BINNENLAND F Jt OOSTENRIJK. De Macedonische bloedwraak. NOORD-AFRIKA. De toestand in Franseh-Marokko. De strijd tegen de drankvloot. M. Caland. f De Kamerverkiezingen. Verjaardagen Koninklijk gezin. De Koningin te Amsterdam. Wijziging programma. noodig geworden: Van Nievelt, Goudrlaan QOb Stoom vaart Maa&chappty. Congres der Communistische PartQ. Nederlandsche Yereeniging van Spoor - en Tramwegpersoneel. Wijziging van de militaire Pensioen wetten. De Steunactle voor de Olympische Spelen. Ingezonden Mededeeling. Het vergeten schoolkind. De moord tn de loge. Vrijdagavond heeft, naar gemeld1 is, in den Weenschen Schouwburg tijdens de opvoer- ring van „Peer Gynt" een Macedonische vrouw, Karniciu genaamd, eenige schoten gelost op haar gezelschap, waardoor haar landgenoot Panica gedood, diens vrouw en haar broer zwaar gewond werden. De moor denares werd gearresteerd. Aldus luidde het korte telegram over deze daad, die ontzaglijk veel opschudding in de Oostenrjjlksche hoofdstad heeft gewekt en een hoogstpijnlijken indruk heeft gemaakt, daar dit slechts koren op den molen kan zijn van degenen, die Weenen een centrum noemen van politieke samenzweerders men weet o.a. hoe velen volhouden, dat Weenen het hoofdkwartier is voor de com munistische actie op den BalkanI -Bij haar verhoor toonde zij- geen spoor van berouw; veeleer bleek zij voldaan erover nu eindelijk Panica gedood te hebben. Zij deelde mede, in Januari naar Weenen te zijn gekomen om een dokter te consul teeren, maar toen reeds had zij het plan Panica te dooden. Zij zelf noemt zich een „goede Macedonische", terwijl Panica vol gens haar een besliste vijand der Macedo- niërs was, die tegenover haar altijd wel be weerde in haar patriottische gevoelens te deelen, maar eerst aan de zijde van Turkije, daarna van Bulgarije en vervolgens van Zuid-Slavië had gestaan. (Karniciu zelf be hoort tot de onafhankelülkheidspartij). Karniciu had zich de groote vriendschap van mevrouw Panica weten te verzekeren. Zij had het echtpaar dringend verzocht haar onderdak te verleenen; sinds zes weken woonde zij bij hen in. Voortdurend peinsde Karniciu nu over haar moordplan. In de woning wilde zij de daad niet begaan, daar haar gastheer en zijn vrienden steeds, uit vrees voor aanslagen, goed gewapend' waren. Vandaar haar uit- noodiging voor „Peer Gynt", waarvoor eerst werd bedankt, daar de Panica's het stuk reeds in Sofia gezien hadden en niet vol doende Duitsch kenden om het te kunnen volgen. Maar Karniciu wist overtuigend te vertellen van het groote onderscheid in op voering te Sofia en te Weenen, zoodat haar vrienden zich tenslotte lieten overreden om naar den schouwburg te gaan. Volgens te Weenen loopende geruchten, zoo meldt de correspondent aldaar van de „Voss. Z.", zouden zoowel de Bulgaarsche als de Zuid-Slavische regeering groot belang hebben gehad bij den persoon van Panica. Op zijn arrestatie zou door de Zuid-Slavische autoriteiten een prijs van 50.000 dinar zijn eesteid. Ook de Bulgaarsche justitie zou Panica als de moordenaar van Poris Sorafof en Iwan Germanof dood of levend uit leveren, aldus luidde het Bulgaarsche bevel schrift, aan een ieder, die daartoe in de ge legenheid was. Panica, die een groot tegenstander was van de huidige Bulgaarsche regeering, stam de uit een aanzienlijke Bulgaarsche familie. Buiten zijn kringen was hij steeds omgeven door een lijfwacht van getrouwen, die