I
VARIA
KWINKSLAGEN
I
DE
VOOR DE VROUWEN.
ZQb schold niet
BABBELUURTJE OVER MODE.
H 8
lichtzinnig, lacherig schepsel ondeu
gend en lastig.niets mee te beginnen.
En Ooraelia?
*n Heel aardig meisje. Ernstig Taak
en soims heel gevoelig. Maar.
Maar?
Maar Ooraelia is er niet vaak. De
imenaohen noemen me altijd Anny. En
dus ben ik roo goed als altijd Anny.
Anny, wees dan nu Cornella.
want ik ark graag ernstig spreken.
Ik kan t je niet beloven in Je
eigen bestwil niet.Je hebt al *n ernstig
gesprek gefhad met m'n moeder. En nu
weer een met mij. Dat is twee op een
dag.
Ik bid Je Anny, wees verstandig,
want soo kom ik niet verder.
Hoeft ook nietWacht ik ral eerst
om thee vragen.
Anny huppelt door den salon, belt om
thee, wacht tot deze gebracht is, schenkt
dan thee en presenteert
Ru zit op heete kolen, durft niets te
zeggen, wacht z'n beurt af, maar begint
tooh eindelijk weer.
Je moeder vroeg om eens met Jou te
spreken.
Wat leuk, vond Anny.
Ja, we waren't er over eens.
Waren Jullie t eens? Goeie hemel,
dat gebeurt ook niet alle dagen!
Luister nu. Wé waren t er over eens,
dat het tijd wordt voor Jou om eens aan
trouwen te denken.
Aardig! En met wien dan wel?
Hemel scoo'n wonder sou dat toch
niet zijn. Ik heb meisjes gekend, die nog
geen twintig waren en die.
Natuurlijk. Ik ben al drie en twintig.
En ik ben serven en twintig.
Nou, Ja, dat doet er nou niet toe.
Dat doet er *n heeleboel toe. Want.
Jij ziet er anders nog Jong uit voor
Je Jaren. Nog geen grijs haartje te be
kennen.
Laat me toch uitspreken. Jij bent drie
en twintig en lk ben.
Zeven en twintig. Dut is samen net
vijftig. Wat aardig! Da'i net 'n halve
Die leeftijden zijn net geschikt voor
*n vrouw en 'n man, die aan trouwen
denken.
Gunst Ru, denk jij dan ook el aan
trouwen? Wat willen er 'n boel men-
schen trouwen tegenwoordig.Jij en
ik....
Anny, ik wilde nu Juist zóo ernstig
met Je gaan spreken.
Wilde Je? De dacht dat Je
al zoowat klaar was!
Luister nu een* Gestel dat ik lu
ernst het voornemen had om Jou.
Wat te vertellen. Dat doe Je al.
Hoe kan ik me nu uitspreken als jij
Je zoo aanstelt?
Doe ik dat? Dat komt zeker door
zn'n twee namen. Anny heeft vandaag de
heerschappij, Oorryl Ik val Je telkens in
dfe rede. Ga nou maar weer door met ie
ernstig gesprek. Aanstonds koaht mn
moeder.
Nu dan kijk eens Anny. We ken
nen elkaar al van kind af en.een paar
vechtpartijen uitgezonderd, hebben we
het altijd goed kunnen vinden. En je
weet
Ja, dat weet ik.
Je weet.dat ik. dat ik.heel
veel.
Nou toe nou.
Je weet, dat lk heel veel van Je hgu.
Zie Je.Ik kan het zoo moeilijk zeg
gen. Lieve Anny.
Anny klapt in de handen van plelxier.
O! Heerlijk! Het wordt een heusdh
aanzoek. Niet Ru? Zoo doen Mie Jonge
mannen, die verlegen zijn en *n meisje
vragenVerrukkelijk
Ru stond op.
—Ga Je n ual weg, Ru? Hert begon nu
Juist zoo romantisch te worden.
Annysprak de Jonge man ern
stig Je valt me v reeselijk tegen
Dat spijt me verschrikkelijk.
Je hébt geen hart Je bent alleen *n
onverbeterlijke flirtIk
Nu wat?
Ik zal Je niet langer lastig vallien.
