De kabinetscrisis.
De 3 e s i d e n t i e b o d e" (r.-k.) vangt
haar beschouwing aan met deze zinsnede:
Na hetgeen wy in de dagen na de ver
kiezingen over de oplossing der crisis
geschreven hebben en waarvan wy op
dit oogenblik geen woord terugnemen,
behoeft het geen nader betoog, dat de
benoeming van den heer Coiyn tot ka
binetsformateur lieel weinig onze in
stemming heeft. En het is niet alleen
met teleurstelling, maar vooral met een
gevoel van angst voor de komende da-
gen, waarmede wy deze voorlooplge op
lossing der crisis begroeten.
Programma
van het ooncert te geven door de Muziefc-
vereeniiginig „Winnubst" op Vrijdag 17
Juli, van hall negen tot tien üUr, In de
muziektent Plantsoen. 1
1. The laat Stand, M&reoh W. H. Myddleton
2. Ouverture de Concours I/roie Roynaud
8. Camion SylvarWalaer Ivanoviol
4. a. Heit beleg van Bengen op Zoom (1626)
van A. Valeriue
ib. Strijdzang der Geuzen C1670)
5. Noce Villaigeoiee (Dorpe Bruiloft)
Paul Gllson
6. Sous les Cytises, Fantasie L. Bajus
7. Finale, Marech.
Boottocht N. a G. O. V.
Men verzoekt ons de aandacht te ves
tigen op een in dit nummer voorkomende
advertentie, waaruit blijkt, dat vanwege
bovengenoemde vereeniging ook dezen
zomer een boottocht naar Alkmaar en
omstreken wordt gehouden en wel op
Donderdag 6 Aug. en waarin nadere bij
zonderheden vermeld staan.
Jubileum MeJ. Krijnen.
Juffrouw Krijnen jubileert! Vijfender
tig jaar is zij directrice van de Chr. Frö
belschool in de Hoogstraat; vijfendertig
jaar lang, heeft zij zich aan het fröbel
onderwijs gegeven en de school in de
Hoogstraat gebracht tot wat zij is.
Dit kon en mocht niet onopgemerkt
voorbijgaan en zoo waren dan de kinde
ren gistermorgen feestelijk uitgedost naar
school getrokken, om feest te vieren ter
eere van ,4e juffrouw".
Wat zagen ze er blij uit, die kleintjes
in hun witte, rose en blauwe Jurkje, met
dito haarstrikken, één was er (een jongen)
met een groote oranje-sjerp om.
De school was, dat spreekt vanzelf, in
feestkleed. Bij den ingang stonden groote
planten en door de lokalen slingerden
zich vroolijk guirlandes met groen.
Op het bord, dat ook met slingers was
behangen, stond keurig geschreven:
„1890—1926 Hulde aan de jubilaresse,
1 Mei", en in het andere lokaal: „Welkom
1 Mei".
1 Mei, vraagt U? 't Is toch Juli!
Ja, geachte lezer, op den eigenlijken
datum was de directrice ziek en zoo moest
deze feestelijke herdenking eenige maan
den uitgesteld worden.
Om half tien kwam juffrouw Krijnen.
De kinderen die van 9 uur af niets an
ders gedaan hadden dan lachen en jui
chen en trommelen op de banken, waren
op de waarschuwing: „daar komt de juf
frouw aan" als muisjes zoo stil en in
spanning tuurden ze naar de deur, waar
door de juffrouw zou binnenkomen.
O ja, 'kheb nog vergeten te vertellen,
dat er wel veertig of vijftig kinderen
bloemen hadden meegenomen. Deze dreu-
messen nu vormden een eerewacht, met
hun boquetjes in de hand, in de gang.
O, o, wat een mooie bloemen waren er;
roode en witte rozen en -anjers, leliën,
tulpen, margrieten, dahlia's in prach
tige kleuren. Tusschen deze levende
bloemperkjes, kwam juffrouw Krijnen
aangewandeld, gevolgd door haar moe
der en familieleden.
In de klassen hieven de kinderen aan:
Dat 'sHeeren zegen op U daal;
Zijn gunst uit Sion U bestraal,
Hij schiep 't heelal, zijn naam ter eer.
Looft, looft nu aller heeren Heer.
en toen kwamen er twee heele kleintjes
met bloemen aandragen, en vriendelijk
lachten ze naar de juffrouw, toen ze na
mens de kinderen het bouquet overhan
digden.
