aan moet Grunwald worden opgehangen, vindt de heer Borkert De heer Borkert: Ja! De heer Grunwald: Maar daarvoor is de heer Borkert veel te vredelievend, ©pr. zet thans uitvoerig uiteen waarom hij destijds een andere meening was toe gedaan dan thans. Toen hij wethouder van finantiên werd, was hij inderdaad van plan de bedrijven zoodanig te regelen, dat de O. B. kon worden opgeheven. Spr. heeft toen een onderzoek ingesteld daar naar, daarfbij werden hem allerlei feiten voorgelegd, waaruit de goede werking van deze instelling bleek. Een en ander is in een rapport neergelegd, spr. wilde dit gaarne openbaar maken, maaT het Ooilege wenscht dat niet. Ieder onbevoor oordeeld persoon zal moeten erkennen, dat Grunwald eerlijk op zijn aanvanke lijke meening is teruggekomen. Men kan spr. daarvan toch geen verwijt maken, integendeel, men moet dit waardeeren. De heer Soh. noeant Spr. gronden niet steekhoudend. Het spijt mij, daaraan kan ik niets veranderen. De door den heer Sch. verstrekte cijfers omtrent de O. B. zijn onjuist, bij het betreffende hoofdstuk zal spr. dat aantoonen. H*j noemt een be drag van 3200.aan plakzegels. Hoe komt hij eraan? Als hij even bij spr ge komen was, zou die hem ingelicht hebben, dat het geen 200.— was. Ook de vier- starschr. lanceert hieromtrent zijn mee ning, maar dit is een buitenstaander, die dus de cijfers anders beziet dan wij. Ove rigens heeft de wethouder der bedrijven volstrekt niet den plicht iets recht te zet ten in de krant HJj .behoeft dat alleen te doen in den Raad. De heer Sch. beweert, dat op de kolen- prijzen 69000.kan worden bezuinig! Zijn dan de directeur der bedrijven, de oommissie van bijstand en alle verdere ambtenaren, die daarover beslissen, zoo gek als de heer Sch. beweert, dat zij dit niet zouden weten? Het Grondbedrijf. Ook dit ergert spr. in hooge mate. Het is spr. bedoeling naar andere middelen om te zien en hiervoor maatregelen te nemen. De heer Sch. wil geen belastingverhoo- ging en ook de 'begrooting niet vermin deren. Dat is wel gemakkelijk. Maar een raadslid kan zich toch niet aan den plicht onttrekken een begrooting samen te stel len. Spr. breekt hier zijn rede af om die morgen te vervolgen. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdagmiddag 2 uur. Vergadering van Woensdagmiddag. De voorzitter opent de vergadering om 2 uur en geeft het woord aan den heer Grunwald. Deze gaat verder met de beantwoording van de algeaneene beschouwingen. D eheer Borkert heeft een rede ge houden, die geheel in den geest van het College was. Hij brengt het College hulde voor het werk in 1924 gedaan. Wij behoe ven daar geen hooge borst voor te zetten, omdat het onze plicht is in het belang van de gemeente te werken. De geest was echter volgens den heer Borkert niet democratisch geweest. De heer Borkert is niet tevreden met de be- drjjfspolitiek. Hij noemt het misdadig, dat er 60.000 winst is gemaakt. Het College is echter niet in staat aan deze booze daad, zooals de heer Borkert het noemt, een einde te maken. De heer Grunwald zegt, dat de ge meente hieraan geen einde kan maken en geeft aan de hand van enkele staatjes van andere gem., bewijs, dat ook daar op deze bedrijven groote winst is gemaakt, o.a. Leiden, Bussum, Nijmegen e.a. Amsterdam heeft een winst op de gas fabriek van ruim 1.000.000, evenzoo op waterleiding, electriciteit e.a. bedrijven. Het totaal-bedrag dat Amsterdam uit de bedrijven hoopt te trekken is 7.566.450. U zult begrijpen M. d. V., waar een stad als Amsterdam, die ook nog wel andere bronnen heeft om winst uit te halen, dit doet, wij zeker niet buiten de winst op de bedrijven kunnen. Spr. komt nu tot den heer Eijlders. Hes betoog van den heer Eijlders is spr. niet erg duidelijk. De heer Eijlders zegt dat het College wel vijf