Ik heb geen zin om in de maling te wor
den genomen. Zelfs niet door Jou.
Hij wierp *n laatste blik op haar. Ze zat
glimlachend op de sofa. Ze had de oogen
neergeslagen.
Dag, Anny, sprak hij zacht en aar-
selend.
Dag Ru, antwoordde rij en keek op
als met in gehouden pret
Ru stapte naar de deur.
Toen stond Anny op, trad achter hem
en hield hem vast aan de mouw van zijn
Ja*
Hij zag om.
Heb Je nu afgedaan met Anny?
vroeg ze.
Ja zei hij toonloos.
Nu sprak het meisje met de twee
namen als je nu hebt alfcpedaan met de
lastige en flirtende Anny, zou Je dan nog
niet even willen gaan zitten en de zaak
verder 'bespreken met de ernstige Oorae
lia? Ru?
En ze sloeg haar armen om zijn hals.
Br.
(De nieuwe opzichter van een bouwwerk
was een voortvarende man en duldde niet
dat er onder zijn toezicht geluierd werd.
Kom zei hij tegen een van de
werklieden maak voort. Je wordt hier
niet betaald voor stilzitten, hoor!
Nou, baas was het antwoord Je
moet niet soo jagenKeulen en Aken
ECONOMISCHE GEDICHTEN.
Bezuiniging op het papter.
*k Zie ln de hitte vo- en vlegels zich
Aan wa- en' bitter lavon.
*k Zie moe- en kinders in den tuin
Met wa- en giefter draven.
In *t wondermooie voorjaarsweer
Gaan bloe- en ramen open.
k Zie leder mensch nu met een bloem,
Zelfs schoo- met anjers ioopenl
Geen pneu- slechts harmonie.
De tweedracht wijkt voor vrede.
De ru- wijkt voor -poëzie.
Juicht kin- en vaders mede.
(De Lep- en warmte is weer daar,
Mijn geest stijgt op naar boven.
En k wil nat- en morgenuur
Met vul- en' lippen loven!
B.
*n Kwestie van Gedold.
Kleeding voor de auto-reis!
Totdat de vliegmachine haar verdringt,
viert de auto hoogtij momenteel. Die gru
welijke dingen, die Je geen vijf minuten
rustig laten genieten van Je wandeling en
van "t natuurschoon.die Je af en toe
als apen 200 mal laten springen osn nog
maar net bijtijds uit de voeten te kunnen
komen.die Je hart laten 'bonzen van
schrik of Je kind er onder zal komen.
Zóó denk lk erover als ik loop, als lk
de modderspatten van haar wielen op m*n
'besten mantel krijg.Maar o, als ik er
in zit.als ik me zacht voerend voort
beschermt Zoodra men dan ergens „ge
kleed" binnen wil gaan, heeft men den
grooten jas maar in den wagen achter te
laten en men is „in den toon
De dames van ons teekeningótje zitten
benijdenswaardig goed in t pak en als ik
m'n oogen gelooven mag, zijn ze ook in
't bezit van een goeden wagen. De eerste
dame draagt een tailleur van „gebrand"
bruin kasha met grijs leder ultgebiesd en
een grijs lederen ceintuurtje. Ook het
hoedje Is van grijs leer; om de bol hier-
(Exelslor.)
Hospita: Mijnheer. Het is nu lang ge
noeg. Ik wacht nu al drie maanden op de
betaling van mijn kamerhuur. Zooveel
geduld heeft geen mensch!
Schilder: Geduld, Juffrouw? Och, als Q
eens wist hoe lang ik op de betaling van
mijn schilderijen moet wachten, dan zou
u wel anders over die kwestie van geduld
spreken!
HET AARDIGE TRUITJE.
Ds droom van een winkeljongen
door
Mr. A. BOGAERS.
Van al de meisjes in de stad,
Hoe lief haar koontjes blozen,
Indien ik maar te kiezen had,
Mijn Truitje bleef gekozen
Die luchte tred die lieve lach
Dat streelend stemgeluidje...
