Ti KWINKSLAGEN I VOOR DE KINDEREN al een heel groote en zorgzame en vol leerde huisvrouw was. - Maar ze was weinig vertrouwd met de horticultuur en ze was erg bang om een zot Tiiguur te slaan tegenover haar man. Steken zei h|j asperges steken. Ze was 'n turf als ze begreep hoe dat eigenlijk moest gaan. Toen had ze ineens *n idee. Ik weet er wat op, Edi •*- riep ze opgetogen uit En ze wns enthousiast, dat ze een middeltje had gevonden om van het steken af te komen. We zullen met z*n tweeën gaan. JIJ steekt ze van den bóom af en ik hou de ladder vast Dan kun je ze zoo naar beneden gooien en 'dan vang ik ze op in m'n hulshoudsahort Hoe vin' je dat? LIEFDE OP HET EERSTE GEZICHT. (Van haar of van 'de rekening.) Hij zag haar op het bankkantoor, Men stelde haar ter hand' Met buiging en beleefd gebaar: Haar rekening-oourant Zij nam het stuk, ging wat terzij En in helt held're Écht Keek zij heel even in het stuk En deed het toen weer dicht Hij had gekeken zonder erg, Maar toch zag hij al ras,. Dat haar eindcijfer 'n getal Van vijf, zee cijfers was. Nu -Is hij el met haar verloofd, Z'ls machtig in haar schik. Want ze weet vast: Haar jongen werd Verliefd op d'eersten Wik! Hel ontstaan van aardbevingen. Nog op school leerden wij, dat de aarde bestond uit een buitenste verharde korst welker binnenste grootendeels in vloei baren toestand verkeerde. De vuurspu wende bergen waren daarvan, meende men, een bewijs. Latere taxaties schat ten de dikte van die aardkorst op onge veer dertienhonderd kilometer. Bewijs voor een en ander had men evenwel niet; het feit dat de temperatuur in het in wendige der aarde toenam, leidde tot de conclusie, dat daar een vloeibare massa zou moeten zijn. Nadat men nauwkeurig het verschijn sel van het getij begon te bestudeeren moest allengs dit denkbeeld worden prijs gegeven. De getijden hebben alleen in vloed op het vloeibare deel van de aarde, ln oasu den oceaan (de rivieren behooren niet tot het vloeibare deel der aarde). De rest van de aarde moet buitenge woon hard zijn, anders toch zouden de krachten van het getij ook daarop hun in vloed doen gelden, en de geheele aarde zou eb en vloed vertoonen in plaats van de plaatsen aan de oppervlakte der aarde, die thans door de oceanen worden inge nomen. Deze eb on vloed zijn inderdaad zeer merkwaardig. Als de geheele aarde mee-' gaf, zouden wij van eb en vloed niets be merken omdat wij dan zelf mee zouden rijzen of dalen. Als Blechts de aardkorst hard was, zou te eenlger tijd de korst bar sten en naar binnen zakken; de vloeistof zou aan de oppervlakte 'komen. De harde aardkorst zou in de gesmolten massa zin ken, dus de aarde zou onbewoonbaar zijn. Wellicht hebben zich, in een zeer vroe ge periode der aardgesohiedenis deze ver schijnselen voorgedaan, maar eerst toen dit proces geëindigd was en de korsten, die bij afkoeling ontstonden, achtereen volgens ingevallen waren totdat de aarde hard was geworden, eerst toen kon er leven ontstaan op de aarde. De opper vlakte kon voldoende afkoelen om het water in staat te stellen zioh te verzame len, en levende wezens van lage orde kon den verschijnen. Sedert is de afkoeling tot op heden voortgegaan. Vulkanen en heete bronnen werden daarom besohouwd als echte uitbarstingen van de bovenste aardbedekklng, plaatselijke holten, waar groote hitte heersohte. Dat