VIERDE EN LAATSTE BLAD PLAATSELIJK NIEUWS. PUROL VAN ZATERDAG 10 0CT0BER 1925. Te 's-Gravenhage slaagde voor het Machinisten-examen,, theoretisch gedeelte, diploma C, onze plaatsgenoot, de heer R. J. Wola. Afscheid Oh, L. van de Bilt In de met vlaggen versierde zaal van den R-K. Volksbond had Donderdagavond het afscheid van den heer Ch. L. v. d. Bilt, als voorzitter van dien bond, plaats. Een groot aantal belangstellenden woon den dit afscheid bij. Wij merkten onder de aanwezigen op Pastoor Van Beuzekom, Kapelaans Alink, Van Cleef en De Groot en Pater Koevoet, de heeren Silvius en Angenent (Amsterdam), resp. voorzitter en secretaris van het Centraal Bestuur, en vele anderen. De heer D. J. Snel, vice-voorz. van den Bond, opende de bijeenkomst en heette, namens de afdeeling Helder van den R.-K. Volksbond, de aanwezigen hartelijk wel kom, in het bijzonder de heeren geestelijken en de vertegenwoordigers van het Centraal Bestuur. Wij stéllen het op prijs aldus de heer Snel dat de heer Van de Bilt ons in de gelegenheid gesteld heeft, om afscheid van nem te kunnen nemen. Spr. heet ook Mej. Van de Bilt hartelijk welkom. Vervolgens deelt hij mede, dat er van Rector Jansen, centraal geestelijk adviseur, die bij deze gelegenheid het woord zou voeren, een tele gram was gekomen, waarin hij meedeelde, niet aanwezig te kunnen zijn wegens het R.-K. Middenstandscongres. De heer Snel zegt, dat het hem daarom dubbel genoegen doet, dat de voorz. en de secretaris van het Centraal Bestuur aan wezig zijn. De voorz. heeft beloofd een ge deelte van de taak van den heer Jansen te willen overnemen. Nadat het Bondslied door de vergadering staande gezongen is, verkrijgt de heer Sil vius het woora. Uw waarn. voorzitter heeft zooeven ge zegd, dat ik een gedeelte van de taak van den heer Jansen zou overnemen. Ik zou daarmee echter in een moeilijk parket ge raken, omdat ik die plaats onmogelijk kan innemen. Maar waar het hier geldt een bij zondere bijeenkomst, n.1. het afscheid van een bestuurslid, die meer dan 25 jaar ge arbeid heeft als bestuurslid en voorz., daar meen ik, een enkel woord te moeten spre ken, omdat ik groote waardeering heb voor het werk, dat hij hier en elders verricht heeft. Een enkel woord wensch ik tot hem te richten- als vriend en als medearbeider in onze R.-K. Volksbeweging. Niet een woord over ons R.-K. programma, maar wel wil ik even terugdenken aan den tijd, die achter ons ligt, aan al den arbeid, die gedaan is en ook aan de schaduwzijde van dien arbeid. Wij mogen wel dankbaar zijn, dat wij mannen hebben, die leiding kunnen geven, mannen als de heer Van de Bilt, die zich ook ten volle aan de arbeidersbeweging ge geven heeft. Als wij spreken over het verleden, dan denken we aan den tijd, dat voor onze R.-K. arbeidersbeweging hét pionierswerk moest worden verricht, dat er moest wor den geploegd en gezaaid. Aan dien tijd, waarop men onbekende wegen moest be wandelen en velden moest bezaaien. Het was een tijd van teleurstelling op teleurstelling, een tijd van opoffering, waar bij de waaraeering dikwijls ontbrak. Maar nu, na 30 jaar, beschouwen we dankbaar de vruchten van dezen arbeid. Kktholiek Nederland is georganiseerd. Nu denken we niet meer aan de teleurstellingen, maar aan de honderdduizenden, die zich aangesloten hebben bij de katholieke vereenigingen. Maar dat niet alleen zijn de vruchten van dezen arbeid. Voor 20, 30 jaar werden de katholieken beschouwd als de domme massa, en nu nemen we een eereplaats in en zijn de grootste en machtigste partij in Neder land. Een partij, die rust op de beginselen, die ook door Van de Bilt zijn uitgedragen. (Applius). Wij brengen hulde aan uw scheidenden voorz. De taak door hem begonnen, zal worden voortgezet door jongeren. Zij zul len trachten nog meer tejbereiken dan reeds bereikt i9. Dan zal onze vriend Van de Bilt ook dankbaar gedenken wat zij verricht hebben. Hij zal U zeker nog zijdelings wil len steunen, om dat groote werk te volbren gen, dat wij ons voor oogen stellen. De heer Van de Bilt bekleedt een van de meest vooraanstaande functies in den lande. Hij zal met kracht en liefde ook op dat ter rein werken, omdat hij weet, dat gij met hem meeleeft. De arbeid van den heer Van de Bi't is niet alleen plaatselijk geweest. Hij zat in het Centraal Bestuur en was redactielid van onze R.