POPULAIRE min 1
I
VOOR DE KINDEREN
VOOR DE VROUWEN.
Na de Jongste troebelen ln Bnlgartfe.
Wat zijn dat toch eigenlijk voor men-
schen, mijnheer, die daar gaan?
Die mijnheer met drie gaten in z'n
hoofd ls de minister-president. Die met
twee gaten is minister en die mét één gat
is 'n eenvoudig staats-secretoris.
vSSasw
DB PROEFNEMING.
Of: De Verloren Dadelpit
Het voorhoofd in diepe rimpels saam-
getrokken en het oog peinzend ter aar
de geslagen, zat de sheik Abdulla Hamed
in zijn statietent De oorzaak van z'n
droevigen luim waren zijn vier slaven
Omar, Mamud, Ibrahlm en Mustafa.
Want Omar was zijn lievelingsslaaf,
omdat hij steeds door allerlei grappen
de treurige gemoedsstemming van zijn
meester wist te verdrijven. Deze voorrang
echter haalde Omar den heimeljjken haat
van z]jn kameraden op den hals en zij
trachten hem dan ook bij elke voorkomen
de gelegenheid door achterklap te ben*
deelen.
Nu echter wilde Sheik Hamed zich eens
van het karakter van zijn vier slaven
overtuigen en vermoeide h$ zijn hersenen
om 'n geschikt middel daartoe te beden
ken.
Juist hief hij het oog op; Z'n oog viel
op een voor hem staande schaal, waarin
'n dadel lag, die hij op at en de pit ervan
in de schaal wierp.
Z'n gelaat helderde tegelijk op. Hij
nam de pit terug en verborg die snel on
der het tapijt waarop hij zat.
Toen riep hij Omar en zijn kameraden
tot zich en sprak:
Luister, hier in deze schaal lag 'n
dadelpit. Die moet ik bepaald weerom
hebben, omdat ik van haar bezit het sla
gen van een gewichtig plan heb afban
kelijk gemaakt. Honderd Tomas voor
hem, die mij haar terug verschaft.Ik
ga nu uit rijden, om ulieden tijd en ge
legenheid te geven om de pit te vin
den
Toen de Sheik na eenlge uren in rijn
tent terug gekeerd was, liet hij terstond
Omar voor zich verschijnen.
Nu, mijn zoon, hebt ge de pit gevon
den? vroeg hij.
Eerwaarde gebieder zie met toorn
op uwen slaaf nederIk heb alles
doorzocht, doch niets kunnen vinden.
Goed, roep Mahud binnen zei de
gebieder.
Mahud verscheen met 'n grtjnriach om
de lippen.
Hoe is je zoeken naar de pit uitge
vallen?
Leeuw der woestijn, het scheen mij
toe, alsof Omar de pit gevonden had
zei dezeIk zag hoe hij haar voor de
tent in het zand wierp en met de voeten
erop trapte, terwijl hij uitriep:.... Bah,
naar zoo'n nietige pit moeten we 'n hal
ven dag zoeken en de honderd Tamas
krijg ik van dien inhaligen Hamed toch
niet.Toen Omar heen gegaan was,
nam ik de pit uit het zand op en zie
hier is ze.
De Sheik nam de pit aan, stak haar in
z'n zak en zei:
Ga en wacht tot ik je weer zal roe
pen, zend nu Ibrahim hier.
Toen deze naar de pit gevraagd werd,
sprak hij:
Hoog verheven heerscher het ge
luk is uwen slaaf Ibrahim gunstig ge
weest. Hier is uw pit
t Is goed, roep Mustafa binnen,
zei de Sheik, terwijl hij ook de tweede
pit in z'n zak stak.
Nu Mustafa ik zie aan je ge
richt, jij hebt de pit zeker gevonden?.
O, gij licht der zon vergeef het
uwen in het stof kruipenden slaat Ik had
de pit uit de schaal genomen om haar als
'n dierbaar aandenken aan u te bewaren.
Niet uit winzucht geef ik u haar weder.
Allen om u met m'n leven zelfs te dienen.
Ziezoo komt nu alle vier eens
binnen zei Hamed Ben Abdulla, de
pit van Mustafa in de hand houdend.
