T
binnenland
gemengd nieuws
V
Tweede Blad
VAN ZATERDAG 28 MAART 1925
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Holland'» Noorderkwartier heeft het
volgend schrijven aan der Directeur-Ge
neraal der Posterijen en Telegrafie ver
zonden:
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Holland's Noorderkwartier, gevestigd
te Alkmaar, bijeen in hare algemeens leden
vergadering do. 26 Maart 1926, gehoofd
hebbende:
lo. de uiteenzettingen van den wnd.
Hoofdinspecteur der Posterijen en
Telegrafie, den heer Duynstee, en
die van den heer Truffino, chef der
afdeellng Postdienst,
2o. het oordeel van de bedrijfsgroepen,
waarvoor de leden der Kamer geacht
mogen worden onderscheidenlijk zit
ting te hebben genomen in de Ka
mer van Koophandel voor Holland's
Noorderkwartier,
ten aanzien van het traagstuk der voorge
stelde versobering van den Dienst der Pos
terijen en Telegrafie in Nederland, is van
oordeel:
1. dat het doel van het Hoofdbestuur der
Posterijen en Telegrafie om te trach
ten, bij een voortdurende sluitende
begrooting van haren dienst, in de
naaste toekomst, een aanmerkelijke
verlaging der Posttarieven in te voe
ren, moet worden toegejuicht,
2. dat echter zoowel de Handel in dit
Gewest, als de Kamer van Koophandel,
ongaarne zullen zien, dat de Dienst
der Posterijen en Telegrafie daardoor
minder goed zal functionneeren dan
in de vóóroorlogsjaren,
8. dat zij zich dus ln geenen deele er
mede kunnen vereenigejj, dat d6 In
krimping van den Dienst verder zal
gaan dan een terugkeer tot den toe
stand van 1914, tenzij, dat het hoofd
bestuur zou willen verklaren, dat ver
dere beperkingen van den dienst
slechts door haar zullen worden inge
voerd, na gepleegd overleg met en
gunstig advies van de Besturen der
Gemeenten en de Kamers van Koop
handel, opdat daardoor worde bereikt,
dat de plaatselijke belangen van Han
del en Industrie, welke uit den aard
der zaak niet over denzelfden kam
kunnen worden geschoren, ten volle
tot hun recht zullen komen.
In bepaalde gevallen zal dan, na gemeen
schappelijk overleg, vermoedelijk wel een
regeling kunnen worden getroffen, waar
door op practische wijze Uwe plannen met
de belangen van Handel en industrie In
haar District ln overeenstemming kunnen
worden gebracht.
De Wee ter Schelde.
Men meldt ons uit Brussel aan de
N. R. Ct:
Volgens inlichtingen van particuliere
zijde past het ontwerp-verdrag tusschen
Nederland en België op de Wester Schel
de de drie groote beginselen toe, die
neergelegd zijn in de internationale over
eenkomst van Barcelona, n.1. ten le de
vrijheid van koopvaart op de internatio
nale stroomen, ten 2e de gelijkheid van
behandeling voor den eigendom en de
vlag van elk land, ten 8e de beperking
van heffing van rechten. Beide eerste
punten strekt het verdrag ook uit tot tij
den van oorlog. De Schelde beneden
Antwerpen zal ten allen tijde vrij en toe
gankelijk zijn voor de vlag van elke na
tionaliteit, met uitzondering van oorlogs
schepen. De heffing van rechten is uit
drukkelijk beperkt tot de loodsgelden. De
betrokken regeeringen verplichten zich
de schepen op de Neder Schelde aan gee
nerlei visitatie of welke belemmering om
welke reden ook te onderwerpen. De ver
drag sluitende partijen beschouwen het
als een eerste beginsel, dat de Wester
Schelde en zijn toegangen tot de volle
zee, zoowel als de Schelde stroomafwaarts
van de haveninrichtingen van Antwerpen
ten allen tijde, wat de bevaarbaarheid be
treft, moeten beantwoorden aan de om
standigheden vereisoht door de vorderin
gen van den scheepsbouw, zoowel als door
de groeiende behoeften van de scheep
vaart.
