T Backin Bakpoeder Tweede Blad BINNENLAND VAN ZATERDAG 4 APRIL 1925. Niet meer dan fi.35 Dr,Oel-ker's GEMENGD NIEUWS De Reehtbank veroordeelde dei feefcL lAUfiV»\t gevngfeiiiMtr^ NEDERLAND EN BELGIE. In een beschouwing over het accoord tus schen Nederland en België, Heelde de diplo matieke medewerker van de „Daily Tele- graph" mede, dat er zekere diplomatieke complicaties tusschen de Belgische en de Nederlandsche regeering, aan den eenen en de Engelsche en de Fransche regeering aan den anderen kant waren ontstaan. De nieu we overeenkomstspruit voort uit art. 31 van het tractaat. van VersaiUes, volgens het welk Duitschland verplicht is elke overeen komst te erkennen en te eerbiedigen,, die de voornaamste geallieerden en geassocieerden of een van hen met België en Nederland sluiten mochten ter vervanging van de- trac- taten van 1839. Daarom is Engeland's en Frankrijk's goedkeuring voor de rechtsgel digheid van de nieuwe overeenkomst noodig. De „Quai d'Orsay" acht de Belgisch-Ne- derlandsche briefwisseling onvoldoende en wenscht een afzonderlijk in allen vorm tot •tand gekomen diplomatiek instrument. En geland wenscht, vóór het zijn toestemming geeft, een nauwgezette bestudeering van de afspraak door de deskundigen van de admi raliteit en van het ministerie van koophan del. Het onbelemmerde verkeer van koop vaardijschepen op de Schelde, ook in oor logstijd, is ongetwijfeld zeer gewenscht, maar er moet zekerheid bestaan, dat deze koopvaardijschepen of mijnleggers veran derd worden. Deze moeilijkheden zullen waarschijnlijk terzijde gesteld worden door den directeur van het Haagsche ministerie van buitenlandsche zaken en baron Van Zuylen uit naam -van België, die zeiven een bezoek te Londen en Parijs brengen in ver band met de overeenkomst. Volgens een bericht van Vrijdag uit Brussel aan de „Telegr.", was de Belgische regeering Donderdagavond in het bezit van de adhaesie-verklaring van Londen en Pa rijs met de gevolgde procedure in zakp het NederL-Belgisch accoord, betreffende het regiem van de Schelde. Dientengevolge zou minister Hymans gisterochtend om 11.43 naar Den Haag vertrekken, Vaar des avonds om 6 uur de onderteekening van de over eenkomst zou geschieden. Het accoord is geredigeerd in den vorm van een werkelijk verdrag en opgesteld in naam der souvereinen van beide betrokken landen. De minister van Buitenlandsche Zaken wordt naar 's-Gravenhagê vergezeld door twee der autoriteiten, die aan de onderhan delingen deelnamen, n.1. Baron Van Zuylen, afdeelingschef op het Departement van Bui tenlandsche Zaken, en den heer De Reulle, chef van de juridische afdeeling aan het zelfde departement. Naar men weet, zal de onderteekening geschieden op#het departe ment van Jhr. Van Karnebeek. De heer Oarton de Wiart heeft op een kiezersvergadering te Brussel over het Ne- derlandsch-Belgisch verdrag gesproken. Niemand koesterde meer dan ik, zeide spr., den vurigen wensch, dat de economische belangen van Nederland en België nauwer zouden verbonden worden. Twee landen, zeide spr., die de natuur en de geographie schijnen bestemd te hebben om als comple ment van elkander te leven. Wij hopen niettemin te vernemen, aldus verklaarde spr„ waarom men plotseling van koers is veranderd, n.1. waarom de kwestie van de verdediging van Limburg en die van De Wielingen niet aangeraakt is. In een bespreking van de ontworpen overeenkomst en de Schelde-quaestie zegt dö Times" Het werk' is nog niet geëindigd. De vaar geul in de Wielingen valt buiten het ver gelijk tusschen de twee