T
I Hoofdpijn
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS.
VAN DINSDAG 7 JULI 1925.
de autonomie der gemeenten.
n.
Ingezonden Mededeeling.
De KERMIS.
Tivoli-Sohouwbung beeft bartel ijken bijval
eerste
Nog steeds luidt de eerste zin van
artikel 148 der Grondwet „Aan het hoofd
der Gemeente staat een Raad". Hiermede
Is het zelfbestuur der plaatselijke gemeen
schap vastgelegd en erkend, de autonomie
der gemeente vrijwel verzekerd.
De Raad beheert het vermogen, de
eigendommen der gemeente, maakt de
verordeningen, die Tn het huishoudelijk
belang der gemeente noodig zijn, stelt zelf
behoudens enkele uitzonderingen de amb
tenaren aan, in het kort is baas in eigen
huis.
Natuurlijk is de zelfstandigheid in het
belang der Staatsorde hier en daar beperkt
en onder contróle gesteld, maar ln wezen
is de omschrijving van het gemeentelijk
zelfbestuur nog steeds aldus.
Een der vormen van toezicht is het on
derwerpen van alles wat het vermogen d$r
gemeente aanbelangt aan de goedkeuring
van hooger gezag, ln dit geval van Gede
puteerde Staten, terwijl om willekeur zoo
veel mogelijk te begrenzen, van beslissin
gen dienaangaande beroep op de Kroon
openstaat.
De artt. 208 e. v. der Gemeentewet han
delen over de begrooting van inkomsten
en uitgaven, waarop volgens art. 205 een
zeker aantal posten van uitgaaf moeten
voorkomen, de z.g.n. verplichte uitgaven.
Daarnaast regelt de Raad zelf, wat hij in
het volgend dienstjaar zal besteden, langs
welke lijnen het gemeentebestuur verder
zal worden geleid.
Om te werken, zoo bepaalt art. 207, be
hoeft de begrooting de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten.
Dit College heeft dus toe te zien, of de
begrooting is ingericht volgens voor
schrift, of de uitgaven behoorlijk zijn ge
dekt, of de verplichte uitgaven er op voor
komen en of er overigens geen onwettig
heden in zijn verscholen.
Dat is dus één der elementen van toe
zicht.
Niet ontkend kan intusschen worden,
dat dit toezicht zich verder uitstrekt en
zich ook verder mag uitstrekken.
Wanbeheer moet natuurlijk worden
voorkomen, de instandhouding van het
gemeentelijk vermogen, den Raad opge
dragen, dient voortdurend getoetst, on
duldbare lasten naast uitgaven die te ver
mijden zijn, geeft Ged. Staten recht tot
het uitspreken van hun veto, daarover
zijn we het allen eens.
In het algemeen belang valt er te waken,
dat er tusschen ontvangsten en uitgaven
evenwicht zij en dat ook de Raad geen
handelingen pleegt, die een toekomstig
geslacht bezwaren ten gunste van het
thans levende.
Dat ook hier reeds een bron van con
flicten kan ontstaan, zij grif erkend; doch
is niet te voorkomen. Het hooger beroep
moet hier voor willekeur waken. Met
voogdij is dit alleö niet te vergelijken. De
voogd handelt zelf voor zijn minderjarige
pupil, maar behoudens duidelijke gevallen
van onwil, voor zoover het de verplichte
uitgaven betreft, treedt hooger gezag hier
nooit handelend op; doch dwingt alleen
door onthouding van goedkeuring tot
anders handelen van de aan zijn toezicht
onderworpen Colleges.
„Blijkbaar", schreef Thorbecke in zijn
werkje Over plaatselijke begrooting"
„moeten Gedeputeerde Staten in een wèl
geordend stelsel noch post noch cijfer
rechtstreeks kunnen voorschrijven.
