigens dient helaas gemeld, dat er
over de plannen, de tot standkoming en
de in gebruikneming van het Groot Noord-
Hollandsch Kanaal zoo weinig bekend is,
dat sommige autoriteiten den samensteller
van het gedenkboek al medegedeeld heb
ben, dat hjj een Gode-welgevallig werk
zal verrichten wanneer hij er in slaagt di
verse bijzonderheden uit archieven en an
dere meer of minder officieele bescheiden
op ta diepen en in dit gedenkboek voor
het tegenwoordig en toekomstig geslacht
bijeen te brengen.
Natuurlijk werden door de oommissie
plannen beraamd het eeuwfeest op eenigs-
zins luisterrijke wijze te vieren waarvoor
dan een tocht van gepavoiseerde en des
avonds verlichte stoom- en zeilschepen
enz. door het kanaal werd overwogen.
Of daaraan al dan niet marineschepen
zullen deelnemen, en hoe de vaartroute zal
zjjn, zal later beslist worden daar de 13e
December voor een waterfeest minder ge
schikt werd geoordeeld en Aen hiervoor
dus liever den zomer van 1925 wilde af
wachten.
Dan zal de feesbsub-commissie een en
Minister Aalberee.
ÏBij den, aanvang der Kamerzitting van
Donderdagavond legde de Minister van
Arbeid; de heer Aalberse, da volgende
verklaring af:
Nadat mij gebleken is, dat de door den
heer dr. Schokking afgelegde verklaring
niet de bedoeling heeft gehad, wantrou
wen uit te spreken in den persoon of het
beleid van den Minister, heb ik mij; be
reid verklaard, de behandeling mijner
begrooting met de Kamer te hervatten.
Met betrekking tot het votum der Ka
mer over het amendement-Boon stel ik
er prijs op, het volgende mede te deelen.
Uit hetgeen ik op 17 Nov. in deze Kamer
sprak, kon blijken, dat het onderzoek, het
welk door het Departement van Financiën
werd ingesteld, in zooverre nog niet vol
tooid was, dat nog overleg werd gepleegd
over voorstellen, die wellicht tot vergroo
ting der inkomsten zouden kunnen leiden.
Het is mijn voornemen, om, zoodra de
resultaten van dit nog hangende onder
zoek, voor zoover vervolledigd', bekent,
zullen zijn, het initiatief te nemen tot de
indiening (eener suppletoirs begrooting,
welke ik vergezeld zal doen gaan van de
mededeeling der resultaten, waartoe dat
onderzoek heeft geleid!.
Antl-duurte-actle.
Het anti-duurte-comité, gevormt uit het
Roomsch-Katholiek Werkliedenverbond
(R.K.W.V.), het Christelijk Nationaal
Vakverbond (GJN.V.) en het Algemeen
Nederlandsch' Vakverbond (A.N.V.), heeft
aan de werknemers in Nederland de vol
gende circulaire gericht:
De besturen der 'bovengenoemde Vak-
oentraleni hebben, zoo als u 'bereids uit de
dagbladpers bekend is geworden, dezer
dagen het probleem der duurte; der prijs
stijging van de eerste levensbehoeften,
samen besproken;
Overwogen is, wat door hen gezamen
lijk kan worden gedaan om de prijsstij
ging te keeren en de gevolgen der duurte
voor de arbeidersklasse te verlichten.
Gebleken is, dat er vergeleken bij
de zomermaanden niet onaanzienlijke
prijsverhooging der dagelijks bemoodigde
artikelen valt vast te stellen.
Aardappelen, melk, brood, vet; kaas,
voedingsmiddelen, welke lederen dag
weer noodlg zijn, moeten veel duurder be
taald worden dan de loonstandaaxd toe
laat. En wij zijn er van overtuigd, dat be
halve deze benoodigdheden ook andere
onontbeerlijke zaken niet onbelangrijk in
prijs zijn gestegen.
Woninghuren en belastingen, die door
ons moeten worden opgebracht, staan in
geen verhouding tot de inkomsten der ar
beiders en ambtenaren.
Immers tegenover deze ibuitengewoion
groote uitgaven staat heit feit der veel
verminderde loonen van de arbeiders en
de ambtenaren.
