't Jutter tje Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, üonderlinge lotgevallen hi het Dagelijksch leven v«n ZATERDAG 18 JULI 1925 Nl 184 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Weegschalen. welkom zijn. Zoo'n zomer la eem blijheids- Dat zijn voorwerpen, welke een krulde- accumulator, waaruit nog ver in den nier gebruikt om er zijn duim nu en dan herfst geput kan worden, eens op te laten rusten. Leve de zomert Weg met het woord hittegolf en daarvoor in de plaats: zoaner- wellust. DE DIKKE ZOMERGAST. De gevolgen van een leugen. Mevrouw Jeremias hield een pension ii Villa Sweethome te Zandvoort. Het pmsion was rendabel, want mevrouw Je- renias verstónd haar vak. Ze wist precies hoveel voedsel 'n mensch noodig had om nit van honger te sterven en ze deed der- have meer met een pond gehakt dan an- dee hospita's met 'n half varken. Ie maaltijden in Sweethome werden altij keurig aangediend. Maar de titels erv».Dejeuner, Lunch, en Diner wa ren e- wel het hoofdbestanddeel van. Nu gebeude het wel nooit dat gasten die een maal a Sweethome gelogeerd hadden er nog eos voor dé tweede maal terug kwa men, naar dat gaf mevrouw Jeremias geen zrgen.Werd er niet iedere se conde en nieuw menschenkind geboren? Nu lwam er kort geleden een buiten gewoon dikke man meneer van Gilse heette Ij in Sweethome om logies vra gen. Mevruw Jeremias zag hem en viel hem hast om den hals van vreugde Dat was nu een man met 'n lichaamsom vang, din iedere hospita haar benijden zoul Zoen man iederen dag je huis in on uit gaarie, was de allerbeste reclame die er voor en pension bestaan kon. Zoo kiam meneer van Gilse in Sweet home en de anderen moesten wel twee plaatsen roor hem vrij maken. Een wek lang was meneer Van Gilse in het pensin, waar hij zonder morren pre cies had gegeten wat hem werd voor ge zet, toen ïy eens op een zekeren morgen aan de kstdarae vroeg: Vint u dat ik mager ben geworden, mevrouw' Mevrouv Jeremjas schrok hevig. Want meneer wn Güsé was natuurlijk mager gewordenHet was niet mogelijk acht volle dagn in Sweethome te wonen, zon der af te 'allen als 'n doodzieke Mevrouv besefte dus ten volle het ge vaar, datier dreigde. Maar a wilde deze prachtige reclame voor haa: zaak niet verliezen. Voor den eersten kier in haar leven voelde ze de be- tetkenis ran een goede renommee.. Wal te loen? Onzn, meneer Van Gilse, sprak ze vaöt, hoe komt u erbij? U bent 'n toon- beed vangezondheidHeusch, meneer van Gilse... Ik zou zelfs zeggen, dat u nog dikkir geworden bent de laatste da gen».. Haar als u denkt dat u niet genoèg tr eten hebt gekregen, dan O.... nee nee., weerde de dikke UIT D£N TIJD VAN DE TREKSCHUIT Een geschiedenis la De Duizend en Een Nacht! Het volgende verhaaltje verplaatst ons een eeuv terug, in den tijd van de trek schuiten en nu kan men zeggen wat men wil, het was *n goede tijd. Men vloog niet met stoom aa electriciteit door het leven heen. 'n Leder had tijd oan te reizen, en in werkelijkheid iets van 'het leven te ge- lieten. Geachte lezeressen en lezers rekent ois alstublieft niet onder de langzamen, naar toch de 'bekentenis moet eruit: Nu vfegen de menschen door het leven heen ei zijn oud voor hun ti)d. Voeger ging dat anders. De trekschuit, wt 'n heerlijke reisgelegenheid, wat goot werd daarin gesmaakt, 't Was wat aners dan 'n autobua In de trekschuit zatmen op zfn gemak onder 'n vroolijk geajrek. Tegenwoordig stapt men in den trol of erger nog vlug vliegt men overde Ijzeren staven en men zegt elkaar uauwiiiks goeden dagl Eeiioegental personen vervoegden zich zjoo eea op een avond te Utrecht aan de nachtschuit, welke naar Amsterdam zou vertreken. Het negental wenschte den tocht akpassagier mee te maken. 