landen, die hun on- vereenigbare eischen op de souvereiniteit In die vaargeul handhaven. Diplomaten en internationale juristen zullen nog niet be roofd worden van een onderwerp, dat de talenten der wetenschap van hun voorgan gers sinds den dertigjarigen oorlog heeft beziggehouden. Zou het niet met voordeel naar den Volkenbond verwezen kunnen worden? Dat is juist de instelling, die het behoorlijk kan onderzoeken. De wethouderscrisis te Rotterdam. De Rotterdiamsche Raad, die Donder dagavond opnieuw bijeenkwam om een wethouder te benoemen, is daar opnieuw niet in geslaagd. Hij heeft er naai- buiten zelfs geen ernstige pogingen toe- gedaan, want bij de drie gehouden stemmingen was de overgroote meerderheid der brief jes in blanco uitgebracht. Alleen de heer Ter Laan heeft te voren verklaard, waar om zijn fractie blanco zou stemmen, en wel omdat zij haar reeds eerder ingeno men standpunt* handhaafde, hierin be staande, dat hoewel er in den Raad een meerderheid aanwezig was, die meende dat een deel van het financieede tekort jp de salarissen en loonen moest worden ge vonden, de Raad desniettemin de wijze, waarop B. en W. dit voorstelden heeft verworpen. Deze toevallige meerderheid is niet van dien aard, dat van haar de aanwijzing van een nieuwen wethouder kan worden verwacht. De fractie bleef echter ook van oordeel dat in goed beraad de feitelijke toestand der financiën moet worden nagegaan en aan de hand daarvan maatregelen dienen overwogen te worden. Daar echter in deze richting geen der overige partijen iet» heeft gedaan zou ala da feu DE ZOMERTIJD BEHOUDEN. Zooals reeds per telegram was bekend gemaakt, tot groote vreugde van. ver soheiden" Inwoners, zooals wij uit de glun dere'gezichten, waarmede het bericht ont vangen werd, opmaakten, is de zomer- Eerste Kamer gered: het door de Tweed© Kamer aangenomen wetsont werp om dien zomertijd af te schaffen, word in de Eerste Kamer met 31 tegen 17 stemmen verworpen. Echter is de over winning slechts een halve, omdat, naar het zeggen van minister Ruys, de invoe ring eerst in de eerste dagen van Juni zou kunnen geschiedfen. Dit houdt natuur lijk verband met de dienstregeling der spoorwegen, en Minister Ruys wilde bij de directies niet aandringen op bespoedi ging van de verandering, daar deze het geheele spoorwegverkeer in de war zou gooien, en de regeling hiervan aan het beleid dier directieB moet worden over gelaten. Wij kunnen dit natuurlijk niet beoor- deelen, doch meenen, dat met wat goeden wil heel veel te bereiken zal zijn. Den zo mertijd, die op 6 Juni aanvangt, heeft wei nig zin meer. De mise en scène voor een spannende discussie ,v aldus de N. Rott. Crl, was Donderdag aanwezig. Maar ach, wat een teleurstelling voor hen, die daaromtrent eenige illusie hadden gekoesterd I Geen onbedaarlijke lachbuien als op 19 April 1923 tijdens de redevoering van den heer Braat, toen deze uitrekende, dat men in 180 dagen aan 1 miljben menschen, die van den zomertijd zouden profiteeren, 180 miljoen meer uren van slijtage aan schoe nen en kleeren zou opleggen, plus de oeoonomisehe schade door het verbruik van bier en andere dranken; toen hij zijn tegenstanders tegenwierp, dat men toch ook het hongerlijden van den oorlogstijd nadien niet had voortgezet; toen hij dep heer Slingenberg trachtte af te maken door den Haarlemschen wethouder toe te voegen, cLat het boven diens krachten was gegaan des heeren Braats memorie van antwoord te doorgronden; toen hij, zoo op leepe boerenmanier, zijn eigen weggetje zocht tusschen al de tegen hem aangevoer de argumenten door, om maar links te la ten liggen, wat hem niet paste. Braat, Braat, waarom hebt gii ons verlaten! Na uwe kostelijke parlementaire revue, is het nu een saaie vertooning geworden. Omtrent de zitting van Donderdag, waarin de Eerste Kamer dit wetsontwerp behandelde, valt te vermelden, dat, naar de Voorzitter zeide, 315 telegram.nen wa ren ingekomen vóór of tegen den zomer tijd. De heer Haazevoet (r.