1ELDERSCIE COURANT
„DUINOORD"
IVIEY's
papierlinnen
VIERDE EN LAATSTE BLAD.
BINNENLAND.
Herman Nypels
VAN ZATERDAG 7 MAART 1925.
De prQzen-wmtrole-cammlsKie.
De heer Staalman heeft den Minister
van Arbeid!, H. en N. de volgende vragen
gesteld:
Is het Juist, dat tusschen den Minister
van Arbeid, H. en N. en vertegenwoordi
gers der S. D. A. P. en het Ned. Vakver
bond besprekingen zijn gevoerd! betref
fende het instellen eener commissie tot
controleering van de prijzen van allerlei
levensmiddelen?
Zoo ja, wil de Minister dan hieromtrent
nadere mededeelingen doen?
Begrooting Buitenlandsche Zaken.
Verschenen is de Mem. van Antw. op
het Voorl. Verslag Eerste Kamer nopens
de begrooting Buitenlandsche Zaken. Over
het protocol van Genève wordt gezegd, dat
in verband met de weigering van Enge
land, een afwachtende houding voor Ne
derland geboden is. Over de verhouding
tot België deelt de minister mede, dat de
gedachtenwisseling, geopend na het on
derhoud met den Belgischen minister van
Buitenlandsche Zaken, tot dusver een be
vredigend verloop heeft.
Het Ingetrokken voorstel-Van Dorp.
Het Haagsche Correspondentie-Bureau
meldt:
Mej. Van Dorp heeft, naar zij ons
schrijft, afvoering van de agenda van
haar kiesrecht-ontwerp verzocht, omdat
haar gebleken was, dat de kansen op aan
neming buitengewoon gering waren, en
omdat zij de zekerheid had, dat binnen
kort van andere zijde een ontwerp, dat
meer kans op den bijval der Kamer heeft,
zal worden ingediend en de zaak dus aan
de orde gesteld blijft, terwijl in deze om
standigheden het in openbare behande
ling nemen van haar eigen ontwerp de
kansen op een spoedige behandeling van
het nieuwe ontwerp slechts zou kunnen
campromitteeren. Het belang der zaak
eischte daarom haars inziens een terug
nemen van haar ontwerp.
Het Amsterdamsche meelbeslult.
Ofschoon gemeld werd, dat Ged. Staten
van Noord-Holland hun goedkeuring aan
het Amsterdamsche meelbesluit van 16
Jan. J.1. hebben onthouden, is de desbe
treffende officieele mededeellng nog niet
in handen van B. en W. Dit laatste vindt
daarin zijn oorzaak, dat volgens art. 198
der Gemeentewet het besluit met redenen
moet zijn omkleed.
Het Hbl. verneemt, dat de weigering
der goedkeuring wordt gebaseerd op de
groote onzekerheid der financieele gevol
gen voor de gemeentekas, indien de raads-
beslissing zou worden uitgevoerd.
De Gemeentewet schrijft eveneens voor
(art. 200), dat binnen 80 dagen na de dag-
teekening der beslissing van Gedeputeer
den het gemeentebestuur in beroep kan
komen bij de Kroon. Alvorens daartoe te
kunnen overgaan, is echter een raadsbe
sluit noodig. Waarschijnlijk zal in een der
op 25 Maart a.s. te beginnen raadszittin
gen een daartoe strekkend voorstel in be
handeling komen.
In de met redenen omkleede beslissing
zeggen Gedep. Staten o. m.:
Gehoord1 de gemachtigden van het ge
meentebestuur en van reclamanten, in
hunne openbare vergadering van 4 Mrt. jl;
Overwegende, dat bij de, wederzijds er
kende, volslagen onzekerheid ten aanzien
van de, toekomstige prijsbeweging van de
tarwe, geenszins als zeker kan worden aan
genomen, dat het gemeentebestuur van
Amsterdam bij machte zal zijn een even
tueel verlies op den aankoop van bloem
voor een ongelimiteerd bedrag te beperken
tot 800.000;
Overwegende, dat ddt bezwaar voor de
gemeentefinanciën te meer klemt, nu de
urgentie alléén voor de gemeente Amster
dam van een maatregel, als met het raads
besluit van 16 Januari j.L bedoeld maat
regel die in tijden van crisis op dien weg
van de Rljksregeering liggen zou geens
zins zóó onomstootelijk is komen vast te
staan, dat het oog gesloten kan worden voer
de onmiddellijke gevolgen, die de maatregel
waarschijnlijk hebben zou voor de bakkers
der aan Amsterdam grenzende gemeenten,
alsmede voor de* consequenties van verdere
strekking, die daaruit voor and-re gemeen
ten in de provincie Noord-Holland en daar
buiten kunnen voortvloeien;
Gelet op artikel 214 der Gemeentewet;
besluiten:
goedkeuring te onthouden aan het boven
genoemde besluit van den Raad van Amster
dam van 10 Februari 1926, tot het doen van
af- en overschrijving op de begrooting van
Inkomsten en uitgaven voor het dienst
jaar 1925.
