Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven Geen vertrouwen. Het was een snikheete zomerdag en de terrassen van1 chique hotels en van het Kurhaus op de mondaine badplaats zaten overvol. De gewone loop vanaf den boulevard tot aan den ingrang van het Kurhaus was zoo nauw, dat imien er bijna niet doorheen komen kon. Een deftig en bezadigd heer, die een plaatsje zocht, wrong er zich zoo goed en zoo kwaad als het ging doorheen. Maar hoe voorzichtig ook hij kon niet verhinderen, dat hij op een onzalig moment stootte tegen den arm van een dame, die daar zat en die juist een glas limonade naar de lippen wilde brengen. Het glas sohokteEr sloeg een golfje over den rand en spatte op den schoot van de daime, dat wil zeggen: op den schooi van haar licht-beige-kleurig zamertoilet, Driftig en geërgerd' rees de dame over eind. De heer putte zich uit in verontschuldi gingen. Ik verzoek u beleefd excuus, dame begon hij. Ik dank u1 vriendelijk, mijnheer! viel de dame in de rede. Excuses helpen niet. Het publiek rondom begon aandacht te krijgen. Het was buiten mijn schuld1, me vrouw. Het is hier zoo vol. Dat kan wol.snibde de oude da me voort. Maar mijn japon is bedorven 't Is verschrikkelijk! Dat wordt nooit meer goed. Zou er misschien probeerde de heer, terwijl hij discreet naar de natte plek zag voorzichtig laten drogen? Dat geeft niet! De japon is onher roepelijk bedorven.Ik oisoh schade vergooding, anders zal ik naar de directie gaan. Ik zal de onkosten graag voor mijn rekening nemen, mevrouw. Onkosten?.... De moet een nieuwe japon laten maken.Ik dank u wel om met 'n gestoomde of 'n geverfde te loo- pen. Ik heb recht op een nieuwe japon. Een nieuwe? ondervroeg vreemd de heer. Absoluut, mijnheer. Ik denk er niet aan om te schipperen. Een moment dacht de ongelukkige boos wicht na. Toen klaarde het gezicht van den heer op. Hij nam een 'klein notitie boekje uit zijn zak. Ik wil niet onheusch zijn, dame zeide hij als u meent dat ik alleen de eohuld draag. Op hoeveel schat u de schade? Op.laat'eens zien.op minstens zeventig gulden, 'n Heel nieuw toilet! Het zij zoo berustte de aanrander. Ik verklaar me bereid u dit bedrag te vergoeden, hoewel ik het met uw ver lof onbetamelijk hoog vind. Dat kan best zijn antwoordde de dame maar daar zult u wel niet over kunnen oprdeelen. In ieder geval zal ik het betalen, me vrouw. Mag ik misschien uw adres heb ben? Mijn adres? Waarvoor, als ik vragen mag? Dan zal Ik u het bedrag doen "toe komen. Onder geen voorwaarde, mijnheer. Ik eisoh schadevergoeding op staanden voet. Niemand zegt me dat ik u kan ver trouwen. Ik ken u niet. Neem me niet kwalijk. Toon gleed er een bijna onmerkbaar lachje over het gezicht van den heer. U hebt gelijk, mevrouw zeide hij u hoeft mij1 inderdaad niet te vertrou wen. Ik zal dus op staanden voet het be drag voldoenZeventig gulden? Ja meneer, zei de dame. En de verwekker van het ongeval nam zljh portefeuille en telde daaruit een be drag van zeventig gulden zoo, dat alle omstanders en omzittera het duidelijk zagen, Is het zoo in orde, [mevrouw? vroeg de heer beleefd. - Dank u wel, gaf de Öame terug, terwijl ze het geld opnam. De heer deed zijn portefeuille in zijn zak terug en sprak: En mag ik deze japon nu hébben, dame? Deze japon? Die ik aan heb? Juist, mevrouw zei de heer. Hoe komt u daarbij? Wel, doodeenvoudig. Als ik het goed begrijp, heb ik nu een geheel nieuwe japon voor u betaald. Zeker. In de plaats voor die bedorven jar pon, die u daar aan hebt. Welnu, mevrouw, dan ïs die oude en bedorven japon nu van mij. O! bedoelt u 't zoo, zei de dame. Nou dat kan me niets schelen. U kunt gerust die oude japon van me krijgen. Prachtig! zei de heer Mag ik haar dan maar hebben? Nu? Van zelf.Nu dadelijk! Maar begrijpt toch, mijnheer, be gon de dame te stotteren. Geef me uw adres en ik zal de japon aan u opzenden. Onder geen voorwaarde, dame sprak nu de heer. Ik eisch mijn