hem jaren lang heeft weten te beschermen tegen aanslagen. Of Karniciu heeft gehandeld op last van een politieke partij, is nog niet kunnen wor den vastgesteld. Niet uitgesloten schijnt echter, dat nog meer sensationeele onthul lingen met politiek karakter zullen volgen. De moordenares is van Macedonisch-Roe- meensche afkomst, doch Bulgaarsche onder- dane. Haar ouders wonen in Sofia en gelden voor welgestelde lieden. Het verhoor vqn de moordenares, een klein nietig vrouwtje, met een pagekop en diepzwarte oogen, die slechts gebroken Duitseh spreekt, wordt natuurlijk ijverig voortgezet. De gebeurtenissen in Marokko geven de Fransohe bladen aanleiding tot com mentaar. Er wordt erkend, dat er „een soort" van oorlog" gaande is. Men hoopt, dat de Riffs spoedig weer over de gren zen teruggedreven zullen worden en dat het dan daarmee afgeloopen is. In de „Petit Parisien" schrijft kolonel Rousset, dat de campagne der Riffs ver standig wordt geleid en ernstig is op te vatten. Uit de bladen blijkt de wensdh dat, ge zien de parlementaire situatie en den toe- tand der Fr arische financiën, voorzichtig heid en matigheid in de actie tegen de Riffs zeer wenschelijk is. Painlevé verklaarde aan vertegenwoor digers van de pers, dat hij vastbesloten is, op de strengste wijze pogingen tot op stand van de onderworpen staimmen te onderdrukken, teneinde een mogelijk overslaan van deze agitatie naar Fransche provincies in Noord-Afrika te bezweren en de rust langs de heele Marokkaansohe grens te verzekeren. De Franschen waren aangevallen en het slachtoffer van een ongereohtvaardigden aanval. De operaties hebben plaats in ge bieden, die onder Fransch mandaat staan. Op het oogenblik is de toestand gestabi liseerd. Verscheidene posten, die nog om singeld zijn, worden door 'bemiddeling yan vliegmachines van proviand voorzien. Zoodra de concentratie, die zal plaats heb ben, zal-zijn uitgevoerd, zullen de Fran schen met alle middelen, die de toestand vereischt, een beslissenden slag leveren. Uit Metz zijn twee vliegtuigeskaders naar Marokko vertrokken ter versterking van de daar gevestigde Fransche lucht strijdkrachten.. VEREENIGDE STATEN. In drie dagen geen droppel drank. Dat het de Amerikaansche regeering mee- 'tens is met haar verscherpte actie tegen 'e drankvloot, die onder de Amerikaansche kust haar contrabande aan den man tracht e brengen en thans Scotch Armada" wordt genoemd vroeger heette zij „Rum Pleet" blijkt wel uit het feit, dat in geen drie dagen een droppel drank van deze vloot de kust heeft bereikt en de prijs van gesmok- kelden sterken drank te New-York in dien tijd met honderd percent is gestegen. De gewapende regeeringsschepen zijn er op uit, elk der 20 of 80 schepen van de „armada" te isoleeren, waarbij zij de hulp ondervinden van zeevliegmachines, die op verkenning uittrekken om de ligplaatsen der smokke laars vast te stellen en daarvan draadloos mededeeling te doen. Deze nieuwe actie van de douane-vloot heeft al geleid tot wanhopige maatregelen van verweer aan den kant der „bootleggers". Met geld en bedreigingen wordt gewerkt op het personeel der douane-vloot, en dit leidt tot niet weinig gevallen van sabotage. Zelfs wordt al meldiïïg gemaakt van verdwenen overheidsschepen, gevangen genomen be manningen en verwonde of zelfs gedoode schepelingen. Het hoofdkwartier van de drankbestrijders te Washington wordt be stormd met klachten en