TWEEDE EN LAATSTE-BLAD. PLAATSELIJK NIEUWS Op Zon- ea Feestdagen 114. Onze vroegere plaatsgenoot, de heer N. A. G. v. d. Hulst, is met 1 Febr. benoemd tot hoofd eener openbare lagere school (Zunderdorp school) te Amsterdam. Voor Praktijkdiploma boekhouden, handelsrekenen, handelsrecht en statistiek examen op 15, 16 en 17 December te Am sterdam, slaagde o.a. de heer O. Zuiderbaan, leerling van den heer A. v. d. Meij, leeraar M. O. Boekhouden. Bene onderscheiding. Onze stadgenoot, de sergt.-hofmeester J. Hofstra, ontging namens Z. K. H. den Prins der Nederlanden een gouden dasspeld met brlllanten, naar aanleiding van aan Z. K. H. bewezen diensten. Fancy-Falr ten bate van de Ned. Herv. Gemeente. Men deelt ons mede, dat de rekening en verantwoording van de gehouden Fancy- fair ten bate van dó Ned. Herv.. Gemeente alhier, is afgesloten met een batig saldo van 4584,40, welk bedTag thans ter be schikking van de betrokken Kerkvoogdij is gesteld. „Allerzielen". De heer Willem van der Veer was in zijn nopjes, 't Was niet te verwonderen, want in plaats van een vrijen avond, hetgeen na tuurlijk gelijkstaat met een avond zonder verdienste, hadden zijn artisten een volle zaal. Bijna zonder slag of stoot, dat was het aardige. „Helder heeft Hilversum versla gen", zei de heer Ritman, die het factotum was van dit troepje artisten. Wat was er gebeurd? vraagt de Jezer. Zondagavond was er een voorstelling ge weest van „Allerzielen" door het gezelschap van den heer Van der Veer. De belangstel ling hiervoor was zóó buitengewoon groot, dat vele honderden moesten worden terug gestuurd! Ze vormden een lange queue op den Kanaalweg en werden bij kleine troepjes binnengelaten. „Wil u er vooral bij zetten, dat de regeling van de politie zoo schitte rend was?" vroeg ons de heer Polak. Het verliep zoo prachtig; de menschen stonden vier aan vier, en telkens werden, als er weer wat binnen tfiaren, de deuren gesloten, zoo dat er geen gedrang was. Maar vol <is vol tenslotte, en honderden moesten worden af gewezen. Dat was jammer. Maar de burgemeester van Hilversum bracht redding. Want Zondag kwam de heer Van der Veer met een bedrukt gezicht bij den heer Polak en zei: „Da's nou óók wat, nou loopen mijn artisten morgenavond op straat. Want „Allerzielen" is in Hilversum verboden". „Dat zal niet gebeuren", antwoordde de heer Polak. „Wacht maar eens". Maandag morgen werden een aantal strooibiljetten rondgebracht per auto, er werd wat op de groote trom geslagen, het Arbeiders Fan farecorps bood aan een rondgang door de stad te doen,We zullen Hilversum verslaan!" was het parool: Hilversum werd verslagen. In een onbloedigen veldslag moest het Gooi het afleggen, geen 6—0. maar zeker 6000, zonder strafschop of oorners. Muziek bleef achterwege, dat kon allemaal zoo gauw niet gearrangeerd, en we hebben zo 't is misschien niet vriendelijk het te zeggen, niet erg gemist De velen, die op dezen tweeden gelmproviseerden avond tegenwoordig waren, hebben in ademlooze stilte en aandacht het stuk gevolgd. Een paar maal werd bij open doek geapplaudis seerd; den heer Van der Veer en Mejuf frouw Marie Hamel werden fraaie bloem stukken aangeboden. Over het stuk zelf willen wij niets meer zeggen; het is een sterk speelstuk, maar de vraag mag worden gesteld of Heijermans en op rijperen leeftijd nog even zoo tegen over heeft gestaan als toen hij het als jonge man schreef. Rita's symbolische taal is voor dezen, in menig opzicht dieper en rijper ge worden tijd, wat verouderd'. Maar als too- neelstuk boeit en pakt het nog altijd. Een enkel woord over het spel. Rita's rol werd een groot percentage aan bedoeld fonds af gestaan. De leden van HeldeFs Fanfarecorps, die zich vrijwillig beschikbaar hadden gesteld voor het houden van een rondgang, kregen als tegenprestatie vrijen toegang met hun