'De beie roeven waren echter reeds afgehmu'. De reizigers moesten derhalve als zfmee wilden van het ruim ge- - bruik milten. Het tx&ial wilde echter, dat allen tot de z.g. gegede burgeklasse behoorden. Ze monsteren elkander en elk verheugde zich dier nacht zonder al te lastig gezel schap dor te zullen brengen. En niemanc had dan ok Terder bezwaar tegen hef ruim. I>ochzi< Juist als de bengel op houdt te lulden, tevyi elk reeds is gezeten, het touw losflpaakt en het paard voorge spannen, Qet zich opeens op den vasten af als in hevigen Bchrik.... dank u.... Maar btj het daarop volgende diner zorgde mevrouw Jeremias er niettemin voor, dat meneer Van Gilse het minst kleine stukje vleesch kreeg. En ook de volgende dagen wist ze hem nu en dan ets extra's toe te stoppen. Ze had nog nooit zoo'n zorg getoond voor een van raar gasten als juist voor deze levende reclamepop. Toch kwam hij na 'n poosje weer bij haar terug om te spreken. Mevrouw Jeremias begon hij k geloof toch zeker, dat ik magerder ge worden ben.... Mevrouw Jeremias sloeg de handen in een.... Maar meneer Van Gilse! riep ze uit hoe kunt het zeggen.... Onder ons gezegd: U bent wel eens zoo dik ge worden! Meneer van Gilse.. kreunde. Wel eens zoo dik zegt u? Goeie lemel... En hij verliet de kamer alsof hij geslagen wasl Na 'n uur kwam hij terug. Mevrouw, ik moet dadelijk vertrek ken, zei hij. Zijn hospita werd lijkbleek. Maar meneer* van Gilöe, bracht ze uit, dat kan tooh niet. Dat.o, mijnheer van Gilse als u eens wist.... Ik heb toch zoo m'n best gedaan.... Ja, ja, dat is zoo. Maar toch nog niet genoeg.... sprak van Gilse, want ziet u, k ben hier gekomen op recommandatie van mijn broer. Die was vorig jaar bijna zoo dik als ik en toen hij veertien dagen lier was leek hij wel 'n boomstronk.. Hij was zestig pond afgevallen!.... Dat leek mij nu het juiste middel ziet u.... Want ik heb al het mogelijke al geprobeerd om mager te worden.... Ik wil juist mager worden! Maar niets hielp me.... Totdat m'n broer verleden, jaar bij uIk greep me er aan vast als aan een laatste stroohalm. U was m'n laatste hoop.... En nou zegt u dat ik nog dikker nog wel eens zoo dik geworden ben?.. Ver schrikkelijk mevrouw.... Stuur me on middellijk de rekening boven.... Ik ver trek vandaag! WOORDVERKLARINGEN. HITTEGOLF, Wat je tegenwoordig al niet een soor ten van golven te verwerken krijgt en ln je aardsche 'bestaan tegenkomt! Vroeger had Je alleen maar te maken met de golven, die nu en dan eens over den dijk sloegen en de Wachtstenat en de daar ln de buurt gelogen straten blank zetten, doch thans zijn het hitte- en koude golven, draadlooze golven, geluld- en kleurengolven en wat nl golven meer, waarvan Je arme. hoofd langzamerhand begint te duizelen. Vroeger aanvaardde Je de hitte als een verschijnsel dat in den zomer wel eens voorkwam; dan gooide je je Jagje uit, Een goedkoope boekenkast Wie niet zoo gelukkig iB een mooie eikenhouten boekenkast te bezitten en i .4^ - iirmu" -wien de nüddelen of de ruimte ontbre- knoopte je vest ^J^gerde Je boordje k(,n er z;ch Zü0 een aan te schaffen of te w een hoek en kroop eenige malen per plaatsen) kan toch zelf een behooriyke dag te water. Je pufte een beetje en kdgt inrichten waar alle boeken enz. een zweette wat en daarmee was de zaak uit. piaats kunneh vinden. Thans lees je. al eenige dagen van te Men neemt hiertoe de deur uit een der voren, dat er een hittegolf op til is en^ al muurkasten, zeer eenvoudig door de is 'het dan haast nog