Onze besturen zijn er niet van over
tuigd, dat overal een arbeidsloon wordt
betaald als overeenstemt met de waarde
van dén geleverden arbeid, in aanmërkihg
nemende de economische omstandigheden.
Zij' zijn van meening, dat de redelijke
verhouding tusschen loonen en prijzen is
verbroken. i
Maar zij zijn tevens tot de overtuiging
gekomen, dat aan de werknemers zeÖ
voor een 'groot deel moet worden geweten,
dat hun. levensvoorwaarden zoo zeer zijn
verslechterd.
Met drommen hebben zij de vakorgani
saties verlaten. Zij zijn daardoor weerloos
geworden tegenover de gevaren, di& hen
in de tegenwoordige maatschappelijke
verhouding bedreigen.
De eerste taak der georganiseerden is
daarom, hun ongeorganiseerde collega's
op de gevolgen van hun laksheid te wij
Den 20sten September j.1. heeft Mr.
Mendels, als gemachtigde van den Onder-
Officier der Kon. Marine, den Staat ge
dagvaard in verband met de salarisver
laging per 1 Mei 1924.
Den 21sten November 1924 heeft de
Staat voornoemd zijn conclusie van ant
woord bij het Kantongerecht te 's-Gra-
venhage ingediend, waaraan op de vol
gende gronden tot niet ontvanklijk ver
klaren, immers ontzegging der vordering
wordt geconcludeerd op de volgende
gronden
Aangezien gedaagde de bij dagvaarding
gestelde feiten betreffende indiensttre
ding en bevordering erkent en hjj hierbij
in het geding brengt de verbintenis in
's Rijks zeedienst van eischer d.d. 2 Oc-
tober 1922;
aangezien door gedaagde verspreidde
geschriften niet anders inhouden dan de
samenstelling van de korpsen en tal van
andere bijzonderheden, waaronder ook de
soldijen, die op het oogenblik van de uit
gifte van dergelijke geschriften geldig
zijn;
aangezien de bevoegdheid van de Kroon
om bezoldigingen als van eischer te rege
len, in de Grondwet is vastgelegd en
j zulks medebrengt de bevoegdheid tot
wijziging door de Kroon en door Haar
vastgestelde bepalingen, naar gelang het
Staatsbelang zulks naar Haar inzicht ver-
eischt en dit gezag zelfs van deze be
voegdheid en taak geen afstand zou mo
gen doen;
aangezien in bovenbedoelde verbintenis
in 's Rijks zeedienst Stolk heeft verklaard
zich te onderwerpen aan alle dienstvoor
schriften, voor 's Rijks zeedienst gemaakt
of nog te maken enz. en onder die dienst
voorschriften behooren de betrekkelijke
Koninklijke besluiten en de circulaires
voor de zeemacht, terwijl deze circulaire
voor de zeemacht Nr. 821 de met 1 Mei
1924 gewijzigde salarisverlaging bevat;
aangezien de regeleu des rechts, be
schreven en onbeschreven, de organisatie
van den staat bevattende, waaronder mede
begrepen is het statuut van personen in
dienst als eischer, een deel vormen van
het publieke recht en deze rechtregelen
wijziging ondergaan door het daartoe aan
gewezen gezag;
aangezien dit recht niet mag beschouwd
worden als in toepassing tredende op
grond van eenige wilsovereenstemming,
noch als aanvullend recht ten aanzien van
verhoudingen, die in wilsovereenstemming
oorsprong vinden, doch moet worden
aanvaard als objectief, dwingend recht;
aangezien zoo ook de ambtenaar aan
dat recht onderworpen is, krachtens het
feit, dat de individu vrijwillig of gedwon
gen de stelling van ambtenaar inneemt;
aangezien het door eischer bedoelde
Koninklijk besluit van 11 April 1924 No. 26
op het oogenblik der dagvaarding onder
deel van het objectief recht uitmaakt,
waarnaar het statuut van eischer c.s. moet
worden beoordeeld;
aangezien een vordering, opgebouwd
in den gedachtengang als bestond dit
Koninklijk besluit niet, derhalve in elk
geval niet slagen kan;
aangezien gedaagde niet meer of anders
kan erkennen dan uitdrukkelijk in deze
conclusie is geschied.