Dit is jouw pit, Mustafa.... Jij schijn
heilige bedrieger.... Hier 'n tweede
pit uit z'n zak nemend dit is de jouwe,
Ibrahim jij aartsleugenaar.en hier
ook de derde pit te voorschijn bren
gend deze is die van den valsoh ge-
aarden Mahud.Welke is nu de rech
te?. Die zal ik jullie toonen.
En de hand van den gebieder greep on
der het tapijt van de tent.
Die zal ik jullie toonen —herhaalde
hij.Hier ln plooien van m'n tapijt had
ik haar zelf verborgen om jullie waar
heidsliefde op de proef te stellen.
De honderd Tomas heeft natuurlijk
niemand' Verdiend, want niemand heeft
de werkelijk pit gevonden. Omar krijgt ze
zeker niet Jullie krijgt wel wat, want jul
lie hebt tenminste teder 'n pit meege
bracht. Daarvoor zal ik je beloonen.
Laat ieder van jullie je als beloonlng
daarvoor onmiddellijk vijf en twintig sla
gen op de voetzolen toeoienen.
De drie slaven verlieten beschaamd de
tent om hun straf te ondergaan. Omar
bleef met gebogen hoofd achter.
En jou Omar besloot de Sheik
als slaaf wil ik je niet meer hebben.
Van nu af benoem ik je tot mijn opper»
schatmeester
En de gebieder wierp ook de laatste
pit van zich af! v-
B.
LIEDJE VAN DE WEEK.
EEN ZEDEPREEK.
Dat ls de rechte niet!
Een Mensch die als hij met je praat,
Je bijna op het lichaam staat.|
Of aan je jas begint te plukken,
Die op z'n N's of I's gaat drukken.
Die zich komiek en geèstig vindt,
En altijd op 'n spreekwoord zint.
Die op zijn nagels zit te bijten,
Of u met frazen dood wil smijten.
Die altijd met z'n rotting zwiept,
En daar 'n kat of hond mee gniept.
Die altijd op 'n kruk gezeten,
Nu van geen leunstoel meer wil weten.
Maar op de „Sofa" u ontvangt,
Als gij bij hem gehoor erlangt.
Die altijd and'ren wil trakteeren,
Opdat ze 'm daarom zullen eeren.
Dat is 'n nul 'n domme snaak,
Die stelt zich zeiven aan de kaak.
Als hij u zegt: „Dat deed ik nooit",
Denk danHij deed 't wel
Als
Dan
Als h]j u zegtDaar kom ik nooit
Dan komt hij 'r als hij kan...
la hij „Zoo| Blij" als hij n ziet
Dan... weet ge er alles van
F1 o r 1 s.
hij u vraagtZeg, vreesde ik ooit
zit hij in de knel...
UIT HET LEVEN VAN DE
GROOTEN DER AARDE.
George Washington op Inspectie.
Meneer de „Korporaal".
In het leger te velde van den vrijheids
held van Amerika, George Washington,
waren eens op een dag drie soldaten be
zig met het maken van een verschansing.
Er moest een zware boomstam worden
overeind gezet en de drie soldaten had
den meer dan hun handen vol om het
ding de baas te worden.
De twee mannen, die aan het eene
eind stonden, konden het nog wel redden
om hun einde overeind te krijgen, maar
de eene man, die aan het andere eind
stond was niet bij machte om zijn deel in
de hoogte te krijgen. Het was te zwaar.
Of omgekeerd er ontbrak 'n man
netje aan.
Nu werkten de drie soldaten wel onder
aanvoering en onder toezicht van een
korporaal, maar deze stond er met de
handen in de zijde bij. HU commandeerde
luidkeels en dreigend en zonder ophou
den. Maar hij achtte het beneden zijn
waardigheid om zelf de handen uit de
mouwen te steken en de deide mnn 'n
handje te helpen.
Op dit oogenblik terwijl de drie man
nen zich in het zweet werkten, kwam er
een man te paard aanrijden, gekleed in
'n donkeren wijden mantel en met de
hoed diep over de oogen.
Hij keek 'n oogenblik naar het werken
en begreep terstond, dat de drie mannen
niet tot het werk in staat waren.
Neem me niet kwalijk sprak hij
tot den korporaal.Ik denk niet dat ze
het gedaan krijgen.
Ik ook niet, hoor zei de korpo
raal op hoogen toon.dat wordt "iVs
zoo.
