BINNENLAND
STAATSBEOROOTINQ 1926.
Totale uitgaven f 644.441.000.—, waarvan f61,3 millioen
buitengewoon en f 583.000.000 gewoon. Tekort ge-
heelen dienst f 48,8 millioen. Batig saldo gewonen dienst
f 9,1 millioen. Opheffing Verdedigingsbelasting II.
Verbetering verkeerswegen.
Aan het
Beredeneerd overzicht
100,000
Aantal vergunningen.
Geen plannen van den minister van
oorlog.
UIT DE PERS.
van het personeel hier te lande onmis
bare groote sohepen, in 1926 Hr. Ms.
pantserschip Hertog Hendrik op de rijks
werf te Willemsoord in reparatie te bren
gen.
Gerekend moest worden op de aanwe
zigheid gedurende eenigen tijd van 2 on
derzeebooten, bestemd voor den dienst in
Oost-Indië. Evenals voor 1925 is gerekend
op het maken van vier oefeningHreizen
door pantserschepen. Met het oog op de
ten eenenmale onvoldoende gelegenheid
tot opslag van vloeibare brandstoffen te
Willemsoord zal het noodig zijn aldaa/
eenige tanks te doen bouwen, resp. voor
berging van brandstofolie en benzine, tot
een hoeveelheid, welke als minimum mo
bilisatie-voorraad wordt noodig geacht.
De kosten óer te bouwen olietanks zijn
voor de helft op de begrooting-1926 ge
bracht; de wederhelft zal op die voor
1927 worden uitgetrokken.
Verschenen is de staatsbegrooting voor
1926, als naar .gewoonte vergezeld van de
nota betreffende den toestand van 's
Lands financiën. Blijkens deze pota heeft
de dienst 1928 tegenover een geraamd
tekort van 49 millioen een werkelijk
tekort van -14 millioen opgeleverd. In
hoofdzaak was dit het gevolg van de
meerdere opbrengst der Inkomstenbelas
ting. Het totale tekort (gewoon, buitenge
woon en crisisdienst) beloopt ruim lil1/»
millioen. Het totale tekort op den dienst
1924 wordt thans geraamd op bijna 99
millioen. Het tekort op den gewonen
dienst op ruim 281/, millioen of ruim 88
millioen minder dan in 1928.
Dienst 1925.
Aanvankelijk werd het tekort op den
gewonen dienst 1925 geraamd op 6,8 mil
lioen. Door vermeerdering van uitgaven
is dit evenwel gestegen tot 191/» millioen.
Hiertegenover staat, dat de opbrengst
der middelen over de eerste 7 maanden
de raming met rond 18 millioen overtrof
en dat de nieuw genomen maatregelen in
1925 12 18 millioen opbrachten. Er ls
dus reden te verwachten, dat de rekening
over 1925 geen tekort zal aanwijzen.
Begrooting voor 1926.
Het totaal der uitgaven, geraamd voor
1926 bedraagt 644.441.000,waarvan
61,3 millioen buitengewoon en 583 mil
lioen gewoon. In totaal is de begrooting
voor den gewonen dienst 15,6 millioen
lager dan in het vorig jaar.
Een vergelijking van de verschillende
hoofdstukken met die van het jaar 1926
geeft, voor zooveel de gewone uitgaven
betreft, het volgende beeld:
ongeveer gelijk. Evenals voor 1925 werd
een bedrag van 400.000 uitgetrokken
voor kosten van bewapening.
Hooger zijn
hoofdstukken:
geraamd de volgende
II (Hooge Ooll. v. Staat)
IV (Justitie)
VHb (Financiën)
X (Arbeid, H. en N.)
87,382,07
36.784,60
2.685.611,16
„80.434.964,—
Totaal meer ƒ33.194.621,73
(Daarentegen zijn lager geraamd de
hoofdstukken:
III (Buitenl. Zaken) 88.803,—
V (Binnenl.Zaken en Landb.),, 661.607,—
Va (Onderwijs, K. en W.) 1.148.701,—
VI (Marine) 2.036.656,—
Vila (Nat. Schuld) 8.421.493,60
VTH (Oorlog) 222.204
IX (Waterstaat) 41.230.434,—
XI (Koloniën) 102J05,—
Totaal minder 48.856.903,50
zoodat per saldo de gewone uitgaven zijn
verminderd met 16.662.281,77.
