P.v.d. Nieuwenhuizen Openbare Uitvoering r i v MARINEBEGROOTING1925. srAKM» ir TOor,d°r""11 sHjyss s nr.™ Advertentiën. i Hei Herv.Jterk - Helder. I u li 6 r s c fi 6 H enznnstrjj| Evangelisatie PALMSTRAAT. VEREENIGING 101 BESTRIJDING OERTUBERCULOSE. ALGEMEEHE VEROADEIIHG JULIANADORP- Zaterdag 20 Dec. a.s., DRUKWERK C.DEBOERJ"- LEGER DES HEILS Tijdelijk AFWEZIG 1 Depöthouders. A.s. Zondag 14 December, 'sm. half elf in de Westerkerk: MORGEN, ZONDAG 14 DECEMBER brigadier en MAANDAG 15 DECEMBER mevr. ronitz. Lokaal MIDDENSTRAAT 117 8olo"Zan" -Vrije toegang. Dinsdagavond 8 uuri leesbibliotheek. van af 15 December Arts, PRINS HENDRIKLAAN 8. Praktijk wordt waargenomen door do Huisartsen, 't Mlddagapraakuur wordt behalve op Dinsdag 16 Decembar ook waar genomen door Dr. RIENKS, ten mijnen huizo Prlna Handriklaan 8. WOENSDAG 17 DECEMBER a.S., Aangifte voor de Bevolking-Register*. Harmonie „KUNSTZIN", KIN DER-OPERETTE. NA AFLOOP BAL. VAN ALLERLEI AARD In de avondvergadering van Donderdag wend een aanvang ge maakt met de behandeling van de Marine-Begrooting. De heer Brautlgam (s.-d.) kan zich niet vereenigen met de leden, die In het afdeelingsonderzoek op een spoedige indiening van de nieuwe Vlootwet hebben aangedrongen. Deze leden willen blijk baar die Vlootwet nog in dit zittingsjaar behandelen, dus voor dat het kiezerskorps zich heeft uitgesproken. Spr. wenscht zich tegen dat streven ernstig te verzettten, omdat bij het petitionnement dui delijk is gebleken, hoezeer het volk in deze quaestie belang stelt. Spr. hoopt, dat de regeering niet zal toegeven aan den aandrang, de Vlootwet voor de verkiezingen te behandelen. Wat de onderhavige begrooting betreft, is spr. van meening, dat deze geheel ingaat tegen den volkswil, vooral wat betreft de daarin opgenomen verspilling aan njeuwen bouw. Spr. verzet zich tegen de pogingen om een vloot en de marine in stand te houden en tegen de voorstellen tot vernieuwing van de materialen, die steeds meer lasten aan het volk oplegt. Naar sprekers meening is de meerderheid van ons volk hiertegen. Wij nemen door den steeds nieuwen aan bouw een taak op ons, die uitgaat boven de krachten van ons land. Spr. is er van overtuigd, dat met het instandhouden van de gevechts- waarde van onze vloot ongeveer 15 millioen gemoeid zijn. Daarboven komen nog de uitgaven voor aanbouw en nieuwen bouw. Dat ook de minister ervan overtuigd is, dat de totale lasten gaan boven de krachten van ons volk, blijkt naar sprekers meening uit het voorstel van den minister, dit jaar van die uitgaven ruim 8Vs millioen op rekening te brengen van buitengewoon. Spr. verzet zich derhalve tegen verderen aanbouw. Met name ver klaart hij zich tegen den aangevraagden eersten termijn voor den aanbouw van 2 torpedoboot jagers en hij verzoekt den minister met aandrang, dezen post terug te nemen. Als de minister aan dit verzoek niet mocht voldoen, zal spr. een voorstel indienen, dien post niet goed te keuren. Daarna komt spr. aan de personeelsquaestie. De geest onder het personeel is niet goed, hetgeen vooral een gevolg is van de slechte salariëering. Voor een matrowis 3de klasse zal worden betaald per week 4.50; een matroos 2de klasse gehuwd 13.87, ongehuwd ƒ7.92; met 2 jaar dienst gehuwd ƒ14.83, ongehuwd ƒ8.88; boven 23 jaar 22.86; matroos iste klasse gehuwd 19-33, ongehuwd ƒ13.18, boven 23 jaar 22.86, na 14 dienstjaren gehuwd 27.67, on gehuwd 21.36. Dit zijn schandelijk lage loonen, en deze worden bptaald om ten koste van het personeel een vloot