,.T
De V 0 0 f z i 11 e r Dat is het ook niet.
Ale we over den kop komen, komen we
ook wel over den staart. Alleen vreest spr.,
dat het staartje heel erg zal tegenvallen.
Aangehouden wordt:
stand dier school te bestendigen en wij
moeten in den Haag aandringen op een
nieuwe school.
De heer Bok heeft rijp over de zaak
nagedacht. Spr. was aanvankelijk huive
rig dit bedrag uit te géven, maar deze
overwegingen zijn tenslotte verdrongen.
De heer van Os heeft veel gezegd, wat
ook spr. opinie is; jarenlang zijn we be
zig den toestand te verbeteren. Het ont-
werp-raadhuis in het plantsoen was een
goede oplossing, maar de toenmalige raad
zag tegen de uitgave op. De laatste voor
stellen betreffende den bouw eener brand
vrije kluis etc. in den tuin, zijn gevallen.
We doen thans verstandig, nu zich de ge
legenheid voordoet, deze aan te grijpen
en zijn dan voor véle jaren klaar.
De heer D e Z e e heeft zich in de ver
gaderingen der Cie. voor P. W. eert voor
stander getoond van de verbouwing. De
soliditeit van het gebouw is uitstekend en
bij verbouw,krijgen we ook nog een stuk
je stadsverfraaiing. Als we destijds over
gegaan waren tot den aanbouw in den
tuin van dit raadhuis, hadden we toch
den onhoudbaren toestand behouden, dat
de wethouders geen vaste plaats hadden
Ook krijgen we nu een gecentraliseerde
secretarie. Er is. echter nog iets anders;
we mogen ons niet blind staren op die
77.000.we krijgen daar iets voor te
rug, al is het niet direct finantieel, dan
toch een economisch voordeel.
De heer Van Loo is'voorstander van
een nieuw raadhuis. De heer van Os
maakt zich ietwat zenuwachtig, hij wordt
een beetje sarcastisch tegen spr. fractie,
maar het is nu eenmaal niet anders: elke
fractie heeft het recht er een eigen1 mee
ning op na te houden. Wij hebben de zaak
ernstig besproken, en willen haar niet
direct afwijzen, maar de bijlage aanhou
den tot de begrooting is verschenen. Wij
weten niets omtrent de begrooting, hoe
die er uit zal ziep, en we krijgen ook nog
•het voorstel tot ombouw van het zieken
huls voor oudeliedenhuis. Laten wij de
voordracht dus aanhouden, zegt spr.
De heer Grunwald beantwoordt de
verschillende sprekers. Er behoort moed
toe voor de meerderheid van het College
eene zaak als deze te bespreken. De heer
Eylders had het over de verwarring in het
College; die was er evenwel niet, maar
wij hébben de zaak ook bekeken uit een fi
nantieel oogpunt. Spr. zou gaarne een
nieuw raadhuis hebben, maar we missen
de middelen daarvoor. Er wordt thanf ge
schermd met die 77.000.maar daaruit
blijkt, dat de heeren de bijlage niet heb
ben bestudeerd, 8000.voor meubilair
is veel te weinig, dat wordt stellig wel
20.000.En men komt wel tot een
ton.
De heer van Os heeft gezegd, dat de
meerderheid wel de stille hoop zou heb
ben dat de Baad het plan aannemen zal.
Het zou spr. evenwel innig spijten als de
Raad thans overging tot den bouw van
dit raadhuis, daar het ons niet veroorloofd
is deze gelden op de begrooting te brep-
gen. Het wordt ongetwijfeld meer dan een
ton. Nu heeft spr. de teekeningen bezien
en als we nu toch een ton moeten uitge
ven, wil spr. daarvoor dan ook wel eens
de meening van een ander deskundige
hooren. Als het voorstel tot spr. spijt zou
worden aangenomen, zou hij het bizonder
op prijs stellen als de Raad, alvorens met
den bouw te beginnen, nog eens een an
der deskundige raadpleegde.
