Bramlage's VolksHinpagazijn Weststraat II, Halder. Oud ea vertrouwd adres. GEMENGD NIEUWS H f H:|| LENTEVREUGDE. Zooals in ze© d© onweerstaanbare drang der haring naar 'het bekken van de Zui derzee zich laat gelden om aan 'het gewel dige probleem der eeuwige schepping te voldoen, zoo gaat het ook in de binnen wateren. Ook daar ontplooit zich weer het nieuwe leven. Ook daar ontstaat weer de eeuwige strijd va nte worstelen, te overwinnen of onder te gaan. Het wriemelt en het krioelt weer in die duinslootjes. In dat aoetwatergebied heerscht weer een onuitroeibare strijd tussohen de kleinen en' de grooten, de slimmerikken en de schijnbaar onnooze len. Vele schepselen, evenals in de woe lige menschenimaatschappij, leven daar ten koste van elkaar, doch in dat wereldje onbewust, uit puren levensdrang. En het schijnt, dat in ieder wezen de voorjaars- en lenteontbolstering als een tornadovlaag huishoudt, die het rustige in hem vernietigt en het groeiende in laaiende ontplooiing zet. Dan heeft de jeugd geen rust meer in huis. Dan krijgen ze een hekel aan de kachel. En als de zon de natuur in pur peren en gouden gloed zet, is er geen houden meer aan. Dan moeten ook zij naar bulten; ze krijgen larie aan het huiswerk, dat ze voor school moeten maken en al je wil en al je overreding heb je noodig om te voor komen, dat er niet al te veel eenen en nullen op het rapport zullen prijken. Niet, omdat ze speciaal willen gaan luieren, doch omdat ze weg willen uit de mufheid der school en de on-Daltonsche wijze, waarop men meent hun de wijsheid te moeten inpompen. Ze willen naar bulten; ze willen wat zien van het leven in de slooten en plassen. Ze willen proefondervindelijk nagaan hoe dat leven van die krioelende menigte zich ont wikkelt en hoe de gedragingen zijn dier vagebondeerende wezens. Daaraan willen ze uren en uren beste den. En als die drang in hen zit, knijp dan maar een oogje toe; zorg natuurlij^ dat het heir van nullen en eenen zoo klein mogelijk zij, doch laat ze in dat stadium van lentevreugde-drang een weinig gaan. Maak de kinketting van het brieschen- de paardje een weinig los; gesp de kluis ter af en laat het de manen vroolijk wap peren in den verkwxkkenden voorjaars wind. Met toffeebusjes en plantentrommel; met stikkenzak en een sinaasappel of appel zijn ze den koning te rijk. Zoo be last en beladen trekken ze hun tijdelijk koninkrijk tegemoet. Daar in de duin pannen en bij de slootjes zijn ze in hun lusthof, waar geen tijd is en geen school- sche wijsheid. Zomen ze dan ook een paar uurtjes over tijd terug, doe dan ook eens een enkelen keer of er voor u, hoogmogende, ook geen tijd heeft bestaan voor een wijle en zorg dat de wereldsch-hongerende maag van uw spruit, die slechts bovenaardsche dorst naar natuurwetenschap had gekend, ste vig gespijzigd wordt Kijk ook niet te veel naar zijn schoe nen, doch laat hem, veiligheidshalve, die been-attributen in uw keukentje uittrek ken, opdat er geen zandwoestijn kome in uw woonvertrek. Bekijk dan op het zijltje, waar ZJ5D. zijn voeten heeft geplant, of daarop geen scherp-omlijnde „prenten" zich afteekeoen. En is dat wel het geval, laat hij dan die voetschablonen uittrek ken, laat hij zijn lichaamsextrkniteiten krachtig overwasschen en sta dan klaar met een paar droge kousen, opdat hij ver schoond zal blijven van verkoudheden met de zeer schadelijke gevolgen daarvan. En als ge al die zorgen en voorzorgen hebt genomen, denk dan even aan je eigen jeugd terug en leer je te verplaatsen in de gedachtenwereld van dien tijd. Dan