1ELDERSCIE COURANT „DUINOORD" IVIEY's papierlinnen VIERDE EN LAATSTE BLAD. BINNENLAND. Herman Nypels VAN ZATERDAG 7 MAART 1925. De prQzen-wmtrole-cammlsKie. De heer Staalman heeft den Minister van Arbeid!, H. en N. de volgende vragen gesteld: Is het Juist, dat tusschen den Minister van Arbeid, H. en N. en vertegenwoordi gers der S. D. A. P. en het Ned. Vakver bond besprekingen zijn gevoerd! betref fende het instellen eener commissie tot controleering van de prijzen van allerlei levensmiddelen? Zoo ja, wil de Minister dan hieromtrent nadere mededeelingen doen? Begrooting Buitenlandsche Zaken. Verschenen is de Mem. van Antw. op het Voorl. Verslag Eerste Kamer nopens de begrooting Buitenlandsche Zaken. Over het protocol van Genève wordt gezegd, dat in verband met de weigering van Enge land, een afwachtende houding voor Ne derland geboden is. Over de verhouding tot België deelt de minister mede, dat de gedachtenwisseling, geopend na het on derhoud met den Belgischen minister van Buitenlandsche Zaken, tot dusver een be vredigend verloop heeft. Het Ingetrokken voorstel-Van Dorp. Het Haagsche Correspondentie-Bureau meldt: Mej. Van Dorp heeft, naar zij ons schrijft, afvoering van de agenda van haar kiesrecht-ontwerp verzocht, omdat haar gebleken was, dat de kansen op aan neming buitengewoon gering waren, en omdat zij de zekerheid had, dat binnen kort van andere zijde een ontwerp, dat meer kans op den bijval der Kamer heeft, zal worden ingediend en de zaak dus aan de orde gesteld blijft, terwijl in deze om standigheden het in openbare behande ling nemen van haar eigen ontwerp de kansen op een spoedige behandeling van het nieuwe ontwerp slechts zou kunnen campromitteeren. Het belang der zaak eischte daarom haars inziens een terug nemen van haar ontwerp. Het Amsterdamsche meelbeslult. Ofschoon gemeld werd, dat Ged. Staten van Noord-Holland hun goedkeuring aan het Amsterdamsche meelbesluit van 16 Jan. J.1. hebben onthouden, is de desbe treffende officieele mededeellng nog niet in handen van B. en W. Dit laatste vindt daarin zijn oorzaak, dat volgens art. 198 der Gemeentewet het besluit met redenen moet zijn omkleed. Het Hbl. verneemt, dat de weigering der goedkeuring wordt gebaseerd op de groote onzekerheid der financieele gevol gen voor de gemeentekas, indien de raads- beslissing zou worden uitgevoerd. De Gemeentewet schrijft eveneens voor (art. 200), dat binnen 80 dagen na de dag- teekening der beslissing van Gedeputeer den het gemeentebestuur in beroep kan komen bij de Kroon. Alvorens daartoe te kunnen overgaan, is echter een raadsbe sluit noodig. Waarschijnlijk zal in een der op 25 Maart a.s. te beginnen raadszittin gen een daartoe strekkend voorstel in be handeling komen. In de met redenen omkleede beslissing zeggen Gedep. Staten o. m.: Gehoord1 de gemachtigden van het ge meentebestuur en van reclamanten, in hunne openbare vergadering van 4 Mrt. jl; Overwegende, dat bij de, wederzijds er kende, volslagen onzekerheid ten aanzien van de, toekomstige prijsbeweging van de tarwe, geenszins als zeker kan worden aan genomen, dat het gemeentebestuur van Amsterdam bij machte zal zijn een even tueel verlies op den aankoop van bloem voor een ongelimiteerd bedrag te beperken tot 800.000; Overwegende, dat ddt bezwaar voor de gemeentefinanciën te meer klemt, nu de urgentie alléén voor de gemeente Amster dam van een maatregel, als met het raads besluit van 16 Januari j.L bedoeld maat regel die in tijden van crisis op dien weg van de Rljksregeering liggen zou geens zins zóó onomstootelijk is komen vast te staan, dat het oog gesloten kan worden voer de