't Jutter tje
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
üonderlinge lotgevallen
hi het Dagelijksch leven
v«n ZATERDAG 18 JULI 1925
Nl 184 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Weegschalen. welkom zijn. Zoo'n zomer la eem blijheids-
Dat zijn voorwerpen, welke een krulde- accumulator, waaruit nog ver in den
nier gebruikt om er zijn duim nu en dan herfst geput kan worden,
eens op te laten rusten. Leve de zomert Weg met het woord
hittegolf en daarvoor in de plaats: zoaner-
wellust.
DE DIKKE ZOMERGAST.
De gevolgen van een leugen.
Mevrouw Jeremias hield een pension
ii Villa Sweethome te Zandvoort. Het
pmsion was rendabel, want mevrouw Je-
renias verstónd haar vak. Ze wist precies
hoveel voedsel 'n mensch noodig had om
nit van honger te sterven en ze deed der-
have meer met een pond gehakt dan an-
dee hospita's met 'n half varken.
Ie maaltijden in Sweethome werden
altij keurig aangediend. Maar de titels
erv».Dejeuner, Lunch, en Diner wa
ren e- wel het hoofdbestanddeel van. Nu
gebeude het wel nooit dat gasten die een
maal a Sweethome gelogeerd hadden er
nog eos voor dé tweede maal terug kwa
men, naar dat gaf mevrouw Jeremias
geen zrgen.Werd er niet iedere se
conde en nieuw menschenkind geboren?
Nu lwam er kort geleden een buiten
gewoon dikke man meneer van Gilse
heette Ij in Sweethome om logies vra
gen.
Mevruw Jeremias zag hem en viel
hem hast om den hals van vreugde
Dat was nu een man met 'n lichaamsom
vang, din iedere hospita haar benijden
zoul Zoen man iederen dag je huis in on
uit gaarie, was de allerbeste reclame die
er voor en pension bestaan kon.
Zoo kiam meneer van Gilse in Sweet
home en de anderen moesten wel twee
plaatsen roor hem vrij maken.
Een wek lang was meneer Van Gilse in
het pensin, waar hij zonder morren pre
cies had gegeten wat hem werd voor ge
zet, toen ïy eens op een zekeren morgen
aan de kstdarae vroeg:
Vint u dat ik mager ben geworden,
mevrouw'
Mevrouv Jeremjas schrok hevig. Want
meneer wn Güsé was natuurlijk mager
gewordenHet was niet mogelijk acht
volle dagn in Sweethome te wonen, zon
der af te 'allen als 'n doodzieke
Mevrouv besefte dus ten volle het ge
vaar, datier dreigde.
Maar a wilde deze prachtige reclame
voor haa: zaak niet verliezen. Voor den
eersten kier in haar leven voelde ze de be-
tetkenis ran een goede renommee.. Wal
te loen?
Onzn, meneer Van Gilse, sprak ze
vaöt, hoe komt u erbij? U bent 'n toon-
beed vangezondheidHeusch, meneer
van Gilse... Ik zou zelfs zeggen, dat u
nog dikkir geworden bent de laatste da
gen».. Haar als u denkt dat u niet
genoèg tr eten hebt gekregen, dan
O.... nee nee., weerde de dikke
UIT D£N TIJD VAN DE TREKSCHUIT
Een geschiedenis la De
Duizend en Een Nacht!
Het volgende verhaaltje verplaatst ons
een eeuv terug, in den tijd van de trek
schuiten en nu kan men zeggen wat men
wil, het was *n goede tijd. Men vloog niet
met stoom aa electriciteit door het leven
heen. 'n Leder had tijd oan te reizen, en in
werkelijkheid iets van 'het leven te ge-
lieten.
Geachte lezeressen en lezers rekent
ois alstublieft niet onder de langzamen,
naar toch de 'bekentenis moet eruit: Nu
vfegen de menschen door het leven heen
ei zijn oud voor hun ti)d.
Voeger ging dat anders. De trekschuit,
wt 'n heerlijke reisgelegenheid, wat
goot werd daarin gesmaakt, 't Was wat
aners dan 'n autobua In de trekschuit
zatmen op zfn gemak onder 'n vroolijk
geajrek. Tegenwoordig stapt men in den
trol of erger nog vlug vliegt men
overde Ijzeren staven en men zegt elkaar
uauwiiiks goeden dagl
Eeiioegental personen vervoegden zich
zjoo eea op een avond te Utrecht aan de
nachtschuit, welke naar Amsterdam zou
vertreken. Het negental wenschte den
tocht akpassagier mee te maken.