noodig, jiat^je hier scharnieren er met een hamer uit te slaan van beneden naar boven. Men bergt de deur op zolder en beves tigd nu een glimmend koperen roe pre- tie aan kwast en bier met ijs. Tijden van cies op maat in den deuringang. Hieraan te voren maken ze zieh nl warm over de Jé kraag opzet van de rillerigheid, toch beginnen de menschen dan al te puffen en drinken zich bij voorbaat een indiges- 'n Bouquetje Ironie. Geniaal: 'n Gewoon mensch is iemand, die iets voor niemendal probeert te krijgen. Een geniaal mensch is iemand, wien dit ge lukt Zelfbedwang. Dat is de kunst om het te stellen buiten de dingen die je weet, dat je toch niet krijgen kunt Levensverzekering. Dat is de gelegenheid om er voor te zorgen, dat Je vrouw 'n huwelijksgift heeft voor haar eventueel volgend huwe lijk. komende warmte en ze zijn al half in el kaar gezakt vóór de eigenlijke warmte zich aanmeldt. Door het heen en weer loo- pen naar den thermometer om te kunnen oonstateeren hoe warm het nou eigenlijk is, zijn ze al zóó verhit, dat ze een smel ting nabij zijn. En èls dan de 'hittegolf werkelijk aan komt zwellen, dan is al hun weerstand daartegen door de voorafgaande zorg en ysbiertjes al zoo verbruikt, dat ze op het punt staan, als één der negen nikkertjes, als sneeuw voor de zon weg te smelten. Toen de hittegolven nog niet zoo ln zwang waren, scheen het toch ook nog wel een „panas" te kunnen zijn, dat getuigt wel het verhaal van Hildebrand, waarin Buikje weet te vertellen van hoe warm het was en hoe ver. En ook Laurillard heeft blijkbaar zoo'n warmteperiode eens meegemaakt, toen hij zijn vers, dat als *een nachtkaars uitgaat, op papier zette. De Amsterdamsche juffrouw in de vol gepropte diligense verzuchtte immers: „Och!" zucht nu de burgerjuffrouw, „Liefe mins! *k bin sou verhit; 't Mot wel syn, sou 'k haast gelouven, Da'k sou an de sonsij sit. Op uws plaassie is 't nog beiter, Maar hier sweit een mins zich doud; 'k Mot u seggen: van mijn handen Loopt een' plassie in me schout." Waarmee dus bewezen i^ dat de hitte golf wel als woord een uitvinding is van den laatsten tijd, maar dat het toch vroe ger ook wel eens „balsemiek" kon wezen. Alleen is er dit verschil, dat vroeger alleen gepuft werd tijdensde warmte, doch dat nu reeds gepuft wordt bij de aankondiging der hitte. Laten we echter dankbaar zijn, dat de zomer zich zoo *puik houdt en dat we het beetje warmte hebben te aanvaarden als iets te veel van het goede. •En een zoo prachtige zomertijd stemt tot een opgewekter opvatting van het le ven en is aanleiding tot een uitbundige ontplooiing van den drang naar buiten, naar bosch en strand en zee. De badplaatsen hebben wijd htm poor ten geopend en na de miserabele zomers der laatste jaren zal deze hitte hun dubbel hangt men met mooie diepe plooien aan koperen ringen 'n liefst gevoerd deur gordijn (De z.g. landhuisstof is hier voor o.a. zeer geschikt). Daar de afstand tuschen de planken der kast wel wat groot is in den regel en er dus een gapende ruimte overblijft^ tus- schen de boeken en de daarboven liggen de plank, kan men: öf, als men handig is de planken dichter op elkaar plaatsen door de dwarsregels te verplaatsen en er een of twee planken aan toe yoegen, öf daar dit nogal bezwaarlijk is beves- tige men losse strooken van dezelfde stof als de gordijnen aan de planken bij wijze van val, zoo breed, dat juist de bedoelde open ruimte wordt aangevuld. leermiddelen en meifet hierbij op, dat een groot kind in den regel belangstelling heeft voor heel andere dingen -dan een klein kind..1 (Verslag rede Dr. Montosserl.) Onze moderne musici. De