Namens het personeel en de dames re
gentessen van de school werden ook
bloemstukken aangeboden en tenslotte
werd het groote cadeau van de kinderen
van de dag- en avondschool, een dressoir,
door 2 leerlingetjes geoffreerd, mdt den
keurig van buiten geleerden regel: .juf
frouw, wij bieden U dit aan van alle
kinderen".
Juffrouw Krijnen was buitengewoon
erkentelijk voor al deze liefdesblijken van
de kinderen en ze dankte met eenige har
telijke woorden de jongens en meisjes,
die straalden van genoegen over zooveel
pret.
Tusschen al deze feestelijkheden door,
had de heer Bommel een speech afgesto
ken, waarbij de kinderen natuurlijk dood
stil moesten zijn, op zichzelf een marte
ling als je in zoo'n feeststemming bent.
Maar gelukkig maakte mijnheer Bommel
het kort
Hij zeide ongeveer het volgende:
Het is mij hoogst aangenaam, U na
mens het bestuur van de Ver. „Jaohin"
hartelijk geluk te wenschen met uw ju
bileum.
God heeft U veel gegeven en daarmee
hebt U gewoekerd en dat is ten goede
gekomen aan onze school.
Als we 86 jaar terugzien moeten we
zeggen, wat ls God goed geweest De
Bchool, toen gebrekkig, is nu een flinke
school geworden.
Veel van uw werk zal in de eeuwigheid
geopenbaard worden, nu niet Want het
gaat b]j ons in de eerste plaats hier om:
de kinderen te brengen onder de beade
ming van het evangelie en zoo mede te
werken aan de uitbreiding van Gods Ko
ninkrijk.
U leeft mej. Krijnen, in het hart van
de kinderen en hun ouders, dat is nu
weer gebleken uit den schat van bloemen
pn het prachtige cadeau dat U aangebo
den is.
En laat ook deze spontane uiting van
dit feest U doen blijken, wat er in ons
hart voor U leeft en voor het personeel
dat U terzijde staat.
Dat God U nog lang sparel
Mej. Krijnen dankte den heer Bommel
voor zijn sympathieke woorden en bracht
een deel van de hulde over aan haar per
soneel.
Ns dit officieel gedeelte zongen de kin
deren een feestlied, dat heel naïef, dooh
waar eindigde met deze regels:
En wij hopen, dat U lang nog
Onze juffrouw blijven mag!
En dat hoopt juffrouw Krijnen zelf
ook.
Gisterenmiddag was er feest voor de
meisjes van de handwerkschool, terwijl
gisterenavond een serenade werd ge
bracht aan de jubilaresse, door de „Oran
je Harmoniekapel."
Ook vandaag en morgen wordt het
feest voortgezet; daarover hopen we ech
ter nog met een enkel woord, In het num
mer van Zaterdag te schrijven.
Dierenbescherming.
Zooals uit een advertentie in dit ito.
blijkt, zal de afd. Helder der Ned. Ver.
tot bescherming van dieren a.& Zaterdag
avond in „Musis Sacrum" een lezing hou
den voor hare leden en voor belangstel
lenden, waarbij als spreker zal optreden
de heer J. Ennik, uit Voorburg, Alg. In
specteur der Vereeniging, met het onder
werp „Vreugde en leed op het pad der
dierenbescherming".
De heer Ennik, die een aangenaam' en
vaak geestig causeur is, heeft den titel
zijner lezing ontleend aan zijn rijke er
varing van de „praktijk" der dierenbe
scherming (of -mishandeling, zoo men
wil) en hij beschikt over een mooie col
lectie lichtbeelden, waarmede hij zijn le
zing illustreert.
Wij mogen daarom hier een woord van
opwekking tot bijwoning dezer lezing
zichten tot leder, die met het streven van
Dierenbescherming sympathiseert, en ook
tot hen, die tegenover dat streven nog
onverschillig staan.
Immers, nog altijd, niettegenstaande
jarenlange propaganda, zijn er tal van
menschen, die van ons streven nog niet
het rechte begrip hebben, die nog altijd
meenen, dat dierenbeschererms hard zijn
tegenover menschen enz. enz.
En al moge dat bij een enkele het ge
val eens zijn, dan ls daarmede het streven
onzer 'beweging nog niet gekenmerkt.