Met betrekking tot de hiergenoemde
stijgingen en dalingen kan, voor zooveel
de belangrijkste afwijkingen betreft, het
volgende worden medegedeeld.
De stijging van hoofdstuk IV is een ge
volg van een hopgere raming der bijdrage
aan de afdeeling Rijksgebouwen, wegens
de verbouwing van het Gerechtsgebouw
te Maastricht. Voorts is de pensioenlast
op dit hoofdstuk met rond 252.000 ge
stegen. Daartegenover staan enkele ver-
Idgingen, voornamelijk als gevolg van de
reorganisatie van het Hoog Militair Ge
rechtshof en wegens een (mindere raming
op de afdeeling gevangenissen en Rijks
werkinrichtingen.
Hoofdstuk VI is tot een bedrag van
468.000 verhoogd, wegens grootere kos
ten van burgerlijke en militaire pensioe
nen, doch daarentegen met 1.481.000
verlaagd wegéns minder kosten van ma
terieel voor de zeemacht. Ook de uit
gaven voor personeel van de zeemacht en
kosten van betonning, bebakening en
loodswezen zijn onderscheidenlijk met
648.000 en 250.000 verminderd.
Hoofdstuk VH A is 8.600.000 lager
geraamd wegens vermindering van den
post rente voor schatkistpapier. Ook de
rente voor de geconsolideerde schuld kon
met 1.300.0000 worden verlaagd, waar
tegenover echter staat eeen hoogere ren
tevergoeding van den Postchèque- en
Girodienst van 1.600.000.
De verhooging van hoofdstuk VH B
komt voor een bedrag van 2.200.000 op
rekening van de pensioenen; voorts eischt
de administratie der directe 'belastingen,
invoerrechten en accijnzen een hoogere
uitgaaf van 191.000.
De uitkeering volgens de wet op de fi-
nancieele verhouding moest met 270.000
worden verhoogd, waartegenover staat
een vermindering, wegens opheffing der
betaabneesterskantoren, (de afdeeling
Schatkist) met 188.000.
Hoofdstuk VIII. De uitgaven voor dit
hoofdstuk bleven «Hes dooreengenoenen
De verhooging van hoofdstuk X met
80.400.000 komt tot een bedrag van
23.900.000 voor rekening van de sociale
verzekering, waarvan f 7.600.000 voor de
storting in het Invaliditeitsfonds en
16.300.000 voor het Ouderdomsfonds.
Voorts is de afdeeling Volksgezondheid
7.900.000 hooger geraamd, zijnde
2.500.000 wegens overbrenging van de
bouwpremies naar den gewonen dienst en
6.150.000 wegens hoogere bijdragen in
de annuïteiten van den woningbouw.
Daarentegen is de afdeeling Handel en
Nijverheid met 917.000 verlaag, voor
namelijk als gevolg van het vervallen van
den post wegens toekenning van een
voorschot aan de Holland-Zuid-Af rik a-
lijn.
Inkqmsten.
De middelen en inkomsten ter bestrij
ding der uitgaven zijn geraamd op
505.568.94630, waarin blijkens de toe
lichtende specificatie begrepen is aan
buitengewone ontvangsten 3.368.200.—,
zoodat voor gewone ontvangsten blijft
692.200.745,30 tegen 691.854.423,50
voor 1925.
Om echter een vergelijking tusschen
de beide jaren mogelijk te maken, moet
de raming voor 1926 worden verhoogd
met het verschil tusschen de ramingen
1925 en 1926 terzake van het Staatsmijn-
bedrijf, zijnde 46.909.250, zoodat voor
1926 een raming aan gewone middelen
zou worden verkregen van 639.109.995,30
of 47.256.671,80 hooger dan het jaar
tevoren.
antieenen wij het volgende:
Beperkte herziening Bezotdigingsbeelnit.