pianist Paderewsky heeft onlangs een aanbod geweigerd van een millloen dollars voor een oönoert tournee ln Ame rika. HIJ zal niet meer in het publiek op treden al biedt men hem het dubbele. Al leen als hy zelf trek heeft, zal hij spelen ln het openbaar en dan nog alleen voor liefdadige doeleinden. Verder zal hy zich 'bezighouden met het ootmponeeren van muziek voor do oude Poolsche volksliedjes. (Journal de Genève.) Rassenhaat! In de school voor adelborsten in een kleine Fransóhe stad, moest op bevel van den Franschen officier een kleine Fran- sche afdeeling bestaande uit een ser geant en tien man, die daar oefeningen hielden het aldaar aanwezige beeld van Blüoher, afkomstig van het voor malige oorlogsschip Blüoher, in elkander slaan en- op de mestvaalt werpen 1 (Persbericht.) De Cinema-wereld. Men schat het aantal biosoopen over de geheele wereld op hét oogenblik op ruim 70.000 stuks. In Duitschland worden de cinema-theaters per dag bezocht door meer dan twee mfllioen menschen. In En geland 'bedraagt het aantal per weék naar de statistieken meer dan 10 millioen. En in geheel Amerika bedraagt het aan tal bezoekers van de -gezamenlijke bios copen'per dag niet minder dan.7 mil lioen! (De Film,) Nieuwe goudkoningen. Men rangschikke de boeken netjes op In het Peak-distrikt (Engeland), is voor de planken en heeft zoo 'n heel geschikte 'n poos geleden 'n nieuwe goudader ont- boekenkast. dekt. Reeds lang hadden de werklieden Men kan er z'n kranten, papieren, e.d. ]n de buurt er de lucht van, d.wz ze ver die anders dikwijls blijven slingeren, moedden dat er wei wat te halen zou zyn. mede in opbergen Als het kan moet men de kast niet bij de deur, doch in den hoek nemen. Dit heeft het voordeel ten eerste, dat er niet zoo •gemakkeUjk stof in waait. En ten tweede, dat men in den hoek 'n poef met 'n kleine tafel 'kan zetten. Liefst ook met 'n schemerlamp, waardoor men 'n gezel lig leesboekje krijgt. 'n Dergeiyke indeeling is vooral zeer geschikt voor 'n meisjeskamer. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Dat zou Je niet zeggen! Weinig menschen zyn in doorsnee zoo conservatief als ouderlingen en.stu denten! (Minerva.) Op 'n kleinigheid na. De verschillende voorspellingen ten opzichte van het vergaan van de wereld schynen in ieder opzicht meestal juist te zyn, behalve dan wat belieft.den datum. (Brooklyn Eagle.) - Jonge.Jonge.... .Hier demonstreert mevtouw enkele En een aantal mijnwerkers maakten er hun gewoonte van om des Zondags en op de vrije dagen er met houweel en schop op uit te gaan. En op zekeren dag zijn ze werkelijk ge stuit op een goeden ader, die goud bevat en misschien zeer belangrijk worden zaL Volgens het aloud bestaande recht in Engeland zijn nu de vinders ook de wer- kéiyke bezitters. De ader zal worden ge ëxploiteerd en de eigenaars zullen worden bijgestaan door de „Derbyshire Miners Association"! (Daily Ghronicle.) New Yorksche Rhapsodle. In de stad New York is een georgani seerde propaganda in het leven geroe pen om anuziek te brengen in het bestaan vam iederen individu in deze stad. Geen enkele klasse der gemeente zal er vrij van blijven. Voor de 700.000 kinderen op de New Yorksche scholen zullen er tijdens een in te richten „Muziek-week" speciale con certen en koorzangen worden gehouden. Andere muziekuitvoeringen zyn ge organiseerd ten behoeve van employé's in al de voornaamste kantoren, magazy- nen en fabrieken en werkplaatsen. Daar naast zullen hospitalen, gevangenissen, krankzinnigen- en andere gestichten-, bes- wal het geroep van een tienden passagier hooren, die nog uit alle macht