Daarentegen moeten zü, in het belang
van het gemeentevermogen, kunnen
weren of beperken. Wat echter dit be
lang voor elke gemeente en öp elk tijd
stip in 't bijzonder vordere, of toelate,
is natuurlijk voor geen algemeenen re-
gel vatbaar; het inzicht der Staten in
het doel der voorgestelde uitgave, ver
geleken met de behoefte en de middelen
aer gemeente, zal moeten beslissen.
Artikel 210 der Gemeentewet zegt ver
der, dat Ged. Staten hunne goedkeuring
onthouden aan de begrooting in haar ge
heel, gelijk zij door den Raad is vastge-
En Oppenheim zegt dan ook op blz. 501
Deel I, van het „Nederl. Gemeenterecht"
zeer juist:
,JDe geest van ons gemeenterecht en
de omstandigheid, dat speciale burger
rechtelijke handelingen de goedkeuring
eischen van de Gedeputeerde Staten,
brengen mede, dat zij zoo weinig moge
lijk, liefst niet, zich inlaten met een on
derzoek naar het nut en de noodzake
lijkheid van uitgaven, die de Raad
meent te moeten doen."
„Te eerder, daar de Raad bij de uit
oefening van zijn belastingrecht ook
weder gebonden is en daarin een vol
doende veiligheidsklep is gelegen.
Alleen gis zeer stellig blijkt, dat de
gemeente door de uitgaaf ln het gedrang
komen zal; als de omstandigheden zóó
aanliggen, dat het gemeentebestuur zelf
Jbi) Juister overleg" moet erkennen, dat
lichtvaardigheid ln het spel is, of als
uitgaven zijn voorgenomen, waarin het
gemeentebelang zelfs met de mlkros-
koop niet is te ontdekken, is er voor de
Oed. 8taten aanleiding aan de niet ver
plichte uitgaven den doortooht te wei
geren."
Twee criteria dus. De uitgaaf mag in
verband met de geheele begrooting het
gemeente-budget niet al te zeer bezwaren,
en het gemeentebelang moet er in vol
doende mate bij betrokken zijn.
Wat echter dit laatsto aangaat, daarover
oordeelt de Raad en pas Indien dit belang
zelfs met 'de mikroskoop niet is te vinden,
ja. dan is er voor hooger toezicht reden
tot ingrijpen.
T>e befaamde subsidie der gemeente 01-
debroek in 1882, groot ƒ5.voor de expe
ditie naar de Noordpool was b.v. zulk een
uitgaaf, waartegen Ged. 8taten van Gel
derland, o. i. terecht bezwaar hebben ge
maakt.. Deze gemeente kreeg echter in
looger beroep toch gelijk, omdat de uit
gaaf het gemeentelijk budget niet over
matig belastte.
Nu is er in den laatst'en tijd door Ged.
Staten van Noordholland eenige malen
goedkeuring geweigerd in gevallen, dat
dit College tegen bepaalde uitgaven be
zwaar had.
Eerst het Amsterdamsche meelbesluit,
waarover wij, nu de Amsterdamsche Raad
meende niet in beroep te moeten gaan en
het ook geen onderwerp van debat in de
Staten zal uitmaken, niet verder spreken
zullen. Wij achten die beslissing van Ged.
Staten eveneens onjuist, al kan niet wor
den ontkend, dat hier althans de mogelijk
heid bestond, dat de gemeente met niet te
voorziene uitgaven zou worden bezwaard.
Maar verder een aantal gemeentelijke
begrootingen, waarop vaeantietoeslag voor
kwam.
Hier dient streng te worden onderschei
den tusschen twee beslissingen ter zake.
In het eene geval weigerde Ged. Staten
de goedkeuring omdat er een post Vaean
tietoeslag op voorkwam, in het andere
waarschuwde zij de gemeente, dat, indien
op een volgende begrooting die post zou
voorkomen, de goedkeuring niet zou wor
den verkregen.
Ieder voelt direct, dat het tweede op
treden véél en véél erger ls dan het eer
ste. De waarschuwing aan Amsterdam
heeft dan ook wel het meeste stof doen
opwaaien en vele pennen in beweging
gebracht.