De afgelaste lezing.
De Minister van Oorlog heeft in de Ka
mer, bij de beantwoording van ae vragen
van den heer Tilanus, medegedee.d, dat bij
gaarne zou zien, dat de lezing van den
majoor van den Generalen Staf Lamboov
voor de Vereeniging ter beoefening t er
Krijgswetenschap alsnog zou doorgaan,
doch met weglating van de door den chel
van den Generalen Staf gewraakte ge
deelten.
In de vergadering van de Vereeniging
ter beoefening der Krijgswetenschap, welke
ponderdagavond te Amersfoort is gehou
den, heeft de waarnemend voorzitter, gene
raal-majoor Förstner, een verklaring afge
legd, blijkens welke het bestuur der Ver
eeniging niet in de opvatting, dat de ge
wraakte gedeelten der lezing landsbelangen
zouden schaden, deelt Het bestuur,- dat het
vrije woord wil handhaven, stelt zich dan
ook op het standpunt, dat de lezing of onge
wijzigd of niet moet doorgaan.
Dit beteekent dus, dat aan de wenk van
den Minister van Oorlog, hierboven be
doeld, geen gevolg zal worden gegeven.
De beschuldiging tegen het Amster
damsche raadslid Overst
In de avondvergadering van den Gemeen
teraad van Amsterdam van 4 Febr. jJ. werd,
naar aanleiding van een beschuldiging door
het raadslid, den heer Lisser, geuit tegen
het raadslid, den heer Overst, een voorstel
door den heer Boekman ingediend, om een
commissie van acht leden uit den Raad te
benoemen tot onderzoek der beschuldigin
gen van het raadslid Lisser tegenover het
raadslid Overst en van haar onderzoek rap
port uit te brengen aan den Raad.
Na aanneming van dit voorstel zonder
hoofdelijke stemming ging de Raad onmid
dellijk tot benoeming van de leden dier
commissie over en verkoos daartoe de raads
leden: mr. dr. G. va,n den Bergh, W. Bois-
sevain, J. Douwes Jr., Th. M. Ketelaar, A.
R. Ophorst. mr. C. P. M. Romme, A. Weiss
en mevr. H. van Zelm—van den Berg.
Hoe pijnlijk het haar ook tegenover haar
mederaadslid, na diens ontkenning aandoet,
moet de commissie den Raad mededeelen,
dat zij den sterken indruk heeft gekregen,
dat de heer Overst in de vergadering op 25
Januari j.1., gehouden op het kantoor van
de afdeeling Amsterdam van dén Centralen
Bond van Transportarbeiders, wel zoodanig
heeft gesproken, dat het daar aanwezige
personeel van de firma Puls den Indruk
moest krijgen, dat, zoo het zich bij genoem
den Bond aansloot, niet alleen de firma
Puls, wegens de groote waarschijnlijkheid,
dat geen stakingen zouden uitbreken, meer
kans zou hebben het gemeentelijk meel-
transport te krijgen, maar ook, dat de heer
Overst, omdat hü raadslid was, dit wel zou
kunnen bevorderen.
De bovenaangegeven indruk is bij alle
leden der oommissie gelijkelijk aanwezig en
werd vooral in haar voorlaatste vergadering
versterkt, toen een der leden van het perso
neel, die een dergelijke uiting tot dusver
ontkend had, verklaarde, dat de heer Overst
niet gezegd had, het meelvervoer als raads
lid te kunnen waarborgen aan de firma
Puls, maar wel, dat hij zijn best zou doen.
