De kabinetscrisis. De 3 e s i d e n t i e b o d e" (r.-k.) vangt haar beschouwing aan met deze zinsnede: Na hetgeen wy in de dagen na de ver kiezingen over de oplossing der crisis geschreven hebben en waarvan wy op dit oogenblik geen woord terugnemen, behoeft het geen nader betoog, dat de benoeming van den heer Coiyn tot ka binetsformateur lieel weinig onze in stemming heeft. En het is niet alleen met teleurstelling, maar vooral met een gevoel van angst voor de komende da- gen, waarmede wy deze voorlooplge op lossing der crisis begroeten. Programma van het ooncert te geven door de Muziefc- vereeniiginig „Winnubst" op Vrijdag 17 Juli, van hall negen tot tien üUr, In de muziektent Plantsoen. 1 1. The laat Stand, M&reoh W. H. Myddleton 2. Ouverture de Concours I/roie Roynaud 8. Camion SylvarWalaer Ivanoviol 4. a. Heit beleg van Bengen op Zoom (1626) van A. Valeriue ib. Strijdzang der Geuzen C1670) 5. Noce Villaigeoiee (Dorpe Bruiloft) Paul Gllson 6. Sous les Cytises, Fantasie L. Bajus 7. Finale, Marech. Boottocht N. a G. O. V. Men verzoekt ons de aandacht te ves tigen op een in dit nummer voorkomende advertentie, waaruit blijkt, dat vanwege bovengenoemde vereeniging ook dezen zomer een boottocht naar Alkmaar en omstreken wordt gehouden en wel op Donderdag 6 Aug. en waarin nadere bij zonderheden vermeld staan. Jubileum MeJ. Krijnen. Juffrouw Krijnen jubileert! Vijfender tig jaar is zij directrice van de Chr. Frö belschool in de Hoogstraat; vijfendertig jaar lang, heeft zij zich aan het fröbel onderwijs gegeven en de school in de Hoogstraat gebracht tot wat zij is. Dit kon en mocht niet onopgemerkt voorbijgaan en zoo waren dan de kinde ren gistermorgen feestelijk uitgedost naar school getrokken, om feest te vieren ter eere van ,4e juffrouw". Wat zagen ze er blij uit, die kleintjes in hun witte, rose en blauwe Jurkje, met dito haarstrikken, één was er (een jongen) met een groote oranje-sjerp om. De school was, dat spreekt vanzelf, in feestkleed. Bij den ingang stonden groote planten en door de lokalen slingerden zich vroolijk guirlandes met groen. Op het bord, dat ook met slingers was behangen, stond keurig geschreven: „1890—1926 Hulde aan de jubilaresse, 1 Mei", en in het andere lokaal: „Welkom 1 Mei". 1 Mei, vraagt U? 't Is toch Juli! Ja, geachte lezer, op den eigenlijken datum was de directrice ziek en zoo moest deze feestelijke herdenking eenige maan den uitgesteld worden. Om half tien kwam juffrouw Krijnen. De kinderen die van 9 uur af niets an ders gedaan hadden dan lachen en jui chen en trommelen op de banken, waren op de waarschuwing: „daar komt de juf frouw aan" als muisjes zoo stil en in spanning tuurden ze naar de deur, waar door de juffrouw zou binnenkomen. O ja, 'kheb nog vergeten te vertellen, dat er wel veertig of vijftig kinderen bloemen hadden meegenomen. Deze dreu- messen nu vormden een eerewacht, met hun boquetjes in de hand, in de gang. O, o, wat een mooie bloemen waren er; roode en witte rozen en -anjers, leliën, tulpen, margrieten, dahlia's in prach tige kleuren. Tusschen deze levende bloemperkjes, kwam juffrouw Krijnen aangewandeld, gevolgd door haar moe der en familieleden. In de klassen hieven de kinderen aan: Dat 'sHeeren zegen op U daal; Zijn gunst uit Sion U bestraal, Hij schiep 't heelal, zijn naam ter eer. Looft, looft nu aller heeren Heer. en toen kwamen er twee heele kleintjes met bloemen aandragen, en vriendelijk lachten ze naar de juffrouw, toen ze na mens de kinderen het bouquet overhan digden. Namens het personeel en de dames re gentessen van de school werden ook bloemstukken