T I Hoofdpijn TWEEDE EN LAATSTE BLAD. PLAATSELIJK NIEUWS. VAN DINSDAG 7 JULI 1925. de autonomie der gemeenten. n. Ingezonden Mededeeling. De KERMIS. Tivoli-Sohouwbung beeft bartel ijken bijval eerste Nog steeds luidt de eerste zin van artikel 148 der Grondwet „Aan het hoofd der Gemeente staat een Raad". Hiermede Is het zelfbestuur der plaatselijke gemeen schap vastgelegd en erkend, de autonomie der gemeente vrijwel verzekerd. De Raad beheert het vermogen, de eigendommen der gemeente, maakt de verordeningen, die Tn het huishoudelijk belang der gemeente noodig zijn, stelt zelf behoudens enkele uitzonderingen de amb tenaren aan, in het kort is baas in eigen huis. Natuurlijk is de zelfstandigheid in het belang der Staatsorde hier en daar beperkt en onder contróle gesteld, maar ln wezen is de omschrijving van het gemeentelijk zelfbestuur nog steeds aldus. Een der vormen van toezicht is het on derwerpen van alles wat het vermogen d$r gemeente aanbelangt aan de goedkeuring van hooger gezag, ln dit geval van Gede puteerde Staten, terwijl om willekeur zoo veel mogelijk te begrenzen, van beslissin gen dienaangaande beroep op de Kroon openstaat. De artt. 208 e. v. der Gemeentewet han delen over de begrooting van inkomsten en uitgaven, waarop volgens art. 205 een zeker aantal posten van uitgaaf moeten voorkomen, de z.g.n. verplichte uitgaven. Daarnaast regelt de Raad zelf, wat hij in het volgend dienstjaar zal besteden, langs welke lijnen het gemeentebestuur verder zal worden geleid. Om te werken, zoo bepaalt art. 207, be hoeft de begrooting de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Dit College heeft dus toe te zien, of de begrooting is ingericht volgens voor schrift, of de uitgaven behoorlijk zijn ge dekt, of de verplichte uitgaven er op voor komen en of er overigens geen onwettig heden in zijn verscholen. Dat is dus één der elementen van toe zicht. Niet ontkend kan intusschen worden, dat dit toezicht zich verder uitstrekt en zich ook verder mag uitstrekken. Wanbeheer moet natuurlijk worden voorkomen, de instandhouding van het gemeentelijk vermogen, den Raad opge dragen, dient voortdurend getoetst, on duldbare lasten naast uitgaven die te ver mijden zijn, geeft Ged. Staten recht tot het uitspreken van hun veto, daarover zijn we het allen eens. In het algemeen belang valt er te waken, dat er tusschen ontvangsten en uitgaven evenwicht zij en dat ook de Raad geen handelingen pleegt, die een toekomstig geslacht bezwaren ten gunste van het thans levende. Dat ook hier reeds een bron van con flicten kan ontstaan, zij grif erkend; doch is niet te voorkomen. Het hooger beroep moet hier voor willekeur waken. Met voogdij is dit alleö niet te vergelijken. De voogd handelt zelf voor zijn minderjarige pupil, maar behoudens duidelijke gevallen van onwil, voor zoover het de verplichte uitgaven betreft, treedt hooger gezag hier nooit handelend op; doch dwingt alleen door onthouding van goedkeuring tot anders handelen van de aan zijn toezicht onderworpen Colleges. „Blijkbaar", schreef Thorbecke in zijn werkje Over plaatselijke begrooting" „moeten Gedeputeerde Staten in een wèl geordend stelsel noch post noch cijfer rechtstreeks kunnen voorschrijven. Daarentegen moeten zü, in het belang van het gemeentevermogen, kunnen weren of beperken. Wat echter dit be lang voor elke gemeente en öp elk tijd stip in 't bijzonder vordere, of toelate, is natuurlijk voor geen algemeenen re- gel vatbaar; het inzicht der Staten in het doel der voorgestelde uitgave, ver geleken met de behoefte en de middelen aer gemeente, zal moeten beslissen. Artikel 210 der Gemeentewet zegt ver der, dat Ged. Staten hunne goedkeuring onthouden aan de begrooting in haar ge heel, gelijk zij door den Raad is vastge- En Oppenheim zegt dan ook op blz. 501 