T
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
van ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1925
NO. 186 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Zoo verliep mijn eerste leeuwenjacht,
waarop lk al meteen een leeuw schoot.
B.
VAN DE GROOTEN
DER AARDE.
De nadeel en van een
gewoon gezicht
Het ral aan versohillende lezere be
kend zijn, dat de tegenwoordige presi-
den van de Fransohe Reputbliek er zioh
op beroemt een doodgewoon mensch te
zj)n. HIJ is dat ook inderdaad, zoowel
naar kleeding, als van aangezioht Toen
hij al een jarenlang en bekend lid van
het Fransohe parlement was, maakte hij
met zijn broeder lange voetreizen door de
Fransohe Alpen, zonder dat iemand hem
herkende.
Deze eigenaardigheid dat iemand ln
de beschaafde wereld groote naam kan
hebben en even bulten zijn eigen kring
tot de onbekende grootheden behoort -
is wel eens vaker voorgevallen.
Er zijn voorbeelden van.
Abraham LInooln, de bekende presi
dent van Amerika, was eens ln Washing
ton ln een stadswijk terecht gekomen,
die hl) niet kende.
Weet u niet waar lk hier ben? vroeg
hHeon politie-agent
Deze meende, dat de man hem wilde
foppen en antwoordde:
U hebt de eer, u ln de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika te bevinden.
Je schijnt niet te weten met wien je
spreekt
Neen antwoordde de politieman.
Ga door luiddo het niet zeer
vleiende antwoord, je ziet er uit als een
gebruikte postzegel.
Een dergelijke ervaring deed Hano-
taux, de vroegere Fransohe minister van
buitenlandsdhe zaken op.
Hanotaux wilde zioh ln het justltlege-
bouw begeven, doch de toegang werd hem
door een politieagent versperd. Tever
geefs poogde hi) zich een doortocht te
banen, en noemde als laatste middel zijn
naam en positie.
Doch de man der wet bleef ook thans
onverbiddelijk.
Neen, neen, zulke zwendelarij kun
bij mij niet kwijtraken, zeide hij, daar
lk niet meer in.
Je bij
loop
Hetzelfde moet eens overkomen zijn
aan een gouverneur-generaal van Ned.-
Indië, den heer Sloet van den Beele, toen
hl) na een morgenwandeling, zijn paleis
te Buitenzorg wilde binnengaan.
De lnlandsohe s ld..:. die hem
niet kende, wilde hem niet doorlaten en
op zUn verzekering, dat hl) de „Toewan
Besar" was, verklaarde de man, dat zoo-
iets wel ledereen kon zeggen, maar dat
de Toewan Besar er zeker heel wat fat
soenlijker en heeraohtiger uit zou zien.
De heer Sloet muntte nJ. niet uit door
uiterlijk sdhoon, evenmin als door goed
verzorgde kleedjj of een imponeerend
uiterlijk.
Ook Oaslmlr Perier kon van een der
gelijke ondervinding spreken. Eens op
een dag deed hK met zijn zoon een fiets
tochtje en beiden stegen in een dorpsher
berg af, om daar, wijl zD honger hadden,
een kleine versterking te gebruiken.
De waardin verklaarde dat zij niets ln
huis had, doch voegde er toen glimlachend
aan toe:
Als ge naar het naaste dorp wilt rij
den, dnn zal de Blager u twee pond vleesoh
geven, als ge u op mijn naam beroept
De president steeg op zijn fiets en
keerde een kwartier later met een lek
ker stuk vleesch terug, dat de waardin
snel voor hem klaar maakte.
Maar niet alleen presidenten, ook ge
zanten staan »«n zulke ervaringen bloot
Eens amuseerde de Fransohe componist
Jonoleres in een park te Parijs zioh met
DE PURITEINEN EN DE MODE.
EL
Belangrijke gebeurtenissen hebben
ook Invloed op de Mode.
Na het verdwijnen der Spaansohe mode,
waarvan' stijfheid en geslotenheid de voor
naamste kenmerken waren, begon die we
reld zich Fransoh te kleeden.
Van omstreeks 1680 dateert die tegen
woordige opvatting van het begrip imiode,
L wereldtmode.