vrouwen. Zoodat ook dezen een goeden avond hadden. subliem vertolkt door Marie Hamel, zij was in elk opzicht tegen deze zware rol opge wassen', en het publiek toonde dit te waar- deeren en beloonde haar met hartelijk ap plaus. Ook Willem van der Veer als pastoor Nansen voldeed zeer. Zijn prachtig stem geluid; zijn imposante gestalte maakte in druk. John Timrott als pastoor Brants vol deed ons minder, de rol ligt hem niet zoo goed. De pleegzuster (Truus Post) hadden wij wat waardiger gewenscht. Marie van Westerhoven daarentegen als de huishoud ster was prachtig, evenals de koster Lan- gebier (Joh. Overbeeke), die het publiek deed schateren van den lach, toen hij met de draaiende aardglobe manoeuvreerde. De overige rollen waren in handen van Mevr. de la MarKloppers (Jannetje, de boerin), Joh. de Boer (de dokteP), en Joha (dubbel- rol: Van Dalen en Rita's man). Het was in alle opzichten een eerste rangs-voorstelling en de heer \an er komt, door het overweldigend suoo» Bedo ven, 20 Februari nogmaals met dit. stuk blHet was een sympathiek idéé van den heer Van der Veer om de aandacht te ves tlgen op den Heijermans-avond uitgaande van het plaatse; ijk comité, welke, zooals men weet, 29 Januari a.s. plaats heeft. De spr. wees er op, dat de baten daarvan ge heel ten goede komen aan t fonds, dat voor Heijermans' weduwe en kinderen wor^J£" vormd Ook van deze voorstellingen wordt ONZE GEMEENTELIJKE INKOMSTEN EN UITGAVEN VOOR HET JAAR 1925. De lezers hebben reeds uit dit blad kunnen ontwaren, dat de begroot in g voor het jaar 1925 is ingediend bij den Raad. Dat wil dus zeggen, dat het Dage- lijksch Bestuur dezer gemeente, meer al gemeen bekend als: „Bungeineester en Wethouders", daartoe bijgestaan door de betrokken ambtenaren en diverse com missies, een ontw erp-begrooting heeft ge reedgemaakt en deze aan de vertegen woordigers der burgerij, d. L de Raad, heeft aangeboden ter behandeling en vast stelling. Daarin zijn opgenomen alle uitgaven ten behoeve der gemeente-huishouding noodig geoordeeld in 1925 te doen en ter dekking daarvan de inkomsten waarop men meent te kunnen rekenen. De beide totalen zijn (moeten volgens voorschrift) gelijk. Dit wordt' verkregen, door de totaal inkomsten hooger te ramen, dan de totaal noodig geoordeelde uitgaven. Tegenover het dan resteerende deel van ontvangsten, wordt dan een post van onvoorziene uit gaven tot een gelijk bedrag geplaatst en de uitkomsten kloppen. Dat wil echter niet zeggen, dat na goed keuring der begrooting bet College van B. en W. ulit dat potje van onvoorziene uitgaven mogen putten naar eigen goed dunken. Neen, indien blijkt, dat er een uitgaaf moet worden gedaan, waarop bij het opmaken der begrooting niet is gere kend, en nit het bedrag van den post „Onvoorzien" kan worden bestreden, dan moet het College een daartoe strekkend voorstel tot wijziging van de begrooting bij den Raad indienen. Met dit al bemerken wij met dit aan loopje, dat wij ineens midden in die voor schriften van de begrootingstechniek zit ten. Want de aandachtige lezer zal kun nen vragen, hoe het dan moet, als in den loop van het jaar nadat de begrooting is vastgesteld, blijkt een uitgaaf te moeten worden gevoteerd die grooter is dan de post „onvoorzien". Ja, dat bezorgt aan het College van B. en W. altijd heel wat hoofdbrekens, doch.en hiermede wordt de kern geraakt, blijkt daaruit de nood zakelijkheid van het vooraf opmaken en vaststellen der begrooting. Wij kunnen ons levendig voorstellen, dat een groot deel der ingezetenen die noodzakelijkheid niet inzien of kunnen omvatten. Ze hebben nog nooit een be grooting gezien, en ook niet voor hun eigen inkomsten en uitgaven gemaakt. Natuurlijk zullen er wel zijn, die wijl ze vrijwel vooraf kunnen bepalen op welk bedrag aan inkomsten kan worden gere kend, ongeveer voor zich zelf