in stand te houden, welke ver gaat boven de krachten van ons volk. Wat zou men wel zeggen, als dergelijke lage loonen in het particuliere bedrijf werden betaald? Hier is nu een gelegenheid, de loonen te regelen naar die, welke In ihet particulier bedrijf worden betaald. Waarom grijpt de minister deze gelegenheid niet aan? Neen, de minister gaat zelfs deelneming van de marinemannen aan de te 's-Gravenhage gehouden demonstratie tegen de salarisverlaging verbieden. Een dergelijk op treden is natuurlijk niet bevorderlijk voor een goeden geest onder het personeel. Voorts komen daarbij nog verschillende andere maat regelen, welke verbittering wekken, o. a. het instellen van recherche diensten te Helder. Spr. is van oordeel, dat een werkelijk gezag moet steunen op moreel overwicht en niet op dwang. Vervolgens dringt spr. aan op herstel van het overleg met de per soneelsorganisaties en goedkeuring, dat ook burgerlijke bestuurders kunnen deelnemen aan het georganiseerd overleg. Ook laakt apr. het optreden van het departement van marine, dat wijziging wilde zien gebracht In .een artikel van den Bond van Ma rinepersoneel. Dit optreden is des te eigenaardiger, waar de Bond zelf geen wijziging heeft voorgesteld. Ten slotte dringt spr. aan op maatregelen om de venerische ziekten onder het personeel tegen te gaan. De .heer Ter Hall (v.b.) bespreekt de loopende geruchten over sabotage onder het personeel te Helder. Spr. vraagt den minister o. a. of het juist Is, dat getracht is de „Bever" in brand te steken en een olietank te laten leegloopen, hetwelk groot gevaar zou op leveren. Voorts vraagt spr., hoe het mogelijk is, dat in een nacht op de „Gelderland" een roode vlag of lap is geheschen. Ook moet er op S December iets op ide „Heemskerck" zijn gebeurd. Kan de minister ook mededeelen, wat dit is geweest? Vervolgens herinnert spr. aan de op 1 Dec. gehouden vergadering van anti-militaristen te Helder, waar de heer De Jong als spreker is opgetreden. Al deze uit'ngeri van het personeel acht spr. een gevolg van de loonpolitiek der regee ring, waarvan het gevolg is, dat gehuwden zelfs van 8 tot 10 gulden per week minder zullen ontvangen. Dit neemt niet weg, dat daden, als door spr. aangehaald, ernstig zijn te laken en moeten worden tegengegaan, en spr. vraagt welke maatregelen de regeering daartoe denkt te nemen. De heer Van de Bilt (r.-k.) is van meening, dat we moeten zorgen en blijven zorgen voor handhaving van ons gezag in de over- zeesche gewesten, en daarbij behoort ook het tegengaan van de zeerooverij. Deze marinebegroyting staat in dat teeken, aangez'en daarbij is uitgegaan van de gedachte, dat we moeten houden, wat we thans hebben. Spr. acht met-den minister den nieuwen aanbouw noodig, omdat de twee torpedobootjagers eerst over twee jaar gereed zullen zijn en het materiaal, dat zij zullen moeten vervangen, dan opgevaren zal zijn. Ook voor het personeel is het van groot belang, dat het materiaal, waarop zij dienst moeten doen, volkomen zee waardig Is. Dat de torpedobootjagers zullen worden aanbesteed, juicht spr. toe, omdat we dan weten, met welk bedrag we er af zijn. Voorts dringt spr. er op aan, dat zooveel mogelijk materieel op de rijksmarinewerven zal worden gebd^wd. Een enkel woord wil spr. nog wijden aan de geruchten van sabo tage. Hij citeert daarbij een bericht uit „Het Volk" over een ge stichten brand. Zonder een enkele afkeuring schreef 'het blad er bij, dat de daders onder het marinepersoneel moeten worden gezocht, hoewel dit nog