Hondjes op te dirken met mooie strikjes
en hen te voeden met allerlei zoetigheid-
jes en lekkernijtjes is geen dierenbe
scherming; dit vinden wij even onnatuur
lijk, als wij onmenschelijk vinden dat
zooveel arme stakkers van menschen
slecht gekleed, slecht gevoed en slecht ge
huisvest zijn.
Te werken voor afschaffing van den
trekhond sluit nog niet in zich het goed
te keuren, dat menschen moeten tobben
en ploeteren om het allernoodigste voor
voeding en kleeding te kunnen verdienen.
Beschikbaarstelling van een inrichting
voor pijnlooze afmaking van zieke dieren
sluit nog niet in zich, dat wij geen diep
medelijden 'hebben met het ontzaggelijk
lijden van vele zieke menschen.
Waarom toch wordt een dierenbescher
mer meestal voor sentimenteel aangezien?
Waarom, vragen wij.
Mag imen den toonkunstenaar verwij
ten, dat zijn oor op het gebied der tonen
fijner hoort dan het onzé; dat hij in klank
combinaties geweldig schoone bekoring
kan vinden en daardoor tot in het diepst
van zijn gemoed wordt geroerd; mag men
hem kwalijk nemen, dat zijn oor pijnlijk
wordt aangedaan door voor hem hoogst-
onzuivere klanken, ook al kunnen wij
geen onzuiverheid oonstateeren?
Mag men den kunstschilder kwalijk ne
men, dat hij machtig geboeid wordt door
schoone lijn- en kleurcombinaties, iets
waarin het oog van den gewonen waar
nemer niets bijzonders ziet?
Mag men in die gevallen van over
gevoeligheid spreken?
Neen immers.
En evenmin mag men ons daarvan be
schuldigen, omdat wij op grond van ons
voelen, met betrekking tot onze verhou
ding tegenover onze medeschepselen, een
andere grens trekken dan de „groote"
„Men".
En om hen een ander Inzicht in onze
beweging te geven, zijn ook de twijfelaars
ons welkom.
Het Bestuur.
Uit het Politierapport
Dinsdag werd door een houder van een
volkstuintje aan den Middenweg aangifte
gedaan, dat er van zijn land meermalen
wortels werden ontvreemd.
Een juffrouw deelde Dinsdagavond op
het Hoofdbureau mede, dat zij in den
nacht van Zondag op Maandag door eén
man was vastgegrepen, die met geweld
aan haar mantel had getrokken, waardoor
dit kleedlngstuk totaal was vernield.
Door een rechercheur werden twee jon
gens aangehouden, verdacht van diefBtul
van rijwielonderdeelon en een flesohje
eau de Oologne.
po]
he<
De Koningin heeft aan den heer H. Oo-
üjn, minister van financiën, opdracht ge
geven tot samenstelling van een nieuw
kabinet
De heer Colijn heeft verzocht, deze op
dracht in beraad te mogen houden.
De „N. Rott. Courant" vindt in deze
benoeming aanleiding het volgende te
zeggen, onder den titel:
Coll]n formateur.
Colijn formateur van het nieuwe kabinet
dat is jammer.
M ij betreuren deze beslissing, omdat de
politiek, die onder leiding van den heer
Colijn door het demissionaire kabinet ge
volgd is, onze instemming niet had. Voor
de verdiensten van den heer Colijn, in zoo
verre hij de groote tekorten, welke de
staatsbegrooting in de laatste jaren liet
zien, heeft weten in te perken, en tot eene,
zij het eenigszins g.M'hitieerde, sluitende
begrooting heeft weten te komen, zijn wij
niet blind. Een sluitende begrooting is de
eenige basis waarop eene gezonde politiek
kan worden gebouwd. Ten aanzien van die
jlitiek zelve, zooals deze In de door den
_eer Colijn verdedigde en door hem bij de
Kamer aanhangig gemaakte wetsontwer
pen is neergelegd, heeft hij echter teleur'
gesteld. Ons land heeft In dit opzicht eene
andere politiek noodig, dan de politiek
van minister Colijn is gebleken.
Daarom betreuren wij het, dat het juist
de heer Coljjn is, die het nieuwe kabinet
zal vormen.