De onthouding van goedkeuring aan do
begrootingen voor 1925 van Haarlem,
Zaandam, Zaandijk en Enkhuizen dit jaar
was óók erg, doch hier is plaats voor een
onderzoek naar de vraag, of het gemeente
budget misschien niet te zwaar zou wor
den belast. In het optreden tegen Amster
dam is die vraag niet eens gesteld, laat
staan onderzocht, hetgeen dan ook niet
mogelijk was, aangezien hier Ged. Staten
reeds oordeelen over een begrooting, dio
er nog niet is.
Nu wordt beweerd, dat verleden jaar de
andere genoemde vier gemeenten even
eens een dergelijke waarschuwing hadden
ontvangen. En men zou zich dus kunnen
verbazen over het feit, dat toen reeds niet
verzet is ontstaan. Er vas echter oenig
verschil. Tegen deze vier begrootingen
voor 1924 was aanvankelijk bezwaar ge
maakt, doch door de gevoerde correspon
dentie waren Ged. Staten genoopt, de be
grooting dien keer goed te keuren. Zij
deden dit onder mededeeling, dat voor
een volgende begrooting, waarop die va
eantietoeslag voorkwam, de goedkeuring
nu niet beteekende, dat die volgende ook
zou worden goedgekeurd. Het karakter
van een algemeene aanschrijving had de
brief toen niet, terwijl dit jaar aan al de
gemeenten, die dezen post nog raamden,
dezelfde waarschuwing is gedaan en we
in een vorm, die goedkeuring van de be
grooting vrijwel uitsluit.
Mogen Ged Staten tegen één bepaalden
post bezwaar maken?
Naar onze meening wel. Om een voor
beeld te noemen. Eene gemeente met zeer
hooge lasten en geringe draagkracht,
wellicht gesteund door eene Rijks- en Pro
vinciale bijdrage in hare huishouding, die
een uitgaaf als de vaeantietoeslag op de
begrooting net, zou in aanmerking komen,
om hare begrooting terug te krijgen.
Hoe groot e 'waarde aan den vaeantie
toeslag moet worden toegekend, het is
niet te ontkennen, dat het een der uitga
ven is, die naar een zekere lïixe zweemt,
die men zich niet kan veroorloven, als men
te arm ia.
Dit was echter met geen der begrootin
gen, hier bedoeld, het geval. De uitgave
was in verhouding tot het totaal cijfer ge
ring en zog de lasten hoegenaamd niet
verlichten, ais ze verdween.
Waar in zulke gevallen de Raad het een
gemeentelijk belang acht, zijn ambtenaren
dien toeslag te geven, daar hebben naar
ogze meening Gedeputeerde Staten hun
handen thuis te laten.
Dit is dus al erg. Maar hoe erg wordt
het dan, indien dit Ooilege van te voren
al decreteert, als een zekere post op je
volgende begrooting komt, onthouden we
goedkeuring?"
We zouden haast vragen, zouden do
Gedeputeerden maar niet liever op het
gemeentehuis samen met B. en W. de ont-
werp-begrooting opstellen?
In beide gevallen is er dus grove wille
keur, maar in het laatsto geval zijn Ged.
Staten vér over de grens van hun be
voegdheid.
Zij beoordeelen de bogrooting, zooals zij
door den Raad is vastgesteld en alleen het
model is door hen volgens de Wet voor
geschreven.
Maar den gemèenteraad van te voren
zeggen: die post mag er niet meer op
voorkomen, Is een aantasting van 's Raads
zelfbestuur, waarmede, geen enkel ver
standig mensch het eens kan zijn.
Of Gedeputeerden zelf vóór of tegen
het instituut van den vaeantietoeslag zijn,
kan ieder koud laten. Alleen de Raad oor
deelt daarover voor zijn ambtenaren, die
door of vanwege hem zijn aangesteld en
worden bezoldigd naar zijn regelen.
