TWEEDE EN LAATSTE-BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS
Op Zon- ea Feestdagen 114.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
N. A. G. v. d. Hulst, is met 1 Febr. benoemd
tot hoofd eener openbare lagere school
(Zunderdorp school) te Amsterdam.
Voor Praktijkdiploma boekhouden,
handelsrekenen, handelsrecht en statistiek
examen op 15, 16 en 17 December te Am
sterdam, slaagde o.a. de heer O. Zuiderbaan,
leerling van den heer A. v. d. Meij, leeraar
M. O. Boekhouden.
Bene onderscheiding.
Onze stadgenoot, de sergt.-hofmeester
J. Hofstra, ontging namens Z. K. H. den
Prins der Nederlanden een gouden dasspeld
met brlllanten, naar aanleiding van aan Z.
K. H. bewezen diensten.
Fancy-Falr ten bate van de Ned. Herv.
Gemeente.
Men deelt ons mede, dat de rekening en
verantwoording van de gehouden Fancy-
fair ten bate van dó Ned. Herv.. Gemeente
alhier, is afgesloten met een batig saldo
van 4584,40, welk bedTag thans ter be
schikking van de betrokken Kerkvoogdij
is gesteld.
„Allerzielen".
De heer Willem van der Veer was in zijn
nopjes, 't Was niet te verwonderen, want
in plaats van een vrijen avond, hetgeen na
tuurlijk gelijkstaat met een avond zonder
verdienste, hadden zijn artisten een volle
zaal. Bijna zonder slag of stoot, dat was het
aardige. „Helder heeft Hilversum versla
gen", zei de heer Ritman, die het factotum
was van dit troepje artisten.
Wat was er gebeurd? vraagt de Jezer.
Zondagavond was er een voorstelling ge
weest van „Allerzielen" door het gezelschap
van den heer Van der Veer. De belangstel
ling hiervoor was zóó buitengewoon groot,
dat vele honderden moesten worden terug
gestuurd! Ze vormden een lange queue op
den Kanaalweg en werden bij kleine troepjes
binnengelaten. „Wil u er vooral bij zetten,
dat de regeling van de politie zoo schitte
rend was?" vroeg ons de heer Polak. Het
verliep zoo prachtig; de menschen stonden
vier aan vier, en telkens werden, als er weer
wat binnen tfiaren, de deuren gesloten, zoo
dat er geen gedrang was. Maar vol <is vol
tenslotte, en honderden moesten worden af
gewezen. Dat was jammer.
Maar de burgemeester van Hilversum
bracht redding. Want Zondag kwam de heer
Van der Veer met een bedrukt gezicht bij
den heer Polak en zei: „Da's nou óók wat,
nou loopen mijn artisten morgenavond op
straat. Want „Allerzielen" is in Hilversum
verboden".
„Dat zal niet gebeuren", antwoordde de
heer Polak. „Wacht maar eens". Maandag
morgen werden een aantal strooibiljetten
rondgebracht per auto, er werd wat op de
groote trom geslagen, het Arbeiders Fan
farecorps bood aan een rondgang door de
stad te doen,We zullen Hilversum
verslaan!" was het parool: Hilversum werd
verslagen. In een onbloedigen veldslag
moest het Gooi het afleggen, geen 6—0.
maar zeker 6000, zonder strafschop of
oorners.
Muziek bleef achterwege, dat kon allemaal
zoo gauw niet gearrangeerd, en we hebben
zo 't is misschien niet vriendelijk het te
zeggen, niet erg gemist De velen, die
op dezen tweeden gelmproviseerden avond
tegenwoordig waren, hebben in ademlooze
stilte en aandacht het stuk gevolgd. Een
paar maal werd bij open doek geapplaudis
seerd; den heer Van der Veer en Mejuf
frouw Marie Hamel werden fraaie bloem
stukken aangeboden.