Er wordt een commissie van beheer in
gesteld, welke uitgebreide volmachten
krijgt. Zij kan zoowel bij afzonderlijk be
sluit als in den vorm van algemeene regle
menten maatregelen nemen ten behoeve
van de scheepvaart, en met name ten
aanzien van de verlichting, de betonning,
het plaatsen van merkteekens en derge
lijke op de oevers enz. De commissie be
staat voor de helft uit Belgen en de helft
uit Nederlanders en benoemt zelf haar
voorzitter, die geen overwegende stem
heeft-
Het verdrag omhelst ook het beginsel
van arbitrage. In geval er geen overeen-
stemming over een bepaald besluit kan
worden verkregen zal de zaak naar de
beide regeeringen worden verwezen.
Komen die ook niet tot een vergelijk dan
zal een scheidsgerecht het geschil oplos
sen.
Te veel studenten.
De minister van onderwijs heeft aan
curatoren en senaten der rijksuniversitei
ten advies gevraagd nopens de vraag, op
welke wijae het aantal studenten der rijks
universiteiten sou kunnen worden be
perkt
De zomertijd.
De Eerste Kamer tegen afschaffing?
April komt h€t wetsontwerp
tot afschaffing van den zomertijd in de
Eerste Kamer in behandeling. Naar de
„leiogr. uit betrouwbare bron verneemt
kan verwacht worden, dat 28 29 Eerste
Kamerleden zich zullen Verklaren tegen
het wetsvoorstel tot afschaffing van den
Zomertijd. Mochten van hen bij de stem
ming geen, of slechts zeer enkele leden
ontbreken, dan zou dus de handhaving
van den Zomertijd verzekerd zijn.
De Pensioenwet
De Algem. Militaire Penaioenbond, de
Kon. Nederl. Bond van Oud-onderofficie
ren, de Eerste Nederl. Bond van oud-
onderofficieren, de Nederl. Vereeniging
van oud-onderofficieren der Zeemacht en
de Borid van reserve-onderofficieren heb
ben aan de Tweede Kamer' een adres ge
zonden inzake het ontwerp Penisoenwet
voor de vrijwilligers bij den landstorm.
Zij verzoeken aan de Kamer, haar mede
werking te verleenen, opdat aan de reeds
gediend hebbende en thans nog dienende
vrijwilligers bij den landstorm pensioen
aanspraak zal worden toegekend, overeen
komstig de van regeeringszijde gedane
toezeggingen.
Het Amsterdamsche meelbeslult
Zooals bekend, is het besluit van den
Raad der gemeente Amsterdam inzake
gemeentelijken meelaankoop door Ged.
Staten niet goedgekeurd. Naar aanleiding
hiervan hield de Raad van Amsterdam
zich Donderdagmiddag bezig met de
vraag of van dit besluit al of niet in be
roep bij de Kroon zou worden gegaan.
De meerderheid van het College is van
meening, dat geen beroep moet worden
ingesteld, de minderheid daarentegen had
een nota ingediend, die zich met deze
zienswijze niet kon vereenigen envoor
ziening bij de Kroon. De minderheid bij
monde van den wethouder Wibaut, nam
de motiveering van Ged. Staten nogal
onder de loupe om op grond daarvan tot
instellen van beroep te concludeeren, de
meerderheid, bij monde van den burge
meester, stelde zich op meer opportum
standpunt (dw.z. zij acht den tijd niet ge
schikt). Maar zeer zelden hebben Ged.
Staten een besluit van den Amsterdam
schen raad vernietigd, en bovendien, ge>
steld, dat de Kroon inderdaad het besluit
zou handhaven, zou over twee maanden,
als de vergunning tot meelaankoop zou
worden verleend, geen enkel lid van het
College er meer aan denken het besluit
uittevoeren.
Verschillende leden critiseeren het feit,
dat een „minderheidsnota" is ingediend
bij deze nota van B. en W. Dat achten
zij niet in den haak en niet behoorlijk.
Daartegenover wijst wethouder de
Miranda er p, dat deze zaak een politieke
zaak is geworden en dat Ged. Staten
meer zijn opgetreden als arbiters dan als
toepassers van de wet Zij traden eigen
lijk andermaal op als Raad van Amster
dam.
Met 28 tegen 20 stemmen werd in de
avondzitting het voorstel-Wibaut c.s. om
bij de Kroon voorziening aan te vragen
verworpen.
