VOOR DE KINDEREN VOOR DE VROUWEN. m VAN 'S LEVENS WIJSGEERIGEN KANT x HET MONSTEB VAN DEN TWIJFEL. Arbeiden niet vertwijfelen. (Th. Oarlyle). Twfffel maakt niet alleen kleinmoedig, imaar verlamt onze beste krachten. HIJ omringt ons als met een zwaren mist, die ons belet lichtpunten In de toekomst te zien. Ongemerkt sluipt hU binnen en er ls geen deur, die men voor hem grendelen kan. Er bestaat slechts dén mlddbl om hem zoo al niet voor goed te verdreven, dan toch op een afstand te houden. Dat middel ls actie arbeidl Dat ls het middel, waarop de moedige denker en strijder Thomas Oarlyle gewe zen heeft.Arbeiden! We zijn zoo vatbaar voor twijfel op alle gebied. We hebben b.v. iets goeds en ots ondernomen, In dé overtuiging, at heit mogelijk zal zijn het tot een einde te brengen. Maar de weg ls en voert langs kronkelpaden.De be zwaren zjjn grooter, dan we ons hadden voorgesteld. Als we nu gaan twijfelen, zijn we ver loren. Heel veel beter is het nu stil voort te gaan met het werk en onwrikbaar te blijven goloovon aan de eiindelijke zege praal Of b.v.: De ziekte ls ons huls binnen gedrongen en wij gaan twijfelen aan het Herstel vnn een dierbare kranke. Is het dan zelfs al ls onze twijfel gerechtvaar digd de boste troost voor ons zelf om door te gaan het lijden te verzachten zoo veel we runnen, de zieke te omringen met onze werkzame zorg, niet onze dragende Liefde? Niet alleen dan voor 3e kranke, maar ook voor ons zelf ls de arbeid dan do grootste zegening te midden der beproe ving. tornt het soms voor,, dat we zfln gaan twijfelen aan eigen kracht, aan eigvn békwaamhold. Laat ons dan voet bij stuk houden. Al arbeidende komen we ver der nieuwo krachten worden gewon nen, oude worden versterkt,» nieuwe erva ring komt onze zwakheid te hulp. Maar toch alle goede woorden ten spijt er'is een twij fel, die pijnlijker ls dan alle anderen en die meer verlammend werkt dan wat ook! Het ls de twijfel aan de beteekenis van ons leven, aan het wer kelijke doel van ons bestaan! Die twijfel heeft reeds menige veelbe lovende bloem geknakt, monigen strijder de wapenen rilt de hand geslagen. En In derdaad het kan er somber en troostloos uitzien om ons heen. Het ls ons wel eens te moede of we doelloos worden voort- geslingerd op onzen levensweg. Er is zooveel dat we niet begrijpen. Hen die we onmtóbaar wanen, worden van ons weggerukt en anderen, in ons oog nutteloos, blijven eindeloos toeven. We zien de eerlijkheid en do onschuld nameloos lijden, de zonde met aardsohe rijkdommen gezegend. We zien boos BABBELUURTJE OVER MODE. geweld en wraakzucht tieren en woekeren. De zwakkere blijft onbeschermd de hulpelooze onverdedigd! En waarom dit alles? Die vraag blijft meestentijds onbeant woord. En toch geldt ook voor deze macht één mlddeL Het middel van de daad. Ook in dit geval moeten we arbeiden en wel ln de eerste plaats aan onszelf! We moeten trachten op den stijgenden weg te komen. Het besef, de vreugde van vooruit te gaan van te 'groeien en te bloeien, doet ons gelooven, dat al weten we niet dadelijk waarheen we gaan de weg tot een einddoel leiden moet! Dat ls het, wat we ten opzichte Van deze twijfelsoorten moeten betrachten. Geloof in den stijgenden weg. Want een oude dichter zei: ZU, die stijgen, twtjflen niet, Twljf len niet aan 't doel .van t leven, Twljflen niet aan *t eind' der baar. Want het antwoord ls gegeven Door hun eigen opwaarts gaan..1 Opwaarts gaan! Dat ls het eenlge middel om aan den twijfel van den tegenwoordigen tijd te ontkomen. Hij die meent, dat