komt aan- loopen. Het was een straatkoopman, die met 'n grauwen zak 'bij zich al hygende en blazende de schuit kamt 'binnen stappen. Niemand die zich met het nieuwe gezel schap byzonder ingenomen toonde. Maar. men schikte zicht. Reeds had deze en gene hoop, dat men zich eens ten koste van den nieuwen reiziger zou amuseeren. En onder deze gedachte verzoende men zich met de idee. De vracht in het ruim van een gewone volksschuit van Utrecht op Amsterdam bedroeg veertien stuivers. Nu was de koopman, tusschen twee haakjes, niet meer dan zeven stuivers rijk. Hij was voornemens geweest, den schipper verlof te vragen'om voor niets of althans voor de halve vracht mee te mogen varen. Door zyn late komst had hij echter vooraf dit verzoek niet meer kunnen doen. Nu zat hy eenmaal en al zou menig ander In zyn omstandigheden biyk hebben ge geven van verlegenheid, ons mannetje niet! Nog altijd had hij hoop, dat er tydens de reis wel gelegenheid zou wezen eenige stuivers te verdienen. Hy had nog snuis terijen genoeg in zyn zak. In den beginne tot aan Breufcelen was men vrij spraakzaam. De koopman raoest menigen kwinkslag ten zynen koste 'hooren. Na Nieuwesluis, waar de passagiers even uitgestapt waren, begon echter het discours te verflauwen. De stemming werd hoe langer (hoe ver velender. Toch li ad niemand lust tot 'n slaapje. Eindelijk sprak er een den koopman aan: Zog, koopman, weet jy niet wat om den tyd te passeeren? Uwe vaderen 'hebben op hun tocht door de woestyn •zeker ook wel middeltjes geweten om den tp dood te slaan. Wacht dacht onze vriend nu is bet tyd om het yzer te smeden. Hy stelde het gezelschap voor beurt om 'beurt el kander een vraag te doen. Hy zou zelf natuurlijk ook van de party zyn. Wie de hem gestelde vraag niet kon beantwoor den, zou aan den vrager 'n schelling -be talen. Wie ze -goed zou 'beantwoorden, zou 'n schelling verdienen. Het voorstel werd met luide instem ming aangenomen. Dit -geschiedde te meer, daar men er een nieuwe aanleiding in meende te vinden den koopman nieuw in het ootje te kunnen nemen. En zoo gezegd zoo gedaan! Nu was de beurt aan den zesde. Er zyn twee eigen broeders, zei hy, en toch is er maar een daarvan, die mij op- - zyn neef noemt.Hoe kan dat? Dat kan, omdat de een uw vader is en de ander uw oom, sprak de koopman en nam de nieuwe schelling in ontvangst! Om nu 'begrypelyke redenen begon de Van den eerste zyt gy de zoon elf van den koopman meteen als eerste steller van tweede de neef. vragen. En hy zeide dit: Hoeveel -gekookte eieren kon de Reus Goliath nuchter eten? Ieder dacht na niemand die het wist Men gaf het op. Toen zei onze vriend. Natuurlyk één! Want wie één ei gegeten heeft is by het tweede al niet meer nuchter! En hy won de eerste schellingen! De tweede, vrager meende slimmer te zyn door den joodschen koopman 'n vraag uit het Nieuwe Testament te doen. Op die wyze poogde men hem vast te zetten. HJj vroeg: Waarom heeft de apostel Paulus den tweeden brief aan de Corintiërs geschre ven? Dat zal ik u zeggen luidde onimid- dellyk het antwoord. Omdat hy niet dicht genoeg in de buurt was, anders had hy mondeling kunnen vertellen wat hy te zeggen bad! En opnieuw won hy een schelling. De derde vrager begreep het op nog andere manier te moeten aanleggen en hy vroeg: Wie rekt zyn werk uit en komt toch bytijds klaar? Heel gevat antwoordde de koopman: Natuurlyk de touwslager als hij vlytig is. Hij won! Wie neemt de menschen wat af, zoo vroeg nummer vier, en laat er zich toch voor betalen? De koopman bedacht zich niet lang. Hy antwoordde: De kiezentrekker en de -barbier! Intussohen