geenszins vaststaat. De marinepexsoneel-organisaties hebben de daad afgekeurd, v Wat betreft de verbittering onder het personeel, ook spr. heeft ontstemming bemerkt over de nieuwe salarieering. Ook hij is van meening, dat hier en daar wel wat te sterk is verlaagd. Vooral de ongehuwden zijn in verhouding veel te veel teruggesteld in salaris. De salarisregeling had eerst in het georganiseerd overleg moeten zijn besproken. De commissie voor het georganiseerd overleg diende te worden samengesmolten met de commissie voor de rechtspositie Ten slotte gewaagt spr. van de onvoldoende opleidingsgelegenheid te Gorkum. Naar sprekers meening is de daarvoor best geoutilleerde plaats Nieuwediep en spr. vraagt, of de minister dit denkbeeld wil overwegen. De heer Van Ravesteyn (coram.) herinnert er aan, dat de vlootplannen van de regeering schipbreuk hebben geleden tenge volge van de agitatie onder het Nedetlandsche volk. Toch heeft de regeering van haar plannen geen afstand gedaan, want sindsdien hebben we weder gekregen de indiening van een nieuwe Vlootwet, waarmede de regeering echter niet zoo'n groote haast schijnt te hebben. Spr. wijst op de bedoeling der nieuwe Engelsche regeering, om in overeenstemming met de dominions, .de vlootbasis te Singa pore uit te breiden tot een formidabel vlootsteunpunt. Thans heeft de regeering in Indië weer een nieuwe Vlootwet aan de orde gesteld, waarbij de regeering zeer zeker rekening heeft gehouden met het protocol van Genève. Bij de begrooting van buitenlandsche zaken heeft spr. er al op gewezen, dat dit protocol niets anders is dan een in de lucht hangende zaak. Wat nu de behandeling van de Vlootwët betreft, merkt spr. op, dat men deze thans laat aannemen in den Volksraad, welke niet is een volksvertegenwoordiging, maar een vertegenwoordiging van de Indische bureaucratie en de kapitalisti sche kringen. Dan komt men met de Vloootwet bij het Nederland- sche parlement met de opmerking, dat ze is aangenomen in Indië, dat toch wel het meeste belang bij deze zaak heeft. Ten aanzien van de nieuwe Vlootwet zelf, merkt spr. op, dat ze nog veel te hooge lasten zal brengen -voor het Nederlandsche volk. Spr. zegt, dat ttoafts reeds over deze nieuwe Vlootwet de meest vernietigende kritiek wordt uitgebracht. De nieuwe vlootplannen der regeering worden zelfs in Indië als onverantwoordelijk en misdadig gekwalificeerd. Men is b.v. er toe gekomfen, de vlootbasis te vormen te Soerabaja, waar deze absoluut niets te 'beteekenen heeft. Hier mede demonstreert zich duidelijk de groote onvoorzichtigheid, waar mee de vlootplannen door de regeering worden opgebouwd. Hierna komt spr. tot de gebeurtenissen, die zich hebben voor gedaan onder het marinepersoneel te Helder. Spr. juicht hetgeen daar is geschied, toe, omdat daaruit blijkt, dat het marinepersoneel zich niet langer alles maar laat aanleunen. Er is een rapport van den vice-admiraal Pop, en naar aanleiding daarvan is spr. van oor deel, dat de heer Pop de zaken wel wat al te licht opneemt. Er heerscht een groote ontevredenheid onder het personeel, welke vol komen gemotiveerd is, en het is gewenscht, dat deze ontevredenheid met alle denkbare middelen tot uiting wordt gebracht. Wat heeft nu de minister gedaan? De minister heeft door zijn gansche optreden het plegen van deze daden in de hand gewerkt. Spr. vraagt, of de minister en de marine-autoriteiten dan met blind heid zijn geslagen, dat zij niet inzien, dat zij door hun optreden en maatitegelen de ontevreden geest onder het