Ter aelfder tijd ecihter, dat men den
Duitschers hun Fransohe kleed# verwijt,
waarschuwt men ln Frankrijk tegen de
Engedsche modes en 'heet het in Enge
land, dat de buitenlandscbe bloeding een
gevaarlijke bekoring uitoefent
ln een blijspel van 1629 laat dè schrij
ver, Ben Jonson, een eleganten jonker
zeggen:
„Om mijn hals draag lk een Savooi-
schen ketting, mtjn kraag en manchetten
tajn afkomstig uit Vlaanderen, mijn hoed
boant uit Napels, het hoedelini met den
eenige kleine ballons in de luoht te la-
ten stijgen, toen hij plotseling bemerkte,
dat de wijngeest bijna op was.
Hier, zeide hij, zioh tot een der om
standers wendende, hier hebt ge een
halven franc. Loop zoo vlug als mogelijk
is naar den naastbijzijnden winkel en
haal mij voor vijf en twintig centiem
wijngeest.
De vreemde nam het geldstuk aan en
keerde spoedig met den spiritus en het
teruggekregen geld terug.
Och laat maar, zei Jonoleres, behoud
de kleinigheid voor uw moeite.
De bode stak het geld glimlaohend in
den zak, gaf den componist echter tege
lijk zijn kaartje, waarop de woorden ston
den: Vorst Lobanoff Rostowsky, gezant
van zjjne majesteit den Tsaar en zei:
eigenlijk weet ik niet of ik wel bijver
diensten mag hebben.
ZIJN EERSTE LEEUW.
Een .aneedote van Paul Kroger.
Mijn eerste leeuw aldus vertelde
eens Paul Eniger aan een' bezoeker uit
Nederland schoot ik in het jaar 1839.
Ik was toen veertien jaar oud. Onze ossen
waren in het wijde veld bij de Rhenotes-
riviar in den Oranje Vrijstaat De leeuw
had een van onze ossen gevangen.
Met zes man, allen te paard, gingen
er op uit dien leeuw te zoeken. Ik was wei
de zevende, maar ik telde nog niet mee.
Wij reden drie bij drie en een eind van
elkander. Toen wij den leeuw eindelijk
gevonden hadden, stormde hij dadelijk op
ons los. De drie mannen, bij wie ik was,
bonden de paarden aan elkaar, en draai
den ze om anet hun koppen aan elkaar,
van deo leeuw af, "n méthode, die steeds
door de 'boeren op de leeuwenjacht ge
volgd wordt omdat als de paaiden den
leeuw zien, men kans heeft dat ze van
schrik op den loop gaan!
De drie mannen namen leder de hun
aangewezen plaats in. Ik bleef achter
maar van den leeuw uit gerekend na
tuurlijk voor de paarden zitten, met mijn
geweer op den leeuw gericht die op ons
af kwam.
Dicht bij gekomen, maakte hij zich
klaar voor zijn sprong, oau naar het
mij toescheen over mij been op de
paarden te springen. Ik schoot hem in
zijn sprong en trof hem gelukkig doode-
UJk, zoodat hij bijna boven op mij vieL
Op het hooien van het schot kwamen
de drie anderen ook naar ons toe. Wij
stonden toen Bannen rondom den leeuw
over het gebeurde te spreken. *n Zekere
Hugo ging voor den leeuw zitten om
diens tanden, die bijzonder groot waren,
te meten. Zonder eenige kwade bedoeling
gaf ik den leeuw een schop tegen, den
buik en toen gaf hfj op eenmaal een vree-
selijke brui Hugo vergat het tandeume-
ten en viel van schrik op zijn rug.
De adetm, die nog in den leeuw waag en
die bij den trap op den buik zioh met ge
weid-een weg baande door de keel, bracht
dit geluld voort Dat gebeurt in zoofa ge
val altijd. Hugo wist dit natuurlijk wel,
m»wr hij had er niet aan gedacht in zijn
verbouwereerdheid. Nu schaamde hij zich
voor zijn anhrilr. TT# wilde mij ten slotte
nog te lijf, invaar de anderen beletten hem
dit lachend en maakten hem duidelijk, dat
ik hem slechts omdat ik een jongen was
en voor het eerst op de leeuwenjacht
in onwetendheid dezen schrik bezorgd
badL
Florentijnschon agaat uit Rome, mijn
zwaard uit Milaan, mijn oostuuan imet de
Brabantsche knoopen uit GenAvo, mijn
handschoenen uit Milaan.*1
Evenals steeds, heeft ook toen de mode
zich gevormd uit de vermenging van ver
schillende elementen, waarbij echter door
allerlei omstandigheden, Frankrijk meer
en meer op den voorgrond trad.