zult ge zonder wrangheid en opgetogen de schatten kunnen bewonderen van het geen uw natuurvorsoher in zijn toffee- ibusje en zijn plantentrommel en onder zijn pet heeft meegebracht. f Want zit er een watertor in het toffee busje en heeft hij 'bovendien een kleurig salamandertje, dan is het lang niet uit gesloten, dat, terwille van den vrede, het salamandertje onder zijn pet een toe vluchtsoord heeft gevonden. In de zuurtjesflesch of in het aquarium is het dan weldra een chaos van planten en diertjes en het klimt, het zwemt en 'het sluipt daar in alle richtingen. Wat ge denkt te zijn een propje plan- tenvezeltjes is niets dan een omhulsel van een kokerjuffertje, dat op die wijze het veege lijf weet te bergen voor de ver woede aanvallen van watertor of schor pioen. De 'bootsmannetjes zwiepen met hun lange roeispanen het zilverglinsterend lichaam voort en toonen zich matador in het rugzwemmen, terwijl ze nu en dan argelooze doch moorddadige aanvallen doen op de juffertjes, die zich in een riet- schachtje verborgen hebben, doch nu en daó even met den kop te voorschijn ko men om, met hun pootjes, zich voort te klauwen. De slakken schuiven, zich draaiend en krommend, langs het watervlak voort of wrijven zich langs den fleschwand voor waarts. Salamander en kikkertje komen zich koesteren op een drijvend houtje en trach ten droomend te mijmeren over het drukke gedoe daar in dat waterwereldje onder hen. Prachtige plantjes hangen beweging loos in het water, of, zoo ze worden vast gezet in den bodem, staan rechtop en bie den al die waterbewonertjes heerlijke schuilhoekjes of prachtige instrumenten om hun gymnastische ongebondenheden op bot te vieren. Dat allemaal zijn de voorgeneuchten van de paaschvacantie. De jeugd droomt er al van en proeft zoo nu en dan een stukje van de in wording zijnde vacantie- taart. Agpstonds is die klaargebakken en nog een paar weken, dan happen ze daar van groote hompen en ze zijn nog lang niet verzadigd al is de taart, tot de laatste kruimels, reeds door hen verzwelgen. Met dat in het vooruitzicht zijn ze nog wel aan hun schooldagtaak te krijgen, doch in hun doening leeft al reeds de paaschgedachte, vertolkt door het woord: paaschvacantie. Een rare traktatie. Autobas omgeslagen. Een ontploffing in een geheime branderij. Engelsch schip bij Goeree gestrand. sistentie vertrokken. Er bestaat geen direct gevaar. Van drie zieke stoelt jee. Men schrijft aan het „Hbl.": Op den zolder van een rijkskantoor er- geps in de provincie stonden, zielig in een donker hoekje, jaren lang reeds, drie ma gere, zieke bureaustoeltjes. Hopeloos zieke stoeltjdfe: het eene had twee van zijn vier pootjes totaal verloren, het tweede leed aan zeer ernstige ruggegraatsverkromming en het derde zou allang bezweken zijn aan al- gemeene lichaamszwakte, wanneer 't niet van nature gezegend was geweest met een uiterst taai gestel. De korte rok. Een medewerkster van de Figaro heeft welijks de knie bedekt, de rok niet meer dan een herinnering is. Er is te veel open ruimte tusschen japon en bodem, waarin de het naakt nabootsende vrouwebeenen iets afwijkends zijn. Die tusschenruimte moet tot negen-en-twintig centimeter op zijn hoogst teruggebracht worden en op die manier zullen aardige beenen vol doende, de andere te veel gezien worden. Haar hospita vermoord. Te St. Petersburg hebben een tweetal vrouwelijke studenten in de medicijnen terecht gestaan onder beschuldiging haar hospita vermoord en beroofd te hebben. Het lijk van de vermoorde vrouw is met volgens de regelen der chirurgie geam- porteerde ledematen aangetroffen. Shaw en de theaterdirecteuren. Een Europeesche fakir. 