onmiddellijke gevolgen, die de maatregel waarschijnlijk hebben zou voor de bakkers der aan Amsterdam grenzende gemeenten, alsmede voor de* consequenties van verdere strekking, die daaruit voor and-re gemeen ten in de provincie Noord-Holland en daar buiten kunnen voortvloeien; Gelet op artikel 214 der Gemeentewet; besluiten: goedkeuring te onthouden aan het boven genoemde besluit van den Raad van Amster dam van 10 Februari 1926, tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting van Inkomsten en uitgaven voor het dienst jaar 1925. De afgelaste lezing. De Minister van Oorlog heeft in de Ka mer, bij de beantwoording van ae vragen van den heer Tilanus, medegedee.d, dat bij gaarne zou zien, dat de lezing van den majoor van den Generalen Staf Lamboov voor de Vereeniging ter beoefening t er Krijgswetenschap alsnog zou doorgaan, doch met weglating van de door den chel van den Generalen Staf gewraakte ge deelten. In de vergadering van de Vereeniging ter beoefening der Krijgswetenschap, welke ponderdagavond te Amersfoort is gehou den, heeft de waarnemend voorzitter, gene raal-majoor Förstner, een verklaring afge legd, blijkens welke het bestuur der Ver eeniging niet in de opvatting, dat de ge wraakte gedeelten der lezing landsbelangen zouden schaden, deelt Het bestuur,- dat het vrije woord wil handhaven, stelt zich dan ook op het standpunt, dat de lezing of onge wijzigd of niet moet doorgaan. Dit beteekent dus, dat aan de wenk van den Minister van Oorlog, hierboven be doeld, geen gevolg zal worden gegeven. De beschuldiging tegen het Amster damsche raadslid Overst In de avondvergadering van den Gemeen teraad van Amsterdam van 4 Febr. jJ. werd, naar aanleiding van een beschuldiging door het raadslid, den heer Lisser, geuit tegen het raadslid, den heer Overst, een voorstel door den heer Boekman ingediend, om een commissie van acht leden uit den Raad te benoemen tot onderzoek der beschuldigin gen van het raadslid Lisser tegenover het raadslid Overst en van haar onderzoek rap port uit te brengen aan den Raad. Na aanneming van dit voorstel zonder hoofdelijke stemming ging de Raad onmid dellijk tot benoeming van de leden dier commissie over en verkoos daartoe de raads leden: mr. dr. G. va,n den Bergh, W. Bois- sevain, J. Douwes Jr., Th. M. Ketelaar, A. R. Ophorst. mr. C. P. M. Romme, A. Weiss en mevr. H. van Zelm—van den Berg. Hoe pijnlijk het haar ook tegenover haar mederaadslid, na diens ontkenning aandoet, moet de commissie den Raad mededeelen, dat zij den sterken indruk heeft gekregen, dat de heer Overst in de vergadering op 25 Januari j.1., gehouden op het kantoor van de afdeeling Amsterdam van dén Centralen Bond van Transportarbeiders, wel zoodanig heeft gesproken, dat het daar aanwezige personeel van de firma Puls den Indruk moest krijgen, dat, zoo het zich bij genoem den Bond aansloot, niet alleen de firma Puls, wegens de groote waarschijnlijkheid, dat geen stakingen zouden uitbreken, meer kans zou hebben het gemeentelijk meel- transport te krijgen, maar ook, dat de heer Overst, omdat hü raadslid was, dit wel zou kunnen bevorderen. De bovenaangegeven indruk is bij alle leden der oommissie gelijkelijk aanwezig en werd vooral in haar voorlaatste vergadering versterkt, toen een der leden van het perso neel, die een dergelijke uiting tot dusver ontkend had, verklaarde, dat de heer Overst niet gezegd had, het meelvervoer als raads lid te kunnen waarborgen aan de firma Puls, maar wel, dat hij zijn best zou doen. De commissie geeft hierbij als'haar ge voelen te kennen, dat een raadslid zeer zeker geen blaam treft, zoo hij zijn invloed als raadslid