Nederland en België.
De Brusselsche standaard", melding ma
kende van de woorden van Minister Van
Karnebeek over de herziening van het trac-
taat van 1839, schrijft:
Wjj meenen te weten, dat ook onze Re
geering genegen is om de onderhandelingen
aan te knoopen, waar zjj in 1920 werden on
derbroken en dat er diensvolgens geen we
zenlijk bezwaar meer bestaat op dit oogen
blik om tot eene overeenkomst te komen, zij
het dan onder voorbehoud; dat ook in 1920
reeds was aanvaard van beide zijden. Deze
quaestie is reeds veel te lang onbeslist ge
bleven, zonder dat dit uitstel voor ons eenig
voordeel heeft meegebracht noch meebren
gen kon."
Postchëque- en girodienst
De staat ia thans overgegaan tot het
dagvaarden van de personen, die van den
tengevolge van d'e sluiting van den post
chèque- en girodienst ontstanen toestand
gebruik hebben gemaakt, om meer geld
op te vragen en te ontvangen dan waarop
zij in werkelijkheid recht hadden.
Tot dusver zijn 11 dagvaardingen, bij
verschillende rechtbanken in ons land
uitgebracht en één vordering beneden
200 is bij een kantonrechter aanhangig
gemaakt
Uit Alkmaar.
Beide commissies voor georganiseerd
overleg hebben 4 December j.L het voor
stel van burgemeester en wethouders, om
met ingang van' 1 Januari 1925 het ver
haal van pensioensbijdragen op het ge-
meentepersoneel, van 8 pet. voor eigen
en l/» pet. voor weduwen- en weezenpen-
sioen, te brengen op 3 pet. voor eigen en
l/- pet voor weduwen- en weezenpen-
TWEEDE KAMER.
Voortgegaan wordt Donderdag met de be
handeling der Onderwijsbegrooting, waarbij
een aanvang wordt gemaakt met de artikelen.
De a.-r. prof. Visscher wll een geheel
andere inrichting van de theologische facul
teit onzer universiteiten; tegenwoordiig iB
dat meer een leerstoel voor religieuse ver
schijnselen inplaats van een onderwijs in
de leer van Gods openbaring.
Minister De Visser heeft er zeer
ter snede op gewezen, dat tóe achtereen
volgende ministeries (Mackay, Kuyper en
Heemskerck) de zaak hadden gelaten zooals
die was. De minister waarschuwde voorts de
Kamer voor splitsing bij het Nijverheids
onderwijs, dat altijd' neutraal i® geweest, en
toonde voort® aan, dat de salarisverlaging
hierbij' over t algemeen niet verder ging
dan 10
In de avondvergadering werd het hoofd
stuk Buitenlandsche Zaken verder behandeld.
Bij den aanvang der zitting legde M in i s-
terAalbersede volgende verklaring af:
Nadat mij gebleken is, dat de door den
heer dr. Schokking afgelegde verklaring niet
de bedoeling heeft gehad; wantrouwen uit te
spreken in den persoon of het beleid van
den Minister, heb ik mij bereid verklaard,
de behandeling mijner begrooting met de
Kamer te hervatten.
Met betrekking tot het votum der Kamer
over het amendement-Boon stel ik er prijs
op, het volgende mede te deelen. Uit het
geen ik op 17 Nov. in deze Kamer sprak,
kon blijken, dat het onderzoek, hetwelk door
het Departement van Financiën werd inge
steld, in zooverre nog niet voltooid was, dat
nog overleg werd gepleegd' over voorstellen,
die wellicht tot vergrooting der inkomsten
zouden kunnen leiden. (Dit doelt op de
Vroedvrouwenschool te Heerlen).
Het is nfijn voornemen, om, zoodra de
resultaten van dit nog hangende onderzoek,
voor zoover noodig vervolledigd, bekend zul
len zijn, het initiatief te nemen tot de indie
ning eener suppletoire begrooting, welke ik
vergezeld zal doen gaan van de mededeeling
der resultaten, waartoe dlat onderzoek heeft
geleid;.