aangeboden en tenslotte werd het groote cadeau van de kinderen van de dag- en avondschool, een dressoir, door 2 leerlingetjes geoffreerd, mdt den keurig van buiten geleerden regel: .juf frouw, wij bieden U dit aan van alle kinderen". Juffrouw Krijnen was buitengewoon erkentelijk voor al deze liefdesblijken van de kinderen en ze dankte met eenige har telijke woorden de jongens en meisjes, die straalden van genoegen over zooveel pret. Tusschen al deze feestelijkheden door, had de heer Bommel een speech afgesto ken, waarbij de kinderen natuurlijk dood stil moesten zijn, op zichzelf een marte ling als je in zoo'n feeststemming bent. Maar gelukkig maakte mijnheer Bommel het kort Hij zeide ongeveer het volgende: Het is mij hoogst aangenaam, U na mens het bestuur van de Ver. „Jaohin" hartelijk geluk te wenschen met uw ju bileum. God heeft U veel gegeven en daarmee hebt U gewoekerd en dat is ten goede gekomen aan onze school. Als we 86 jaar terugzien moeten we zeggen, wat ls God goed geweest De Bchool, toen gebrekkig, is nu een flinke school geworden. Veel van uw werk zal in de eeuwigheid geopenbaard worden, nu niet Want het gaat b]j ons in de eerste plaats hier om: de kinderen te brengen onder de beade ming van het evangelie en zoo mede te werken aan de uitbreiding van Gods Ko ninkrijk. U leeft mej. Krijnen, in het hart van de kinderen en hun ouders, dat is nu weer gebleken uit den schat van bloemen pn het prachtige cadeau dat U aangebo den is. En laat ook deze spontane uiting van dit feest U doen blijken, wat er in ons hart voor U leeft en voor het personeel dat U terzijde staat. Dat God U nog lang sparel Mej. Krijnen dankte den heer Bommel voor zijn sympathieke woorden en bracht een deel van de hulde over aan haar per soneel. Ns dit officieel gedeelte zongen de kin deren een feestlied, dat heel naïef, dooh waar eindigde met deze regels: En wij hopen, dat U lang nog Onze juffrouw blijven mag! En dat hoopt juffrouw Krijnen zelf ook. Gisterenmiddag was er feest voor de meisjes van de handwerkschool, terwijl gisterenavond een serenade werd ge bracht aan de jubilaresse, door de „Oran je Harmoniekapel." Ook vandaag en morgen wordt het feest voortgezet; daarover hopen we ech ter nog met een enkel woord, In het num mer van Zaterdag te schrijven. Dierenbescherming. Zooals uit een advertentie in dit ito. blijkt, zal de afd. Helder der Ned. Ver. tot bescherming van dieren a.& Zaterdag avond in „Musis Sacrum" een lezing hou den voor hare leden en voor belangstel lenden, waarbij als spreker zal optreden de heer J. Ennik, uit Voorburg, Alg. In specteur der Vereeniging, met het onder werp „Vreugde en leed op het pad der dierenbescherming". De heer Ennik, die een aangenaam' en vaak geestig causeur is, heeft den titel zijner lezing ontleend aan zijn rijke er varing van de „praktijk" der dierenbe scherming (of -mishandeling, zoo men wil) en hij beschikt over een mooie col lectie lichtbeelden, waarmede hij zijn le zing illustreert. Wij mogen daarom hier een woord van opwekking tot bijwoning dezer lezing zichten tot leder, die met het streven van Dierenbescherming sympathiseert, en ook tot hen, die tegenover dat streven nog onverschillig staan. Immers, nog altijd, niettegenstaande jarenlange propaganda, zijn er tal van menschen, die van ons streven nog niet het rechte begrip hebben, die nog altijd meenen, dat dierenbeschererms hard zijn tegenover menschen enz. enz. En al moge dat bij een enkele het ge val eens zijn, dan ls daarmede het streven onzer 'beweging nog niet gekenmerkt. Hondjes op te dirken met mooie strikjes en hen te