Deel I, van het „Nederl. Gemeenterecht" zeer juist: ,JDe geest van ons gemeenterecht en de omstandigheid, dat speciale burger rechtelijke handelingen de goedkeuring eischen van de Gedeputeerde Staten, brengen mede, dat zij zoo weinig moge lijk, liefst niet, zich inlaten met een on derzoek naar het nut en de noodzake lijkheid van uitgaven, die de Raad meent te moeten doen." „Te eerder, daar de Raad bij de uit oefening van zijn belastingrecht ook weder gebonden is en daarin een vol doende veiligheidsklep is gelegen. Alleen gis zeer stellig blijkt, dat de gemeente door de uitgaaf ln het gedrang komen zal; als de omstandigheden zóó aanliggen, dat het gemeentebestuur zelf Jbi) Juister overleg" moet erkennen, dat lichtvaardigheid ln het spel is, of als uitgaven zijn voorgenomen, waarin het gemeentebelang zelfs met de mlkros- koop niet is te ontdekken, is er voor de Oed. 8taten aanleiding aan de niet ver plichte uitgaven den doortooht te wei geren." Twee criteria dus. De uitgaaf mag in verband met de geheele begrooting het gemeente-budget niet al te zeer bezwaren, en het gemeentebelang moet er in vol doende mate bij betrokken zijn. Wat echter dit laatsto aangaat, daarover oordeelt de Raad en pas Indien dit belang zelfs met 'de mikroskoop niet is te vinden, ja. dan is er voor hooger toezicht reden tot ingrijpen. T>e befaamde subsidie der gemeente 01- debroek in 1882, groot ƒ5.voor de expe ditie naar de Noordpool was b.v. zulk een uitgaaf, waartegen Ged. 8taten van Gel derland, o. i. terecht bezwaar hebben ge maakt.. Deze gemeente kreeg echter in looger beroep toch gelijk, omdat de uit gaaf het gemeentelijk budget niet over matig belastte. Nu is er in den laatst'en tijd door Ged. Staten van Noordholland eenige malen goedkeuring geweigerd in gevallen, dat dit College tegen bepaalde uitgaven be zwaar had. Eerst het Amsterdamsche meelbesluit, waarover wij, nu de Amsterdamsche Raad meende niet in beroep te moeten gaan en het ook geen onderwerp van debat in de Staten zal uitmaken, niet verder spreken zullen. Wij achten die beslissing van Ged. Staten eveneens onjuist, al kan niet wor den ontkend, dat hier althans de mogelijk heid bestond, dat de gemeente met niet te voorziene uitgaven zou worden bezwaard. Maar verder een aantal gemeentelijke begrootingen, waarop vaeantietoeslag voor kwam. Hier dient streng te worden onderschei den tusschen twee beslissingen ter zake. In het eene geval weigerde Ged. Staten de goedkeuring omdat er een post Vaean tietoeslag op voorkwam, in het andere waarschuwde zij de gemeente, dat, indien op een volgende begrooting die post zou voorkomen, de goedkeuring niet zou wor den verkregen. Ieder voelt direct, dat het tweede op treden véél en véél erger ls dan het eer ste. De waarschuwing aan Amsterdam heeft dan ook wel het meeste stof doen opwaaien en vele pennen in beweging gebracht. De onthouding van goedkeuring aan do begrootingen voor 1925 van Haarlem, Zaandam, Zaandijk en Enkhuizen dit jaar was óók erg, doch hier is plaats voor een onderzoek naar de vraag, of het gemeente budget misschien niet te zwaar zou wor den belast. In het optreden tegen Amster dam is die vraag niet eens gesteld, laat staan onderzocht, hetgeen dan ook niet mogelijk was, aangezien hier Ged. Staten reeds oordeelen over een begrooting, dio er nog niet is. Nu wordt beweerd, dat verleden jaar de andere genoemde vier gemeenten even eens een dergelijke waarschuwing hadden ontvangen. En men zou zich dus kunnen verbazen over het feit, dat toen reeds niet verzet is ontstaan. Er vas echter oenig verschil. Tegen deze vier begrootingen voor 1924 was aanvankelijk bezwaar ge maakt, doch door de gevoerde correspon dentie waren Ged. Staten genoopt, de be grooting dien keer goed te keuren. Zij deden dit onder mededeeling, dat voor