De commissie geeft hierbij als'haar ge
voelen te kennen, dat een raadslid zeer
zeker geen blaam treft, zoo hij zijn invloed
als raadslid aanwendt, om daardoor het ge
meentebelang te dienen, maar dat elke aan
wending van dien invloed, elke belofte tot
aanwending van dien invloed achterwege
behoort te blijven, als daardoor ook maar
de schijn kan worden gewekt, van te bevor
deren de particuliere belangen, hetzij van
dat lid1 zelf. hetzij van instellingen bij wier
welvaren hij belang heeft.
Naar het oordeel der commissie is komen
vast te staan, dat de heer Overst den moge
lijken invloed, welke zijn raadslidmaatschap
ten gunste van de firma Puls zou kunnen
oefenen, gebezigd heeft als argument om
het personeel van die firma voor het lid
maatschap van zijn organisatie te winnen.
De grootst mogelijke meerderheid der
commissie wenscht hieraan toe te voegen,
dat niet van corruptieve handelingen kan
worden gesproken.
De kleinst mogelijke minderheid der
commissie wenscht vast te stellen, dat de
beschuldigingen, tegen den heer Overst in
gebracht, volkomen bewezen zijn en zijn
handelingen ten sterkste moeten worden
afgekeurd, daar zij ontoelaatbaar zijn.
Behoud van den zomertijd.
Ingediend zijn drie amendementen van
den heer Vliegen op het wetsvoorstel
tot intrekking van den zomertijd.
Het eerste amendement luidt om art. 1
van genoemd wetsvoorstel aldus te lezen:
tussohen den eersten Zondag in April en
den eersten Zondag in October wordt de
in art. 1 der wet van 23 Juli 1908 bedoel
de wettelijke tijd! met 40 minuten ver
vroegd. Het tweede amendement strekt om
in art. 1 in te voegen een nieuw artikel
2 luidende:
Artikelen 2 en 8 van de in art. 1 bedoel
de wet worden aldus gelezen, dat waar in
die artikelen staat „drie uur", dit wordt
vervangen door „twee uur en veertig mi
nuten".
Het derde amendement strekt om in de
oonslderans van het ontwerp het woord
„intrekking" te vervangen door „wijzi
ging". t
De bedoeling der amendementen is om
in het wetsontwerp de door de regeling
gevolgde conclusiën van de minderheid
der Tijdsoommissie te vervangen door die
der meerderheid.
Ingediend is een nota van wijziging op
het voorstel van wet van den heer Staal
man.
Volgens deze nota wordt in art. 1 aan
het slot van het eerste lid in plaats van:
„Van den laatsten Zondag in Mei tot den
eersten Zondag in September wordt de in
art. 1 der wet van 23 Juli 1908 bedoelde
wettelijke tijd met een uur vervroegd", ge
lezen als volgt:
„Van den laatsten Zondag In April' tot
den laatsten Zondag in September wordt
de in art. 1 der wet van 23 Juli 1908 be
doelden tijd met veertig minuten ver
vroegd. Gedurende den overigen tijd des
jaars wordt bedoelde tijd met 20 minuten
verlaat."
De bedoeling is, het denkbeeld van de
meerderheid der Tijdoommissie te verwe-
wezenlijken.
Het personeel der firma L. van Leer ét
Oo., te Amsterdam heeft een met een paar
honderd handteekeningen voorzien adres
naar de Tweede Kamer gezonden, waarin
kennis is genomen van het voornemen
der Regeering, ora den Zomertijd, waar-
van het de seer groote voardeelea en ont-
Iiigezonden Mededeellng.
Boorden per stuk 10 c.
Fronts 10 c.
Manchetten paar 10 c.
per dozijn 1.00
Hleerenmodemagazijnen
Helder - Schagen
spanning die laatste jaren heeft leeren
kennen, in te trekken. Het verzoekt dit
voorstel niet te steunen, daar het behoud
van den zomertijd ten zeerste op prijs zou
worden gesteld.
Bij de Tw-eede Kamer zijn een groot
aantal adreswen ingekomen, verzoekende,
het ontwerp tot afschaffing van den Zo-
tertijd niet aan te nemen. Onder de adres
sen zjjn er van de R.K. Vereeniging van
Sigarenmakers te Eindhoven, de afd.
