DE i REIS-INDRUKKEN. „Waar Maas en Waal te samen vloeit En Gorcum rijst ven ver. Daar, ln één der achterstraten van dat oude, historische stedeke Gorkum, dat zich als 't ware spiegelt in dien breeden Merwedestroom, woont „oome Dirk'*... die oude zalmvisscher. Leuk.als je dien gezelligen prater hoort vertellen van de eigenaardige vangst op onze groote stroomen.de zalmvis- ■dherij. Dan schuift ie zijn „slaatjen" eens even terzij, de ouwe oogen van den 84- jarige beginnen weer te glinsteren en hi, begint: „Meer dan zestig jaar heb ik aan saimvisscherij gedaan, dtus ik weet er van mee te praten. Mot uwes hooren: „Met m'n 10e jaar, as kleine jongen, zat ik al op het „luurpêrd1"." „Luurpérd? wat Is dat?" „Zal ik u zoo meteen vertellen van de heele viascherij, want daar komt Je wat bij kijken; dat is geen kwajongens werk. Een jaar ol vier geleden heb ik de leste gevangenreken nou zeivers, maar eens uit, hoe lang of ik op en bij de ri vieren heb gescharreld. Toen was k tachtig en zeien ze: „Ga je mee, oome Dirk?" „Waarachtig wel," zeg iken we kregen d'er nog een en een goeie.van 24 pond. Hoe was ie? De laatste jaren heb Tc nog een „hortje op een sleepboot gevaren, maar anders al- tijd aan de vlsscher]j. Maar nou wou uwes weten, hoe dat ln z]jn werk gaat Goed.luister maar.en dan zal k het ook wel wat op een papiertje teeltenen. Heeft uwes een stukke en een potllood? Krek zool Nou dan!.Een Jaar of tien geleden had je hier boven die stad in de Merwee soo'n merakel groote „plaat" liggen, die noemde ze de „galgeplaat". Zoo'n zand bank in de rivier begrijpt u. Hou.daar werden met de pont de pêrds (paarden) naar toe gebracht, want die heb je er bij noodig natuurlijk om aan de lijnen te trekken. En ook het sleepnet, de „zegen", moet naar de plaat en de groote roeiboot. Dat net heet de zalmizegen en die zit vast aan een groote sterke lijn van zoo'n 800 vaam lang. Nu <iu gongen we met die luurlljn zoo heet dat lange touw, hooger aan: de ri vier op. Als dan de zegen er aan vast is en we benne ver genoeg de rivier op, dan gaat er een ton over boord en roeien we met de zegen in de boot de rivier in om hem „uit te zetten". In die boot zitten zes man: 4 roeiers aan de riemen, een steen reepgast en een uitzetter. Er zitten steenien aan 't net en die moet de steenreepgast er uit gooien in de ri vier. En de uitzetter gooit langzamerhand de zegen met de kurken overboord. Zoo besla je schuins weg de rivier. Aan die groote lijn, waaraan 't net zit komt nu een pêrd, dat heet het luurpêrd en daar zit een jongen op, om t pêrd aan te zetten, om zoodoende het net langza merhand weg te trekken. Daar is dan de baas bi} en die schreeuwt alsmaar „harder rijen" „zachter rijen" die commandeert de luurjongen. Ais de zegen eindelijk goed ligt, dan wordt ie met ankers vastgezet en nou moet het net „opgekort" (ingehaald) worden. Aan 't andere eind: van de zegen is ook een lijn met een pêrd en die trekt de zegen ook dwars naar de ^Taat toe, zoodat het groote net langzamerhand naar Je toe komt. Dat „opkorten" moet met de handen gebeuren. Op dat andere pêrd zit ook een man: dus je bent met zoo'n negen personen en een jongen. Of die zegen groot ls? Nou.wat dacht je.die la ook wel een 200 vaam lang. Heeft uwes het nu goed begrepen?. De zatmzegen komt nu met de stroom mee naar de plaat toe, en de pêrds hel pen mee, om