Als de Raad dit doet, dan acht hij dat
een gemeentebelang, dat zonder oenig toe
stel door ieder is te ontdekken. En indien
het bedrag de totale uitgaven niet be
zwaart, dan is er geen enkele reden voor
hooger gezag tot ingrijpen.
Laat staan, indien men die factoren nog
niet eens kent, zooals in het geval Amster
dam, die op hare begrooting 1925 met
vaeantietoeslag goedkeuring erlangt en
op een begrooting 1926, die er gunstiger
uit zal zien dan haar voorgangster, bij
voorbaat de goedkeuring ziet onthouden.
Gaat dit zoo door, dan is de autonomie
der gemeenten voortaan een doode letter.
Want na den vaeantietoeslag .gaan dan
bedaart spoedig door gebruik van een paar
Mljnhardt'i Hoofdpijntablettan. Buisje 60 et.
Ged. Staten zich met de loonen der ge
meenteambtenaren bemoeien.
Trouwens, Gedeputeerden van Noord-
lolland deden dit reeds. De vloek der
booze daad heeft reeds geleid tot onthou
ding van goedkeuring aan de gewijzigde
l>egrooting van Zaandijk, welker Raad
dezêlfde bedragen als verhooging der loo
nen op de begrooting uittrok.
Tot welke inconsequenties dit alles leidt,
moge verder uit de volgende voorbeelden
blijken.
Enkhuizen, dat hetzelfde deed als Zaan
dijk, maar er als toelichting bij zette, dat
de loonen eigenlijk te laag waren, zag haar
begrooting alleen om die reden goedge
keurd....
Maar intusschen bemoeien Gedeputeer
de Staten zich aldus met de meest interne
aangelegenheden der gemeente, die geheel
onder het wettige zelfbestuur van den
Raad behooren.
Het erge is bovendien, dat de meeste
gemeentebesturen met de vakvereenigin
gen van haar personeel ln georganiseerd
overleg tot vaststelling der arbeidsvoor
waarden komen.
Als regel is dus behoud van den vaean
tietoeslag de vrucht van dat overleg en die
vrucht heeft -het karakter van eën over
eenkomst tusschen ambtenaren en ge
meentebestuur, iets waartoe de gemeente
volledig bevoegd is.
Ged. Staten halen door die overeenkomst
oen streep, storen zich aan geen overleg,
hoe moeizaam dikwijls gepleegd, en ma
ken daardoor dit instituut, dat op vreed
zame wijze de belangen van beide partijen
tracht te overbruggen, ook nog kapot.
Is het wonder, dat het Hoofdbestuur
van den Ned. Bond van Overheidsperso
neel een onderhoud aan Ged. Staten vroeg,
om eens over die vacantietoeslagen te
kunnen praten met het Ooilege.
De werkgevers dér gemeenteambtena
ren, zoo heeft dit bestuur zeer terecht ge
redeneerd, zetelen in Haarlem.
Niet B. en W., die dit deel van het in
komen onzer leden wel willen geven, moe
ten wij hebben, maar Ged. Staten, die dit
onzen eigenlijken werkgever onmogelijk
maken.
Natuurlijk is dit onderhoud geweigerd
op grond, dat Ged Staten hier hun wettig
toezicht op de begrootingen uitoefenen,
maar we geven het voorbeeld als staaltje
in welk wespennest Gedeputeerde Staten
zich reeds hebben gestoken.
Er is bovendien nog iets en het was de
gemeente Zaandam, die daarop de aan
aacht heeft gevestigd. In de meeste ge
meenten is de vaeantietoeslag niet alleen
vrucht van het georganiseerd overleg,
doch is die tevens in een Reglement op de
rechtspositie vastgelegd.
De gemeenteambtenaren zouden de ge
meenten dus in rechten kunnen aanspre
ken, indien, hetgeen in een wettige veror
(lening hen is toegelegd, niet wordt uit
betaald.
En de consequentie is dus hieruit weder,'
dat Ged. Staten aanstonds wellicht den
Raden vragen die verordeningen irr te
trekken, of althans te wijzigen.