personeel aanwakkeren. Naar sprekers opvatting staat deze minister op het verouderde of misschien thans weer nieuwe standpunt dat 'het eigenlijk niet te pas komt, dat personeel in 's Rijksdienst zich organiseert. In dit verband wijst spr. ook op een artikel in de „Maasbode", waarin wordt gezegd, dat het een misstand is, dat er bonden van minder marinepersoneel bestaan. Spreker vraagt, of dit misschien de geest is van „St. Michaël", of is het misschien de geest van baron Van Wijnbergen? Als de minister nog verder op dien weg voortgaat, b.v. door nog slechtere salarieering, dan zullen we misschien er toe moeten komen, het Nederlandsch personeel te vervangen door In disch personeel. Tegenover de houding van den minister als de sterke man moet het personeel zich verweren als een sterke macht, Daarom juicht spr. de gepleegde daden toe. Mevr. B ron sveld—Vit ringa (r.-k.) gewaagt van de immo- reele toestanden onder het marine-personeel. Spr. overdrijft niet, wtanneer zij zegt, dat het Nederlandsche volk jaarlijks meer dan 200.000 gulden moet opbrengen voor bestrijding van de onzedelijkheid bij de marine. Spr. hoopt, dat de minister deze quaestie ernstig zal overwegen. Ook verklaart spr. zich tegen het toelaten van het ge bruik van preventieve middelen, omdat daardoor de onzedelijkheid wordt bevorderd. Spr. zou het een deugdelijk middel ter bestrijding van de onzedelijkheid vinden, als de met venerische ziekte aange tasten niet voor bevordering in aanmerking werden gebracht. Voorts dringt spr. aan op vestiging van het uitgangspunt voor de verde diging in Indië, tengevolge waarvan een belangrijke oorzaak voor de onzedelijkheid zou worden weggenomen, omdat dan de maanden lange scheiding zal worden opgeheven. oorlog onder te brengen, zou opleveren. Spr. acht het verwijt van den heer Oud, dat de minister zich niet houdt aan het votum der Kamer, waarbij de Vlootwet is verworpen, volkomen ongegrond. Wat den aanbouw van twee nieuwe torpedobootjagers aangaat, kan spr. zich niet vereenigen met het argument van den minister, dat deze zullen dienen ter vervanging van twee versleten torpedo bootjagers. Spr. had gehoopt, dat de minister zou zijn gekomen met een vlootplan, en dat hij zou hebben aangetoond, dat in dat systeem de twee nieuwe jagers noodzakelijk zijn. Deze laatste vraag moet voor de Kamer beslissend zijn. In ver band met de nieuwe vlootwet vraagt spr. of de ondervindingen de regeering niet iets geleerd hebben en of zij niet van meening is, dat de internationale toestanden elk oogenblik kunnen dwingen, de be staande plannen te wijzigen. Spr. vraagt of de regeering eigenlijk Ton nlotte vraagt sor uitvoering van de motie-Bomans, inzake niet gelukkig is, dat de vorige vlootwet verworpen is, omdat zij nu afdoening van het wetsontwerp tot instelling van één departement gedegenheid heeft ^gevonden, haar veranderde zienswijze in het ont- van defensie. W w-it^dp onmerkiniren van den heer Van der Voort van Zijp over De heer Oud (v.-d.) merkt op, dat men thans, niettegenstaande veranderende techniek betreft, is spr. van meening, dat deze de verwerping van de Vlootwet, tracht reeds zooveel mogelijk mate- betoog tegen een vloot wet, niet tegen een riaal voor de nieuwe Vlootwet in de wacht te sleepen. Van een I XoVp U n aa Jezien mTn bij een wet niet zoo gemakkelijk kan eigenlijke bezuiniging, die het vorige jaar m uitzicht is gesteld, en houden met deze veranderde technische bijzonderheden, die voor het departement van marine ongeveer 6 millioen zou be-I roKenln® nüuuc" ,,lcl Ook in maritiem en financieel opzicht wenscht spr. liever niet gebonden te zijn aan een wet. Ook in den vorm zooals de vlootwet thans weer is ingediend beteekent ze niet anders dan dat ook hierbij weer voor een jaar of acht aanbesteed wordt het marincbeleid en daarvan is spr. geen voorstander. De heer Van Rijckcvorsel (r.