dit een echt zelfzuchtig standpunt is, heeft het of niet goed begrepen of er niet goed bij nagedacht Want als we omhoog gaan, dan gaat niet alleen onze kennis en onze ontwikke- 'ling omhoog, maar tegelijk ons lévens- begrip en daarmee onze liefde! We kunnen niet stijgen zonder dat te gelijk ons hart zich verruimt En als ons hart wordt verruimd, wordt ons Inzicht ten opzichte van onze medemanschen verhoogd en veredeld. En dat ls Juist het eenig noodige om allen twijfel het zwjjgen op te leggen. Uit een recratenbrlef. ....En ne.... lieve bet tot an nou an toe heb ik al alle naohte van je ge droomd zoolang as Ik al ln de militeere dienst bln en dat ls nou al zoowat ze ventien dagen met de dag van opkomme derbij genoteerd en al de nachte in de kaïorne heb ik nou al van je gedroomd, behalve verleje zaterdagnacht toen mocht ik niet van de kompiesoomman- dant.... want toen had ik de wacht en toen most ik natuurlijk wakker blijve.... De vest- of overhemd-blouse. 't Is wakker geworden bij de lezeressen of misschien zeg ik juister: ls weer op nieuw opgewekt de lust tot het peute ren in en met draadjes, om te verkregen de liefste, de mooiste, de fijnste steekjea en opennaadjes die denkbaar zijn. Het is zoo'n genot, om in een overgehouden rus tig middag- of avonduurtje ln tuin of ka mer met een ragfijn orêpe-de-ohlnetje in handen te zitten., en maar te toov*ren, te toov'ren steekjes en naadjes, lederen keer een stukje vorderend. Al die rustige handwerkuurtjes bij elkaar, leveren een aardig stukje handwerk. Zoodoende kan men voor weinig geld iets moois bekomen, waarvoor men, Indien het klaar gekocht wordt, heel wat guldens moet neertellen. Terwijl men nu juist daarbij nog de ge dachte heeft, zooiets moois zelf vervaar digd te hebben. Met des te meer trots dragen w]j de zelf gemaakte blouse on der ons beste mantelpak. Ziehier, een kerncollectie van de aller schoonste modellen. Hier ls ajour-werk en hier is borduurwerk. Het is maar voor 't kiezen. Ze zijn allen mooi en ze zijn allen met een beetje handigheid en goeden wil heel goed zelf te maken. Mooht dit zelf maken eohter niet zoo licht gaan, het ajour- en borduurwerk zal u toch niet al te zwaar vallen. De eerste en bovenste blouse heeft een recht ingezet deel, waarin blokjes en randjes geajourd zjjn; terwijl daaroverheen (wat eigenlijk zonde is, nietwaar?) nog een geplisseerde jabot ls aangebraoht. De tweede blouse heeft een, tot ver over de taille reikend Pa Vlnk'fl ontvangtoestel Duizendmaal is ovérdreven, maar bijna zooveel malen had Vink zijn vrouw ge vraagd, een Radio-ontvangtoestel te mo gen bouwen. Doch het werd hem halsstarrig gewei gerd, zij gevoelde niets voor die rommel, en uitgepraat was hij.... Bijna had hij het opgegeven, dooh een trouw huisvriend gal hem een goede raad, en die werd door vrouwlief niet in den wind geslagen. N.l. vriend Bertus, be weerde dat je met zoo'n ding schatten kon verdienen. Pa Vink had er geen cent ver stand van, doch Bertus maakte het piek fijn in orde. „Zie zoo, Vink, jij hebt een pracht-ln- stallatie," zeide hij, na de laatste hand er aan gelegd te hebben,-„en niemand be hoeft te weten dat je het niet zelf gedaan heb." „Dank je wel Bert, dank je wel jongen," en Vink liet twee, zoo zuinig opgespaar de tientjes in Bert's hand achter. „Niets te danken hoor! Weet je nu wel alles Vink? Voorzichtig inschakelen, wil ik het nog eens zeggen." „Nee, nee, dank je wel Bert, as. Zon dagmiddag geef ik het eerste concert, dan ben je toch zeker van de partij