-K. Volkscourant. Meermalen kre gen we nuttige wenken en lessen van hem. De heer V an de Bilt heeft ook veel gedaan voor de Marine. Zijn sociale arbeid was ook daarop gericht. Spr. eindigt met den heer Van de Bilt te verzoeken, den geestelijk adviseur van den R.-K. Volksbond te installeeren, waaraan deze gaarne voldoet. Na installatie van den geestelijk advi seur, kapelaan De Groot, neemt de heer Snel, namens het bestuur van den Volks hond het woord, om den scheidenden voor zitter toe te spreken. Alvorens hiertoe over te gaan, deelt de h.eer Snel mede, dat er van de R.-K. Ma- rinevereeniging „St Christophorus" een t®egram was gekomen van verhindering, ®et dankbetuiging voor alles wat de heer Y*n de Bilt voor de Vereeniging heeft ge daan. De heer L. T. Wols, voorz. van „St. Li- duïna" en „Jon. de Deo", had bericht van verhindering gezonden. De heer Snel zeide ongeveer 't volgende: Mijnheer Van de Bilt, zooals het gaat met alle dingen, die van deze aarde zijn, zoo gaat het ook met U. Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Het is nu meer dan 30 jaar geleden, dat U vanuit het Zuiden van ons land optrok naar het hooge Noorden en hier uw woonplaats ves tigde. Wat de directe oorzaak van uw ves tiging hier ter plaatse kan geweest zijn, is mij niet bekend, maar voorzeker mogen wij aannemen, dat de Voorzienigheid Gods het aldus beschikte. We kunnen ons levendig indenken, dat de Volksbond, die toen een organisatie in opkomst was, uwe aandacht en belangstel ling trok, immers heel kort duurde het, of U werd als bestuurslid der afd. Helder ge kozen en in de vergadering van 6 Sept. 1897 geïnstalleerd. Het is wel eigenaardig, dat tegen uw candidaatstelling bezwaren waren ingebracht en dat niettegenstaande die bezwaren U 28 jaar lang het bestuurs lidmaatschap hebt vervuld. Voorzeker stonden U voor oogen de vele zorgen en opofferingen, die U zich als voorzitter^ zou moeten getroosten, want eerst na rijp beraad bent u er toe overge gaan die functie te aanvaarden. Het is nu dan ruim 20 jaar geleden, dat U als voor zitter dezer afdeeling de stuwkracht bent geweest van onze organisatie. Toen was dat werk zeker niet gemakkelijker, niet lichter dan nu, integendeel, we denken hier slechts aan het voornaamste, het oprichten van de avondcursussen voor teekenen, taal en rekenen. Aan de sociale en apologetische cursussen, welker organisatie zeer veel tijd van U eischte. De zorgen ook van finan- tieelen aard. Maar bovendien, we bezitten, zooals ver schillende sprekers dezen avond deden uit komen, onze Katholieke Eenheid, in die Eenheid zijn verschillendé elementen, en vdlgena mijne persoonlijke meening is U juist de persoon geweest, die kon bewerken, dat dies verschillende elementen met elkan der die Katholieke Eenheid bevorderden. Mijnheer de Voorzitter, zoovele jaren hebt U gegeven uw werkkracht aan onze organisatie, we zijn U daarvoor hartelijk dankbaar, we meenden niet minder te mo gen doen dan U, die ruim 20 jaar onzen Voorzitter bent geweest, bij uw afscheid het Eere-Voorzitterschap onzer afdeeling aan te bieden. We stellen het op prijs U het diploma als Eere-Voorz. bij deze te over handigen (hartelijk applaus). Maar mijnheer Van de Bilt, om U te be wijzen, dat we dankbaar zijn voor wat U in den loop der jaren, in het belang der zaak, waarvan onze afdeeling een onder deel is, hebt