BINNENLAND
F Jt
OOSTENRIJK.
De Macedonische bloedwraak.
NOORD-AFRIKA.
De toestand in Franseh-Marokko.
De strijd tegen de drankvloot.
M. Caland. f
De Kamerverkiezingen.
Verjaardagen Koninklijk gezin.
De Koningin te Amsterdam.
Wijziging programma.
noodig geworden:
Van Nievelt, Goudrlaan QOb Stoom
vaart Maa&chappty.
Congres der Communistische PartQ.
Nederlandsche Yereeniging van Spoor -
en Tramwegpersoneel.
Wijziging van de militaire Pensioen
wetten.
De Steunactle voor de Olympische Spelen.
Ingezonden Mededeeling.
Het vergeten schoolkind.
De moord tn de loge.
Vrijdagavond heeft, naar gemeld1 is, in den
Weenschen Schouwburg tijdens de opvoer-
ring van „Peer Gynt" een Macedonische
vrouw, Karniciu genaamd, eenige schoten
gelost op haar gezelschap, waardoor haar
landgenoot Panica gedood, diens vrouw en
haar broer zwaar gewond werden. De moor
denares werd gearresteerd.
Aldus luidde het korte telegram over deze
daad, die ontzaglijk veel opschudding in de
Oostenrjjlksche hoofdstad heeft gewekt en
een hoogstpijnlijken indruk heeft gemaakt,
daar dit slechts koren op den molen kan
zijn van degenen, die Weenen een centrum
noemen van politieke samenzweerders
men weet o.a. hoe velen volhouden, dat
Weenen het hoofdkwartier is voor de com
munistische actie op den BalkanI
-Bij haar verhoor toonde zij- geen spoor van
berouw; veeleer bleek zij voldaan erover nu
eindelijk Panica gedood te hebben.
Zij deelde mede, in Januari naar Weenen
te zijn gekomen om een dokter te consul
teeren, maar toen reeds had zij het plan
Panica te dooden. Zij zelf noemt zich een
„goede Macedonische", terwijl Panica vol
gens haar een besliste vijand der Macedo-
niërs was, die tegenover haar altijd wel be
weerde in haar patriottische gevoelens te
deelen, maar eerst aan de zijde van Turkije,
daarna van Bulgarije en vervolgens van
Zuid-Slavië had gestaan. (Karniciu zelf be
hoort tot de onafhankelülkheidspartij).
Karniciu had zich de groote vriendschap
van mevrouw Panica weten te verzekeren.
Zij had het echtpaar dringend verzocht haar
onderdak te verleenen; sinds zes weken
woonde zij bij hen in.
Voortdurend peinsde Karniciu nu over
haar moordplan. In de woning wilde zij de
daad niet begaan, daar haar gastheer en zijn
vrienden steeds, uit vrees voor aanslagen,
goed gewapend' waren. Vandaar haar uit-
noodiging voor „Peer Gynt", waarvoor eerst
werd bedankt, daar de Panica's het stuk
reeds in Sofia gezien hadden en niet vol
doende Duitsch kenden om het te kunnen
volgen. Maar Karniciu wist overtuigend te
vertellen van het groote onderscheid in op
voering te Sofia en te Weenen, zoodat haar
vrienden zich tenslotte lieten overreden om
naar den schouwburg te gaan.
Volgens te Weenen loopende geruchten,
zoo meldt de correspondent aldaar van de
„Voss. Z.", zouden zoowel de Bulgaarsche
als de Zuid-Slavische regeering groot belang
hebben gehad bij den persoon van Panica.
Op zijn arrestatie zou door de Zuid-Slavische
autoriteiten een prijs van 50.000 dinar zijn
eesteid. Ook de Bulgaarsche justitie zou
Panica als de moordenaar van Poris Sorafof
en Iwan Germanof dood of levend uit
leveren, aldus luidde het Bulgaarsche bevel
schrift, aan een ieder, die daartoe in de ge
legenheid was.
Panica, die een groot tegenstander was
van de huidige Bulgaarsche regeering, stam
de uit een aanzienlijke Bulgaarsche familie.