hè?" „Nou, natuurlijk," verklaurde Bert, „tot Zondag hoorl" „Bonsoirl" Pa Vonk wreef zich vergenoegd de handen. vest in groepjes van fijne plooitjes ge stikt In de blouse zelf worden aan weerskan ten keurige randen geajourd, welke zich langs de ronde lijn in een enkel simpel lijntje voortzet Het keurige „Clandine-kraagje" vormt een moderne afsluiting aan de hals. De derde blouse heeft één opengesla gen rever, die gevoerd ls met andere kleur dan die van de blouse. Van die- zelfdo kleur is ook het vest gemaakt wat op zijn beurt weer geborduurd is met de kleur der blouse. De vierde blouse heeft een evenzoo diep uitgesneden vest als blouse no. 2. Dit is op beeldige wjjze geajourd en met een steelsteekje geborduurd. Om dit handwerk goed te kunnen doen, moet men de crêpe de chine schuin nemen, zoodat men de schuingeplaatste ruiten op de rechte draad kan uithalen en ajouren. Het vijfde model geeft een wit organ- die vest te zien, hetgeen geborduurd is met zwart, (geel, oranje, groen of bleu is natuurlijk ook mooi). Het driedubbele kraagje is dan evenzoo met zwart gebiesd. Het zesde portretje vertoont „maar" een eenvoudige blouse, het voorpand in fijne plooitjes gestikt van witte batist De clou van de blouse is echter de das, die van haakzijde ln „duizend" kleurtjes gehaakt ls zóó, dat men fijne vierkantje hokjes krijgt, als van een filét-netje, (één stokje, 2 lossen, één stokje, 2 lossen etc.) Eindelijk was het er door. Hoe lang was dat al in de pen geweest? Zijn vrouw ook met haar rommel Toen hij zei, het voor geld te gaan dopn, en al leen maar de zolderkamer noodlg had, was het goed geweest En Zondag. Den volgenden dag beslopt Pa Vink eenlge programma's voor het a.s. ooncert te laten drukken. Je kon nooit weten; er stond op: Groot Radio-oonoert, Bij P. Vink. Tevens op verzoek dansen. Entfée 80 cent Zie zoo, nu een voor t' raam geplakt en vanmiddag bij buren en kennissen vra gen. Vink had reuze suocei. Iedereen wilde eens een Radio-concert hooren, en Vink verkocht 28 programmes. Als ze er nu maar allemaal in kunnen, dacht hij met sohrik. Enfin, de oude, lui maar in de kamer en de danslustigen 09 den zolder, die was groot genoeg. Eindelijk Zondag.' Ma Vink liep zenuwachtig de trap op en af, het publiek hun plaatsen te wijzen, en pa Vink strooide kaarsvet op den zol der om te dansen. Ook Bertus verscheen, keurig uitge dost in z'n Zondagsche pak, glimmend van genoegen bij de gedachte, dat dit al les door hem vervaardigd was. Pa Vink hield zenuwachtig een kleine toespraak en wenschte het publiek een gezelligen middag. Toen keerde hij zich naar zjjn toestel en schakelde in. Maar wat was dat? Niets totaal niets te hooren. Zenuwachtig zette hij de koptele foon op en draaide de lampen aan en uit. Wel genereeren, maar verder geen ge luid te bekennen. 't Was of z'n hart stil stond, angstig zochten z'n oogen Bert, die intuaschen al naderbij gekomen was. „Wat is er aan de hand, Vink?" .,Ik weet het niet," stamelde Vink. „Kijk jij eens Bert. En Bert keek, en Vink keek en Ma Vink keek en het publiek keek, dooh al les tevergeefs, en eenigp oogenblikken later verliet het teleurgestelde publiek Vink's huis, ieder met z'n 80 ot in de hand Vink zat hevig verslagen terneer. Bertus probeerde hem te troosten, ter wijl ma Vink al krijschend rondliep en brulde: „Ik wist het wel, dat je er niets van te recht zou brengen, al die rommel voor niets hé?" „Vooruit, ga naar beneden en wasch je handen." Vink strompelde de trap af, nog nooit had hij zich ongelukkig gevoeld. In de keuken gekomen hield hij zijn hoofd eenigen tijd onder de kraan; hè, daar kwam-le van bij. Nu z'n landen.Maar wat was dat? Waar was de aardleiding, die had hU toch zelf aan de kraan bevestigd? Als de wind Ijlde hij de trap op, „Marie, Marie, waar is die draad, die aan de kraan zat?" „O, die heb Ik aan dat schilderijtje bo ven de deur gedaan, ik heb je toch ge zegd, dat lk er geen rommel van wou heb ben. 