verricht, meenden we U ook een blijvend blijk van waardeering te moe ten aanbieden. We achten het vanzelfspre kend, dat alle leden en onder-afdeelingen daaraan meewerkten. Met de besturen der onderaf deelingen bespraken we de aanbie ding van dit huldeblijk en het doet ons ge noegen U te kunnen verklaren, dat we van alle onderafdeelingen de volle medewerking mochten ontvangen. Mijnheer Van de Bilt, veel werk is door U in dit gebouw verricht, met veel personen hebt U hier samengewerkt. Van welken aard en omvang dezè werkzaamheden wa ren, kan dunkt mij het best blijken uit een zeer waardeerend schrijven, dat we hebben mogen ontvangen van den ZeerEerw. Cen traal Adviseur, Rector Jansen. We stellen het op prijs den inhoud van dit schrijven ter uwer kennis te brengen. Dit schrijven luidt als volgt: Zoo juist, terstond na mijn terugkeer uit Rome, bracht mij de secretaris van het Centr. Bestuur uw verzoek over, om te komen ter huldigingsavond van den heer Van de Bilt Gaarne had ik dit aangenomen: ik be grijp en waardeer daarom ten volle, wat Van de Bilt voor de R.-K. Werkliedenbe weging in uwe stad is geweest: hij is een van de weinigen, die het meerdere, wat zij ontvingen aan talenten aan geestesgaven en geestesontwikkeling, blijvend stelde ten dienste van den R.-K. Volksbond, een van de weinigen, om wie men de statuten van den Volksbond, die ook niet-werklieden dulden in dien bond, ongewijzigd zou willen laten. Ik ware dus gaarne gekomen, maar 8 October is een der dagen van het R--K- Middenstandscongres. U begrijpt dus mijn plicht, welke gaat boven mijn wensch; ik kan niet komen, maar sluit mij in den geest bij U aan in de huldiging van den man, dien gij zoo poode gaat missen. Vergadering, het is te begrijpen, dat waar van deze zijde van een zoodanige waardeering voor onzen scheidenden Voor zitter wordt blijk gegeven, wij ons verplicht achten een passend blijk van waardeering te geven. We zijn er van overtuigd, mijn heer de Voorz., dat U in de toekomst steeds onze afdeeling zult blijven gedenken. Om echter des te gemakkelijker in oogenblik- ken van overweging voor uwen geest te brengen verschillende zaken, personen en momenten uit het verleden, meenden we niet beter te kunnen doen dan U aan te bieden een gedenkalbum, bevattende de foto's van adviseurs, bestuur der afdeeling en onderafdeelingen en van het gebouw met haar verschillende zalen en vertrekken. We zijn ervan overtuigd, dat we U daarmee een blijk van waardeering geven, waarmee we Heen groot genoegen doen. Ik heb het genoegen, mijnheer Van de Bilt, U namens de leden van het bestuur der afdeeling Hélder en haar onderafdee lingen te overhandigen dezen gedenkalbum, waarin vermeld staat de volgende opdracht: „Gedenkalbum van den Nederl. R.-K. Volksbond, afdeeling Helder, als dankbare herinnering aangeboden aan den heer Ch. L. van de Bilt bij zijn vertrek uit Helder. 8 Oct. 1925. Het Bestuur." We spreken den wensch uit, dat het U mag gegeven zijn nog vele jaren in uw nieuwe woonplaats in gezondheid en voor spoed te mogen leven. We zeggen U nog maals hartelijk dank voor alles wat U in belang van onze katholieke zaak en als Ingezonden MededeeJlng. Door de hnidverzachtende en huid- versterkende eigenschappen van Purol kan men het stukgaan en naschrfjnen voorkomen als men vóór het inzeepen zich telkens inwryft met een weinig 30-60-90 ct. gevolg daarvan ook voor ons persoonlijk be lang hebt gedaan. (Applaus). In de pauze bestond gelegenheid zich op te geven om enkele afscheidswoorden tot den heer Van de Bilt te spreken. De heeren Angenent (secr. Centr. Bestuur), Plas- meijer, Nijpels, Mahieu en Pastoor Van Beusekom maakten hiervan gebruik. De heer Angenent begon met te wijzen op de zware taak, die tegenwoordig rust op de schouders van hen, die leiding hebben te geven. De menschen zijn niet meer