maal gewag heeft ge maakt van belastingverlaging. Dat komt M. d. V. omdat we zoo blij waren dat de belasting verlaagd kon wor den. Spr. moet den heer Eijlders zeggen, dat nog niet bekend is hoeveel winst precies op de bedrijven gemaakt wordt. De heer Eijlders vraagt naar de hooge winst uit de bedrijven. Spr. wil hierop het zelfde antwoorden als aan den heer Bor kert, n.1. dat winst uit de bedrijven noo- dig is. ,u^ de waterleiding zal, wan neer blijkt, dat dit bedrag te hoog is, ver minderd worden. De heer Eijlders zou den gasprijs met 1 ct. willen verlagen. Dat zou 25.000.— minder winst geven. Maar M. d. wat is de reden geweest, dat wij deze bedragen op de begrooting hebben gezet. De begrooting is in het na jaar van verleden jaar klaargemaakt. Toen wist het College van B. en W. nog niet, dat de Inspecteur van de belastingen zou zeggen, dat het bedrag te laag was, Het College vindt het wenschelijk den gasprijs met 2 cent te verlagen. De electriciteitsprijs is, in verhouding tot andere plaatsen, niet te hoog. De heer Gr u n w a 1 d is thans tot den heer Bok genaderd. Het doet spr. genoe gen dat deze heer heeft gezegd, dat de begrooting met zorg is opgemaakt. De heer Bok zegt dat we met 81/» verla ging hadden moeten komen voor het per soneel. Dan was hij tevreden geweest Maar M. d. V. wanneer wij nagaan het salaris van ons personeel met het Rijks personeel, dan moeten we zeggen dat we ■a -ga geleidelijken weg over moeten gaan met verlaging van de salarissen. M. d. V. sinds 1924 zijn de salarissen met 85.000 verlaagd geworden. De heer v. Loo heeft gevraagd of de waterieidingtarieven verlaagd kunnen worden. Daarop wil spr. hetzelfde ant woorden als aan den heer Eijlders. De heer v. Loo heeft gezegd dat hij hoopt, dat het grondbedrijf voer stroppen bewaard blijft Ook spr. hoopt dit Zijn collega van P. W. zal hierover wel meer zeggen. De heer v. Dam heeft gezegd, dat de tering naar de nering moet gezet worden. Dat wordt gedaan M. d. V. De heer van Dam zegt er is geen bezuiniging. Daar is een accrès van uitgaven en daartegen over een accrès van inkomsten. De gemeentepolitiek, zegt de heer van Dam gaat door alle bedrijven heen. Als de heer v. Dam de bedrijven nagaat zal hij tot de ontdekking komen, dat overal ge lijk bezuinigd is. De heer v. Dam zegt dat wanneer we aan het salaris van het personeel komen, wij aan het leven van hen komen. Spr. wil daarop antwoorden dat het Col lege niet dan met bloedend hart daartoe zal overgaan. De heer v. O s: Wordt de belasting dan verhoogd zonder dat het hart van het Col lege bloed. De heer Grunwald: De verhooging van de belasting treft alleen de beter ge situeerden. Verder heeft de heer v. Dam gezegd, dat we beter gas konden hebben. Spr. is daarin leek en hij zal daarop dan ook niet ingaan. De heer v. Dam zegt dat het moeilijk zal gaan posten te verlagen. Het College is daarvan ook ten volle overtuigd. Als er geen 2 cent van het gas afgaat, is het beter dat er 1 ct. afgaat, zegt de heer v. Dam. Het College heeft echter gemeend het gas met 2 cent te moeten verlagen. De heer Smits is begonnen met een motie neer te leggen, welke bewondering afdwingt. Spr. was blij, toen hij de motie van den heer Smits las. Toen echter de heer Smits begon te spreken, werd spr. dahrin zeer teleurgesteld. De heer Smits zegt dat hij het volste vertrouwen heeft in het College, doch meent, dat er nog wel wat met de cijfers te goochelen is. Wanneer de heer Smits echter vertrou wen in het College stelt moet hij ook ge- looven dat er met de cijfers van de be grooting niet meer valt te goochelen. Verder vraagt de heer Smits of de me- dedeeling van den inspecteur van de be lasting, dat het bedrag niet voldoende was, tijdig ontvangen was. Spr. antwoordt hier op dat deze mededeeling tijdig was inge komen. De heer Smits zegt: we moeten geen belasting verhoogen. De heer Grunwald vraagt dan echter gegevens, waardoor de belasting niet verhoogd behoeft te wor den. Ook over de C. B. heeft de heer Smits gesproken. Spr. behandelt dat liever bij de betreffende post-Centrale Boekhou ding. De heer Zondervan zegt dat de wethou der van financiën in toom is gehouden door den S. D. A.P.