voeden met allerlei zoetigheid- jes en lekkernijtjes is geen dierenbe scherming; dit vinden wij even onnatuur lijk, als wij onmenschelijk vinden dat zooveel arme stakkers van menschen slecht gekleed, slecht gevoed en slecht ge huisvest zijn. Te werken voor afschaffing van den trekhond sluit nog niet in zich het goed te keuren, dat menschen moeten tobben en ploeteren om het allernoodigste voor voeding en kleeding te kunnen verdienen. Beschikbaarstelling van een inrichting voor pijnlooze afmaking van zieke dieren sluit nog niet in zich, dat wij geen diep medelijden 'hebben met het ontzaggelijk lijden van vele zieke menschen. Waarom toch wordt een dierenbescher mer meestal voor sentimenteel aangezien? Waarom, vragen wij. Mag imen den toonkunstenaar verwij ten, dat zijn oor op het gebied der tonen fijner hoort dan het onzé; dat hij in klank combinaties geweldig schoone bekoring kan vinden en daardoor tot in het diepst van zijn gemoed wordt geroerd; mag men hem kwalijk nemen, dat zijn oor pijnlijk wordt aangedaan door voor hem hoogst- onzuivere klanken, ook al kunnen wij geen onzuiverheid oonstateeren? Mag men den kunstschilder kwalijk ne men, dat hij machtig geboeid wordt door schoone lijn- en kleurcombinaties, iets waarin het oog van den gewonen waar nemer niets bijzonders ziet? Mag men in die gevallen van over gevoeligheid spreken? Neen immers. En evenmin mag men ons daarvan be schuldigen, omdat wij op grond van ons voelen, met betrekking tot onze verhou ding tegenover onze medeschepselen, een andere grens trekken dan de „groote" „Men". En om hen een ander Inzicht in onze beweging te geven, zijn ook de twijfelaars ons welkom. Het Bestuur. Uit het Politierapport Dinsdag werd door een houder van een volkstuintje aan den Middenweg aangifte gedaan, dat er van zijn land meermalen wortels werden ontvreemd. Een juffrouw deelde Dinsdagavond op het Hoofdbureau mede, dat zij in den nacht van Zondag op Maandag door eén man was vastgegrepen, die met geweld aan haar mantel had getrokken, waardoor dit kleedlngstuk totaal was vernield. Door een rechercheur werden twee jon gens aangehouden, verdacht van diefBtul van rijwielonderdeelon en een flesohje eau de Oologne. po] he< De Koningin heeft aan den heer H. Oo- üjn, minister van financiën, opdracht ge geven tot samenstelling van een nieuw kabinet De heer Colijn heeft verzocht, deze op dracht in beraad te mogen houden. De „N. Rott. Courant" vindt in deze benoeming aanleiding het volgende te zeggen, onder den titel: Coll]n formateur. Colijn formateur van het nieuwe kabinet dat is jammer. M ij betreuren deze beslissing, omdat de politiek, die onder leiding van den heer Colijn door het demissionaire kabinet ge volgd is, onze instemming niet had. Voor de verdiensten van den heer Colijn, in zoo verre hij de groote tekorten, welke de staatsbegrooting in de laatste jaren liet zien, heeft weten in te perken, en tot eene, zij het eenigszins g.M'hitieerde, sluitende begrooting heeft weten te komen, zijn wij niet blind. Een sluitende begrooting is de eenige basis waarop eene gezonde politiek kan worden gebouwd. Ten aanzien van die jlitiek zelve, zooals deze In de door den _eer Colijn verdedigde en door hem bij de Kamer aanhangig gemaakte wetsontwer pen is neergelegd, heeft hij echter teleur' gesteld. Ons land heeft In dit opzicht eene andere politiek noodig, dan de politiek van minister Colijn is gebleken. Daarom betreuren wij het, dat het juist de heer Coljjn is, die het nieuwe kabinet zal vormen. Wat noodzakelijk ls wordt door twee woorden gekenschetst: Bezuiniging en Reconstructie. Dit