Over het stuk zelf willen wij niets meer
zeggen; het is een sterk speelstuk, maar
de vraag mag worden gesteld of Heijermans
en op rijperen leeftijd nog even zoo tegen
over heeft gestaan als toen hij het als jonge
man schreef. Rita's symbolische taal is voor
dezen, in menig opzicht dieper en rijper ge
worden tijd, wat verouderd'. Maar als too-
neelstuk boeit en pakt het nog altijd. Een
enkel woord over het spel. Rita's rol werd
een groot percentage aan bedoeld fonds af
gestaan.
De leden van HeldeFs Fanfarecorps, die
zich vrijwillig beschikbaar hadden gesteld
voor het houden van een rondgang, kregen
als tegenprestatie vrijen toegang met hun
vrouwen. Zoodat ook dezen een goeden
avond hadden.
subliem vertolkt door Marie Hamel, zij was
in elk opzicht tegen deze zware rol opge
wassen', en het publiek toonde dit te waar-
deeren en beloonde haar met hartelijk ap
plaus. Ook Willem van der Veer als pastoor
Nansen voldeed zeer. Zijn prachtig stem
geluid; zijn imposante gestalte maakte in
druk. John Timrott als pastoor Brants vol
deed ons minder, de rol ligt hem niet zoo
goed. De pleegzuster (Truus Post) hadden
wij wat waardiger gewenscht. Marie van
Westerhoven daarentegen als de huishoud
ster was prachtig, evenals de koster Lan-
gebier (Joh. Overbeeke), die het publiek
deed schateren van den lach, toen hij met
de draaiende aardglobe manoeuvreerde. De
overige rollen waren in handen van Mevr.
de la MarKloppers (Jannetje, de boerin),
Joh. de Boer (de dokteP), en Joha (dubbel-
rol: Van Dalen en Rita's man).
Het was in alle opzichten een eerste
rangs-voorstelling en de heer \an er
komt, door het overweldigend suoo» Bedo
ven, 20 Februari nogmaals met dit. stuk
blHet was een sympathiek idéé van den
heer Van der Veer om de aandacht te ves
tlgen op den Heijermans-avond uitgaande
van het plaatse; ijk comité, welke, zooals
men weet, 29 Januari a.s. plaats heeft. De
spr. wees er op, dat de baten daarvan ge
heel ten goede komen aan t fonds, dat voor
Heijermans' weduwe en kinderen wor^J£"
vormd Ook van deze voorstellingen wordt
ONZE GEMEENTELIJKE INKOMSTEN
EN UITGAVEN VOOR HET JAAR
1925.
De lezers hebben reeds uit dit
blad kunnen ontwaren, dat de begroot in g
voor het jaar 1925 is ingediend bij den
Raad. Dat wil dus zeggen, dat het Dage-
lijksch Bestuur dezer gemeente, meer al
gemeen bekend als: „Bungeineester en
Wethouders", daartoe bijgestaan door de
betrokken ambtenaren en diverse com
missies, een ontw erp-begrooting heeft ge
reedgemaakt en deze aan de vertegen
woordigers der burgerij, d. L de Raad,
heeft aangeboden ter behandeling en vast
stelling.
Daarin zijn opgenomen alle uitgaven
ten behoeve der gemeente-huishouding
noodig geoordeeld in 1925 te doen en ter
dekking daarvan de inkomsten waarop
men meent te kunnen rekenen. De beide
totalen zijn (moeten volgens voorschrift)
gelijk. Dit wordt' verkregen, door de totaal
inkomsten hooger te ramen, dan de totaal
noodig geoordeelde uitgaven. Tegenover
het dan resteerende deel van ontvangsten,
wordt dan een post van onvoorziene uit
gaven tot een gelijk bedrag geplaatst en
de uitkomsten kloppen.
Dat wil echter niet zeggen, dat na goed
keuring der begrooting bet College van
B. en W. ulit dat potje van onvoorziene
uitgaven mogen putten naar eigen goed
dunken. Neen, indien blijkt, dat er een
uitgaaf moet worden gedaan, waarop bij
het opmaken der begrooting niet is gere
kend, en nit het bedrag van den post
„Onvoorzien" kan worden bestreden, dan
moet het College een daartoe strekkend
voorstel tot wijziging van de begrooting
bij den Raad indienen.