De salarispoeben zijn zoodanig ge
raamd, dat de persoonlijke toelagen, be
doeld in de artt. 24 en 27 van het bty Ko
ninklijk besluit van 27 December 1924
(StJbl. no. 684), gewijzigde „Bezoldigings
besluit Burgerlijke Rijksambtenaren
1925", ook voor het jaar 1926 zullen blij
ven toegekend. Er is evenwel nog geen
rekening gehouden met de wijzigingen,
welke evengenoemd Bezoldigingsbesluit
zal moeten ondergaan, ten einde daarin
gebleken onjuistheden te herstellen. Deze
wijzigingen zullen wel is waar een 'be
perkt karakter dragen, maar zullen niet
temin, met inbegrip van hetgeen de hoo
gere ambtenaren, na intrekking van art.
80a van het Bezoldigingsbesluit, meer
zullen ontvangen en van hetgeen aan de
leden van de Rechterlijke Macht, den
Raad van State en de Algemeene Reken
kamer meer zal dienen te worden toege
kend, niet onbelangrijke uitgaven mee
brengen.
Een juiste raming van de aan deze
maatregelen verbonden kosten is op dit
oogenblik nog niet te geven, maar op
8 millioen moet toch wel worden gere
kend, ten gevolge waarvan het totaal der
Hoofdstuk IX. De belangrijke verla
ging van dit hoofdstuk wordt grootendeels
veroorzaakt door het vervallen van de
posten op het Staatsmijnbedrijf betrek- HRH MH|
king hebbende en wel tot een bedrag v an ^jtgaven op den gewonen dienst met een
44.834.250. overeenkomstig bedrag moet worden ver-
Het tekort op de spoorwegen moet,
naar de thans bekende uitkomsten van
1926, voor 1926 geraamd worden op
4.000.000. Hiernaast staat nog een ver
hooging van de afdeeling Waterstaat met
8.500.000, tengevolge van nieuwe of
hoogere termijnen van In uitvoering zijn
de waterstaatswerken.
overeenkomstig bedrag moet worden ver
hoogd.
Versnelde uitvoering Zuiderzee
werken.
In de tweede plaats moet een reserve
worden gemaakt met het oog op de plan
nen tot versnelde uitvoering van de Zui
derzeewerken^ waarvoor thans op hoofd
stuk IX een bedrag van 2 millioen is uit
getrokken, doch welk bedrag, bij aanne
ming van de ingediende plannen, voor
1926 met 4 millioen zal moeten worden
vermeerderd.
Het wege nvraagstuk
Voorts zijn bij de regeering plannen
in voorbereiding om, ter oplossing van
het wegenvraagstuk, den aanleg en de
verbetering van de groote verkeerswegen
krachtig te bevorderen. De daarvoor noo
dig© middelen zullen ten deele gevonden
moeten worden door een van motorvoer
tuigen te heffen matige belasting, terwijl
overigens ook de rijwielbelasting geleide
lijk naar het te stichten wegenfonds zal
moeten overgaan.
Aangezien laatstgenoemde belasting
thans strekt tot bestrijding der algemeene
staatsuitgaven, zal ook deze wijziging de
voor dékking van die uitgaven beschik
bare middelen doen verminderen.
Raamt men voor de salarissen een be
drag van 8 millioen, voor de Zuiderzee
werken 4 millioen en voor overboeking
van een deel der rijwielbelasting 2 mil
lioen, of in totaal miHioen, dan kan, alles
tezaam genomen, worden gezegd, dat de
begrooting voor 1926 sluit
In dit overzicht wordt er voorts op ge
wezen, dat de stijging der pensioenlasten
steeds grootere afmetingen aanneemt.