-k.) is van meening, dat wij moeten hebben een behoorlijke vloot in Indië dn verband met wat na den oorlog is ontstaan door middpl van den Volkenbond en wat dragen, bemerkt men niets en de minister zegt hiervan slechts, dat dit was bedoeld als een bezuiniging in perspectief en dat deze zaak eerst nader moet worden onderzocht. Wat nu onze vloot betreft, hierover heeft men tweeërlei doel, n.1. de oorlogszeemacht en het politie-toezicht. Het resultaat echter is, dat zelfs niet ten koste van vele millioenen de vloot voor een van beide doeleinden geschikt is gemaakt kunnen worden. Wat het ndeuwe vlootplan betreft, gewaagt spr. van de afbre- kende critiek; hij geeft als de meening van vice-admiraal Goossen r^beide nteSe wórgestelfc torpedojagers zullen in dit verband teekenen V^bebben! Ook M^e^voUiens^^.^een voldoende fc noodig zijn en daarom is er alle afding d^aanroor^.ange- Voorts bespreekt de heer Oud de bevordering van de onderoffi cieren bij de marine en herinnert hij aan hetgeen hij het vorige jaar ter sprake heeft gebracht. Toen heeft de minister geantwoord, dat de twee genoemde gevallen, waarbij bij de bevordering een verklaring moest worden onderteekend, dat zij geen gebruik zouden maken van hun recht om den dienst te verlaten, de eenige gevallen waren en dat er geen sprake was van een algemeenen maatregel. Thans blijkt dit laatste wel r het geval te zijn en daarom acht spr. de hou ding van -den minister in de hoogste mate ongepast. Ook beklaagt spr. zich over het optreden van den minister bij, zijn verbod tot deelneming aan volkomen geoorloofde demonstralies onB blad geregeld verkrijgbaar 1 en over zijn houding tegenover de besturen der organisaties. Het Bij de Boekhandelaren optreden van den minister is zeer onverstandig en is oorzaak, dat V. Boekhandel v/h. A J Maas de ontevredenheid van het personeel zich op afkeurenswaardige Kanaalweg wijze gaat uiten. I B De heer Van der Voort van Zijp (a.-r.) Is van meening, dat er wel degelijk op de marine is bezuinigd. Het aantal officieren is aanmerkelijk verminderd. Een aantal commandementen is opge heven, enz. Eindelijk komt er echter een oogenblik, dat niet verder met de inkrimping kan worden gegaan, en volgens spr. is thans dit oogenblik aangebroken De Minister van Marine, de heer Westerveld, vangt zijn rede aan. De vergadering wordt geschorst tot één uur. (Voortzetting van de behandeling der Marine-Begrooting Dins dagavond). BS In de navolgende 19 Depöts ls IP Spruit, Kanaal weg 161. Düinker, Oostslootstraat. Smit, Westgracht 89 C. v. 't Hart, Schagenstraat 9. J. de Wit, Vijzelstraat 28. Spr. kan zich niet voorstellen hoe men thans nog kan zeggen, dat Riedeman, Oranjestraat 6. de regeering wil komen tot geleidelijke uitbreiding van de vloot, Uontfrans, Jonkerstraat 17. aangezien door allerlei maatregelen deze vloot reeds tot 2/3 is terug-1 gebracht. IR. Jongkeks, Paardenstraat 24 Naar aanleiding van de vraag, In welk stadium het onderzoek van J. Kikkert, Corn. Ditostraat 84. de dit jaar Ingestelde commissie over de mogelijkheid van splitsing H D Spoorgraeht 36. van het personeel verkeert, merkt spr. Pp, dat het hem leed doet, "Pwu dat dit rapport nog niet gereed ls, omdat dan ook thans dit vraag- Wed. C. Ran, Basstraat 88. stuk zou zijn uitgeschakeld. In totaal zou volgens spr. door splitsing Van Leedwen, Molenstraat 172. 