Wat noodzakelijk ls wordt door twee
woorden gekenschetst: Bezuiniging en
Reconstructie. Dit is geen verzinsel van
nu; reeds jaren hebben wij op dit aambeeld
geslagen. Ook de heer Colijn zelf had dit
gedaan, voor hij minister werd. Hij ge
waagde toen van „doodende" belastingen,
die niet meer konden worden verhoogd, en
stelde bezuiniging als het allesoverheer-
schende voorop. Een teekenend zinnetje
mogen wij hier nog eens aanhalen, omdat
daaruit blijkt tot .welke bedragen de heer
Colijn bezuinigen wilde: „Als men de hon
derd miljoen, die voor het financieel her
stel nog bezuinigd moeten worden, be
spaard heeft, dan kan het niet moeilijk
z^jn bovendien nog een miljoen te bespa
ren voor den vldotbouw". Steeds stelde hij
toen bezuiniging voorop, om tot eene her-
stelpolitiek te kunnen geraken. Het is bij
woorden en „doodende" belastingen ge
bleven.
Nu hebben wij dezer dagen in het
„Utrechtsch Dagblad" gelezen, dat het in
de eerste plaats op den weg der vrijzinni
gen, en met name van den Vrijheidsbond
lag1, in de komende legislatieve periode
zoo'n politiek van bezuiniging en herle
ving te steunen. Wij gaan daar geheel mee
accoord. Maar het blad knoopte aan deze
praemisse de conclusie vast, dat daarom
ook van vrijzinnigen kant naai- den heer
Coiyn als formateur van het nieuwe ka
binet moest worden verlangd. Waarom
juist Colijn? vergat bet blad hierbij in het
licht te stellen. Waarin is de reconstructie-
politiek van den heer Colijn tot uiting ge
komen, dat men in hem bovenal vertrou
wen zou moeten stellen? Wy weten het
niet.
Intusschen, de heer Ooiyn ls formateur,
en men heeft hem als zoodanig te aan
vaarden, ook zonder dat men de keuze ge
lukkig acht. Per slot van rekening hebben
wy, vrijzinnigen, niet met zyn persoon of
zyn politieke party, doch met zijn nieuwe
program te maken. Beantwoordt dit aan
hetgeen van vrijzinnigen kant op het
oogenblik in 's lands belang wordt geacht,
met name: in zyn program een duidelijk
uitgesproken bezuiniglngs- en reconstruc
tieprogram, dan behoeft van den Vrij
heidsbond, zouden wy meenen, geen op
positie te worden gevreesd.
Kan echter van den heer Coiyn zulk een
program worden verwacht? Ofschoon wy
dit weinig waarschyniyk achten, zullen
wy het toch niet bij voorbaat voor vol
strekt onmogeiyk verklaren. Veel zal er
van afhangen, hoever de heer Coiyn zijn
Roomsche coalitiegenooten op zoo'n 'pro
gram kan meekrygen. Hy is, gaven wy
reeds vroeger te kennen, geen man om te
schipperen; hy is ook niet de man, tegen
over wien de andere coalitiegenooten gaar
ne toeschieteiyk zullen zyn. Dit maakt zyn
welslagen onzeker. Een zuiver bezuini
gings en reconstructieprogram zal niet op
onverdeelde instemming der Roomsch-Ka-
tholieken kunnen rekenen, en een water
en melkprogram zal geen krachtig kabinet
ter uitvoering kunnen verkrijgen.
Het „H a n d e 1 s b 1 a d" schrijft o. m.:
Men kan zich voorbereiden op een
stormpje in de democratische wateren.
H. M. heeft zich verstout de opdracht tot
kabinetsformatie te verleenen aan den
man, dien de democraten volstrekt onaan-
nemeUjk achtten.
De beer Schaper heeft reeds gedreigd,
dat als de heer Coiyn formateur werd, de
roode legioenen zouden worden gemobili
seerd!
De „Residentiebode" en andere room
sche organen, met een rooden inslag in het
zwarte weefsel, hebben betoogd, dat de
heer Coiyn als formateur door den uitslag
der verkiezingen onmogeiyk was. De
christeiyk-historischen voorzoover zy het
parool volgen van den hoofdredacteur van
de „Nederlander" zullen evenmin gesticht
zyn.