Voor 1924 'bedroeg deze stijging 4 mil
lioen, voor 1925 moest weer 5 millioen
meer worden uitgetrokken dan voor 1924
publiceerd (middelen AF) zijn opge
nomen voor 458.196.000
en dus hooger geraamd 40.254.000
De overige middelen, voor zoover on
der de gewone gerangschikt zijn lager
geraamd 39.907.678
zoodat in totaal wordt
hooger geraamd: 846.822
De stijging der middelen A—F is voor
een bedrag van 20A00.000 een gevolg
van de wettelijke maatregelen (Tariefwet
en verhooging Tabaksaccijns) welke bij
de wetten van 20 December 1924 Staats
bladen 566 en 568 getroffen zijn tot dek
king van het tekort 1925, zoodat voor een
stijging uit andere oorzaken overblijft
een bedrag van 10.764.000.
Hooger zijn geraamd:
Grondbelasting
Personeel© belasting
Inkomstenbelasting
Dividend, en tantièmebelast
Vermogensbelasting
Suikeraocijns
Wijnaocijus
Zoutaocjjns
Bieraccijns
Tabaksaccijns
Belasting op speelkaarten
Rijwielbelasting
Zegelrechten
Registratierechten
Successierechten
Invoerrechten
Belasting op gouden en zil
veren weiken 60.000
Statistiekrecht 800.000
Domeininkomsten 901.000
Inkomsten van vaarten en? 25.000
Jachtakten enz. 4.000
Loodsgelden 1.000.000
824.000
1.560.000
7.000.000
4.000.000
700.000
500.000
850.000
400.000
6.500.000
10.000
1.000.000
2.600.000
1.000.000
2.000.000
15.000.000
Totaal hooger ƒ44314.000
Lager zijn geraamd:
Accijns op gedistilleerd 8.100.000
Accijns op geslacht 500.000
Inkomsten der groote wegen 10.000
Recht op de wijnen 650.000
Totaal lager 4.260.0(11
terwijl op hetzelfde 'bedrag als voor 1926
werden geraamd:
het 'Essaailoon en de opbrengst der
Staatsloterij.
In totaal dus hooger 44314.000
4260000 40264300.
en 1926 overtreft het cijfer van 1925 weer
|De middelen, welker opbrengst in de met 6 millioen de bydraT;
maandelijksohe midddenstaten wordt ge-;van het Ryk inKde aramItelten w£
ningvoorschotten moesten voor 1926 met
een 'belangrijk bedrag mL 6.160.000 wor
den verhoogd.
De middelen.
Zooals uit het hierboven gegeven over
zicht blijkt, worden de gewone uitgaven
voor 1926 door de gewone middelen ge
dekt, doch is van een overschot, dat voor
de zoo noodzakelijke verlaging van be
lastingen zou kunnen worden aangewend,
indien men alleen het oog op de gewone
siaatsbog'ixHjtiiig vestigt, nog geen sprake.
Het peil der beiastiiwen.
Intussohen acht de minister zich ver
plicht de reeds meermalen geuite waar
schuwing te herhalen, dat een sluitend
budget, bij het tegenwoordige peil van
uitgaven, geenszins mag worden voorge
steld als een normale en gezonden finan
cieel© toestand. Zooals hij reeds eerder
heeft uiteengezet, zullen de gewone uit
gaven tot een zoodanig peil moeten wor
den teruggebracht, dat de tot dekking
dier uitgaven noodlge belastingen de ka
pitaalvorming naar de behoeften van een
in aantal regelmatig toenemend volk
niet belemmeren. Eerst dan kan de finan
cieel? toestand van het land als geheel
hersteld worden beschouwd.
Hoewel de regeering het uiterste zal
doen om, zonder werkelijke schade voor
de algemeene volksbelangen, de uitgaven
tot 'bovenbedoeld peil terug te brengen,
behoeft wel niet nader te worden aange
toond, dat zulks niet op korten termijn
kan worden bereikt. Daarom zal aanvan
kelijk, voor zoover de gewone Staatsbe
grooting betreft, een voorloopige verbe
tering moeten wouden gezocht In een wij
ziging van het (belastingstelsel door dit in
meerdere mate in overeenstemming te
brengen met den economischen toestand,
waarin ons volk thans verkeert een en
ander in den geest van de uiteenzetting,
die de minister in de memorie van
antwoord op het voorloopig verslag over
de wetsontwerpen tot aanvulling der Ze
gelwet 1917, der Successiewet enz. gege
ven heeft, in het vertrouwen, dat de
vrucht van den voorzichtig, doch gesta-
diglijk voortgezetten bezuinigingsarbeid
geleidelijk ook voor de gewone Staatsbe
grooting een verlaging van belasting zal
mogelijk' maken.