Buiten zijn kringen was hij steeds omgeven
door een lijfwacht van getrouwen, die hem
jaren lang heeft weten te beschermen tegen
aanslagen.
Of Karniciu heeft gehandeld op last van
een politieke partij, is nog niet kunnen wor
den vastgesteld. Niet uitgesloten schijnt
echter, dat nog meer sensationeele onthul
lingen met politiek karakter zullen volgen.
De moordenares is van Macedonisch-Roe-
meensche afkomst, doch Bulgaarsche onder-
dane. Haar ouders wonen in Sofia en gelden
voor welgestelde lieden.
Het verhoor vqn de moordenares, een
klein nietig vrouwtje, met een pagekop en
diepzwarte oogen, die slechts gebroken
Duitseh spreekt, wordt natuurlijk ijverig
voortgezet.
De gebeurtenissen in Marokko geven
de Fransohe bladen aanleiding tot com
mentaar. Er wordt erkend, dat er „een
soort" van oorlog" gaande is. Men hoopt,
dat de Riffs spoedig weer over de gren
zen teruggedreven zullen worden en dat
het dan daarmee afgeloopen is.
In de „Petit Parisien" schrijft kolonel
Rousset, dat de campagne der Riffs ver
standig wordt geleid en ernstig is op te
vatten.
Uit de bladen blijkt de wensdh dat, ge
zien de parlementaire situatie en den toe-
tand der Fr arische financiën, voorzichtig
heid en matigheid in de actie tegen de
Riffs zeer wenschelijk is.
Painlevé verklaarde aan vertegenwoor
digers van de pers, dat hij vastbesloten
is, op de strengste wijze pogingen tot op
stand van de onderworpen staimmen te
onderdrukken, teneinde een mogelijk
overslaan van deze agitatie naar Fransche
provincies in Noord-Afrika te bezweren
en de rust langs de heele Marokkaansohe
grens te verzekeren.
De Franschen waren aangevallen en het
slachtoffer van een ongereohtvaardigden
aanval. De operaties hebben plaats in ge
bieden, die onder Fransch mandaat staan.
Op het oogenblik is de toestand gestabi
liseerd. Verscheidene posten, die nog om
singeld zijn, worden door 'bemiddeling
yan vliegmachines van proviand voorzien.
Zoodra de concentratie, die zal plaats heb
ben, zal-zijn uitgevoerd, zullen de Fran
schen met alle middelen, die de toestand
vereischt, een beslissenden slag leveren.
Uit Metz zijn twee vliegtuigeskaders
naar Marokko vertrokken ter versterking
van de daar gevestigde Fransche lucht
strijdkrachten..
VEREENIGDE STATEN.
In drie dagen geen droppel drank.
Dat het de Amerikaansche regeering mee-
'tens is met haar verscherpte actie tegen
'e drankvloot, die onder de Amerikaansche
kust haar contrabande aan den man tracht
e brengen en thans Scotch Armada" wordt
genoemd vroeger heette zij „Rum Pleet"
blijkt wel uit het feit, dat in geen drie
dagen een droppel drank van deze vloot de
kust heeft bereikt en de prijs van gesmok-
kelden sterken drank te New-York in dien
tijd met honderd percent is gestegen. De
gewapende regeeringsschepen zijn er op uit,
elk der 20 of 80 schepen van de „armada"
te isoleeren, waarbij zij de hulp ondervinden
van zeevliegmachines, die op verkenning
uittrekken om de ligplaatsen der smokke
laars vast te stellen en daarvan draadloos
mededeeling te doen.
Deze nieuwe actie van de douane-vloot
heeft al geleid tot wanhopige maatregelen
van verweer aan den kant der „bootleggers".