'n Toespraak. LAATSTE BERICHTEN. Begrafenis luitenant van Veldhuizen. Onder zeer groote belangstelling had hedenmorgen 10 uur de teraardebestelling plaats van den le luitenant der artillerie G, van Veldhuyzen, slachtoffer van het tragisch aüto-ongeluk aan de Binnenhaven. De begrafenis had plaats met militaire eer. Eenige hoofdofficieren der landmacht een zestal 2e luitenants, die als slippedra- gers fungeerden, een groot aantal subalterne zeeofficieren, alsmede twee afdeelingen sol daten, volgden den stoet Langs Koningsplein en Polderweg stond een dichte menschenmenigte. Het verder verloop dezer plechtigheid wordt lït ons nummer van Dinsdag opge nomen. Engelsch stoomschip vergaan. Hoek van Holland, 28 Maart, j Het Brit- sche stoomschip „Aysgarth Frose dat gisterenavond 8 uur uit den Nieuwen Wa terweg naar Londen was vertrokken, ver keert op 4 mijl afstand van het vuurschip „Maas" in zinkeilden toestand. De beman ning heeft het vaartuig in eigen sloepen verlaten, en is later door het Nederl. stoom schip „Maasdijk" opgepikt en te 7 uur hedenmorgen te Hoek van Holland aange komen. De bootsman is verdronken. Het schip is 582 ton groot en eigendom van de reederij W. S. Kennagh te Leith. De ramp is veroozaakt door de hevige slagzeeën, die tijdens den storm over het schip sloegen. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht den morgen van 28 Maart 1925. Medegedeeld door het Kon. Nederlandsol» Meteorologisch Instituut te De Bilt. Hoogste barometerstand 771.7^ te Blacksod Laagste barometerstand 747.6 te Jan- mayen. Matige Noordelijke tot Westelijke wind, zwaarbewolkt tot betrokken, wellicht en kele regen- of hagelbuitjes, iets k«ider. SPORT. VoetbaL Nederland—Dui toehland. Gevestigd sedert 1864. COLBERT-COSTUUMS, nieuwste modellen en dessins, f 14, 16,18, 20, 22, 24, 26,28, 30, 36, 38,40. SOLIDE MANSBROEKEN f 8, 3'/» 4,4'/, 6, 6,6'/» 7, 8, 8'/* 8,10. KINDERPAKJES f B'/t, 7«/« 8, B»/«, 11. OVERHEMDEN BOORDEN. DASSEN ZELFBINDERS. FUIFPARTIJ. Ze hadden 't goed afgesproken: Wim zou, als hij van de werf kwam, zich gauw scheren, verkleeden, en dan zouden ze om 1-62 naar Amsterdlami gaan voor een fuif- degje. 't Was al lang in de pen, dat ze t er samen eens van zouden nemen, en eens aan die fuif zouden gaan. Ze waren nu drie maanen geëngageerd en nooit was er eens een extra'tje geweest. Nou was Wies erg zuinig en ze zei maar steeds: „We moeten sparen, Wim, voor ons huishoudentje". Wim, die een beetje artistiekerig aange legd was, antwoordde dan telkens: „Bahl sparen, hoe burgjeritykl" Maar gaf Wiegje altijd toe. Wim had die eigenschap altijd op „zwart zaad" te zitten, 't Begon al op „Grooten Verzoendag", dat was de dag van liet trak tement, die Wim met veel originaliteit en symboliek aldus noemde, omdat deze dag hem weder voor eenigen tijd1 met zijn, cre diteuren verzoende. Althans met sommi gen, niet met allen, helaas. Want vóór Wim aan den laatsten toe was, was zjjA portemonnaie leeg en voor die rest van de maand deed hij dan maar weer zoo'n beetje, leende wat hier, leendé wat daar, maar zorgde altijd voor sigaren- en' soheer- oenten. Waar hij al dat geld liet, Wies be greep het aiel WüMeli trcuv«o« óók niet; nou ja, hij ging wel eens mee naar „Bellevue" of zoo, maar maakte daar vol strekt geen regel' van. Aan zijn kleeren verdeed hij het ook niet. Hij zag er, vol gens Wies, altijd' uit „als een schooier". Wies-zelf was een tip-top-dametje met een keurig japonnetje