-k.) vroeg of de minister verwerping van het ontwerp be schouwde als,een wensch van de Kamer om tot een compromis te komen; de heer Verheyen (r.-k.) wijst er op, dat sedert de invoering van den zomertijd zich geen feiten voorgedaan hebben, die voor af schaffing daarvan pleiten. Prof. Diepen horst (a.-r.) verdedigt het (d. w. z. is vóór afschaffing van den zomertijd). Minister Ruys antwoordt, dat de regee ring niet de verantwoordelijkheid wildé dragen voor het aangeboden compromis, dat h.i. niet bruikbaar was. Er zat dus niets anders op dan met dit voorstel te ko men. Volgens een schrijven van den heer Kalff, directeur van de Ned. Spoorwegen, aldjis de Minister, is aanneming van het ontwerp te wenschen. Het is nu toch al te Laat -voor de invoering op 4 of 5 April en daarom zal het toch niet vóór 5 Juni gaan als dit ontwerp wordt verworpen. De minister is niet bereid, bij de Spoor wegen op vervroeging aan te dringen, omdat dit tot de competentie der directie der Ned. Spoorwegen behoort. Spr. besloot met te oonoludeeren, dat de te berde gebrachte bezwaren en nadoe len niet van zoodanige beteekenis zijn, dat het wetsontwerp moet worden verwor pen. Van een compromis-voorstel wilde spr. niet weten, omdat de Kamer en het land daarvan zJL niets zullen moeten heb ben. De Kamer zal goed' doen, bet wets ontwerp met de grootst mogelijke meer derheid aan te nemen. Hoewel de Kamer rumoerig werd en er geroep kwam van „stemmen!" werd nog gerepliceerd. Te 3.20 kwam het wetsont werp in stemming. Onder geweldige spanning ving die stemming aan. Iedere kreet werd direct door een aanhoudend st, st, st, gesmoord. Toen de 26e tegen stander van het wetsontwerp was geno teerd ging algemeen de roep door de zaal: „het wetsontwerp is verworpen!" Jhr. Ruys hoorde glimlachend den uit slag der stemming aan. Van de 50 Eerste Kamerleden waren slechts twee afwezig, n.1. de heeren de Muralt en v. d. Bergh, beiden Vryheids- bonders. Een Initiatief-voorstel. Onmiddel'ijk na de verwerping van het ontwerp tot afschaffing van den zomer tijd heeft de sociaal-democratische fractie der Tweede Kamer een initiatief-voorstel ingediend om de tyd-quaestie In Neder land te regelen conform de denkbeelden van de meerderheid der Tyd-comimissie. Men herinnert zich, dat de heer Vliegen een amendement in dien geest op het thans verworpen wetsontwerp had inge diend. Men hoopt op deze wijze door een com promis de zaak tot een goed einde te bren gen. Dit voorstel beoogt dus: in den zo mer midden-Europeesche, in den winter West-Europeesche tijd. Staking WJ de Kon. HolL Lloyd. Donderd agochtenS is in de Amsterdam- sche haven een conflict uitgebroken bij de monstering voor het stoomschip Gel- ria van de Kon. HolL Lloyd. Op de laatste reis van dit stoomschip hebben stokers en tremmers geweigerd overwerk t» verrichten, waarna zij bij aan- iMxaai li 4wittiTT^'iPi istslig""- arifm Naar Ingezonden Mededeellng. TT TT kat i Bndervtfscbe Tulband sabakkaa ut een voor direct gebruik gereed Gistpoeder. Backin vervangt de gist. Met Backin rijst het deeg onder het bakken. 