japon op staanden voet. Niemand zegt me dat ik u kan vertrouwen! Ik ken u niet neem me niet kwalijk.U hebt recht op uw geld op staanden voet. Ik heb recht op mijn japon op staanden voetDe japon is van mijdus Er ging een gnuivend gegichel om hoog uit de omzittenden, die 'begonnen te begrijpen. w En de dame, die ook begon te begrij pen, stond met 'n ruk van haar plaats op, smeet kwaad het geld met een snauwend „alstublieft" op de marmeren tafel en wrong zich zoo haastig mogelijk door het publiek heen naar buiten. Ze verdween schielijk in de menigte op de boulevard. Luid gelach van instemming- klonk haar achterna. JAN EN GRIET. Of: Het recept voor een gelukkig huwelijk! Dat het ook in oude dagen hoe vroo- llijk en feestelijk het ook was begonnen in het huwelijk niet altijd pais en vree was, begrijpt iéder. En hoe een schrander echtpaar er eens een middel op vond om gelukkig te leven, leert het hieronder volgende vers, stam mende ongeveer uit de helft van de 18e eeuw: Onze Griet, dat aardig dier, Was getrouwd met Jan Plijzier, Nauwelijks een dag geleden Na. de bruiloft was gedaan, Kwam Griet voor haar man getreden En zij sprak hem aldus aan: „Wij zijn -nu gelijk 't betaamt, In het huwelijk verzaamt. Ik ben zoet en- goedertieren, 'k Ben een vrouw van zachten aard. Als jij maar wat weet te vieren, Als je mij somtijds wat spaart. 'k Ben een vrouw van goed fatsoen» Maar lk bon niet altijd groen. Want ik heb soms rare grillen. Zoo je die ontzien wilt, man, Kan je licht mijn gramschap stillen; Let er dus op, als je kan.M En opdat je klaar zult zien, Als ik heb mijn kwaje dagen, Zal ik mijnen voorschoot draaijen» Links of rechts of scheef of krom, Zoodat je me kunt verdragen. Als je 't ziet zoo denk er om. Jan: Ec ben ook goed buur goed Jan, Daar is vast geen twijfel an, Maar lk heb ook dikwijls kwinten» En dan draai lk zoo mijn hoed, Dat hij scheef staat met de linten, Neit als jij jou voorschoot doet. Als nu Grietje kreeg een smart In haar hoofd of in haar hart, Ging zij haren voorschoot draaien En zij stak haar horens op. Grietje's haan begon te kraaien En zij toond' 'n kwajen kop.'... Maar zoodra als Jan zijn Griet Met haar scheeven voorschoot ziet, Zette hij zijn hoed daartegen, En beziet aldus zijn vrouw, Opdat zij van harent wege Ook haar man kakneeren zou.... En zoo leerden Jan en Griet, En vermeden het verdriet. Zij en hebben in hun leven» Dat hen God tezamen geeft, Met elkander nooit gekeven» Maar gestaag in vree geleefd! BABBELUURTJE OVER MODE. De karakteristiek van de „rechte" lijn. Van Parijs naar.... Helder! Waarom niet? Dringt in onze dagen het aller nieuwste en het allerbelangrijkste met de snélheid van ik weet niet meer welk voor beeld van den oenen hoek van de aarde naar den andere? Is er nog afstand? Is er nog verschil? Zijn er nog plekken op onze beschaafde wereld waar men niet wil en niet durft wat men op andere plekken wel wil en durft? Ik geloof het niet. Ik wil wel niet zeggen, dat Helder nu zoowat gelijk is aan Parijs, maar dat is geen onwil of opzet. Dat is een kwestie van groei En al moge het dan waar zijn dat alle vrouwen van kleinere steden buiten Pa rijs nog niet alle willen en kunnen dra gen, wat op het terrein van de Mode door deze groote stad geschapen wordt, zeker is dat men er niet minder interesse voor heeft. Er niet meer zooals vroeger de neus voor ophaalt of het beschimpt! Ook de Hollanüsche vrouw weet tegen woordig te.... begrijp011' 4. Maison Doucet. 5. Maison Cheruit. 6. Maison Chanel. En daarom héb ik geen vrees om eens vierkant voor den dag te komen dezen keer metParijs. Ik Importeer Parijs het groote Pa rijs van de vrouwenmode voor 'n week naar Helderl Zie hier: Het Parijs van de Mode zegt op he'i oogenblik maar één woord: De „rechte" lijn! Het wachtwoord van Parijs is.... de rechte lijn! Nu dat is heel eenvoudig gezegd: De huidige modelijn Is recht, totaal recht zoodat men over de geheele lengte van het figuur geen verwijding of verbreeding bemerkt.Maar een leder begrijpt: Ge- heél klaar is men daar mee niet 9 7. Maison Poiret. 