81/» millioen gulden meer noodig zijn. I Wat de nieuwe Vlootwet betreft, kan spr. zich voorstellen, dat de "INI,KB00> Vischstraat 35. minister met het oog op den materieelen nood, waarin de marine Roomeijer, Polderweg 36. thans verkeert, nog dit jaar Jiiermee komen zal. Overigens zou spr. p. Kossen, Brakkeveldweg 71 den minister in overweging willen geven, deze vlootwet nog eens ernstig na te gaan. De torpedobootjagers b.v. zullen zwaarder moe ten zijn dan men zich heeft gedacht, en in plaats van kruisers van 8000 ton moeten kruisers van 10.000 ton worden genomen. Naar aanleiding van een interruptie zegt spr., dat de bewering, dat de kruiser, die tien jaar op de werf heeft gelegen, thans reed9 verouderd is, absoluut onjuist is. Het is een van 'de modernste kruisers. Wat betreft de opmerkingen, dsit we moeten wachten op het protocol van Genève, herinnert spr. eraan, dat na de eerste confe rentie van Washington de vloten gebleven zijn en merkt hij op, dat na de komende ontwapeningsconferentie ook de vloten zullen blijven. Voorts zegt spr. het te zullen betreuren, als het thans in Indië aanhangige vlootwetsontwerp zonder basis ongewijzigd bij het par lement wordt ingediend. Spr. begrijpt niet, dat deze minister thans weder Tandjong Priok als basis heeft kunnen opgeven. Bij het departement van marine moet men naar sprekers oordeel wat minder politiek te werk gaan, doch men moet het volk eerlijk en klaar inlichten over hetgeen we werkelijk voor de verdediging van Indië noodig hebben. Dan zal, spr. is ervan overtuigd, de overgroote meerderheid van ons volk zdch met de vlootplannen kunnen ver eenigen en zullen niet meer geloofd worden de verhalen van heeren Oud en Brautigam. Spr. citeert een artikel uit „Het Volk" en vraagt, of de S.D.A.P. het in jaren met moeite opgebouwde werk wil vernietigen en het oorlogsgevaar wil vergrooten. Ten aanzien van d# personeelkwestie merkt spr. op, dat hetgeen tot dusver voor de belangen van het personeel is gedaan, teleur stellend is. De minister zegt, dat maatregelen in het belang van het personeel geld kosten. Spr. ontkent zulks. Als lid van de commissie voor de rechtspositie van het personeel kan spr. wel mededeelen, dat er verschillende maatregelen hadden kunnen worden genomen zonder dat het iets had gekost. Gedane verzoeken of voorstellen daartoe werden echter eenvoudig niet behandeld of onderzocht. Spr. kan den minister niet voldoende op het hart drukken, dat men ook in het belang voor den dienst aan de belangen van het personeel ernstige aandacht moet wijden. J. C. Molenaar, Paleisstraat 4. Westerhout, Javastraat. J. M. Koeleman—Walboom, Ruighweg 117. I Boogert, Achtergracht W.-Z. 61. UIC 'er-M deN it» 1 Den 27en December 1924 §J hopen, zoo de Heere wil en z|j leven, onze geliefde j Ouders, Behuwd- en Groot- •i ouders, J. GEUS en N. GEUS—ROOG, hunne 35-Jarlga Echtvsreenl- glng te herdenken. Namens hun dankbare Kinderen, Behuwd- en Kleinkinderen. *-ar- Qetfouwd J. J. v. d. BLOM en s D. T. HILOAMA, die, namens wederzjjdsche Fa milie, dank zeggen voor de vele blijken van belangstelling, bij hun huwelijk ondervonden. Helder, 13 Deo. 1924. Heden overleed, na een noodlottig ongeval, onze innig geliefde Zuster, Tante en Vriendin, Mej. HUBERTHA SMEEKEN8, in den ouderdom van 69jaar. Amsterdam, 10 Deo. 1924. Corn. Antoniusstr. 