Baarn van de Ver. v. Huisvrouwen, de
middenstandsvereenigingen „Handel en
Nijverheid'" te Rotterdam, den Ned. Dro-
gistenbond, de Geldersche Industrieele
blub te Arnhem, de Scheveningsche afdee
ling van den Ned. Barbiers- en Kappers-
bond, de Forensenvereeniging „Utrecht".
De vereenlgnig Zuinig gemeentelijk be
heer te Doi> Jrecht heeft zich tot de TVeede
Kamer gewend met het verzoek, het wets
ontwerp tot afschaffing van den zomertijd
niet aan te inemen; zij 'grondt haar verzoek
op de bezuiniging, welke de zomertijd
geeft, en op) d!e verwarring, welke zij ver
wacht van de invoering van een plaatse
lijken zomertijd in eenige groote steden.
De kerkelijke gezindten te Delft hebben
overleg gepl eegd inzake de invoering van
een plaatselijken zomertijd voor het getal
de Kamers het voorstel der Regeering tot
afschaffing van den Zomertijd mochten
aannemen.
Mocht dat -overleg tot resultaat leiden,
dan zal ook het Gemeentebestuur worden
aangezocht tot medewerking.
Staking van steenzetters aan de Zuiderzee
werken.
Donderdagmiddag zijn de steenzetters
aan .den afsluitdijk in staking gegaan.
Deze staking omvat behalve 25 steen
zetters, ook nog eenige helpers, jongens
enz., totaal 38 personen.
Van stakerszijde wordt aan „Het Volk"
hierover het volgende medegedeeld:
Reeds lanig broeide het onder de steen
zetters, omdat zij het uitbetaalde loon
(30 per week) niet in overeenstemming
achtten met het zware werk dat daarvoor
werd gepretiteerd. Bovendien kregen zij
geen enkele vergoeding van reiskosten,
zoodat zij m.eerendeels komende uit Slie-
drecht en Werkendam, wanneer zij ééns
per vier weken naar huis gingen, onge
veer f 12 (dus per week berekend, onge
veer f 3) kwijt waren en dus slechts f 27
per week overhielden. Toen nu, voor
eenigen tijd, de werkdag, die gedurende
den winter 8',2 uur per dag was geweest,
werd verlengd tot 9l/a uur, terwijl hun
daarnevens in uitzicht was gesteld, dat
dit spoedig tot 10 uur per dag zou wor
den uitgebreid, was door hen om een
loonsverhooging van f 5 per week gevraagd.
Ondanks hun herhaalde verzoeken en on
danks het feit, dat deze eisch was terug
gebracht op één maal per vier weken
vrij reiskosten, hadden zij hierop telkens
een weigerend antwoord ontvangen en
was hun toegevoegd; dat iedere loons-
verhoeging de strop (voor de firma Hof
man en Van Hattem) nog grooter zou
maken.
Dinsdagmorgen heeft zich de voorman
der steenzetters nog tot tweemalen toe
bij de aannemers aangediend, om over
dezen loone.isch te praten, doch kreeg
opnieuw een weigerend antwoord. Daarop
is tijdens de middagschaft het heele per
soneel er nogmaals heengegaan, maar
ook toen zonder resultaat, waarop een
drachtig wejrd besloten het werk neer te
leggen.
De stakersi zijn ongeorganiseerd, doch
zij verzekerden dat allen vast bësloten
waren niet weer op het oude loon aan
het, werk te gaan.
De schadevergoeding aan de reeders.
Het Hbl. verneemt, dat in het nog
steeds hang;ende geschil tusschen een
aantal reeders te Amsterdam en Rotter
dam en de Regeering over de door de
laatste verschuldigde schadevergoeding
voor het requireeren van schepen voor
het halen vtin graan in Amerika in den
oorlogstijd binnenkort een oplossing zal
komen.
Nadat bij arbitrage was uitgemaakt,
dat de Regeering die schadevergoeding
was verschuldigd, zijn in den laatsten tijd
van Regeeringswege offerten gemaakt,
om de schuld op eenig bedrag af te
maken. Weliswaar is over die aange
boden bedragen nog geen overeenstem
ming bereikt., doch men verwacht, dat deze
spoedig zal worden verkregen. Waar het
hier gaat om een totaal bedrag van circa
drie millioen, kan men nagaan, dat de
verschillende reederjjen, wie het niet
naar den vJeeze gaat, met verlangen (fp
die niet ona anzienlijke sommen wachten.
SlMMM-wegpersoneel.