Neen wat lk hoorde, wat ik zag:
Niets haalt er bij mjjn Truitje I
Haar vader is een zwarte smid,
Haar moeder schijnt wat vinnig,
Maar zij is als de sneeuw zoo wit,
En als 'n duifje aanminnig
't Is raar hoe kwam zoo n leelijk paar,
Aan zulk 'n aardig spruitje,
Ik weet het niet! Dat weet lk maar:
Niets liever dan mjjn Truitje
Komt ze mijn winkel langs gezweefd,
Voort moet ik uit den winkel,
Wee zoo m'n baas er acht op geeft,
Dan bromt en raast de kinkel.
Doch dat hij bromme en dat hij raas'
Er is voor 't leed 'n kruidje,
Voor leder scheldwoord van m'n baas:
Krijg ik 'n zoen van Truitje
Aan Truitje denk lk vroeg of laat,
Ze merken 't wel de klanten:
Ik geef hun snuif voor mosterdzaad,
Bn stroop voor pruimedanten.
Doch, maakt xe mij zoo dwaas zoo dom,
Dat tooverüef schavuitje,
Ze mint er mij niets minder om.
En dat is braai van Truitje I
'k Waardeer maar eenen dag per week,
De rest is mij om 't even,
Die blijde dag waarvan ik spreek,
Is de eerste dag der zeven.
Dan met m'n zondag's kleeren aan
Bxak 'n sondagsduitje,
ig ik gearmd uit wandlen gaan
En dan trakteer ik Truitje
Nog is het luttel wat lk win,
Maar 'k mag op beter hopen,
Mijn peetoom zit er warmpjes in,
Hij zal m' 'n winkel koopen
Dan volg lk ras het voorbeeld na,
Van sooveel wijze luidjes...:
Dan wordt mijn Truitjelief mijn ga...
En krijg ik kleine Truitjes...!
gedragen voel.Als lk zonder de min
ste moeite de meest mooie streken te zien
krijg. Ja, dan denk ik er heel andera
over. dan weet ik geen zaliger, fijner,
heerlijker „voorwerp" dan een auto
En daar er nu eenmaal heel veel men-
schenkinderen zijn, die er ook zoo over
denken, die 't ook zalig vinden om in een
auto op reis te zijn; zal ln den komenden
vacantletijd wel weer flink „geauto'd"
worden.
Dan zal er weer veel genoten worden.
Dat genot kan nog verhoogd worden, door
zich op de Juiste wijze te kleeden voor
zoo'n reis.
Het is tegenwoordig zeer „en voqueT
om over het gekleede tailleuroosituum een
groote wijde mantel te dragen, die alles
bedekt en heerlijk tegen stof en wind
Uit een aoAdatenbrlaf.
Waarde Oudera! Over de worst,
die gij mij gezonden hebt was lk erg ln
mijn schik... Aangezien echter de korpo
raal en de onderoffioier mij toeatonaen
hen er van te laten proeven, kan lk niet
aaak goed waa. Ik hoop
e volgende keer te schrijven ale
hrtji
li de
ven of de emaak goed waa. Ik hoop
acl
ik weer eens 'n worst van u
g!"
De goocheltoer.
Een goochelaar deed schoone kunst
stukken, en bracht met z'n handigheid
het publiek in opgetogenheid. Hij zou nu
eens 'n nieuwe tour doen noodigde 'n
jongeling uit om op het podium te komen
en vroeg hem even zijn horloge, hetgeen
aarzelend werd toevertrouwd*
Gij hebt gezien, jonge man... dat ik
je horloge hier in deze doek gewikkeld
heb
De Jonge man knikte toestemmend.
Gij kunt het uurwerk nog duidelijk
voelen, nietwaar
Jawel zei de Jongen.
En gij hoort bet nog duidelijk tik
ken... ja luister maar goed... Nu?
Eh... Ikke... zei de jongen... Ja
maar...
Maar wat vroeg de goochelaar
overbluffend... Heb je geen goeie ooren,
jongen, of wat scheelt er aan
Ik heb wel goeie ooren I zei de
jongen, maar mijn horloge tikt niet
want ik heb al 'n jaar geleden het werk
eruit genomen I
*n Goede les.
De profeasor ln de welsprekendheid
waa bezig om een eerzuchtigen jonge
man te instrueeren in de kunst om in het
publiek te spreken.