Nu, dat wy geestdriftig gestemd zyn
over deze opdracht, kunnen wy moeilijk
beweren. Wy hebben te duideiyk onze be
zwaren tegen sommige politieke daden en
verscheidene politieke uitlatingen van den
heer Coiyn doen gelden, dan dat men van
ons een geestdriftigen vreugdekreet kan
verwachten by het bericht, dat de heer
Coiyn als formateur is aangewezen. Aan
den anderen kant hebben wy er evenmin
een gehe'm van gemaakt, dat wy geen
reden zagen ln den uitslag der verkiezin
gen, om hem niet meer mlnistrabel te
achten.
Het komt in de eerste plaats aan op de
vraag, met welk program een door hem te
vormen kabinet zou komen. Dat zal een
„rechtsch" program zyn. Maar het zal
waarschyniyk een met de werkeiykheid
rekening houdend program zyn. Zooveel
kent men den heer Coiyn nu wel, dat men
van hem geen fantastische plannen van
socialen aard behoeft te verwachten, al zal
hy om een krachtige meerderheid te be
houden, aan den roomschen vleugel van
die meerderheid eenige niet onbelangryke
concessies moeten doen in de keuze zyner
medewerkers en by de vaststelling van
het program, opdat niet de roomsche de
mocraten baloorig uit het gareel Bpringen!
Inmiddels is uit de uitlatingen van „Maas
bode" en „Tyd" van de laatste dagen wel
te bespeuren, dat men zich daar op een
kabinetsformatie door den'heer Ooiyn had
ingesteld. Waarschyniyk is dus de zaak
van het program tusschen de leiding der
R.-K. Staatsparty en den nieuwen forma
teur en zyn vrienden beklonken. Het ver
zet in de roomsche fractie daartegen vond
niet in een vergadering der fractie gele
genheid zich te uiten. Waarschyniyk zul
len wy daarvan dus nog wel Iets bespeu
ren ln de pers. Wy gelooven niet, dat dat
verzet practische gevolgen zal hebben, al
bereiden wy ons voor op zeer luide woor
den van dien kant
Het blad herinnert er aan, dat aanvan-
kelqk geen enkel katholiek blad voor den
heer Ooiyn geporteerd was, maar dat ln
de laatste dagen daarin verandering was
gekomen:
Aan deze politiek van de hulk naar
den wind doen wy niet mee. Onze aan
vankelijke bezwaren tegen een kebinet-
Coiyn blijven we ook nu handhaven.
Niet om den persoon van den heer Co
lijn, niet omdat de aangewezen forma
teur niet katholiek is, over deze be
zwaren zouden we zonder veel moeite
heengestapt zyn.
Maar voor'ons is de heer Coiyn niet
alleen niet de meest geschikte, maar we]
de meest ongeschikte. Een kabinet-
Coiyn ontmoet reeds, ook in rechtscbe
kringen, een heftig verzet nog vóór het
één regeerlngsdaad heeft verricht en
zal daarom niet het vertrouwen Vijgen,
wat na de gebeurtenissen der laatste
gebeurtenissen der laatste jaren voor
een gezond politiek leven zoo noodig ls.
Men zal ons voor de voeten werpen:
wacht nu eerst eens het program van de
nieuwe regeering af, zooals ook de
„Maasbode" gisteren adviseerde. Maar
deze waarschuwing mist voor ons haar
kalmeerend effect, wyi de heer Coiyn
tydens zyn verkiezingscampagne, zijn
toekomstig program reeds ontwikkeld
heeft, dat luidde: gedurende tien jaren
stilstand in de sociale wetgeving, nog
krachtige bezuiniging en geen salaris
herziening, die geld kost.
„Het Volk" (s.d.), —nog onkundig van
het optreden van den heer Coiyn wydt
een beschouwing aan de geheimzinnig
heid, rondom de wording van het nieuwe
Kabinet betracht, die het als een „ver
ouderde rede" bestempelt.
„Voorwaarts" (s.d.), vooruitloopend op
de aanwqzing van den heer CoUjn als ka
binetsformateur, schryft:
Intusschen is het mogelijk, dat er in
de hooge regionen een leelijk en ge
vaarlijk spel wordt gespeeld. Dat de
rechtsche partyen worden gesteld voor
een voldongen feit: de terugkeer van
Coiyn.