-er. Hiertegen pro testeert spr. beslist. Wij hebben samengewerkt en getracht met ons vieren het belang van de gemeen te te behartigen. De heer Zondervan heeft verscheidene gegevens verstrekt die onjuist zijn. Ook wat de 'verlaging van de Personeele be lasting betreft. We zullen wachten tot de heer Zondervan met oen goed voorstel komt. De heer v. d. Veer is ontstemd over de houding van weth. Grunwald. De heer v. d. Veer zegt: „de Gem. gaat op de flesch, is op de flesch. Ik weet het varken niet meer te waschen." Als er een beschul diging is M. d. V., die mij onaangenaam heeft getroffen, is het deze beschuldiging. De heer v. d. Veer zit in het grondbe drijf, dan had hij tijdig moeten waarschu wen: ga niet verder. M. d. V. de heer v. d. Veer zegt dat wij hebben te zorgen voor de belangen van het personeel. M. d. V., daar hebben wij voor gezorgd. Het spijt spreker, dat hij tegen den heer v. d. Veer moet zeggen, dat hij wat eer lijker moet zijn. De heer v. d. Veer moet weten dat wij alles voor onze gemeente doen. Hij wil toch niet meewerken de toe stand van ons personeel te maken als die bij het rijk. Als de heer v. d. Veer wil hebben dat de loonen van het personeel verlaagd wor den, laat hij dan met een voorstel komen, dan weten we tenminste wat we er aan hebben. De heer de Zee wilde geen 31/» loons verlaging van het personeel. Dit was niet anders mogelijk. De heer Bot zegt, dat het hem niet dui delijk is, waarop die 50.000 bezuinigd moet worden. De heer Grunwald ant woordt hierop, dat in onze begrooting niet dat perspectief is als in andere begroo tingen. We zullen echter alles doen om te bezuinigen. De heer Boon heeft in 1924 voorstellen gedaan om te bezuinigen. Hij wilde 81/' verlaging op het salaris. Hij staat hier dus naast de heeren Bok en v. d. Veer. Spr. dringt er echter op aan hierop niet te bezuinigen, omdat ook de commissie v. georganiseerd overleg het niet noodig oordeelde. De heer Schoeffelenberger heeft voor stellen ingediend, doch deze voorstellen raken kant noch wal. De heer Van Breda kan zich aan sluiten bij zijn collega Grunwald om een woord van dank te brengen aan die hee ren, die een woord van hulde brachten aan het College. Spr. moet beginnen met den heer Schoeffelenberger, die gevraagd heeft waarom hij niet in de commissie tot sa menstelling van het rapport heelt ge zeten. Dat komt M. d. V. omdat daarin alleen zitting nemen vertegenwoordigers van partijen. En de heer Schoeffelenberger met zijn compagnon vertegenwoordigen geen partij, doch een stelletje ontevrede nen in onze gemeente. De heer Schoeffelenberger gunt mij als nestor zitting in het College. Dit doet mij genoegen M. d. V., doch even daarna valt de heer Schoeffelenberger de samenstel ling van het College weer aan. M. d. V. de samenstelling van het Col lege is in overeenstemming met de ver tegenwoordiging. Ik geloof M. d. V., dat de heer Schoeffelenberger hier graag had willen zitten, doch dan M. d. V. was het niet de heer Schoeffelenberger geweest, die hij nu is. De heer Schoeffelenberger noemt het rapport ondemocratisch. Zou dit soms oo zaak zijn <jat de heer Schoeff. er geen plaats in gehad heeft. M. d. V., de critiek die de heer Schoeffelenberger voert is minderwaardig. Hij had dat eerder moe ten doen. 1 Spr. wil iets zeggen over de ingezonden nota van bezuiniging van den heer Schoeff. Een zeer eigenaardige nota