8. Maison Madeleine et Madeleine. 9. Maison Jean Patou. De groote mode-ontiwerpers in de eerste plaats zouden dit wel wat al te makke lijk vinden. Want dan waren ze tegenover elkaar waf te spoedig uitgepraat en dat zou hun absoluut niet bevallon. Daarvoor zijn ze ook al te graag „schepper". Ais de kromme lijn heersoht en het commando veranderd in „rechte lijn", dan zijn ze in hun schik, want dan kunnen ze aan het creë-eren gaan en tegen elkaar opwerken. Als daarentegen de mode „recht" is. dan zouden ze haar om dezelfde reden.graag weer „krom" maken..Kan dat niet, moet het recht blijven, dan zitten ze toch niet stil. Want een modecreator kan niet stil zitten. Hij moet wat maken wat beden ken voor zijn lust en voor zijn brood HU wil bezig zijn, vruchtbaar bezig. Dat is nu juist weer zoo aardig geble ken in dien strijd om de rechte lijn. Wat doen nu de gerenommeerde mede-ontwer pers van Parijs? Ze doen dit: Ze zeggen „Gloed! als dan de Hjn recht moeten wezen en voor het oOgenblik niet krom mag zijn wel nu best! Dan zullen we scheppen en oreëeren in de rechte lijn.Maar geen sterveling kan ons verbieden om op deze rechte Hjn aUe mogelijke (en voor onze ooncurrenten onuitstaanbare!) variaties op te denken en aan te brengen!" iEJn zoo tijgen ze aan het creëren! 10 11 1. Maison Worth. 2. Maison Premet. 8. Maison Douillet. 10. Maison Reneé. 11. Maison Molineux. 12. Maison Martial et Armand. De rechte lijn steeds in het oog houdend brengen zij waar ze 't maar gepast of smaakvol of elegant of ik weet niet wat vinden: Plissees en volantsbont en kant.kraagjes en dasjes.tunlques en bolero's en nog. honderd andere din gen aanl Alles en alles tot zelfs, als het niet anders kan, de meest verouderde versieringselementen naast de meest mo derne toepassingen brengen zij aan Maarl. En daarin steekt de bijzonderheid van hun groot talent: Zij houden de „rech te" lijn! De moderne lijn, niettegenstaande de vaak on-imodeme toepassingen. Dat is het wat ik eigenlijk bedoelde met het brengen van Parijs naar Helder. Ik wilde de gelegenheid scheppen om dat kunstje van die Parijsche mode-ontwer pers over de plaatsen in het besef van de vrouwelijke mode-nabootsen. Want: (Maar lezeressen het hier volgen de wordt heel zacht en fluisterend ge zegd en ik bid u mij toch niet te verraden, want ik wil geen noodelooze concurrentie scheppen, noch mij de wilde wraak van de creatoren in Parijs op den hals halen, noch deze zwoegende mensohen het scha mel stukje brood uit den mond stooten) Wanneer u maar goed doordrongen van deze wetenschap: Zoo en zoo is de groote» lijn van de mode, maar je mag er dan verder alles op toepassen wat je wilt dan, nietwaar? dan is het heelo ge heim verklaard! Dan kunt gij ook verder uw eigen smaak botvieren en fantasie uitspelen en een model voor u zelf oreëeren, dat gehee1 aan de moderne eischen voldoet en dai toch door toepassing en versieringen geheel en al op eigen smaak gebaseerd is. Om al wat ik hierboven gezegd heb nog nader te illustreeren, geef ik u een verza meling van twaalf figuurtjes. Alle figuur tjes zijn karakteristieke ontwerpen in de „rechte" Hjn. Heit zijn twaalf karakteristieke typen van de twaalf meest beroemde Parijsche Modehuizen. D.w.z. huizen, die over heel de wereld bekend staan als de createurs en toonaangeefsters van de vruowen mode. De namen van de „malsons" geef lk er bij. Haar Ideaal. Oude, jongejuffrouw: Als ik trouw, dan héb ik maar één ideaal: Een sterke man vol moed en kracht, die in staat is lederen dag de zware lasten van het leven te dra gen en die nooit een onvriendelijk woord zegt en mij niet tegenspreekt. Vriendin: Weet je wat je dan moet zoe ken? Een doofstomme sjouwerman. Boerin: Zie je dat ze altijd te veel ge ven. Nou is Arie z'n verkoudheid heele- maal