bezwaren over de driestheid der smokkelaars, die daar be weerd wordt eenvoudig een gueriila voe* ren tegen de anti-smokkelvloot. Schepen van die vloot worden in de haven onder de water lijn met boren lek gemaakt en tot zinken gebracht. De motoren worden onklaar ge maakt met zand, de bemanningen worden verlokt, althans In verleiding gebracht met geld. De clandestiene drankverkoopers te New- York (stad) verklaren eenvoudig, dat op het oogenblik de toevoer van sterken drank wat verminderd is en dat zij dus.hun prijzen moeten verhoogen! Maar, zeggen zij er bij, wordt het maar op zee een beetje slecht weer, dan wordt de anti-smokkelvloot wel weer van zee geblazen en komt er weer ge noeg drank het land binnen. Dit zijn de bezwaren, die de drankbestrij ding aan de zeekust ondervindt. In het bin nenland is de moeilijkheid van anderen aard. Maar ook de gebruikte middelen zijn anders Zoo wordt uit den staat Indiana gemeld, dat in de hoofdstad, Des Moines, de hoofdcom missaris van politie het blok weer gaat in voeren* te weten het toestel, waarin over treders met de voeten en de handen worden vastgezet, en waar zij dan een hord boven het hoofd krijgen met de vermelding, aan welk delict zij zich hebben schuldig gemaakt. Dit zal meent deze hoofdcommissaris den smokkelaars leeren „wie en wat zij zijn en welke plaats zij innemen in de samen leving". CHINA. Hongersnood. Wij hebben den laatsten tijd al eens meer melding gemaakt van den ernstigen hon gersnood in China. Thans vinden wij in een buitenlandsch blad daarover nog nadere bij zonderheden. De hongersnood woedt in de provincie Kweitsjou; volgens het zeggen is de nood afgrijselijker dan ooit» Kweitsjou ligt ver het binnenland in, in de Jang-Tse- viülei. Het is een van de armste en dunst- bevolkte gebieden van heel China. Er wonen in de provincie 8 9 millioen menschen. Hoe erg de toestanden er thans zijn, moge blijken uit de volgende schildering: Sinds eenigen tijd aten de menschen gras en boombladeren; maar zelfs dat begint nu te ontbreken. De staat van zaken is gruwelijk. Roomsch-Katholieke priesters melden, dat in vele steden de dooden onbegraven op straat blijven liggen; dat de menschen in de deuropening van hun huis liggen te ster ven. Vele lieden, die tot voor kort nog tot de welgestelden behoorden, verkoopen hun kinderen voor een handvol graan. Anderen verrichten slaven-arbeid voor wat voedsel. In dorpen in de buurt van Kiensoen komen gevallen voor van kanibalisme. De Poolvlocht uitgesteld. Een V. D. bericht meldt: Amundsen telegrafeert uit Kingsbay (Spitsbergen): Hier heerscht een strenge winter, hevige koude en slechte ijstoe standen. Daarom hebben wij besloten de Poolvlucht eenigen tijd uit te stellen en in Mei of in het begin van Juni te starten. J Te 's-Gravenhage is, 67 jaar oud* over leden de heer <M. Galand, oud-rijkshoofd- ingenieux, directeur van den waterstaat Hij was ridder in de orde van den Neder- landsohen Leeuw. De Middenstandsunie te Utrecht zal bij de Kamerverkiezingen met de vólgende volledige lijst uitkomen: 1. J. Fryda Lzn. te Utrecht, 2. mr. J. P. Sieburgh te Utrecht, 8 H. van de Graaf te Utrecht, 4. Fr. C. Stfihle te Laren, 5. J. N. J. de Booy te Den Haag, 6. mr. W. M. Nathans te Den Haag, 7. J. N. Hanja te Scheve- ningen, 8. A. Weiss te Amsterdam, 9. H. Meelker te Den Haag, 10. J. H. Solkesz te Amsterdam, 11 J. H. Rippe te Delft, 12 P. P. J. Theunissen te