Wanneer gij nu uwe voordracht ten
einde hebt gebracht zoo zeide hij dan
maakt gij een beleefde buiging en dan
verlaat gij op uw teenen het podium.
Waarom op mijn teenen, mijnheer
voeg de leerling.
Om het publiek
waa het antwoord.
□let wakker te maken
Verkeerd!
iDokter (tot zijn dochter): Ik heb dien
aanbidder van Je dien weengwaheo
vlegel, eens flink gezegd wat ik van hem
denk.
Dochter: Ja en 'hij zei, dat uw diag
nose als gewoonlijk heelemsal ver
keerd was!
van is een bontgekleurde shawl, die ver
der om de hals gewikkeld kan worden.
De groote wijde mantel is van grijs-
kleur g<- haéka, znet ruiten erin van
denzelfden kleur als de ceintuur. Kraag
eh manchetten zijn van geknipte woL
De tweede dame heeft bereids haar
groote jas achtergelaten in de auto en
vertoont zich zelf in een Havana-bruin
Marokkellalne oostuum gebiesd met een
ietsje donkerder tresje. De derde dame
draagt een licht grijs serge oostuum,
waarvan het rokje in groepjes gepliseerd
is en het manteltje met patjes en gespjes
gesloten. De groote mantel la van don
kergrijs kasha en heeft een lichtgrijs
kraagje van geknipte woL
Mme. Corrg.
Enkel wind.
Een 1 eeraar. wilde zijn discipelen de
eigenschappen van de gecomprimeerde
lucht verklaren. Hij bracht tot dit doel zijn
rijwiel meer in de klas, nadat hij tevoren
verscheidene vergeefsche pogingen had
gedaan op andere manieren. Hij zette de
fiets tegen den wand.
Nu moet gij goed begrijpen Jongens
zeide hij aan het wiel van imjjn flets
is een verborgen kracht Wat zou deze
kracht nu wel zijn?
De jeugdige natuuronderzoekers be
tastten de fiets, noemden op goed geluk
kurk en andere dingen op, maar geen gaf
het juiste antwoord.
Eindelijk riep een der knapen, die het
object nauwkeurig (bekeken zexo-
vierend uit:
Ik weet het! het is wind niets
dan wind.
De leeraar roemde den schranderen
scholier en vroeg hoe h« nu die verhorten
kracht ontdekt had.
Ik heb heel even m'n mes ln den achter
band gestoken, meneer antwoordde de
vindingrijke jongen want ik dacht wel
dat het daar ln zitten moest!
De veiligste weg.
Een dame vroeg aan een j<*igen man om
haar leeftijd eens te raden.
De jonge man zweeg wijselijk.
Kom zei de min of meer ijdele dame
u moet er toch wel eenig idee van hebben
hoe oud lk kan zijn?
Ik heb zelfs verschillende ideeën ten
opzichte van deze kwestie antwoordde de
wijze jongeling glimlachend Maar het on
aangename Is, dat ik geen» van al die ideeën
eigenlijk durf te propageeren..Ik weet
b.v. niet of ik u tien jaar te jong zal schatten
als ik op uw uiterlijk af ga.of dat ik u
niet tien jaar te veel zal geven als lk afga
op uw verstand.
De dame lachte gevleid.En toch had
de jonge man geen leeftijd genoemd!
Dubbelzinnig.
Heer: Scheert u ook honden, kapper?
Kapper: Neen dan moet u bij
'u ander wezen.
DE PRINS EN DE GOUDV1SCH.
Het was een heerlijke dag ln de lente
en alles in den tuin van den Koning was
gelukkig en vroolijk, alles behalve een
kleine in elkaar gedoken gedaante, die
aan den oever van de waterlelie-vijver zat
Het was Jason, de Jongste der zeven zo
nen van den Koning.
„O, 0, wat ben ik tooh ongelukkig",
snikte hij 2aohtjes, terwijl hij zijn hoofdje
ln zjjn gerimpelde handjes verborg.
„Waarom zijn mijn broers allemaal zoo
mooi en sterk en ik alleen zoo leelijk en
zoo zwak! Zóó leelijk, dat de vlinders en
de vogels zich verstoppen als ze mij zien
naderen!" En heete tranen drupten tus-
schen Jasons vingers door.