Deze zitting was overigens vrij rumoe
rig, naar aanleiding van een interpellatie-
Drabbe. De Raad had indertijd een mo-
tie-von Frijtag Drabbe aangenomen naar
aanleiding van de verwerping der melk-
voordracht de Miranda, waain werd aan
gedrongen op een ander onderzoek naai
de leverantie der melk, en dit onderzoek
opgedragen aan den wethouder de Miran
da. De interpellatie strekte thans om B.
en W. te vragen naar de redenen, waar
om juist aan dezen wethouder dit onder
zoek was opgedragen, en de interpellant
ontzag zich niet om allerlei verdachtma
kingen elf beschuldigen naar den heer
de heer de Miranda te werpen. De heer
Erftemeyer, een fractiegenoot van den
heer Drabbe, zeide zelfs, dat verschillen
de organisaties buiten den Raad niet met
den wethouder de Miranda willen onder
handelen, opdat de notulen later niet zul
len kunnen worden verdraaid. Hij moet
natuurlijk deze woorden intrekken, doch
zij beteekenen wel de stemming, die bij
andersdenkenden tegen dezen wethouder
bestaat.
De S. D. A. P. en de heer Flmmen.
De voorzitter van het partijbestuur der
S. D. A. P., de heer W. H. Vliegen, dient
den heer Edo Flmmen als volgt van ant
woord:
„Ik weiger mijnerzijds met u elke uit
eenzetting en aan u elke beantwoording
van elke vraag, zoolang gij niet zonder
omweg of slag-om-den-arm hebt geant
woord op mijn vragen, die deze zijn:
„Weet gij iets van in de sociaal-demo
cratische beweging in Nederland bestaan
de of plaats gehad hebbende corruptie,
ja of neen?
„Zoo ja, noem dan de feiten, met man
en paard.
„Zoo neen, zeg dan het neen is.
„Ik ben niet aan het onderzoeken of
Fimmen bijgeval aan het lasteren of aan
het praatjesmaken is geweest, die vraag
staat op het tweede of derde plan. Ik ben
bezig uit te vorschen ingevolge mijn be
lofte aan het partij-congres, of in onze
beweging corruptieve toestanden bestaan,
of partjjgenooten al of niet bij corruptieve
handelingen betrokken zijn.
„Wilt gij niet antwoorden, het is uw
zaak. In het geval dat we hier voor ons
hebben is het uitblijven van antwoord
misschien wel het duidelijkste antwoord.
Maar door wedervragen laat ik mij van de
quaestie* waarom het gaat, niet afbren
gen.
De slotzin van uw stukje laat vermoe
den dat gij iets te antwoorden hebt Mij
dunkt dan moest het voor u een gewe
tensvraag zijn om dit terstond en k;aa:
«a duidelijk te doen, zonder er op fee
wachten dat men u de woorden uit de
keel wringt."
De Nederlandsche scheepsbouw.
De Nederlandsche werven volop werk.
Uit Londen wordt aan het HbL gemeld:
Lordt Bearsted verklaart in de „Times"
dat van de order op 15 tankschepen elk
van 2300 tons, 13 schepen aan de Neder
landsche werven zijn gegund. De schr.
meent dat de Nederlandsche werven
thans vol zitten met bestellingen en geen
verdere contracten kunnen sluiten.
Het Hbl. teekent bierbij aan:
BQ informatie ter bevoegder plaatse ia
ons gebleken, dat de Nederlandsche wer
ven op het oogenblik inderdaad niet te
klagen hebben over gebrek aan bestellin
gen. De opmerking van Lord Bearstel, dat
onze scheepsbouw geen verdere orders
zou kunnen accepteeren, is, in niet al te
absoluten zin, eveneens juist De oorzaak
daarvan is echter niet zoozeer, dat de
capaciteit van onze werven zou te kort
schieten, maar wel, dat men reeds gerui-
men tijd te kampen heeft met gebrek aan
werkkrachten.
Het gebrek aan werkkrachten geldt zoo
wel voor den bouw van zee- als van rivier
schepen. Immers bij een grootere bedrij
vigheid in den zeescheepsbouw, worden
uit den aard der zaak al spoedig werk
krachten aan de kleinere werven onttrok
ken, die trouwens op het oogenblik even
eens in bevredigende mate van bestollin-
gen zijn voorzien.