een volgende begrooting, waarop die va eantietoeslag voorkwam, de goedkeuring nu niet beteekende, dat die volgende ook zou worden goedgekeurd. Het karakter van een algemeene aanschrijving had de brief toen niet, terwijl dit jaar aan al de gemeenten, die dezen post nog raamden, dezelfde waarschuwing is gedaan en we in een vorm, die goedkeuring van de be grooting vrijwel uitsluit. Mogen Ged Staten tegen één bepaalden post bezwaar maken? Naar onze meening wel. Om een voor beeld te noemen. Eene gemeente met zeer hooge lasten en geringe draagkracht, wellicht gesteund door eene Rijks- en Pro vinciale bijdrage in hare huishouding, die een uitgaaf als de vaeantietoeslag op de begrooting net, zou in aanmerking komen, om hare begrooting terug te krijgen. Hoe groot e 'waarde aan den vaeantie toeslag moet worden toegekend, het is niet te ontkennen, dat het een der uitga ven is, die naar een zekere lïixe zweemt, die men zich niet kan veroorloven, als men te arm ia. Dit was echter met geen der begrootin gen, hier bedoeld, het geval. De uitgave was in verhouding tot het totaal cijfer ge ring en zog de lasten hoegenaamd niet verlichten, ais ze verdween. Waar in zulke gevallen de Raad het een gemeentelijk belang acht, zijn ambtenaren dien toeslag te geven, daar hebben naar ogze meening Gedeputeerde Staten hun handen thuis te laten. Dit is dus al erg. Maar hoe erg wordt het dan, indien dit Ooilege van te voren al decreteert, als een zekere post op je volgende begrooting komt, onthouden we goedkeuring?" We zouden haast vragen, zouden do Gedeputeerden maar niet liever op het gemeentehuis samen met B. en W. de ont- werp-begrooting opstellen? In beide gevallen is er dus grove wille keur, maar in het laatsto geval zijn Ged. Staten vér over de grens van hun be voegdheid. Zij beoordeelen de bogrooting, zooals zij door den Raad is vastgesteld en alleen het model is door hen volgens de Wet voor geschreven. Maar den gemèenteraad van te voren zeggen: die post mag er niet meer op voorkomen, Is een aantasting van 's Raads zelfbestuur, waarmede, geen enkel ver standig mensch het eens kan zijn. Of Gedeputeerden zelf vóór of tegen het instituut van den vaeantietoeslag zijn, kan ieder koud laten. Alleen de Raad oor deelt daarover voor zijn ambtenaren, die door of vanwege hem zijn aangesteld en worden bezoldigd naar zijn regelen. Als de Raad dit doet, dan acht hij dat een gemeentebelang, dat zonder oenig toe stel door ieder is te ontdekken. En indien het bedrag de totale uitgaven niet be zwaart, dan is er geen enkele reden voor hooger gezag tot ingrijpen. Laat staan, indien men die factoren nog niet eens kent, zooals in het geval Amster dam, die op hare begrooting 1925 met vaeantietoeslag goedkeuring erlangt en op een begrooting 1926, die er gunstiger uit zal zien dan haar voorgangster, bij voorbaat de goedkeuring ziet onthouden. Gaat dit zoo door, dan is de autonomie der gemeenten voortaan een doode letter. Want na den vaeantietoeslag .gaan dan bedaart spoedig door gebruik van een paar Mljnhardt'i Hoofdpijntablettan. Buisje 60 et. Ged. Staten zich met de loonen der ge meenteambtenaren bemoeien. Trouwens, Gedeputeerden van Noord- lolland deden dit reeds. De vloek der booze daad heeft reeds geleid tot onthou ding van goedkeuring aan de gewijzigde l>egrooting van Zaandijk, welker Raad dezêlfde bedragen als verhooging der loo nen op de begrooting uittrok. Tot welke inconsequenties dit alles leidt, moge verder uit de volgende voorbeelden blijken. Enkhuizen, dat hetzelfde deed als Zaan dijk, maar er als toelichting bij zette, dat de loonen eigenlijk te laag waren, zag haar begrooting alleen om die reden goedge keurd.... Maar intusschen bemoeien Gedeputeer de Staten zich aldus met de meest interne aangelegenheden der gemeente, die geheel onder