'De beie roeven waren echter reeds
afgehmu'. De reizigers moesten derhalve
als zfmee wilden van het ruim ge-
- bruik milten.
Het tx&ial wilde echter, dat allen tot de
z.g. gegede burgeklasse behoorden. Ze
monsteren elkander en elk verheugde
zich dier nacht zonder al te lastig gezel
schap dor te zullen brengen. En niemanc
had dan ok Terder bezwaar tegen hef
ruim.
I>ochzi< Juist als de bengel op houdt te
lulden, tevyi elk reeds is gezeten, het
touw losflpaakt en het paard voorge
spannen, Qet zich opeens op den vasten
af als in hevigen Bchrik.... dank u....
Maar btj het daarop volgende diner
zorgde mevrouw Jeremias er niettemin
voor, dat meneer Van Gilse het minst
kleine stukje vleesch kreeg. En ook de
volgende dagen wist ze hem nu en dan
ets extra's toe te stoppen. Ze had nog
nooit zoo'n zorg getoond voor een van
raar gasten als juist voor deze levende
reclamepop.
Toch kwam hij na 'n poosje weer bij
haar terug om te spreken.
Mevrouw Jeremias begon hij
k geloof toch zeker, dat ik magerder ge
worden ben....
Mevrouw Jeremias sloeg de handen in
een....
Maar meneer Van Gilse! riep ze
uit hoe kunt het zeggen.... Onder
ons gezegd: U bent wel eens zoo dik ge
worden!
Meneer van Gilse.. kreunde.
Wel eens zoo dik zegt u? Goeie
lemel... En hij verliet de kamer alsof hij
geslagen wasl
Na 'n uur kwam hij terug.
Mevrouw, ik moet dadelijk vertrek
ken, zei hij.
Zijn hospita werd lijkbleek.
Maar meneer* van Gilöe, bracht ze
uit, dat kan tooh niet. Dat.o, mijnheer
van Gilse als u eens wist.... Ik heb
toch zoo m'n best gedaan....
Ja, ja, dat is zoo. Maar toch nog niet
genoeg.... sprak van Gilse, want ziet u,
k ben hier gekomen op recommandatie
van mijn broer. Die was vorig jaar bijna
zoo dik als ik en toen hij veertien dagen
lier was leek hij wel 'n boomstronk.. Hij
was zestig pond afgevallen!.... Dat leek
mij nu het juiste middel ziet u.... Want
ik heb al het mogelijke al geprobeerd om
mager te worden.... Ik wil juist mager
worden! Maar niets hielp me.... Totdat
m'n broer verleden, jaar bij uIk
greep me er aan vast als aan een laatste
stroohalm. U was m'n laatste hoop.... En
nou zegt u dat ik nog dikker nog
wel eens zoo dik geworden ben?.. Ver
schrikkelijk mevrouw.... Stuur me on
middellijk de rekening boven.... Ik ver
trek vandaag!
WOORDVERKLARINGEN.
HITTEGOLF,
Wat je tegenwoordig al niet een soor
ten van golven te verwerken krijgt en ln
je aardsche 'bestaan tegenkomt!
Vroeger had Je alleen maar te maken
met de golven, die nu en dan eens over
den dijk sloegen en de Wachtstenat en
de daar ln de buurt gelogen straten blank
zetten, doch thans zijn het hitte- en koude
golven, draadlooze golven, geluld- en
kleurengolven en wat nl golven meer,
waarvan Je arme. hoofd langzamerhand
begint te duizelen.
Vroeger aanvaardde Je de hitte als een
verschijnsel dat in den zomer wel eens
voorkwam; dan gooide je je Jagje uit,
Een goedkoope boekenkast
Wie niet zoo gelukkig iB een mooie
eikenhouten boekenkast te bezitten en
i .4^ - iirmu" -wien de nüddelen of de ruimte ontbre-
knoopte je vest ^J^gerde Je boordje k(,n er z;ch Zü0 een aan te schaffen of te
w een hoek en kroop eenige malen per plaatsen) kan toch zelf een behooriyke
dag te water. Je pufte een beetje en kdgt inrichten waar alle boeken enz. een
zweette wat en daarmee was de zaak uit. piaats kunneh vinden.