Maar opperde de ander.Als u
eens mee hielp.... daar aan dien kant
van den eenen man.Til 'n handje
mee
Ik? riep de bevelhebber van het drie
tal. En hij keek den ruiter smalend
aan:.Wat denk je wel, kameraad.
Ik ben korporaall.
O, riep de ruiter alles begrij
pend. Dat wist ik niet.Neem me
niet kwalijk.En beleefd zijn hoed af'
nemend sprak hij: Ik vraag meneer
den korporaal wel excuus.
Meteen sprong hij van zijn paard, trad
op de drie mannen toe en zei:
Jongens, als jullie 't hebben wil, dan
zal ik aan dezen kant ln handje mee ge
ven.
En zich voegende bij den eenen man,
greep hij den boomstam beet Met ver
eende krachten lukte het nu om den boom
overeind en op de plaats waar hjj wezen
moest te krijgen.
De ruiter schikte zijn Jas toe en trad nu
op den korporaal aan
Mag ik misschien uw naam weten,
korporaal? vroeg hij beleefd.
Mijn naam? zei deze.Och ja.
Ik heet'Living.
Korporaal Living.herhaalde de
eerste correct.
Korporaal Living.
En wie ia de commandant van uw
brigiade?
Commandant O'Brien.
Wees dan zoo vriendelijk hernam
de ruiter, een stukje papier te voorschijn
halend en daarop snel een paar woorden
krabbelend om dit briefje persoonlijk
te gaan overhandigen aan oommandant
O'Brien en hem daarbij te zeggen, dat
van dit oogenblik af in zijn brigade geen
korporaal living meer bestaat, maar wel
een soldaat Living. En dat deze soldaat
Living onmiddellijk moet worden gezon
den naar het zwaarste werk in de schan
sen. Als hij u vraagt om nadere in
lichtingen, zeg hem dan dat Generaal
Washington u persoonlijk deze boodschap
gegeven heeft. Goeden morgen!
En George Washington sprong op zijn
paard en reed weg....!
BABBELUURTJE OVER MODE.
Garneeren met galons.
Het vorige seizoen kwamen zij nog
maar zeer schuchter voor den dag, de
galons geweven in velerlei kleuren
en teekening en van zeer verscheiden
materiaal op japonnen en mantels.
Maar nu zijn ze er in, zooals de vakterm
luidt. Nu kan men ze in alle soorten,
breedten, kleuren en kwaliteiten koopen
en, wat nog meer zegt, zien dragen. En
het dient gezegd: ze doen het goed, ze
staan fleurig en het is een flotte gar
neering.
Op de juiste wijze toegepast, kunnen
ze verrassende effecten opleveren. On
langs kreeg ik een zeer mooie collectie
te bewonderen. Moderne teekenaars waren
hiervoor aan 't werk geweest. Men kon
in verschillende galons duidelijk de op
vatting van één ontwerper herkennen.
Er waren er bij, die in een breedte van
12 14 c.M. 1 10.— f 12.— de Meter
kosten. Zulke galons geven natuurlijk
een zeer bijzonder cachet en maakt b.v.
de meest sobere japon tot iets buiten
gewoons. Er waren er ook bij, die op
een kleinen afstand gezien den indruk
maakten van geapliqueerd te zijn. Even
goed waren er ook galonnetjes, niet
breeder dan een '/i c.M., welko met hun
boute kleurtjes ook een aardige band
kunnen vormen, door ze b.v. in een ronden
of vierkanten Griekschen rand op te
werken. Ook zag ik er nog een band
bij, die geheel in de groote kruissteek
bewerkt was, zoodat wanneer ze op
de stof genaaid was het precies leek
of de kruisjes rechtstreeks op de stof
geborduurd was.
BQ de rentten.
Jan, Piet, Frans en Henk wilden samen
graag de wedrennen eens bijwonen. Maar
ze hadden geen geld genoeg om de entrée's
te betalen.
Wacht maar zei Jan geheimzinnig.
Hij zette 'n hoogen borst op en gooide
het hoofd in den nek.
Toen trad hij voor het loket en sprak
Ik ben... eh... de eigenaar van „Goud
vos"».
De anderen snapten hem terstond.
Ik ben de trainer van... eh... goud
vos sprak Piet, die vlak achter hem
was.
Ik ben», eh... de jockey van Goudvos
zei Frans op zijn beurt en stapte door
de contréle... Henk dacht bliksemsnel.»