het wettige zelfbestuur van den Raad behooren. Het erge is bovendien, dat de meeste gemeentebesturen met de vakvereenigin gen van haar personeel ln georganiseerd overleg tot vaststelling der arbeidsvoor waarden komen. Als regel is dus behoud van den vaean tietoeslag de vrucht van dat overleg en die vrucht heeft -het karakter van eën over eenkomst tusschen ambtenaren en ge meentebestuur, iets waartoe de gemeente volledig bevoegd is. Ged. Staten halen door die overeenkomst oen streep, storen zich aan geen overleg, hoe moeizaam dikwijls gepleegd, en ma ken daardoor dit instituut, dat op vreed zame wijze de belangen van beide partijen tracht te overbruggen, ook nog kapot. Is het wonder, dat het Hoofdbestuur van den Ned. Bond van Overheidsperso neel een onderhoud aan Ged. Staten vroeg, om eens over die vacantietoeslagen te kunnen praten met het Ooilege. De werkgevers dér gemeenteambtena ren, zoo heeft dit bestuur zeer terecht ge redeneerd, zetelen in Haarlem. Niet B. en W., die dit deel van het in komen onzer leden wel willen geven, moe ten wij hebben, maar Ged. Staten, die dit onzen eigenlijken werkgever onmogelijk maken. Natuurlijk is dit onderhoud geweigerd op grond, dat Ged Staten hier hun wettig toezicht op de begrootingen uitoefenen, maar we geven het voorbeeld als staaltje in welk wespennest Gedeputeerde Staten zich reeds hebben gestoken. Er is bovendien nog iets en het was de gemeente Zaandam, die daarop de aan aacht heeft gevestigd. In de meeste ge meenten is de vaeantietoeslag niet alleen vrucht van het georganiseerd overleg, doch is die tevens in een Reglement op de rechtspositie vastgelegd. De gemeenteambtenaren zouden de ge meenten dus in rechten kunnen aanspre ken, indien, hetgeen in een wettige veror (lening hen is toegelegd, niet wordt uit betaald. En de consequentie is dus hieruit weder,' dat Ged. Staten aanstonds wellicht den Raden vragen die verordeningen irr te trekken, of althans te wijzigen. Dat is weder een ingrijpen in de auto nomie, daar die verordeningen niet aan de goedkeuring van hoogere Colleges zijn ondérworpen. Gemeenteraden, die dus iets voor zelf bestuur voelen, zullen weigeren aan dat verzoek te voldoen. Welnu, dan kunnen Ged Staten de ver ordeningen, die er nog zijn, aan de Kroon ter vernietiging voordragen.... En wellicht met groote kans op succes, evenals dat het' hooger beroep door Haar- 1 lem en Zaandijk bij dit orgaan ingesteld tegen de niet goedkeuring hunner begroo ting misschien weinig kans heeft. Het erge is, dat Ged Staten daar op rekenen en eigenlijk als eenigst argument voor hunne houding aanvoeren, dat het Rijk zoo tegen vaeantietoeslag is. Wij hopen, dat de interpellatie-Mendels in de Staten in elk geval dit gevolg zal hebben, dat de meerderheid van dit lichaam uitspreekt, de gemeentelijke auto nomie hoog te willen houden en dat de taak in art. 143 der Prov. Wet aan de Sta ten voorbehouden' en krachtens art. 161 namens hen uitgeoefend op deze wijze niet wordt vervuld zooals zij dat wen- schen. We eindigen met een woord, waarmede Oppenheim zijn beschouwing over dit onderwerp besluit en dat zoo Juist het criterium aangeeft, waarnaar Ged Staten ten deze hebben te handelen: „Nagegaan moet worden, of met de uitgaaf een rechtstreeksch, of verwij derd, maar altijd meer, of minder tast baar, gemeentebelang is gemoeid Van het ja, of neen, dat deze vraag uitlokt, is de vrijheid, of het verbodafhan kelijk." Haarlem, 226*25. A. W. MICHELS. Door het raadslid mevr. van der Hulst Heeroma is het navolgend schrijven aan B. en W. gezonden: Ondergeteekende verzoekt beleefd in de eerstvolgende openbare raadsvergadering antwoord op de volgende vragen: Welke motieven hetbben B. en W. ge leid een openbare sohool besohikbaar te stellen tot het doen aangeven van leerlin gen voor