500 gram bloem 0.16 250 gram krenten 0.20 50 gram sucade0.121/, 100 gram rozijnen0.12 250 gr. boter 0.70, margar. 0.30 200 gram suiker0.12 3 oi meer eieren0.18 1 kop melk0.04 2 theelepels fijne kaneel 0.03 1 pakje Dr. Oetker's Backin 0.07'/t f 1.35 Bereiding: Men roere de boter tot room, voege suiker, eierdooiers, meel, hetwelk men met Backin vermenge, toe en daarbij de melk. Ten laatste krenten, rozijnen, sucade, kaneel en het stijfgeklopte eiwit. Men bakke dit deeg in een ineevetten tulbandvorm, in een warmen oven, gedurende ca. l'j, uur. Vraagt gratis receptenboekje hfi de Eenige Importeurs, E. Ostermann Co.. A'dam. aanleiding daarvan heeft de Federatie van Transportarbeiders de staking voor dit personeel afgekondigd en gisteroch tend heeft geen monstering van het ma- chinekamerpersoneel voor het stoomschip Gerlria plaats gehad. Het schip zou Woensdag vertrekken en naar de directie van de Kon. Holl. Lloyd heeft meegedeeld zal het vertrek op den vastgestelden tijd plaats vinden. De wethouderscrisis te Amsterdam. Donderdagmiddag, 2 April, hebben alle wethouders bij den voorzitter van den gemeenteraad hun ontslag ingediend. Deze stelt zich voor, den raad op te roepen tegen Dinsdag 14 April, ter voor ziening in deze vacatures. Uit den Raad van Hellevoetsluls. Naar aanleiding van het besluit van den gemeenteraad van Gorinohem om den minister van marine een cantine aan te bieden voor het marinepersoneel der op leidingsschepen aldaar, wanneer deze schepen ten minste vijf achtereenvolgende jaren na den bouw dier cantine gestation- neerd blijven, is hier op verzoek van het raadslid den heer Kros een spoedeisohen de vergadering van den gemeenteraad bijeengeroepen, waarin deze het voorstel heeft gedaan, den minister van marine ten minste hetzelfde aan te bieden, indien de opleiding voor matrozen weer hier wordt geplaatst. Dit voorstel is met alge meene stemmen aangenomen en den mi nister telegrafisch 'bericht Tevens is een audiëntie aangevraagd om een en ander nader toe te lichten. Tekort aan commiezen. Volgens „De Rsb." heersebt er bij de Belastingen een groot te kort aan kom miezen. Bij den Scheepvaartdienst be draagt het tekort circa 150 man. De militairen pensioenwetten. Verschenen is het VoorL Verslag van de Tweede Kamer over de wetsontwerpen tot wijziging van de Pensioenwet der Land macht, de Pensioenwet voor de Zeemacht, en de Militaire Weduwenwet-1922. Een aantal leden stelde zich op het ook bij vorige gelegenheden ingenomen en even zeer door de regeering gehuldigde stand punt, dat de miL Pensioenwetten zich zoo veel mogelijk bij de burgerlijke Pensioenwet behoorden aan te sluiten. Zij opperden tegen de thans voorgestelde wijzigingen gelijke bezwaren als tegen de wijzigingen van de Pensioenwet-1925 en1 zij stelden gelijksoortige wijzigingen en aan vullingen in de onderhavige wetsontwerp n voor. Andere leden waren van meening, dat de thans voorgestelde wijzigingen, op zichzelf reeds onrechtvaardig, in haar uitwerking vooral daarom zoo onbillijk zullen zijn, wijl zij hen zullen treffen op wier behoud in het leger destijds prijs werd gesteld, terwijl zij, die men meende te moeten laten afvloeien van de nieuwe regeling, geen moeilijkheden zullen ondervinden. Verscheidene leden maakten de opmer king, dat de voorgestelde wijzigingen in hoofdzaak in het nadeel zijn van het per soneel beneden den rang van officier, dat toch reeds door de nieuwe salarisregeling ernstig is getroffen. Met betrekking tot art. 8 van de Pen sioenwet van de landmacht werd opgemerkt, dat, waar in de toekomst