Ze hadden alles voor zijn beurt weg ge
pikt, begreep hij. Toen vie! hij op z'n
knieën en kroop op handen en voeten
door het tourniquet:
Ik.» ben... goudvos zelf», zei hij,
teu einde raad.
Wraakt
A.: Ik wou dat Ik eres honderdduizend
gulden uit de loterij trok! En niet eens
om de centel
B.: Waarom dan?
A.: Alleen om 'r fijn me hecle familie
mee te kunnen onterven.
Ook de kleurige lintjes met een scherp
afstekend lusjes-zelfkantje kunnen snoe
zig toegepast worden. Het eerste teeke-
ningetje laat u een japonnetje zien, met
zoom lintje bewerkt. Natuurlijk speelt
hier de kleurcombinatie weer een groote
rol. Op marineblauw popeline staat b.v.
heel aardig een vlam-rood lintje met
hard-blauw of -groen zelfkantje. De
groote gesp moet dan natuurlijk ook in
drie tinten zijn, n.L een rood hart met
blauw of groenen rand. Op een donker
bruin stofje is weer mooi een tango-lintje
met zwart zelfkantje etc.
Het tweede japonnetje vertoont een
garneering van een smal galonnetje.
Op de zwarte zij-stof staat het goud
met turquoise en oud-rood bandje heel
fijn en het geheel maakt, trotsch z'n
eenvoud, toch een zeer gekleéd effect.
Op nevenstaanden mantel is zoo'n kruis
steek-band aangebracht. Indien u nu niet
zoo heel erg op de voortdurende nabijheid
van een hoenderpark gesteld bent, zoudt
u in dit geval natuurlijk ook in plaats
daarvan een bloemenpark kunnen kiezen,
't Is nog al makkelijk, de randen zijn
nog al in verscheidenheid te verkrijgen.
EEN BANGERD!
„Poeh! Ik ben blij, dat ik geen meisje
ben. Meisjes zijn zoo bang!" zei Evert,
terwijl hij branie-achtig tegen den tuin
muur trapte. Jo, aan dien anderen kant
van den muur, wist hier niets op te ant
woorden. Ze was een meisje en ze zou niet
durven beweren, dat ze nooit bang was
en dat ze nooit eens huilde: soms kon ze
het eenvoudig niet laten om te hullen, al
wou ze ook nog zoo graag flink zijn. Ze
vond het ook heel naar, dat Evert zulke
dingen zei, maar gelukkig kon ze de op
komende tranen inslikken.
Evert ging verder: „Stel je voor, meis
jes zijn altijd bang in het donker. Ik ben
nergens bang voor!"
„Zoo," antwoordde Jo: „Zeker ook niet
voor een leeuw!" maar ze verstond niet
moor, wat 'haar buurjongen terug zei,
want Moeder riep: „Joke, kom eens hier,
schat. Kijk eens, een uitnoodiglng om
vanmiddag 'bij Nora te 'kamen spelen en
je mag er blijven eten ook met nog een
massa andere kinderen."
„Ha, heerlijk!" juichte Jo. „Nora ifl ja
rig. Wie komen er allemaal?"
Dat wist Moeder niet „Eén ding jg
jammer," zei Moeder. „Je weet wel, dat
Mario ziek is en nu heb ik het zoo druk,
dat ik Je niet brengen kan. Zou je alleon
kunnen gaan?"
„Natuurlijk Moes," antwoordde Ja „Ik
ben toch al zeven en ik weet best den
weg. Als ik de groote wei over ga, ben
ik er gauw!"
En 's middags om drie uur ging
Jo dapper op stap met een1 groote doos
onder haar arm, waarop stond: „Voor
Nora, van Ja". In de doos lag een pop
met echt blond haar en oogen, die open
en dicht konden.
JDenfc er om," had Moeder gezegd,
„spreek togen niemand en loop recht door
naar Noram huis," en Jo had het beloofd.
Al gauw was Jo bij de groote weL Aan
den overkant daarvan was de weg, waar
Nora's huis stond. Maar Jo was nog mqar
pas een eindje op weg of er kwam een
mist opzetten, een leelijke dikke mist
Jo kreeg een beetje raar gevoel van
binnen en ze werd wat angstig. Hu, wal
leken die struiken vreemd in de mist
Net hurkende kabouters! Maar Jo zei
zachtjes: „Nee, ik wil niet bang zijn!