een bijzondere school (openbare school Vlamingstraat). Meenen Burgemeester en Wethouders dut zulks geschiedt in het belang van het openbaar onderwijs? AlkmaarPacket Uit de* advertentie in dit nummer blijkt, dat met ingang van Donderdag aa. du goederenbooten van de Alkmaar Pa cket van Amsterdam des morgens 10 uur vertrekken in plaats van 8 uur des namid dags. Een plelzlertreln. Zondagmorgen tegen 10 uur kwam hier een extra trein van Amsterdam, die niet minder dan 830 passagiers in onze stad bracht. Het weer voor deze „dagjesmenschen" was prachtig. Stralend stond de zon aan onbewolkten hemel en zilver lichtte de zee tot aan den wijden horizon. Een genot voor stadsmenschen, de wijde perspec tieven die onze zeedijk biedt, onze duinen en ons polderlandschap, alles juichend van licht op dezen blijden dag. De autobussen aan het station werden bestormd, en volgeladen reden ze naar Huisduinen en de donkere duinen, waar het vooral in den namiddag krioelde van de menschen. Den geheelen dag was het overvol op het strand. De groote warmte, die meerdere men schen een hittegolf deed voorspellen, was oorzaak, dat de zee vol was met sparte lende, proestende en zwemmende men schen. Zalig zoo'n zeebad, dat je verfrischt naar lichaam en geest. Op het Badhuis was geen plaatsje onbezet, de kellners hadden het den ge heelen dag bizonder druk en het strijkje deed vroohjk de klanken over de bezoekers heendeinen. Dennenheuvel trok ook veel be zoekers diéverruktwaren over den prachti- gen speeltuin op Huisduinen. Er werd druk gebruik gemaakt van de verschillende attractie's die Dennenheuvel in zoo ruime mate zijn bezoekers biedt. Ook op Duinoord was de toeloop groot. Veel menschen trokken de donkere duinen in, die ieder jaar fraaier en meer begroeid worden. De heer Klop was zeer tevreden over het bezoek aan zijn inrich ting. Zijn beide autobussen onderhielden een geregelde verbinding van de stad op de donkere duinen. De Amsterdammers hebben Zondag buitengewoon genoten van zee, strand en duinen en verschillende uitingen van tevredenheid werden gehoord over de genotvolle omgeving die onze stad voor ae buitenmenschen heeft. Het weer werkte natuurlijk ook bizonder mee om alles van zijn beste kant te laten zien. De goedkoope trein van Zondag heeft weer getoond de groote animo die erbij de Amsterdammers is om naar onze stad tè komen. Wij gelooven dan ook, dat het én voor onze stad èn voorde Nederland- sche spoorwegen van belang zou zijn meer goedkoope treinen te doen rijden. Om 8.22 uur Zondagavond vertrok de trein onder groote belangstelling van de zijde van het publiek naar Amsterdam. De muzlekjury. Achter de ramen op het hoofdbureau van Politie, zat de mu^iekcommissie met luisterend oor, de klanken van de lierende menschen buiten, op te vangen. In den inham, opzij van het bureau, stonden de kermismenschen draaiend aan hun orgel, trekkend aan hun harmonica of rammelend met hun tamboerijn, in spanning te musiceeren. De uitslag van de jury was noga) bevredigend. Alle muzikanten bekwamen vrij mandaat om deze week lierend door onze straten te trekken. De rinkinkelende Italiaansche orgeltjes schijnen afgedaan te hebben. Er was er niet oen, die zijn lichte toontjes spran kelde over de luisterenden. Het repertoire van de orgels was nogal verschillend, daar Waren ten eerste de klassieken, die met zware klankentrillers en donkere toonen opera's ten gehoore brachten, dan waren er de modernen dio speelden„Moeder ik kan je niet missen" en: „Ouwe schoen, ouwe schoen, weetje nog van toen" en tenslotte waren er de hyper- modernen met een: „Za Za je mooie oogen, die trekken mij zoo onweer staanbaar naar je toe". Een bleeke, magere kermisjuf speelde, zwaar transpireerend, dit verheffende lied en steeds als ze kwam bij „die mooie oogen" ontroerde