Met geld en bedreigingen wordt gewerkt op
het personeel der douane-vloot, en dit leidt
tot niet weinig gevallen van sabotage. Zelfs
wordt al meldiïïg gemaakt van verdwenen
overheidsschepen, gevangen genomen be
manningen en verwonde of zelfs gedoode
schepelingen. Het hoofdkwartier van de
drankbestrijders te Washington wordt be
stormd met klachten en bezwaren over de
driestheid der smokkelaars, die daar be
weerd wordt eenvoudig een gueriila voe*
ren tegen de anti-smokkelvloot. Schepen van
die vloot worden in de haven onder de water
lijn met boren lek gemaakt en tot zinken
gebracht. De motoren worden onklaar ge
maakt met zand, de bemanningen worden
verlokt, althans In verleiding gebracht met
geld.
De clandestiene drankverkoopers te New-
York (stad) verklaren eenvoudig, dat op het
oogenblik de toevoer van sterken drank wat
verminderd is en dat zij dus.hun prijzen
moeten verhoogen! Maar, zeggen zij er bij,
wordt het maar op zee een beetje slecht
weer, dan wordt de anti-smokkelvloot wel
weer van zee geblazen en komt er weer ge
noeg drank het land binnen.
Dit zijn de bezwaren, die de drankbestrij
ding aan de zeekust ondervindt. In het bin
nenland is de moeilijkheid van anderen aard.
Maar ook de gebruikte middelen zijn anders
Zoo wordt uit den staat Indiana gemeld, dat
in de hoofdstad, Des Moines, de hoofdcom
missaris van politie het blok weer gaat in
voeren* te weten het toestel, waarin over
treders met de voeten en de handen worden
vastgezet, en waar zij dan een hord boven
het hoofd krijgen met de vermelding, aan
welk delict zij zich hebben schuldig gemaakt.
Dit zal meent deze hoofdcommissaris
den smokkelaars leeren „wie en wat zij zijn
en welke plaats zij innemen in de samen
leving".
CHINA.
Hongersnood.
Wij hebben den laatsten tijd al eens meer
melding gemaakt van den ernstigen hon
gersnood in China. Thans vinden wij in een
buitenlandsch blad daarover nog nadere bij
zonderheden. De hongersnood woedt in de
provincie Kweitsjou; volgens het zeggen is
de nood afgrijselijker dan ooit» Kweitsjou
ligt ver het binnenland in, in de Jang-Tse-
viülei. Het is een van de armste en dunst-
bevolkte gebieden van heel China. Er wonen
in de provincie 8 9 millioen menschen.
Hoe erg de toestanden er thans zijn, moge
blijken uit de volgende schildering: Sinds
eenigen tijd aten de menschen gras en
boombladeren; maar zelfs dat begint nu te
ontbreken. De staat van zaken is gruwelijk.
Roomsch-Katholieke priesters melden, dat
in vele steden de dooden onbegraven op
straat blijven liggen; dat de menschen in
de deuropening van hun huis liggen te ster
ven. Vele lieden, die tot voor kort nog tot
de welgestelden behoorden, verkoopen hun
kinderen voor een handvol graan. Anderen
verrichten slaven-arbeid voor wat voedsel.
In dorpen in de buurt van Kiensoen komen
gevallen voor van kanibalisme.
De Poolvlocht uitgesteld.
Een V. D. bericht meldt:
Amundsen telegrafeert uit Kingsbay
(Spitsbergen): Hier heerscht een strenge
winter, hevige koude en slechte ijstoe
standen. Daarom hebben wij besloten de
Poolvlucht eenigen tijd uit te stellen en
in Mei of in het begin van Juni te
starten. J
Te 's-Gravenhage is, 67 jaar oud* over
leden de heer <M. Galand, oud-rijkshoofd-
ingenieux, directeur van den waterstaat
Hij was ridder in de orde van den Neder-
landsohen Leeuw.
De Middenstandsunie te Utrecht zal bij
de Kamerverkiezingen met de vólgende
volledige lijst uitkomen: 1. J. Fryda Lzn.
te Utrecht, 2. mr. J. P. Sieburgh te
Utrecht, 8 H. van de Graaf te Utrecht,
4. Fr. C. Stfihle te Laren, 5. J. N. J. de
Booy te Den Haag, 6. mr. W. M. Nathans
te Den Haag, 7. J. N. Hanja te Scheve-
ningen, 8. A. Weiss te Amsterdam, 9. H.