Overigens dient niet over het hoofd te
worden gezien, dat de bedoelde orders op
tankschepen destijds zijin geplaatst teg< n
bedragen, die bijna geen winst laten, zoo
dat het feit geen verwachtingen behoeft
te wekken omtrent de flnancieele resul
taten. Daaruit volgt dan tevens dat men
de concurrentie-mogelijkheid der Neder
landsche werven niet dient te onderschat
ten, iets waaraan men zich ln het buiten
land nogal eens schuldig maakt
De Anglo-Saxon Oil Co. Ltd. heeft bij
een D u 11 s c h e werf vier motortankboo-
ten besteld, elk 10,000 t groot, voor een
bedrag van 800,000.
Het personeel van de Hollandsche spoor.
Naar het „U. D." verneemt heeft de
directie der Nederlandsche Spoorwegen
bepaald, dat het personeel van de Hol
landsche Spoor, dat deelgenoot is van het
pensioenfonds, voortaan niet meer op
60-jarlgen leeftijd ontslagen wordt, dooh
dat bedoelde ambtenaren en beambten
ook na het hereiken van dien leeftijd ln
dienst gehouden kunnen worden, tenzij
hun werkkracht, geschiktheid, bekwaam
heid of dienstijver van dien aard zijn, dat
op hun langer behoud geen prijs wordt
gesteld.
Bij de Staatsspoor heeft altQd de bepa
ling gegolden, dat het personeel op 66-
jarigen leeftijd den dienst moest verlaten.
De Wethouderscrlsis te Rotterdam.
Mri van der Hoeven bedankt opnieuw.
In weerwil van het feit, dat Donder
dagmiddag mr. A. van der Hoeven weder
om tot wethouder van Financiën werd
gekozen, duurt de wethouderscrisis voort.
Want Donderdagavond is wederom na
langdurige discussie verworpen het voor
stel Schouten o.s. tot verhaal van 87»%
pensioensbijdragen op het gemeenteper-
soneel.
Zooais men weet, had de Raad ditzelfde
voorstel op 27 Febr. verworpen, wat voor
den wethouder van Financiën aanleiding
was af te treden. De drie rechtsche raads
fracties hadden, toen in een vorige ver
gadering geen wethouder kon worden be
noemd het voorstel opnieuw ingediend,
teneinde het mr. Van der Hoeven moge
lijk te maken aan te blijven.
Tot het middernachtelijk uur werd over
het voorstel gediscussieerd.
In de middagzitting kon het niet aan de
orde komen, omdat wegens een meenings-
verschil door de heeren dr. Van Rave-
steijn en Van Burink obstructie was ge
voerd. Bij ieder agendapunt en onderdee-
len er van hielden zij langdurige redevoe
ringen, tot zij ten slotte verklaarden de
obstructie te zullen eindigen.
Toen het ten slotte op stemmen aan
kwam, werd het voorstel met 22 tegen 21
stemmen verworpen, waarbij de stem van
den heer Corermans den doorslag heeft
gegeven.
Het resultaat van de stemming was
voor mr. Van der Hoeven aanleiding, zijn
benoeming tot wethouder van Flnanoiën
niet te aanvaarden.
De beroovlng van 28,006.
De beroofster S. S., die de vorige week
ln een pand aan de Prinsenstraat te Rot
terdam een caféhouder uit Dordrecht be
roofd heeft van 1 23,000, is overgebracht
naar het huis van bewaring.
De vrouw is nog slechts 21 jaar en ge
huwd met zekeren E. M., een echtgenoot,
die den bekenden L. H. v. d. 8., die het
vorig jaar wegens de poging tot beroo
vlng met behulp van een auto in het
Sterreboech te Schiedam werd veroordeeld
tot 7 jaar gevangenisstraf, voor haar heeft
opgezooht. v. d. S. leefde met de toen nog
minderjarige 8. 8. Om te zorgen, dat ze
bij haar misdrijven niet naar een tucht
school of rijksopvoedingsgesticht werd ge
zonden, had hij voor een bedrag van en
kele honderden guldens M. bereid gevon
den ten stadhuize te verklaren, dat hij
in het vervolg lief en leed met 8. 8. zou
deelen. Onmiddellijk na de trouwplechtig
heid had M. de vrouw weer aan haren
souteneur overgedragen.