en kousjes in kleur, snoezige lakschoentjes, echt sjiek, hoor! Maar Wim, 't was treurig, zoo zorge loos als-ie waa 't Was waar, hij gaf veel geld uit aan boeken, en Wies had al in stilte wat op zij gelegd om hem te verras sen met een boekenkast, en ook meende Wies, dat-ie wel eens aan ziin moeder geld gaf.Enfin, hoe dan ook, Wim was een schat, kort en goed! En altijd oourt d'argent. Als 't zoo tegen dien vijftienden liep, was Wim in den regel vrijwel radelooa Zijn crediet was op, zijn voorraad sigaren dito, en zijn portemonnaie dleponeerde hij dan in de lade van zijn waschtafeL „Voor het slijten", beweerde Wim. Zoo'n portemon naie was er op gemaakt om gevuld te zijn, en sleet maar, als-ie leeg in den zak zat. Dat was nu wel weer praotisch van Wim, zooals de lezer gereed© zal toestemmen. Een paar dagen kon Wjm dan nog teren op zijn vindingrijkheid..Hij ging bijvoor beeld naar zijn gewonen sigarenwinkel en kocht zijn kwantum sigaren. En dan zocht- le met een döod-onsohuldig gezicht, quasi in atyn sakken naar tfn portemonnaie, om tegenslotte tegen de juffrouw te zeggen: „o gossie, juffrouw, heb ik diaar mijn por temonnaie thuis laten liggen". En de juf frouw, met nog onschuldiger gezicht: „Komt wel terecht, meneer" 1 Nou, terecht kwam het wel, ziet-u, en per slot van reke ning was Wim tegenover zijn geweten ver antwoord, omdat hij inderdaad zijn porte monnaie thuis had laten liggen. Maar t werd, als je dien tamc in een paar winkels hadl toegepast, tenslotte een heele admi nistratie. Zoo, met vallen en opstaan, redde hij het veege lijf tot den laatsten der maand. Dan deed hij zooveel mogelijk alles af. sloeg van alles in, hing een paar dagen den brani uit, rookte zelfs civaretten! om daar na weer zijn portemonnaie enzoovoort zie boven). "t Spreekt vanzelf, d!at een dergelijke ad ministratie niet op buitenissigheden was ingericht Dé fiscus bijvoorbeeld kwam al tijd op ongelegen oogenblikken; vroeger kon hij 't met „waareohuwing", „aanma ning" en „dwangbevel" nog wel eens rek ken tot dén eersten der maand, maar te genwoordig met dat nieuwe systeem was ook dat weer lastiger geworden. Met zijn kleermaker had' hij een afbe talingssysteem ingesteld. De man leverde periodiek zijn colbertje, en elke maand kwam-ie om de centen, 't Gebeurde een «nkalan koer, dat Wim niet «huis gaf; dat was dan omdat de portemonnaie op 't punt stond naar die la der waschtafel te verhui zen. Zijn oude pak was altijd juist versle ten tegen dat hij „an" was met betalen, en zoo liep dit automatisch en op rolletjes. Wiegje deed haar best in den ontred derden finantieelen toestand van haar amant eenige regeling te brengen. „Kijk eens, Wim," zei het aanvallig© kind, „nou leg je iedere maand tie* gulden op zij voor de belasting. Dan ben je altijd klaar als er betaald moet worden; zoo'n aanmaning kost ook al weer geld". „Wies," zei Wim, „je bent epn snoes. Maar deze maand kan ik ze niet missen. Ik wou voor jou een ringetje koopen. Vol gende maand." Maar de volgende was zijn hoed versle ten en moest hij een nieuwen koopen. „Wies," zei Wim, „weet je wat we doen moesten?" Wies wist het niet „We moesten maar trouwen, Wies". .Jongen, je bent niet goed," zei Wies. „Ik heb niets van mijn uitzet klaar, en dan, we zijn nog maar drie maanden ge ëngageerd1". „Nou ja, officieel", antwoordde^ Wim, „maar we kennen mekaar veel langer". Wies gaf echter niet toe. „Zie Je, Wies", betoogde Wfan, „dan kom ik elke maand met een bom geld thuis «b gooi dat jou ia dan schoot. Ik ben dan met eere van den rommel af. Een