Intusschon was gedurende de eerste
tien of twaalf jaren der regeering van
Karei I het Engelsche hof het Fransohe
in eleganoe ver vooruit.
In Engeland gaf de ridderlijke figuur
van koning Karei dien toon aan, in Frank
rijk de sombere Lodewijk XHL
De bedde zwagers leken zeer weinig op
elkander, en hun omgeving moesct zich
goedschiks of kwaadschiks naar hen vor
men, ook uiterlijk, in Frankrijk gebonden
door nauwkeurige voorschriften, in En
geland zonder gedwongenheid, want hier
had de ihvnrtng aelf het voorbeeld van vrij
heid gegeven.
Naar denl wenscth van zijn vader had hij
zich, als prins van Wales, naar de Spaan-
sche mode gekleed.
Maar nauwelijks aan de regeering ge
komen, mam hij al de bijzonderheden der
nieuwe tkleedij aan.
De stijve fraJso werd vervangen door
den broeden kanten kraag, in het eene
oor droeg hij een parel, het andere werd
door een langen ILefdelok met Ingevloch
ten lint bedekt
REES-INDRUKKEN.
(Vertellingen uit Walcheren'a schoone
landouwen).
Ongeveer een uur of negen uit Amster
dam en omstreeks één uur in den namid
dag reeds te Vlissingen, dan heeft men
toch zeker over zijn reisgelegenheid niet
te klagen. Vanaf het lange, moderne sta
tion Roosendaal gaat het maar in één stuk
door tot de bekende Zeeuwsche haven
plaats, zonder zelfs bij Zeeland'B hoofdstad
ook maar even te verpoozen.
't Is een druk bezette trein en veel reizi
gers stappen uit aan het fraaie eindstation
met zijn ruime wachtkamers en de vorste
lijk ingerichte wachtzaal.
Daartegenover vinden we het kantoor
van de Stoomvaartmaatschappij „Zeeland",
waarvan de groote dubbelschroefstoom-
schepen de Koninklijke Nederlandsche
Postvaart op Engeland onderhouden.
Tijdens de zomermaanden geeft de Maat
schappij zoogenaamde „week-end-tickets"
uit, die in staat Btellen op zeer voordeelige
wijze een paar dagen door te brengen in
Folkestone en zijn fraaie omgeving.
Aardig idee zoo ongemerkt met al de
reizigers mee te trekken door de douanen-
loods, waar het met het uit- en inpakken
der koffers een haast-je-rep-je ls.
Statig ligt de groote stoomer reeds te
wachten, waar de talrijke „mailzakken"
al die duizenden brieven en pakketten voor
Engeland worden ingeladen.
Even staat de kapitein gebruind zee
type, kalm en rustig door dat jarenlange
zwerven op de zenuwstillende golven
het drukke gedoe gade te slaan zoo nu
en dan enkele bekende passagiers hartelijk
groetend, die reeds zoo dikwijls den over
tocht meemaakten.
Een enkel reisgezelschap van Lissone,
ietwat druk, zenuwachtig achter den ge-
routineerden leider aandravend vormt
het laatste deel der menscheltjke lading,
dan beklimt de kapitein de brug en geeft
het sein tot vertrek, waarop onmiddellijk
de zware kabels los gaan, en de fiere witte
stoomer een groote zeevogel gelijk
achterwaarts de haven verlaat om zoo
meteen den boeg te wenden in de richting
van Engelands Zuidkust.
Wij zoeken de electrische tram, welke
ons heel spoedig brengt naar Middelburg:
de hoofdplaats van het vriendelijke Wal
cheren, Zeeland's tuin.
Na eerst even allerlei inlichtingen te
hebben ingewonnen op het bureau van de
Vereenlging voor Vreemdelingenverkeer
op de markt, waar men ons allervriende
lijkst de benoodigde gegevens verstrekt,
nemen we bij het station Middelburg de
stoomtram Walcheren, welke ons zal voe
ren naar het vriendelijke dorpken Zoute-
lande, hetwelk daar zoo idyllisch sluimert
aan der duinen voet: den eereten dag het
doel onzer reis.