Het Leeniüigfoadg.
Gunstiger dan bij de gewone staatsbe
grooting is de toestand nu reeds ten aan
zien van hst Leeaiagfaads. hi«t «an
aanzienlijk saldo aanwezig, hetwelk nog
sterk zou toenemen in verband met de
hoogere raming der middelen. Op grond
hiervan is de regeering voornemens te
bevorderen, dat de V erdedtglngsbel astln g
H met ingang van 1 Mei eA. geheel wordt
opgeheven.
Onderwijs Kunsten en "Wetenschappen.
Uit de memorie van toelichting ont-
leenen wij:
NijrerheidMiMtarwijs.
De invloed der nieuwe salarisregeling
kan in de raming der subsidieposten voor
het nijverheidsonderwijs voor 1926 nog
niet zuiver tot uitdrukking kqmen, omdat
het niet mogelijk was in den voor het
het samenstellen der ontwerpbegrooting
beschikbaren tijd de salarisramingen der
schoolbesturen nauwkeurig te controlee-
ren. Voor het middelbare nijverheidson
derwijs staat reeds vrijwel vast, dat de
nieuwe regeling geen 'besparing zal ge
ven, doch eenige toeneming van kosten
met zich zal brengen. Bij de middelbare
technische scholen worden hierdoor de
uit anderen hoofde verkregen bezuini
gingen ten naastenbij, en bij de Zeevaart
scholen enz. meer dan geheel teniet ge
daan. Over het algemeen ls nog naar ver
dere inkrimping en vereenvoudiging ge
streefd. Opheffing van eenige scholen is
nog in overweging, terwijl die van andere
geleidelijk plaats heeft. De algemeene uit
gaven der soholen zijn in de laatste jaren
zoo sterk en bij herhaling gesnoeid, dat
verdere bezuiniging daarop wel niet mo
gelijk is zonder vitale belangen te scha
den.
Handelsonderwijs
Onder dé Handelsscholen, waaraan in
1926 subsidie zal worden verleend komen
voor de Handelsscholen te Helder.
Nieuwe subsidie zullen ook in 1926 niet
worden toegekend. Het totale bedrag der
subsidies is voor 1926 20.006 lager ge
raamd dan voor 1925 in verband met de
opheffing van eenige scholen.
Kunsten en Wetenschappen.
Gelden zijn uitgetrokken o.a. voor her
stelling van de volgende monumenten:
Groote kerk te Alkmaar. Uitgetrokken
is een vervolg termijn van 18.000.
Tonen in Den Burg (Texel). 'De restau
ratie is thans meer urgent dan ooit, Het
gemeentebestuur is bereid de herstelling
te ondernemen als het rijk bedraagt. De
minister zou hiertoe willen 'besluiten on
der voorwaarde, dat ook de provincie
Noord-Holland steun verleene. De kosten
zijn op 10.000 gulden begroot, waarvan
het rijk ten hoogste de helft zou kunnen
bijdragen. Een eerste termijn van 8000
wordt thans aangevraagd.
Oorlog.
Het eindcijfer der ooriogsbegrooting
voor 1926 bédraagt ruim 58V, millioen of
bijna 27« ton minder dan voor 1925. De
bezuiniging op de verschillende posten
bedroeg 4 ton. Daartegenover staat een
uitgaaf van 2 ton ten behoeve van maat
regelen en werken in verband met de af
sluiting der Zuiderzee.
Het ligt in het voornemen een bureau
te stichten voor psyoho-tecibnisch
onderzoek der dienstplichti
gen.