Thans lees je. al eenige dagen van te Men neemt hiertoe de deur uit een der
voren, dat er een hittegolf op til is en^ al muurkasten, zeer eenvoudig door de
is 'het dan haast nog noodig, jiat^je hier scharnieren er met een hamer uit te slaan
van beneden naar boven.
Men bergt de deur op zolder en beves
tigd nu een glimmend koperen roe pre-
tie aan kwast en bier met ijs. Tijden van cies op maat in den deuringang. Hieraan
te voren maken ze zieh nl warm over de
Jé kraag opzet van de rillerigheid, toch
beginnen de menschen dan al te puffen
en drinken zich bij voorbaat een indiges-
'n Bouquetje Ironie.
Geniaal:
'n Gewoon mensch is iemand, die iets
voor niemendal probeert te krijgen. Een
geniaal mensch is iemand, wien dit ge
lukt
Zelfbedwang.
Dat is de kunst om het te stellen buiten
de dingen die je weet, dat je toch niet
krijgen kunt
Levensverzekering.
Dat is de gelegenheid om er voor te
zorgen, dat Je vrouw 'n huwelijksgift
heeft voor haar eventueel volgend huwe
lijk.
komende warmte en ze zijn al half in el
kaar gezakt vóór de eigenlijke warmte
zich aanmeldt. Door het heen en weer loo-
pen naar den thermometer om te kunnen
oonstateeren hoe warm het nou eigenlijk
is, zijn ze al zóó verhit, dat ze een smel
ting nabij zijn.
En èls dan de 'hittegolf werkelijk aan
komt zwellen, dan is al hun weerstand
daartegen door de voorafgaande zorg en
ysbiertjes al zoo verbruikt, dat ze op het
punt staan, als één der negen nikkertjes,
als sneeuw voor de zon weg te smelten.
Toen de hittegolven nog niet zoo ln
zwang waren, scheen het toch ook nog wel
een „panas" te kunnen zijn, dat getuigt
wel het verhaal van Hildebrand, waarin
Buikje weet te vertellen van hoe warm
het was en hoe ver. En ook Laurillard
heeft blijkbaar zoo'n warmteperiode eens
meegemaakt, toen hij zijn vers, dat als
*een nachtkaars uitgaat, op papier zette.
De Amsterdamsche juffrouw in de vol
gepropte diligense verzuchtte immers:
„Och!" zucht nu de burgerjuffrouw,
„Liefe mins! *k bin sou verhit;
't Mot wel syn, sou 'k haast gelouven,
Da'k sou an de sonsij sit.
Op uws plaassie is 't nog beiter,
Maar hier sweit een mins zich doud;
'k Mot u seggen: van mijn handen
Loopt een' plassie in me schout."
Waarmee dus bewezen i^ dat de hitte
golf wel als woord een uitvinding is van
den laatsten tijd, maar dat het toch vroe
ger ook wel eens „balsemiek" kon wezen.
Alleen is er dit verschil, dat vroeger
alleen gepuft werd tijdensde warmte,
doch dat nu reeds gepuft wordt bij de
aankondiging der hitte.
Laten we echter dankbaar zijn, dat de
zomer zich zoo *puik houdt en dat we het
beetje warmte hebben te aanvaarden
als iets te veel van het goede.
•En een zoo prachtige zomertijd stemt
tot een opgewekter opvatting van het le
ven en is aanleiding tot een uitbundige
ontplooiing van den drang naar buiten,
naar bosch en strand en zee.
De badplaatsen hebben wijd htm poor
ten geopend en na de miserabele zomers
der laatste jaren zal deze hitte hun dubbel
hangt men met mooie diepe plooien aan
koperen ringen 'n liefst gevoerd deur
gordijn (De z.g. landhuisstof is hier
voor o.a. zeer geschikt).
Daar de afstand tuschen de planken der
kast wel wat groot is in den regel en er
dus een gapende ruimte overblijft^ tus-
schen de boeken en de daarboven liggen
de plank, kan men: öf, als men handig
is de planken dichter op elkaar plaatsen
door de dwarsregels te verplaatsen en er
een of twee planken aan toe yoegen, öf
daar dit nogal bezwaarlijk is beves-
tige men losse strooken van dezelfde stof
als de gordijnen aan de planken bij wijze
van val, zoo breed, dat juist de bedoelde
open ruimte wordt aangevuld.
leermiddelen en meifet hierbij op, dat
een groot kind in den regel belangstelling
heeft voor heel andere dingen -dan een
klein kind..1
(Verslag rede Dr. Montosserl.)