In hoofdzaak werd' in deze zitting het pro
tocol van Genève besproken, dat in waar
deerenden geest geschiedde, met uitzonde
ring dan van den heer Van Ravesteyn. De
voorstanders drongen er bij de regeering op
aan; dat Nederland het zou ratificeeren.
De Minister van Onderwijs gaf
toezegging ten opzichte van enkele positie
verbeteringen van onderwijzers ten platten-
lande. Van de overige discussies zullen wij
niets meer vermelden; de Kamer verlangde,
wegens den St. Nioolaasavond, naar huis en
sloeg zich er met eenigen spoed' doorheen.
Minister De Visser wijdde aan
het slot „een woord van eerbiedige hulde,
ook van deze plaats, aan de nagedachtenis
van „Neerlandi's groqtsten tooneelschrijver",
wiens moeilijke omstandigheden van zijn
laatste levensjaren door dén heer K1 e e r e-
k o p e r tbr sprake waren gebracht. Minister
De Visser verwees daarbij naar de cor
respondentie, in de avondbladen van Vrijdag
opgenomen.
'Wij' zullen Dinsdag uit die correspon
dentie iets vermelden, voor heden ontbreekt
ons de plaatsruimte.
e*/i
sioen, na uitvoerige besprekingen, met al
gemeen© stemmen verworpen.
ENGELAND.
De onderlinge schalden van de
geallieerden.
Uit Londen wordt aan de N. R. Ot.
gemeld
De schuldenkwestie houdt de aandacht
die gewekt was door het bericht over
Amerikaansch-Fransche onderhandelin
gen, flink wakker. Men neemt aan dat
Ooolidge de meening toegedaan is, dat
Amerika zeer wel onderscheid maken mag
tusschen schuldenaars op grond van hun
financieelen toestand. Velen in Engeland
willen er echter niets van hooren dat
Frankrijk betere condities zou krijgen
dan Engeland. Dat zou hierop neer komen
dat het land, dat zich het eerst aan zijn
verplichtingen hield, er het slechts af
komen zou. Dit acht men te meer on
houdbaar, omdat Frankrijk er naar de
meening althans van zulke critici „zeer
goed" voor staat en enkel door zijn be
lastingstelsel gedupeerd zou-worden. De
Britsche burgers betalen sinds 1916 dat
zij bloeden en zouden daarvan dan nog
bovendien dit resultaat zien. Het tweede
groote bezwaar dat geopperd wordt, is
dat Engeland moeielijk kan toelaten dat
Frankrijk Amerika betaalt, als het laatste
niet ten minste tegelijk ook met betaling
van Engeland begint. De Engelsche
schuld aan Amerika is te zeer alleen ten
behoeve van de bondgenooten aangegaan,
dan dat de Britsche regeering een voor
gaan van Amerika zou toelaten. Men
verwacht juist van den voortvarenden
Churchill, die op het punt van inter
nationale oorlogsschulden sterke mee
ningen heeft, dat hjj te Washington en
Parijs krachtig zijn meening zal doen
gelden.
De vlootbasis te Singapore.
Londen, 6 Deo. De regeering Is voorne
mens voort te gaian met den aanleg van
een vlootbasis te Singapore. De marine-
begrooting, die in Maart afkomt, zal een
post bevatten tot dekking van de ver-
ei schte uitgaven in het financieel© jaar
1925—1926.
De „Evening Standaard" verneemt, dat
het kabinet besloten heeft terug te kee
ren, tot de vroegêre politiek van Baldwin
betreffende de verdedigingswerken van
Singapore, waarvoor in de begroeting,
die in Maart aan het Lagerhuis zal wor
den voorgelegd, een bedrag van 10 mil-
lioen zal worden aangevraagd; Deze som
zal echter over tien jaar worden verdeeld,
zoodat dé jaarlijksche kosten gelijk zullen
staan met dia van andarhalvetn kruiser.
In hot eere-comité hdbben zitting de Minis
ter van Waterstaat G. J. van Swaaij, de Minis
ter va<n Arbeid, Handel en Nij verheid, nir. P.