Dat is weder een ingrijpen in de auto
nomie, daar die verordeningen niet aan de
goedkeuring van hoogere Colleges zijn
ondérworpen.
Gemeenteraden, die dus iets voor zelf
bestuur voelen, zullen weigeren aan dat
verzoek te voldoen.
Welnu, dan kunnen Ged Staten de ver
ordeningen, die er nog zijn, aan de Kroon
ter vernietiging voordragen....
En wellicht met groote kans op succes,
evenals dat het' hooger beroep door Haar-
1 lem en Zaandijk bij dit orgaan ingesteld
tegen de niet goedkeuring hunner begroo
ting misschien weinig kans heeft.
Het erge is, dat Ged Staten daar op
rekenen en eigenlijk als eenigst argument
voor hunne houding aanvoeren, dat het
Rijk zoo tegen vaeantietoeslag is.
Wij hopen, dat de interpellatie-Mendels
in de Staten in elk geval dit gevolg zal
hebben, dat de meerderheid van dit
lichaam uitspreekt, de gemeentelijke auto
nomie hoog te willen houden en dat de
taak in art. 143 der Prov. Wet aan de Sta
ten voorbehouden' en krachtens art. 161
namens hen uitgeoefend op deze wijze
niet wordt vervuld zooals zij dat wen-
schen.
We eindigen met een woord, waarmede
Oppenheim zijn beschouwing over dit
onderwerp besluit en dat zoo Juist het
criterium aangeeft, waarnaar Ged Staten
ten deze hebben te handelen:
„Nagegaan moet worden, of met de
uitgaaf een rechtstreeksch, of verwij
derd, maar altijd meer, of minder tast
baar, gemeentebelang is gemoeid Van
het ja, of neen, dat deze vraag uitlokt,
is de vrijheid, of het verbodafhan
kelijk."
Haarlem, 226*25.
A. W. MICHELS.
Door het raadslid mevr. van der Hulst
Heeroma is het navolgend schrijven aan
B. en W. gezonden:
Ondergeteekende verzoekt beleefd in de
eerstvolgende openbare raadsvergadering
antwoord op de volgende vragen:
Welke motieven hetbben B. en W. ge
leid een openbare sohool besohikbaar te
stellen tot het doen aangeven van leerlin
gen voor een bijzondere school (openbare
school Vlamingstraat).
Meenen Burgemeester en Wethouders
dut zulks geschiedt in het belang van het
openbaar onderwijs?
AlkmaarPacket
Uit de* advertentie in dit nummer
blijkt, dat met ingang van Donderdag aa.
du goederenbooten van de Alkmaar Pa
cket van Amsterdam des morgens 10 uur
vertrekken in plaats van 8 uur des namid
dags.
Een plelzlertreln.
Zondagmorgen tegen 10 uur kwam hier
een extra trein van Amsterdam, die niet
minder dan 830 passagiers in onze stad
bracht.
Het weer voor deze „dagjesmenschen"
was prachtig. Stralend stond de zon aan
onbewolkten hemel en zilver lichtte de
zee tot aan den wijden horizon. Een genot
voor stadsmenschen, de wijde perspec
tieven die onze zeedijk biedt, onze duinen
en ons polderlandschap, alles juichend
van licht op dezen blijden dag.
De autobussen aan het station werden
bestormd, en volgeladen reden ze naar
Huisduinen en de donkere duinen, waar
het vooral in den namiddag krioelde van
de menschen.
Den geheelen dag was het overvol op
het strand.
De groote warmte, die meerdere men
schen een hittegolf deed voorspellen, was
oorzaak, dat de zee vol was met sparte
lende, proestende en zwemmende men
schen. Zalig zoo'n zeebad, dat je verfrischt
naar lichaam en geest.
Op het Badhuis was geen plaatsje
onbezet, de kellners hadden het den ge
heelen dag bizonder druk en het strijkje
deed vroohjk de klanken over de bezoekers
heendeinen.