Onze moderne musici.
De pianist Paderewsky heeft onlangs
een aanbod geweigerd van een millloen
dollars voor een oönoert tournee ln Ame
rika. HIJ zal niet meer in het publiek op
treden al biedt men hem het dubbele. Al
leen als hy zelf trek heeft, zal hij spelen
ln het openbaar en dan nog alleen voor
liefdadige doeleinden.
Verder zal hy zich 'bezighouden met
het ootmponeeren van muziek voor do
oude Poolsche volksliedjes.
(Journal de Genève.)
Rassenhaat!
In de school voor adelborsten in een
kleine Fransóhe stad, moest op bevel van
den Franschen officier een kleine Fran-
sche afdeeling bestaande uit een ser
geant en tien man, die daar oefeningen
hielden het aldaar aanwezige beeld
van Blüoher, afkomstig van het voor
malige oorlogsschip Blüoher, in elkander
slaan en- op de mestvaalt werpen 1
(Persbericht.)
De Cinema-wereld.
Men schat het aantal biosoopen over de
geheele wereld op hét oogenblik op ruim
70.000 stuks. In Duitschland worden de
cinema-theaters per dag bezocht door
meer dan twee mfllioen menschen. In En
geland 'bedraagt het aantal per weék naar
de statistieken meer dan 10 millioen.
En in geheel Amerika bedraagt het aan
tal bezoekers van de -gezamenlijke bios
copen'per dag niet minder dan.7 mil
lioen!
(De Film,)
Nieuwe goudkoningen.
Men rangschikke de boeken netjes op In het Peak-distrikt (Engeland), is voor
de planken en heeft zoo 'n heel geschikte 'n poos geleden 'n nieuwe goudader ont-
boekenkast. dekt. Reeds lang hadden de werklieden
Men kan er z'n kranten, papieren, e.d. ]n de buurt er de lucht van, d.wz ze ver
die anders dikwijls blijven slingeren, moedden dat er wei wat te halen zou zyn.
mede in opbergen
Als het kan moet men de kast niet bij
de deur, doch in den hoek nemen. Dit
heeft het voordeel ten eerste, dat er niet
zoo •gemakkeUjk stof in waait. En ten
tweede, dat men in den hoek 'n poef met
'n kleine tafel 'kan zetten. Liefst ook met
'n schemerlamp, waardoor men 'n gezel
lig leesboekje krijgt.
'n Dergeiyke indeeling is vooral zeer
geschikt voor 'n meisjeskamer.
HOE ZIET DE WERELD ER
TEGENWOORDIG UIT?
Dat zou Je niet zeggen!
Weinig menschen zyn in doorsnee zoo
conservatief als ouderlingen en.stu
denten!
(Minerva.)
Op 'n kleinigheid na.
De verschillende voorspellingen ten
opzichte van het vergaan van de wereld
schynen in ieder opzicht meestal juist te
zyn, behalve dan wat belieft.den
datum.
(Brooklyn Eagle.)
- Jonge.Jonge....
.Hier demonstreert mevtouw enkele
En een aantal mijnwerkers maakten er
hun gewoonte van om des Zondags en op
de vrije dagen er met houweel en schop
op uit te gaan.
En op zekeren dag zijn ze werkelijk ge
stuit op een goeden ader, die goud bevat
en misschien zeer belangrijk worden zaL
Volgens het aloud bestaande recht in
Engeland zijn nu de vinders ook de wer-
kéiyke bezitters. De ader zal worden ge
ëxploiteerd en de eigenaars zullen worden
bijgestaan door de „Derbyshire Miners
Association"!
(Daily Ghronicle.)
New Yorksche Rhapsodle.
In de stad New York is een georgani
seerde propaganda in het leven geroe
pen om anuziek te brengen in het bestaan
vam iederen individu in deze stad. Geen
enkele klasse der gemeente zal er vrij
van blijven.
Voor de 700.000 kinderen op de New
Yorksche scholen zullen er tijdens een in
te richten „Muziek-week" speciale con
certen en koorzangen worden gehouden.
Andere muziekuitvoeringen zyn ge
organiseerd ten behoeve van employé's
in al de voornaamste kantoren, magazy-
nen en fabrieken en werkplaatsen. Daar
naast zullen hospitalen, gevangenissen,
krankzinnigen- en andere gestichten-, bes-
wal het geroep van een tienden passagier
hooren, die nog uit alle macht komt aan-
loopen.