Met dit al bemerken wij met dit aan
loopje, dat wij ineens midden in die voor
schriften van de begrootingstechniek zit
ten. Want de aandachtige lezer zal kun
nen vragen, hoe het dan moet, als in den
loop van het jaar nadat de begrooting is
vastgesteld, blijkt een uitgaaf te moeten
worden gevoteerd die grooter is dan de
post „onvoorzien". Ja, dat bezorgt aan het
College van B. en W. altijd heel wat
hoofdbrekens, doch.en hiermede wordt
de kern geraakt, blijkt daaruit de nood
zakelijkheid van het vooraf opmaken en
vaststellen der begrooting.
Wij kunnen ons levendig voorstellen,
dat een groot deel der ingezetenen die
noodzakelijkheid niet inzien of kunnen
omvatten. Ze hebben nog nooit een be
grooting gezien, en ook niet voor hun
eigen inkomsten en uitgaven gemaakt.
Natuurlijk zullen er wel zijn, die wijl
ze vrijwel vooraf kunnen bepalen op welk
bedrag aan inkomsten kan worden gere
kend, ongeveer voor zich zelf opmaken,
welk deel daarvan moet worden besteed
aan diverse onderdeelen van levensonder
houd, en voor genoegens en ontspanning
als het kan, enz., maar dan gaat het
toch net omgekeerd als bij de gemeente.
Immers zetten zij dian de tering naar de
nering. Voor zoover hun persoonlijke in
komsten hun dat zullen veroorlooven,
kunnen zij ook hun uitgaven regelen.
Voor een arbeidersgezin valt dit al heel
gemakkelijk, of moeilijk, naar men het
noemen wiL
Bij de gemeente echter wordt nagegaan,
wat het minimum is aan uitgaven, waar
toe men tot instandhouding en behoorlijke
functionneering in den loop van het jaar
verplicht is. 'Natuurlijk blijft er altijd ver
schil van meening over datgene, wat men
tot die minimum uitgaven wil rekenen,
dus of er noig niet het een en ander af
kan, of wel aan moet worden toegevoegd.
Doch als eenmaal de totaal uitgaaf vast
staat, is men verplicht de ikomsten
tot een gelijk bedrag op te voeren. M.a.w.
de minimum noodig geoordeelde totaal
uitgaaf bepaalt de lasten, welke door de
gemeentenaren moeten worden gedragen;
lasten die de gemeente heft in den vorm
van directe- en indirecte belastingen. Tot
de directe belastingen worden o.a. gere
kend te behooren de opcenten op de Per-
soneele Belasting en de Inkomstenbelas
ting; tot de indirecte belasting, het deel
van den te betalen prijs voor gas, water en
electriciteit, wat boven den werkeljjken
kostprijs wordt betaald en in het tarief is
opgenomen. Zooals men weet, zijn er ver
tegenwoordigers, welke min of meer voor
stander zijn van zooveel mogelijk de las
ten te leggen in de richting van de directe
belastingen, anderen in die van de in
directe belastingen. Er zijn er ook, die
„zeggen" voorstander van een bepaalde
richting te zijn, doch in de praktijk te
genovergestelde voorstellen doen. Daar
over later. Doch bii de vaststelling der
begrooting komt steeds de vraag aan de
órde, hoe groot het deel der directe en
dat der indirecte belastingen ten opzichte
der toaal-lasten moet zijn. Hierbij is het
merkwaardig, dat meer en meer de stroo
ming van verzwaring der indirecte be
lastingen onder alle politieke partijen veld
wint. Niet alleen in den lande, bij de
Rjjksregeering, maar ook in deze ge-
meente. Een en ander zullen wij bij de
bespreking van de begrooting voor 1925
van onze gemeente doen uitkomen. Maar,
om even nog bij het eigenlijke doel der
begrooting te blijven, zal het wel een elk
duidelijk zijn, waarom de begrooting
wordt opgemaakt. Immers komt dan vast
te staan, hoe groot de totaal-lasten zullen
zijn en in verband daarmede aan de hand
der wettelijke bepalingen, verordeningen
en overige betrekkelijke raadsbesluiten,
het deel zal zijn, wat elk zal moeten bij
dragen, in welken vorm dan ook. Boven
dien is elke uitgaaf-post afzonderlijk om
schreven. Ook al weer zijn er voorschrif
ten die aangeven, hoe elke uitgaaf moet
worden ondergebracht bij de diverse pos
ten. Het Degelijksch Bestuur van de ge
meente is, na vaststelling door den Raöd
en goedkeuring van die begrooting door
Ged. Staten, slechts gemachtigd, om bin
nen dit raam, de uitgaven te doen. Blijkt
in den loop van het jaar, dat een bepaalde
post te laag geraamd is, dan mogen B. en
W. maar niet een bedrag nemen van een
anderen post, welke blijkt te hoog geraamd
te zijn, maar moeten zij ook daarvoor een
voorstel tot wijziging aan den Raad doen.