ze zichtbaar. Ja ja, dat 's ernst waarde lezer. De harmonioavirtuozen werkten in het zweet huns aanschijns hun programma af en werden ook allen beloond met de kaart, die hun de muzikale toegang tot Helder zou ontsluiten. Tragisch was het, dat er twee kinderen van 5 of 6 jaar werden afgewezen. Niet om het afwijzen, dat was noodig en goed, maar omdat deze arme stakkertjes nu reeds geëxploiteerd werden door hun ouders. Dan waren er verder gistermorgen do aapmenschen, of beter, de menschen met de apen, die ook, „permissie" moesten hebben om met hun beestjes Helder's straten door te trekken. Tot groote hilariteit van de menschen- massa, die voor het hoofdbureau stond te genieten, kwam er zoo'n apenboest op den rug van een hond aanrijden. In zijn bek hield hij een oigaret, die hem blijk baar goed smaakte, hij blies tenminste, met vreeseljjk eigenwijs gezicht, kleine rookwolkjes uit en met z'n verstandige oogen keek hij de menschen spottend aan. Zoo trok de heele muzikale kermisstoet voorbij het hoofdbureau en ontvingen bijna allen het bewijs van goedkeuring. Dat was ook het beste wat de politie kon doen, want in geval van weigering, zou den ze toch in hun dagelijksch onderhoud moeten voorzien en wie weet dan hoe. Er waren ongure typen bij. De politie deed zoo nu en dan nog een goede vangst. U moet weten, dat er onder die kermislui zijn, die nog het een en ander op hun kerfstok hebben, een boete, een paar dagen hechtenis die ze ont vlucht waren etc. Toen ze nu in hun maagdelijke onschuld op het bureau kwamen, werden ze netjes terzijde geno men en het procesverbaal onder hun neus geduwd. Ze deden natuurlijk wel of ze van den prins geen kwaad wisten, maar het slot van de zaak was, dat ze betaalden. En toch vormen de kermisorgeltjes, hoe valsch en jankend soms, de meest poOtisehe kant van de kermisweek. Casino, 2^ «ara vond werd in Casino de kermia. w geopend met de opvoering van het •\mer.kaaasche blijspel „De Opschepper". xj was zeer slecht bezet en de afwe- zp,,v behoeven er geen spijt van te ii ebben In weerwil van de schitterende s e* in Handelsblad en Telegraaf, welke wij afdrukten, aarzelen wij niet te Vk ...en. dat *t een uiterst vervelend, saai en gv- striooe stuk is. Gedurende twee indeioos-lange bedrijven moesten wij de volkomen onbeduidende gesprekken der V-n aanhooren en de grollen en kun aten van dezen opschepper medemaken. In het derde bedrijf komt er ietwat leven in srak en blijkt, dat de „opschepper" ook noc i0*8 anders kan dan opscheppen all-en. Maar zelfs deze niet onaardige ontknooping kan het stuk als zoodanig r iet redden. Het is ons volkomen een raadsel hoe het Handelsblad schrijven kon: „Een kostelijk blijspel, een steeds i hkelijk vloeiende bron van gezonden humor", en „de Telegraaf" het- een goed gemaakt en handig stuk noemen kan! Het is jammer, dat „Het Schouwtoo- oeel" g«meend heeft voor de beide eerste kermisavonden dit stuk te moeten geven. Jammer omdat van de entrée de cham- bre voor zoo'n gezelschap alles afhangt en we hier toch waarlijk op tooneelgebied geen Wtjes van buiten zijn, wel graag een lacherig, maar dan toch ook een aardig stuk willen zien. Wat de-opvoering betreft, waren de beide hoofdrollen, die van den „Opschep per" en diens schoonmoeder, in handen van Ko Arnoldi en mevrouw Wilh. van der Horst-vah der Lugt Melsert. Deze laatste maakte van haar schoonmoeder-rol een allergezelligste creatie en gaf leven dig en pittig spel. En Arnoldi, -blijkbaar met de onmogelijke rol in zijn maag zit tend chargeerde deze tot een lachwek kende. zielige figuur. En dat was wellicht nog het hoste wat ervan te maken 'was. iïet gegeven was overigens niet onaardig (-n er had van de hand van een Molière of Heyennans iets grotesks uit kunnen l,frHeden avond het nieuwste stuk „Zijn