Het was een straatkoopman, die met
'n grauwen zak 'bij zich al hygende en
blazende de schuit kamt 'binnen stappen.
Niemand die zich met het nieuwe gezel
schap byzonder ingenomen toonde. Maar.
men schikte zicht.
Reeds had deze en gene hoop, dat men
zich eens ten koste van den nieuwen
reiziger zou amuseeren.
En onder deze gedachte verzoende men
zich met de idee.
De vracht in het ruim van een gewone
volksschuit van Utrecht op Amsterdam
bedroeg veertien stuivers. Nu was de
koopman, tusschen twee haakjes, niet
meer dan zeven stuivers rijk. Hij was
voornemens geweest, den schipper verlof
te vragen'om voor niets of althans voor
de halve vracht mee te mogen varen.
Door zyn late komst had hij echter vooraf
dit verzoek niet meer kunnen doen. Nu
zat hy eenmaal en al zou menig ander In
zyn omstandigheden biyk hebben ge
geven van verlegenheid, ons mannetje
niet!
Nog altijd had hij hoop, dat er tydens
de reis wel gelegenheid zou wezen eenige
stuivers te verdienen. Hy had nog snuis
terijen genoeg in zyn zak.
In den beginne tot aan Breufcelen
was men vrij spraakzaam. De koopman
raoest menigen kwinkslag ten zynen
koste 'hooren. Na Nieuwesluis, waar de
passagiers even uitgestapt waren, begon
echter het discours te verflauwen.
De stemming werd hoe langer (hoe ver
velender.
Toch li ad niemand lust tot 'n slaapje.
Eindelijk sprak er een den koopman
aan: Zog, koopman, weet jy niet wat
om den tyd te passeeren? Uwe vaderen
'hebben op hun tocht door de woestyn
•zeker ook wel middeltjes geweten om den
tp dood te slaan.
Wacht dacht onze vriend nu is
bet tyd om het yzer te smeden. Hy stelde
het gezelschap voor beurt om 'beurt el
kander een vraag te doen. Hy zou zelf
natuurlijk ook van de party zyn. Wie de
hem gestelde vraag niet kon beantwoor
den, zou aan den vrager 'n schelling -be
talen. Wie ze -goed zou 'beantwoorden,
zou 'n schelling verdienen.
Het voorstel werd met luide instem
ming aangenomen. Dit -geschiedde te
meer, daar men er een nieuwe aanleiding
in meende te vinden den koopman
nieuw in het ootje te kunnen nemen.
En zoo gezegd zoo gedaan!
Nu was de beurt aan den zesde.
Er zyn twee eigen broeders, zei hy,
en toch is er maar een daarvan, die mij
op- - zyn neef noemt.Hoe kan dat?
Dat kan, omdat de een uw vader is
en de ander uw oom, sprak de koopman
en nam de nieuwe schelling in ontvangst!
Om nu 'begrypelyke redenen begon de Van den eerste zyt gy de zoon elf van den
koopman meteen als eerste steller van tweede de neef.
vragen.
En hy zeide dit:
Hoeveel -gekookte eieren kon de
Reus Goliath nuchter eten?
Ieder dacht na niemand die het wist
Men gaf het op.
Toen zei onze vriend.
Natuurlyk één! Want wie één ei
gegeten heeft is by het tweede al niet
meer nuchter!
En hy won de eerste schellingen!
De tweede, vrager meende slimmer te
zyn door den joodschen koopman 'n vraag
uit het Nieuwe Testament te doen. Op die
wyze poogde men hem vast te zetten. HJj
vroeg:
Waarom heeft de apostel Paulus den
tweeden brief aan de Corintiërs geschre
ven?
Dat zal ik u zeggen luidde onimid-
dellyk het antwoord. Omdat hy niet
dicht genoeg in de buurt was, anders had
hy mondeling kunnen vertellen wat hy te
zeggen bad!
En opnieuw won hy een schelling.
De derde vrager begreep het op nog
andere manier te moeten aanleggen
en hy vroeg:
Wie rekt zyn werk uit en komt toch
bytijds klaar?
Heel gevat antwoordde de koopman:
Natuurlyk de touwslager als hij
vlytig is.
Hij won!
Wie neemt de menschen wat af, zoo
vroeg nummer vier, en laat er zich toch
voor betalen?
De koopman bedacht zich niet lang. Hy
antwoordde:
De kiezentrekker en de -barbier!