De heer van Os heeft verder de Zèe-
vaartschool ter sprake gebracht en het
doen voorkomen als zouden wij in deze
niet diligent zijn geweest. Het College is
den heer van Os evenwel al voor geweest
en heeft reeds alle mogelijke moeite ge
daan om gelden voor een nieuwe zee
vaartschool te krijgen.
geen geld hebben voor rente en aflos
sing, ligt het op spr. weg den Raad de
aanname dezer voordracht te ontraden.
De heer Van Os: U bedoelt zeker
voor een nieuwe ambachtschool?
De heer Grunwald: Neen, ik bedoel
de zeevaartschool. Ons werd in den Haag
gezegd, dat daarvoor geen gelden op de
begrooting zouden worden uitgetrokken.
Indien evenwel de heer Van Os meent,
dat het College in deze niet krachtig ge
noeg optreedt, zal het College ongetwij
feld gaarne van de medewerking van den
heer van Os gebruik willen maken. Wel
licht kan deze heer dan eens naar den
Haag gaan om te trachten de gelden los
te krijgen.
De heer Bok zeide, dat in vroeger ja
ren de plannen niet zijn doorgezet. Toen
was de finantieele toestand evenwel an
dera De heer Bok houdt thans vast aan
het geraamde bedrag van 77.000.
maar men moet bedenken, dat een bedrag
van 8.000.voor meubilair niet ge
noeg is. De heer de Zee spreekt van de
soliditeit van het gebouw, maar er dient
belangrijk aan te worden verbouwd. Ook
spreekt deze heer vgn een stukje stads
verfraaiing, doch het komt spr. voor, dat
van verfraaiing geen sprake is. In ieder
geval zou spr. nog vooraf een deskun
dige willen raadplegen.
Spr. kan zich overigens niet losmaken
van het denkbeeld, dat de uitvoering een
ton zal kosten. Over 1924 wordt een be
langrijk minder bedrag aan belasting
ontvangen en onzerzijds zijn er zeer ern
stige bezwaren voor verbouw. Men wachte
de conceptbegrooting af. Ook spr. is niet
met dit raadhuis tevreden, ais wij
De door den gemeente-bouwmeester ont
worpen kosten-begrooting vermeldt de volgende
cijfers:
Verbouwing bestaande weeshuis f 42.000.
Electr., gas en waterleidingen 2.800.
Huistelefoon en bliksemafleider 950.
Bestrating en tuinaanleg 550.
Centrale verwarming 11.000.
Meubilair (aanvulling v/h bestaande) 8.000.
Conciërgewoning en afaluitmuur 7.700.
Politiepost 4.000.
f 77.000.
Een geheel nieuw raadhuis van dezelfde af
metingen en indeeling alt het oude gebouw zou
kosten (sooder meubilair) f 160.000.
De heer Van Breda heeft het voor
recht gehad de verschillende raadhuis-
plannen te hebben medegemaakt. Altijd
was het streven meerdere ruimte te krij
gen voor het raadhuis. In 1910 is eene
oommissie benoemd, reeds toen werd duS
de noodzakelijkheid van een beter raad
huis ingezien. Die Commissie was even
wei niet gelukkig, daar zij geen voldoen
de oplossing kreeg. In 1921 kregen we
de oplossing in den tuin. Verder is er een
plan geweest (dat nimmer 'in den Raad is
gekomen) van 'een van spr. voorgangers,
en dat 890.000.zou kosten. Wij heb
ben thans in het weeshuis een gebouw,
dat alleszins geschikt is, en spr. is dank
baar voor de pogingen, die door den gem.
bouwmeester gedaan zijn om hiervan iets
goeds te maken. Het geheele ooilege was
met de plannen tevreden. Nu oritiseert
men het uitwendig^; voor spr. evenwel is
het inwendige hoofdzaak, en dat is bizon
der geslaagd. Wij ais leden van het dage-
Ujksch bestuur kunnen het best den zeer
primitieven toestand in het tegenwoordi
ge raadhuis beoordeelen. Als er eenige
paren tegelijk trouwen, moet het College
van B. en W., als het aan 't vergaderen
is, verhuizen naar de Commissiekamer.
Bij een beetje belangstelling staat het pu
bliek in de gang. Op het nieuwe project
krijgen we een raadzaal, die veel grooter
is, een flinke tribune, een flinke secreta
rie in één gebouw, enz. Opberging van
ons archief wordt verbeterd, enz.
Nu de finantieele zijde. Het bevreemdt
spr., dat de heer Van Loo een voorstel doet
deze zaak tot de begroeting uit te stellen
Eenjg motief daarvoor geeft de heer Van
Loo niét op; de heer Grunwald wil eerst
zien hoe die begrooting er uit ziet. Deze
verbouwing heeft evenwel geen invloed op
de begrooting; hoogstens zal een half jaar
rente op 1926 drukken; voor het overige
komt de leening op 1927. Van drukken der
begrooting is dus geen sprake, bovendien
komen er nog tal van dingen ten goede,
zooals de post onderhoudskosten van het
tegenwoordige raadhuis, huur perceel
Dijkstraat 10, die komen te vervallen, enz.
Als we deze gelegenheid niet-aangrijpen,
krijgen we nooit een beter Raadhuis.
De heer Grunwald zegt, dat de begroo
ting niet deskundig is opgemaakt. Er is
evenwel een gespecificeerde begrooting
van kosten bij de stukken, waaruit blijkt,
dat de verbouw niet meer zal kosten aan
77.000. Spr. begrijpt niet hoe de heer
Grunwald thans aan een bedrag van een
ton komt. Spr. is overtuigd, dat de bereke
ningen van den heer Dokter vrijwel uit
zullen komen. Wat het meubilair betreft.
Er komen parketvloeren, betontrappen, etc.
dit is immers slechts aanvullingsmeubilair.
in het gebouw, waardoor meubileering
overbodig is.
Wat tenslotte betreft het advies van een
architect, spr. meent, dat met waardeering
mag worden gesproken over dit project.
Zoo'n advies kost bovendien een 4
ƒ600. Voor spr. is thans hoofdzaak het
interieur. We zijn er met dit ontwerp voor
100 jaar af, en het nageslacht zal ons dank
baar zijn.
De heer Van Ob: De wethouder van
Finantiën brengt hier bedragen naar vo
ren, die z. 1. niet voldoende zijn. Hij be
spreekt het meubilair en wil de kosten nog
grooter maken door een extra-advies van
een architect. Spr. begrijpt dit niet; de
wethouder zegt daarmede eigenlijk, dat
onze deskundige onbetrouwbaar is.
De heer Grunwald protesteert tegen
deze opvatting.
De heer V a n O s Als u den post meu
bilair op 20.000 brengt en de begrooting
van ƒ77.000 verhoogt tot ƒ100.000, geeft
U daarmede een slag in het aangezicht
van onzen gemeente-bouwmeester. Het be
treft hier een pas aangesteld ambtenaar en
een wethouder behoort dit niet te doen.
De Voorzitter behoort tot de
kleinst mogelijke meerderheid in het Col
lege, die de noodzakelijkheid om dit plan
door te drijven niet inziet Wij moeteó wel
degelijk rekening houden met de financiën
onzer gemeente en het plan van den heer
Van Loo, om de begrooting af te wachten,
is nog zoo kwaad niet. Spr. wijst op een
stad als Arnhem, die zich waarlijk meer
kan veroorloven dan wij en waar de Raad
toch wel allerlei belangrijke zaken uit
stelde. Ook spr. kent den toestand in ons
tegenwoordig Raadhuis en weet, dat die
zeer primitief is, maar de gemeente Helder
zal niet te gronde gaan aan gebrek aan een
behoorlijk Raadhuis. De kwestie der Zee
vaartschool is voor spr. urgenter. Al twee
jaar geleden is het College daarvoor bij
den Minister geweest, die ons ewenwel zei-
de, dat er van een nieuwe Zeevaartschool
een sprake kon zijn zoolang niet de Am-
achtsschool er was gekomen. Zoo denkt
het Rijk erover en zoo mogen ook wij als
gemeente er over denken. Thans, nu van
een nieuwe Ambachtschool vooreerst geen
sprake is, komt de kwestie der Zeevaart
school weer naar voren en wij kunnen nu
bjj het Rijk komen en zeggen: de zaak is
zoo urgent, dat wij de school al hebben
ondergebracht in een gebouw, dat voor
Raadhuis bestemd was.
De heer Van Os heeft den wethouder
van Finantiën hard gevallen over zijn ra
ming. Spr. wil evenwel dit zeggen, dat, als
hij van zijn klein kamertje in het tegen
woordige Raadhuis verhuizen moet naar
de veel grootere in het nieuwe, hij aan een
stoel en een klein bureautje, dat er nu
staat, niet genoeg heeft. Er zijn overigens
meer gemeenten, die zich behelpen, spr.
wjjst op Hilversum, Breda e. a., die ook
allesbehalve schitterend onder dak zijn.
Bovendien is voor den Burgerlijken Stand,
militie, enz., de kwestie-niet zoo verschrik
kelijk urgent. Wat de centraliseering der
Secretarie betreft, ook in het Weeshuis
zijn de afBtanden groot en zal het even
moeilijk zijp een behoorlijk overzicht over
het geheel te krijgen. Spr. is het met den
heer Van Loo eens om de zaak aan te hou
den en alsnog nader te overwegen.
De heer G e u r t meent, dat men over
't algemeen wel tevreden ia over het ont
werp, waarover spr. zich verheugt. De
heer Van Os was onjuist, toen hij beweer
de, dat ook de tegenstanders blij zouden
zijn als dit ontwerp ér door kwam. Ieder
mag toch zijn bezwaren te berde brengeü.
Spr. meent, dat de finantiën vooralsnog de
uitvoering onmogelijk maken en zal tegen
het ontwerp stemmen.
De heer Smits meent, dat het den
Raad thans precies gaat als de leden van
een gezin: als. men voor de verhuizing
staat, blijkt eerst hoezeer men aan huis is
gehecht. Het voorstel van den heer Van
Loo was fout, omdat, naar wethouder Van
Breda uiteenzette, dit voorstel niet van in
vloed is op de begrooting. En zou nu de
meubileering de klip zijn, waarop gestrand
wordt? Dit is toch niet de hoofdfactor?
De heer Smits: Een advies van een
deskundige is prachtig, maar het zal nood
wendig de kosten verhoogen. De oplossing
van de Zeevaartschoolkwestie is van groote
waarde, maar wat het zwaarst is moet het
zwaarst wegen. Onderbrengen van het
Raadhuis in een ander gebouw acht spr.
van meer beteekenis dan de kwestie der
Zeevaartschool. Als de Zeevaartschool een
maal goed onderdak heeft, wordt de bouw
van een nieuwe daardoor vertraagd.
De heer Verstegen: Er is over al
lerlei dingen veel gesproken, maar dat
men aldus over de cijfers in de stukken
spreekt, heeft spr. bizonder gefrappeerd.
Het is niet gebruikelijk, dat een College
van B. en W. in openbaren Raad aldus de
cijfers aanvalt van een ambtelijk stuk. Dan
ware het beter geweest als B. en W. nadere
specificatie had gevraagd daarvan. Over
de meubileering is overigens te praten, dat
is een kwestie van smaak. Maar hier wordt
gesproken over „aanvullende meubilee
ring". Eenigen tyd geleden was prof.
Woltjer hier en bezocht ons Raadhuis.
Deze raadzaal beziende, noemde hij die een
„vriendelijke boerenherberg". In de bijlage
staat ook, dat in het tegenwoordige Raad
huis door het openvallen van de betrek
king van commies-redacteur ruimte is vrij
gekomen voor het archief. Laten we aan
nemen, dat op deze kamer alle registers
van den Burgerlijken Stand kunnen wor
den ondergebracht, dan nog is het een
groot inconvenient, dat ieder die ze moet
raadplegen, ze hier vandaan moet halen.
Als de verschillende diensten op uiteenloo-
pende plaatsen zijn ondergebracht, werkt
dat zeer oneconomisch, al kan men dat niet
in cijfers uitdrukken.
Spr. zal het niet hebben over het ant
woord van den directeur van Gemeente-
Werken. Spr. wds niet voor de benoeming
van dezen functionnaris, en wilde hem lie
ver tijdelijk zien aangesteld. Maar uit zijn
rapporten blijkt in ieder geval, dat hij een
goeden kijk op de, zaak heeft, en het zou
naar spr. meening deprimeerend werken,
indien men over dit plan van hem eerst
nog eens een deskundige raadpleegde.
et allerzwakste punt in de discussie is
evenwel de uitlating om te wachten tot de
begrooting. Wij spenen ons reeds van alle
luxe, wij zjjn met dit plan gekomen uit
zuiver economische gemeentebelangen.
Gold het een luxe-uitgave, dan hadden wij
inderdaad tot de begrooting kunnen
wachten.
Het torentje, dat geprojecteerd is, doet
op dat groote gebouw ietwat vreemd. Wij
moeten evenwel niet uit het oog verliezen,
dat het Weeshuis is gebouwd in den aller-
sobersten tijd, namelijk het begin der 19e
eeuw. Het torentje op het Raadhuis ver
schilt niet zooveel van het thans geprojec
teerde, maar dat is kwestie van het uiter
lijk. Voor ons is hoofdzaak het inwendige,
en het zou fout zijn als wij de zaak gingen
uitstellen. L'histoire se répait.
Geroep: Répète!
BDe heer Verstegen, voortgaande:
We hadden een goed plan destijds, toen
kwam een ander en dat was duurder en
het gevolg was, dat we niets kregen. Zoo
gaat het nu hier ook weer.
De Voorzitter: Hoewel het boter
aan de galg is gesmeerd, wil spr. toch nog
even antwoorden op de opmérkingen van
den heer Verstegen. Wat die ramingen
van den Gem.-Bouwmeester betreft, de
heer Verstegen vergeet, dat het geen voor
bereid plan van het College is. Wjj wilden
het niet in den Raad brengen en slechts
op aandrang van de minderheid in het
College is dat tenslotte geschied. Verder
zjjn wij hard gevallen over de uitlating,
dat wij een plan van den directeur van
Gem.-Werken nog voor nader advies aan
een schoonheidscommissie of een archi
tect willen zenden. In Amsterdam wordt
dat ook gedaan. De bedoeling zou juist
zijn een meening te krijgen omtrent het
uiterlijk
niet. Spr,
uspect, en dat is toch zoo dwaas
Spr. wil over de architectuur overi
gens niet oordeelen, doch door de uitlatin
gen in de pers gaat men vaak nader de
zaak bekijken.
De heer V a n L o o verdedigt nader het
voorstel betreffende verdaging. We zijn
allemaal van de noodzakelijkheid van een
nieuw raadhuis overtuigd. Nu merkt de
heer van Breda op, dét het bedrag niet
van invloed is op de begrooting en dat
we dan zouden moeten wachten tot 1927,
maar spr.bedoeling was slechts te zien
boe onze finantieele toestand straks is.
Twee jaar geleden stond het weeshuis ook
reeds leeg e|i hadden plannen kunnen
word'en gemaakt.
De heer Grunwald: Het heele col
lege was tevreden met dit project. Vol
komen juist. Voor den heer van Breda
evenwel is het interieur hoofdzaak, en
spr. bedoeling was niet het plan van den
bouwmeester te deprecieeren, mner alleen
om eens een ander oordeel te mogen ont
vangen. De eigenlijke begrooting voor
1925 zag er anders uit dan de oorspronke
lijke. Als wij de begrooting 1926 voor ons
hebben, hebben 'frjj tenminste eenige per
spectief omtrent onzen toestand. Die be
grooting geeft ons wel dégelijk aan ln
welke richting wij moeten gaan. De heer
van Breda gelooft inderdaad, dat wij ons
meubilair zullen ittedenemen, en dit is
ook aldus aan den directeur van geni-
werken medegedeeld, die daarmede reke
ning hield bij zjjn rapport.
De heer van Os stelt het voor alsof spl
een ongunstige voorstelling heeft gege
ven van den directeur van gem.-werken.
Spr. is niet gewoon iemand achter zijn
rug aan te vallen, maar strijdt steeds met
open visier. Nimmer echter zal hij iemand
aanvallen, die zich niet verdedigen kan.
Er Is over de meubileering gesproken en
toen is gezegd: met 8000.komen wij
er niet.
Verder: niemand onzer zal er tegen op
zien het oude huisje te verlaten. Maar het
zou niet in het belang der gemeente zijn
als de wethouder van finantiën zoo licht
over deze aangelegenheid dacht By de
vaststelling der begrooting 1925 is vol
doende gebleken, hoe voorzichtig wij moe
ten zijn met onze finantiën. Hoewel spr.
niet de bedoéling heeft den directeur van
gem.-werken onaangenaam te zijn, blijft
hij van meeningen, dat een raming van
8000— te laag is.
Voor den heer Verstegen is het voor
stel om te wachten tot we de begrooting
hebben, het zwakste puyt, omdat deze
heer uit .den aard der zaak niet zoo zwaar
tillend behoeft te zjjn als spr., die zorgen
moet, dat het geld er komt. Met onze be
lastingen zijn wij thans aan het einde on
zer draagkracht.
De heer Verstegen noemt deze uitgave
geen luxe, maar spr. is van meening, dat
wij er ons in onze omstandigheden van
moeten onthouden.
Men valt spr. voorts aan omdat hij het
oordeel van een deskundige wenscht,
maar waar dit zelfs te Amsterdam ge
schiedt met ontwerpen van de Bazel, daar
kan dit voor den heer Dokter toch niets
deprimeerends z}Jn. Laten we dus wachten
tot we de begrooting voor ons hebben,
zegt spr.
De heer Verstegen protesteert er
tegen, dat de heer Grunwald de voor
stelling wekt alsof spr. lichtvaardig met
de gemeente-finantiën omspringt Spr.
heeft dit een noodzakelijkeuitgave ge
noemd, die de Raad moet voteeren, en
herinnert aan het feit, dat de heer Grun
wald voorstander is geweest van het la
ten branden der straatlantaarns in den
zomer, eene uitgave, die spr. volkomen
overbodig achtte.
De heer Van Breda zal kort zijn.
Op de begrooting voor 1926 drukt deze
uitgave niet
De Voorzitter: Het gaat erom of
dit er nog bij kan.
De heer Van Breda: De heer Grun
wald vergeet, dat we bij overgang nog
wat uitwinnen en voor een groot deel de
uitgaven worden gedekt door dat andere
vervallen. De heer Grunwald heeft duide
lijk gesproken van „een paar architecten".
Wat de zeevaartschool betreft, het is
onmogelijk die tijdelijk in het weeshuis
onder te brengen. Tijdelijk kan de toe
stand, zooals die thans wordt voorgesteld,
namelijk met een loods, ook wel besten
digd worden. De noodzaak is niet meer te
bespreken, ieder gevoelt die,
De heer Van Os vraagt het woord
voor een persoonlijk feit. De wethouder
van finantiën, die het laatst aan het
woord kan zijn, neemt mij nogmaals on
derhanden over hetgeen ik zeide. Inder
daad is 'de wijze waarop deze heer de cij
fers van den bouwmeester aanviel, niet
fair en het ware beter geweest, indien hij
den heer Dokter daarover zelf had ge
ïnterpelleerd. Het gaat niet aan in het
openbaar aldus over een ambtenaar te
spreken.
De heer Grunwald kan op het oogen-
blik niet ingaan op de woorden van den
heer Verstegen betreffende spr. voor
stemmen om lantaarns te laten branden,
daar hij hiervan zich niets herinnert. Wat
den heer van Os betreft men zou bang
worden met dien heer van meening te
verschillen, want hij haalt uit hetgeen
iemand zegt iets anders dan erin wordt
gelegd. Spr. bedoeling "was eenvoudig,
dat, als de Raad eventueel dit besluit
neemt, dat dan voor de uitwerking het
advies der Schoonheidscommissie worde
gevraagd. Had spr. iets anders bedoeld,
dan zou hij dat als onafhankelijk en vri)
man, wel gezegd' hebben. De Voorzitter
zeide reeds, dat zelfs een de Bazel zich
aan een ander oordeel moest onderwer
pen, en dat was ook spr. bedoeling.
De discussies worden gesloten en het
voorstel-van Loo tot verdaging komt in
stemming. Het wordt verworpen met 12
tegen 5 stemmen; vóór stemmen de leden
van Loo, mevr. van der Hulst, Maters,
Geurts en Grunwald. Met dezelfde stem
verhouding en dezelfde verdeeling wordt
Vervolgens heit ontwsrp-Dokter tut ver
bouw van het weeshuis aangenomen.
Na de stemming vraagt de heer Van
Breda het woord. Nu met groote meer
derheid tot den verbouw van het weeshuis
is besloten, zegt spr., meent spr., dat ook
de tegenstanders het plan zullen toe
juichen en de Burgemeester met Januari
1926 hier nog aanw ezig mag zijn om het
nieuwe raadhuis te openen.
Tehuis voor oudei van dagen.
Voorstel tot het verbouwen van het
Ziekenhuis tot Tehuis voor Ouden van
Dagen.
Mevr. van der Hulst deelt mede,
dat dit voorstel haar volle sympathie
heeft. Zij acht dit veel aoodzakelijker dan
een nieuw raadhuis. Wie gezien heeft
hoe de toestand in de Breedwarsstraat is,
en hoe de oudjes daar onder de dakpan
nen .zijn gehuisvest, moet het toejuichen
dat wij op deze wyze een goed onderdak
voor hen krijgen.
Met algemeene stemmen' aangenomen.
Kasgeldleeolng.
"N^orstel tot het aangtan van een kas-
gelffleening met de Woningstichting.
Aangenomen.
Onderwijl.
V oorstel tot het toekennen van vergoe
ding overeenkomstig art. 18 der L. O.-
wet aan C. van Dyk en anderen.
Op verzoek van den heer Gmita we-
geus het late uur verdaagd.
t Zeevaartschool.
Voorstel tot het huren van een loods
van de werf „De Lastdrager" ten behoeve
van het onderwys aan de Zeevaartschool.
Aangenomen, evenais
Handelsschool
Voorstel in zake het verhuren van een
gedeelte van de Hoofdgrachtschool voor
Handelsschool
Onderwijs.
Voorstel om ingaande 1 September 1925
aan school 8 onderwys te doen geven in
de vakken: a tm. k en r.
De beer Smits wijst er op, dat dit
een belangrijk besluit is. Zoo eenvoudig
als het wondt voorgesteld, is de zaak even
wel niet, daar door dit besluit de gelegen
heid voor een der functionarissen wordt
uitgesloten naar een andere betrekking te
sollioiteeren. Aan de bizondere school be
staan hieromtrent eveneens plannen en
men wil den persoon, die dit onderwys
zal' geven, een geldeiyke vergoeding
daarvoor geven. W ij mogen evenwel nie
mand binden en spr. vraagt of met deze
proefneming niet is uitgesloten, dat het
hoofd der school zou kunnen sollioiteeren.
Het is nogal een belangrijke uitbreiding
van werkzaamheden, die het gevolg is
van de invoering van het vak handen-
arbeid.
De Voorzitter: Als wy dit aanne
men, bepaalt dit niets omtrent het hoofd.
Als de Raad besluit tot invoering van het
leervak, is dat vanzelf indien er iemand
voor beschikbaar is, doch dit praejudi-
cieert niets. Deze school is overigens het
best geschikt voor de proefneming.
De heer Smits: Volkomen juist, maar
er is slechts één persoon, die dit onder
wys geven kan en daardoor is het uitge
sloten, dat hy ooit zou kunnen sollicitee-
ren.
De Voorzitter: Wy kunnen dit on
dervangen door geen bepaalde school te
noemen.
De heer H e y b 1 o k maakt gebruik van
de gelegenheid om den burgemeester
hulde te brengen voor de belangrijke uit
breiding, die hij aan ons lager oniderwya
heeft gegeven door invoering van dezen
cursus. Ook zyn reeds op de lagere scho
len zwemcursussen ingesteld, waarvoor
spr. den burgemeester dank zegt.
Het voorstel wordt aangenomen.
Achtereenvolgens worden zonder dis
cussie en stemming aangenomen de vol
gende punten:
Bouwverordening.
Voorstel om afwyzend te beschikken
op het adres van J. D Okel, houdende
verzoek om ontheffing van een bepaling
der bouwverordening ten aanzien van de
woning Parallelweg 22.
Keuringsverordenlng.
Voorstel om over te. gaan tot intrek
king van de Verordening op de keuring
van voedings- en genotmiddelen en ge
bruiksartikelen.
Procedure O. V. B.
Voorstel tot het aangaan van een ao-
coord met den staat in verband met de
uitkeering uit het Restitutiefonds van het
O. V. B.
Erfpacht
Voorstel tot uitgifte van grond in erf
pacht aan T. Griek.
Begrooting.
Voorstel tot vaststelling van de 8e wy-
zigingsbegrootlng dienstjaar 1925.
Aangenomen.
Autobus-diensten.
Adres van den ondernemer van auto
bus-diensten H. Heeman in zake den
autobusdienst HelderHuisduinen met
voorstel van Burgemeester en Wethou
ders om het adres voor kennisgeving aan
te nemen.
Onderwtja.
Vragen van mevrouw van der Hulst—
Heeroma, nopens de aangifte van leerlin
gen voor de Comenlus-school
Mevr. Van der Hulst:
M. de V.! 't Zal U misschien wel niet
erg verwonderen als ik U zeg, dat uw ant
woord me absoluut niet bevredigt. Wat
toch is 't geval? We moesten, daar net ver
plicht aantal kinderen er was, een Bchool
al staan. Na rijp beraad werd dan besloten
school 18 aan de nieuwe schoolvereenlging
te gev^n, maar dit sluit toch niet ln, dat
er dan in de openbare school 18 propa
ganda gemaakt mocht worden door het
hoofd der openbare school 18 voor de by-
zondere school. Dit is gebeurd, M. de V.,
en daar heeft U aan bygedragen door uw
toestemming te geven. Voor de buiten
wereld leek het daardoor tusschen het Ge
meentebestuur en de nieuwe Bchoolveree-
niging koek en ei. Immers, direct om 4 uur,
na afloop der openbare school, kon men
hij het hoofd dier openbare school terecht
om zijn kinderen over te laten schrijven
naar de neutrale school Voor het hoofd
zeer geraakkeiyk enook buitengewoon
voordeeüg. Want niet alleen kwamen dan
ouders van de kinderen van de a.s. by-
zondere school, maar ook ouders van kin
deren, die thans in school 18 school gin
gen, staken hun licht op by het hoofd der
school op die uren, en zoo gebeurde het
dan, dat als een der ouders by het hoofd
kwam om te vragen waar haar kind nu
naar toe zou moeten by de overplaatsing,
zy tot antwoord kreeg: Ja, dat kan ik U
nog niet zeggen, maar waarom zou U het
doen? Laat het hier op school by my, dan
wordt het niet overgeplaatst, krijgt uttate-
ktnd onderwys en Fransch ook. Menachen,