is geen verzinsel van nu; reeds jaren hebben wij op dit aambeeld geslagen. Ook de heer Colijn zelf had dit gedaan, voor hij minister werd. Hij ge waagde toen van „doodende" belastingen, die niet meer konden worden verhoogd, en stelde bezuiniging als het allesoverheer- schende voorop. Een teekenend zinnetje mogen wij hier nog eens aanhalen, omdat daaruit blijkt tot .welke bedragen de heer Colijn bezuinigen wilde: „Als men de hon derd miljoen, die voor het financieel her stel nog bezuinigd moeten worden, be spaard heeft, dan kan het niet moeilijk z^jn bovendien nog een miljoen te bespa ren voor den vldotbouw". Steeds stelde hij toen bezuiniging voorop, om tot eene her- stelpolitiek te kunnen geraken. Het is bij woorden en „doodende" belastingen ge bleven. Nu hebben wij dezer dagen in het „Utrechtsch Dagblad" gelezen, dat het in de eerste plaats op den weg der vrijzinni gen, en met name van den Vrijheidsbond lag1, in de komende legislatieve periode zoo'n politiek van bezuiniging en herle ving te steunen. Wij gaan daar geheel mee accoord. Maar het blad knoopte aan deze praemisse de conclusie vast, dat daarom ook van vrijzinnigen kant naai- den heer Coiyn als formateur van het nieuwe ka binet moest worden verlangd. Waarom juist Colijn? vergat bet blad hierbij in het licht te stellen. Waarin is de reconstructie- politiek van den heer Colijn tot uiting ge komen, dat men in hem bovenal vertrou wen zou moeten stellen? Wy weten het niet. Intusschen, de heer Ooiyn ls formateur, en men heeft hem als zoodanig te aan vaarden, ook zonder dat men de keuze ge lukkig acht. Per slot van rekening hebben wy, vrijzinnigen, niet met zyn persoon of zyn politieke party, doch met zijn nieuwe program te maken. Beantwoordt dit aan hetgeen van vrijzinnigen kant op het oogenblik in 's lands belang wordt geacht, met name: in zyn program een duidelijk uitgesproken bezuiniglngs- en reconstruc tieprogram, dan behoeft van den Vrij heidsbond, zouden wy meenen, geen op positie te worden gevreesd. Kan echter van den heer Coiyn zulk een program worden verwacht? Ofschoon wy dit weinig waarschyniyk achten, zullen wy het toch niet bij voorbaat voor vol strekt onmogeiyk verklaren. Veel zal er van afhangen, hoever de heer Coiyn zijn Roomsche coalitiegenooten op zoo'n 'pro gram kan meekrygen. Hy is, gaven wy reeds vroeger te kennen, geen man om te schipperen; hy is ook niet de man, tegen over wien de andere coalitiegenooten gaar ne toeschieteiyk zullen zyn. Dit maakt zyn welslagen onzeker. Een zuiver bezuini gings en reconstructieprogram zal niet op onverdeelde instemming der Roomsch-Ka- tholieken kunnen rekenen, en een water en melkprogram zal geen krachtig kabinet ter uitvoering kunnen verkrijgen. Het „H a n d e 1 s b 1 a d" schrijft o. m.: Men kan zich voorbereiden op een stormpje in de democratische wateren. H. M. heeft zich verstout de opdracht tot kabinetsformatie te verleenen aan den man, dien de democraten volstrekt onaan- nemeUjk achtten. De beer Schaper heeft reeds gedreigd, dat als de heer Coiyn formateur werd, de roode legioenen zouden worden gemobili seerd! De „Residentiebode" en andere room sche organen, met een rooden inslag in het zwarte weefsel, hebben betoogd, dat de heer Coiyn als formateur door den uitslag der verkiezingen onmogeiyk was. De christeiyk-historischen voorzoover zy het parool volgen van den hoofdredacteur van de „Nederlander" zullen evenmin gesticht zyn. Nu, dat wy geestdriftig gestemd zyn over deze opdracht, kunnen wy moeilijk beweren. Wy hebben te duideiyk onze be zwaren tegen sommige politieke daden en