Moge dan al Coiyn water in zyn wijn
doen, zyn kabinet zou toch zeker niet
den volkswil weergeven. Want het is
niet te denken, dat hy zóó zichzelf zal
verloochenen, dat over zyn terugkeer
door De Maasbode verontschuldigend
gezegd kan worden: „Men begrijpt toch,
dat een practisch staatsman de stem
van de kiezers zal weten te verstaan'
Wy begrijpen dat niet van Coiyn eh
wy kunnen dat niet begrijpen, lettende
niet alleen op zyn verleden maar ook
op zyn actie tydens de verkiezingen.
Of zou de democratische wind, die
(Jen lsten Juli gewaaid heeft, zelfs Co
iyn in anderen koers kunnen drijven?'
Mogeiyk is het. Waarsclujniyker ech
ter, dat in de rechtsche groepen de con
servatieven hun slag zullen pogen te
slaan. De komende dagen zullen leeren,
welken kant het uitgaat
BINNENLAND.
Bosch brand.
Woensdagmiddag, omstreeks kwart
over drie, werd de Haagsche 'brandweer
gealarmeerd voor een zwaren boechbrand
op het terrein aan den Kweekerijweg, in
de onmiddeliyke omgeving van „Klein-
Zwitseriand."
Arbeiders, die op de kweekerij aan het
het werk waren, 'bemerkten, dat er tus-
sdhen de dennen en sparren rook hing en
stelden een onderzoek in. Al spoedig
bleek hun, dat zy met een vrij ernstigen
boscfobrand te doen hadden, die op drie
verschillende plaatsen, die op geruimen
afstand van elkaar liggen^ woedde.
Direct waarschuwden zy de brandweer
eni begonnen zelf pogingen ln het werk
te stellen den brand te beperken.
Toen de brandweer ter piaatse kwam
sloegen de vlammen hoog boven de hoo
rnen uit en liet het zich aanzien, alsof de
geheele duinhelling, die eigendom is van
het Staatsboschbeheer, een prooi der
vlammen zou worden.
Aanvankeiyk stond de bikndweer mach
teloos. Water kon er niet gegeven wor
den, daar de plaats zoo afgelegen is, dat
er geruimen tyd verloopen moest eer het
benoodigde materiaal uitgerold was.
Men is toen dadelijk begonnen om met
schoppen en slaan met takken den brand
zooveel mogeiyk te blusschen.
Een troepje H.B.S.-ers en eenige pad
vinders hebben zich daarby zeer verdien
stelijk gemaakt.
De twee motorapuiten, die uitgerukt
waren, moesten ver van het terrein van
den brand verwijderd blijven en men
moest ongeveer 1000 M. slang uitrollen
wilde men den vuurhaard 'bereiken. Toen
men' eindelijk water kon geven was het
gevaar al geweken en had imen den brand
door scheppen zand en het graven1 van
geulen zoo al niet igebluscht dan toch ge-
localiseerd.
Nadat de vlammen gedoofd waren, was
het mogeiyk het diuinterrein te overzien.
Op drie punten was het vuur ontstaan
en daar men het geiyktydig bemerkt had,
ligt het vermoeden voor de hand, dat hier
kwaadwilligheid in het spel ia.
Een oppervlakte van pijn. 800 M.' is
verbrand, waaronder een (gedeelte jonge
aanplant.
De brandweer had nog langen '.Jjd noo
dig eer zij het terrein verlaten k»n, daar
steeds weer opnieuw van onder de denne-
j en sparrenaalden de vlammetjes uit-
sloegen.
Het Atlanta-ter rein.
Dinsdag ls, in zake den verkop van
het voormalige „Atlanta' -terrein b| bet
Leidscheboschje door de My. „Atiara"
liquidatie aan de Amsterdamsche «aat-
scnappy voor Jongemannen, de actt ge
passeerd.
Deze maatschappy, welke op dit terein
naar reeds vroeger uitvoerig vernet
ig een groot tehuiB zal stichten, ia <ug
thans officieel eigenaresse geworden
het stuk grond.
De slntsbonw te IJmulden.
Men is nu bezig in het Noordzeekanaa
tegenover Velseroord, by den sluisbouw,
de groote betonnen meerstoelen te plaat
sen. Deze komen op de plaats, waar vroe-
ger de Noordeiyke kanaaloever was. Zy
biyven daar ongeveer drie jaar, tot de
nieuwe sluis klaar is en worden dan bui
ten de sluis gebracht en daar geplaatst.