Rotterdam. Zooals men weet, heeft «indertijd de Mi nisterraad besloten, dat alleen op den ver jaardag van de Koningin de Departementen van Algemeen Bestuur den geheelen dag gesloten zouden blijven, doch op de verjaar dagen van de overige leden van het Konink lijk Huis aan het personeel dier Departe menten geen vrjjaf meer zou worden ge geven. Thans vernemen wij, dat laatstbedoelde bepaling door den Ministerraad is gewijzigd in dien zin, dat voortaan op de verjaardagen van de Koningin-Móeder, den Prins en Prinses Juljana na 1 uur 's middags vrijaf zal worden gegeven, voor zoover de dienst belangen dit zullen toelaten. II. M. de Koningin komt morgen namiddag te 6 u. 27 per extra-trein te Amsterdam aan. In verband met de verlating van het uur van aankomst van de Koningin zijn eenige wijzigingen in het programma De audiëntie voor militairen is nu vast gesteld op Woensdagavond, onmiddellijk na aankomst van de Koninklijke familie. In plaats van Woehsdag zal H. M. den gemeenteraad ontvangen op Donderdag 14 Mei te 5 u. 80, na Gedeputeerde Sta ten. Aangaande het bezoek aan „Arti" is nog geen beslissing genomen. Mogelijk zal dat nu vallen op Zaterdagochtend. Blijkens het jaarverslag heeft deze Maat schappij een winst gemaakt van slechts ƒ42.610, zoodat over 1924 geen dividend kan worden uitgekeerd. De ComTniiniqf-.iw.he Partij heeft Zaterdag en Zondag te Amsterdam haar jaarljjksch congres gehouden, waarop het zeer rumoe rig toeging. Hoe het met de partij gesteld is, blijkt misschien het best uit een rede voering van den secretaris Ceton, die zeide, dat van een eigenlijke partij geen sprake meer is; als twee partijgenooten tezamen zijn, vertrouwen ze elkander ni§t, het is een samengeraapt zoodje van loommunisten. Er is een oude en een nieuwe oppositie, de meerderheid en de minderheid; als de eene iets publiceert, komt vast en zeker een an dere groep, die er tegen ingaat. Tenslotte, na veel geharrewar, gescheld en geraas, komt in stemming een voorstel van de oppositie om vier personen van het Par tijbestuur uit alle leidende functies te ver wijderen. Deze vier personen zijn Wijnkoop, Van Ravesteyn, Ceton en Brommert. Dit voorstel wordt verworpen met 57 tegen 19 stemmen, 7 stemmen in blanco. Aangeno men wordt daarna een voorstel van het Partijbestuur waarbij fractievorming in de partij verboden is en aan het P.B. opgedra gen wordt, daaraan de hand te houden. Daar entegen wordt verworpen een voorstel van de minderheid van het Partijbestuur om zich neer te leggen bij de Moscou-resolutie en voor het parlement een lijst van arbeiders- candidaten in te dienen, waarbij wordt op gemerkt, dat deze beslissing geen, princi- pieele is, en niet bedoelt te zeggen, dat de partij tegen het stellen van arbeiderscandi- daten is, doch dht dit onder ae gegeven om standigheden onmogelijk is voor de partij. Aangenomen wordt daarna een motie- Rotterdam, .welke een viertal organisatori sche besluiten van Moscou onuitvoerbaar acht en verderfelijk voor de partij. Namens de minderheid van het P.B. wordt medege deeld, dat dit met het voeren van oppositie zal doorgaan. De lijst voor de Kamerverkiezingen wordt aldus vastgesteld: 1. Wijnkoop; 2. dr. Van Ravesteyn; 3. Louis de Visser; 4. een In disch partijgenoot; 6. een vrouwelijke partij genoot en vjjf andere, waaronder dan arbei- derscandidaten kunnen zijn. Een aantal leden uitgetreden. Amsterdam, 11 Mei. Naar de „Tel." verneemt, hebben de heeren H. Sneevliet, E. Bouwman, J. Brandsteder, H. Menist te Amsterdam, P. Harkema te Groningen en N. A. Kootstra te Emmer-Erfscheiderveen bedankt voor het lidmaatschap der CP.H. Deze vereeniging hield Zaterdag en Zondag te Amsterdam haar jaarljjksch congres. Zondagmorgen hield de voorzat ter, de heer Moltmaker, een inleiding over het loonvraagstuk. Hij zeide daarin o.a. Het jaar 1925 zei spr., kan een heel be langrijk jaar worden, wanneer dit maar door het personeel wordt begrepen* Het zal van de activiteit en van het meeleven io de organisatie afhangen of wij de minimum-eischen kunnen ingewilligd krij gen. Spr. wees op een 'brief van de directie over dit onderwerp waarin werd mede gedeeld dat het mogelijk is, dat voor 1 Juli de ioonen nog een wijziging zullen kunnen ondergaan, een wijziging die dan natuurlijk een verslechtering zou beteeke- nen* zei spr. Maar bij voorbaat komen wij op tegen de vewnderstelling dat er van het loon van het spoorwegpersoneel nog wel wat af kan. Wij' staan onverzettelijk afwijzend tegenover nieuwe loonsverlaging. Boven dien werd er in dit schrijven op gewezen dat op 1 Januari a.s. het regl&ment dienst- voorwaarden een herziening moet onder gaan. Nog andere verbeteringen heeft de Ver eeniging op haar program staan. We kunnen niet zeggen hoeveel mil lioen dit alles zou kosten. Wij beschikken niet over het materiaal om dit te bereke nen, maar ook wij worden wel eens inge licht over de bedrijfsresultaten. Onder voorbehoud wilde spr. wel mededeelen, dat de spoorwegen, die jarenlang met mil- lioenen verliezen hebben 'gewerkt, in het afgeloopen jaar de balans sluitend gemaakt hebben en zelfs zou men meer dan gewoonlijk hebben kunnen afschrij ven. Het Congres vereenigde zich met deze houding. Aan de memorie van antwoord over bo vengenoemde wetsontwerpen ls het volgen de ontleend: Op grond van de overweging, dat deze wetten zich zooveel mogelijk bij de burger lijke pensioenwetten behooren aan te slui ten, is in het bij de memorie gevoegde gewijzigd wetsontwerp rekening gehouden met de wijzigingen en aanvullingen, welke tijdens de behandeling van het ontwerp tot wijziging van de Pensioenwet 1922, in de Tweede Kamer, daarin zijn aangebracht. De regeering deelt niet de opvatting van eenige leden, dat het voor een militair zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk is om na zijn ontslag met uitgesteld pensioen een andere betrekking te krijgen. Zelfs van hen, die wegens langdurigen dienst op hoogen leef tijd worden ontslagen, vinden zeer velen een nieuwe bron.van bestaan. Trouwens door hen, die na, het verelschte aantal jaren dienst op verzoek worden ont slagen, wordt thans een uitzicht op pensioen verkregen, dat vóór dien niet bestond. Alleen zullen zij, die wegens onbekwaam heid of ongeschiktheid, dan wel wegens wei gering van re-engagement den dienst moe ten verlaten, geen aanspraak meer hebben op een dadelijk ingaand of levenslang pen sioen. Dit ls echter de noodzakelijke con sequentie van het feit, dat dit .wachtgeld ver vangend pensioen voortaan iet meer wordt verleend; 'De regeering kan voorts in geenen deele onderschrijven, dat een geringe tekortko^ ming of een omstandigheid, waarop de mili tair geen invloed kan uitoefenen, oorzaak kan rijn van zijn ontslag uit den dienst. De consequentie van het vervallen van het wachtgeld vervangend pensioen zal inder daad' zijn, dat