filiaal? Hm! Hm!", een buitengewoon lachstuk. Morgen (Woensdag) het praöh- t ingespeelde „Drie wijze Gekken", ten vorigen Jare eveneens hier opgevoerd. Het Held Adv-hlad schreef daarvan toen o.a., dat dit het aardigste blijspel was, dat in iang vertoond is, en liet zibh als volgt uit: Hst ia trafiek van bet leven, die in de Tetv-hiedenie der ..drie wijze gékken" wordt gedemonstreerd;; het ie het leven zelf, dat zicih opendeed voor ome. en de ten tooneele ge voerde personen zijn inderdaad 1 ervende meur Dit fijt» blijspel, waarvan alleen bet laatste 'x-driif mot de derteotdve-geeebi edenis en de >n tampte gevangenen; alsmede de ontknoo- ping wat nit den toon valt, althans niet op éen hoogt» -taat (met de andere, werd eéhitterendi vertolkt door Van Warmelo, Ko van Dijk en Van Staaldnynen. Van Warmelo, met den gees- i vi kop en de aristocratische allure als de dokter Ko van Dijk met zijn geweldige etem ziin imposante figuur ale de (bulderbast TOeodore Findley, de deftige, lange cn magere Van Staaldnynen ale de rechter, zij droegen hot spel- en bot. was een genot ben gade te slaan en van hen te genieten. Drie prachtrol- lor. vertolkt door drie der beste Nederlandecbe ypotore mogen wij de kermis niet dankbaar zijn' Jat ons dit bracht? Donderdag wordt het geestige blijspel gegeven: „Met de verkeerde getrouwd'*, waarbij men den geheelen avond zal kun nen lachen en genieten van het prachtige speL Voorwaarts" (Rotterdam) zegt hiervan: ï)o directie van het Schoiu-wtooneel heeft een golukkig» hand- bij het kiezen van blijspelen voor dit seizoen, een nieuwe „schlager", die iuet groot succes ini den Tivoli-Sohouwburg werd vertoond. Met stijgende vreugde beeft het publiek bet spel gevolgd, dat er in alle ooziobten °P berekend was om een maximum >!ezier te verschaffen. De teltoemmale volle betoond- Het Volk": y.vnJuxl die na zoo'n avond niet voldaan is, ie wél een kniesoor. Voorai wanneer blijkbaar iedereen om je heen zicihi heel goed amuseert. Musls Sacrum. net ging er recht vrooliJk naar toe, gisteravond in Musis. Het was nog niet ver na achten, dat wij een kijkje kwamen nemen en toen was het bal reeds in vol len gang. En de toeloop van danslustigen bleef van dien aard, dat ik vreesde, dat er weldra geen plaats zou overblijven om te dauseu, want de daarvoor benoodigde ruimte werd hoe langer hoe minder, door nat haag van menschen langs de wan den steeds dikker werd. Zou het publiek iroweteu hebben, zoo vroeg ik mijzelve af, aan deu vleugel zat: Moris Lopes Oar- 1 ,/0 componist van de welbekende Wash- Shimmy, en dat de Jazz-band stond onder leiding van Emiel de Vos, Rotter dam? Zou men geweten hebben dat men daardoor verzekerd was van wegsleepen- dansmuziek, zoodat het zelfs voor ouden van dagen moeilijk was om niet voor d« varleiding te bezwijken en het ook nog eens te n robeeren? Of kwam het publiek om mevr. Emmy Vos, de welbekende sou- hratte te hooren, die liedjes zong, vervaar- liL,d door Emiel Renée de Vos? Maar wie ook de componist of de dichter moge zijn, waar is dat zij direct haar gansche gehoor boeide met haar soms luchtige en schalk s-hé maar ook soms zeer ernstige en aan- uriioeude liedjes. Ook de heer Paul Ostra, conferencier en cabaretier, wist ons door „Hu levensliedjes, soms van eigen tekst, te doen vergeten dat wij in een balzaal vertoefden, doch verplaatste ons ln het het volle, rijke, soms ook zoo droeve le ven* maar dan voerde de heer Cardozo aan'den vleugel of de violist, die danste over den balvloer, ons weer naar het rijk waar Terpsichore haar scepter zwaait Maar wat alleen al een gang naar Mu sis rechtvaardigde is het optreden van Mad.elle Emerants, die ons vergastte op ïriuwsiake danskunst Daar kan men een voudig uiets van navertellen. Dat gaat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 5