verscheidene politieke uitlatingen van den heer Coiyn doen gelden, dan dat men van ons een geestdriftigen vreugdekreet kan verwachten by het bericht, dat de heer Coiyn als formateur is aangewezen. Aan den anderen kant hebben wy er evenmin een gehe'm van gemaakt, dat wy geen reden zagen ln den uitslag der verkiezin gen, om hem niet meer mlnistrabel te achten. Het komt in de eerste plaats aan op de vraag, met welk program een door hem te vormen kabinet zou komen. Dat zal een „rechtsch" program zyn. Maar het zal waarschyniyk een met de werkeiykheid rekening houdend program zyn. Zooveel kent men den heer Coiyn nu wel, dat men van hem geen fantastische plannen van socialen aard behoeft te verwachten, al zal hy om een krachtige meerderheid te be houden, aan den roomschen vleugel van die meerderheid eenige niet onbelangryke concessies moeten doen in de keuze zyner medewerkers en by de vaststelling van het program, opdat niet de roomsche de mocraten baloorig uit het gareel Bpringen! Inmiddels is uit de uitlatingen van „Maas bode" en „Tyd" van de laatste dagen wel te bespeuren, dat men zich daar op een kabinetsformatie door den'heer Ooiyn had ingesteld. Waarschyniyk is dus de zaak van het program tusschen de leiding der R.-K. Staatsparty en den nieuwen forma teur en zyn vrienden beklonken. Het ver zet in de roomsche fractie daartegen vond niet in een vergadering der fractie gele genheid zich te uiten. Waarschyniyk zul len wy daarvan dus nog wel Iets bespeu ren ln de pers. Wy gelooven niet, dat dat verzet practische gevolgen zal hebben, al bereiden wy ons voor op zeer luide woor den van dien kant Het blad herinnert er aan, dat aanvan- kelqk geen enkel katholiek blad voor den heer Ooiyn geporteerd was, maar dat ln de laatste dagen daarin verandering was gekomen: Aan deze politiek van de hulk naar den wind doen wy niet mee. Onze aan vankelijke bezwaren tegen een kebinet- Coiyn blijven we ook nu handhaven. Niet om den persoon van den heer Co lijn, niet omdat de aangewezen forma teur niet katholiek is, over deze be zwaren zouden we zonder veel moeite heengestapt zyn. Maar voor'ons is de heer Coiyn niet alleen niet de meest geschikte, maar we] de meest ongeschikte. Een kabinet- Coiyn ontmoet reeds, ook in rechtscbe kringen, een heftig verzet nog vóór het één regeerlngsdaad heeft verricht en zal daarom niet het vertrouwen Vijgen, wat na de gebeurtenissen der laatste gebeurtenissen der laatste jaren voor een gezond politiek leven zoo noodig ls. Men zal ons voor de voeten werpen: wacht nu eerst eens het program van de nieuwe regeering af, zooals ook de „Maasbode" gisteren adviseerde. Maar deze waarschuwing mist voor ons haar kalmeerend effect, wyi de heer Coiyn tydens zyn verkiezingscampagne, zijn toekomstig program reeds ontwikkeld heeft, dat luidde: gedurende tien jaren stilstand in de sociale wetgeving, nog krachtige bezuiniging en geen salaris herziening, die geld kost. „Het Volk" (s.d.), —nog onkundig van het optreden van den heer Coiyn wydt een beschouwing aan de geheimzinnig heid, rondom de wording van het nieuwe Kabinet betracht, die het als een „ver ouderde rede" bestempelt. „Voorwaarts" (s.d.), vooruitloopend op de aanwqzing van den heer CoUjn als ka binetsformateur, schryft: Intusschen is het mogelijk, dat er in de hooge regionen een leelijk en ge vaarlijk spel wordt gespeeld. Dat de rechtsche partyen worden gesteld voor een voldongen feit: de terugkeer van Coiyn. Moge dan al Coiyn water in zyn wijn doen, zyn kabinet zou toch zeker niet den volkswil weergeven. Want het is niet te denken, dat hy zóó zichzelf zal