Voor de oprichting van een militaire
gasschoo) te Utrecht wordt 24.000
aangevraagd.
Omtrent de organisatie van het
leger wordt medegedeeld, dat de begroo
ting werd opgemaakt op den grondslag
van de tegenwoordige samenstelling van
het leger. Wijzigingen, die noodig zullen
zijn in verband met de door den minister
noodig geachte veranderingen in de or
ganisatie, enz., konden, in verband met
den korten beschikbaren tijd, daarin nog
niet tot uiting worden gebracht
Het ligt in de bedoeling, de hoogere
bevelvoering te reorganiseeren; nadere
mededeelingen hieromtrent zullen tijdig
worden verstrekt.
Vermoedelijk zal met ingang van 1 Ja
nuari 1926 de 'betrekking van oomman
dant van de vesting Holland hierdoor
worden opgeheven; voor de bezoldiging
van dezen functionaris wordt derhalve op
de ooriogsbegrooting een memoriepost
uitgetrokken.
Aan den ultgewerkten en toelichtenden
staat bij de verschillende hoofdstukken
ontleenen wij nog:
Voor de voortzetting van de verbete-
ringswerken voor deze haven werd op de
begrooting van het jaar 1926 een bedrag
van 1660.000 uitgetrokken. Teneinde de
in genoemd jaar aan te besteden werken
voortgang te doen hebben, wordt thans
op de Waterstaètsbegrooting epn be
drag van 1700.000 aangevraagd voorden
kaaimuur in de haven en van f 300.000
voor grond- en overige werken, welke
gelijktijdig met den bouw van dien muur
zullen worden uitgevoerd.
In verhand met de uitbreiding der eco
nomische belangen tusschen Nederland
en Venezuela zal het consulaat-generaal in
Venezuela worden omgezet in een gezant
schap.
Voor een behoorlijk» heffing der in
komstenbelasting is vermeerdering van
het aantal adjunct-accountants nog steeds
noodig. Gelden zijn uitgetrokken voor
de aanstelling van og 10 adjunct-accoun
tants.
Het voornemen bestaat, in 1926 examen
af te nemen voor landmeters van het ka
daster en voor surnumerair der registra
tie en domeinen.
In 1926 zullen dienstweigeraars op
grond van art 8 b der wet van 18 Juli
1928 bij een andere tak van staatsdienst
w arksaam. stya.
Nieuw eerste Kamerlid.
De opvolger van het Eerste Kamerlid,
den heer De Waal Malefflt, die voor het
lidmaatschap bedankt heeft, is de heer H.
Amelink, te Utrecht, secretaris van het
Chr. Nat Vakverbond, als hoedanig hij
ook zittii» heeft in den Hoogen Raad van
Arbeid.
Met ingang van 1 Januari 1928 wordt
het maximum aantal vergunningen voor
den verkoop van sterken drank in het
klein bepaald voor Texel op 16 en voor
Anna Paulowna op 0.
Het Nederi. Oorresp.-bureau te 's-Gra-
venhage meldt:
Van zeer bevoegde zijde deelt men ons
mede, dat het in het Centrum verschenen
bericht omtrent opheffing van garnizoe
nen, afvloeiing van beroepspersoneel enz.
van allen grond ontbloot zijn.
De sluisbouw te Umulden.
Men meldt ons:
Het bestek voor het buitenhoofd van
de sluis te IJmuiden is nu verschenen.
16 October aanstaande zal het buiten-
sluishoofd worden aanbesteed, waarvan
de raming ruim 5 millioen gulden bedraagt.
Dit is het laatste gedeelte van de sluis
zelf, op de bekleeding van den bodem van
de schutkolk na, welke echter eerst later
onder water zal worden aangebracht.
Ook het buitensluishoofd zal binnen een
omkuiping met ijzeren damwand van 26 M.
lengte worden uitgevoerd, met vrijlating
echter van de inschrijvers om eventueel"
ook een pneumatische fundeeringswijze
te kiezen.
Daar dit buitenhoofd twee deurkasten
heeft, tegen het binnenhoofd slechts één,
zijn de hoeveelheden nog aanzienlijker
dan bij het laatst aanbestede bestek.