aanwendt, om daardoor het ge meentebelang te dienen, maar dat elke aan wending van dien invloed, elke belofte tot aanwending van dien invloed achterwege behoort te blijven, als daardoor ook maar de schijn kan worden gewekt, van te bevor deren de particuliere belangen, hetzij van dat lid1 zelf. hetzij van instellingen bij wier welvaren hij belang heeft. Naar het oordeel der commissie is komen vast te staan, dat de heer Overst den moge lijken invloed, welke zijn raadslidmaatschap ten gunste van de firma Puls zou kunnen oefenen, gebezigd heeft als argument om het personeel van die firma voor het lid maatschap van zijn organisatie te winnen. De grootst mogelijke meerderheid der commissie wenscht hieraan toe te voegen, dat niet van corruptieve handelingen kan worden gesproken. De kleinst mogelijke minderheid der commissie wenscht vast te stellen, dat de beschuldigingen, tegen den heer Overst in gebracht, volkomen bewezen zijn en zijn handelingen ten sterkste moeten worden afgekeurd, daar zij ontoelaatbaar zijn. Behoud van den zomertijd. Ingediend zijn drie amendementen van den heer Vliegen op het wetsvoorstel tot intrekking van den zomertijd. Het eerste amendement luidt om art. 1 van genoemd wetsvoorstel aldus te lezen: tussohen den eersten Zondag in April en den eersten Zondag in October wordt de in art. 1 der wet van 23 Juli 1908 bedoel de wettelijke tijd! met 40 minuten ver vroegd. Het tweede amendement strekt om in art. 1 in te voegen een nieuw artikel 2 luidende: Artikelen 2 en 8 van de in art. 1 bedoel de wet worden aldus gelezen, dat waar in die artikelen staat „drie uur", dit wordt vervangen door „twee uur en veertig mi nuten". Het derde amendement strekt om in de oonslderans van het ontwerp het woord „intrekking" te vervangen door „wijzi ging". t De bedoeling der amendementen is om in het wetsontwerp de door de regeling gevolgde conclusiën van de minderheid der Tijdsoommissie te vervangen door die der meerderheid. Ingediend is een nota van wijziging op het voorstel van wet van den heer Staal man. Volgens deze nota wordt in art. 1 aan het slot van het eerste lid in plaats van: „Van den laatsten Zondag in Mei tot den eersten Zondag in September wordt de in art. 1 der wet van 23 Juli 1908 bedoelde wettelijke tijd met een uur vervroegd", ge lezen als volgt: „Van den laatsten Zondag In April' tot den laatsten Zondag in September wordt de in art. 1 der wet van 23 Juli 1908 be doelden tijd met veertig minuten ver vroegd. Gedurende den overigen tijd des jaars wordt bedoelde tijd met 20 minuten verlaat." De bedoeling is, het denkbeeld van de meerderheid der Tijdoommissie te verwe- wezenlijken. Het personeel der firma L. van Leer ét Oo., te Amsterdam heeft een met een paar honderd handteekeningen voorzien adres naar de Tweede Kamer gezonden, waarin kennis is genomen van het voornemen der Regeering, ora den Zomertijd, waar- van het de seer groote voardeelea en ont- Iiigezonden Mededeellng. Boorden per stuk 10 c. Fronts 10 c. Manchetten paar 10 c. per dozijn 1.00 Hleerenmodemagazijnen Helder - Schagen spanning die laatste jaren heeft leeren kennen, in te trekken. Het verzoekt dit voorstel niet te steunen, daar het behoud van den zomertijd ten zeerste op prijs zou worden gesteld. Bij de Tw-eede Kamer zijn een groot aantal adreswen ingekomen, verzoekende, het ontwerp tot afschaffing van den Zo- tertijd niet aan te nemen. Onder de adres sen zjjn er van de R.K. Vereeniging van Sigarenmakers te Eindhoven, de afd. Baarn van de Ver. v. Huisvrouwen, de middenstandsvereenigingen „Handel en Nijverheid'" te Rotterdam, den Ned. Dro- gistenbond, de