verloochenen, dat over zyn terugkeer door De Maasbode verontschuldigend gezegd kan worden: „Men begrijpt toch, dat een practisch staatsman de stem van de kiezers zal weten te verstaan' Wy begrijpen dat niet van Coiyn eh wy kunnen dat niet begrijpen, lettende niet alleen op zyn verleden maar ook op zyn actie tydens de verkiezingen. Of zou de democratische wind, die (Jen lsten Juli gewaaid heeft, zelfs Co iyn in anderen koers kunnen drijven?' Mogeiyk is het. Waarsclujniyker ech ter, dat in de rechtsche groepen de con servatieven hun slag zullen pogen te slaan. De komende dagen zullen leeren, welken kant het uitgaat BINNENLAND. Bosch brand. Woensdagmiddag, omstreeks kwart over drie, werd de Haagsche 'brandweer gealarmeerd voor een zwaren boechbrand op het terrein aan den Kweekerijweg, in de onmiddeliyke omgeving van „Klein- Zwitseriand." Arbeiders, die op de kweekerij aan het het werk waren, 'bemerkten, dat er tus- sdhen de dennen en sparren rook hing en stelden een onderzoek in. Al spoedig bleek hun, dat zy met een vrij ernstigen boscfobrand te doen hadden, die op drie verschillende plaatsen, die op geruimen afstand van elkaar liggen^ woedde. Direct waarschuwden zy de brandweer eni begonnen zelf pogingen ln het werk te stellen den brand te beperken. Toen de brandweer ter piaatse kwam sloegen de vlammen hoog boven de hoo rnen uit en liet het zich aanzien, alsof de geheele duinhelling, die eigendom is van het Staatsboschbeheer, een prooi der vlammen zou worden. Aanvankeiyk stond de bikndweer mach teloos. Water kon er niet gegeven wor den, daar de plaats zoo afgelegen is, dat er geruimen tyd verloopen moest eer het benoodigde materiaal uitgerold was. Men is toen dadelijk begonnen om met schoppen en slaan met takken den brand zooveel mogeiyk te blusschen. Een troepje H.B.S.-ers en eenige pad vinders hebben zich daarby zeer verdien stelijk gemaakt. De twee motorapuiten, die uitgerukt waren, moesten ver van het terrein van den brand verwijderd blijven en men moest ongeveer 1000 M. slang uitrollen wilde men den vuurhaard 'bereiken. Toen men' eindelijk water kon geven was het gevaar al geweken en had imen den brand door scheppen zand en het graven1 van geulen zoo al niet igebluscht dan toch ge- localiseerd. Nadat de vlammen gedoofd waren, was het mogeiyk het diuinterrein te overzien. Op drie punten was het vuur ontstaan en daar men het geiyktydig bemerkt had, ligt het vermoeden voor de hand, dat hier kwaadwilligheid in het spel ia. Een oppervlakte van pijn. 800 M.' is verbrand, waaronder een (gedeelte jonge aanplant. De brandweer had nog langen '.Jjd noo dig eer zij het terrein verlaten k»n, daar steeds weer opnieuw van onder de denne- j en sparrenaalden de vlammetjes uit- sloegen. Het Atlanta-ter rein. Dinsdag ls, in zake den verkop van het voormalige „Atlanta' -terrein b| bet Leidscheboschje door de My. „Atiara" liquidatie aan de Amsterdamsche «aat- scnappy voor Jongemannen, de actt ge passeerd. Deze maatschappy, welke op dit terein naar reeds vroeger uitvoerig vernet ig een groot tehuiB zal stichten, ia <ug thans officieel eigenaresse geworden het stuk grond. De slntsbonw te IJmulden. Men is nu bezig in het Noordzeekanaa tegenover Velseroord, by den sluisbouw, de groote betonnen meerstoelen te plaat sen. Deze komen op de plaats, waar vroe- ger de Noordeiyke kanaaloever was. Zy biyven daar ongeveer drie jaar, tot de nieuwe sluis klaar is en worden dan bui ten de sluis gebracht en daar geplaatst. Een grijper is bezig de holle ruimten binnen de meerstoelen met zand vol te storten. Om de betonnen palen komt een kokosbekleeding