zoo erithousiast voor het vereenigingsleven, als voor eenige jaren. Doch toen onze vriend Van de Bilt voor 30 ïaar de leiding ter hand nam, was het zeker niet minder moei lijk. Hij heeft echter toen perspectieven ge zien en daarom vol idealen de bestuurs functie, die hij eerst in beraad had geno men, aanvaard. Heeft hij aan de verwachting voldaan? Spr. is jong, doch bij het snuffelen in de archieven heeft hij gezien, dat de heer Van de Bilt zeker aan de verwachting heeft vol daan. De naam Van de Bilt stond overal. Toen, spr. op 18- of io-jarigen leeftijd in de arbeidersbeweging kwam, klonk hem voor het eerst den naam Van de Bilt in de ooren en hij heeft toen «dacht: „Wie zou die Van de Bilt toch zijn?" Hij heeft nadien kennis met den heer Van de Bilt gemaakt en in hem gezien de kalme, eenvoudige, stoere werker, die streefde naar het ideaal, dat hem voor oogen stond. Wij hebben hem gewaardeerd. Hij werd „onze Charles", omdat wij hem lief kregen. Vergadering, hij is uw Van de Bilt en voor mij staat het vast, dat hij dat zal blij ven. Ik feliciteer U daarmee. Een hartelijk applaus beloonde spr. voor zijn sympathieke woorden. De heer Blasmeijer sprak namens de R.-K. Ambtenarenorganisatie. Hij zegt den heer Van de Bilt, die oprichter van deze organisatie was, hartelijk dank voor alles wat hij voor haar deed. Als vriend spreekt de 'heer F. Nijpels den heer Van de Bilt toe. Spr. releveert de feesten, die hij heeft medegemaakt en wel ten eerste de onderscheiding, die de heer Van de Bilt van den Paus ontving, „pro ecclesia", ten tweede de verkiezing als Lid van de Tweede Kamer en ten derde, het 25- jarig bestaan van den Volksbond. Het was altijd de eenvoud, mijnheer Van de Bilt, die U kenmerkte. De heer C. Mahieu, voorz. van „Win- nubst", sprak namens deze Vereeniging den heer Van de Bilt hartelijk toe en zeide altijd gaarne bereid/ te zijn, zelfs tot in Haarlem's veste, om den heer Van de Bilt een ovatie te brengen. Pastoor Van Beusekom spreekt namens de geestelijkheid een woord van afscheid en een woord van dank. Ook hij wijst op alles wat de heer Van de Bilt voor de arbeiders gedaan heeft en dat de arbeiders in hun geloof staande ge bleven zijn, is ook mede aan U te danken aldus pastoor Van Beusekom. Moogt ge jarenlang in Haarlem gezond leven en vernemen, hoe de arbeiders van Helder trouw gebleven zijn aan hun geloof, onder de vanen van den R.-K. Volksbond. De heer Van-de Bilt verkrijgt hierna het woord. Er is een Fransch spreekwoord addus spr. dat ik dezer dagen las, en dat zoo juist uitdrukt wat ik heden voel: „partir c'est un peu mourir", scheiden is feitelijk een beetje afsterven. Toch verheug ik me dezen avond. Als ik terugblik op voor 30 jaar, zou ik een afscheidsrede kunnen houden, zooals er heel officieel in het programma staat. Ik wil dat niet doen. Ik wil mij slechts bepalen bij twee moeilijke oogenblikken in mijn leven. Het eerste, toen ik uit Haarlem terug kwam met die onderscheiding, die wij Roomschen op zoo hoogen prijs stellen. Er is geen onderscheiding, die mij ooit meer heeft verheugd of zou kunnen verheugen. Het tweede was de stap tot bestuurslid van den Bond. Toen ik 30 jaar geleden bij Jan Zoetelief een kachel kocht, drong deze er bij mij op aan, om lid van den Bond te worden. Ik gaf hieraan gevolg en was reeds spoedig secre taris, toen voorzitter en lid van het Cen traal Bestuur. Ik heb met liefde gewerkt, omdat ik vol idealen was op dien leeftijd, maar ook, om dat ik voelde de noodzakelijkheid van de organisatie van de arbeiders. Zelf uit dat milieu, wist ik hoe noodig het was, dat de werkers zich meer bewust werden. In gedachten kan spr. een heele rij van die oude, trouwe werkers voor zijn geestes oog voorbij zien gaan. Het waren die goede kerels, met een flinke dosis gezond ver stand en hun echt begrip van „goed Roomsch" zijn. Ik