M. d. V. Hij heeft eerst tegen den wethouder van P. W. gezegd, denkt er om, dat je van het onderhoud niets afneemt. En nu zegt hij M. d. V. in die bezuinigingsnota roekeloos, neem van alle bedragen maar een flink bedrag af. Spr. neemt het den heer Schoeffelen berger hoogstkwalijk dat hij als deskun dige zoo'n voorstel doet De heer Schoeffelenberger zegt, men geeft den directeur van P. W. een 400,— minder en dan zijn we klaar. Hij zegt, dat er van de waalklinkers ook nog wel 50.000 afkunnen. Er is echter al een groot aantal afgegaan. De bruggen wil de heer Schoeffelen berger verminderen met f 400, daarop heeit spr. echter al bezuinigd. De heer Schoeffelenberger zegt dat er op de begrooting 5200.salaris voor P. W. is uitgetrokken. Hij meent dat men het werk daar wel met een klerkje afkan. Ook dat M. d. V. is onmogelijk. Den heer Borkert is spr. dankbaar voor de lof die hij het College toezwaait!. De heer v. Os vraagt wanneer de goed- koope woningen nu eindelijk eens klaar zijn. De heer Schoeffelenberg heeft er ook schuld aan dat deze woningen nog niet gereed zijn. De zaak is echter gegeven aan de Wo ningstichting en zal spoedig behandeld worden. De heer Smits heeft zijn ontstemming te kennen gegeven, dat de verbinding tus- schen beide kerkhoven nog niet tot stand is gekomen. De heer Zondervan zegt dat ik ook een voorstel gedaan heb voor 81/» verla ging van het salaris. Dat is absoluut on juist M. d. V. De heer Zondervan heeft het gehad over den grondverkoop. Ik kan hem zeg gen dat er al verschillende stukken grond verkocht zijn geworden. Spr. kent maar een gemeente in het land, die geen verlies heeft op het grondbe drijf, dat is Delft De heele raad heeft meegewerkt aan het uitbreidingsplan. De tijd was echter niet gunstig voor het aan- koopen van grond. Spr. hoopt dat het verlies in afzien- baren tijd opgeheven zal worden. Spr. komt thans aan den heer Van der Veer, die spr. a faire heeft genomen. Spr. is dezelfde van vroeger gebleven, zoo als hij zal aantoonen. In 1923 deed spr. het voorstel tot bezuinigingsplannen; er kwam van het toenmalig College geen voorstel tot bezuiniging, en spr. stond al leen. Thans heeft epr. meegewerkt aan al'erlei bezuinigingen, vacantietoeslag is weg, 48-urige werkweek, enz. Vorig jaar is de hoofd, omslag al verminderd en spr. vond geen vrijheid het gem.-personeel thans nog verder aan te tasten in hun sa laris. De heer Bot vroeg naar de verbetering van het Havenhoofd. Waterstaat verbe tert hier niets aan, maar de zaak is nog in onderzoek bij P. W. De zaak is daar herhaaldelijk overwogen, maar zeer moei lijk te regelen, doch blijft in overweging. Onze auto-sproeiwagen rijdt er voortdu rend over, dus de grond is er overigens vrij hard. De heer Verstegen constateert, dat de gevoelens van den Raad wat meer ge- deprecieerd zijn dan in de eerste verga- daring. Spr. wil de pessimisten toeroepen de woorden van Jan Pietersz. Coen: „Ende desespereert niet!" De heer Van Dam: Maar Coen pakte de zaak aan De heer Verstegen; Juist en dat moeten wij ookHet spreekt van zelf, dat wij verschillende inzichten hebben ten opzichte van de wijze waarop wij de gemeentebelangen behartigen, doch wij kunnen zeer wel elkander de waarheid zeggen zonder elkaar te prikkelen. Nochtans kan het gebeuren, dat men toch eens afdwaalt en zich vergeet. Spr. meent, dat het College over de kritiek tamelijk tevreden kan zijn. Er is zelfs een protest gekomen uit den Raad tegen een uitlating uit de burgerij. Die uitlating over wanbeheer was niet bestemd voor het College, maar treft den geheelen Raad, die mede verantwoordelijk is. Spr. geeft daarom den heer Smits in overweging zijn motie in te trekken; het protest heeft geen weerklank gevonden in den Raad. De heer Sch. kwam terug op de alge- meene