Vanaf de halte Zoutelande-Meliskerke
slingert de landweg zoo aardig tusBchen de
prachtige Zeeuwsche landouwen, zoodat de
wandeling van een half uurtje een genot
kan worden genoemd.
Dan zien we ons pension „'t Vroonhuis"
reeds tusschen de duinen oprijzen en even
later worden we vriendelijk ontvangen en
bevinden we ons voor eenige dagen in
veilige, welverzorgde omgeving.
Schitterend oord, die grillige duinenrij
aan Walcheren'8 westkust, waar de Noord
zee kan bulderen om bang voor te worden.
En aan den voet van die prachtige
woeste duinformaties liggen enkele tien
tallen huizekens met van die prachtige
roodpannen daken ln allerlei nuances,
welke het dorpje Zoutelande vormen,
't Is als een groote Neurenberger speel
doos uit onze jeugd: die huizekens en
•■rijen en dat aardige kerkje, als het
ware zoo losjes weg uit den hemel neer-
gestrooid.
't Is Zaterdagavond en alles ademt er
vrede en ruBt in het idyllische dorp, ln
vroeger tijden een visschereplaats, terwijl
thans sedert jaren de bevolking leeft van
den landbouw.
Dat is wel een groot verschil met tien
jaren geleden, toen 't dagelijks donderde
in het vriendelijke dorp vanwege de bele-
van Zeebrugge door de Engelschen
I den grooten Europeeschen krijg. Dan
bulderden maar al-door geweldige zware
Hij gaf aan effen stoffen de voorkeur
boven do zware gewerkte patronen en
droeg met voorliefde wit
Bij zijn intocht in Bdinburg (1688) was
niet alleen hij zelf in witte rijde gekleed,
maar hij werd door 800 eveneens in het
wit gekleed© edellieden ontvangen.
Het voorbeeld van dien monarch vond
navolging. Vlam het hof uit verbreidde de
nieuwe anode zich zeer snel in de krin
gen der aristocratie.
De oostuumö der daones en heeren,
door van Dijk vereeuwigd, onderscheid-
den zioh door een losheid: en een beval
ligheid, die in de juist afgeloopen phase
der Spaansohe kleed# geheel ontbroken
hadden.
De tegenstand bleef niet uit Bepaalde
die zich in Duitschland en elders tot de
vermlaningen van strenge zedeaneesters,
in Engeland bezielde de afkeer van het
nieuwe een gehoede volksklasse, men mag
wel zeggen het grootste deed der natie.
De streng kerkelijk gezinde Puritei
nen, die ook in het onschuldigste tijd
verdrijf zonde of doodzonde bespeurden,
zagen wrevelig de veranderingen der
kloedij, die door het hof zoo openlijk
werden begunstigd.
In het bijzonder gaf het décolleté der
damestoiletten aanstoot, dat met de kort
te voren hoog gesloten Meeding een
scherpe tegenstelling vormde.
Aan literaire protesten heten de be
strijders heit niet ontbreken.
kanonnen en zag men de onheilspellende
stralen vanuit de vuurmonden wegflltsen.
Wèt een droeve herinneringen aan dien
vreeselijken tijd, wanneer men vanaf de
duinhoogten van Zoutelande de in brand
geschoten verkennings-vliegtuigen in zee
zag stormen.
Of wel als er mijnen sprongen nabij
de kust met zulk een geweldige explosie,
dat de muren van pension „Vroonhuis"
er thans nog de scheuren tan vertoonen en
bij boer Stroo alle grendels van de deuren
werden geslingerd; de lamp van den zol
der werd weggeslagen en geen ruit in de
kamer heel bleef, zoodat de vrouw toch
wel zoo „wit werd" en „beduusd" stond te
kijken „als een dooie".
Dat waren bange tijden, en maar steeds
duurde die belegering van Zeebrugge
voort en dreunden opnieuw de kanonnen
over de rustige Zeeuwsche duindorpen.
Want heel duidelijk is b}j Zoutelande en
nog duidelijker vanaf de hooge duinen bij
Valkenisse de Belgische kust zichtbaar.
Allereerst bespeurt men de 'kust van ons
Zeeuwsch-Vlaanderen, welke langzamer
hand overgaat naar het Belgische land,
waar zich afteekenen de villa's en groote
hötels der Belgische badplaatsen Knocke
en Heyst: werkelijk schitterend gezicht
over die prachtige zee, welke Zeeland's
tuin rondom omspoelt.