behoorlijk zakgeld zul je me toch wel ga rand eeren, niet?" ,3a. ha, die Wim", lachte Wies. Maar ze gaf niet toe. Ce que femme veut, Dieu le veut. Maar zoover had Wim Wies dan toch bepraat, dat ze 't er eens van zouden ne men. Een fuifparty ln optima forma. Dis Wies had zoo weinig verzet ln haar leven tje, altijd stond ze maar ln dien winkel, zoo'n enkel fuifpartijtje kwam haar wel toe. En Wies, die toch eigenlijk dolgraag wou, had tenslotte toegestemd. „Kost dat niet veel geld, Jongen?" had ze, een beetje angstig, gevraagd. „Wol nee, kind", gaf Wim ten ant woord, „we gaan natuurlijk in t begin van de maand, op Zaterdagmiddag. We gaan met den trein van twee uur naar Amsterdam, loopen wat winkels te kijken, dan een fijn dinertje 'bij Kras of zoo, en dan 's avonds naar t Leddscheplein. Jij logeert dan 'bij je tante, ik ga naar m'n broer, en dan Zondag. nou dat zien we wel. Nooit te veel plannen in maken I" „O Jongen, t is dol!" juichte Wies. „Maar t geld?" .-Ach wat, geld", blufte Wim, „dat koetlaat eens kijken.vijfentwin tig gulden samen". „Wat «an ««ld toch", wchtte Wl* Ze snakken onbewust naar de vacantie. Roblnson. Te Delft kregen het zes knapen op school te kwaad. Met verwrongen gelaat strekken klaagden zij over buikpijn en hadden diarrhée. Uit het onderzoek van de recherche bleek dat een der jongens zijn kameraadjes getracteerd had op het een of ander purgeermiddel dat met de schoonmaak thuis te voors<Aijn was ge komen. Gistermiddag is op den Rijksstraat weg naar Arnhem te Amersfoort een autobus van de Eerste Ned. Kunstzijdefabriek te Ede, door het breken van de vooras, om geslagen. Behalve de chauffeur, bevond zich in den wagen een tiental meisjes. De chauffeur en twee der passagiers werden gewond. De marecbaussée hebben de autobus in'beslag genomen. Donderdag had in een huis in de Vio- toriastraat te Berlijn een hevige ontplof fing plaats. Toen de brandweer ter plaatse kwam, stond reeds de geheele woning in brand. De vrouw des huizes en een gast, een zekere koopman Genz, hadden vele brandwonden en werden naar het zieken huis gebracht Bij het blusschen van den brand kwam men tot de ontdekking, dat deze ontstaan was door een ontploffing ten gevolge van onvoorzichtigheid in een in het huis voorbeeldig ingerichte gehei me branderij. De brandweer waarscnuwde de politie, xlie het materiaal in beslag nam. Beide gewonden zullen in arrest gesteld worden. Bij Goeree is gestrand het Engelsche stoomschip „Innisholm" van de reederij H. Davies te Londen. Het schip was op weg van Gorkum naar Londen en is 468 ton groot Twee sleepbooten zijn ter as De leider van dat kantoor, op wiens In ventaris deze stoeltjes nog steeds vermeld stonden als in 't volle bezit hunner licha melijke krachten, nam op zekeren dag een stuk papier, mqldde zijn onmiddellijken chef hoe droevig het met gemeld drietal gesteld was en verzocht machtiging om ze op te ruimen en Van zijn inventaris at te voeren. De chef plaatste op het voorstel een kant- teekening en zond het door naar zijn chef, aan wien het was om een eindbeslissing te nemen. Twee maanden later bereikte den verzor ger van het drietal de officieels opdracht om ze ten verkoop over te dragen aan den naastbij wonenden ontvanger der registra tie, zijnde de officieel© schakel tusschen den staat en particulieren, wanneer de staat zich gaat bewegen op handelsgebied. Met een ijver, een veel betere zaak waar dig, trachtte deze zich te kwijten van de hem opgedragen taak, maar mager, uiterst mager bleef weken lang het resultaat van zijn hardnekkige