Intussohen naderden- zy het dorp Baam-
brugge.
Zeg vriend, sprak nu de vijfde, ln
welke maand eten de inwoners van Baam-
'brugge het minst?
Dat zal ik u zeggen, antwoordde de
Men voer de visschuit voorbij. Toen
vroeg de zevende:
Welke v-isschen hebben de oogen het
dichtst by elkander?
De kleinste, antwoordde de koop
man onmiddeliyk.
De achtste deed hierna de vraag:
Hoe kan iemand- 's zomers in de
schaduw van Naarden naar Amersfoort
rijden, al schynt de zon nog zoo heet?
De koopman gaf ten antwoord:
Waar -geen schaduw is daar moet hy
dan afstijgen en te voet gaan.
Daarop was de beurt aan den negende.
Hy vroeg:
Hoe kunnen vyf personen vijf eieren
deelen, zoodat ieder er één kry-gt en er
toch één in den schotel blyft?
Het antwoord' van den koopman was:
Dat kan als de laatste van de vijf
den schotel met ei en al neemt dan
blyft het i» den schotel en hy kan het zoo
lang laten liggen als hij wil.
Natuurlyk had de koopman telkens de
schelling gewonnen. Hij had dus de
vracht reeds verdiend.
Maar nu was de beurt weer aan hem
zelf gekomen. Nu moest hy op zyn beurt
weer een vraag stellen' aan de overige
negen.
En de moeiiykheid was:.Hij wist
er geen!
Het -kwam er dus nu op aan zyn slag
te slaan teneinde niet in de noodzakeiyk-
heid te kamen zyn gewonnen negen sohel-
lingen terug te moeten geven.
Hy peinsde even en begon toen met
veel omhaal van woorden.
Kijk eens zaide hy. Hoe kan men
twee tongen in drie pannen bakken
zóó dat er toch in iedere pan één tong
ligt.
't Was 'n ingewikkelde vraag en de
koopman hield zyp hart vast, dat het tot
koopman. In de maand Februari, want die een uitleg moest komen, want hy had
heeft maar acht en twintig dagen I I maar wat gezegd' zonder zelf een oplos
sing te weten.
»Elk peinsde en peinsde.
Niemand kon het raden. De een na den
ander -gaf het raadsel op en daarmee zich
zelf gewonnen.
Toen allen zich onmachtig hadden, ver
klaard, werd er natuurlyk op aangedron
gen, dat de koopman zelf de oplossing
van het raadsel zou geven. Indien het
juist bleek, zou hy weer van ieder een
schelling te vorderen hebben!
Langen tyd draalde nu de koopman
dacht en haalde de schouders op ver
draaide zy n oogen en meer van die kunr
gtem
Wat moet dat nu? riep hy einde-
lijk op schynbaar wanhopigen toon.
Welnu wat beteekent dat talmen
riep er een kom nu voor den dag
met je antwoord!
Ja.ziet ge 'begon ten slotte de
koopman neem me niet kwalijk heeren»
maar lk ben zoo kaal als 'n kikker! Ik
heb byna geen duit ln huis.en ziet
ge.... als ik u het antwoord zeg, dan
vrees ik.
Nieuwsgierig geworden riep men als
om strijd, dat liij gerust zeggen kon, wat
hy te zeggen had. Hem zou geen leed' ge
schieden en hem zou niets worden kwalijk
genomen.
Toen vatte de koopman moed. En met
een schalkschen grynslach nam hy een
schelling uit den zak, wierp deze op de
kajuitbank en zei:
Welnu, heeren, daar Is mijn schel
ling. want ik weet het ook nietl
Eerst meende men dat het bedrog was.
Dat mocht zoo niet zeiden enkelen. Dat
was oneeriyk meende een ander.
Maar men eindigde met om het geval te
lachen.
Want de man had hen ln ieder geval
den weg van Nieuwersluis tot het Kalfje
op niet onaardige wyze -gekort. En toefl
hij er -by vertelde, dat hy imaar over de
halve vracht beschikte en op deze manier
had getracht om de rest er by te ver
dienen, lieten ze de zaak lachend rusten,
tevreden gesteld ovej de toch ln leder
geval snedige en scherpzinnige antwoor
den, welke hy op hunne vragen gegeven
-had.
Zoo leefde men in den tyd van de trek
schuiten rustig en tevreden ondei elkaar!
Robtnson.
r
B.