z|j, die in de eerste plaats voor afvloeiing werden aangewezen derhalve de minst geschikten niet in die mate de gevolgen van de wetswijziging ondervinden als zij die in dienst zijn gehandhaafd. In het wetsontwerp tot wijziging van de Pensioen wet 1922 z|jn op dit punt voor de in dienst zijnde ambtenaren evenmin voorzieningen getroffen. Voor wat betreft de vraag, welk% plannen er bij de regeering thans en bij aanneming van het aanhangige ontwerp tot wijziging der Dienstplichtwet inzake afvloeiing be staan, wordt medegedeeld, dat er geen plan nen bestaan -voor een massa-ontslag. Worden de voorstellen betreffende het vooroefeningsinstituut aangenomen, dan zal het daarbij werkzaam zijnde beroepsperso- neel, dat geleidelijk overcompleet mocht ko men* in het gewone verloop'worden opge nomen. 'Een spoedige regeling van de rechtspositie voor de militairen van de landmacht kan nog niet in uitzicht worden gesteld. De door eenige leden uitgesproken wen- schelijkheid om bij aanvaarding van het voorstel tot de invoering van het uitgesteld pensioen, ais tegenwicht de leeftijdsgrens, genoemd in artikel 2 sub 4°. a. te stellen op ten hoogste 45 jaar, kan niet worden be aamd. Aan het bezwaar door eenige leden uitge sproken ten aanzien van hen, die na ontslag met uitgesteld pensioen worden herplaatst in een betrekking, waaraan slechts een ge ring salaris verbonden is, is door een nieuw artikel 23a tegemoet gekomen* Het komt de regeering niet geraden voor om de bepalingen betreffende vaststelling van den pensioengrondslag voor de militai ren op dezelfde w|jze te regélen als voor de burgerlijke ambtenaren is geschied. De bezwaren tegen het vervallen van het bestaande art. 15 Pensioenwet landmacht ingebracht, hebben aanleiding gegeven tot nadere overweging; aangezien inderdaad ook voor de toekomst toepassing van het artikel niet is uitgesloten,'wordt het voorstel tot schrapping niet teruggenomen. De vrijgevigheid van het thans bestaande stelsel ten aanzien van de herpensionneering kan niet worden gehandhaafd. Er is geen onbillijkheid in gelegen, de dienstjaren, die reeds met pensioen zijn vergolden, ten aan zien van het bedrag van een later tóe te ken nen pensioen, buiten berekening te laten. De regeering kan daarom niet toegeven aan den aandrang om deze wijziging terug te nemen en heeft geen aanleiding kunnen vinden om in te gaan op den wensch, een overgangsbepaling op te nemen ten gunste van de vóór het tijdstip van inwerkingtre ding der wet herplaatste militairen. De datum van inwerkingtreding der wijzi gingen is nader bepaald op 1 Juli 1925. Het bovenstaande geldt ook voor het ont werp tot wijziging der Pensioenwet Zee macht. Ook voor het ontwerp tot wijziging der Militaire Weduwenwet 1922 wordt als datum van ingang der wijzigingen nader voorge steld 1 Juli 1925. Nu de Tweede Kamer het voorstel om de Olympische Spelen door een garantie van een millioen te steunen* heeft verworpen, ontstaat begrijpelijkerwijs in den boezem van belanghebbenden spontaan de wensch in ieder geval die Spelen in 1928 mogelijk te maken en het waarborgfonds uit particuliere bijdragen bijeen te brengen. En allerwegen zijn of worden thans steunacties opgericht. Het Kamerlid Boon, dat onmiddellijk na het votum der Kamer vragen aan de Regeering stelde, die wel ietwat voorbarig waren, (wij hebben ze in ons vorig nummer medege deeld), wordt door den Minister