de op wachtgeld doorgebrachte tijd niet meer als diensttijd zal gelden, de wachtgelder dus niet meer ge durende zijn wachtgeldperiode den voor langdurigen dienst vereischten diensttijd zal kunnen bereiken. Wel echter zal de mo gelijkheid bestaan, dat hij reeds voor zijn ontslag aan den diensttijdeisch heeft vol daan. In dat geval zal toepassing van de hier besproken bepaling ten gevolge hebben, dat den betrekken# het reeht op penelee» ral weeêe* I» veebeai hieaaede achtte men een wijziging van deze bepaling noodzakelijk. Ernstig werd door enkele leden betwijfeld of het wel juist is aan hen, die bij wijze van straf in rang zijn teruggesteld, bet uitzicht op pensioen, dat zij aan de bestaande wette lijke bepalingen ontleenen, te ontnemen. Schorsing yan een raadslid. Men schrijft uit Goor aan het „Hbl.": Een drietal raadsleden, de heeren H. Bos winkel B.Jz„ F. Krebbers en A. Lobstein, hebben een voorstel ingediend tot schorsing van het raadslid Moormann wegens hande lingen in strijd met art. 24 der Gemeente wet, op dezen grond: De gemeente kocht eind van het vorige jaar de gebouwen en terreinen van de firma Zendyk om deze in te richten voor publiek slachthuis. De opening voor den publieken dienst heeft nog niet plaats gehad. Inmiddels zijn aan zekeren Doilekamp te Markelo eenige lokalen en werktuigen in huur afgestaan. Het is de voorstellers ge bleken, dat deze Doilekamp een groot aantal varkens slacht voor de firma Moormann (vennoot het raadslid Moormann), zoodat de heer Moormann althans middellijk tegen vergoeding deze gemeente-eigendommen gebruikt heeft. >Zij zeggen verder, dat meermalen door de firma Moormann aan den heer Doilekamp is opgedragen om voor haar firma (M.) een partij varkens te slachten in de gemeente gebouwen, terwijl de heer Moormann wist, als raadslid, dat die gebouwen nog niet voor den publieken dienst waren opengesteld; althans één of meerdere dagen in die maand, voorts dat de heer Moormann op 25 Febr., persoonlijk is werkzaam geweest in die ge bouwen, dat ook een ander het lid der firma Moormabn op die data in de gebouwen ge werkt heeft en dat het derhalve onomstoo- telijk vaststaat, dat het raadslid Th. Moor- rrtann, wetende gebruik te maken van ge meentelijke goederen, welke uitsluitend bij ondershandsche overeenkomst in gebruik waren gegeven, zoo niet onmiddellijk dan toch middellijk heeft deelgenomen aan het onderhandsch in gebruik hebben, krachtens een dito financieels overeenkomst, van ge meentelijke gebouwen en roerende goe deren. Nadat de voorzitter in de hedenavond ge houden vergadering het geheele voorstel ge lezen had, zeide de heer H. Boswinkel, dat het altijd te laken is als een raadslid art. 24 der Gemeentewet overtreedt; maar als de heer Moormann dat doet, is het nog erger. Spr. zal niet in debat treden met den heer Moormann. De heer Moormann: De waarheid wordt niet graag gehoord. Weth. Lobstein geeft een toelichting op het voorstel, waarna de heer Peddemors zegt. dat hij dit wel verwacht had: men heeft iets gezocht om een lastig raadslid te treffen. Het is een wraakneming van den heer Lob stein, waaraan spr. niet meedoen zal, omdat het een onwaardig bedrijf is. Weth. Lobstein zegt, dat hij in bet mid den wil laten of hier van wraak gesproken mag worden; de feiten wijzen den raad echter op zijn plicht tegenover iemand, die in den raad den iaatsten tijd de grenzen van het welvoegelyke herhaaldelijk overschreden heeft. De heer Van Kleef merkt op, dat de ge meente door al deze quaesties in diserediet komt; het eene