de aarde in wendig zeer heet is, staat wel vast, maar men twijfelt er thans aan of dat inwen dige inderdaad vloeibaar is. Wel kan het een taaie deegmassa zijn. Dat men hierbij gedacht heeft aan een soort stof als pek, heeft de volgende oorzaken. Als pek koud is, is het als een broos vast lichaam; het kan met een hamer stuk geslagen worden, het geeft niet mee bij een gewonen druk, die er op uitge oefend wordt Men heeft echter ontdekt, dat zoo zelfs een zwakke druk maanden achtereen er' op wordt aangewend, het onder dien druk zeer langzaam meegeeft op dezelfde wijze als een vloeistof dat vlug doet. Een vloeistof neemt den vorm aan van het voorwerp, waarin hei gegoten wordt en spreidt zioh vlak uit onder haar gewicht Zoo doet pek ook, hoe koud het ook is, maar verscheiden jaren verloopen, voordat dit prooes voltooid is. Nu is er het als bazalt bekende bouwmateriaal, dat veel voorkomt in de diepe aardkorst en deze steensoort kan onder hooge temperatuur vervormd worden evenals pek en zegel lak, lang vóórdat ze smelt Ze trekt zioh samen als ze in vasten toestand overgaat, een groote druk, die er op uitgeoefend wordt, zou ze dus vast doen worden en het smelten tegenhouden. Ze zou niet met de krachten van de getijden medegeven; deze toch houden sleohts enkele uren aan; ze zou echter buigen voor krach- ton, die onveranderlijk honderden of dui zenden jaren hun werk verrichten. De moderne beschouwing nu omtrent de aardkorst is, dat er op een bepaalde aanzienlijke diepte over -een uitgestrekt terrein een ophooping van dit vervorm baar materiaal aanwezig is, vast en niet soepel voor gewone invloeden; het geeft echter langzaam mee, bij het werken van krachten die zeer lang aanhouden. Men veronderstelt, dat de vastelanden drijven in een zee van pek, schijnbaar vast en stevig genoeg en tooh onder den Invloed van langzame en regelmatige be wegingen. Enkele deelen zouden daarbij rijzen, andere dalen, en men weet nu, dat deze langzame verandering steeds door gaat In Engeland zijn aldus sommige deelen van de kust aan het rijzen, de zee trekt zioh daar terug. Aan andere deelen van de kust daarentegen dringt de zee binnen of is bet land aan het dalen. Wat een dergelijke werking beteekent voor een uitgestrekt vasteland als bijvoor beeld Amerika, willen wij den lezer trach ten uiteen te zetten. Nemen wij Zuid- Amerika, dat drijvend in evenwicht is, met een hooge rij bergen, de Andes, aan de Westkust en de groote riviervlakten van Brazilië en Argentinië in bet Oos ten. De rivieren gaan' voort stoffen van de bergen naar zee te dragen, en bren gen daardoor, hoewel uiterst langzaam, storing in het evenwicht. Het gevolg zal zijn, dat de Oostzijde langzaam zal zinken de Westzijde langzaam zal rijzen, hetgeen dus op den duur een geheele omwenteling van het continent zal veroorzaken. Welke gevolgtrekking kunnen we hier uit maken? Klaarblijkelijk moet een groo te kraoht drukken op de stevige stoffen van het vasteland, vooral aan de randen. Het scheef worden van een zoo enorme massa moet gepaard gaan met plotselinge breuken en de vorming van hellingen. Vandaar dat de kust ln do nabijheid van oen bergreeks waarschijnlijk meer onder hevig is aan aardbevingen dan eenig deel eener vjakte. Een verdere hypothese is geopperd door prof. Wegener on in de wetenschap als de hypothese-Wegener