afgepoeierd met de mededeeling, dat de Regeering op het oogenblik geen enkele toezegging kan doen, die haar zou hinden. Een eere-oomité om de Olympische Spelen te doen doorgaan, heeft zich gevormd; hierin hebben de Minis ters van Buitenlandsche Zaken en Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, de voor zitters van Eerste en Tweede Kamer, de commissarissen der Koningin in Noord-Hol land* Drente en Zeeland, de burgemeesters van Rotterdam en 's-Gravenhage, alsmede dr. Van Leeuwen* viee-president van den Raad van Staten, zitting genomen. De Nederlandsche Voetbalbond stelde een bedrag van 10.000 beschikbaar en verschil lende personen en corporaties deden reeds toezeggingen voor bedragen of namen het initiatief voor het laten circuleeren van lijs ten. De Engelschen, het sportvolk b|j uit nemendheid, zijn stom van verbazing over het Nederlandsche parlement. Juist in En geland heeft men ondervonden, dat met de ontwikkeling der sport de volksgezondheid toenam, dat speciaal het drankmisbruik zeer verminderde, evenals trouwens in ons land. Ook de Fransche pers houdt zich met het geval bezig. In de „Avenir" w|Jdt een Fransch journalist eene beschouwing aan de Olympische Spelen en wijst er op, dat kapi tein Scharroo en kapitein Van Rossem op het congres te Praag, dat 28 Mei geopend wordt, met concrete voorstellen moeten ko men. Er resten hun dus slechts twintig ds- gen om het geld bijeen te brengen. Indien I BfOOMOMacMj, AJ-PaiMt-eocmmm. M JJ>.3 VANILLECRÈMEPUDDINQ men niet slaagt, zullen de Spelen geenszins, zooals verwacht werd, automatisch In Ame rika worden gehouden (Los Angeles); het Internationaal Olympisch Oomité beslist te Praag. Voor de deelnemende landen zouden hiermede hooge bedragen gemoeid z|jn. Een athleet naar Amerika sturen kost op zijn minst 20.000 francs en als Frankrijk in Amerika even goed zou willen uitkomen alB Amerika in 1924 te Parijs, zou daarmede het bagatel van 7 millioen francs gemoeid zijn. In ieder geval, begin Juni zal men moeten weten of Nederland in staat is de opdracht tem uitvoer te brengen en zoo niet, zal het I.O.O. een andere plaats moeten aanwijzen: Rome of Lausanne waarschijnlijk. Verschillende der groote bladen heb ben inschrijvingen opengesteld. Het Alg. Handelsblad opende zelf met 5000.—. Het ergerlijke geval van hét vergeten schoolkind houdt begrijpelijkerwijs de bla den nogal bezig. Dichterlijk aangelegde jour nalisten hebben het in rijm bezongen; an deren weder namen het diep-ernstig op en wijdden er beschouwingen aan. Het Kamer lid Henri ter Hall stelde er de, wel ietwat dwaze vraag over, of de regeering maar niet de straf van schoolblijven geheel wilde af schaffen. Deze vraag gaf de redactie van „De Telegraaf" aanleiding een enquête ln te stellen omtrent de meening van deskun digen over dit tuchtmiddel der school. De antwoorden, die zij van de onderwjjs-deskun- digen ontving, zijn dikwijls zeer interessant. De heer F. L. Ossendorp, voorzitter van den Bond van Ne4 Onderwijzers, ofschoon vooropstellende, dat het feit van het verge ten van een kind In school op zichzelf na tuurlijk zeer ernstig is, noemde de vraag van den heer Ter Hall dwaas en ongemotiveerd. Geen enkele minister kan voorkomen* dat onderwijzers en onderwijzeressen, als gewo ne menschen nu en dan fouten maken, en men kan van hoogerhand geen bepalingen maken om dergelijke fouten niet meer te doen plaats hebben. Bovendien