incident is er nog niet of er wordt al weer een ander op touw gezet. De heer Hoek: De menschen grijpen te genwoordig alleen naar de krant om te lezen van Elburg, Ryssen en Goor; de voorlet ters zeggen het juist: het is: erg. De voorzitter zegt, dat hij het stuk niet geheel heeft kunnen lezen toen hij het ont ving; spr. vindt de onderneming der voor stellers mis en min. Het is mis omdat in dit geval naar spr.'s overtuiging geen sprake is van eenige overtreding; het is min om dat het stuk sterk naar persoonlijke wraak neming riekt. Nu de quaestie eenmaal aan den rol .is. kan er niets meer aan veranderd worden- Ged. Staten moeten ingelicht worden. Spr. verbaast zich evenwel over een- der onder teekenaars, den heer F. Krebbers, die naar spr. gebleken is een stuk grond van de gemeente in huur heeft. Voor hem geldt: „Wie in een glazen huis woont, enz." Spr. zal ook dit feit ter kennis van Ged. Staten brengen. De heer Moormann: Dat hebt u mij' voor den neus weggesnoept, want hetzelfde had ik ook voor de heeren bewaard. „Wie een kuil graaft voor een ander...." Weth. Lobstein verwondert zich, dat de voorzitter zoo aan de zijde van den heer Moormann staat; de heer Krebbers gaat meent spr. geheel vrij uit. Ais de voor zitter den heer Moormann beschermen wil, zal spr. van zijn kant ook eens een boekje los doen over hem (den burgemeester) en dan aldus de heer Lobstein zullen wij eens zien wie aan het langste eind trekt. De voorzitter antwoordt, dat de heer Krebbers in overtreding is; dat staat vast. Overigens mag de heer Lobstein doen wat hij verkiest; spr. gaat zijn eigen weg. De heer Peddemors: De heeren van de S.D.A.P. praten maar over de schending van artikel zooveel, alsof zij de grootste wetshandhavers zijn; het is fraai. Spr. roemt het in den voorzitter, dat deze zoo juist ge zegd heeft, hoe de zaak staat: het is een per soonlijke wraakneming van den heer Lob stein. Daarna wordt gestemd. Het voorstel tot schorsing wor3t aangenomen met 64 stemmen en één onthouding (tegen de hee ren Ten Cate, Van Kleef, Hoek en Pedde mors). 54 water WJ de melk! De politierechter te Amsterdam heeft Woensdag dien veehouder uit Diemen, die op 15 en 16 Januari LL aan een grossier uit Amsterdam melk leverde, waaraan 54 water was toegevoegd, schuldig verklaard aan het afleveren van drinkwa ren, wetende dat zij vervalscht zijn en die vervalsching verzwijgende, twee maal ge pleegd, en veroordeeld tot drie maanden gevangenistraf, terwijl het O. M. vier maanden bad) geëiecht. De beklaagt» aedte is kaegtg beroep te Ingezonden Mededeellng. DB fijoc 26 - 50 ets per ons Familie-drama te Drunen. Bij een huiselijken twist heeft zekere Jos. Brok te Drunen zijn vrouw zoo ern stig met een schoenmakersmes mishan deld, dat men voor haar leven vreest. Na het plegen van deze daad is de man naai het water geloopen en heeft zich verdron ken. Pogingen, om de levensgeesten weer op te wekken, mochten niet baten. Tegen de Rotterdamsche „landhaaien". Zakkenrollers ln actie. De IRotterdamsche oorrespondent van de Telegr. meldt: Na de groote beroovingen van de vo rige weken, schijnt de schrik er een beetje ingekomen; waarschijnlijk aan twee kan ten: eenerzjjds bij de „buitenmenschen", die zich niet meer met groote bedragen in donker Rotterdam wagen, anderzijds by de landhaaien zelf, die, al slloegen zij een goeden slag, toch ook een geduchte veer moesten laten en drie der yverigste da mesleden n.1. Sara., Sientje de M. en Coba van G. in één week tyd uit hun combina tie en naar het huis van bewaring zagen