bekend. Deze komt neer op het volgende: De maan wordt besohouwd in een vóór historisch tijdperk van de aarde te zijn losgerukt; het b|j de afscheiding over gebleven „lltteeken" Is thans de Btllle Ooeaan genaamd. In dit zeer vroege tijd perk was op aarde geen vloeibaar water on geen atmosfeer, zoodat zl) ln niets ge leek op onze tegenwoordige planeet Lan gen tijd daarna is dit lltteeken dieper ge worden en, toen.er water kon ontstaan op de planeet, heeft zich dat aldaar verza meld. Op het tegenovergestelde halfrond heeft zich daarentegen het land verheven. De vaste stof had neiging te vallen en de holte te vullen, een groote drijvende massa land is losgescheurd en een deel daarvan saheidde zioh af en dreeef weg van de rest De vorm van Amerika ziet er iiit alsof het eenmaal aan Afrika en Europa paste en men vermoedt dat het eens deel uitmaakte van het groote vaste land. Er zjjn eohter stuwende kraohten, ge deeltelijk veroorzaakt door de wentelende beweging der aarde, die een losgemaakte massa huid, welke van de rest gesoheiden Is door een of anderen hevlgen schok, voortdrijven en wel naar het Westen, in oen richting, tegengesteld aan de draaiing der aarde. En zoo zou de massa, in den loop der eeuwen van plaats zijn veran derd, de tusschenrulmten vulden zioh met water en de Atlantische Oceaan ontstond. Het voortgestuwde continent zou opge duwd zijn aan den kant, die vooruitschoof, waardoor de Rotsgebergten en de Andes zijn gevormd; De Oostelijke zijde der aar de was daarentegen niet aan dezelfde stu wende kraoht onderhevig geweest, die scheuring teweegbracht; daar echter zou een steile helling in de holte zijn; d.w.z. de landen zouden zioh daar aan den rand van een afgrond bevinden. Dit moest on vermijdelijk leiden tot een afbrokkeling en het instorten van enkele deelen der aipxlkorst. Japan nu is bij zoo'n afgrond gele gen. Het land stort zich steil neer in de diepte van den Stillen Ooeaan; de Philip- pijnen liggen aan den rand va» een an dere diepe kloof. Dit verklaart dus de vele aardbevingen, waaraan deze landen onderhevig zijn. De helling aan de West kust van Amerika is minder steil; San Franoisoo is evenwel, men zal zioh dit herinneren, ook door aardbevingen ver woest. Zelfs een geringe trilling in den bodem zet zioh ver in het gesteente voort, en dat verklaart de groote verwoestingen. Ib den ooeaan ls, door de grootere be wegelijkheid van heit water, de trilling nog veel sterker. Men begrijpt, het bovenstaande ls sleohts een theorie, /een veronderstelling. De wetenschap, die tracht een oplossing te vinden van de geheimen der natuur, kan niet meer doen dan veronderstellin gen maken, theorieën opstellen. Zoolang deze dan niet door nieuwe ervaringen te niet zjjn gedaan, kunnen ze als basis voor verdere studie en onderzoek worden ge bezigd. De bovenstaande verklaring van den hoogleeraar Wegener lijkt zeer aan nemelijk. Heel merkwaardig is het wel, dat de aarde nog zoo stabiel is en ook be woonbaar. Maar telkens al worden we op geschrikt door een van die groote natuur rampen, die voor de menschheid zulke ontzettende gevolgen heeft En hoe gering zijn zij niet in vergelijking met het heelal! Pel worden we door dergelijke feiten overtuigt van onze eigen nietigheid I Echtelijke beeldspraak. Hij: Waarom draag je toch op Je hoofd het haar van een