over en nou hebben we nog 'n half vol doossle drop. Boer: Nou weet je wat? Laat Harmen dan wat buiten in de plassen gaan loo- pen. Waar die man komt, daar komt hij, maar hij krijgt overal crediet! Dat wil ik wel gelooven. Hij komt overal maar èèn keerl In de volte. De traims waren ter gelegenheid van de St. Nioolaasdrukte buitengewoon vol. De passagiers zaten en stonden als haringen in een ton. Een dikke dame, die tusschen eenige heeren in geduwd was moest betalen en poogde met veel voorzichtigheid haar lange mantel los te knoopen. Want ze had haar beurs zeer zorgvuldig weggeborgen uit vrees voor de zakkenrollers. Maar ze kon hem niet vinden. Minuten lang werkte ze aan de knoopen en greep en voelde. Mevrouw zei opeens een heer naast haar vindt u goed, dat ik uw kaartje maar betaal? Dank u, zei de dikke dame beleedigd. En ze begon weer de knoopen los te maken. Na een poosje vroeg de reiziger op nieuw: Zou ik heusch maar niet een kaartje voor u betalen? Natuurlijk niet, mijnheer zei de dameik heb toch geld bij mei Dat geloof ik wel antwoordde de heer maar ik vrees dat u het niet zult vinden.Want u hebt al driemaal de knoopen van mijn regenjas los geknoopt. Een ondeugdelijke vork. Jantje kreeg onder het eten een standje omdat hij ongemanierd van zijh mes at. Je moet met je vork eten, Jantje. Zei moeder. Dat gaat niet moe zei Jantje te rug. Mijn vork lekt zool De kokende kaf. Marietje was op bezoek bij oen familie waar men een groote poes had. Marietje keek naar de poes en luisterde.... De poes begon te spinnen. Opeens riep Ma rietje verschrikt: O,* mevrouw kamt u eensik geloof dat de poes hier voor de kachel begint te koken. Amerlkaansch. Men maakt te New-York plannen voor een wolkenkrabber, die al zijn broertjes en zusjes ver boven het hoofd zal steken. De architect van het gebouw Woolworth, dat 51 verdiepingen telt, heeft n.1. plan nen ontworpen voor een gebouw van 88 verdiepingen hoog. Men zal eerst nog nagaan welken invloed het gebouw Wool- worth van zware stormen ondergaat. Blijkt uit dit onderzoek, dat bij den bouw van aanzienlijk hoogere huizen uit dien hoofde geen gevaar te duchten is, dan zal het huis van 88 verdiepingen er komen. De burgemeester van Groot-New-York, lylan, denkt in groote getallen en maten. Hij heeft bekend gemaakt, dat er plan nen zijn tot uitbreiding van het net der tunnel spoorwegen onder New-York. De plannen voor een klein deel is reeds toestemming daartoe verleend zullen, mits in hun geheel uitgevoerd, 8 40.0.000.000 kosten. Maar het stadsverkeer-vraagstuk "s te New-York thans zoo dringend ge worden, dat eindelijk eens groote maat regelen moeten worden genomen. VOOR DE KINDEREN. HET PALEIS VAN DEN NOORDEN WIND. „Jan, ga je morgen mee naar het bosch, als het zoo door blijft sneeuwen?" „Ja, Mien. Laten we dat doen. Dan ma ken we een heel grooten sneeuwman!" Even later sUepen de tweelingen. Den volgenden ochtend toen ze wakker wer den, lag er een dik pak sneeuw. Haastig kleeden de kinderen zich, vlug aten ze hun 'boterhammen en toen holden ze mei hun schoppen naar het bosch ydat vlak achter hun tuin lag. Hoe werkten ze aan hun sneeuwman. Zoo'n groote hadden ze nog nooit gemaakt. Eindelijk was hij klaar op de oogen na. Wacht, daar zouden ze een paar bosohbesschen voor zoeken. Juist wou Mien er een paar afplukken, toen ze een klein boofl stemmetje hoorden. Eerst zagen de kinderen niets, maar toen ontdekten Mien's oogen iets schitterends op den grond. Ze bukte en bet stemmetje sprak weer: „Pluk alsjeblieft geen bosch bessen: ze zijn voor mijn arme vogeltjes!" Toen zagen' de kinderen een klein elfje, in zilver en schitterend kristal. De kinderen vroegen haar hoe ze heette, waarop ze antwoordde: „Ik ben de elf „Kristallijn" en ik woon in het paleis van den Noordenwind." Toen begonnen de kinderen haar vtfn alles te vragen, veel meer dan Kristallijn beantwoorden kon, tot KristaUijn hen plotseUng vroeg