ben zelf nooit anders geweest dan de uitvoerende macht van hen, die naast mij aan tafel zaten. Wii hebben altijd getracht, den Christus te volgen. Wij hebben tegenover het socialisme ons christendom gesteld. Ik heb niets meer ge daan dan mijn plicht en dat vereischt geen dank. Spr. wijst hierna nog eens ernstig op de noodzakelijkheid van het organiseeren en brengt den heer Snel een woord van dank, voor alles wat hij voor de Vereeniging heeft gedaan. Hij dringt aan bij de leden op het mee leven met het bestuur. Nooit zal ik deze 30 jaar -vergeten. Ik heb hard mogen werken, maar God heeft mij de kracht en gezondheid gegeven. 't Is zoo mooi, wat zeker schrijver zegt: dat de vreugde van den arbeid niet zit in het loon, maar in den arbeid,%die het loon verdient Spr. is dankbaar, medegewerkt te heb ben aan de uitbreiding van het Godsrijk. Want daarom gaat het toch. Spr. zegt zijn 2e Vaderstad lief gekregen te hebben. Hij voelt zich een echte jutter. (Applaus). Spr. brengt hierna achtereenvolgens een woord van dank-aan den Centr. Voorz. en Secretaris, aan; dte geestelijke adviseurs, aan medebestuurders en aan allen, van wie hij vertrouwen en vriendschap mocht ontvan gen, alsmede aan de muziekvereeniging „Winnubst". Bewaar de eendracht, wees trouw aan uw vereeniging, omdat het zoo noodzake lijk is. Werk tot heil van God en Kerk. Christen-strijder, broeder, makker, Bouwers van de imatschappij, Werkers, die nog slaapt, wordt wakker, En strijdt mede in onze rij. Aldus eindigt de heer Van de Bilt. Een daverend applaus breekt los. De muziekver. „Winnubst" had hare welwillende medewerking gegeven met de vertolking van een 7-tal nummers. De heer Snel sloot te 11.15 u- de bijeen komst. De Heldersche Courant mag harerzijds dén heer Van der Bilt niet zonder een per soonlijk afscheidswoord laten heengaan. Im mers, vele jaren lang 9tond hij tot ons blad, toen nog bekend als „Vliegend Blaadje", in intieme betrekking, Hij was het, die met welversneden pen, de buitenlandsche over zichten schreef, en hij deed dat op objec tieve en populaire wijze. Het uitbreken van den oorlog en de ontzaglijke verwarring, die vooraj in de eerste dagen, heerschte op het gebied van de buitenlandsche bericht geving, waren oorzaak, dat deze arbeid ge staakt moest worden. Zijn journalistieke werk bezorgde hem in 1916 de hooge pau selijke onderscheiding van het kruis „Pro Ecclesia et Pontifice de heer Van de Bilt kreeg deze naar aanleiding van het feit, dat hij 25 jaar lang mede-redacteur was van het R.-K. Bondsorgaan „De Vo'ksbanier". Korten tijd later, n.1. in 1918, werd onzei medewerker, die weliswaar niet regelmatig, maar toch nog periodiek aan ons blad ver bonden was, tot lid der Tweede Kamer ge kozen en van dien dag af begint een geheel andere carrière voor den oud-onderwijzer. Uit den aard van zijn werkkring moest hij dikwijls afwezig zijn en hoewel de relaties steeds van vriendschappelijken aard bleven, kon van eenige vaste medewerking aan de Held. Courant geen sprake meer zijn. Zeven jaar lang vertegenwoordigt de heer Van de Bilt de belangen zijner kiezers in de Tweede Kamer, en het voortdurend rei zen en trekken noopte hem tenslotte een minder uit het centrum gelegen woonplaats op te zoeken. Dat de heer an de Bilt niet zonder weemoed de woonplaats gaat verla ten, waar hij een groot deel van zijn leven heeft doorgebracht, toonde hij bij zijn af scheid. „Partir, c'est un peu mourir", voeg de hij ons toe, toen voor het laatst de deur van ons kantoor zich achter hem sloot. „Un peu mourir"Zou het waar zijn wat de Fransche dichter hier zegt? Een klein beetje waar misschien wel; er sterft iets af als men een plaats gaat verlaten, waar men lang gewoond heeft Het directe contact verdwijnt, men gaat de dingen meer op een afstand" bezien, dus grooter en uitgestrekter. Maar ook minder