Meelker te Den Haag, 10. J. H. Solkesz
te Amsterdam, 11 J. H. Rippe te Delft,
12 P. P. J. Theunissen te Rotterdam.
Zooals men weet, heeft «indertijd de Mi
nisterraad besloten, dat alleen op den ver
jaardag van de Koningin de Departementen
van Algemeen Bestuur den geheelen dag
gesloten zouden blijven, doch op de verjaar
dagen van de overige leden van het Konink
lijk Huis aan het personeel dier Departe
menten geen vrjjaf meer zou worden ge
geven.
Thans vernemen wij, dat laatstbedoelde
bepaling door den Ministerraad is gewijzigd
in dien zin, dat voortaan op de verjaardagen
van de Koningin-Móeder, den Prins en
Prinses Juljana na 1 uur 's middags vrijaf
zal worden gegeven, voor zoover de dienst
belangen dit zullen toelaten.
II. M. de Koningin komt morgen
namiddag te 6 u. 27 per extra-trein te
Amsterdam aan.
In verband met de verlating van het
uur van aankomst van de Koningin zijn
eenige wijzigingen in het programma
De audiëntie voor militairen is nu vast
gesteld op Woensdagavond, onmiddellijk
na aankomst van de Koninklijke familie.
In plaats van Woehsdag zal H. M. den
gemeenteraad ontvangen op Donderdag
14 Mei te 5 u. 80, na Gedeputeerde Sta
ten.
Aangaande het bezoek aan „Arti" is
nog geen beslissing genomen. Mogelijk
zal dat nu vallen op Zaterdagochtend.
Blijkens het jaarverslag heeft deze Maat
schappij een winst gemaakt van slechts
ƒ42.610, zoodat over 1924 geen dividend
kan worden uitgekeerd.
De ComTniiniqf-.iw.he Partij heeft Zaterdag
en Zondag te Amsterdam haar jaarljjksch
congres gehouden, waarop het zeer rumoe
rig toeging. Hoe het met de partij gesteld
is, blijkt misschien het best uit een rede
voering van den secretaris Ceton, die zeide,
dat van een eigenlijke partij geen sprake
meer is; als twee partijgenooten tezamen
zijn, vertrouwen ze elkander ni§t, het is een
samengeraapt zoodje van loommunisten. Er
is een oude en een nieuwe oppositie, de
meerderheid en de minderheid; als de eene
iets publiceert, komt vast en zeker een an
dere groep, die er tegen ingaat.
Tenslotte, na veel geharrewar, gescheld en
geraas, komt in stemming een voorstel van
de oppositie om vier personen van het Par
tijbestuur uit alle leidende functies te ver
wijderen. Deze vier personen zijn Wijnkoop,
Van Ravesteyn, Ceton en Brommert. Dit
voorstel wordt verworpen met 57 tegen 19
stemmen, 7 stemmen in blanco. Aangeno
men wordt daarna een voorstel van het
Partijbestuur waarbij fractievorming in de
partij verboden is en aan het P.B. opgedra
gen wordt, daaraan de hand te houden. Daar
entegen wordt verworpen een voorstel van
de minderheid van het Partijbestuur om zich
neer te leggen bij de Moscou-resolutie en
voor het parlement een lijst van arbeiders-
candidaten in te dienen, waarbij wordt op
gemerkt, dat deze beslissing geen, princi-
pieele is, en niet bedoelt te zeggen, dat de
partij tegen het stellen van arbeiderscandi-
daten is, doch dht dit onder ae gegeven om
standigheden onmogelijk is voor de partij.
Aangenomen wordt daarna een motie-
Rotterdam, .welke een viertal organisatori
sche besluiten van Moscou onuitvoerbaar
acht en verderfelijk voor de partij. Namens
de minderheid van het P.B. wordt medege
deeld, dat dit met het voeren van oppositie
zal doorgaan.
De lijst voor de Kamerverkiezingen wordt
aldus vastgesteld: 1. Wijnkoop; 2. dr. Van
Ravesteyn; 3. Louis de Visser; 4. een In
disch partijgenoot; 6. een vrouwelijke partij
genoot en vjjf andere, waaronder dan arbei-
derscandidaten kunnen zijn.