Dit zijn wettelijk© voorschriften, opdat
steeds de Raad de koorden van de beurs
in handen zal houden. In de praktijk komt
het echter voor, dat n a di a t reeds de ge
voteerde post is overschreden, een voor
stel tot wijziging den Raad bereikt Dit
blijkt meermalen, kort voor de vaststel
ling van de rekening, dus als bijna een
half jaar verloopen is, sinds het dienst
jaar is geëindigd Daartegen wordt dan
wel eens van uit den Raad gesputterd,
doch over het algemeen neemt men daar
mede genoegen, wijl door af- en over
schrijving toch met dezelfde lasten kan
worden volstaan. Anders Is het echter, in
dien, hetzij door het College van B. en
W., hetzij door den Raad, in den loop van
het jaar een vborstel wordt gedaan, waar
van het gevolg zal zijn, dan dit niet mede
uit de geraamde inkomsten kan worden
gedekt. Dan moet dit worden uitgesteld
tot een volgend jaar, of d© middelen wor
den aangewezen, waaruit die uitgaaf kan
worden bestreden.
Met deze zoo kort mogelijke uiteenzet
ting zal het nu wel een elk duidelijk zijn,
waarom de begrooting zoo'n voorname rol
speelt ln onze gemeentelijke huishouding
en in het politieke leven.
Want bij de vaststelling van de begroo
ting komt tot uitdrukking hetgeen onze
vertegenwoordigers als minimum uitgaaf
in totaal en op de diverse onderdeelen
noodzakelijk achten en op welke wijze,
als gevolg der vastgestelde uitgaven, de
lasten moeten worden verdeeld. En bij
slot van rekening gaat het in den maat-
schappelijken kamp er om, hoe die ver-
deeling over de verschillende bevolkings-
i groepen plaats heeft en of al of niet vol
doende de gemeenschap onder hare uit-
i gaven sommen heeft opgenomen strek
kende tot sociale voorzorg en ondersteu
ning van groepen uit de bevolking, welke
dit behoeven. Daarbij komt de wijze der
beantwoording van vragen, omtrent het
telkens wederkeerende onderhoud en in
standhouding der gemeentelijke bezittin
gen, enz., naar voren en.in den laat-
sten tijd bovenal, de loonpolitiek, welke
de gemeente als werkgeefster moet voeren.
Feitelijk behoort dit laatste in wezen, tot
het eerst-aangehaalde criterium: de wijze
van verdeeling der iasten over de verschil
lende bevolkingsgroepen.
Uit het blad van Zaterdag 10 dezer,
hebben de lezers kunnen ontwaren, dat
met de behandeling van de begrooting
reeds een aanvang is gemaakt. Nog wel
niet in openbare behandeling,' dus de
mondelinge bespreking in het openbaar,
doch de schriftelijke voorbereiding, als
gevolgd van het plaats gehad hebbend
onderzoek der begrooting in de secties, en
hetgeen dus in de vergaderingen door de
leden van den Raad is opgemerkt en ge
vraagd, en waarop thans het College van
B. en W. schriftelijk heeft geantwoord. Dit
vraag en antwoordspel zal straks de leid
draad zijn voor de openbare behandeling.