Het centrale comité van actie om te ko
men tot één organisatie van spoor- en
tramwegpersoneel bericht,- dat als gevolg
van een briefwisseling as. Zaterdag te
Utrecht een vergadering zal worden ge
houden met de hoofdbesturen van den
Bond' van ambtenaren, den Neutralen
Bond' en den Locomotiefbond, in welke
vergadering zal worden onderzocht, of het
mogelijk is, alsnog tot vermindering van
het aantal organisaties van spoor- en tram
wegpersoneel te geraken.
R. K. Volkspartij.
De R. K. Volkspartij heeft Donderdag
avond1 in een openbare vergadering in
,3eHevue", in Amsterdam, een „tijdperk
yan propaganda en actie" ingezet. Spre
kers w-aren de heeren Felix A. C. Donders,
raadslid te Tilburg, en mr. P. M. Arts, lid
van Prov. Staten van Noord-Brabant. De
heer Donders besprak de oprichting van
de R. K. Volkspartij in 1922 en wees erop,
dat de partij thans haar offensief begon
nen is met als eisch het recht om er een
andlere denkwijze qp na te houden als de
genen die in de R. K. Staatspartij georga
niseerd zjjn. Niets zal in staat zijn het en
thousiasme der Volkspartij te dooven; wij
zijn pahaat om straks de verkiezingen in
te gaan. De spr. plaatste tegenover elkaar
de door zijn partij voorgestane democra
tie, welke uitgaat van de meening, dat de
arbeid de voornaamste bron van welvaart
is, en de praktijk der coalitie. Voor de R.
K. Staatspartij is de coalitie steeds no. 1 en
de rest bijzaak.
Waarom nog langer met ons goede geld
de dure hobbies (stokpaardjes) te mainte-
neeren' van de chr.-hist. en anti-rev.
en hun legertje en hun vlootje? (Applaus).
Wjj wenschen de coalitie niet te handha
ven ten koste van onze beginselen.
Mr. Aarts deelde mede, dat de R. K.
Volkspartij hier te lande reeds 10.000 aan
gesloten leden heeft
De beweging van St. Michaël is niet or
ganisatorisch geweest. Ook heeft St. Mi
chaël zich vergist in de mentaliteit van
den Bond van R. K. kieskringen.
Daar waar de R. K. Volkspartij optreedt,
zal dat in de eerste plaats gaan ten koste
van de sociaal-democraten.
In dén Tilburgschen gemeenteraad za
ten 8 sociaal-democraten, 9 leden van de
R. K. V. kwamen er in en de socialisten
daalden van 8 op 8; in de Prov. Staten van
N.-Brabant waren 4 soc.-dem. en na het
optreden der R. K. V. daalde hun aantal
van 4 op 3.
Met een opwekking tot een eerlijke,
krachtige stembusactie en tot terzijdestel
ling van de eventueele contra-adviezen der
bisschoppen, besloot mr. Arts zjjn rede.
Er volgde eenige gedachtenwisse!ing>
Jaarbeurs Utrecht
Ter gelegenheid van de opening der
Utrechtsohe Jaarbeurs op 10 Maart a.s.
vertrekt uit Rotterdam een trein van niet
minder dan 100 Ford auto's van de fabriek
aan de van Helmondstraat (Keilehaven)
naar Utrecht, blijkens een advertentie in
de N. Rott. Courant. Hiervoor zijn nog 200
gratis plaatsen beschikbaar voor belang
stellenden, die zich daarvoor opgeven.
Het einde der Jubileumzegels.
De jubileumpostzegels van 1923 worden
thans niet veel meer gebruikt De redeu
daarvoor is, dat de oplaag langzamerhand
geheel verkocht is.
Sedert eenige maanden zijn de waarden
van 1, 2.50 en 5 niet meer verkrijg
baar; de meest gangbare zegel, die van
tien cent ia aan bijna alle kantoren ver-
angen door de nieuwe zegel van die waar
de naar het ontwerp-Veth.
De jubileumzegels zullen dus spoedig
tot het verleden behooren.
EERSTE KAMER.
MARINEBEG ROOTING.
Het Marinebewind en de personeels-
bonden.
In de voortgezette zitting van de Eerste
Kamer is Vrijdag aan de orde gekomen de
begrooting van Marine.