andere vrouw? Zij: Waarom draag jij aan je handen de huid van een anderen ezel? Jantje (In den kruidenierswinkel): Me neer, een ons gatenkaas, dikke plakken en hoog opgestapeld, want we krijgen visite! LIEDJE VAN DE WEEK. DE MODERNE OHAPERONNEÜB. Zij rijdt met m|j naar 't feestoonoert En naar het jaariljksch Bal. Waar zij naar toe gaat kom ik ook, Ik breng haar overal Ik ben .er als ze wandlen gaat Of koopjes doen in stad. Ik breng haar 's avonds laat naar huis, Zjj ls mij nimmer zat Vaak als ze met mij samen gaat Draagt zij haar mooist toilet, En nooit zag men een liever vrouw, Zelfs op geen filmportret Haar oogeni zjjn vol zon en glans, Bfj mft heeft ze altijd kleur. U denikt, dat 'k haar verloofde ben?.. Mis! Ik ben haar chauffeur! In den modernen tijd. Gast: Kellner, er ligt een haar in 't eten en Ik kan niet aannemen, dat ze van mij zelf is. Kellner: Tja, mijnheer wie zal dat zeg en. Hoevedi had u et toen u binnen am? zijde gemaakt en eindigt ook ln een broe den effen bandL BABBELUURTJE OVER MODE. Zmnerjaponnen. Natuurlijk! Met dit buitengewone sohoone zomersoho weer gaat u reeds plannen maken voor het naar buiten gaan. Och, ik zeg het natuurlijk weer verkeerd. De plannen zijn immers allang gemaakt Veel beter is het te zeggen: de voorbereid selen. In dat „voorbereidselen maken" ligt van alles en nog wat ongesloten, maar met dat alles en nog wat houd ik mij niet bozig. U woei het nu alMk interesseer mij alleen maar voor uw kleeding. Hiervoor alleen wil lk graag weten waarhoen u gaat Naar bosoh, naar helde of wellicht maakt u een buiteniandsché reis? Kortom, 't komt er 't allereerste op aan waarheenu gaat; daarna kunt gij uw garderobe pas klaar maken. Dan kunt u zoo ongeveer bekijken wat u nog bezit en wat er nog bij moet komen, En, al is een aangeboden dienst zelden welkom, ik wil graag heipen, graag goede ideeën aan de hand doen, gaarne voor de geschikte modellen zorgen, maarhoe weet ik nu precies waar u heen gaat of mevrouw B of mejuffrouw G. 't Is dan eigenlijk noodzakelijk dat lk een reis bureau oprioht niet voor 't adviseeren in zake reizen maar in zake de klee ding voor die reizen, 't Is mij eohter heusch te omslachtig en wie weet was lk er niet eens capable voor. Ik zal den kori sten weg maar kiezen en eenige modellen van zomerjaponnetjes geven, die overal gedragen kunnen worden. 'Bovenstaande teekening vertoont een hoogst eenvoudige, maar elegante en smaakvolle japon van wit foulard of crêpe de chine, bedrukt met zware of blauwe teekening. Het lijfje is nog in steeds mo dernen rechten vorm gesneden en de rok in den allernieuwsten klokvorm. De japon wordt op een onderjurk gedragen, die zeer nauw en langer er onder uit komt Deze onderjurk is van onderen voorzien zien van een breeden zwarten of blauwen band van foulard of crêpe die chine. De breede das ls «veneens van de foulardt- Wanneer u nu eenmaal een nauwe on derjurk met een zwart zijden onderstuk bezit, dan kan die gelijkertijd dienst doen voor nog meerdere Japonnen, welke de elsoh stollen van een breeden zwarten onderband. Welnu, het tweede modelletje laat u nog zoo'n klpedingttuk zien. Ook dit is weer een zeer eenvoudige doch elegante japon. Men kan haar maken van crêpe de ohlne met z|jden kant van een doffe crêpe met macralnè of broderie-kant en ook van katoenen voile met wasohkant