Men heeft van te voren elkander reeds
gepolst en gewogen en elk wordt geacht
nu voorbereid te zijn voor den strijd in het
openbaar, ten aanhoore en aanschouwe
van het publiek.
Alvorens wij nu overgaan tot het meer
in détails bespreken van de begrooting
voor 19125, waarbij wij dan tevens de ge
legenheid zuilen kunnen benutten om dat
gene wat de raadsleden in de secties heb
ben gevraagd of bepleit en waarop B. en
W. geantwoord hebben, moeten wij nog
even op een paar belangrijke wettelijke
voorschriften de aandacht vestigen.
Die betreffen de bevoegdheid tot het
doen van uitgaven ten aanzien van een
bepaalde begrootingi.
Men is niet bevoegd om uitgaven ten
laste van eenig «dienstjaar te doen, zoo
lang de begrooting door den Raad niet is
vastgesteld.
Zoodra dit is geschiedt en door B.
en W. bij Ged. Staten is ingezonden, wordt
het Dagelijksch Bestuur van de gemeente
gemachtigd om tot de helft van de op de
begrooting voorgestelde bedragen, uitga
ven te doen, in afwachting van de nadere
goedkeuring van dit Provinciaal College.
In de practijk komt van de richtige uit-
voering-dezer wettelijke voorschriften bit
ter weinig terecht- Immers zouden nu
nog de begroeting voor 1925 moet worden
behandeld en waarschijnlijk eerst ln het
laatst dezer maand wordt vastgesteld
zoolang de gemeentelijke diensten moeten
worden stopgezet Ook de limiet om, na
inzending der begrooting, alleen maar tot-
de helft der geraamde uitgaven te mo
gen gaan, ook daarvan komt in de prac
tijk niets terecht.
Het niet handhaven dezer wettelijke
voorschriften wordt veroorzaakt: eerstens
door te late inzending en behandeling der
begrooting; tweedenis wijl Ged. Staten in
bepaalde gevallen blijkbaar zeer moeilijk
tot een beslissing kunnen komen.
Wij hebben b.v. tot nog toe geen kennis
genomen van een bericht aan den Raad,
dat door Ged. Staten de begroot ing 1924
is goedgekeurd, terwijl nu dit dienstjaar
reeds is afgeloopen. Misschien is deze
kennisgeving onfce aandacht ontgaan.
In elk geval staat vast, dat die goedkeu
ring veel te laat is gekomen.
l) Nader vernemen wij, dat de goedkeu
ring 26 November 1924 is verleend. Dit
verandert niets aan onze opmerking, wijl
toen reed» over de uitgaafposten was be
schikt
Dezen onzuivere® toestand' te bestendi
gen is zeer verkeerd- De betrokken Col-
lege's mogen daarbij toch vooral beden
ken, dat daardoor de Overheid zelf een
slecht voorbeeld geeft van eerbied voor dë
wet en meer en meer in een scheeve positie
komt te staan, tegenover de ingezetenen.
Want feitelijk zal het nog de vraag zijn,
hoe een bepaald proces zou afloopen, in
dien men eens weigerde de lasten te be
talen welke voortvloeiden uit nog niet wet
telijk goedgekeurde uitgaven en die des
ondanks toch maar waren gedaan. Dit
klemt nog meer, als straks mocht blijken,
dat tegenover de geraamde uitgaven, Ged.
Staten het noodig oordeel en hooger.- inkom
sten te ramen en in een betere vei'-iouding
tot verdeelen. Dan zijn de uitgaven voor
een belangrijk deel of reeds in hun1 geheel
gedaan. Daar is dan niets meer aan te
veranderen. Het eenige wat dan over
blijft is het nog ontbrekende opnieuw te
gaan verhalen op de ingezetenen. Blijk
baar is reeds het College van Ged. Staten
voor dit laatste gevolg teruggeschrokken.