opmaken, welk deel daarvan moet worden besteed aan diverse onderdeelen van levensonder houd, en voor genoegens en ontspanning als het kan, enz., maar dan gaat het toch net omgekeerd als bij de gemeente. Immers zetten zij dian de tering naar de nering. Voor zoover hun persoonlijke in komsten hun dat zullen veroorlooven, kunnen zij ook hun uitgaven regelen. Voor een arbeidersgezin valt dit al heel gemakkelijk, of moeilijk, naar men het noemen wiL Bij de gemeente echter wordt nagegaan, wat het minimum is aan uitgaven, waar toe men tot instandhouding en behoorlijke functionneering in den loop van het jaar verplicht is. 'Natuurlijk blijft er altijd ver schil van meening over datgene, wat men tot die minimum uitgaven wil rekenen, dus of er noig niet het een en ander af kan, of wel aan moet worden toegevoegd. Doch als eenmaal de totaal uitgaaf vast staat, is men verplicht de ikomsten tot een gelijk bedrag op te voeren. M.a.w. de minimum noodig geoordeelde totaal uitgaaf bepaalt de lasten, welke door de gemeentenaren moeten worden gedragen; lasten die de gemeente heft in den vorm van directe- en indirecte belastingen. Tot de directe belastingen worden o.a. gere kend te behooren de opcenten op de Per- soneele Belasting en de Inkomstenbelas ting; tot de indirecte belasting, het deel van den te betalen prijs voor gas, water en electriciteit, wat boven den werkeljjken kostprijs wordt betaald en in het tarief is opgenomen. Zooals men weet, zijn er ver tegenwoordigers, welke min of meer voor stander zijn van zooveel mogelijk de las ten te leggen in de richting van de directe belastingen, anderen in die van de in directe belastingen. Er zijn er ook, die „zeggen" voorstander van een bepaalde richting te zijn, doch in de praktijk te genovergestelde voorstellen doen. Daar over later. Doch bii de vaststelling der begrooting komt steeds de vraag aan de órde, hoe groot het deel der directe en dat der indirecte belastingen ten opzichte der toaal-lasten moet zijn. Hierbij is het merkwaardig, dat meer en meer de stroo ming van verzwaring der indirecte be lastingen onder alle politieke partijen veld wint. Niet alleen in den lande, bij de Rjjksregeering, maar ook in deze ge- meente. Een en ander zullen wij bij de bespreking van de begrooting voor 1925 van onze gemeente doen uitkomen. Maar, om even nog bij het eigenlijke doel der begrooting te blijven, zal het wel een elk duidelijk zijn, waarom de begrooting wordt opgemaakt. Immers komt dan vast te staan, hoe groot de totaal-lasten zullen zijn en in verband daarmede aan de hand der wettelijke bepalingen, verordeningen en overige betrekkelijke raadsbesluiten, het deel zal zijn, wat elk zal moeten bij dragen, in welken vorm dan ook. Boven dien is elke uitgaaf-post afzonderlijk om schreven. Ook al weer zijn er voorschrif ten die aangeven, hoe elke uitgaaf moet worden ondergebracht bij de diverse pos ten. Het Degelijksch Bestuur van de ge meente is, na vaststelling door den Raöd en goedkeuring van die begrooting door Ged. Staten, slechts gemachtigd, om bin nen dit raam, de uitgaven te doen. Blijkt in den loop van het jaar, dat een bepaalde post te laag geraamd is, dan mogen B. en W. maar niet een bedrag nemen van een anderen post, welke blijkt te hoog geraamd te zijn, maar moeten zij ook daarvoor een voorstel tot wijziging aan den Raad doen. Dit zijn wettelijk© voorschriften, opdat steeds de Raad de koorden van de beurs in handen zal houden. In de praktijk komt het echter voor, dat n a di a t reeds de ge voteerde post is overschreden, een voor stel tot wijziging den Raad bereikt Dit blijkt meermalen, kort voor de vaststel ling van de rekening, dus als bijna een half jaar verloopen is, sinds het dienst jaar is geëindigd Daartegen wordt dan wel eens van uit den Raad gesputterd, doch over het algemeen neemt men