beschouwingen van verleden jaar. Spr. zal er niet diep op ingaan, dpch even zeggen, dat hij het eens is met wat de heer Geurts zeide, n.1. dat de kwestie van een wethoudersbenoeming een kwestie is van macht. Spr. heeft zich zeer beijferd hier een linksch College te krijgen, daar deze groepen het sterkst vertegenwoor digd zijn. Toen gezegd is: wij tellen rechts als één, hebben wij gezegd: dan zullen wij linksch ook als één beschou wen. En sloten dus de heersn 8eh. en Geurts niet uit. Wij wilden evenwel niet een College dat topzwaar was en vonden dus één soc. dem. wethouder genoeg. De heer Sch. heeft allerlei dingen naar voren gebracht, maar ieder democratisch regeerder weet, dat hij zoo min mogelijk de volkskracht moet aantasten. De op haaldienst is in 't belang van de gemeente en van de burgerij, ook de zweminrich ting. Innerdaad, er la water genoeg, maar dat beteekent niet, dat men zwem men kan. Om zwemmen te bevorderen 1b die zweminrichting in hoofdzaak be stemd. „Aanbesteding Reiniging", zegt de heer Schoeffelenberger. Wij mogen veronder stellen, dat, wat hij daaromtrent zeide, terdege is overwogen. Hij wil voor minder dan thans het bedrijf der Reini ging overnemen, zoodat de Gemeente er geen nadeel van heeft en het personeel minstens f 85.per week verdient. Spr. zal de aangelegenheid in het College ter sprake brengen en den heer Sch. in de gelegenheid stellen zijn bod gestand te doen. De heer Eyiders was benieuwd naar het optimistisch geluid van spr. Dat is nog volkomen hetzelfde gebleven; spr. verliest nooit zijn goed humeur, en gaat gsen moeilijkheden uit den weg. Men kan ze het best met optimisme overwinnen. De heer Eyiders werkte in mineur, en spr. zal hem daar niet volgen. Spr.iblfjft liever in de zon. De heer Eyiders handhaaft wat hij verleden jaar zei van de Arbeidsbeurs. De aanval was gericht op „Het Volk" waarop de Beurs geabonneerd was. Buiten „Het Volk" en de gemelde bladen worden nog 88 andere bladen gelezen, die gratis worden verstrekt. Alle bladen der Chr. Vakbeweging, verder R.-K., neutrale, socialistische, enz*. vakbladeD. Al die bla den worden ingezien om te zien wat er in de vakbeweging omgaat. Wat „Het Volk" betreft, dat is hèt soc. dem. orgaan, en geen enkele sociale instelling kan'er buiten, omdat „Het Volk" méér dan eenig ander orgaan de aandacht vestigt op arbeiders aangelegenheden. Spr. gaat daar nog uitvoerig op in. Wil de heer Eyiders het abonnement voor de Gemeente afschaffen, dan neemt spr. het voor eigen rekening en legt het blad ter lezing op de Beurs. Wat de'heer Bok zei is in den toon waarop deze heer jarenlang spreekt, nl. dat het Gem.-personeel in een bevoor rechte positie verkeert. Deze heer citeert uit de rede van Wibaut, die een anderen toon aansloeg als spr. W. heeft de loon- kwestie voor Amsterdam bekeken als magistraat, en het voor en tegen gewikt. En over dat prae-advies is te Utrecht vergaderd, waarop de Voorzitter zeide, dat de kwestie dieper ging en getracht zou worden een loonbasis te vormen. Maar een dergelijke uitspraak is voor soc. dem. niet bindend, dat zijn slechts de congresbesluiten. En wij overwegen, dat elke gemeente haar eigen autonomie en geaardheid heeft. En nu heeft de Miranda een brochure geschreven, naar aanleiding van de Amsterdamsche toestanden. Hij wil zich ten opzichte van deAmsterdamsche arbeiders verantwoorden. Hij zegt zelf, dat tegenstanders van zijn uiting gebruik zullen maken, maar voegt er bij, dat zij dan ook de sociale maatregelen van Amsterdam moeten navolgen. De h -er van Dam heeft gebruikt ge maakt van de gegevens in de Held. Crt. en zich aangesloten bij hen, die het met de gegevens niet eens waren van de „bevoegde plaats". De Held. Crt. heeft veel ingezonden stukken opgenomen van allerlei lieden, en Heijblok