Want tegen de goedkeuring van de be
grooting 1924 bestond reeds ernstig be
zwaar.
Het is daarom maar te hopen, dat dit
maal spoedig een definitieve beslissing
wordt genomen. Indien dan noodig, kan
nen tijdig allerlei maatregelen worden
overwogen en getroffen. Heeft men ech
ter, in strijd met de wettelijke voorschrif
ten, toch zoolang getalmd, dat alle uitga
ven reeds ztfn gedaan (zooals in 1924) en
de begrooting wordt niet goedgekeurd,
dan blijft als eenige uitkomst over een
verhooging van ongeveer 60 der inkom
stenbelasting.
En nu de begrooting. Zooals bekend,
heeft de gemeente ook zelfstandige bedrij
ven. Daarvan moet volgens de wet, ook
afzonderlijk een begrootte g worden opge
maakt. Die zijn dan ook als bijlagen toe
gevoegd. De uitkomsten, voor wat betreft
winst, betaling d©T rente en aflossing van
door de gemeente verstrekte gelden en
bijdrage van pensvoa» premie van het in
het betrokken bedriif werkzaam zijnde
personeel, vindt men in begrooting zelf
terug.
Wat leert ons een meer aandachtige be-
i schouwing van deze begrooting? Laten wij
eens beginnen met de
- Waterleiding.
De totaal ontvanest van dit bedrijf in
1925 wordt geraamd op 224277, de totaal
uitgaaf op 212790, alzoo een netto winst
van 11487.'t Vorig jaar werd ge
raamd voor ontvangst 223933,52 en aan
uitgaaf 223866,51, alzoo een winst van
67.01. Waar vloeien deze verschillen uit
voort?
In de eerste plaats zij in herinnering
gebracht, dat per 1 April 1924 een tarief-
verhooging in werking is getreden, welke
beoogde een meerdere opbrengst te geven
van ongeveer f 24000.per jaar. Bij deze
begrooting zou dus, wijl die opbrengst nu
berekend wordt over een vol jaar en het
vorige over 9 maanden, de uitkomst onge
veer 60Q0.— hooger zijn, dus een netto
winst op moeten leveren van 6067,01.
De grootere wtestraming, is eerstens het
gevolg van den lageren inkoop van water,
dat van het Provinciaal Waterleidingnet
(P. W. N.) wordt betrokken. Het vorige
jaar werd daarvoor»als uitgaaf geraamd
j 68876.40, thans f 69256. Dit is niet een
gevolg van minder consumptie. Doch zoo
als de lezers zich zullen herinneren, heb
ben wij in dit blad! reeds gewezen op
eenige oi. onrechtmatige lasten, die bij de
berekening van die levering, de gemeente
Helder werde® opgelegd. Dit schijnt B.
en W. aanleiding gegeven te hebben, in
verband met de desbetreffende besprekin
gen in dan Raad, om bij het P. W. N. op
herziening van het contract aan te drin
gen, met het bovenomschreven resultaat.
De zelfde hoeveelheid water wordt dus
7620.40 goedkooper ingekocht Wij blij
ven van meening, dat desondanks er nog
wel wat af kan. Of dit ook de Raadsleden
en B. en W. beoogen (zie het vraag en
antwoordenspel ln het blad van Zaterdag
10 dezer) is ons niet duidelijk.
Wat ons wel duidelijk is? Roedis hebben
wij gewezen op de oneconomische wijze
van werken op het pompstation met gas
motoren. De heer Bok heeft aan B. en W.
gevraagd een rapport over deze zaak, het
welk B. en W. hebben toegezegd Daar
is blijkbaar niet veel spoed mede betracht.