daar mede genoegen, wijl door af- en over schrijving toch met dezelfde lasten kan worden volstaan. Anders Is het echter, in dien, hetzij door het College van B. en W., hetzij door den Raad, in den loop van het jaar een vborstel wordt gedaan, waar van het gevolg zal zijn, dan dit niet mede uit de geraamde inkomsten kan worden gedekt. Dan moet dit worden uitgesteld tot een volgend jaar, of d© middelen wor den aangewezen, waaruit die uitgaaf kan worden bestreden. Met deze zoo kort mogelijke uiteenzet ting zal het nu wel een elk duidelijk zijn, waarom de begrooting zoo'n voorname rol speelt ln onze gemeentelijke huishouding en in het politieke leven. Want bij de vaststelling van de begroo ting komt tot uitdrukking hetgeen onze vertegenwoordigers als minimum uitgaaf in totaal en op de diverse onderdeelen noodzakelijk achten en op welke wijze, als gevolg der vastgestelde uitgaven, de lasten moeten worden verdeeld. En bij slot van rekening gaat het in den maat- schappelijken kamp er om, hoe die ver- deeling over de verschillende bevolkings- i groepen plaats heeft en of al of niet vol doende de gemeenschap onder hare uit- i gaven sommen heeft opgenomen strek kende tot sociale voorzorg en ondersteu ning van groepen uit de bevolking, welke dit behoeven. Daarbij komt de wijze der beantwoording van vragen, omtrent het telkens wederkeerende onderhoud en in standhouding der gemeentelijke bezittin gen, enz., naar voren en.in den laat- sten tijd bovenal, de loonpolitiek, welke de gemeente als werkgeefster moet voeren. Feitelijk behoort dit laatste in wezen, tot het eerst-aangehaalde criterium: de wijze van verdeeling der iasten over de verschil lende bevolkingsgroepen. Uit het blad van Zaterdag 10 dezer, hebben de lezers kunnen ontwaren, dat met de behandeling van de begrooting reeds een aanvang is gemaakt. Nog wel niet in openbare behandeling,' dus de mondelinge bespreking in het openbaar, doch de schriftelijke voorbereiding, als gevolgd van het plaats gehad hebbend onderzoek der begrooting in de secties, en hetgeen dus in de vergaderingen door de leden van den Raad is opgemerkt en ge vraagd, en waarop thans het College van B. en W. schriftelijk heeft geantwoord. Dit vraag en antwoordspel zal straks de leid draad zijn voor de openbare behandeling. Men heeft van te voren elkander reeds gepolst en gewogen en elk wordt geacht nu voorbereid te zijn voor den strijd in het openbaar, ten aanhoore en aanschouwe van het publiek. Alvorens wij nu overgaan tot het meer in détails bespreken van de begrooting voor 19125, waarbij wij dan tevens de ge legenheid zuilen kunnen benutten om dat gene wat de raadsleden in de secties heb ben gevraagd of bepleit en waarop B. en W. geantwoord hebben, moeten wij nog even op een paar belangrijke wettelijke voorschriften de aandacht vestigen. Die betreffen de bevoegdheid tot het doen van uitgaven ten aanzien van een bepaalde begrootingi. Men is niet bevoegd om uitgaven ten laste van eenig «dienstjaar te doen, zoo lang de begrooting door den Raad niet is vastgesteld. Zoodra dit is geschiedt en door B. en W. bij Ged. Staten is ingezonden, wordt het Dagelijksch Bestuur van de gemeente gemachtigd om tot de helft van de op de begrooting voorgestelde bedragen, uitga ven te doen, in afwachting van de nadere goedkeuring van dit Provinciaal College. In de practijk komt van de richtige uit- voering-dezer wettelijke voorschriften bit ter weinig terecht- Immers zouden nu nog de begroeting voor 1925 moet worden behandeld en waarschijnlijk eerst ln het laatst dezer maand wordt vastgesteld zoolang de gemeentelijke diensten moeten worden stopgezet Ook de limiet om, na inzending der begrooting, alleen maar tot- de helft der geraamde uitgaven te mo gen gaan, ook daarvan komt in de prac tijk niets terecht. Het niet handhaven dezer