Een grijper is bezig de holle ruimten
binnen de meerstoelen met zand vol te
storten. Om de betonnen palen komt een
kokosbekleeding en daaromheen nog
weer een houten scherm. De groote zee
schepen kunnen zoo noodig aan deze
meerstoelen meren.
Het auto-ongeluk by Sluis.
Naar wy vernemen is de toestand van
de dame uit Antwerpen, wier man by het
auto-ongeluk by Sluis om het leven kwam,
vooruitgaande, zy is weer by kennis ge
komen. De kinderen, die met hun moeder
in het Burgergasthuis te Sluis worden
verpleegd, hebben slechts lichte kwetsu
ren bekomen.
Bandieten!
Op den Ryn by Wagenlngen heeft een
aanvaring plaats gehad tusschen het
tjalkschip Op Hoop van Zegen, schipper
W. de Jong, en een zeiljacht van den
heer Hemming uit Gronsberg by Frank
fort a. M., waarbij dit laatste omsloeg.
Het ongeluk geschiedde naast een op
gaande sleep van 10 ledige schepen, waar
door er niet genoeg ruimte overbleef voor
de tjalk en het jacht om elkaar te pas-
seeren. Mpt den heer H. waren diens
cchtgenoote en 16-jarige dochter aan
boord. Allen geraakten te water, maar
werden door schipper de J. en den be
woner van het Lexesveerhuis, den heer
G. Verwoert, gered.
Tydens het ongeluk passeerde ln volle
vaart een motorboot, die tusschen de
drenkelingen doorvoer en tegen een der
schepen van de sleep opliep, dat daar
door beschadigd werd. Het ia niet gelukt
den bestuurder van de motorboot, die er
snel vandoor ging, aan te houden.
De onbewaakte overwegen.
Dinsdagochtend is by een onbewaak-
ten overweg naby Doetinchem een boeren
kar door den trein gegrepen. De kar
werd totaal vernield. Paard en voerman
bleven ongedeerd.
Al weer!
Commiezen van de rijksbelastingen
hebben ten huizen van W. L. in de Wal
visstraat te Gouda een compleet distilleer-
toestel ontdekt, alsmede grondstoffen ter
vervaardiging van gedistilleerd. Alles is
in beslag genomen en er is proces-ver
baal opgemaakt
Zelfs de zalm door de hitte bevangen.
Sedert eenige dagen beleeft Engeland
opnieuw een hittegolf. En niet alleen
menschen, doch ook visschen zyn als
slachtoffers gevallen. Een voor alle hen
gelaars hoogst belangrijk bericht behelst
nameiyk, dat in de rivier Eden een be
duidend aantal zalmen door de hitte werd
bevangen en ten gevolge daarvan is ge
storven. Algemeen wordt dit toegeschre
ven aan een gebrek aan voldoende zuur
stof in het water en aan den lagen wa
terstand.
Betalingen gestaakt
Uit Antwerpen wordt aan het H.blad
gemeld, dat twee belangrijke diamant-
firma's haar betalingen hadden gestaakt;
van de.eene zou het tekort 400.000 gul
den, van de andere 800.000 beloopen.
Waarschyniyk staat hiermede ln ver
band wat aan „Het Volk" uit Antwer
pen werd beriaht, n.1. dat de koopman in
geslepen diamant Oervater zyn betalin
gen heeft gestaakt Het tekort beloopt
lbopt ruim 400.000.
Teeken des tijds.
De aangifte van nieuwe leerlingen voor
de Middelbare Koloniale Landbouwschool
is dit jaar zoo groot, als nog nimmer 9e-
dert de oprichting der school in 1912 het
geval is geweest. Deze animo wordt toe
geschreven aan de groote vraag om Ne-
deriandsche jongelui by ondernemingen
in Indlë, doch zal ook wel een gevolg zyn,
dat bij andere instellingen geen plaatsen
open zyn.
Verkeers-ongelnk.
Te Hengelo (OverijBel) is vanmorgen
de 17-jarige Ten Tye door eeq pleizier-
auto overreden en gedood. De jongen
sprong van een melkwagen, toen een
auto gepasseerd was, en merkte niet, dat
een tweede auto vlak achter den eersten
reed.
Dinsdagavond reed de heer J. Timmers
te Willemstad door het springen van een
band, met zyn motor ln een grlnthoop.
De koppeling tusschen motor en zyspan
brak en de berijder raakte er tusschen
bekneld. Hy is aan de gevolgen overle
den.
t