Een aantal leden uitgetreden.
Amsterdam, 11 Mei. Naar de „Tel."
verneemt, hebben de heeren H. Sneevliet,
E. Bouwman, J. Brandsteder, H. Menist te
Amsterdam, P. Harkema te Groningen en
N. A. Kootstra te Emmer-Erfscheiderveen
bedankt voor het lidmaatschap der CP.H.
Deze vereeniging hield Zaterdag en
Zondag te Amsterdam haar jaarljjksch
congres. Zondagmorgen hield de voorzat
ter, de heer Moltmaker, een inleiding over
het loonvraagstuk. Hij zeide daarin o.a.
Het jaar 1925 zei spr., kan een heel be
langrijk jaar worden, wanneer dit maar
door het personeel wordt begrepen* Het
zal van de activiteit en van het meeleven
io de organisatie afhangen of wij de
minimum-eischen kunnen ingewilligd krij
gen. Spr. wees op een 'brief van de directie
over dit onderwerp waarin werd mede
gedeeld dat het mogelijk is, dat voor 1
Juli de ioonen nog een wijziging zullen
kunnen ondergaan, een wijziging die dan
natuurlijk een verslechtering zou beteeke-
nen* zei spr.
Maar bij voorbaat komen wij op tegen
de vewnderstelling dat er van het loon
van het spoorwegpersoneel nog wel wat
af kan.
Wij' staan onverzettelijk afwijzend
tegenover nieuwe loonsverlaging. Boven
dien werd er in dit schrijven op gewezen
dat op 1 Januari a.s. het regl&ment dienst-
voorwaarden een herziening moet onder
gaan.
Nog andere verbeteringen heeft de Ver
eeniging op haar program staan.
We kunnen niet zeggen hoeveel mil
lioen dit alles zou kosten. Wij beschikken
niet over het materiaal om dit te bereke
nen, maar ook wij worden wel eens inge
licht over de bedrijfsresultaten. Onder
voorbehoud wilde spr. wel mededeelen, dat
de spoorwegen, die jarenlang met mil-
lioenen verliezen hebben 'gewerkt, in
het afgeloopen jaar de balans sluitend
gemaakt hebben en zelfs zou men meer
dan gewoonlijk hebben kunnen afschrij
ven.
Het Congres vereenigde zich met deze
houding.
Aan de memorie van antwoord over bo
vengenoemde wetsontwerpen ls het volgen
de ontleend:
Op grond van de overweging, dat deze
wetten zich zooveel mogelijk bij de burger
lijke pensioenwetten behooren aan te slui
ten, is in het bij de memorie gevoegde
gewijzigd wetsontwerp rekening gehouden
met de wijzigingen en aanvullingen, welke
tijdens de behandeling van het ontwerp tot
wijziging van de Pensioenwet 1922, in de
Tweede Kamer, daarin zijn aangebracht.
De regeering deelt niet de opvatting van
eenige leden, dat het voor een militair zeer
moeilijk, zoo niet onmogelijk is om na zijn
ontslag met uitgesteld pensioen een andere
betrekking te krijgen. Zelfs van hen, die
wegens langdurigen dienst op hoogen leef
tijd worden ontslagen, vinden zeer velen een
nieuwe bron.van bestaan.
Trouwens door hen, die na, het verelschte
aantal jaren dienst op verzoek worden ont
slagen, wordt thans een uitzicht op pensioen
verkregen, dat vóór dien niet bestond.
Alleen zullen zij, die wegens onbekwaam
heid of ongeschiktheid, dan wel wegens wei
gering van re-engagement den dienst moe
ten verlaten, geen aanspraak meer hebben
op een dadelijk ingaand of levenslang pen
sioen. Dit ls echter de noodzakelijke con
sequentie van het feit, dat dit .wachtgeld ver
vangend pensioen voortaan iet meer wordt
verleend;
'De regeering kan voorts in geenen deele
onderschrijven, dat een geringe tekortko^
ming of een omstandigheid, waarop de mili
tair geen invloed kan uitoefenen, oorzaak
kan rijn van zijn ontslag uit den dienst.