naderden- zy het dorp Baam- brugge. Zeg vriend, sprak nu de vijfde, ln welke maand eten de inwoners van Baam- 'brugge het minst? Dat zal ik u zeggen, antwoordde de Men voer de visschuit voorbij. Toen vroeg de zevende: Welke v-isschen hebben de oogen het dichtst by elkander? De kleinste, antwoordde de koop man onmiddeliyk. De achtste deed hierna de vraag: Hoe kan iemand- 's zomers in de schaduw van Naarden naar Amersfoort rijden, al schynt de zon nog zoo heet? De koopman gaf ten antwoord: Waar -geen schaduw is daar moet hy dan afstijgen en te voet gaan. Daarop was de beurt aan den negende. Hy vroeg: Hoe kunnen vyf personen vijf eieren deelen, zoodat ieder er één kry-gt en er toch één in den schotel blyft? Het antwoord' van den koopman was: Dat kan als de laatste van de vijf den schotel met ei en al neemt dan blyft het i» den schotel en hy kan het zoo lang laten liggen als hij wil. Natuurlyk had de koopman telkens de schelling gewonnen. Hij had dus de vracht reeds verdiend. Maar nu was de beurt weer aan hem zelf gekomen. Nu moest hy op zyn beurt weer een vraag stellen' aan de overige negen. En de moeiiykheid was:.Hij wist er geen! Het -kwam er dus nu op aan zyn slag te slaan teneinde niet in de noodzakeiyk- heid te kamen zyn gewonnen negen sohel- lingen terug te moeten geven. Hy peinsde even en begon toen met veel omhaal van woorden. Kijk eens zaide hy. Hoe kan men twee tongen in drie pannen bakken zóó dat er toch in iedere pan één tong ligt. 't Was 'n ingewikkelde vraag en de koopman hield zyp hart vast, dat het tot koopman. In de maand Februari, want die een uitleg moest komen, want hy had heeft maar acht en twintig dagen I I maar wat gezegd' zonder zelf een oplos sing te weten. »Elk peinsde en peinsde. Niemand kon het raden. De een na den ander -gaf het raadsel op en daarmee zich zelf gewonnen. Toen allen zich onmachtig hadden, ver klaard, werd er natuurlyk op aangedron gen, dat de koopman zelf de oplossing van het raadsel zou geven. Indien het juist bleek, zou hy weer van ieder een schelling te vorderen hebben! Langen tyd draalde nu de koopman dacht en haalde de schouders op ver draaide zy n oogen en meer van die kunr gtem Wat moet dat nu? riep hy einde- lijk op schynbaar wanhopigen toon. Welnu wat beteekent dat talmen riep er een kom nu voor den dag met je antwoord! Ja.ziet ge 'begon ten slotte de koopman neem me niet kwalijk heeren» maar lk ben zoo kaal als 'n kikker! Ik heb byna geen duit ln huis.en ziet ge.... als ik u het antwoord zeg, dan vrees ik. Nieuwsgierig geworden riep men als om strijd, dat liij gerust zeggen kon, wat hy te zeggen had. Hem zou geen leed' ge schieden en hem zou niets worden kwalijk genomen. Toen vatte de koopman moed. En met een schalkschen grynslach nam hy een schelling uit den zak, wierp deze op de kajuitbank en zei: Welnu, heeren, daar Is mijn schel ling. want ik weet het ook nietl Eerst meende men dat het bedrog was. Dat mocht zoo niet zeiden enkelen. Dat was oneeriyk meende een ander. Maar men eindigde met om het geval te lachen. Want de man had hen ln ieder geval den weg van Nieuwersluis tot het Kalfje op niet onaardige wyze -gekort. En toefl hij er -by vertelde, dat hy imaar over de halve vracht beschikte en op deze manier had getracht om de rest er by te ver dienen, lieten ze de zaak lachend rusten, tevreden gesteld ovej de toch ln leder geval snedige en scherpzinnige antwoor den, welke hy op hunne vragen gegeven -had. Zoo leefde men in den tyd van de trek schuiten rustig en tevreden ondei elkaar! Robtnson. r B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 13