of batist met Engelech borduursel. Waarvan u het ook maakt het model ls en blijft gedistin geerd. Vindt u het nog niet genoeg: twee jur ken op één onderjurk? Voilé, hier is nog een derde japon, welke men er op dragen kan. Ook dit is weer een eenvoudig model. Maar 't heeft nu z*n grootste ohioe te danken aan de stof. Dit ls crêpe, welke in twee kleuren gedrukt is en dan nog zóó, dat de onderkant een afstekende band vormt Wanneer dus het bovenstuk een effen steenroode fond heeft met don kerblauwe kringen, dan ls de onderband donkerblauw van fond met steen-roode kringen. Alles wat overigens in effen zijde op de japon voorkomt ls dan ln donker blauw gehouden. Wanhopig jonkman: Ik wou dat ik dood was.daarl Vriend: Wat is de kwestie? Kun Je haar niet krijgen ofben je som» kort met haar getrouwd? Bedelbrief. Onder de bedelbrieven, welke onlangs bij een Uefdadigheidsvereeniglng binnea kwamen, was er een van den volgende» inhoud: Mijne heeren de ongelukkige jonge man, die dit schrijven tot u richt is de eenige zoon van een weduwe, die kinderloos gestorven is en moet zijn ringe verdienste zijn ouden vader en jon ger o broertjes en zusjes onderhoudun, wier eenige steun hij ls. De secretaris schreef erop: Geval lichte lijk overdreven! w ft. ma RAADSELS. I. Oplossingen der vorige raadsels. k t e i a k a 1 1 r a t n t o e p r 1 v t h e t o n pot r d J r 1 s o h jongen telling ■l e n n s aatlesssn o r t 1 s o h p s I b o o 1 lad bliek eng 8 a d H e 1 d e r. Goede oplossingen van belde raadsels ont vangen van: £L J. en B. A.; B. B.; O. B.; J. P. B,; G. en J. B.; P. v. B.; K. en M. R.; J. O.; D. en V. D.; CL v. d. E.; A. E.; M. F.; A, v. G-; P. 8. E. G.j J. H.iG. H.:0. de H.k O. K.; J. K; Th. v. d. K.; P. L.; M. M.; N. en M. M.; P. en E. P.; A. IL P.; F.. G. v. P.; J. P.; A. R.; P. J. R.; 8. en A. 8.; J. S.; M. 8.; C. en L. V.; R V.; W. W.j J. v. W.; E. W.; T. T. Z. Sommige oplossingen waren niet heele- maal juist. Tooh heb lk ze maar goet gerekend, daar het eerste raadsel nogd moeilijk was. Nieuw raadsel. (aft) Horizontaal. 1. Zuiver gewicht 5. Hare bezigheden buitens huis hb- bende. 10. Soort groote slang. 11. Geheel gevuld. 18. Voorzetsel. 16. Bergplaats in een kast. 17. Nakomeling. 18. Afgek. meisjesnaam. 10. Oorlogswinst. 20. Wat oen tooneelspeler leest 21. Roomsoh-Kathollek (i 24. Muzieknoot 25. Soort glanzend vernis. 26. Krachtig vleesohnat 28. Tred. 80. Danspartij. 88. Jongensnaam. 87. Speelgoed. 80. Vader. 40. Ontkenning sis voorvoegsel. 41. Prul. 42. Afk. van ten Noorden. 45. Muzieknoot 46. Kleedingstuk <vr.) 48. Laagte. 60. Oorspronkelijk wild rund. 61. Vruchten. Verticaal. 2. Getijde. 8. Speelgoed. 4. Afkorting van „tot afscheid". 6. Bijvoorbeeld. 7. Platboomdvaarbulg. 8. Hectoliter. 9. Kleedingstuk. 12. Gereedschap v. e. kunstsohlldei 18. Soort leer, dat schoenmakers bruiken, 14 Stapel (steenen). 16. Aandeel ln een loterij. 16. Vod. 22. Meiajenaam (afgek.). 28. Uitroep. 27. Kienspel. 29. Spil. 81. Amsterdamaoh PelL 82. Voorbeeld. 88. 100.000. 84. Deel van een huis. 85. Viervoetig dier. 86. Sohraal. 48. Lichaamsdeel. 44. Knaagdier. 46. Muzieknoot 47. Afgek. jongensnaam. 48. Muzieknoot. 49. Omgekeerde v. e. lengtemaat Ingezonden döor N. an P. Gr-sintf B. B. i i B. Mme Corry. TL 8 t 86. Muzieknoot

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 8