scherp helaas. Voor den heer Van de Bilt en de taak, die hij te vervullen heeft, moge dit vertrek wellicht noodig zijn, voor den mensch en den vriend, dien hij hier was, zal het pijn lijk zijn geweest. En zoo roept de „Helder- sche Courant" dan haar ouden medewerker en vriend bij zijn vertrek naar Haarlem een ietwat weemoedig, maar hartelijk en wel gemeend vaarwel toe. Dat het hem daar in alle opzichten goed moge gaan en hij er de gezondheid terug moge vinden, die hij er gaat zoeken! Het marine-personeel over de nood- ultkeerlng. De Afdeeüing Helder van den Bond van Marine-Onderofficieren, op 9 October 1925 in huishoudelijke vergadering bijeen, heen de volgende motie aangenomen: De Ali. Helder enz., besprekende de z.g. nood-uitkeering voor het Rijkspersoneel; spreekt hare diepe teleurstelling uit over het antwoord van Zijne Excellentie den Minister van Financiën op de door den heer J. ter Laan gestelde vragen, uit welk antwoord blijkt, dat het niet in de bedoeling van de Regeering ligt, het Rijkspersoneel over 1925 een uitkeering in eens toe te kennen; stelt vast, dat door de besprekingen in de Commissie G. O. Zeemacht over de nooduitkeering aan het marine-personeel dusdanige rechtmatige verwachtingen zijn gewekt, dat reeds velen hierop hunne uitgaven hebben gebaseerd; dringt er bij de regeering ten zeerste op aan, haar standpunt, zooals dat blijkt uit het antwoord bovenbedoeld op de vra gen van den heer Ter Laan, te herzien en alsnog een z.g. nood-uitkeering over 1925, zooals die is voorgesteld door de vertegenwoordigers van de diverse per soneelsorganisaties in de commissiën voor georganiseerd overleg, toe te kennen. Besluit deze motie onder de aandacht te brengen van den Minister van Finan ciën en Marine a. i. en te publiceeren in de pers. Consultatiebureau te Helder. Het bestuur van de Vereeniging tot be strijding der Tuberculose maakt bekend, dat vanaf 1 October als leider van het Consultatiebureau is opgetreden de heer PREDIKBEURTEN. ZONDAG 11 OCTOBER. Nwt Herv. Gemeente. Nieuwe Kerk (Westetraat): 's Avonds 6.80 uur, Ds. W. A, F. van Dijk. Weeterkerk: 's Morgens 10.80 uur, Ds. O. O. de Kloek Onderwerp„Goede dood, wiens zuiver pijpen door 't verstilde leven boort..." Huisduinen: 's Morgens 10 uur, Ds. van Loon, van Barsingerhorn. Geen dienst Julianadorp: Anna Paulowna. 's Morgens 10 uur Ds. Groeneveld, van Wieringerwaard. Evangelisatie (Palmstraat): 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur, Ds. Th. J. W. Cieremans, van Prinoen- hage. Geref. kerk (Spoorstraat), 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur. Predikant nog niet bekend. Chr. Geref. Kerk (Steengracht): 's Morgens 10 uur en 's avonds 6 uur, Ds. B. van den Berg. Oud Geref. Kerk (Hoogstraat): 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.80 uur. Doopsgezinde Kerk: 's Morgens 10 uur, Ds. J. Koster. Luthersehe Kerk: 's Morgens 10 uur, Zendeling K. H. Kammeijer, van Amsterdam. 's Avonds 7.80 uur, Ds. G. B. Wastenburg, van Beverwijk. Leger des Heils (Spoorgracht 88). 's Morgens 10 uur, Heiligingsdienst. 's Namiddags 8.80 uur, Openluchtbijeen komst, Prins Hendriklaan. 's Avonds 8 uur, Heilssamenkomst Lichtbeeldenavond. Door de Geref. Zondagssohoolver. „Fi- lippus" was Woensdagavond in de Gerei Kerk alhier, een lichtbeeldenavond geor ganiseerd. In groot/en getale trokken de kinderen reeds om ver voor 7 uur naar de kerk, die om 7 uur geheel .gevuld was met pra tende, lachende en fevenimakende kinde ren. Voor de pauze werden Bijhelsche tafe- reelen uit het Oude en Nieuwe Testament vertoond. De platen waren mooi en duide lijk en zoo keurig gekleurd, dat de kin deren een uitroep van verwondering niet konden weerhouden. De heer H. J. Kraak vertelde met een kort woord de geschie denis bij ieder beeld en onder bijna dood- sohe stilte luisterden de kinderen toe. