T Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven van ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1925 NO. 186 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Zoo verliep mijn eerste leeuwenjacht, waarop lk al meteen een leeuw schoot. B. VAN DE GROOTEN DER AARDE. De nadeel en van een gewoon gezicht Het ral aan versohillende lezere be kend zijn, dat de tegenwoordige presi- den van de Fransohe Reputbliek er zioh op beroemt een doodgewoon mensch te zj)n. HIJ is dat ook inderdaad, zoowel naar kleeding, als van aangezioht Toen hij al een jarenlang en bekend lid van het Fransohe parlement was, maakte hij met zijn broeder lange voetreizen door de Fransohe Alpen, zonder dat iemand hem herkende. Deze eigenaardigheid dat iemand ln de beschaafde wereld groote naam kan hebben en even bulten zijn eigen kring tot de onbekende grootheden behoort - is wel eens vaker voorgevallen. Er zijn voorbeelden van. Abraham LInooln, de bekende presi dent van Amerika, was eens ln Washing ton ln een stadswijk terecht gekomen, die hl) niet kende. Weet u niet waar lk hier ben? vroeg hHeon politie-agent Deze meende, dat de man hem wilde foppen en antwoordde: U hebt de eer, u ln de Vereenigde Staten van Noord-Amerika te bevinden. Je schijnt niet te weten met wien je spreekt Neen antwoordde de politieman. Ga door luiddo het niet zeer vleiende antwoord, je ziet er uit als een gebruikte postzegel. Een dergelijke ervaring deed Hano- taux, de vroegere Fransohe minister van buitenlandsdhe zaken op. Hanotaux wilde zioh ln het justltlege- bouw begeven, doch de toegang werd hem door een politieagent versperd. Tever geefs poogde hi) zich een doortocht te banen, en noemde als laatste middel zijn naam en positie. Doch de man der wet bleef ook thans onverbiddelijk. Neen, neen, zulke zwendelarij kun bij mij niet kwijtraken, zeide hij, daar lk niet meer in. Je bij loop Hetzelfde moet eens overkomen zijn aan een gouverneur-generaal van Ned.- Indië, den heer Sloet van den Beele, toen hl) na een morgenwandeling, zijn paleis te Buitenzorg wilde binnengaan. De lnlandsohe s ld..:. die hem niet kende, wilde hem niet doorlaten en op zUn verzekering, dat hl) de „Toewan Besar" was, verklaarde de man, dat zoo- iets wel ledereen kon zeggen, maar dat de Toewan Besar er zeker heel wat fat soenlijker en heeraohtiger uit zou zien. De heer Sloet muntte nJ. niet uit door uiterlijk sdhoon, evenmin als door goed verzorgde kleedjj of een imponeerend uiterlijk. Ook Oaslmlr Perier kon van een der gelijke ondervinding spreken. Eens op een dag deed hK met zijn zoon een fiets tochtje en beiden stegen in een dorpsher berg af, om daar, wijl zD honger hadden, een kleine versterking te gebruiken. De waardin verklaarde dat zij niets ln huis had, doch voegde er toen glimlachend aan toe: Als ge naar het naaste dorp wilt rij den, dnn zal de Blager u twee pond vleesoh geven, als ge u op mijn naam beroept De president steeg op zijn fiets en keerde een kwartier later met een lek ker stuk vleesch terug, dat de waardin snel voor hem klaar maakte. Maar niet alleen presidenten, ook ge zanten staan »«n zulke ervaringen bloot Eens amuseerde de Fransohe componist Jonoleres in een park te Parijs zioh met DE PURITEINEN EN DE MODE. EL Belangrijke gebeurtenissen hebben ook Invloed op de Mode. Na het verdwijnen der Spaansohe mode, waarvan' stijfheid en geslotenheid de voor naamste kenmerken waren, begon die we reld zich Fransoh te kleeden. Van omstreeks 1680 dateert die tegen woordige opvatting van het begrip imiode, L wereldtmode. Ter aelfder tijd ecihter, dat men den Duitschers hun Fransohe kleed# verwijt, waarschuwt men ln Frankrijk tegen de Engedsche modes en 'heet het in Enge land, dat de buitenlandscbe bloeding een gevaarlijke bekoring uitoefent ln een blijspel van 1629 laat dè schrij ver, Ben Jonson, een eleganten jonker zeggen: „Om mijn hals draag lk een Savooi- schen ketting, mtjn kraag en manchetten tajn afkomstig uit Vlaanderen, mijn hoed boant uit Napels, het hoedelini met den eenige kleine ballons in de luoht te la- ten stijgen, toen hij plotseling bemerkte, dat de wijngeest bijna op was. Hier, zeide hij, zioh tot een der om standers wendende, hier hebt ge een halven franc. Loop zoo vlug als mogelijk is naar den naastbijzijnden winkel en haal mij voor vijf en twintig centiem wijngeest. De vreemde nam het geldstuk aan en keerde spoedig met den spiritus en het teruggekregen geld terug. Och laat maar, zei Jonoleres, behoud de kleinigheid voor uw moeite. De bode stak het geld glimlaohend in den zak, gaf den componist echter tege lijk zijn kaartje, waarop de woorden ston den: Vorst Lobanoff Rostowsky, gezant van zjjne majesteit den Tsaar en zei: eigenlijk weet ik niet of ik wel bijver diensten mag hebben. ZIJN EERSTE LEEUW. Een .aneedote van Paul Kroger. Mijn eerste leeuw aldus vertelde eens Paul Eniger aan een' bezoeker uit Nederland schoot ik in het jaar 1839. Ik was toen veertien jaar oud. Onze ossen waren in het wijde veld bij de Rhenotes- riviar in den Oranje Vrijstaat De leeuw had een van onze ossen gevangen. Met zes man, allen te paard, gingen er op uit dien leeuw te zoeken. Ik was wei de zevende, maar ik telde nog niet mee. Wij reden drie bij drie en een eind van elkander. Toen wij den leeuw eindelijk gevonden hadden, stormde hij dadelijk op ons los. De drie mannen, bij wie ik was, bonden de paarden aan elkaar, en draai den ze om anet hun koppen aan elkaar, van deo leeuw af, "n méthode, die steeds door de 'boeren op de leeuwenjacht ge volgd wordt omdat als de paaiden den leeuw zien, men kans heeft dat ze van schrik op den loop gaan! De drie mannen namen leder de hun aangewezen plaats in. Ik bleef achter maar van den leeuw uit gerekend na tuurlijk voor de paarden zitten, met mijn geweer op den leeuw gericht die op ons af kwam. Dicht bij gekomen, maakte hij zich klaar voor zijn sprong, oau naar het mij toescheen over mij been op de paarden te springen. Ik schoot hem in zijn sprong en trof hem gelukkig doode- UJk, zoodat hij bijna boven op mij vieL Op het hooien van het schot kwamen de drie anderen ook naar ons toe. Wij stonden toen Bannen rondom den leeuw over het gebeurde te spreken. *n Zekere Hugo ging voor den leeuw zitten om diens tanden, die bijzonder groot waren, te meten. Zonder eenige kwade bedoeling gaf ik den leeuw een schop tegen, den buik en toen gaf hfj op eenmaal een vree- selijke brui Hugo vergat het tandeume- ten en viel van schrik op zijn rug. De adetm, die nog in den leeuw waag en die bij den trap op den buik zioh met ge weid-een weg baande door de keel, bracht dit geluld voort Dat gebeurt in zoofa ge val altijd. Hugo wist dit natuurlijk wel, m»wr hij had er niet aan gedacht in zijn verbouwereerdheid. Nu schaamde hij zich voor zijn anhrilr. TT# wilde mij ten slotte nog te lijf, invaar de anderen beletten hem dit lachend en maakten hem duidelijk, dat ik hem slechts omdat ik een jongen was en voor het eerst op de leeuwenjacht in onwetendheid dezen schrik bezorgd badL Florentijnschon agaat uit Rome, mijn zwaard uit Milaan, mijn oostuuan imet de Brabantsche knoopen uit GenAvo, mijn handschoenen uit Milaan.*1 Evenals steeds, heeft ook toen de mode zich gevormd uit de vermenging van ver schillende elementen, waarbij echter door allerlei omstandigheden, Frankrijk meer en meer op den voorgrond trad. Intusschon was gedurende de eerste tien of twaalf jaren der regeering van Karei I het Engelsche hof het Fransohe in eleganoe ver vooruit. In Engeland gaf de ridderlijke figuur van koning Karei dien toon aan, in Frank rijk de sombere Lodewijk XHL De bedde zwagers leken zeer weinig op elkander, en hun omgeving moesct zich goedschiks of kwaadschiks naar hen vor men, ook uiterlijk, in Frankrijk gebonden door nauwkeurige voorschriften, in En geland zonder gedwongenheid, want hier had de ihvnrtng aelf het voorbeeld van vrij heid gegeven. Naar denl wenscth van zijn vader had hij zich, als prins van Wales, naar de Spaan- sche mode gekleed. Maar nauwelijks aan de regeering ge komen, mam hij al de bijzonderheden der nieuwe tkleedij aan. De stijve fraJso werd vervangen door den broeden kanten kraag, in het eene oor droeg hij een parel, het andere werd door een langen ILefdelok met Ingevloch ten lint bedekt REES-INDRUKKEN. (Vertellingen uit Walcheren'a schoone landouwen). Ongeveer een uur of negen uit Amster dam en omstreeks één uur in den namid dag reeds te Vlissingen, dan heeft men toch zeker over zijn reisgelegenheid niet te klagen. Vanaf het lange, moderne sta tion Roosendaal gaat het maar in één stuk door tot de bekende Zeeuwsche haven plaats, zonder zelfs bij Zeeland'B hoofdstad ook maar even te verpoozen. 't Is een druk bezette trein en veel reizi gers stappen uit aan het fraaie eindstation met zijn ruime wachtkamers en de vorste lijk ingerichte wachtzaal. Daartegenover vinden we het kantoor van de Stoomvaartmaatschappij „Zeeland", waarvan de groote dubbelschroefstoom- schepen de Koninklijke Nederlandsche Postvaart op Engeland onderhouden. Tijdens de zomermaanden geeft de Maat schappij zoogenaamde „week-end-tickets" uit, die in staat Btellen op zeer voordeelige wijze een paar dagen door te brengen in Folkestone en zijn fraaie omgeving. Aardig idee zoo ongemerkt met al de reizigers mee te trekken door de douanen- loods, waar het met het uit- en inpakken der koffers een haast-je-rep-je ls. Statig ligt de groote stoomer reeds te wachten, waar de talrijke „mailzakken" al die duizenden brieven en pakketten voor Engeland worden ingeladen. Even staat de kapitein gebruind zee type, kalm en rustig door dat jarenlange zwerven op de zenuwstillende golven het drukke gedoe gade te slaan zoo nu en dan enkele bekende passagiers hartelijk groetend, die reeds zoo dikwijls den over tocht meemaakten. Een enkel reisgezelschap van Lissone, ietwat druk, zenuwachtig achter den ge- routineerden leider aandravend vormt het laatste deel der menscheltjke lading, dan beklimt de kapitein de brug en geeft het sein tot vertrek, waarop onmiddellijk de zware kabels los gaan, en de fiere witte stoomer een groote zeevogel gelijk achterwaarts de haven verlaat om zoo meteen den boeg te wenden in de richting van Engelands Zuidkust. Wij zoeken de electrische tram, welke ons heel spoedig brengt naar Middelburg: de hoofdplaats van het vriendelijke Wal cheren, Zeeland's tuin. Na eerst even allerlei inlichtingen te hebben ingewonnen op het bureau van de Vereenlging voor Vreemdelingenverkeer op de markt, waar men ons allervriende lijkst de benoodigde gegevens verstrekt, nemen we bij het station Middelburg de stoomtram Walcheren, welke ons zal voe ren naar het vriendelijke dorpken Zoute- lande, hetwelk daar zoo idyllisch sluimert aan der duinen voet: den eereten dag het doel onzer reis. Vanaf de halte Zoutelande-Meliskerke slingert de landweg zoo aardig tusBchen de prachtige Zeeuwsche landouwen, zoodat de wandeling van een half uurtje een genot kan worden genoemd. Dan zien we ons pension „'t Vroonhuis" reeds tusschen de duinen oprijzen en even later worden we vriendelijk ontvangen en bevinden we ons voor eenige dagen in veilige, welverzorgde omgeving. Schitterend oord, die grillige duinenrij aan Walcheren'8 westkust, waar de Noord zee kan bulderen om bang voor te worden. En aan den voet van die prachtige woeste duinformaties liggen enkele tien tallen huizekens met van die prachtige roodpannen daken ln allerlei nuances, welke het dorpje Zoutelande vormen, 't Is als een groote Neurenberger speel doos uit onze jeugd: die huizekens en •■rijen en dat aardige kerkje, als het ware zoo losjes weg uit den hemel neer- gestrooid. 't Is Zaterdagavond en alles ademt er vrede en ruBt in het idyllische dorp, ln vroeger tijden een visschereplaats, terwijl thans sedert jaren de bevolking leeft van den landbouw. Dat is wel een groot verschil met tien jaren geleden, toen 't dagelijks donderde in het vriendelijke dorp vanwege de bele- van Zeebrugge door de Engelschen I den grooten Europeeschen krijg. Dan bulderden maar al-door geweldige zware Hij gaf aan effen stoffen de voorkeur boven do zware gewerkte patronen en droeg met voorliefde wit Bij zijn intocht in Bdinburg (1688) was niet alleen hij zelf in witte rijde gekleed, maar hij werd door 800 eveneens in het wit gekleed© edellieden ontvangen. Het voorbeeld van dien monarch vond navolging. Vlam het hof uit verbreidde de nieuwe anode zich zeer snel in de krin gen der aristocratie. De oostuumö der daones en heeren, door van Dijk vereeuwigd, onderscheid- den zioh door een losheid: en een beval ligheid, die in de juist afgeloopen phase der Spaansohe kleed# geheel ontbroken hadden. De tegenstand bleef niet uit Bepaalde die zich in Duitschland en elders tot de vermlaningen van strenge zedeaneesters, in Engeland bezielde de afkeer van het nieuwe een gehoede volksklasse, men mag wel zeggen het grootste deed der natie. De streng kerkelijk gezinde Puritei nen, die ook in het onschuldigste tijd verdrijf zonde of doodzonde bespeurden, zagen wrevelig de veranderingen der kloedij, die door het hof zoo openlijk werden begunstigd. In het bijzonder gaf het décolleté der damestoiletten aanstoot, dat met de kort te voren hoog gesloten Meeding een scherpe tegenstelling vormde. Aan literaire protesten heten de be strijders heit niet ontbreken. kanonnen en zag men de onheilspellende stralen vanuit de vuurmonden wegflltsen. Wèt een droeve herinneringen aan dien vreeselijken tijd, wanneer men vanaf de duinhoogten van Zoutelande de in brand geschoten verkennings-vliegtuigen in zee zag stormen. Of wel als er mijnen sprongen nabij de kust met zulk een geweldige explosie, dat de muren van pension „Vroonhuis" er thans nog de scheuren tan vertoonen en bij boer Stroo alle grendels van de deuren werden geslingerd; de lamp van den zol der werd weggeslagen en geen ruit in de kamer heel bleef, zoodat de vrouw toch wel zoo „wit werd" en „beduusd" stond te kijken „als een dooie". Dat waren bange tijden, en maar steeds duurde die belegering van Zeebrugge voort en dreunden opnieuw de kanonnen over de rustige Zeeuwsche duindorpen. Want heel duidelijk is b}j Zoutelande en nog duidelijker vanaf de hooge duinen bij Valkenisse de Belgische kust zichtbaar. Allereerst bespeurt men de 'kust van ons Zeeuwsch-Vlaanderen, welke langzamer hand overgaat naar het Belgische land, waar zich afteekenen de villa's en groote hötels der Belgische badplaatsen Knocke en Heyst: werkelijk schitterend gezicht over die prachtige zee, welke Zeeland's tuin rondom omspoelt. Als we ln den prachtigen zomeravond nog eens door de duinen wandelen, waar achter de vruchtbare landouwe gaat sla pen, zingt er nog vroolijk de zanglijster in 't struikgewas en geuren de duinviooltjes rondom ons in overvloed. Zoo doelloos landen we bij de woning van boer Stroo den sympathieken Zeeuwschen boer uit het duindorp, bij wien we zoo graag even aanwipten om een uurtje te „gezelsen" met die trouwhartige, gastvrije familie, welke ln zeden en ge woonten de traditie heeft bewaard van het stoere voorgeslacht. „Helo!" —roept men en de ouderen vragen „Heila?" wat we zouden kunnen vertalen met onzen boerenuitroep: „Volk in?" „Binnen!" klinkt het kort maar recht hartelijk en vriendelijk wordt een stoel aangeboden, waarna men bijschlkt in den huiselljken kring, om een praatje te maken waar vader, moeder en de beide struische dochters met den Btevig gezonden knecht na 't avondeten nog even genoeglijk bijeen zitten. „Lakker weertje, m*nheer, hé?" opent de boer het gesprek. Maar laat ik eerst liever de gastvrije Zeeuwsche familie aan u vooretellen, welke daar zoo vredig woont ln 't rustige Zoute lande, zich langzamerhand tot pensiondorp ontwikkelend. D (Wordt vervolgd). Dat gaf niets. (Exoelslor). Vrouw: Pas toch op, Ohristiaan, Je gooit die plant naar beneden! Man: Wat geeft dat! Dat ding is toch zoo goed als dood! Prynne, die zijn heftig tijdsohrift tegen het toaneel met het verlies van rijn bedde ooien bad befboet, bestreed in geschrift ook de lange liefdelekken. Mn«r ook op andere manieren gaven de tegenstanders blijk van hun afkeu ring. lieten de heeren van het hof hiun haar lang groeiern, de Puriteinen knipten het kort af. Dat bezorgde hun den spotnaam van rondkoppen, dien rij aan de spot zieke koningin Henriette Maria te dan ken hadden. Nog op het einde der 18e eeuw was de naam in Engeland in gebruik want waar de Puriteinen de meerderheid hadden, zooals >b.v. ln Nieuw Engeland, verboden zij het lange haar als een schandelijk (misbruik, ©en gruwelijke zonde tegen de uitdrukkelijke geboden Gods. Droegen de ridders lichte kleuren, de Puriteinen kozen zwart, donkergrijs, bruin1; gaven genen de voorkeur aan rij de, zij bepaalden zich tot wollen stoften. Tegenover de dragers van breede kan ten kragen, stonden de Puriteinen met een smal boord van glad linnen. De da- nfesbalzen waren onbedekt. De Puritein- sohe vrouwen liepen weliswaar ook met opengesneden japonnen, maar zij verbor gen de halzen onder een zedig doekje. Daar kostbare voeren op dien hoed, hier een eenvoudig lint. Beide standen waren al ln de verte te herkennen'; hoe eleganter en kostbaarder EEN PRAATJE OVER THEE. Kwaliteit en prflzen. De beste thee komt uit Ohina; immers met Ohineesche lettertypen bedrukte pa pieren omhullen de kisten, waarin die wordt aangevoerd, indien al niet de fijn ste soorten verpakt zijn in zijdeachtig papier, waarop dergelijke typen voor de echtheid borg staan. Men lette dus bij inkoop op de verpakking. Toch is het zeker, dat de fijnste thee soorten China nooit verlaten, waar ze door de Mandarijnen zelve worden opge kocht. Wat de fijnheid van geur aangaat, overtreft geen theesoort deze zoogenaam de „Mandarijn-thee", die, daar ze maar zacht gedroogd, ja zelfs vochtig is, in het geheel niet deugt voor transport De marktprijs, dien dé rijke Chineezen voor thee besteden, varieert omstreeks twaalf gulden het Engelsche pond (454 gram). Wat op deze meest uitstekende soort in goede eigenschappen volgt wordt door karavanen naar Rusland vervoerd en daar door de rijke familiön opgekocht De prijs, die aan de markt te St. Pe tersburg besteed wordt voor de beste ka ravanen-thee is hoogstens 80 het En gelsche pond. Daarentegen is de hoogste prjjs die ooit voor gewone Peocothee op de Londensche markt betaald is onge veer 6.het Engelsche pond. Bij dit alles zijn natuurlijk de abnor male oorlogsprijzen buiten beschouwing gelaten. Voor dien oorlogstijd vond thee van hoogen prijs aan de Londensohe markt zelden of ooit koopers. In vroeger jaren, bijvoorbeeld in het jaar 1878 waren voor thee boven de f 1.80 het pond geen koopers te vinden. In 1882 werd op deze markt de beste Indische thee verkocht voor 0.75 per pond. En in 1883 kon men daar voor ge wone theesoorten noteeringen van 80 tot 40 cent vinden. Inmiddels heeft de Indische thee in Europa de Chineesche thee ongeveer ge heel verdrongen. Over de bovenaange haalde verpakking in Chineesch bedrukt papier of in Chineesche zijde als waar borg van echtheid, durf ik me hier niet verder uit te laten. Ik zeg alleen maar dat er veel Chinee sche theeserviezen zijn, die in Oostenrijk- sche potterie-fabrieken gebakken wer den. Ook in de Vereenigde Staten komt In dische en Japansche thee tegenwoordig in hoofdzaak voor zij het dan soms ook wel in een Chineesch aandoende verpak king. Op Java wordt de theeplant sedert 1828 gecultiveerd en reeds in 1848 werd vandaar ongeveer 500.000 Kg. naar Hol land verscheept Zooals men weet zijn het ook Hollan ders geweest die de thee het eerst naar Europa overbrachten en het heeft gerui- men tijd geduurd, dat de Oost-Indisóhe Compagnie het eenige handelslichaam was, die thee bij kleine hoeveelheden in Engeland invoerde. In 1678 bedroeg deze invoer nog slechts 4700 Engelsche ponden en in de 6 vol gende jaren steeg zij per jaar met hoog stens 400 pond. In 1745 werd door de Engelsohe Oost- Indische Compagnie inmiddels al meer dan 730.000 pond thee ingevoerd. En was de vraag naar thee zoo sterk, dat dd handelsrelstiën tusschen de Engelsche O.-L Compagnie en China bijna ander halve eeuw geen ander doel hadden dan het Vereenigde Koningkrijk van thee te voorzien. Zij had er zich zelfs het mono polie van versohaft B. Onder vriendinnen. J$, verloofde lijkt me een heel aardige man. Hij heeft zoo iets zekers.... Had hij maai' iéts zekers....! het oostuuan dier pronkers, des te beschei dener, simpeler en opvallender dlat der Rondkoppen. Dit ondierscheid ln oostuuan had de na tie reeds voor den burgeroorlog ln twee kampen verdeeld. Aan den eenen kant stonden de hoogere standen, aan den an dere de burgerij en de dienstbare klasse. In een blijspel uit die dagen beklaagt een dame zich over haar Puriteinsch ka mermeisje: „Nooit kan ik mij kleeden zonder een preek te hooren. Nu eens moet ik haar befwtjzenl dot het branden der lokken niet tegen die Heilige Schrift is dan weer den snit van mijn japon nen1 met bijbelspreuken verdedigen. Soms vraagt ze of het wel geoorloofd ia Juwee- letn te dragen en welke dames dan in de Christelijke oudheid parelsnoeren en ro bijnen droegen. Mijn oostuuan haat rij en al baar vrijen tijd besteed zij aan het ver doemen van mijn garderobe." Zoo was de tijd. Hoe scherper de politieke tegenstellin gen werden, en hoe meer die antipathie tusschen parlement en hof toenam, des te grooter weid ook 'bet verschil in klee ding. De overdreven zorg aam die eene zijde beantwoordde tenslotte aan een opzette lijke verwaarlooaing bij de tegenpartij. 9t Juttertje -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 11