pogingen. Weliswaar toog er zoo nu en dan een handelaar in tweede handsartikelen, tuk op een voordeelig koopje, naar het bewuste hoekje op den zolder van het bewuste rijksgebouw, maar teleurgesteld keerden ze telkens terug en maanden lang bléven de stoeltjes wachten op een kooper, die hen kwam verlossen uit hun donkere eenzaamheid. Tot er eindelijk weer een handelaar kwam kijken, die tevens knutselaar was en daarom kans meende te zien uit het zieke drietal één gezond exem plaar op te bouwen en nog wat brandhout over te houden. Hij ging naar den rijksschakel, deed zijn bod, liep nijdig weg, omdat een veel hooger bedrag werd gevraagd, en kwam na een paar dagen nog eens terug om zijn eerste bod wat te verhoogen. Met het voor alle partijen heugenis wekkende resultaat, dat „de niet meer voor gebruik geschikte voor werpen, aanwezig op den zolder van het rijkskantoorgebouw te X., voor de somma van dertig cents aan Mozes Zadoks waren overgedragen." Dertig cent! Zoo maar! Een meevaller voor 's rijks kasl Wie rekent, waar zóó'n resultaat bereikt werd, de vele uren tjjd, die verschillende ambtenaren hadden te besteden aan 't be schrijven van vellen papier om den gehee- len koop beklonken en bezegeld te krijgen? En zullen Üe zich nu nog blijven roeren, de booze tongen, die steeds nog durven vol houden, dat het rijk niet altijd en niet overal kloek en vastberaden vóórgaat op den weg van versobering en zuinig overleg? bezwaar tegen de al te korte rokken, die de mode voor dit voorjaar voorschrijft Met de korte rok van 1920, zegt zij, zou, vergeleken bij die, welke thans gedragen wordt een koorknaap behoorlijk gekleed zijn, maar de schaar is in deze lente zoo zichtbaar aan het knippen geweest, dat de scheiding tusschen mode en schaamte wel bijkans uitgesproken is. Al wil de mode-medewerkster der Figaro zich bij het beoordeelen van de voorjaararok-19251 uitsluitend op esthetisch standpunt plaat sen, zij wil toch niet in de eerste plaats tegen dat kleedingstuk inbrengen, dat ze het nadeel heeft te veel leelijke beenen zoo maar te laten kijken. Want alleen het feit, dat iets mooi is, zou toch niet vol doende mogen zijn om het dan maar te toonen ook. Waar zou die theorie ons niet kunnen heenvoeren I Rodin zou, zoo hij al lang niet dood ware, het verdwijnen van de rok niet overleefd hebben. Zij schonk, wat zijn oog voortdurend zocht: lijn. Een „mooie lijn" te hebben is een voorrecht van de vrouw, dat nu verloren zal gaan omdat met een japon, die nau Bij de behandeling voor de rechtbank konden niet voldoende bewijzen van schuld worden aangevoerd; alleen kon bewezen worden, dat z}j bij den moord een rol hadden gespeeld. De eene werd veroordeeld tot vier jaar cellulaire ge vangenisstraf, de andere tot twee jaar voorwaardelijk. Bij gelegenheid van de jaarlijksche ver gadering van de Vereeniging van Thea terdirecteuren, eergisteren te Londen ge houden, las de vice-voorzitter de volgen de vermakelijke correspondentie met Shaw voor: „Waarde G. B: S. De Engelsche theaterdirecteuren van Inverness tot Piymouth houden hun jaarlijksche ver gadering op 19 ^laart en zouden daarbij de tegenwoordigheid op prijs stellen van den man, aan wiens tooneelstukken ze de laatste tien jaar niets dan geld hebben verloren. Ze wenschen hun „vrijgehou- dene" van aangezicht tot aangezicht te zien, kom dus onverwijld". Het antwoord kwam van Madeira, waar de schrijver, naar men weet, den winter heeft doorgebracht: „Ongetwijfeld zullen de verzamelde theaterdirecteuren van Inverness tot Ply- mouth een overweldigenden