of ze wel een bezoek zouden willen brengen aan den Koning en de Koningin van den Winter. Ze antwoordden natuurlijk dadelijk: „Ja, graag" en de elf beloofde, dat ze de kinderen zou komen halen, zoodra ze 's avonds in bed zouden liggen. En ja, nauwelijks waren de kinderen ln bed, of ze hoorden een zacht tikken op het raam. Ze sprongen op, openden het raam en zagen buiten Kristallijn, gezeten op een grooten witten vogel. Kristallijn gaf Jan en Mien elk een heerlijk warmen mantel van dons. Toen ze zich daar lek ker ln gehuld hadden, stapten ze ook op den rug van den vogel, grepen stevig de voeren vast en daar vlogen ze heen. Het ging over besneeuwde velden en heggen, over steden en bosschen tot ze eindelijk bij het paleis van den Noordenwind neer daalden. Kristallijn lelde hen de trappen op, waarna ze de balzaal binnentraden. Daar zaten de Koning en Koningin van den Winter op hun troon van zilver en ijs, omringt door veel elfen en kabouters. De Koningin glimlachte vriendelijk tegen Mien en Jan, zeide, dat ze wat naderbij moesten komen, en vroeg hen, wat ze nu wel zouden wensohen. „Je moogt aUebed vragen, wat je het aUermeest zou wen sohen en dat krijg je ook!" zeide zij. Mien vroeg dadelijk: „Zou ik een bont mantel voor Mammie kunnen krijgen? Die wil ze altijd zoo graag hebben. Of ia dit te veel gevraagd, lieve Koningin?" „Je zult de warmste bontmantel uit mijn heele land hebben," antwoordde de Koningin met een vriendelijk knikje. Tien tellen later brachten vier elfen een prach- tigen bontmantel binnen in een grooten doos. Wat waren de kinderen1 verrast en hoe vriendelijk 'bedankte Mientje de Ko ningin. Nu was de beurt aan Jan. Hij stond al hard na te denken over alle heerlijke en onmogelijke dingen, die hij wel verlangd had en nu riep hij opgewonden uit: „Ben groote slede met een rendier er voor!" Tien tellen later werd het geluld van zilveren belletjes gehoord en daar kond een prachtige slede met een rendjer er voor gespannen in een tuig met zilveren bellen. ,0, dank u wel Koningin!" riep Jan uit; haastig sprong hij ln de slee, greep de leidsels en daar ging het voort ln razende snelheid. „Waoht, wacht!" riep Kristallijn ver schrikt. „Je 'kunt niet alleen den weg naar huis vinden." Maar Jan kon het niet meer hooren. Iedereen keek heel ernstig. „Er zijn wol yen in het bosch", fluisterden de elfen. Mientje schreide, toen Kristallijn haar weer in een donzen mantel wikkelde en den terugweg naar huis aanvaardde. Intussohen voelde Jan zich als een ko ning in zijn prachtige slede. Maar" toen ïij het groote bosch naderde en het ge- luil van wolven hem tegen klonk werd hij angstig. Daar verschenen de dieren al op het vlakke veld. In massa renden ze ie slede tegemoet, tot opeens.... een helder geluid door het bosch weerklonk. De wolven stonden stil, keerden zich om en vluchtten het .bosch ln. Het was het elfengeroep, waar alle wilde dieren bang voor zijn. ...Je begrijpen, hoe Jan de elf en Mientje bedankte, toen ze verschenen. En ook, hoe blij Moeder was, toen. ze den volgenden ochtend haar bontmantel vond en hoe ze opkeek van het verhaal van haar kinderen! RAADSELS. Nieuwe raadsels. I. Het geheel is een versnapering, welks naam uit twee lettergrepen bestaat. De :erste lettergreep is een lichaamsdeel, de tweede een boek of wandversiering. n. Het geheel is een regel van een liedje, dat dezer dagen veel gezongen is. De re gel bestaat uit 86 letters of 10 woorden. 10,-6, 28, 9 Is een kleedingstulc. 22, 2, 3, 11 is een waterplant. 17, 20, 12, 29 Is een schrijfgereedschap. 1, 6, 21, 14 is een windrichting. 10, 85, 86, 17, 5, 6, 18 is een vogeL 18, 8, 81, 7, 19, 84 is niet meer vandaag. 16, 16, 88, 28, 22 is een verscheurend djer. 82, 23, 24, 4, 6 is een water in Noord- Brabant. 27, 85, 80, 2 6 is het tegenovergsstelda van nooit. t- Natuurlijk! Brensa. B. 8 Mme Corry.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1924 | | pagina 8