Geldersche Industrieele blub te Arnhem, de Scheveningsche afdee ling van den Ned. Barbiers- en Kappers- bond, de Forensenvereeniging „Utrecht". De vereenlgnig Zuinig gemeentelijk be heer te Doi> Jrecht heeft zich tot de TVeede Kamer gewend met het verzoek, het wets ontwerp tot afschaffing van den zomertijd niet aan te inemen; zij 'grondt haar verzoek op de bezuiniging, welke de zomertijd geeft, en op) d!e verwarring, welke zij ver wacht van de invoering van een plaatse lijken zomertijd in eenige groote steden. De kerkelijke gezindten te Delft hebben overleg gepl eegd inzake de invoering van een plaatselijken zomertijd voor het getal de Kamers het voorstel der Regeering tot afschaffing van den Zomertijd mochten aannemen. Mocht dat -overleg tot resultaat leiden, dan zal ook het Gemeentebestuur worden aangezocht tot medewerking. Staking van steenzetters aan de Zuiderzee werken. Donderdagmiddag zijn de steenzetters aan .den afsluitdijk in staking gegaan. Deze staking omvat behalve 25 steen zetters, ook nog eenige helpers, jongens enz., totaal 38 personen. Van stakerszijde wordt aan „Het Volk" hierover het volgende medegedeeld: Reeds lanig broeide het onder de steen zetters, omdat zij het uitbetaalde loon (30 per week) niet in overeenstemming achtten met het zware werk dat daarvoor werd gepretiteerd. Bovendien kregen zij geen enkele vergoeding van reiskosten, zoodat zij m.eerendeels komende uit Slie- drecht en Werkendam, wanneer zij ééns per vier weken naar huis gingen, onge veer f 12 (dus per week berekend, onge veer f 3) kwijt waren en dus slechts f 27 per week overhielden. Toen nu, voor eenigen tijd, de werkdag, die gedurende den winter 8',2 uur per dag was geweest, werd verlengd tot 9l/a uur, terwijl hun daarnevens in uitzicht was gesteld, dat dit spoedig tot 10 uur per dag zou wor den uitgebreid, was door hen om een loonsverhooging van f 5 per week gevraagd. Ondanks hun herhaalde verzoeken en on danks het feit, dat deze eisch was terug gebracht op één maal per vier weken vrij reiskosten, hadden zij hierop telkens een weigerend antwoord ontvangen en was hun toegevoegd; dat iedere loons- verhoeging de strop (voor de firma Hof man en Van Hattem) nog grooter zou maken. Dinsdagmorgen heeft zich de voorman der steenzetters nog tot tweemalen toe bij de aannemers aangediend, om over dezen loone.isch te praten, doch kreeg opnieuw een weigerend antwoord. Daarop is tijdens de middagschaft het heele per soneel er nogmaals heengegaan, maar ook toen zonder resultaat, waarop een drachtig wejrd besloten het werk neer te leggen. De stakersi zijn ongeorganiseerd, doch zij verzekerden dat allen vast bësloten waren niet weer op het oude loon aan het, werk te gaan. De schadevergoeding aan de reeders. Het Hbl. verneemt, dat in het nog steeds hang;ende geschil tusschen een aantal reeders te Amsterdam en Rotter dam en de Regeering over de door de laatste verschuldigde schadevergoeding voor het requireeren van schepen voor het halen vtin graan in Amerika in den oorlogstijd binnenkort een oplossing zal komen. Nadat bij arbitrage was uitgemaakt, dat de Regeering die schadevergoeding was verschuldigd, zijn in den laatsten tijd van Regeeringswege offerten gemaakt, om de schuld op eenig bedrag af te maken. Weliswaar is over die aange boden bedragen nog geen overeenstem ming bereikt., doch men verwacht, dat deze spoedig zal worden verkregen. Waar het hier gaat om een totaal bedrag van circa drie millioen, kan men nagaan, dat de verschillende reederjjen, wie het niet naar den vJeeze gaat, met verlangen (fp die niet ona anzienlijke sommen wachten. SlMMM-wegpersoneel. Het