De heer Henri Polak (S.D.A.P.)
hield een rede, waarin hij het standpunt der
sociaal-democraten uiteenzette. Hij ver
klaarde het eens te zijn met de opvatting,
dat wjj' geen vloot kunnen bouwen, die ons
in alle omstandigheden onze onafhankelijk
heid kan waarborgen.
Ieder jaar geven wij' 50 millioen uit
voor een onbenullig ding, dat ons grondge
bied ook in Indië niet kan verzekeren. Moe
ten wij verder gaan met het aanschaffen
van „proppenschieters" en tientallen mil-
lioenen op den bodem der zee smijten, die
wij zooveel voordeeliger zouden kunnen be
steden.
Wat zal er met de nieuwe vlootwet ge
beuren? Heeft men die tijdelijk opgebor
gen om ze na de verkiezingen weer voor den
dag te halen? Spr. drong erop aan, dat de
Regeering haar plannen blootlegt.
Vervolgens had spr. het nog over het
conflict tusschen den minister en den
Cambo-marinepersoneel bond en criti-
seerde het verbod tot deelneming aan het
bekende demonstratief congres. Welke re
den van krijgstucht zat hierbij voor? Het
was een volkomen wettige demonstratie
tegen verslechtering der arbeidsvoorwaar
den.
Het verbroken contact dient te worden
hersteld in het belang van het personeel als
van den dienst Spr. besloot met een be
schouwing van de hygiënische toestanden
bjj de marine en de toeneming der geslachts
ziekten. Hij vroeg krachtige maatregelen
ter beteugeling. Hetzelfde onderwerp be
handelde de heer Haazevoet (R.-K.), die
er op wees, dat de toestanden bij de Marine
op zedelijk gebied de aandacht in de Kamer
en de pers hebben getrokken. Het verstrek
ken van preventieve middelen aan het ma
rinepersoneel op staatskosten keurde hij
scherp af. Dit is onzedelijkheid ten koste
van den Staat. Geregeld zijn 100 man door
geneeskundige hulp buiten dienst. 70
aer bemanning is aangetast. Wat moet men
daartegen doen?
Mr. Mendels: Afschaffing der Ma-
rinel
De heer Haazevoet betoogde verder,
dat zelftucht en verbetering der mentaliteit
slechts den toestand zal kunnen veranderen.
De Minister van Marine, de heer Wes-
terveld, de sprekers beantwoordend, zei-
de, dat behalve Denemarken, geen ander
land zoo ver gaat met de ontwapening, als
door den heer Polak verdedigd, om vervol
gens te betoogew dat onze vloot in Indië
Ingezonden Mededeellng.
THEEHUIS SPEELTUIN
DONKERE DUINEN
GEOPEND
zeker diensten kan bewijzen voor de verde
diging. Wat de Vlootwet aangaat, zoolang
geen zekerheid bestaat wat met de toerustin
gen ter zee gebeuren zal, kan geen marine-
deskundige vooruit zien wat men zal dienen
te doen. De verdere uitwerking van het pro
tocol van Genève kan eveneens gezichts
punten openen, die in vorige jaren niet te
voorzien waren. Vandaar dat de Regeering
met de Vlootwet een afwachtende houding
aanneemt.
Komende tot de hygiënische toestanden
bjj de marine, erkende de Minister, dat deze
veel te wenschen overlaten. Dat deze toe
standen steeds slechter worden, ontkende
hij, tenminste niet in Nederland. Voor de
toestanden aan den wal in Indië is hij niet
verantwoordelijk.
Hij ontkende, dat van overheidswege pre
ventieve middelen worden verstrekt.
Het contact met de „Cambo" is door den
Minister niet verbroken. Alleen wenschte
hij met de bestuurders geen contact meer
als zq van geen andere mentaliteit blijk ge
ven. De houding van 't personeel tijdens de
demonstratie, waarbij zij in uniform aan den
kant gingen staan, was in strijd met de
krijgstucht.
Mr. Mendels: Waaraan ontleent u het
recht hun dit te verbieden?
De Minister: Het ondermijnde de
krijgstucht.
Mr. Mendels: Wat u heeft gedaan,
ondermijnde de krijgstucht (Beweging).
De Minister hield vol, dat men1 de
krijgstucht had te grabbel gegooid. Van
hem is voor het herstel van het contact geen
stap te verwachten. De organisaties kunnen
met andere bestuurders naar hem toekomen
of dezelfde menschen als zij van andere
mentaliteit blijk geven.