aanblik op leveren bij hun vergadering in restaurant Gatti, maar ik ben te oud om mij aan dergelijke sensaties persoonlijk nog te mogen wagen. Hierbij voor allen mijn groeten! Maar welk een uitgezochte ge legenheid overigens voor een.... mo dernen Guy Fawkes!" (Guy Fawkes was een der medeplich tigen aan het bekende Engelsche bus- kruit-complot. Hij werd gearresteerd, in den Tower geworpen, door folteringen tot bekentenis gebracht en 81 Januari 1606 terechtgesteld). Te Berlijn is in een kring van genees kundigen een demonstratie gehouden, waarbij werd aangetoond hoe een Euro- peesche fakir, zonder blijkbaar eenige pijn te voelen het doorsteken van den arm met naalden kon doorstaan. Daarbij trad geen bloeding op. To Rhama (zelf- bedwinger) noemt zich deze fakir, die vroeger chemicus was en zich door sys tematische auto-suggestie dezen staat van gevoelloosheid verwierf, nadat hij in den oorlog zwaar verwond was ge weest en vele maanden lang verpleegd was geworden. Bij een demonstratie in Spanje kreeg To Rhama eens een infectie, toen hij zich schoon hij wel wist dat hij zich onvoldoende geconcentreerd had met de niet gedesinfecteerde naalden had la ten doorsteken. Een der artsen maakte de opmerking, dat in Frankrijk zulke verschijnselen bij zware hysterie meer dan eens konden worden geconstateerd en een ander wees er op, dat in de oude littferatuur over hek sen het niet bloeden uit wonden als een heksen-teeken werd beschouwd. Bij het vijf en twintig jarig jubileum van den hoofdonderwijzer hield een van de meesters een toespraak. Hij eindigde met de volgende woorden: En als ik nu ophoud met spreken en ik verzoek tot slot een driewerf hoera uit te roepen dan hoop ik van harte dat daarbij de heele school invalt Verwachting: Zondag a.a. opent bet Amsterdamsche Star dion voor de tweede maal in dit seizoen zijn poorten voor een wedstrijd van on« nationale elftal, dat tot beden nog geen nederlaag boekte. Nu gaat het tegen de Duitsohers, die juist zoo wat een jaar geleden te zeifder plaatse een 1—0 overwinning behaalden, welke niet ge heel verdiend was. Onze herinnering aan deze ontmoeting is: een saaie wedstrijd. Het spel van onze Oostelijke naburen, waarover te vo ren zoo'n roeping uitging, viel org tegen: bet was een en al short passing. Zonder eenige afwisseling maar goed toegepast. De bulten- spelval van Tetzner werkte toen fnuikend, doch kon het eenige doelpunt niet voorkomen. Hoe staan wij er nu voor? Laten wij direct zeggen, dat het Nederland- sche elftal wat goed heeft te maken. Voor den oorlog was het voordeel meestal aan onzen kant, ja werd geen wedstrijd verloren. Wij boekten de .volgende resultaten: 24 April 1910 te Arnhem, 42. 16 Augustus 1910 te Kleef, 12. 24 Maart 1912 te Zwolle, 5—5. 17 November 1912 te Leipzig, 28. 5 April 1914 te Amsterdam, 44. Toen kwam de oorlog en bleek sinds dien vooral het Zuid-Duitsche spel sterk verbeterd. De clubs Fürth en Nttrnberg speelden daarbij een groote rol. 10 Mei 1923 werd er weer gespeeld en te Hamburg sleepte onze I verdediging een gelijk spel (0—0) uit het vuur. Op 21 April 1924 volgde de reeds genapmde wedstrijd in het Stadion (01), waardoor de verhouding werd: Nederland 7 3 8 1 18—15 9 128 Duitechland 7 1 8 8 15—16 5 0.71 Tot heden wae dus ons land dooreeogeno men sterker. De vraag is nu of dit zoo blijven zal. Het antwoord is moeilijk, want beide elf tallen zijn in het tusschenliggende jaar sterk gewijzigd. Bij de Duitschers zijn nog 2, bij de "5- -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 14