Als we ln den prachtigen zomeravond
nog eens door de duinen wandelen, waar
achter de vruchtbare landouwe gaat sla
pen, zingt er nog vroolijk de zanglijster in
't struikgewas en geuren de duinviooltjes
rondom ons in overvloed.
Zoo doelloos landen we bij de woning
van boer Stroo den sympathieken
Zeeuwschen boer uit het duindorp, bij
wien we zoo graag even aanwipten om een
uurtje te „gezelsen" met die trouwhartige,
gastvrije familie, welke ln zeden en ge
woonten de traditie heeft bewaard van het
stoere voorgeslacht.
„Helo!" —roept men en de ouderen
vragen „Heila?" wat we zouden kunnen
vertalen met onzen boerenuitroep: „Volk
in?"
„Binnen!" klinkt het kort maar recht
hartelijk en vriendelijk wordt een stoel
aangeboden, waarna men bijschlkt in den
huiselljken kring, om een praatje te maken
waar vader, moeder en de beide struische
dochters met den Btevig gezonden knecht
na 't avondeten nog even genoeglijk bijeen
zitten.
„Lakker weertje, m*nheer, hé?" opent
de boer het gesprek.
Maar laat ik eerst liever de gastvrije
Zeeuwsche familie aan u vooretellen, welke
daar zoo vredig woont ln 't rustige Zoute
lande, zich langzamerhand tot pensiondorp
ontwikkelend.
D
(Wordt vervolgd).
Dat gaf niets.
(Exoelslor).
Vrouw: Pas toch op, Ohristiaan, Je
gooit die plant naar beneden!
Man: Wat geeft dat! Dat ding is toch
zoo goed als dood!
Prynne, die zijn heftig tijdsohrift tegen
het toaneel met het verlies van rijn bedde
ooien bad befboet, bestreed in geschrift
ook de lange liefdelekken.
Mn«r ook op andere manieren gaven
de tegenstanders blijk van hun afkeu
ring.
lieten de heeren van het hof hiun haar
lang groeiern, de Puriteinen knipten het
kort af. Dat bezorgde hun den spotnaam
van rondkoppen, dien rij aan de spot
zieke koningin Henriette Maria te dan
ken hadden.
Nog op het einde der 18e eeuw was de
naam in Engeland in gebruik want waar
de Puriteinen de meerderheid hadden,
zooals >b.v. ln Nieuw Engeland, verboden
zij het lange haar als een schandelijk
(misbruik, ©en gruwelijke zonde tegen de
uitdrukkelijke geboden Gods.
Droegen de ridders lichte kleuren, de
Puriteinen kozen zwart, donkergrijs,
bruin1; gaven genen de voorkeur aan rij
de, zij bepaalden zich tot wollen stoften.
Tegenover de dragers van breede kan
ten kragen, stonden de Puriteinen met
een smal boord van glad linnen. De da-
nfesbalzen waren onbedekt. De Puritein-
sohe vrouwen liepen weliswaar ook met
opengesneden japonnen, maar zij verbor
gen de halzen onder een zedig doekje.
Daar kostbare voeren op dien hoed,
hier een eenvoudig lint.
Beide standen waren al ln de verte te
herkennen'; hoe eleganter en kostbaarder
EEN PRAATJE OVER THEE.
Kwaliteit en prflzen.
De beste thee komt uit Ohina; immers
met Ohineesche lettertypen bedrukte pa
pieren omhullen de kisten, waarin die
wordt aangevoerd, indien al niet de fijn
ste soorten verpakt zijn in zijdeachtig
papier, waarop dergelijke typen voor de
echtheid borg staan. Men lette dus bij
inkoop op de verpakking.
Toch is het zeker, dat de fijnste thee
soorten China nooit verlaten, waar ze
door de Mandarijnen zelve worden opge
kocht.
Wat de fijnheid van geur aangaat,
overtreft geen theesoort deze zoogenaam
de „Mandarijn-thee", die, daar ze maar
zacht gedroogd, ja zelfs vochtig is, in het
geheel niet deugt voor transport De
marktprijs, dien dé rijke Chineezen voor
thee besteden, varieert omstreeks twaalf
gulden het Engelsche pond (454 gram).