wettelijke voorschriften wordt veroorzaakt: eerstens door te late inzending en behandeling der begrooting; tweedenis wijl Ged. Staten in bepaalde gevallen blijkbaar zeer moeilijk tot een beslissing kunnen komen. Wij hebben b.v. tot nog toe geen kennis genomen van een bericht aan den Raad, dat door Ged. Staten de begroot ing 1924 is goedgekeurd, terwijl nu dit dienstjaar reeds is afgeloopen. Misschien is deze kennisgeving onfce aandacht ontgaan. In elk geval staat vast, dat die goedkeu ring veel te laat is gekomen. l) Nader vernemen wij, dat de goedkeu ring 26 November 1924 is verleend. Dit verandert niets aan onze opmerking, wijl toen reed» over de uitgaafposten was be schikt Dezen onzuivere® toestand' te bestendi gen is zeer verkeerd- De betrokken Col- lege's mogen daarbij toch vooral beden ken, dat daardoor de Overheid zelf een slecht voorbeeld geeft van eerbied voor dë wet en meer en meer in een scheeve positie komt te staan, tegenover de ingezetenen. Want feitelijk zal het nog de vraag zijn, hoe een bepaald proces zou afloopen, in dien men eens weigerde de lasten te be talen welke voortvloeiden uit nog niet wet telijk goedgekeurde uitgaven en die des ondanks toch maar waren gedaan. Dit klemt nog meer, als straks mocht blijken, dat tegenover de geraamde uitgaven, Ged. Staten het noodig oordeel en hooger.- inkom sten te ramen en in een betere vei'-iouding tot verdeelen. Dan zijn de uitgaven voor een belangrijk deel of reeds in hun1 geheel gedaan. Daar is dan niets meer aan te veranderen. Het eenige wat dan over blijft is het nog ontbrekende opnieuw te gaan verhalen op de ingezetenen. Blijk baar is reeds het College van Ged. Staten voor dit laatste gevolg teruggeschrokken. Want tegen de goedkeuring van de be grooting 1924 bestond reeds ernstig be zwaar. Het is daarom maar te hopen, dat dit maal spoedig een definitieve beslissing wordt genomen. Indien dan noodig, kan nen tijdig allerlei maatregelen worden overwogen en getroffen. Heeft men ech ter, in strijd met de wettelijke voorschrif ten, toch zoolang getalmd, dat alle uitga ven reeds ztfn gedaan (zooals in 1924) en de begrooting wordt niet goedgekeurd, dan blijft als eenige uitkomst over een verhooging van ongeveer 60 der inkom stenbelasting. En nu de begrooting. Zooals bekend, heeft de gemeente ook zelfstandige bedrij ven. Daarvan moet volgens de wet, ook afzonderlijk een begrootte g worden opge maakt. Die zijn dan ook als bijlagen toe gevoegd. De uitkomsten, voor wat betreft winst, betaling d©T rente en aflossing van door de gemeente verstrekte gelden en bijdrage van pensvoa» premie van het in het betrokken bedriif werkzaam zijnde personeel, vindt men in begrooting zelf terug. Wat leert ons een meer aandachtige be- i schouwing van deze begrooting? Laten wij eens beginnen met de - Waterleiding. De totaal ontvanest van dit bedrijf in 1925 wordt geraamd op 224277, de totaal uitgaaf op 212790, alzoo een netto winst van 11487.'t Vorig jaar werd ge raamd voor ontvangst 223933,52 en aan uitgaaf 223866,51, alzoo een winst van 67.01. Waar vloeien deze verschillen uit voort? In de eerste plaats zij in herinnering gebracht, dat per 1 April 1924 een tarief- verhooging in werking is getreden, welke beoogde een meerdere opbrengst te geven van ongeveer f 24000.per jaar. Bij deze begrooting zou dus, wijl die opbrengst nu berekend wordt over een vol jaar en het vorige over 9 maanden, de uitkomst onge veer 60Q0.