„Wees niet zoo wanhopig," klonk plot
seling een zilveren stemmetje. „Konings
zoon, je hebt een vriend en hier is hij, om
je een dienst te bewijzen!"
Prins Jason sprong vol verbazing over
eind. Waar kwam dat fijne stemmetje
vandaan?
Eerst zag de prins niemand, maar toen
hij in het blauwe water keek, zag hi) een
gouden glans. „Zou die goudvlsch tegen
me gesproken hebben?", dacht bij, en als
of de goudvlsch de gedachten van den
prins geraden had, opende hij zijn bek en
zeide: „Ja, Prins, ik ben het, dien U zocht
Hèrinnert U zich niet meer, welk een
grooten dienst U mij een jaar geleden be
wezen hebt, toen Ik met imijh broeders ge
vangen was door Uw Vader's bedienden.
De opperkok wilde ons koken, om zijn ge
bieder een uitgezochte lekkernij voor te
kunnen zetten."
„O, ja, dat herinner ik me wel," ant
woordde Prins Jason. „En ik vond jullie
zoo mooi, dat ik het jammer vond je te
laten koken. Toen heb ik jullie weer in
den vijver gegooid!"
„Juist en daarom zal ik U nn trachten
te helpen," aei Goudviach weer.
„Weet je dan, waarom ik zoo verdrietig
ben?" vroeg Prins Jason.
„Ja," antwoordde Goudvlsoh. „Dat ls
om Prinses Stephanie."
„Zoo ls het," hernam Jason. „Ik houd
heel veel van mijn vaders pleegdochter.
Maar boe zal ze mij, leelijke Jongen, ooit
de voorkeur kunnen geven boven mijn
mooie sterke broeders?"
„Maar, lk heb de dorpelingen h00ren
zeggen," viel Goudvlsch in de rede, „dat
diegene met de Prinses zal mogen trou
wen, die den ring vindt met den robijnen
steen."
„Juist, zoo ia het precies," antwoordde
Prins Jason. „Sinds die ring weg is, rust
er een ongeluksgeest op het paleis van
mijn goeden vader. De ring ia nu al weg
van den dag na mjjn geboorte af. Mijn
Vader denkt dat alles pas weer in orde
zal komen, als de ring weer terecht ls."
„Zoo, zoo;" antwoordde Goudvlsch ern
stig. „Ik zweer, dat ik U helpen zaL Het
zal geen lichte taak zijn. Maar voor de
zon is ondergegaan zal ik nieuws voor U
hebben, Prins Jason."
„Daar klonk plotseling een lieve stem
in den tuin: „Jason, Ja-a-a-son!"
En Pjina Jason fluisterde: „Dag Goud
vlsch," keerde zich met een zwaar hart
om en liep Prinses Stephanie tegemoet
De vriendelijke woorden van Goudvlsch
hadden hem wel wat opgebeurd, maar
och wat kon een goudvlsch doen om een
prins te helpen.
(De volgende week zal ik jullie vertel
len, hóe Goudvlsch hielp.)
RAADSELS.
Oplossing van het kruiswoorden
Nieuw raadsel.
L
Welk spreekwoord staat hieronder?
-e-- - - k - ~- d - - v - - -e - r -
Ingez. door K. en M. Beversluis.
IL
Van welk eiland is 't eerste deel bijna,
het tweede een geestelijke en het derde
een lichaamsdeel.
Ingez. door O. Kroonstuiver.
Goede oplossingen van het raadsel ont
vangen van: J. H.; O. K.; M. M.; P. J. R.;
a en A a; M. a; R. V.; E W.
De prijzen zijn ten deel gevallen aan:
Rietje van Bommel, Parallelweg 76.
Johan Heylman, Molengraoht 87.
Corrie Kroonstuiver, Molengracht 14.
Marietje Monhemius, Paleis 8.
Pleternella Jozephlna Romein, r. Ho-
gendorpstraat 86.
F. G. v. Puffelen, Ruyghweg 48.
M. Steinrath, Emmastraat 61.
a en A. Steinrath, Wllhelminastr. 8.
Relna Vil, Weststraat 8.
Emma Wiegel, Spoorstraat 6,