De consequentie van het vervallen van het
wachtgeld vervangend pensioen zal inder
daad' zijn, dat z|j, die in de eerste plaats voor
afvloeiing werden aangewezen derhalve
de minst geschikten niet in die mate de
gevolgen van de wetswijziging ondervinden
als zij die in dienst zijn gehandhaafd. In het
wetsontwerp tot wijziging van de Pensioen
wet 1922 z|jn op dit punt voor de in dienst
zijnde ambtenaren evenmin voorzieningen
getroffen.
Voor wat betreft de vraag, welk% plannen
er bij de regeering thans en bij aanneming
van het aanhangige ontwerp tot wijziging
der Dienstplichtwet inzake afvloeiing be
staan, wordt medegedeeld, dat er geen plan
nen bestaan -voor een massa-ontslag.
Worden de voorstellen betreffende het
vooroefeningsinstituut aangenomen, dan zal
het daarbij werkzaam zijnde beroepsperso-
neel, dat geleidelijk overcompleet mocht ko
men* in het gewone verloop'worden opge
nomen.
'Een spoedige regeling van de rechtspositie
voor de militairen van de landmacht kan nog
niet in uitzicht worden gesteld.
De door eenige leden uitgesproken wen-
schelijkheid om bij aanvaarding van het
voorstel tot de invoering van het uitgesteld
pensioen, ais tegenwicht de leeftijdsgrens,
genoemd in artikel 2 sub 4°. a. te stellen
op ten hoogste 45 jaar, kan niet worden be
aamd.
Aan het bezwaar door eenige leden uitge
sproken ten aanzien van hen, die na ontslag
met uitgesteld pensioen worden herplaatst
in een betrekking, waaraan slechts een ge
ring salaris verbonden is, is door een nieuw
artikel 23a tegemoet gekomen*
Het komt de regeering niet geraden voor
om de bepalingen betreffende vaststelling
van den pensioengrondslag voor de militai
ren op dezelfde w|jze te regélen als voor de
burgerlijke ambtenaren is geschied.
De bezwaren tegen het vervallen van het
bestaande art. 15 Pensioenwet landmacht
ingebracht, hebben aanleiding gegeven tot
nadere overweging; aangezien inderdaad ook
voor de toekomst toepassing van het artikel
niet is uitgesloten,'wordt het voorstel tot
schrapping niet teruggenomen.
De vrijgevigheid van het thans bestaande
stelsel ten aanzien van de herpensionneering
kan niet worden gehandhaafd. Er is geen
onbillijkheid in gelegen, de dienstjaren, die
reeds met pensioen zijn vergolden, ten aan
zien van het bedrag van een later tóe te ken
nen pensioen, buiten berekening te laten.
De regeering kan daarom niet toegeven aan
den aandrang om deze wijziging terug te
nemen en heeft geen aanleiding kunnen
vinden om in te gaan op den wensch, een
overgangsbepaling op te nemen ten gunste
van de vóór het tijdstip van inwerkingtre
ding der wet herplaatste militairen.
De datum van inwerkingtreding der wijzi
gingen is nader bepaald op 1 Juli 1925.
Het bovenstaande geldt ook voor het ont
werp tot wijziging der Pensioenwet Zee
macht.
Ook voor het ontwerp tot wijziging der
Militaire Weduwenwet 1922 wordt als datum
van ingang der wijzigingen nader voorge
steld 1 Juli 1925.
Nu de Tweede Kamer het voorstel om de
Olympische Spelen door een garantie van
een millioen te steunen* heeft verworpen,
ontstaat begrijpelijkerwijs in den boezem
van belanghebbenden spontaan de wensch
in ieder geval die Spelen in 1928 mogelijk te
maken en het waarborgfonds uit particuliere
bijdragen bijeen te brengen. En allerwegen
zijn of worden thans steunacties opgericht.