Het onlangs gemelde Utrechtsdhe ge
val van een meisje, dat men had laten
trouwen om haar aan een vonnis van den
kantonrechter ta onttrekken, wee dus niet
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Een stijgende bloei van de natuurweten
schappen en de techniek; een voortdurend,
strjjdvaardig-gespannen verhouding tus
schen kapitaal en arbeid, waarbij heit in
eersten aanleg om hert materieele gaat, ten
slotte nog een wereldoorlog met zijn ma
laise en andere nasleep, een en ander even
eens nauw verbonden met de „stoffelijke
werkelijkheid", zietdaar het beeld, in
korte trekken, van de laatste halve eeuw.
In zoo'n tijd, waarin de bewust© aandacht
van de menschheid bijna geheel op de bui
tenwereld gericht werd, heeft, zou men,
oppervlakkig redeneerend, geneigd zijn te
zeggen, de innerlijke wereld, waaruit de
kunst opbloeit, weinig kans. De werkelijk
heid spot echter veelal met al te gemakke
lijke (logische) redeneeringen en zoo ook
hier. Juist in deze laatste halve eeuw gaf,
en seker niet 't minst in ons land, een
merkwaardige bloei van vele kunsten te aan
schouwen. (Dat die bloei - zich niet in de
dikte der kunstenaarsbeurzen afspiegelde,
doet in dit verband niet ter zake). Daar had
den we, om te beginnen, de bekende 80-er
beweging in de litteratuur; dan het ontstaan
der_ nieuwe, krachtige stroomingen in onze
schilderswereld gewekt, voor een groot deel
door onzen Vincent van Gogh; de opleving,
onder aanvoering van Berlage van onze
bouwkunst, die zich in enkele jaren zoo
krachtig ontplooide, dat men van uit het
buitenland ln steeds grooler getale ter bede
vaart optrekt naar haar producenten; het
feit, dat de muziekbeoefening qualltatief
zoowel al» quantitatief op een ongekend
hoog plan kwam te staan en dat we, voor
't eerst weer na honderden jaren op enkele
belangrijke, Nederlandsche componisten
kunnen wijzen (Diepenbrock, Zweers, Pij
pers, Vermeulen); het ontstaan en de krach
tige bloei van de moderne kunstnijverheids
beweging; tooneel-hernieuwers en hervor
mers als Rooyaards en Verkade; en ten
slotte zelfs ln een; kunstuiting, die hier van
oudsher nooit bijster heeft willen gedijen,
het beeldhouwen, talenten van het
kaliber van een Rëdeker, een Polet, een
Krop....
Inderdaad een merkwaardig verschijnsel.
Direct afleidbaar uit de materieele omstan
digheden Is het niet, tenzij men dezen
kunsthloei juist als een reactieverschitnsel
wil zien op een verwarde, droeve, dishar
monische buitenwereld, waaruit men
„vlucht", om In.... den Droom zijn heil
te zoeken. Misschien is 't wel zoo; misschien
ook grijpen op het terrein der kunstschep
ping factoren ln die niet onmiddellijk ver
band hpuden met de ons bekende (economi
sche) buitenwereld1. Hoe het ook zij: het
feit is er en Is verheugend.
De Vereeniging „Kunst aan het Volk",
die in de hoofdstad de laatste jareö een be
wonderenswaardig organisatie-vermogen ont
wikkelde en reeds bij vele duizenden haar
leden telt, meende dan ook den tijd gekomen
om een tijdelijke uitkijktoren op te richten
teneinde het publiek in staat te stellen even
aandachtig terug te kijken over den in de
laatste halve eeuw door onze vaderiandsche
Muze afgelegden weg. Zij stelt zich voo. in
den komenden herfst een tentoonstelling
in te richten in ons Stedelijk Museum,
waarin de „Ontwikkeling der Nederlandsche
Kunsten in de laatste halve eeuw" overzich
telijk zal worden gegeven. Het Gemeente
bestuur toonde zich reeds zeer voor dit plan
te interesseeren en verklaarde zich niet al
leen bereid de aangevraagde subsidie te ver
leenen, maar stelde zich tevens eigener be
weging, met een spontaan gebaar, garant
voor een gedeelte van het eventueele deficit.
Wèl een bewijs van een uitzonderlijke inge
nomenheid met het plan! Want van „spon
tane" gebaren pleegt een gemeentebestuur
.over het algemeen weinig last te hebben.
En in 't bijzonder het Amsterdamsche niet.