— hooger zijn, dus een netto winst op moeten leveren van 6067,01. De grootere wtestraming, is eerstens het gevolg van den lageren inkoop van water, dat van het Provinciaal Waterleidingnet (P. W. N.) wordt betrokken. Het vorige jaar werd daarvoor»als uitgaaf geraamd j 68876.40, thans f 69256. Dit is niet een gevolg van minder consumptie. Doch zoo als de lezers zich zullen herinneren, heb ben wij in dit blad! reeds gewezen op eenige oi. onrechtmatige lasten, die bij de berekening van die levering, de gemeente Helder werde® opgelegd. Dit schijnt B. en W. aanleiding gegeven te hebben, in verband met de desbetreffende besprekin gen in dan Raad, om bij het P. W. N. op herziening van het contract aan te drin gen, met het bovenomschreven resultaat. De zelfde hoeveelheid water wordt dus 7620.40 goedkooper ingekocht Wij blij ven van meening, dat desondanks er nog wel wat af kan. Of dit ook de Raadsleden en B. en W. beoogen (zie het vraag en antwoordenspel ln het blad van Zaterdag 10 dezer) is ons niet duidelijk. Wat ons wel duidelijk is? Roedis hebben wij gewezen op de oneconomische wijze van werken op het pompstation met gas motoren. De heer Bok heeft aan B. en W. gevraagd een rapport over deze zaak, het welk B. en W. hebben toegezegd Daar is blijkbaar niet veel spoed mede betracht. Want evenals het vorige jaar, wordt we der ee® uitgaaf van 16600 voor motoren- gas geraamd! 't Gevolg Is, dat nu in de sec ties gevraagd' is, hoe het daarmede staak 't College van B. en W. antwoordt dia ar niet op. Wel antwoordden B. en W. op iets. wat niet is gevraagd, n.L dat er on derhandeld wordt met het P. W. N. Het College belooft dus reeds geruimen tijd geleden een onderzoek en nu wordt maar weer voor 1925 zoo'n enorme uitgaaf be groot. Als het zoo moet gaan, duurt het waarschijnlijk nog eenige jaartjes, eer in derdaad een electrische installatie is aan gebracht. Misschien vindt men thans de electro-motoren te goedkoop en wacht men liever, tot deze weer belangrijk in prijs zijn gestegen. Doch met dit al, blijft men maar met zoo'n dure wijze van werken zitten. Hooge uitgaaf aan motorengas, hooge onkosten van onderhoud, meer ar beidsloon dan noodig is en daardoor mede, hooge tarieven, waarover thans de raads leden niet ten onrechte klagen. Afwachten of nu de Raad tot een daad komt De posten van salarissen en arbeidsloo- nen zijU ook ongeveer f 5000 lager dan het vorige jaar geraamd. Toch achten wij een bezuiniging daarop mogelijk, behalve de bezuiniging te verkrijgen door het in werking stellen van electro-motoren. Daarop hebben wij reeds vroeger ge wezen en dit raakt feitelijk niet alleen het Waterleidingbedrijf, maar ook de Gas fabriek en het Eleotrisch bedrijf. Wij be doelen de onnoodig zware belasting, door een aantal te werk gestelde en voor ee® niet onbelangrijk deel, onnoodige ambte naren en wier salaris voor allen, of voor eenigen over de drie bedrijven wordt ver deeld en de technische leiding terzijde staan. Dit nader in de krant uitwerken, komt ons minder raadzaam voor, wijl dan personen zouden moeten worden genoemd. Doch wij meenen, dat als men één tech- niseh-ontwikkeld oorrespondent aanstelt op een flink salaris, met zoo noodig een loopjongen, dit voldloende is, om den Di recteur en opzichter ln de. technische lei ding terzijde te staan. De overige uitgaaf-posten, zooais rente en afschrijving, leveren bij elkaar geen noemenswaardige verschillen. Een opmerkelijk verschil valt te oonsta- tepre® in de® eersten ontvangst-post, n.L dien der waterlevering. De totaalontvangst wordt geraamd op 203892, tegen 207217.72 in 1924. In verband met voren staande opmerking over de verhooging der tarieven, had juist verwacht mogen worden, indien niet rond' 203, maar 213 duizend gulden aan ontvangst ware ge raamd! Immers 6000'hooger dan in 1924. Dat nu de ontvangst bijna 4000 la ger wordt geraamd, is nog meer be vreemdend, als men ziet, dat de ontvangst wegens waterlevering aan particuliere abonnó's wordt geraamd op 128157, tegen 117925, 80 het vorige jaar. Dus ondanks deze hoogere raming van rond 10.000, wordt d'e totaal-ontvangst wegens water levering ongeveer 4000 lager geraamd. Waar komt dit door? In hoofdzaak wordt dit veroorzaakt, door