Thans gaat het om een ijzeren omkuiping
van 660 Meter omtrek, en om ongeveer
146.000 M.3 beton, waarin 11 millioen K.G.
wapeningsijzer wordt verwerkt.
De opleverifigstijd van het werk is op
29 maanden gesteld; naar wij vernemen
is de bedoeling van de directie te Haarlem
en van den met de uitvoering belasten
hoofdingenieur te IJmuiden om zoo
eenigszins mogelijk de geheele sluis
tegen den zomer van 1928 gereed te heb
benj en ook in gebruik te kunnen stellen.
Te dien einde wordt ook gestadig door
gewerkt aan de beide kanalen, die aan de
land- en aan de zeezijde toegang tot de
nieuwe sluis moeten geven. Van de ruim
16 millioen M.3 zand, die mede daartoe
moeten worden ontgraven, z]jn reeds bijna
10 millioen M,3 verwerkt.
DE STOBMBAMP.
Nog eens f 50.000 van het Smeroefonda.
Het bestuur van den Kon. Nat Bond
van Reddingwezen en Eerste Hulp bij On
gelukken „Het Oranje Kruis" heeft van
het Smeroefonds te Batavia een tweede
gift van 60.000 voor de slachtoffers van
de stormramp ontvangen.
Het heeft telegrafisch aan het bestuur
van deze Stichting zijn dank betuigd' voor
zijn Ijverige bemoeiingen om de tot nog
toe overgemaakte gelden bijeen te bren
gen.
Hulp uit Dultschland.
Wy vernemen van de Nederlandsche
Kamer van Koophandel voor Duitschland
te Frankfurt aan de Main, dat zij van den
Ober-burgemeester van de stad Frankfort
een bedrag van Mk. 5000 ontvangen heeft
ten behoeve van de noodlijdenden door
de stormramp in Nederland. Het stads
bestuur voegde hier aan toe dat zij deze
gift slechts in dankbare herinnering aan
de voortreffelijke hulp, die de stad in
moeilijke tijden van Nederland ondervon
den heeft.
De Troonrede.
Het Handelsblad (lib.) is niet
rustgesteld over hetgeen de Troonre
die het blad ietwat belangrijker vindt dan
die van verleden jaar, zegt omtrent de te
voeren politiek in meer Unksche richting.
De regeering blijkt een veel te optimistl-
schen kijk te hebben op den economischen
toestand des lands; de specifiek finan-
tieele zinsnede en die, welke onmiddellijk
daaraan voorafgaat, acht het blad geheel
ortoevredigend. Zij getuigt van een waar
lijk hinderlijke miskenning van de zware
zorgen, waaronder de burgerij nog steeds
ge<&ukt gaat, en men zoekt vergeefs een
pogen om het peil der begrooting omlaag
te brengen, heigeen toch het eigenlijk»
doel eener regeering moet zijn.
Het V a d e rl a n d, eveneens een libe
raal blad, is teleurgesteld. Het had ver
wacht, dat men uit de Troonrede iets zou
hebben bemerkt van het steviger acooord
waarop rechts thans is gegrondvest, maar
er zijn over en weer concessies gedaan,'
die niet getuigen van zeer groote eens-
willendheid. Ook dit blad struikelt over
de flnantieele paragraaf.
Hoe kan de heer Oolijn het voor zijn
rekening nemen te zeggen, dat het ge
vaar voor de ontwrichting van den toe
stand van 's Lands geldmiddelen als af
gewend kan worden beschouwd, terwijl
wij nog altijd een slechts in schijn Bluiten-
de begrooting hebben, en aan alle kanten
een bekrimping op de Staatsuitgaven heb
ben, waardoor wel degelijk vitale belan
gen van de Nederlandsche natie worden
aangetast? i
Het blad toont de vaagheid van deze en
andere paragrafen aan en meent, dait het
staatsstuk geenszins blijk geeft van
kracht
Teleurgesteld ia ook de N. Courant,