hem ln de goede richting te trekken. Want dat is een aparte kunst Ik ken de zeg$n wel zoo trekken, dat je niks vangt Maar als 't goed gaat.en wfl maar steeds Inkorten.dan gast de visch naar achteren. Dat moest je alen in den goeien tijd1: elf en ■k Ben dfetr vaak genoeg bij geweest, dat we zoo'n 700 koppen (vissollen) hadden. meest elft natuuiiijk. Die wegen zoo wat •en pond of vier, vijf, zes. En dan had je d'er meestens een stuk of twee, drie zalmen bij.... maar elke trek bad je geen zalm natuurlijk. En dan deden we op een dag zoo'n 26 trekken met de zegen. En jaar of' tien geleden hadden we op de ^Galij" nog 45 zalmen op één dag, daar was er ééntje bij van veertig pond. Jong. dat was een baas. Zoo gemiddeld wegen ze een 18, 20 tot 24 pond. Als nou de visch er is ln de zegen. dan raapten we de elft met de handen, maar de zalm, die möt je scheppen roet een groote beugel met een net er aan. Want die benne wat mann in t water. Maar ze vangen se niet alleen met de zegen.we doen het ook met de drijf netten. Maar dat moet in den nacht gebeu ren. Want overdag zien ze de netten en dan lloopen *e er niet op. Met de drijfnetten ben je met z'n tweeën in de schuit Ja.dat ls wel eigenaardig met die saimvisscherij. Ze moeten de zegen zien. maar de drijfnetten moeten ze niet zien, anders krijg je ze niet Want se benne vlug meneer. We hebben t wel geprobeerd met een kleine zalm. Die bonden we dan een touw tje aan zijn staart met een kurk er aan: dan kon je altijd zien hoe of ie 't deed bij het net Aan dM kurkie kon je altijd zien, waar ie terecht kwam. En dan imM j'em zien wegschieten. Zé- hard. merakel! Ze kenne vört as een kogel uit «en osweer. Maar sooakelk uwes «u sast da moeten ze 't net zien, als t water „wit" is (niet helder), dan hoel je met de zegen niet te trekken. Voor de zalmvisscherij heb je twee „teelten" (vangtijden): de zomerteelt en de vinterteelt Die zomerteelt is zoowat ln de maan den Mei, Juny en July, maar dan zijn ze niet zoo groot Dat noeme ze Meiaalmpiea die wegen zoowat 10 tot 15 pond. De winterteelt loopt zoo ongeveer van November tot Mêrt (Maart) toe. Dan ginge we zoodra 't donker werd met de drijfnetten de rivier op. Zoo vroeger, dan voirg je nog wel d'ereis van die knapen van zoo'n goeie veertig pond of me dat knapen benne. Soms ken je ze met de band krijgen, als ze heel stil zijn. Maar als ze willen, dan zijn ze wat mans. Dan sla je se met een haak in den rug. En lekker dat ze benne.nou fijn. De rijke hii, die motte ze „krimp" hebben, dat noeme ze „krimpzalm". Als ie „krimp" is moet ie levendig gesneden worden. Maar wij hebben ze liever vet As ie dood is, dan wordt ie pas vet We hebben d'er wel eens een op de plaats geslacht en dan lieten we hem zoo drie dagen en nachten onder 't zand liggen. Dan tegen den morgen haalden wij 'em op. Maar jongof ie dan vet was. Dan is ie veel malscher. Ja zeker.erg duur is ie. De vorige week is er nog «en verkocht voor 8.60 het pond on dan zat er nog een gebrék aan: dat zal "k u zoo meteen vertellen. Maar de laatste jaren wordt er bijkans niks meer gevangen aan zalm en elft Tegenwoordig zie je ee niet meer: elft ook niet Dat komt door de kuilers lager op. Die vermoorden met die netten bij kans alles. Daar aan de Moerdijk vangen ze al die kleine vischjes maar weg, don loope ze d'er soms maar dwars doorheen door die mooie