Want evenals het vorige jaar, wordt we
der ee® uitgaaf van 16600 voor motoren-
gas geraamd! 't Gevolg Is, dat nu in de sec
ties gevraagd' is, hoe het daarmede staak
't College van B. en W. antwoordt dia ar
niet op. Wel antwoordden B. en W. op
iets. wat niet is gevraagd, n.L dat er on
derhandeld wordt met het P. W. N. Het
College belooft dus reeds geruimen tijd
geleden een onderzoek en nu wordt maar
weer voor 1925 zoo'n enorme uitgaaf be
groot. Als het zoo moet gaan, duurt het
waarschijnlijk nog eenige jaartjes, eer in
derdaad een electrische installatie is aan
gebracht. Misschien vindt men thans de
electro-motoren te goedkoop en wacht men
liever, tot deze weer belangrijk in prijs
zijn gestegen. Doch met dit al, blijft men
maar met zoo'n dure wijze van werken
zitten. Hooge uitgaaf aan motorengas,
hooge onkosten van onderhoud, meer ar
beidsloon dan noodig is en daardoor mede,
hooge tarieven, waarover thans de raads
leden niet ten onrechte klagen. Afwachten
of nu de Raad tot een daad komt
De posten van salarissen en arbeidsloo-
nen zijU ook ongeveer f 5000 lager dan
het vorige jaar geraamd. Toch achten wij
een bezuiniging daarop mogelijk, behalve
de bezuiniging te verkrijgen door het in
werking stellen van electro-motoren.
Daarop hebben wij reeds vroeger ge
wezen en dit raakt feitelijk niet alleen het
Waterleidingbedrijf, maar ook de Gas
fabriek en het Eleotrisch bedrijf. Wij be
doelen de onnoodig zware belasting, door
een aantal te werk gestelde en voor ee®
niet onbelangrijk deel, onnoodige ambte
naren en wier salaris voor allen, of voor
eenigen over de drie bedrijven wordt ver
deeld en de technische leiding terzijde
staan. Dit nader in de krant uitwerken,
komt ons minder raadzaam voor, wijl dan
personen zouden moeten worden genoemd.
Doch wij meenen, dat als men één tech-
niseh-ontwikkeld oorrespondent aanstelt
op een flink salaris, met zoo noodig een
loopjongen, dit voldloende is, om den Di
recteur en opzichter ln de. technische lei
ding terzijde te staan.
De overige uitgaaf-posten, zooais rente
en afschrijving, leveren bij elkaar geen
noemenswaardige verschillen.
Een opmerkelijk verschil valt te oonsta-
tepre® in de® eersten ontvangst-post, n.L
dien der waterlevering. De totaalontvangst
wordt geraamd op 203892, tegen
207217.72 in 1924. In verband met voren
staande opmerking over de verhooging
der tarieven, had juist verwacht mogen
worden, indien niet rond' 203, maar 213
duizend gulden aan ontvangst ware ge
raamd! Immers 6000'hooger dan in 1924.
Dat nu de ontvangst bijna 4000 la
ger wordt geraamd, is nog meer be
vreemdend, als men ziet, dat de ontvangst
wegens waterlevering aan particuliere
abonnó's wordt geraamd op 128157, tegen
117925, 80 het vorige jaar. Dus ondanks
deze hoogere raming van rond 10.000,
wordt d'e totaal-ontvangst wegens water
levering ongeveer 4000 lager geraamd.
Waar komt dit door? In hoofdzaak wordt
dit veroorzaakt, door de lagere raming
aan ontvangsten wegens levering aan
Marine-gebouwen, enz. Deze levering ge
schiedt tegen kostprijs plus 20 Hier
door valt een opmerkelijk verschijnsel on
middellijk te oonstatearen. Of liever twee
verschijnselen. Zeer waarschijnlijk wordt
door dón hoogen prijs de afname van wa
ter beperkt. Doch daaruit alleen vloeit die
lagere raming niet voort Die wordt mede
veroorzaakt door den lageren kostprijs
van het water. En dan profiteereni onmid
dellijk deze soort verbruikers. De abonné's
niet. Vandaar dua de hoogere ontvangst
van particuliere abonné's, omdat hon, als
gevolg der vroeger zoo hoog geraamde
zelfkosten van het water een hooger ta
rief is opgelegd; terwijl, nu indierdaad die
zelfkosten dalen, zij niet, maar de groot
verbruikers daarvan wel profiteeren.