66 2a. C. VAN 08. Helder. Spoorgraeht 6. De ter-aarde-bestelling zal plaats hebben te Huis duinen, op Maandag 16 December te 1 uur. Geboren ANNA ALEIDA, Dochter van J. TH. POODT en N. POODT—Jacobs. Helder, 10 December 1924. De heer Snoeck Henkemans (c.-h.) is van meening, dat de !YneJ°rP^lob00tjfger/^Waar^°or -hans de eerste, termijn w,?rdt I Herplaatst wegens misstelling, aangevraagd, ongetwijfeld noodig zijn om onze vloot op peil te6 B Geboren LOUWRENS MARIE, Zoon van J. VAN ZOONEN Lzn. en A. VAN ZOONENKikkert. Alkmaar, 9 December 1924. Drebbelstraat 2. houden. Deze bouw is niets dan onderhoud van onze vloot, en zon der dit onderhoud zou de vloot absoluut te niet gaan. Als Nederlandsch volk hebben wij in Indië een taak te vervullen en daarom mogen iwij de middelen niet nalaten om Indië niet prijs te geven en om ons gezag daar te handhaven. Voorts waarschuwt spreker ernstig tegen vereeniglng van de departementen van oorlog en marine, waarop hedenavond weer is aangedrongen. Voor de bezuiniging zou men het heusch niet moeten doen. De taak van beide diensten is zoo verschillend, de taak van leger en vloot ls zoo van elkaar gescheiden, dat een afzonderlijk hoofd voor beide diensten hoogst noodzakelijk blijft. Wat de nieuwe Vlootwet betreft, geeft spreker den minister nog eens In ernstige overweging, na te gaan of het niet aanbeveling verdient in het ont werp op te nemen bepalingen, waar een vlootbasis zal zijn, omdat dit van het grootste belang is, vooral voor een vloot van kleiner materiaal. Voorts dringt spreker aan op steun aan militaire tehuizen In Indië voor de schepelingen. Ten slotte keurt spreker onvoorwaardelijk af de verschijnselen van sabotage, welke zich in Helder hebben voorgedaan. Waar deze ver schijnselen door sommigen in verband zijn gebracht met een verbod van een der autoriteiten tot bijwoning van een vergadering en een demonstratie, vraagt spreker den minister mede te deelen, wat eigenlijk is verboden, door wien dit is geschied en in hoeverre de minister daarbij betrokken is. Het verbod zelf acht spreker een minder verstandige daad. De heer Schaper (s.-d.) is van meening, dat wij met den bouw van kruisers de moderne techniek niet kunnen bijhouden. Toch wil men een up to date vloot hebben. Maar volgens spr. kunnen wij al dien duren rommel niet betalen. De heer Van der Voort van Zijp heeft erop gewezen, dat MacDonald in Engeland voorstander is van een goede vloot, met goede kruisers, enz. Dat is nooit ontkend, maar spr. wil opmerken, dat Engeland in verband met Frankrijk niet een zijdig kan ontwapenen. Voor ons land is het echter anders. Wij Huwelijksvoltrekking: Ondertrouwd: D. Q. F.BOVENDORP en R. F. VINKE. Nijmegen, Van Heemskerckstraat 16, Helder, Hoogstraat 89, 12 December 1924. Huwelijksvoltrekking 24 December a.s. In plaats van kaarten. Heden overleed, na een langdurig en smartelijk Hjden, evenwel toch nog plotseling, onze geliefde Echtgenoote, Moeder en Grootmoeder, JANA CLAZINA VAN LI8 geb MEIJER, in den leeftijd van 66 jaar. Haarlem, 10 Deo. 1924. Brouwersplein 42. Haarlem L. A. VAN LIS. Helder J. C. VAN STEENBERGEN- van Lis, H. B. VAN STEENBERGEN en Kind. Amsterdam: t. A. VAN LIS, I. VAN LIS—Steknken en Kind. A. JANSENvan Lis, M. JANSEN en Kinderen. M. DITMAR—van Lis, L. H. DITMAR. J. J. VAN LIS, A. VAN LIS—Jonker. Ondertrouwd: ANDRÉ HARTMAN en JO SCHWANTJE. Delft, 1 Wippolderstraat 8, 11 Dec. Helder, r 1924. Spoorstraat 24, Geen ontvangdag. Heden overleed, zacht en kalm, onze innig geliefde Echtgenoote en Moeder, ALLEQONDA MORIEN geb. MEIJOAM, in den ouderdom van 24Jaar. Haar diepbedroefde Echtgenoot en Kinderen: J. MORIEN. CORRIÊ. MELIS. Scheveningen, 10 Dec. 1924. Hellingweg 23. 