De heer Moltmaker (S.D.A.P.): Ik
hoop, dat zij deze karakterloosheid niet zul
len begaan.
'Bij de replieken verdedigde mr. Men
dels het bestuur van <Je „Cambo" dat hij
kende als bezadigde menschen. Hij vond;
dat de minister zich vergist had1 met het
verbod van deelneming aan de demonstratie
en had het verstandiger geacht, als de mi
nister verder maar zijn mond had gehouden.
Intusschen hoopte hij, dat het contact met
„Cambo" zou worden hersteld.
Iniijn dupliek verklaarde minister We»-
t e r v e 1 d het bestuur reeds veel eerder ge
waarschuwd -ie hebben en hield zich verder
aan zijn eerder afgelegde verklaring.
Over de Marinebegrooting zal Dinsdag
worden gestemd. Waarna de Oorlogsbe-
grooting te 2 uur aan de orde komt.
(„Telegraaf").
INGEZONDEN.
Tentoonstelling Stad Helder 1925.
Mijnheer de Redacteur,
Zou ik den heer Zwart nog eens even
mogen antwoorden op zijn weinig zakelijk
stukje in uw blad van 6 dezer?
Ik had een duidelijke uiteenzetting ver
wacht- van het nut van bovengenoemd
plan, vooral waar de neringdoenden nog
wel eenige toelichting behoeven. Niets
daarvan 1 Alleen een Pruisisch „Maulhal-
tenl" als je 't er niet mee eens benti
Slechts een paar argumenten, ons perspec
tief in de Zuiderzeewerken, niet berusten
bij achteruitgang en belastingverlaging
door uitbreiding der industrie, worden
even aangestipt. Ook zullen wij den vreem
delingen kunnen toonen, waar zich indus
trie-terreinen bevinden.
Geachte redactie, er was nu zoo'n mooie
gelegenheid geweest om met krachtige ar
gumenten aan te toonen, waar de belan
gen der neringdoenden met dit plan
schuilden. De genoemde zijn mager en
weinig steekhoudend; .geheel onvoldoende.
Ook weet ik niet waarvoor men hier de
industrieelen van elders aanziet, want ben
ik goed ingelicht dan is het plan, als ter
rein aan te wijzen de stikgronden voorbij
d'e sluizen van de Buitenhaven, ongeveer
bij 't z.g. „Kuitje"; wel mag het hun be
komen! De commissie, die tot taak-heeft
dèn heeren den weg te wijzen, zou ik aan
raden niet te dicht in hun nabijheid te
blijven, deze zouden misschien- van hun
vuistrecht gebruik gaan maken of vragen
of het ons ernst was!
Zeker, het is jammer, dat Helder geen
industriestad! is, maar waarom In de re
clame dan die pose aangenomen? Ik kan er
niets anders in zien dan bij den vreemde
ling een verkeerde meening te willen op
dringen en dat nog wel tegen beter weten
ini Of meent men door wat luidruchtige
reclame het gebrek aan zakelijke argu
menten te kunnen verdoezelen? Het zal
niet gaan!
De heer Zwart noemt als eerste ver-
eischte voor belastingverlaging een op
leving van het bedrijfsleven. Is dit de za
ken niet ietwat op hun kop gezet? 't- Is
juist andersom. Een krachtig bedrijfsle
ven kan zich niet ontwikkelen bij zwaren
belastingdruk, dit zal ook straks de
weelde-belasting, die in zicht is, de hemel
verhoede, dat die er komt, bij aanneming,
wel uitwijzen.
Zie eens naar Kampen, waar de belas
ting laag is: gevolg industrie en niet om
gekeerd. Weet u wanneer er belastingver
laging komt? Als kleine steden met weinig
economische kracht, waar de meeste men
schen op een beperkt inkomen zijn aan
gewezen, zooals hier, geen groote allures
gaan aannemen. Hierop nader in te gaan
is overbodig, de feiten zijn voldoende be
kend, maar zij hebben niet verhinderd, dat
wij op het gebied van belasting naam heb
ben gemaakt. Welkom, vrëemdelingl
Met dank voor de plaatsing.
8. N. BAKKER.
Helder, 6 Maart 1925.
Het oordeel der commissie.
Afwachtende houding ten aanzien
van de Vlootwet.