Het Kamerlid Boon, dat onmiddellijk na het
votum der Kamer vragen aan de Regeering
stelde, die wel ietwat voorbarig waren, (wij
hebben ze in ons vorig nummer medege
deeld), wordt door den Minister afgepoeierd
met de mededeeling, dat de Regeering op het
oogenblik geen enkele toezegging kan doen,
die haar zou hinden. Een eere-oomité om
de Olympische Spelen te doen doorgaan,
heeft zich gevormd; hierin hebben de Minis
ters van Buitenlandsche Zaken en Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, de voor
zitters van Eerste en Tweede Kamer, de
commissarissen der Koningin in Noord-Hol
land* Drente en Zeeland, de burgemeesters
van Rotterdam en 's-Gravenhage, alsmede
dr. Van Leeuwen* viee-president van den
Raad van Staten, zitting genomen.
De Nederlandsche Voetbalbond stelde een
bedrag van 10.000 beschikbaar en verschil
lende personen en corporaties deden reeds
toezeggingen voor bedragen of namen het
initiatief voor het laten circuleeren van lijs
ten. De Engelschen, het sportvolk b|j uit
nemendheid, zijn stom van verbazing over
het Nederlandsche parlement. Juist in En
geland heeft men ondervonden, dat met de
ontwikkeling der sport de volksgezondheid
toenam, dat speciaal het drankmisbruik
zeer verminderde, evenals trouwens in ons
land.
Ook de Fransche pers houdt zich met het
geval bezig. In de „Avenir" w|Jdt een
Fransch journalist eene beschouwing aan de
Olympische Spelen en wijst er op, dat kapi
tein Scharroo en kapitein Van Rossem op
het congres te Praag, dat 28 Mei geopend
wordt, met concrete voorstellen moeten ko
men. Er resten hun dus slechts twintig ds-
gen om het geld bijeen te brengen. Indien
I BfOOMOMacMj, AJ-PaiMt-eocmmm. M
JJ>.3 VANILLECRÈMEPUDDINQ
men niet slaagt, zullen de Spelen geenszins,
zooals verwacht werd, automatisch In Ame
rika worden gehouden (Los Angeles); het
Internationaal Olympisch Oomité beslist te
Praag. Voor de deelnemende landen zouden
hiermede hooge bedragen gemoeid z|jn. Een
athleet naar Amerika sturen kost op zijn
minst 20.000 francs en als Frankrijk in
Amerika even goed zou willen uitkomen alB
Amerika in 1924 te Parijs, zou daarmede het
bagatel van 7 millioen francs gemoeid zijn.
In ieder geval, begin Juni zal men moeten
weten of Nederland in staat is de opdracht
tem uitvoer te brengen en zoo niet, zal het
I.O.O. een andere plaats moeten aanwijzen:
Rome of Lausanne waarschijnlijk.
Verschillende der groote bladen heb
ben inschrijvingen opengesteld. Het Alg.
Handelsblad opende zelf met 5000.—.
Het ergerlijke geval van hét vergeten
schoolkind houdt begrijpelijkerwijs de bla
den nogal bezig. Dichterlijk aangelegde jour
nalisten hebben het in rijm bezongen; an
deren weder namen het diep-ernstig op en
wijdden er beschouwingen aan. Het Kamer
lid Henri ter Hall stelde er de, wel ietwat
dwaze vraag over, of de regeering maar niet
de straf van schoolblijven geheel wilde af
schaffen. Deze vraag gaf de redactie van
„De Telegraaf" aanleiding een enquête ln
te stellen omtrent de meening van deskun
digen over dit tuchtmiddel der school. De
antwoorden, die zij van de onderwjjs-deskun-
digen ontving, zijn dikwijls zeer interessant.
De heer F. L. Ossendorp, voorzitter van
den Bond van Ne4 Onderwijzers, ofschoon
vooropstellende, dat het feit van het verge
ten van een kind In school op zichzelf na
tuurlijk zeer ernstig is, noemde de vraag van
den heer Ter Hall dwaas en ongemotiveerd.