80 December 1924. kunnen toch niets met een vloot bereiken. Wij kunnen een eigenlijke verdedigingsvloot n'et hebben, doch we moeten volstaan met een paar kleine scheepjes voor politietoezicht tegen de zeerooverij in de Indische wateren. Het verbod tot bijwoning van vergaderingen en demonstraties noemt spr. zeer klein. In tegenstelling met de bewering van den heer Van de Bilt merkt wechHnedai van sabotage wel degelijk door „Het die, mede namens wederzijdsche Volk zijn afgekeurd. Ook spr. keurt de sabotage af, hoewel deze familie hartelijk dank zennen voor ïndividueele wraak niet te verwonderen is na de houding, die de de vele hinken v„, k 1 minister tegenover het personeel heeft aangenomen. Een dergelijke 11 n„ u belangstel- uiting van ontevredenheid, vooral ook ontstaan door de salarisver- mindering, is volkomen 'begrijpelijk. Getrouwd F. W. OUWERLINQ en A. JOLE, De heer Van Schaik (r.-k.) vraagt den minister, naar aanlei ding van een uitlating in de vergadering van de Vereeniging ter bevordering van de krijgswetenschap, of het juist is, dat thans en ook in de toekomst voor de Nederlandsche marine geen oorlogstaak meer ii weggelegd. Als dit juist is„ zou spr. erop willen aandringen onze marine tnaair zoo spoedig mogelijk bij het departement van huwelijk onder vonden. Helder, 13 December 1924. Jonkerstraat 69. v t. a. Familie P. BLOM, a. b. s s. „Insulinde". Da. VAN OIJK, sav. half zaven in de Nieuws kerk Da. DE KLOET. SPOORQRACHT 38. Zondag 10 uur v.m. en half 8 'tav. Maandagavond 8 uur Soldaten-Inzegening. Muziekkorps. Zangkoor. ZONDAG 14 DECEMBER v.m. 10 uur: Dm. C DE MEIJERe Tan Leiden, ZONDAG, v.m. ,0 Uür; J. J. VAN KEMPEN, Avond, OEENVD,EaN^«'». ZONDAGAVOND 8 uur- bijeenkomst. Spreker: C. RIEMEN8. Onderw Jezus zien. 8preker: C. F. BIJLSMA. Onderw.: Een zonderlinge, maar noodlge vraag. op des avonds 8.30 uur, ln het Alge meen Militair Tehula, Spoorstraat. Agenda Financieel verslag en nazien der rekening én verantwoording. Mededeelingen betreffende de werkzaamheden der vereen iging. Verkiezing van een bestuurslid. De Voorzitter: H. J. BOLDINGH. Burgemeester en Wethouder» der gemeente Helder brengen, voor zooveel noodig, den inge zetenen in herinnering: A. dat zij, die zich in deze gemeente komen vestigen, hier van binnen veertien dagen ter Se cretarie der gemeente moeten doen blijken, door overlegging van een getuigschrift van woon- plaata-verandering (verhuisbtl- fet), of andere door de politie deugdelijk verklaarde papieren. B. dat zjj, die de gemeente verlaten, een getuigschrift, &1» bovenbenoeld, behooren op to vragen. Overtreding der bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd galden. 0. dat van de verhuizing binnen de gemeente binnen veertien dagen moet worden kennis gegeven ter Secretarie, met aanduiding van het per ceel, dat men verlaten en het welk men betrokken heeft. Het niet naleven der bepaling wordt gestraft met geldboeto van ten hoogsteeengnlden Helder, Dec. 1924. op In de Tooneslzaal van dsn Heef C. VADER, te geven door de Dir.: G. H. J. v. d. BogaebdK- Op verzoek nogmaals opvoering der Aanvang half achl preclas. Entrée 60 ct., allo» inbogrep®"- Donateurs vrij toegang. Plaatsbespreking vanaf hed®n K 10 cent aan de zaal. WORDT GAARNE GELEVERD DOOR

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 16