jonge beesles. Dan werd je valsch op die lui. Die kleine vlschles noeme ze sprot De zalm en elft komen eigenlijk uit de zee en vandaar zoeken ze de rivieren op het zoete water, om daar kuit te schieten. De zalm houdt van stroomend water: hij moet kunnen „trekken". Hoe barder weer en sterker de stroom, hoe beter. Als de wind Noord-Oost is en „'t tij loopt flink af (als 't water krachtig naar zee stroomt) dan komen de zalmen juist de rivier opzetten. Maar zooals k zei, je ziet ze de laatste jaren bijkans niet meer. Ze wille wel be weren, dat ze tegenwoordig een andere koers nemen en onze rivieren niet meer opkomen. Zoodoende beteekent de zalmvisscherij de laatste jaren niks meer. Er zijn teelten geweest, dat er maar een stuk of acht ge vangen zijn. Daar straks heb Tc uwes verteld van die zalm, die een gebrek had. Dat komt zoo: Daar aan den Moerdijk en verder op, daar heb je de zeehonden en de zeekatten (otters). Vooral daar aan de Willemstad daar heb je ze bij hoopen op die platen. En die loeren op de zalm en de elft Jonge, jonge, wat kunne ze d'er achter jagen, 'k Heb wel eens zoo'n zeehond half boven water zien komen, dan was ie met zoo'n groote zalm aan t vechten om em dood te maken. Maar ze krijgen ze niet allemaal, want de zalm is ook vlug. Dan gebeurt het dat ze he malleen maar een knauw kunnen geven, dan bijten ze d'er een stuk uit dat dan later weer geneest Dat zie Je, as je ze later vangt: dan benne ze gehavend. Maar jonge, jonge, die zeehonden en zeekatten vermoorden er wat Vroeger mocht Je op die roovers jagen; dan kreeg je drie gulden voor zoo'n dooie zeehond! als premie. Ook een paar bruinvissohen hebbe we d'ereis met de zegen gevangen. Dat benne ook knapen van zoo'n zestig pond. Die moeite zoo ln H water 'boven komen oen ucht te happen en dan blazen ze t water uit de neusgaten naar boven, t Benne an ders heel mooie beesten. Ja, manheer, zooals k u zei, de vangst is niks meer gedaan. En rijk ben ik er niet mee gewonden. BJj de zalmvisscherij ls alles verdeeld. De baas krijgt een derde deel van de vangst en 't andere wordt on der de mannen gelijk verdeeld en de paar den hebben elk ook een deeL Maar ais knecht blijf je arm. Nou hen ik al 84 en mijn vrouw wordt acht en tachtig. Oud benne we samen en zoo moeten we d'r rondscharrelen. Met ons beiden vijf gulden ouderdomsrente en dan vier gulden er bij van 't armbestuur, daar die ondersteuning gaat weg aan huur, fonds, waterleiding en kolen. Dat dan houdt je vijf gulden over om verder van te leven. Ja, rijk benne we niet geworden, al heb k meer dan zestig jaar gevischt Oud. en arm, meheer!".D ZIJN MEENING. (Excelsior). HET MANNETJE IN HET WEEB- HUISJE. (Le Rire). Wat sta jij daar zoo te glunderen, kleine rakker? Moeder zegt altijd: Als 't weer mannetje ln zijn huisje gaat, dan komt er gauw regenNou sta ik te wachten of hij eerst in zijn huisje gaat als 't be- int te regenen of dat hjj eerst ln z'n ulsje gaat «n dat 't dan begint ta rege nen ziet I HeerMaar ober dat ls nu wel wat 'n schandaalDaar heb ik nou notabene voor groente de kapitale hoeveelheid van zeventien erwtjes... Ober: Het spijt me mijnheer Maar ik dacht dat iemand van uw stand zich niet zou verwaardigen die erwtjes op zijn bord te tellen. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? De razende dood. In dén Staat New York alleen zQn ln het jaar 1928 door middel van Motor-on gevallen ruim 2000 menschen gedood en meer dan 40.000 gewond. (Tribune). Hef „Boeren" ln Engeland. Het Heereboer spelen ln de Engelsche landen is een van die eigenaardige buiten sporigheden, die zeer geliefd schijnen te zijn bij rijke mannen, die er erg bang voor zjjn ook rijk te zullen sterven.I (Lord Dewar). Van kwaad tof erger. De indertijd zoo gevreesde Tiende Pen ning van den hertog van Alva, dat was nog maar 'n onbeteekenend peulschilletje vergeleken bij wat wij moderne menschen tegehwoordig te slikken krijgen. (De Bedrijfsorganisatie). thrlsteUJke „eens-gezind-held". Te Hilversum, een plaats van 88.000 in woners, waarvan er volgens eigen opgave 6200 zonder bepaald kerkgenootschap zijn, zijn niettemin volgens de officieele statistiek niet minder dan.66 gezind ten vertegenwoordigd. (De Standaard). Waarom? Het zou er in de tegenwoordige wereld vrij wat beter uitzien als een ieder, die den leeftijd! van 21 jaar bereikt had eens 'n paar weken in de gevangenis moest zitten. (Miss Penrose op een vrouwen- vergadering te Londen). Nog geen Amerika! Tengevolge van de nieuwe drankwet, welke na den oorlog in België in werking is getreden, zijn er in dit land sinds 1920 80.000 herbergen verdwenen. Er hieven er echter ln totaal nog soo ongeveer.200.000 over. Dat is gemid deld een herberg op de 88 inwoners. Hier bij is dan dé waard niet mee gerekend, ofschoon deze ln dé meeste gevallen wel tot den besten klant mag worden gere kend. (Le Soir). Da haastige tijd. In het vorig jaar zijn ln Parijs in de Metro" en op straat meer dlan 5000 para plu! es verloren. In de trams en omnibus sen bleven er meer dan 6000 achter. In totaal precies 11.145 stuks. En dit zijn dan de schermen, die niet door een eerlijke vindér dadelijk zijn mee genomen naar huis wat natuurlijk ook voorkomt Van de 1U.45 parapluies zijn er ln "t geheel slechts 5082 weer opgevraagd! (Le Temps). De «holdings-ring. Het allernieuwste op het gebied van de huwelijkasoheiding in het land van de scheiding (Amerika) dat is de scheidings- ring. Hjj ls vooral ln SanFrancisoo erg in zwang. De ring is van goud met een' zin- nebeeldlgen gebroken boog van Cupido. Deze boog is met steentjes versierd. Hij wordt gedragen aan den pink van den linkerhand. Bij elke nieuwe scheiding wordt er een steentje bij gezet! Een bekende gescheiden vrouw te Ban Francisco beweert dat zij de eerste is ge weest, die dézen ring gedragen heeft en dat zij ook reoordhoudster is van het aantal steentjes. (Observer). Het heil vsn de grammofoon. In de staatsgevangenis van New Jersey zijn twee neger» terecht gesteld. Op weg van de gevangenis naar de eleotrische stoel speelde een nieuwste modél Edison die meest stichtelijke wijsjes. Dit was om de zenuwen van de gevan genen te kaiimeeren. In den staat New York wil men nu nog verder gaan en aan den ter dood veroor deelden misdadigers den avond voor de terechtstelling een komische doen vertooMK. <M«sr Yosfc Hsrsld). kleinigheden. Men krflgt moddervlekken uit zwarte hee- renk leeding, door de vlekken met een door gesneden rauwe aardappel ln te wrijven. Om roest van een mes of van een soort gelijk voorwerp te krijgen, steekt men het met de vlek in een ui en laat het zoo een uur staan. Daarna polijst men het op de gewone manier. De lucht van gekookte uien krijgt men uit dé pan door deze -na het gebruik met kokend water te vullen en daarbij een heeten sintel uit de kachel te gooien. De azijn, die in den zomer van de kom kommers of augurkjes overblijft kan uit stekend gebruikt worden in haché van vleesch of nieren. 