Geen enkele minister kan voorkomen* dat
onderwijzers en onderwijzeressen, als gewo
ne menschen nu en dan fouten maken, en
men kan van hoogerhand geen bepalingen
maken om dergelijke fouten niet meer te
doen plaats hebben. Bovendien geldt het
hier een uitzonderingsgeval, dat geen reden
oplevert er drukte over te maken. De heer
KL de Vries, de voorzitter van Volksonder
wijs, is zeer tegen de straf van schoolblij
ven, die een der akeligste tuchtmiddelen der
school is, en die hij uiterst zelden wil toe
gepast zien. Staatspaedagogiek achtte h|j uit
den booze, Ifet beste was, wanneer het on
derwijzend personeel van een juiste toepas
sing der schoolbljjfstraf doordrongen werd.
De voorzitter van het Ned. Onderwijzersge
nootschap, de heer Bon, vond de vragen van
den heer Ter Hall „wel wat mal". Nableven
is bovendien niet altijd een straf; dikwijls
moet een kind om bfj te blijven nog wat
extra werk verrichten of na schooltijd wor
den geholpen; Afschaffing van de straf van
overheidswege achtte de heer Bon niet waar
schijnlijk. De voorzitter van den Centralen
Ouderraad te Amsterdam, de heer H. de
Vries Mz„ zou afschaffing van deze straf
onverstandig vinden. Er maf op school niet
geslagen worden en het kind weet dit zeer
goed. Als het nu ook zou weten, dat het niet
meer mag nagehouden worden, zou dat ern
stig de tucht op school ondermijnen, meende
deze heer. Op ouderavonden had hij vaak
kunnen merken, dat de ouders de voorkeur
gaven aan het schoolblijven der kinderen
boven het schrijven van een massa straf
regels thuis.
Het blad haalt tenslotte de woorden aan
van den bekenden schrijver Thljssen, die de
kwestie van het schoolblijven behandelt in
zijn roman van een klas, die ln „School en
Huis" verschijnt. Het is met dat schoolblij
ven maar de kwestie hoe het voorgesteld
wordt; zegt de onderwijzer tegen het kind:
..j|j mag vanmiddag nog wel eveq, blijven",
dan glundert het van genoegen; zegt h|J:
„j|j moet vanmiddag blijven", dan is dat een
vonnis. Allee hangt in deze af van de per
soon van d$n onderwijzer en de wijze waarop
h|j een straf toepast. Maar de vraag van den
heer Ter Hall, om voor een onderwijzeres,
die haar plicht niet nakwam, de onder-cura-
teele-stelling van het geheele onderwflzers-
oorps te verlangen, is, zegt het blad elders,
op zichzelf een gevaar, en een Temedie erger
dan de kwaal. Omdat er één mensch stal,
stelt men toch niet voor het geld af te schaf
fen, omdat er één ongeluk plaats had, gaat
men het auutomobilisme niet uitroeien!
8CHAGEN.
Het Electrisch net wordt over Noord-
Holland al meer en meer uitgebreid.
Maandag 4 Mei is men in de gemeente
Harencarspelbegonnen metde uitbreiding,
die 6400 M. zal bedragen. Op het hoog
spanningsgebouw te Dirkshorn worden
aangesloten; De Voorpolder, Oosterdijk
en Dirkshorn west. Op hethoogspannings-
gebouw, dat gebouwd worden te Tuitje-
hom, worden aangesloten; Kalverdijk,
Sy heihuizen, Tuitjehorn en Kerkebuurt
of Harencarspel. Het vfrordt grootendeels
ondergronds uitgevoerd.
JULIANADORP.
Het mond- en klauwzeer, dat
reeds weer in- verschillende gemeenten
van Hollands noordpunt heerscht, heeft
in het Koegras ook z]jn intrede gedaan
en wel onder het vee van den heer J. de
G. aan de Callantsoogervaart.
Maandagmorgen trof den werkman J.
M„ een ernstig ongeluk. Bezig zijnde
met mestrijden, is het paard, waarmede
hij werkzaam was, op hol geslagen en is
daardoor zoodanig aan het hoofd gewond
geraakt, dat toen dr. Oterdoom ter plaat
se kwam en een verband gelegd had, het
noodig oordeelde hem in het ziekenhuis
te doen opnemen, waaraan onmlddeHJk
gevolg werd gegeven.