centrale comité van actie om te ko men tot één organisatie van spoor- en tramwegpersoneel bericht,- dat als gevolg van een briefwisseling as. Zaterdag te Utrecht een vergadering zal worden ge houden met de hoofdbesturen van den Bond' van ambtenaren, den Neutralen Bond' en den Locomotiefbond, in welke vergadering zal worden onderzocht, of het mogelijk is, alsnog tot vermindering van het aantal organisaties van spoor- en tram wegpersoneel te geraken. R. K. Volkspartij. De R. K. Volkspartij heeft Donderdag avond1 in een openbare vergadering in ,3eHevue", in Amsterdam, een „tijdperk yan propaganda en actie" ingezet. Spre kers w-aren de heeren Felix A. C. Donders, raadslid te Tilburg, en mr. P. M. Arts, lid van Prov. Staten van Noord-Brabant. De heer Donders besprak de oprichting van de R. K. Volkspartij in 1922 en wees erop, dat de partij thans haar offensief begon nen is met als eisch het recht om er een andlere denkwijze qp na te houden als de genen die in de R. K. Staatspartij georga niseerd zjjn. Niets zal in staat zijn het en thousiasme der Volkspartij te dooven; wij zijn pahaat om straks de verkiezingen in te gaan. De spr. plaatste tegenover elkaar de door zijn partij voorgestane democra tie, welke uitgaat van de meening, dat de arbeid de voornaamste bron van welvaart is, en de praktijk der coalitie. Voor de R. K. Staatspartij is de coalitie steeds no. 1 en de rest bijzaak. Waarom nog langer met ons goede geld de dure hobbies (stokpaardjes) te mainte- neeren' van de chr.-hist. en anti-rev. en hun legertje en hun vlootje? (Applaus). Wjj wenschen de coalitie niet te handha ven ten koste van onze beginselen. Mr. Aarts deelde mede, dat de R. K. Volkspartij hier te lande reeds 10.000 aan gesloten leden heeft De beweging van St. Michaël is niet or ganisatorisch geweest. Ook heeft St. Mi chaël zich vergist in de mentaliteit van den Bond van R. K. kieskringen. Daar waar de R. K. Volkspartij optreedt, zal dat in de eerste plaats gaan ten koste van de sociaal-democraten. In dén Tilburgschen gemeenteraad za ten 8 sociaal-democraten, 9 leden van de R. K. V. kwamen er in en de socialisten daalden van 8 op 8; in de Prov. Staten van N.-Brabant waren 4 soc.-dem. en na het optreden der R. K. V. daalde hun aantal van 4 op 3. Met een opwekking tot een eerlijke, krachtige stembusactie en tot terzijdestel ling van de eventueele contra-adviezen der bisschoppen, besloot mr. Arts zjjn rede. Er volgde eenige gedachtenwisse!ing> Jaarbeurs Utrecht Ter gelegenheid van de opening der Utrechtsohe Jaarbeurs op 10 Maart a.s. vertrekt uit Rotterdam een trein van niet minder dan 100 Ford auto's van de fabriek aan de van Helmondstraat (Keilehaven) naar Utrecht, blijkens een advertentie in de N. Rott. Courant. Hiervoor zijn nog 200 gratis plaatsen beschikbaar voor belang stellenden, die zich daarvoor opgeven. Het einde der Jubileumzegels. De jubileumpostzegels van 1923 worden thans niet veel meer gebruikt De redeu daarvoor is, dat de oplaag langzamerhand geheel verkocht is. Sedert eenige maanden zijn de waarden van 1, 2.50 en 5 niet meer verkrijg baar; de meest gangbare zegel, die van tien cent ia aan bijna alle kantoren ver- angen door de nieuwe zegel van die waar de naar het ontwerp-Veth. De jubileumzegels zullen dus spoedig tot het verleden behooren. EERSTE KAMER. MARINEBEG ROOTING. Het Marinebewind en de personeels- bonden. In de voortgezette zitting van de Eerste Kamer is Vrijdag aan de orde gekomen de begrooting van Marine. De heer Henri Polak (S.D.A.P.) hield een rede, waarin hij het standpunt der sociaal-democraten uiteenzette. Hij ver klaarde het eens te