J. M. Aatberse de Commissaris der Koningin
dhr. mr. Dr. A. Röell, de Burgemeester vaai
Amsterdam W. dé Vlagt, de Oud-minister van
■Waterstaat Dr. C. Lely.de Vioo-Admiraal te
Helder C. Fock, de Burgemeester te Helder
W. Houwing, de Burgemeester van Purmorend1
W. Cramwinokel, de Voorzitter der W. Fr. Ka-
naalvoreeniging, Dr. C. J. K. van Aalst, de
Hoofdlng. Dir. van de Prov. Waterstaat Jhr.
C. J. A Reigersman, die Hoofding. Dir. in de
directie Noord-Holland (Rijkswaterstaat) W.
G. C. Gelinck, de Voorzitter der Ver. „Schut-
tevaer" mr. H. Smecnge, de dijkgraaf van het
OHet achter den uiw van minister Aal-
beroe 'betedkeiut dat nojf {poon' antwoord is in-
gekomen o.p dé yraag of Z Ex. in het eere-
comité zitting wil nemen).
Hoogheemraadschap C. Wijdenes Spaans, de
Dir. der Kon. Ned. Stoomboot Mij. D» Hudlg,
de Dir. der Holl. Stoomboot Mij. H. Th. Cox,
de Dir. der N. V. Blaauwhoedemveem-Vriesse-
veem G. Vattier Kraane, de Voorzitter der
Ver. tot behartiging de Stoombootbelangen in
Nederland P. J. M. Verschure, de Secr.-Penn.
van het Binnenscheepvaartcongres mr. G. 0.
A. Grosheide, die Havenmeester van Amster
dam W. N. v. d. Poll, het Ged. lid van1 den
Raad van Bestuur der Amsterdaimsche Droog
dok Mij. W. Feneniga, de Vice-Voorz. van de
Kamer van Koophandel te Amsterd'am H. Rud.
du Moseh ien de Dir. der Reederij Geibr. Goed
koop dl Goedkoop Jr.
Hot Comité bestaat verder uit de Alkmaar-
sche Wethouders A. F. Thomsen, Mr. A.J. M.
Leesberg, J. Ringers en J. Westerhof en uit
de hoeren Mr. W. O. Bosman, secretaris der
West-Friesche Kanaalvoreenigiog, de hoeren
Ir. Jl A. Ringers, Ir. J. C. Schaïp, Ir. P. J.
van Voorst Vader en Ir. G. Radeker, allen
hoofdingenieur \*an den Rijkswaterstaat, Jlhr.
Van Rappard, Directeur van de Marinewerf te
Helder, A. Koelma, Gemeente-secretaris, C.
Ohr. Walraven, Waterschout, J.-G. Messelaar,
secr. der afd. N. Holl. van de Ver. van Hande
laren in Bouwmaterialen, P. Oud Gzn., voor
zitter van dien K. v. K. te Hoorn. M. A. Kolster,
voerz. der Groot-bedrijven, in do K. v. K. te
Alkmaar, Ohr. H. Th. Sohmalz, voorz. van de
KMn-feod'rijven in de Alkmaarsche K, v. K.,
D, H. Grunwald, woth. van Helder on voorz
der Verkeerscomanissie In de K, v. K. te Alk
maar, mr. J. P. Bosman, Dir. dier Alkmaar
Packet, Baron S. van Heemstra, voorz. dor
Kon. Ned. Verbonden Watersportveroonigin-
gen, mr. F. R. J. Dubois, secretaris der K, v. K.
te Amsterdam, N. J. M. Dresch, archivaris der
Gein. Alkmaar, E. Crone, voorz. der Water-
sportver. voor jongeren, P, Lucassen, voorz
der Kon. Ned. J&oil- en Rooiver., W. F. Stoel,
Directeur der Scheepswerf, L. J. S. M. Brantjes
en N. Eeoen, Houthandelaren, J. Hoogland; lid
der Venkeersoomm. van de K. v. K„ O. de
Jong, Dir. van hot onderwijsfonds voer de Bin
nenvaart, Ti. N. Adema, Hoofdred. der Allcm.
Courant, Loo Speet, Hoofdred, van het N. Holl,
Dagblad, N. Kaan Pzn., secr, dor Beurt vaart-
ver. Het Noordon, en W. M. H, Pels, vertegen
woordiger dor Ver. v. Vreemdelingenverkeer,
v.
t
Vergadering van Vrijdag.