Maar zóó weinig spontaan als het zich
deze week ter gelegenheid van de laatste
Raadszitting vertoond' heeft, vertoonde h t
zich misschien nog nooit! De voordracnten,
d'e anders den Raad van de zijde van B. en
W. bereiken, mogen dan al eens duidelijk
de sporen dragen van een „compromis", dat
tenslotte ln den boezem van het Gemeent -
bestuur, na langdurige binnenskamersche
beraadslagingen, bereikt werd', zij kwa
men tot nu toe toch altijd als een door het
Gemeentebestuur in zijn eeheel gesteund
plan of voorstel ter Raadstafel.
Ditmaal kon echter blijkbaar geen accoord
bereikt worden tusschen de geëerde „meer
derheid" van B. en W. en de niet minder
eeëerde „minderheid" en besloot het geaobte
college dus maar met twee, geheel tegen
elkander ingaande voordrachten ter tafel te
komen. Het eene van de „minderheid"; het
andere van de „meerderheid". Hoe men zich,
vindt dit novum in 't vervolg navolging,
de vervoeging van het werkwoord ,Jbe-
sturerf' voorstelt, blijft een raadsel. Dat
echter niet ik, maar het Gemeentehes/uur
heeft op te lossen. Ik had me tot nu toe
altijd verbeeld, dat een van de eerste regelen
van de democratische moraal dit was: het
door de minderheid eerbiedigen van de he
sluiten der meerderheid.
Maar.... hier dan maar even de feiten.
Het ging om het kitsen door Gedeputeerde
Staten van het zg. meelbesluit, waarbij B.
en W. door den Raad gemachtigd wébden,
voort te gaan met den aankoop van meel.
De limiet van een daardoor eventueel door
de Gemeente te lijden verlies stond volgens
Gedeputeerden niet vast genoeg en het
risico werd h. i. te groot. Overigens oor
deelden zij, dat de Gemeente hier ging tre
den op een terrein, dat eigenlijk aan den
Staat behoort. In zekeren zin toch kon men
hier spreken van een „crisis"-maatregel en
dergelijke maatregelen worden door het rijk
genomen.
De minderheid yan B. en W. wenscht
thans, dat de Gemeente een beroep doet op
„de Kroon" om het besluit van Gedepu
teerden te vernietigen; de meerderheid
daarentegen wenscht zich bij de gevallen
beslissing neer te leggen. De eerste maakt
van de zaak een „principiëele" kwestie en
kwam dan ook, bij monde van wethouder
Wibaut, verklaren, dat het hier ging om
Ged. Staten een» op hun plaat» te zetten
en hen te wijzen op het feit, dat rij op on
wettige wijze zich bemoeiden met zaken,
die alleen de Gemeente aangingen. De heer
Wibaut ontpopte zich daarbij als een....
ijverig-juridisch formalist en citeerde aller
lei wetten, artikelen uit de Grondwet, para
grafen uit het boek van mr. Oppenheim,
en wat niet al meer. De Burgemeester, als
woordvoerder van de meerderheid daaren
tegen, ontpopte zich als.... volslagen op
portunist en verklaarde, dat, zoo de min
derheid principieel dan ook misschien al ge
lijk mocht hebben, de heele beroeps-actie
tóch niets zou geven, omdat als de beslissing
van de Kroon „afkwam", practlsch toch
niets meer zou te hereiken vallen. „Het sop
is de kool niet waard", sprak hij. Én waar
schijnlijk zal de meerderheid van den Raad
ook wel zoo denken, in zooverre men wel
niet noodeloos „in beroèp" zal wenschen te
gaan. Principieel© uiteenzettingen tegen
over Gedeputeerde Staten kan men immers
ook wel op andere wijf kenbaar maken dan
door middel van een langdurige procedure,
die geen enkel practisch resultaat kan
hebben.
Hèt belangrijke in deze geschiedenis*blijft
echter ongetwijfeld deze nieuwe wijze van
„regeeren", van „besturen" door middel
van een „minderheid" en een „meerder
heid"!