Dennenheuvel trok ook veel be
zoekers diéverruktwaren over den prachti-
gen speeltuin op Huisduinen. Er werd druk
gebruik gemaakt van de verschillende
attractie's die Dennenheuvel in zoo ruime
mate zijn bezoekers biedt.
Ook op Duinoord was de toeloop
groot. Veel menschen trokken de donkere
duinen in, die ieder jaar fraaier en meer
begroeid worden. De heer Klop was zeer
tevreden over het bezoek aan zijn inrich
ting. Zijn beide autobussen onderhielden
een geregelde verbinding van de stad op
de donkere duinen.
De Amsterdammers hebben Zondag
buitengewoon genoten van zee, strand en
duinen en verschillende uitingen van
tevredenheid werden gehoord over de
genotvolle omgeving die onze stad voor
ae buitenmenschen heeft. Het weer werkte
natuurlijk ook bizonder mee om alles
van zijn beste kant te laten zien.
De goedkoope trein van Zondag heeft
weer getoond de groote animo die erbij
de Amsterdammers is om naar onze stad
tè komen. Wij gelooven dan ook, dat het
én voor onze stad èn voorde Nederland-
sche spoorwegen van belang zou zijn
meer goedkoope treinen te doen rijden.
Om 8.22 uur Zondagavond vertrok de
trein onder groote belangstelling van de
zijde van het publiek naar Amsterdam.
De muzlekjury.
Achter de ramen op het hoofdbureau
van Politie, zat de mu^iekcommissie met
luisterend oor, de klanken van de lierende
menschen buiten, op te vangen.
In den inham, opzij van het bureau,
stonden de kermismenschen draaiend aan
hun orgel, trekkend aan hun harmonica
of rammelend met hun tamboerijn, in
spanning te musiceeren. De uitslag van
de jury was noga) bevredigend. Alle
muzikanten bekwamen vrij mandaat om
deze week lierend door onze straten te
trekken.
De rinkinkelende Italiaansche orgeltjes
schijnen afgedaan te hebben. Er was er
niet oen, die zijn lichte toontjes spran
kelde over de luisterenden.
Het repertoire van de orgels was nogal
verschillend, daar Waren ten eerste de
klassieken, die met zware klankentrillers
en donkere toonen opera's ten gehoore
brachten, dan waren er de modernen dio
speelden„Moeder ik kan je niet missen"
en: „Ouwe schoen, ouwe schoen, weetje
nog van toen" en tenslotte waren er de
hyper- modernen met een: „Za Za je
mooie oogen, die trekken mij zoo onweer
staanbaar naar je toe".
Een bleeke, magere kermisjuf speelde,
zwaar transpireerend, dit verheffende
lied en steeds als ze kwam bij „die mooie
oogen" ontroerde ze zichtbaar.
Ja ja, dat 's ernst waarde lezer.
De harmonioavirtuozen werkten in het
zweet huns aanschijns hun programma
af en werden ook allen beloond met de
kaart, die hun de muzikale toegang tot
Helder zou ontsluiten.
Tragisch was het, dat er twee kinderen
van 5 of 6 jaar werden afgewezen. Niet
om het afwijzen, dat was noodig en goed,
maar omdat deze arme stakkertjes nu
reeds geëxploiteerd werden door hun
ouders.
Dan waren er verder gistermorgen do
aapmenschen, of beter, de menschen met
de apen, die ook, „permissie" moesten
hebben om met hun beestjes Helder's
straten door te trekken.
Tot groote hilariteit van de menschen-
massa, die voor het hoofdbureau stond
te genieten, kwam er zoo'n apenboest op
den rug van een hond aanrijden. In zijn
bek hield hij een oigaret, die hem blijk
baar goed smaakte, hij blies tenminste,
met vreeseljjk eigenwijs gezicht, kleine
rookwolkjes uit en met z'n verstandige
oogen keek hij de menschen spottend aan.
Zoo trok de heele muzikale kermisstoet
voorbij het hoofdbureau en ontvingen
bijna allen het bewijs van goedkeuring.