geldt het hier een uitzonderingsgeval, dat geen reden oplevert er drukte over te maken. De heer KL de Vries, de voorzitter van Volksonder wijs, is zeer tegen de straf van schoolblij ven, die een der akeligste tuchtmiddelen der school is, en die hij uiterst zelden wil toe gepast zien. Staatspaedagogiek achtte h|j uit den booze, Ifet beste was, wanneer het on derwijzend personeel van een juiste toepas sing der schoolbljjfstraf doordrongen werd. De voorzitter van het Ned. Onderwijzersge nootschap, de heer Bon, vond de vragen van den heer Ter Hall „wel wat mal". Nableven is bovendien niet altijd een straf; dikwijls moet een kind om bfj te blijven nog wat extra werk verrichten of na schooltijd wor den geholpen; Afschaffing van de straf van overheidswege achtte de heer Bon niet waar schijnlijk. De voorzitter van den Centralen Ouderraad te Amsterdam, de heer H. de Vries Mz„ zou afschaffing van deze straf onverstandig vinden. Er maf op school niet geslagen worden en het kind weet dit zeer goed. Als het nu ook zou weten, dat het niet meer mag nagehouden worden, zou dat ern stig de tucht op school ondermijnen, meende deze heer. Op ouderavonden had hij vaak kunnen merken, dat de ouders de voorkeur gaven aan het schoolblijven der kinderen boven het schrijven van een massa straf regels thuis. Het blad haalt tenslotte de woorden aan van den bekenden schrijver Thljssen, die de kwestie van het schoolblijven behandelt in zijn roman van een klas, die ln „School en Huis" verschijnt. Het is met dat schoolblij ven maar de kwestie hoe het voorgesteld wordt; zegt de onderwijzer tegen het kind: ..j|j mag vanmiddag nog wel eveq, blijven", dan glundert het van genoegen; zegt h|J: „j|j moet vanmiddag blijven", dan is dat een vonnis. Allee hangt in deze af van de per soon van d$n onderwijzer en de wijze waarop h|j een straf toepast. Maar de vraag van den heer Ter Hall, om voor een onderwijzeres, die haar plicht niet nakwam, de onder-cura- teele-stelling van het geheele onderwflzers- oorps te verlangen, is, zegt het blad elders, op zichzelf een gevaar, en een Temedie erger dan de kwaal. Omdat er één mensch stal, stelt men toch niet voor het geld af te schaf fen, omdat er één ongeluk plaats had, gaat men het auutomobilisme niet uitroeien! 8CHAGEN. Het Electrisch net wordt over Noord- Holland al meer en meer uitgebreid. Maandag 4 Mei is men in de gemeente Harencarspelbegonnen metde uitbreiding, die 6400 M. zal bedragen. Op het hoog spanningsgebouw te Dirkshorn worden aangesloten; De Voorpolder, Oosterdijk en Dirkshorn west. Op hethoogspannings- gebouw, dat gebouwd worden te Tuitje- hom, worden aangesloten; Kalverdijk, Sy heihuizen, Tuitjehorn en Kerkebuurt of Harencarspel. Het vfrordt grootendeels ondergronds uitgevoerd. JULIANADORP. Het mond- en klauwzeer, dat reeds weer in- verschillende gemeenten van Hollands noordpunt heerscht, heeft in het Koegras ook z]jn intrede gedaan en wel onder het vee van den heer J. de G. aan de Callantsoogervaart. Maandagmorgen trof den werkman J. M„ een ernstig ongeluk. Bezig zijnde met mestrijden, is het paard, waarmede hij werkzaam was, op hol geslagen en is daardoor zoodanig aan het hoofd gewond geraakt, dat toen dr. Oterdoom ter plaat se kwam en een verband gelegd had, het noodig oordeelde hem in het ziekenhuis te doen opnemen, waaraan onmlddeHJk gevolg werd gegeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 2