de lagere raming aan ontvangsten wegens levering aan Marine-gebouwen, enz. Deze levering ge schiedt tegen kostprijs plus 20 Hier door valt een opmerkelijk verschijnsel on middellijk te oonstatearen. Of liever twee verschijnselen. Zeer waarschijnlijk wordt door dón hoogen prijs de afname van wa ter beperkt. Doch daaruit alleen vloeit die lagere raming niet voort Die wordt mede veroorzaakt door den lageren kostprijs van het water. En dan profiteereni onmid dellijk deze soort verbruikers. De abonné's niet. Vandaar dua de hoogere ontvangst van particuliere abonné's, omdat hon, als gevolg der vroeger zoo hoog geraamde zelfkosten van het water een hooger ta rief is opgelegd; terwijl, nu indierdaad die zelfkosten dalen, zij niet, maar de groot verbruikers daarvan wel profiteeren. De te komsten-post voor te kweeken rente a 4500, komt ons wel wat laag voor, wijl reeds in *23 werkelijk is ontvan gen 432845 terwijl inmiddels tóch een grooter beschikbaar kapitaal is ontstaan en dus meer rente kan worden gekweekt. Behalve de begrooting voor de gewone inkomsten en uitgaven, is er ook een van kapitaal-inkomsten eni uitgaven, waarin tot uitdrukking wordt gebracht, wat er door afschrijving van het bedrijf in één jaar aan beschikbare middelen wordt verkre gen en welk deel daarvan moet worden te rugbetaald aan de gemeente Helder voor verstrekt© leemlnggelden. Het blijkt dat er dit jaar wordt afgeschreven 63188, en afgelost wordt 28666. Dus er zou een aardig bedrag aan de beschikbare mid delen kunne® worden toegevoegd. Dit is men niet voornemens te doen; maar wel, om van het reeds beschikbaar zijdd© kapi taal nog 16783 af te nemen. Van het al dus verkregen totaal bedrag, zijnde 41250 wil men uitbreidingswerken be kostigen. Het kapitaal ad 41250, wil men besteden als volgt: Voor het buizennet 25.000 aansluitingen 6.000 reoognitieleeningen 1.000 watermeters 10.000 werktuigen en gereed schappen n 200 kantoor-meubilair en labo ratorium-inventaris 50 Totaal 41.260 Waarom die kapitale® voor deze doel einde® wordt uitgetrokken, staat in d'e be grooting niet vermeld. Alles bijieen genomen zouden wij ge neigd' zij® als ons gevoelen nopens deze begrooting op te merken, dat, indien In derdaad het College tüet meer dan f 11487 winst met dit bedrijf wil maken, me® ge rust het vorige tarief weder kan invoeren. De inkomsten zijn. te laag geraamd, terwijl de uitgave® gehouden zijn aan den hoogen kant. Dit moge een schoon© eigenschap zij®, als daarmede echter den schijn moet word'e® gewekt van rechtvaardiging dór geldende tarieven, dan doet men zeer ver keerd, De oppositie tegen die tarieven neemt trouwens meer en meer toe e® het is beter voor een besturend Ooilege om zelf tijdig de bakens te verzetten, dan daartoe te worden gedwongen. (Wordt vervolgd). NIEUWE UITGAVE. Wij ontvingen het le nummer van een nieuw populair-wetenschappelijk week blad, „Heemgenot", gewijd aan kamer vogels en kanarieteelt, pluim- en klein vee, tuinbouw, fruit- en bloemencultuur, aquarium en terrarium en alle andere liefhebberijen in huis en hof. Deze om schrijving is voldoende om den lezer te laten zien, dat het een blad is, voor groote kringen van lezers geschikt, daar bijna ieder er wat van zijn gading vindt. Het eerste nummer ziet er goed uit, er staan mooie illustraties in, en over elk genoemd onderwerp bijna vindt men iets wetenswaardigs. De abonnementsprijs van slechts f 5.per jaar zal medewerken om dit blad een grooten lezerskring te bezorgen. De titel „Heemgenot" is aardig gevonden en echt-Hollandsch. Uitgevers zijn Gebr. Dijkstra, Groningen. N.V.Texel9 Eigen Stoomboot-Onderneming W interdwnst ingegaan 18 October 1924. ©p werkdagen: Vertrek Texel: 8.— vjn., 11.— vjjl, 2.30* n.m. Vertrek Helder: 8.80 v.m„ 12.— midtL, 4.15 n.m.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 5