Er schijnt in deze maand Maart, die zoo
wel in de natuur als in de besturende col
leges de zaken wonderlijk door elkaar gooit,
een bijster gunstige sterren-constellatie te
bestaan voor„den ouden dag". Plotse
ling, van allerlei kanten, kwamen plannen
opzetten om het lot van de „ouden van da
gen", die moeilijk in het leven kwamen te
staan, te verzachten. De Gemeente kwam
met een plan tot inrichting van behoorlijke
verpleeglokalen voor „zieke ouden van da
gen*; een onbekende weldoener wenscht,
in samenwerking met de betrokken vakver-
eeniging, een tehuis te stichten voor oude,
rustende verpleegsters; in „Parkzicht" had
de oprichtingsvergadering plaats van een
„Tehuis voor Ouden van dagen" en dan is
er nog een pltfn, ook reeds in het begin
stadium van uitvoering, voor een „Tehuis
voor Heeren", waarin oude vrijgezellen een
passend milieu zullen vinden. De laatste
jaren had men wel al reeds de zoo sympa
thieke Vereeniging „Pro Senectute", die
zich op dit gebied bewoog maar nu, in
deze Maart-maand, komt deze vlaag van
goed-gerichte weldadigheidszin wel zeer
sterk, ook van andere zijden opzetten.
Wèt men ook tegen deze hondsche Maart-
maand moge inbrengen: waar zij haar
„oude-dag-sterren" in zulk een gunstige
constellatie bracht, zal haar véél vergeven
worden!....
April zal moge haar zon het feest
luister bijzetten! de drie Indië-vliegers
uit bet luchtruim op Schiphol neer z/en
dalen en hen in triomftocht de stad zien
binnenvoeren. Aan de organisatie van deze
huldiging wordt reeds hard gewerkt. Een
fakkeloptocht zit zoo goed als in elkaar; een
grootsche zangerthulde wordt op touw gezet;
harmonie-corpsen en vereenigingen worden
gemobiliseerd1.... Hopen wij, dat het in
derdaad een groot9ch „feest wordt! Het
vliegend driemanschap heeft het zeker aan
ons verdiend!
nieuw. In het misdadigersmilieu van Rot
terdam had al vroeger dit procédé toe
passing gevonden.
De aangehouden koopman J. K., als
Jaap bekend, die de verhuurder van het
huis in de Prinsenstraat is, is vrijgelaten.
Gearresteerd is de koopman J. Cr uit de
Lange Waranda, wlen medeplichtigheid
aan de berooving ten laste wordt gelegd.
Gerold.
Een aannemer heeft aangifte gedaan,
dat hij Woensdagmorgen ln de Marnix-
straat bij de Rozengracht te Amsterdam
van een hem onbekend persoon een vuist
slag heeft gekregen, waardoor hij op
straat viel. Benige oogenblikken later
miste hij zijn portefeuille, inhoudende
2200 aan bankpapier!
De vadermoord te Groningen.
De rechtbank te Groningen deed Don
derdag uitspraak in de zaak tegen de ge
broeders Feenstra, die 24 Deo. LI. hun
vader Jan Feenstra hebben gewurgd. De
reohtbank achtte den primair ten laste
gelegden doodslag niet bewenen en ver-
oordeelde Jan Feenstra wagons mishan
deling, den dood tengevolge hebbende, tot
twee jaren gevangenisstraf en Wouter
Jaoob Feenstra wegens medeplichtigheid
daaraan tot één jaar gevangenisstraf, bei
den met aftrek van preventieve heohtenla.
De eisch was respectievelijk drie en één
jaar geweest.
Treurig.
Van een arbeidersgezin te Parijs waren
de drie kleine kinderen, vijf, vier en twee
jaar oud, eergisteren alleen thuis. De va
der was naar zijn werk, de moeder was
u'tgegaan om dagelijksche inkoopen voor
bet gezin te doen. Men veronderstelt, dat
de kipderen zioh vermaakt hebben met
het aansteken van stukken papier aan een
brandende kachel, die in 'het vertrek
stond en zoo brand gesticht hebben. Hoe
het rij, toen de moeder thuiskwam, vond
zij haar kamer in lichte laaie en de drie
kinderen dood bij de deur, gestikt in deu
rook.
Melk met 55 slootwater.
Een landbouwer te Ammerzoden ia,
door de Tielsche rechtbank, veroordeeld
tot 14 dagen gevangenisstraf, wegens
vervalschlng van melk, met 55 sloot
water. De eiach was drie maanden. (TeL)
Pe reorganisatie der Postertyen.
De ontwikkeling der Nederlandsche kunsten tn de laatste halve eeuw.
„Besturen". De oude dag. Openlucht-theater op Franken-
dael. De vliegers-hulde.