'tls wat moois, zoo'n vleze kromme draad aan mijn keurig gepoetste kraan".. Toen viel Vink op een stoel neer, en Bert naast hem. „Hoeral wij hebben het gevonden!" En des avonds ging het concert door en er werd gedanst tot de laatste muzieknoot zich had lnten hooren. Den volgenden Zondag had Vink 60 toehoorders. Toen deed hij zijn toestel naar een zaaltje ln de buurt verhuizen, waar het tot nu toe oen lust ls heen te gaan. Ma Vink kwam nooit meer aan „dlo vleze kromme draad". TRUUS. V erkeer* begrepen. Professor (tijdens het examen een stu dent op de hartstreek wijzend): Waar kom ik terecht, mijn heer, als ik daar in steek? Student: In de gevangenis, professor. Vergeetachtig. Professor (lezend op de spijskaart): Haas met rooie kool.. Zeg kellner, kun jij je misschien herinneren of lk daarvan houd?.... Dat stonte zusje. O, ma, riep kleine Jaap verontwaar digd, die Lize huilt altijd en eeuwig. Nou huilt ze omdat ik mijn eigen koek op eet. Ma: En is haar eigen koek dan al op? Jaap: Ja enne.... toe ik die opat huilde ze ook al Onder vriendinnen. Betty: Nmi lk hoop maar dat ik me nu eens goed zal amuseeren op het ge maskerde bal.... Bella: Wel waarom niet, zeg.... Je hebt dezelfde kansen als wij allemaal We hebben toch allemaal maskers voorl Het resultaat Als je vrouw nou zoo voortdurend uitweidt over de buitengewone deugden van haar eerste man wat doe jij dan? Dan benijd ik hem.... De Patiënt Het beste ls zeide de dokter dat je in t' gehbel geen whiskey drinkt zoo lang je ziek bent maar wil je het met alle geweld, dan moet je er toch in ieder geval warm water bij doen. Maar hoe zal ik aan water komen? vroeg de patiënt op klagenden toon mijn vrouw wil nooit dat ik whiskey drink.... - Nou sprak de dokter zeg haar dan b.v. dat je je wilt schoren of zoo.. Daarna ging hij weg. Maar toen hij twee dagen later terugkwam, nam de vrouw van den patiënt hem terzijde en sprak angstig: Ik geloof dat mijn man gek gewor den is, dokter.... Hjj scheert z'n eigen om de tien minuten.... Het omgekeerde. 'A.: Het ls vaak 'n heele toer om een patiënt in het leven te houden tot er een dokter komt. B. (jong arts zonder praktijk): Het is dikwijls nog moeilijker om een dokter zoolang in het leven te houden tot er een patiënt komt. HOE ELFJE „STEEDS VERDRIET" GENAS. Ze werd „Steeds verdriet" genoemd en je begrijpt natuurlijk wel waarom. Dat was omdat ze dadelijk haar tranen klaas had voor iedere kleinigheid, die haar niet aan stond. En dat was voor een elfje al heel ongewoon. Op zekeren dag huilde „Steeds Ven. driet" weer, omdat ze een vliegje had ge vonden in haar kopje dauw en nu meem. de, dat haar morgendrank bedorven was. „Doe toch niet zoo dwaas alsof je een tnenschenbaby bent," zei elf „Rozengeur" die met „Steeds Verdriet" in dezelfde ro-' zenstruik woonde. Maar „Steeds Verdriet* snikte onafgebroken door en eindelijk verloor „Rozengeur" haar geduld en zei: „Ik ga weg hoorl Dat gehuil begint me té vervelen!" En daar vloog ze al heem „O, 00, boeoe, 00!!" Nee, dat was niet „Steeds Verdriet", die zoo'n vreeeelijk mi», baar maakte, maar een ikleine mensohen- jongen, die in het gras onder den rozen- struik zat „Steeds Vordrlet" hield op met huilen om eens naar dien bedroefden kleinen baas te kijken. „O, wat vreeseMf» dacht ze. „Wat een leeljjk gezicht! En waf een geluld. HU lijkt wel op een nijlpaard.0 „Mammie, mammie! Oo, 00!