Dat was ook het beste wat de politie kon
doen, want in geval van weigering, zou
den ze toch in hun dagelijksch onderhoud
moeten voorzien en wie weet dan hoe.
Er waren ongure typen bij.
De politie deed zoo nu en dan nog een
goede vangst. U moet weten, dat er onder
die kermislui zijn, die nog het een en
ander op hun kerfstok hebben, een boete,
een paar dagen hechtenis die ze ont
vlucht waren etc. Toen ze nu in hun
maagdelijke onschuld op het bureau
kwamen, werden ze netjes terzijde geno
men en het procesverbaal onder hun neus
geduwd. Ze deden natuurlijk wel of ze
van den prins geen kwaad wisten, maar
het slot van de zaak was, dat ze betaalden.
En toch vormen de kermisorgeltjes,
hoe valsch en jankend soms, de meest
poOtisehe kant van de kermisweek.
Casino,
2^ «ara vond werd in Casino de kermia.
w geopend met de opvoering van het
•\mer.kaaasche blijspel „De Opschepper".
xj was zeer slecht bezet en de afwe-
zp,,v behoeven er geen spijt van te
ii ebben In weerwil van de schitterende
s e* in Handelsblad en Telegraaf,
welke wij afdrukten, aarzelen wij niet te
Vk ...en. dat *t een uiterst vervelend, saai
en gv- striooe stuk is. Gedurende twee
indeioos-lange bedrijven moesten wij de
volkomen onbeduidende gesprekken der
V-n aanhooren en de grollen en kun
aten van dezen opschepper medemaken.
In het derde bedrijf komt er ietwat leven
in srak en blijkt, dat de „opschepper"
ook noc i0*8 anders kan dan opscheppen
all-en. Maar zelfs deze niet onaardige
ontknooping kan het stuk als zoodanig
r iet redden. Het is ons volkomen een
raadsel hoe het Handelsblad schrijven
kon: „Een kostelijk blijspel, een steeds
i hkelijk vloeiende bron van gezonden
humor", en „de Telegraaf" het- een goed
gemaakt en handig stuk noemen kan!
Het is jammer, dat „Het Schouwtoo-
oeel" g«meend heeft voor de beide eerste
kermisavonden dit stuk te moeten geven.
Jammer omdat van de entrée de cham-
bre voor zoo'n gezelschap alles afhangt
en we hier toch waarlijk op tooneelgebied
geen Wtjes van buiten zijn, wel graag
een lacherig, maar dan toch ook een
aardig stuk willen zien.
Wat de-opvoering betreft, waren de
beide hoofdrollen, die van den „Opschep
per" en diens schoonmoeder, in handen
van Ko Arnoldi en mevrouw Wilh. van
der Horst-vah der Lugt Melsert. Deze
laatste maakte van haar schoonmoeder-rol
een allergezelligste creatie en gaf leven
dig en pittig spel. En Arnoldi, -blijkbaar
met de onmogelijke rol in zijn maag zit
tend chargeerde deze tot een lachwek
kende. zielige figuur. En dat was wellicht
nog het hoste wat ervan te maken 'was.