Het is de gewone groote wel, net als al
tijd," en ze stapte stevig door, al klopte
haar hartje wat sneller dan gewoonlijk.
Maar die akelige mist werd al dikker
en dikker, tot Jo echt niet meer wist, waar
ze was.
Opeens hoorde ze, vlak bij zich,
iemand huilen en even later stond ze recht
tegenoverEvert! Hij was ook op w*
naar Nora's verjaarepartijtje, maar
was heelemaal verdwaald in den mist en
eindelijk begon hij te vreezen, dat het
avond en nacht zou worden en dat hij
dan nog alleen buitien1 in den mist zou
dwalen. Toen begon hij luid te sc/hrelen!
„Kom maar," zei Jo. „Ik geloof, dat we
dicht bij Nora's huis zijn. Droog gauw je
tranen af."
Hand in hand liepen ze door en werke
lijk bereikten ze gauw den uitgang van de
„groote wei". Nog een klein eindje loopen
langs den weg en daar standen ze eens
klaps voor Nor a's huis.
Het was een heerlijk feestje. Alle kin
deren hadden dolle pret. Maar wat Jo nog
het meeste plezier deed, was, dat Evert
haar influisterde: „Het spijt me, dat ik
vanochtend zoo leelijk tegen Je deed. Je
bent veel dapperder dan ik. Willen we
altqd goede vrienden zijn."
„Graag!" zei Jo van ganschetr harte.
Oplossingen der vorige raadsels.
Mast mest mint.
n.
Hoogmoed komt voor den va!
hoed mond olm oog Tom
vader vaak.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van:
H. J. en B. A.; O. B.' R. v. B.J J. P. B.J
K. en M. B.; 8. O.; J. en H. D.; A. en HL
D;. D. en V. D.; A. E; O. v. d. E.; M. F.J
A. v. G.; P. S. E. G.; O. de H.; J. H.;
O. K.; F. G. V. P.; P. J. R; A. R; 8. en
A ri; M. R; O. en R T.j a en L. V.
De prijzen zijn ten deel gevolgen aan:
Rietje van Bommel, Paralle. iveg Efi.
Oor Boer, Van Galenstraat U8.
Annte en Hielfce Dolstra, OcetaLoo&"
straat 42.
Annie Eylders, Hoogstraat 1L
Marietje Ferwerda, Zuidstraat 54.
Catrien de Haan, Hoofdgracht 81a.
Johan Heylman, Molengracht 87.
Corrie Kroonstuiver, Molengraohf 11
Annie Romijn, 2e Emmadwarsstraat 8.
Chris en Lena Veldhuizen, 2e Vroon-
straat 3.
Nieuw raadsel.
Horizontaal.
L Een stuk speelgoed.
8. Een schriftelijk bewijs.
4. Verkorte meisjesnaam.
5. Rivier in ons land.
8. Kleedingstuk.
10. Muzieknoot
12. Verkorte meisjesnaam.
14. Idem.
16. Iets, dat voor veel deuren ligt
16. Familielid.
18. Iets, dat iéder dagelijks gebruikt
10. Niet wild.
20. Afkorting voor Nota bene.
21. Een voedingsmiddel.
22. Bekend Maleisch woord.
28. Dorp in Gelderland.
24. Dringend verzoek.
26. Grint
26. Hol in een berg.
27. Voegwoord.
84. Jongensnaam.
85. Ie pers. enkelv. v. e. werkwoord.
Verticaal.
1. Visschersschuit
2. Verkotte meisjesnaam.
8. Lichaamsdeel van een dier.
0. Vindt men in den winter.
7. Verkorte jongensnaam,
0. Huisdier.
1L le pers. enkelv. v. e. werkwoord.
18. Boon.
10. Tam.
17. Viervoetig dier.
18. Verkorte meisjesnaam.
20. Ontkenning.
21. Niet laf.
22. Soort vleesch.
28. Getij.
28. Hulde.
20. Hemellichaami
80. Dringend verzoek.
Een 81-kan staat op de waschtafel
82. Lichaamsdeel.
Iugez. door Corry Kroonstuiver.
-
(Een Oostersche Legende).
Mme. Corry.
88. Afkorting van laatst leden.