heeft het zeer juist gezegd, dat hij zich schaamde rijksambtenaar te zijn. Al die stukken in de Held. Cït. zijn anoniem; dat teekent al dadelijk hun waarde. Met ingezetenen zelf te debat- teeren onder allerlei voorletters is niet in den haak. We moeten bezuinigen, zegt de heer van Dam, op alle diensten. We zijn toch aan het bezuinigen De begrooting is toch met bezuinigingen samengesteld. Een goede bezuiniging kan worden ver kregen door een intensieve organisatie der bedrijven. Niet door wat van het salaris af te halen. De heer van Dam verwijst naar de rijkssalarissen etc. Maar niet één van zijn argumenten kan Bpr. tot de zijne maken. Daarvan zou het gevolg zijn, dat als wij een slecht jaar hadden, de loonen omlaag gingen en bij een goed jaar omhoog. Dat kan ook een particulier bedrijf niet doen. Ook wil spr. niet de indexcijfers voor loonnorm geldig makende arbeiders zijn niet aansprakelijk voor de daling en stijging der indexcijfers. Als men ze aan vaarden wil, moet men begrijpen, dat op het oogenblik een stijgende lijn is. Is dat nu een argument: Ik heb ver laging, dus gij ookHet is ook nog zeer de vraag of een goede vergelijking met de rijkssalarissen de conclusie wettigt, dat de gem.salarissen zoo hoog zijn Er was toch een tijd, dat de salarissen van het rijkspersoneel zeer hoog waren. Is er één gemeente-ambtenaar geweest, die gezegd heeftMoeten wij dat betalen of die hen dat misgunde En wie voelen zich het eerst geroepen tot zeggenNu het gem. personeel omlaag Het zijn niet de laagst gesalarieerden die dit zeggen. Er zijn bovendien ambtenaren, die zelf niet eens precies weten hoe hun regeling is. Spr. heeft allerlei menschen gesproken, en het is een chaos bij het rijk. Spr. geeft verschillende vergelijkingen tusschen rijks- en gemeentepersoneel. En op het oogenblik is het rijkspersoneel in nog iets beter conditie. De heer van Dam: Ik begrijp niet, dat die menschen dan nog bezwaren zouden maken. De heer V e r s t e g e nHet is een bewijs, dat ze vroeger nog veel hooger salarissen hadden. Bovendien zijn er allerlei factoren die op de salarissen inwerken. Een vergelijking is ondoenlijk. Spr. geeft toe, dat het verre van prettig is als men hen zooveel ontneemt, maar rr 'TTffl-tfrrTiMM in geen geval mag men de verlaging afhankelijk maken Van de rijksverlaging. Ook mag men niet de toestand van de gemeentekas laten gelden. Slechts de macht der organisaties bepaalt do grootte van het loon, en als er meer oenheid was geweest In de verschillende orga nisaties zou van verlaging geen sprake zijn geweest. Nog een enkele opmerking aan het adres van den heer Van Dam. Deze heeft twee M". gas aan calorische waarde ge lijkgesteld met 1 L. petroleum. Dat is zoo, maar men moet dit niet zoo letterlijk nemen. De heer Van Dam heeft slechts gelijk indien geen warmteverlies op de petroleumstellen plaats had. Praktisch staat 1 L. petroleum gelijk met 1 M'. gas. Men moest dergelijke technische kwesties niet in den Raad bespreken, daar ze aanleiding geven tot misverstand bij het publiek. De heer Van Dam heeft nog iets over de gasfabriek gezegd. Hij wilde gisteren avond den gasprijs met 1 ct. verlagen en dan het gas beter maken. Vóór den oorlog hadden wij gas van 5000 calorieën. Thans schommelt het rondom 4000. Dat is niet alleen hier, maar in alle grooteré steden. Dat heeft de oorlog geleerd, toen men aangewezen was op bezuiniging. Bij de begrooting 1925 is een gascon- sumptie geraamd van 3.335.000 M3. De totale lasten zijn als volgt Totale lastenf 478.306. Opbrengstencokes, cokes- gruis, teer, sulfaat, grafiet, sintels, afgewerkte ijzer aarde, metérhuur.werk voor derden, enz. 86.589. Werkelijke lasten f 891.767. De kostprijs per M3. gas wordt dus f 391.767.—3.335-000.