zijn met de opvatting, dat wjj' geen vloot kunnen bouwen, die ons in alle omstandigheden onze onafhankelijk heid kan waarborgen. Ieder jaar geven wij' 50 millioen uit voor een onbenullig ding, dat ons grondge bied ook in Indië niet kan verzekeren. Moe ten wij verder gaan met het aanschaffen van „proppenschieters" en tientallen mil- lioenen op den bodem der zee smijten, die wij zooveel voordeeliger zouden kunnen be steden. Wat zal er met de nieuwe vlootwet ge beuren? Heeft men die tijdelijk opgebor gen om ze na de verkiezingen weer voor den dag te halen? Spr. drong erop aan, dat de Regeering haar plannen blootlegt. Vervolgens had spr. het nog over het conflict tusschen den minister en den Cambo-marinepersoneel bond en criti- seerde het verbod tot deelneming aan het bekende demonstratief congres. Welke re den van krijgstucht zat hierbij voor? Het was een volkomen wettige demonstratie tegen verslechtering der arbeidsvoorwaar den. Het verbroken contact dient te worden hersteld in het belang van het personeel als van den dienst Spr. besloot met een be schouwing van de hygiënische toestanden bjj de marine en de toeneming der geslachts ziekten. Hij vroeg krachtige maatregelen ter beteugeling. Hetzelfde onderwerp be handelde de heer Haazevoet (R.-K.), die er op wees, dat de toestanden bij de Marine op zedelijk gebied de aandacht in de Kamer en de pers hebben getrokken. Het verstrek ken van preventieve middelen aan het ma rinepersoneel op staatskosten keurde hij scherp af. Dit is onzedelijkheid ten koste van den Staat. Geregeld zijn 100 man door geneeskundige hulp buiten dienst. 70 aer bemanning is aangetast. Wat moet men daartegen doen? Mr. Mendels: Afschaffing der Ma- rinel De heer Haazevoet betoogde verder, dat zelftucht en verbetering der mentaliteit slechts den toestand zal kunnen veranderen. De Minister van Marine, de heer Wes- terveld, de sprekers beantwoordend, zei- de, dat behalve Denemarken, geen ander land zoo ver gaat met de ontwapening, als door den heer Polak verdedigd, om vervol gens te betoogew dat onze vloot in Indië Ingezonden Mededeellng. THEEHUIS SPEELTUIN DONKERE DUINEN GEOPEND zeker diensten kan bewijzen voor de verde diging. Wat de Vlootwet aangaat, zoolang geen zekerheid bestaat wat met de toerustin gen ter zee gebeuren zal, kan geen marine- deskundige vooruit zien wat men zal dienen te doen. De verdere uitwerking van het pro tocol van Genève kan eveneens gezichts punten openen, die in vorige jaren niet te voorzien waren. Vandaar dat de Regeering met de Vlootwet een afwachtende houding aanneemt. Komende tot de hygiënische toestanden bjj de marine, erkende de Minister, dat deze veel te wenschen overlaten. Dat deze toe standen steeds slechter worden, ontkende hij, tenminste niet in Nederland. Voor de toestanden aan den wal in Indië is hij niet verantwoordelijk. Hij ontkende, dat van overheidswege pre ventieve middelen worden verstrekt. Het contact met de „Cambo" is door den Minister niet verbroken. Alleen wenschte hij met de bestuurders geen contact meer als zq van geen andere mentaliteit blijk ge ven. De houding van 't personeel tijdens de demonstratie, waarbij zij in uniform aan den kant gingen staan, was in strijd met de krijgstucht. Mr. Mendels: Waaraan ontleent u het recht hun dit te verbieden? De Minister: Het ondermijnde de krijgstucht. Mr. Mendels: Wat u heeft gedaan, ondermijnde de krijgstucht (Beweging). De Minister hield vol, dat men1 de krijgstucht had te grabbel gegooid. Van hem is voor het herstel van het contact geen stap te verwachten. De organisaties kunnen met andere bestuurders naar hem toekomen of dezelfde menschen als zij van andere mentaliteit blijk geven. De heer Moltmaker (S.D.A.P.): Ik hoop, dat zij deze karakterloosheid niet zul len begaan. 