'Worteltjes krijgt men heel goed schoon door ze te wrijven tusschen een schoonen witten doek waarop men zout gestrooid heeft. Ze behoeven dan niet meer geschrapt te worden. Bloemvazen met een nauwen hols worden goed schoon gemaakt door er warm water lm te gieten en daarbij wat koffiedik, wat zand of wat krantensnippers te doen. Dit haalt het vuil geheel van de binnenzijde van het glas. Wanneer Iets op de kachel of op het gas stel overkookt, bjv. In hoofdzaak melk, strooi dan dadelijk zout op de overstroomde plek. Dit houdt het ontstaan van vlekken tegen en voorkomt het verspreiden van de akelige brandlucht door het huis. De voorbeeldige echtgenoot Is Jansen wel aardig tegen zijn vrouw? rlig? Hij ls gewoon voorbeeldig! ze Bridge spelen, dan biedt hij nooit tegen zijn vrouw opl Dat deed hg. Heb je last van Indigestie? Dan weet ik raad. Dan moet je lederen morgen een top warm water drinken. Och man, dat doe lk al maanden lang. Maar mijn kostjuffrouw noemt het thee! Erfelijkheid. Au Geloof jij dan aan die erfelijkheids theorie? B. Natuurlijk. Ik moet er wel aan ge- ooven. Ik ben getrouwd met de dochter van een rechter. En het gevolg ls dat mijn vrouw me voortdurend de wet voorschrijft Ze kan het niet laten! Zelfs dat niet veeL Joris: Haar verloofde ls een van d menschen die veel meer geld hebben, dan verstand, geloof ik. Angeniet: Dat is zoo.Maar daaruit moet je niet ooncludeeren, dat hij nu wer kelijk echt veel geld zou hébben hoor. NOG EEN VERHAAL VAN EPAMINONDAS. (De vorige week heb jullie zeker wel gelezen, hoe de grappige kleine neger- ongen een cactus had, die er slap en akelig uitzag. Epaminondas was bang, dat z]jn plant dood zou gaan en zijn moeder stuurde hem naar den tuinman Rasmus. 2paminondas sprak met Rasmus over het weer eni over Rasmust vrouw en kinde- renen over Epaminondas' Jonge poesjes, Inondas* tot Rasmus vroeg, waarvoor Epami moeder hem gestuurd had!) „Moeder heeft me gestuurd om met u e praten," antwoordde Epaminondas De oude tuinman glimlachte en zei: Wel mijn jongen, we hebben nu gezellig samen gepraat Goeie middag!" e middag, mijnheer Rasmus," ant woordde Epaminondas. Hij stapte van den kruiwaagen af en wandelde naar huls. Toen hij thuis kwam vroeg Moeder: ,Wel, ben je bij mijnheer Rasmus ge weest?" „Ja, Moeder," antwoordde onna kleine vriend!. „En heeft hij je verteld, wat je met je cactus moet doen?" „Nee, Moeder!" zei Epaminondas. „Niet?" riep Moeder verbaasd uit „Ver telde hij je niét, wat je met je plantje moet doen?" „Nee, Moeder. Misschien wist hij niet dat ik een cactus heb." „Lieve help, Epaminondas! Heb je dien tuinman dan niets gevraagd over je cac tus!' nocdaa schudde zijn hoofdje, aar héb ja daa over e*praat?" Bpamii „Waar „Over mevrouw Rasmos en over stJn kinderen en over het weer en over ome jonge katjes. „O, Epaminondas, hou op, riep Moeder lachend uit ,Jk heb je toch naar mijnheer Rasmus gestuurd om te vragen, wat je met je plantje moest doen. En nu hou Je hem met nuttelooae praatjes van zijn werk!" „O, Moeder," iel Bpamlnondas nu. „Ik wist heusch niet dat ik over mijn cactus moest praten. Ik dacht dat