— is 11.7 cent. In de begrooting was oorspronkelijk een ver koopsprijs van het gas vastgesteld als volgt Licht en kookgas: 13 cent per M'. Muntgas: 14 cent per Ms. Daar deze prijzen dus hooger waren gesteld dan de kostprijs, kon een winst van f55.103, worden gegarandeerd. Vol gens het nieuwe voorstel zullen de ver koopprijzen worden vastgesteld ais volgt Licht- en Kookgas 11 cent per M3. Muntgas12 cent per M3. Motorengas8 cent per M3. Oogenschijnlijk zullen deze nieuwe ver koopsprijzen niet den kostprijs kunnen dekken. Wij vertrouwen evenwel, dat het debiet eenigszins zal toenemen als ge volg van de gasprijsverlaging, zoodat de kostprijs alsdan niet hooger zal worden dan 11 cent per Ms. en daar het muntgas toch verkocht wordt ad 12 cent per M\, zou er alsdan toch nog een kleine winst overblijven. Wordt de calorische waarde evenwel verhoogd tot 5.000 calorieën, dan gaat het debiet achteruit, omdat men dan voor kookdoeleinden kan volstaan met minder gas dan de tegenwoordige gebruikte hoe veelheid. Per ton kolen wordt alsdan 300 400 M3. of 75 7n van de tegenwoordige productie bereikt. De totale gascon- sumptie zal dan worden 0.75 X 3.335.000 M3. is 2.501.250 M\ De kostprijs van het gas wordt dan als volgt f391.767, 2501250 is 15.7 cent per M*. De prijs van het gas zou dan minstens 16 cent per M\ moeten worden en niet 12 cent, zooals door den heer Van Dam wordt voorgesteld. Volgens de voorstellen van B. W., zullen de consumenten dus 4050 calorieën verkrijgen voor 11 cent of 2.71 cent per 1000 calorieën. Wordt de gasprijs op 16 cent per M3. gesteld en wordt hiervoor 5000 calorieën gegeven, dan bedragen de kosten per 1000 calorieën3.10 cent. Afgezien van meerdere bedrijfskosten, welke nog extra noodig zijn voor het produceeren van gas van 5000 calorieën, is het dus voor de consumenten voor- deeliger om gas van 4050 calorieën te gebruiken voor 11 cent per M*., dan gas van 6000 calorieën voor 16 cent per M3. Deze hooge kosten bq mindere productie worden natuurlijk hoofdzakelijk veroor zaakt door de enorme hooge vaststaande bedragen voor rente en afschrijving. Wil men per sé de calorische waarde van het gas verhoogen, dan zal de geheele be grooting moeten worden herzien omdat het rendement per ton kolen dan be langrijk verandert. Spr. heeft al gezegd, dat de begrooting goed is samengesteld en er niet aan te tornen is. Trek uw voorstel in, zegt spr. tegen den heer Schoeffelenberger. Wat hij zegt, is democratisch fout. Het zui verst zou zijn als geen indirecte belastingen behoefden te worden geheven. Spr. ontraadt ernstig het voorstel van B. en W. te verwerpen. De thans voorge stelde methode iH de eenige, waarmee wfj onder de voeten krijgen. In de oorlogsjaren is hier te weinig belasting betaald en dat wreekt zich. Een zoo sterke vermindering konden wij niet voorzien, het Gemeente bestuur treft in dezen geen blaam. De Voorzitter merkt op, dat er voor hem weinig te beantwoorden over blijft. Een paar punten slechts wil spr. behandelent Opvoering Allerzielen. Dat spr.'s hou ding ontstemming wekte, is hem niet aan genaam, maar hij wil den heer Van Os opmerken, dat z. i. op meesterwerken van zoo groote waarde art. 188 der Gemeente wet niet moet worden toegepast. De opvatting van de Katholieken in Apeldoorn, die adhaesie hechtten aan de vergunning tot op voering, is spr. sympathieker. Op de politie zal spr. niet verder ingaan. Vorig jaar heeft spr. gezegd, dat het prestige van de burgemeester ongeschokt moet blijven bij de vervulling van dezen rijkstaak. Anders kon de gemeente wel eens in de positie komen van de kikkers, die een koning wenschten en een ooievaar kregen. Ook door spr. wordt de toon veroordeeld, die in het ingezonden stuk tegen ee.i besturend college wordt aangeslagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 7