Wat op deze meest uitstekende soort
in goede eigenschappen volgt wordt door
karavanen naar Rusland vervoerd en
daar door de rijke familiön opgekocht
De prijs, die aan de markt te St. Pe
tersburg besteed wordt voor de beste ka
ravanen-thee is hoogstens 80 het En
gelsche pond. Daarentegen is de hoogste
prjjs die ooit voor gewone Peocothee op
de Londensche markt betaald is onge
veer 6.het Engelsche pond.
Bij dit alles zijn natuurlijk de abnor
male oorlogsprijzen buiten beschouwing
gelaten.
Voor dien oorlogstijd vond thee van
hoogen prijs aan de Londensohe markt
zelden of ooit koopers. In vroeger jaren,
bijvoorbeeld in het jaar 1878 waren
voor thee boven de f 1.80 het pond geen
koopers te vinden.
In 1882 werd op deze markt de beste
Indische thee verkocht voor 0.75 per
pond. En in 1883 kon men daar voor ge
wone theesoorten noteeringen van 80 tot
40 cent vinden.
Inmiddels heeft de Indische thee in
Europa de Chineesche thee ongeveer ge
heel verdrongen. Over de bovenaange
haalde verpakking in Chineesch bedrukt
papier of in Chineesche zijde als waar
borg van echtheid, durf ik me hier niet
verder uit te laten.
Ik zeg alleen maar dat er veel Chinee
sche theeserviezen zijn, die in Oostenrijk-
sche potterie-fabrieken gebakken wer
den.
Ook in de Vereenigde Staten komt In
dische en Japansche thee tegenwoordig
in hoofdzaak voor zij het dan soms ook
wel in een Chineesch aandoende verpak
king.
Op Java wordt de theeplant sedert
1828 gecultiveerd en reeds in 1848 werd
vandaar ongeveer 500.000 Kg. naar Hol
land verscheept
Zooals men weet zijn het ook Hollan
ders geweest die de thee het eerst naar
Europa overbrachten en het heeft gerui-
men tijd geduurd, dat de Oost-Indisóhe
Compagnie het eenige handelslichaam
was, die thee bij kleine hoeveelheden in
Engeland invoerde.
In 1678 bedroeg deze invoer nog slechts
4700 Engelsche ponden en in de 6 vol
gende jaren steeg zij per jaar met hoog
stens 400 pond.
In 1745 werd door de Engelsohe Oost-
Indische Compagnie inmiddels al meer
dan 730.000 pond thee ingevoerd. En
was de vraag naar thee zoo sterk, dat dd
handelsrelstiën tusschen de Engelsche
O.-L Compagnie en China bijna ander
halve eeuw geen ander doel hadden dan
het Vereenigde Koningkrijk van thee te
voorzien. Zij had er zich zelfs het mono
polie van versohaft
B.
Onder vriendinnen.
J$, verloofde lijkt me een heel aardige
man. Hij heeft zoo iets zekers....
Had hij maai' iéts zekers....!
het oostuuan dier pronkers, des te beschei
dener, simpeler en opvallender dlat der
Rondkoppen.
Dit ondierscheid ln oostuuan had de na
tie reeds voor den burgeroorlog ln twee
kampen verdeeld. Aan den eenen kant
stonden de hoogere standen, aan den an
dere de burgerij en de dienstbare klasse.
In een blijspel uit die dagen beklaagt
een dame zich over haar Puriteinsch ka
mermeisje: „Nooit kan ik mij kleeden
zonder een preek te hooren. Nu eens
moet ik haar befwtjzenl dot het branden
der lokken niet tegen die Heilige Schrift
is dan weer den snit van mijn japon
nen1 met bijbelspreuken verdedigen. Soms
vraagt ze of het wel geoorloofd ia Juwee-
letn te dragen en welke dames dan in de
Christelijke oudheid parelsnoeren en ro
bijnen droegen. Mijn oostuuan haat rij en
al baar vrijen tijd besteed zij aan het ver
doemen van mijn garderobe."
Zoo was de tijd.
Hoe scherper de politieke tegenstellin
gen werden, en hoe meer die antipathie
tusschen parlement en hof toenam, des
te grooter weid ook 'bet verschil in klee
ding.
De overdreven zorg aam die eene zijde
beantwoordde tenslotte aan een opzette
lijke verwaarlooaing bij de tegenpartij.
9t Juttertje
-