verdwenen. Het aantal beroovingen ia dan ook plotseling snel verminderd, ja, vrijwel tot nihil teruggebracht. Ook het krachtig optreden van de poli tie is hier niet vreemd aan. lederen avond surveilleert een aantal rechercheurs vaii de tucht-brigade en de centrale recherche in de binnenstad. Zoodra zij bemerken, dat een man door één der beroofsters, die zij meest allen kennen, wordt meegelokt, waarschuwen zij den man voor het gezel schap waarin hy zich bevindt en meestal is de man dan zoo verstandig om van de dwalingen zyns weegs terug te keeren. Ook op ander gebied is de politie thans waakzamer dan ooit. Gistermiddag be merkten eenige rechercheurs, dat zich een tweetal mannen op verdachte wyze op hield voor het venster van perceel 6 in de Raamstraat. De politiemannen „rooken" een berooving, zy belden aan het huis aan, doch werden niet opengedaan, ten slotte verschaften zy zich toegang. Boven trof fen zy de beide mannen, in een vrijwel ltege kamer. Vermoedelyk waren zy be zig 't buis in te richten voor roofhol of „ldapper", zooals de technische benaming luidt. De rechercheurs achtten het toch geraden om hen over te brengen en het bleek, dat zy niet de eerste de beste ge arresteerd hadden n.1. Jaap G., byge» naamd „Jaap de Koloniaal", in donker Rotterdam bekend als de „Koning der landhaaien" en W. v. d. V., eveneens een individu, dat zyn sporen op het gebied der beroovingen al lang verdiend heeft. Bei- dén zyn voorloopig in bewaring gesteld. Nu de beroovingen dus buitengewoon bemoeilykt worden is het niet te verwon deren, dat men op andere wyze zyn slag tracht te slaan. Nog deze week maakten wy melding van een groot aantal zakken- rolleryen, grootendeels gepleegd in win kels en op de markt. Ook de kunst van het z.g. „ezeltje ryden" blykt men dus in Rotterdam buitengewoon goed te ver staan. Gisteren hebben de heeren weer gebruik gemaakt van de gelegenheid, dat in een der groote modemagazynen een re clamedag werd gehouden. De oaféhoud- ster E. H., die zich op weg naar de Spaar bank, op de Botersloot, bevond, werd daar haar taschje met een spaarbankboekje en een portemonnaie, inhoudende een bank biljet van 1000, één van 25 en 6 ge rold. In hetzelfde magazyn raakte juf frouw P. C. van I. haar portemonnaie met 80 kwyt. De procuratiehouder D. P. B. deed nog aangifte, dat men zyn loopjon gen in de Haringpakkersstraat een tasch met 160 heeft ontrold. Het auto-ongeval aan de Gelderechekade te Amsterdam. Een straf van vijf maanden. De Rechtbank te Amsterdam deed Don derdag uitspraak in de zaak tegen den 30-jarigen meeldrager, die op Zondag 21 Juli '24 schuld had aan het afschuwelijke auto-ongeluk op dè Gelderschekade. Hy had zich tot chauffeur van vrachtauto's opgewerkt en wilde dien Zondag eens genieten van een toer met een luxe- wagentje. 's Avonds reed hy van kroeg tot kroeg en jakkerde hij met het autotje, beladen met vroolyke vrienden uit de Rid derstraat de Geldersche kade op. Hy reed over een trottoir, hotste tegen twee lantaarnpalen aan, zoodat twee banden sprongen en bleef tegen een hek staan. Drie mannen, die op de auto zaten, slin gerden er uit. Een, die op de motorkap zat, sloeg dood neer, een ander, die op de treeplank stond, bleef eveneens roerloos op den weg liggen en overleed korten tijd daarna, t Waren zwagers van den chauffeur. Deze stond terecht, beschul digd dat de dood van een ander aan hem te wyten zou zijn. Het O. M. had de maxi mum-straf geëischt, n.L negen maanden gevangenisstraf.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 5