'Bij de replieken verdedigde mr. Men dels het bestuur van <Je „Cambo" dat hij kende als bezadigde menschen. Hij vond; dat de minister zich vergist had1 met het verbod van deelneming aan de demonstratie en had het verstandiger geacht, als de mi nister verder maar zijn mond had gehouden. Intusschen hoopte hij, dat het contact met „Cambo" zou worden hersteld. Iniijn dupliek verklaarde minister We»- t e r v e 1 d het bestuur reeds veel eerder ge waarschuwd -ie hebben en hield zich verder aan zijn eerder afgelegde verklaring. Over de Marinebegrooting zal Dinsdag worden gestemd. Waarna de Oorlogsbe- grooting te 2 uur aan de orde komt. („Telegraaf"). INGEZONDEN. Tentoonstelling Stad Helder 1925. Mijnheer de Redacteur, Zou ik den heer Zwart nog eens even mogen antwoorden op zijn weinig zakelijk stukje in uw blad van 6 dezer? Ik had een duidelijke uiteenzetting ver wacht- van het nut van bovengenoemd plan, vooral waar de neringdoenden nog wel eenige toelichting behoeven. Niets daarvan 1 Alleen een Pruisisch „Maulhal- tenl" als je 't er niet mee eens benti Slechts een paar argumenten, ons perspec tief in de Zuiderzeewerken, niet berusten bij achteruitgang en belastingverlaging door uitbreiding der industrie, worden even aangestipt. Ook zullen wij den vreem delingen kunnen toonen, waar zich indus trie-terreinen bevinden. Geachte redactie, er was nu zoo'n mooie gelegenheid geweest om met krachtige ar gumenten aan te toonen, waar de belan gen der neringdoenden met dit plan schuilden. De genoemde zijn mager en weinig steekhoudend; .geheel onvoldoende. Ook weet ik niet waarvoor men hier de industrieelen van elders aanziet, want ben ik goed ingelicht dan is het plan, als ter rein aan te wijzen de stikgronden voorbij d'e sluizen van de Buitenhaven, ongeveer bij 't z.g. „Kuitje"; wel mag het hun be komen! De commissie, die tot taak-heeft dèn heeren den weg te wijzen, zou ik aan raden niet te dicht in hun nabijheid te blijven, deze zouden misschien- van hun vuistrecht gebruik gaan maken of vragen of het ons ernst was! Zeker, het is jammer, dat Helder geen industriestad! is, maar waarom In de re clame dan die pose aangenomen? Ik kan er niets anders in zien dan bij den vreemde ling een verkeerde meening te willen op dringen en dat nog wel tegen beter weten ini Of meent men door wat luidruchtige reclame het gebrek aan zakelijke argu menten te kunnen verdoezelen? Het zal niet gaan! De heer Zwart noemt als eerste ver- eischte voor belastingverlaging een op leving van het bedrijfsleven. Is dit de za ken niet ietwat op hun kop gezet? 't- Is juist andersom. Een krachtig bedrijfsle ven kan zich niet ontwikkelen bij zwaren belastingdruk, dit zal ook straks de weelde-belasting, die in zicht is, de hemel verhoede, dat die er komt, bij aanneming, wel uitwijzen. Zie eens naar Kampen, waar de belas ting laag is: gevolg industrie en niet om gekeerd. Weet u wanneer er belastingver laging komt? Als kleine steden met weinig economische kracht, waar de meeste men schen op een beperkt inkomen zijn aan gewezen, zooals hier, geen groote allures gaan aannemen. Hierop nader in te gaan is overbodig, de feiten zijn voldoende be kend, maar zij hebben niet verhinderd, dat wij op het gebied van belasting naam heb ben gemaakt. Welkom, vrëemdelingl Met dank voor de plaatsing. 8. N. BAKKER. Helder, 6 Maart 1925. Het oordeel der commissie. Afwachtende houding ten aanzien van de Vlootwet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 11