iïet gegeven was overigens niet onaardig
(-n er had van de hand van een Molière of
Heyennans iets grotesks uit kunnen
l,frHeden avond het nieuwste stuk „Zijn
filiaal? Hm! Hm!", een buitengewoon
lachstuk. Morgen (Woensdag) het praöh-
t ingespeelde „Drie wijze Gekken", ten
vorigen Jare eveneens hier opgevoerd. Het
Held Adv-hlad schreef daarvan toen o.a.,
dat dit het aardigste blijspel was, dat in
iang vertoond is, en liet zibh als volgt uit:
Hst ia trafiek van bet leven, die in de
Tetv-hiedenie der ..drie wijze gékken" wordt
gedemonstreerd;; het ie het leven zelf, dat zicih
opendeed voor ome. en de ten tooneele ge
voerde personen zijn inderdaad 1 ervende meur
Dit fijt» blijspel, waarvan alleen bet laatste
'x-driif mot de derteotdve-geeebi edenis en de
>n tampte gevangenen; alsmede de ontknoo-
ping wat nit den toon valt, althans niet op éen
hoogt» -taat (met de andere, werd eéhitterendi
vertolkt door Van Warmelo, Ko van Dijk en
Van Staaldnynen. Van Warmelo, met den gees-
i vi kop en de aristocratische allure als de
dokter Ko van Dijk met zijn geweldige etem
ziin imposante figuur ale de (bulderbast
TOeodore Findley, de deftige, lange cn magere
Van Staaldnynen ale de rechter, zij droegen
hot spel- en bot. was een genot ben gade te
slaan en van hen te genieten. Drie prachtrol-
lor. vertolkt door drie der beste Nederlandecbe
ypotore mogen wij de kermis niet dankbaar
zijn' Jat ons dit bracht?
Donderdag wordt het geestige blijspel
gegeven: „Met de verkeerde getrouwd'*,
waarbij men den geheelen avond zal kun
nen lachen en genieten van het prachtige
speL
Voorwaarts" (Rotterdam) zegt hiervan:
ï)o directie van het Schoiu-wtooneel heeft een
golukkig» hand- bij het kiezen van blijspelen
voor dit seizoen, een nieuwe „schlager", die
iuet groot succes ini den Tivoli-Sohouwburg
werd vertoond. Met stijgende vreugde beeft
het publiek bet spel gevolgd, dat er in alle
ooziobten °P berekend was om een maximum
>!ezier te verschaffen. De teltoemmale volle
betoond-
Het Volk":
y.vnJuxl die na zoo'n avond niet voldaan is,
ie wél een kniesoor. Voorai wanneer blijkbaar
iedereen om je heen zicihi heel goed amuseert.
Musls Sacrum.
net ging er recht vrooliJk naar toe,
gisteravond in Musis. Het was nog niet
ver na achten, dat wij een kijkje kwamen
nemen en toen was het bal reeds in vol
len gang. En de toeloop van danslustigen
bleef van dien aard, dat ik vreesde, dat
er weldra geen plaats zou overblijven om
te dauseu, want de daarvoor benoodigde
ruimte werd hoe langer hoe minder, door
nat haag van menschen langs de wan
den steeds dikker werd. Zou het publiek
iroweteu hebben, zoo vroeg ik mijzelve af,
aan deu vleugel zat: Moris Lopes Oar-
1 ,/0 componist van de welbekende Wash-
Shimmy, en dat de Jazz-band stond
onder leiding van Emiel de Vos, Rotter
dam? Zou men geweten hebben dat men
daardoor verzekerd was van wegsleepen-
dansmuziek, zoodat het zelfs voor
ouden van dagen moeilijk was om niet voor
d« varleiding te bezwijken en het ook nog
eens te n robeeren? Of kwam het publiek
om mevr. Emmy Vos, de welbekende sou-
hratte te hooren, die liedjes zong, vervaar-
liL,d door Emiel Renée de Vos? Maar wie
ook de componist of de dichter moge zijn,
waar is dat zij direct haar gansche gehoor
boeide met haar soms luchtige en schalk
s-hé maar ook soms zeer ernstige en aan-
uriioeude liedjes. Ook de heer Paul Ostra,
conferencier en cabaretier, wist ons door
„Hu levensliedjes, soms van eigen tekst,
te doen vergeten dat wij in een balzaal
vertoefden, doch verplaatste ons ln het
het volle, rijke, soms ook zoo droeve le
ven* maar dan voerde de heer Cardozo
aan'den vleugel of de violist, die danste
over den balvloer, ons weer naar het rijk
waar Terpsichore haar scepter zwaait
Maar wat alleen al een gang naar Mu
sis rechtvaardigde is het optreden van
Mad.elle Emerants, die ons vergastte op
ïriuwsiake danskunst Daar kan men een
voudig uiets van navertellen. Dat gaat