De te komsten-post voor te kweeken
rente a 4500, komt ons wel wat laag
voor, wijl reeds in *23 werkelijk is ontvan
gen 432845 terwijl inmiddels tóch een
grooter beschikbaar kapitaal is ontstaan
en dus meer rente kan worden gekweekt.
Behalve de begrooting voor de gewone
inkomsten en uitgaven, is er ook een van
kapitaal-inkomsten eni uitgaven, waarin tot
uitdrukking wordt gebracht, wat er door
afschrijving van het bedrijf in één jaar
aan beschikbare middelen wordt verkre
gen en welk deel daarvan moet worden te
rugbetaald aan de gemeente Helder voor
verstrekt© leemlnggelden. Het blijkt dat
er dit jaar wordt afgeschreven 63188,
en afgelost wordt 28666. Dus er zou een
aardig bedrag aan de beschikbare mid
delen kunne® worden toegevoegd. Dit is
men niet voornemens te doen; maar wel,
om van het reeds beschikbaar zijdd© kapi
taal nog 16783 af te nemen. Van het al
dus verkregen totaal bedrag, zijnde
41250 wil men uitbreidingswerken be
kostigen. Het kapitaal ad 41250, wil men
besteden als volgt:
Voor het buizennet 25.000
aansluitingen 6.000
reoognitieleeningen 1.000
watermeters 10.000
werktuigen en gereed
schappen n 200
kantoor-meubilair en labo
ratorium-inventaris 50
Totaal 41.260
Waarom die kapitale® voor deze doel
einde® wordt uitgetrokken, staat in d'e be
grooting niet vermeld.
Alles bijieen genomen zouden wij ge
neigd' zij® als ons gevoelen nopens deze
begrooting op te merken, dat, indien In
derdaad het College tüet meer dan f 11487
winst met dit bedrijf wil maken, me® ge
rust het vorige tarief weder kan invoeren.
De inkomsten zijn. te laag geraamd, terwijl
de uitgave® gehouden zijn aan den hoogen
kant. Dit moge een schoon© eigenschap
zij®, als daarmede echter den schijn moet
word'e® gewekt van rechtvaardiging dór
geldende tarieven, dan doet men zeer ver
keerd, De oppositie tegen die tarieven
neemt trouwens meer en meer toe e® het
is beter voor een besturend Ooilege om
zelf tijdig de bakens te verzetten, dan
daartoe te worden gedwongen.
(Wordt vervolgd).
NIEUWE UITGAVE.
Wij ontvingen het le nummer van een
nieuw populair-wetenschappelijk week
blad, „Heemgenot", gewijd aan kamer
vogels en kanarieteelt, pluim- en klein
vee, tuinbouw, fruit- en bloemencultuur,
aquarium en terrarium en alle andere
liefhebberijen in huis en hof. Deze om
schrijving is voldoende om den lezer te
laten zien, dat het een blad is, voor
groote kringen van lezers geschikt, daar
bijna ieder er wat van zijn gading vindt.
Het eerste nummer ziet er goed uit, er
staan mooie illustraties in, en over elk
genoemd onderwerp bijna vindt men iets
wetenswaardigs. De abonnementsprijs van
slechts f 5.per jaar zal medewerken
om dit blad een grooten lezerskring te
bezorgen. De titel „Heemgenot" is aardig
gevonden en echt-Hollandsch. Uitgevers
zijn Gebr. Dijkstra, Groningen.
N.V.Texel9 Eigen Stoomboot-Onderneming
W interdwnst ingegaan 18 October 1924.
©p werkdagen:
Vertrek Texel: 8.— vjn., 11.— vjjl,
2.30* n.m.
Vertrek Helder: 8.80 v.m„ 12.— midtL,
4.15 n.m.