* huilde het jongentje. „Hier ben ik al, lieveling," riep een stem. En daar kwam Moeder hard aan- loopen en even later hield ze den kleinen jongen in haar armen. „Ik d-d-dacht, dat u w-w-weg was!* snikte hU nog. Moeder kuste zijn tranen weg en zei: .Je moet nooit weer alleen gaan wande- len, hoor. Mammie was zoo ongerust!* „N-nee, mamma," zei de jongen. ..Huil nu maar niet meer," vervolgde Moedor. ,Je zult alle bloemetjes ver schrikt hebben met je gehuil" „Hullen elfjes dan nooit?" vroeg heit jongetje. „Nee, nooit", antwoordde Moeder. „Kom vent, nu gaan we gauw naar huls!" De traantjes waren gedroogd en het kleine gezichtje straalde al weer, zoodat het elfje „Steeds Verdriet" dacht: „O, wat een snoezig jongetje ls dat Hoe kon ik toch donken, dat hU net een nijlpaard leek? Kwam dat misschien omdat hij eerst huilde? Zou huilen Iemands gezicht dan zóó leelijk maken? Zoo komt het zeker, dat niemand van me houdt!" Panr hoorde ..Steeds Verdrl-t" een fljn lachje en omkijkend zag ze, dat „Rozen geur" teruggekomen was. „Ba. ben je terug getomen!" riep Steeds Verdriet uit „O, lieve Rozengeur, Ik zal nooit meer hullen. Ik zag een kleine jongen, die wel een nijlpaard leek, toen hU huilde. En de menschen denken vast dat wij elfen nooit huilen. Ik wou, dat lk het niet kon!" „Als Je het maar een paar dagen nle( doet, dan kan je hel; al gauw niet meer," antwoordde Rozengeur. En al gauw werd „Steeds VerdrietV naam veranderd ln „Zongezichtje". En o, wat was het kleine elfje daar trotsch op! Oplossingen der vorige raadsels. L H h s k emmer H s m b u r g fluit arm 0 II- Baai haai saai taal N.B. In dit raadsel stond een drukfout De zetter heeft vink gezet terwijl het vtach moest wezen! gelukkig hebben de meesten het wel begrepen. Hl. Een onderwijzer. N.B. Telkens komen er klachten over geen naam in de krant terwijl toch goede oplos singen waren ingezonden. Denk jullie er aan, dat je de oplossingen vóór Woensdag avond. zes uur ingezonden moet hebben? Goede oplossingen van 'belde raadsels ont vangen van: H. J. en B. A.; G. en J. B.; A. J. B.; J. P. B.; A. de B.; B. B.; M. B.; R. v. B.; O. B.; J. O.; A. en H. D.; D. en V. D.; A. E.} O. v. d. E.; M. F.; A. v. G.; P. 8. E. G.; J. H.; G. H.; O. de H.; J. K.; O. K.; P. L.; N. en M. M.; M. M.; F. G. v. P.; A. H. P.; P. en E. P.; P. J. R.; O. R.; A. R.; M. G. R.; J. S.; J. A. 8.; 8. en A. 8.; M. 8.; O. en L. V.; R. V.; E. W.; J. M. v. W.; T. v. Z. Nieuwe raadsels. A X X X Op de le rij komt een medeklinker; op de 2e rjj een hoofddeksel; op de 8e rij een vuur wapen; op de 4e rij iets, dat men in elk schoollokaal vindt; op de 6e rij iets op een gooien; op de 6e rij een ander woord voor zinnebeeldig (b.v. in een optocht); op de 7e rij rondbrenger van een nieuwsblad; op de 8e r|j het bedoelde woord; op de 9e rij afzonderlijk onderricht; op de 10e rij het tegenovergestelde van practisch; op de 11e rij een vruchtboom; op de 12e rij1 ©en land; op de 18e rij een klein soort visch; op de 14e rij nauw; op de 16e rij een medeklinker. H. Wat staat hier? d-d^r-a-H -e-e-tnl-s. Deze raadsels samen geven den naam van Iets, dat voor onze stad van veel belang 1». (Belde raadsels zjjn ingezonden door Annle Komijn) B. Mme Corry. RAADSELS.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 4