ik met hom moest praten zooals anders wél eens, als er visite ls. U zei: „Ga eens niet mijnheer Rasmus praten." „Je bent toch een klein domoor, zet Moeder lachend, terwijl ze haar Jongen kuste. „Kom, dan gaan we samen naar mijnheer Rasmus." En nadat de tuinman t nr tel ijk gelachen had, om wat Moeder'hem vertelde, legde hij Epaminondas precies uit, hoe hij zijn planje moest «behandelen, om het weer beter te maken en te laten bloeden. RAADSELS. Oplossingen der L De letter N. H Reiger e b e r t Inkt g i l l r Goede oplossingen van belde raadsels ontvangen van: W. en O. A.; H. J1. en B. Ad J- en B. v. A.; B.; J. B.; T. B.; J. B.; M. O. B. C. B.; P. O. dé B.; D. B.; L. B.; J. B. M. B.; W. B.; K. ter B.; R en M. B. R. v. B.; A. de B.; 8. O.; O. A. en M. A. D. G. en J. D.; A. en H. D.; T. D.; D. en V. D.; O. v. d. E.; O. E; A. E; M. F. A. v. G.; A. de G.; A. H.; J. en W. H.. A. en M. O. H.; O. H.; G. H.; M. H.; O. de H.; J. H.; G. H.; M. J.; A. M. J.; M. TL W. en G. K; S. de K; L. K.; Tj- en O. K. G. K; N. E; A. en A. K.; W. E; M. L. O. G. v. M.; N. en M. M.; H. M.; O. en M. M.; D. N.; T. O.; J. P.; O. v. d. P. A. H. P.; J. P.; T. G. v. P.; M. R.; A. R P. J. R; O. J. en J. R; W. en J. 8.; M. E S. en A. E; T.; B. en D. T.; R en O. T. W. dl T.; Jw v. W.; G. W.; A. en Cl de W. M. W.; A. IJ.; J. O. Z.; T. v. E Nieuw raadsel Ieder land heeft een 1, 2, B, <L In moeders naaidoos ls wel een B, II, 16, 18. Bij 't vissohen gebruikt men 10, IA 7. 11, 16 is de le lettergreep van een groote stad. 9,10,1112 is een voedsel Brand geeft een 1,18, IA 11 Vast is niet 8,16,17. Elk wiel heeft een 8,18. 6, 8, 7, 8 1b een groot gebouw. B]j 't eten gebruikt men een 28, M, M, 19. 27, 24, 20 is een herkauwend dier. 25, 21 is een persoonlijk voorn aam woord. 6, 28 ls laag water. 7, 26, 27 is een klaedingstuk. 8, 28, 24, 26 is lang niet recht. Een 19, 20, 21, 22 -behoort bij dfce boerderij. Een 80, 61, 82 ls een vrucht. De 88, &A 85, 86 is een vijand van den landman. 81, 84, 87 ls het tegenovergestelde van niemand. Welk huis heeft geen 82, 65, 68, 40. Moe heeft niet graag een B6, 89, 41, 48 op de meubels. Een 43, 44, 46, 46 la een water. Een ander woord voor „kijk" ia 61, 52, Bk Grootje is een goede oude 47, 48, 40, 50 54, 55 ls een lidwoord. 47, 44 is een persoonlijk voornaam woord. 51, 48, 45 eens naar de lucht Een 54,52,49,40 heeft evengoed gevoel als een mensch. BiJ den grutter haalt men 50, 65, 61, BOL 67, 69, 68 ls een tuingereedschap. 58, 69, 60 is een familielid. 01, 62, 68, 64 ls niet vriendelijk. Ben 66, 67, 68 keert het water. Een 60, 67, 88 keert het water. Beter een 69, 70, 71 dan een gat In de kleeren 72J',ia een toilet-artikel, dat leder noodig heeft Wie met een 75, 70, 77 speelt doet skh Een andere naam voor een klein paan! ta 78, 79, 80 Ben 81, 82, 88 ta een vogel 01, 67, 74, 79, 84 is niet alleen. 62, 68 is een boom. 00, 64, 69 is een visch. Een 60, 78, 78 heeft elk huls. 66, 70, 75, 82, 88 dragen alle imrmnTi— (en sommige dieren ook). Een 71, 7<l, 88 is een schriffmeiteriaaL Onze hond heet 80, 85, 89. 84, 86, 86, 87, 88 zijn vruchten. 86, 90, 92 is een deel van een boom. 89, 90, 91 is moede. 81, 87, 91 is oen lidwoord. doos Qk I Op een 87, 88, 89 laadt men steenm. Een ander woord voor moe is 40, 4L 60, 81 is een noot (muziek). pijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 14