en daaromheen nog weer een houten scherm. De groote zee schepen kunnen zoo noodig aan deze meerstoelen meren. Het auto-ongeluk by Sluis. Naar wy vernemen is de toestand van de dame uit Antwerpen, wier man by het auto-ongeluk by Sluis om het leven kwam, vooruitgaande, zy is weer by kennis ge komen. De kinderen, die met hun moeder in het Burgergasthuis te Sluis worden verpleegd, hebben slechts lichte kwetsu ren bekomen. Bandieten! Op den Ryn by Wagenlngen heeft een aanvaring plaats gehad tusschen het tjalkschip Op Hoop van Zegen, schipper W. de Jong, en een zeiljacht van den heer Hemming uit Gronsberg by Frank fort a. M., waarbij dit laatste omsloeg. Het ongeluk geschiedde naast een op gaande sleep van 10 ledige schepen, waar door er niet genoeg ruimte overbleef voor de tjalk en het jacht om elkaar te pas- seeren. Mpt den heer H. waren diens cchtgenoote en 16-jarige dochter aan boord. Allen geraakten te water, maar werden door schipper de J. en den be woner van het Lexesveerhuis, den heer G. Verwoert, gered. Tydens het ongeluk passeerde ln volle vaart een motorboot, die tusschen de drenkelingen doorvoer en tegen een der schepen van de sleep opliep, dat daar door beschadigd werd. Het ia niet gelukt den bestuurder van de motorboot, die er snel vandoor ging, aan te houden. De onbewaakte overwegen. Dinsdagochtend is by een onbewaak- ten overweg naby Doetinchem een boeren kar door den trein gegrepen. De kar werd totaal vernield. Paard en voerman bleven ongedeerd. Al weer! Commiezen van de rijksbelastingen hebben ten huizen van W. L. in de Wal visstraat te Gouda een compleet distilleer- toestel ontdekt, alsmede grondstoffen ter vervaardiging van gedistilleerd. Alles is in beslag genomen en er is proces-ver baal opgemaakt Zelfs de zalm door de hitte bevangen. Sedert eenige dagen beleeft Engeland opnieuw een hittegolf. En niet alleen menschen, doch ook visschen zyn als slachtoffers gevallen. Een voor alle hen gelaars hoogst belangrijk bericht behelst nameiyk, dat in de rivier Eden een be duidend aantal zalmen door de hitte werd bevangen en ten gevolge daarvan is ge storven. Algemeen wordt dit toegeschre ven aan een gebrek aan voldoende zuur stof in het water en aan den lagen wa terstand. Betalingen gestaakt Uit Antwerpen wordt aan het H.blad gemeld, dat twee belangrijke diamant- firma's haar betalingen hadden gestaakt; van de.eene zou het tekort 400.000 gul den, van de andere 800.000 beloopen. Waarschyniyk staat hiermede ln ver band wat aan „Het Volk" uit Antwer pen werd beriaht, n.1. dat de koopman in geslepen diamant Oervater zyn betalin gen heeft gestaakt Het tekort beloopt lbopt ruim 400.000. Teeken des tijds. De aangifte van nieuwe leerlingen voor de Middelbare Koloniale Landbouwschool is dit jaar zoo groot, als nog nimmer 9e- dert de oprichting der school in 1912 het geval is geweest. Deze animo wordt toe geschreven aan de groote vraag om Ne- deriandsche jongelui by ondernemingen in Indlë, doch zal ook wel een gevolg zyn, dat bij andere instellingen geen plaatsen open zyn. Verkeers-ongelnk. Te Hengelo (OverijBel) is vanmorgen de 17-jarige Ten Tye door eeq pleizier- auto overreden en gedood. De jongen sprong van een melkwagen, toen een auto gepasseerd was, en merkte niet, dat een tweede auto vlak achter den eersten reed. Dinsdagavond reed de heer J. Timmers te Willemstad door het springen van een band, met zyn motor ln een grlnthoop. De koppeling tusschen motor en zyspan brak en de berijder raakte er tusschen bekneld. Hy is aan de gevolgen overle den. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 4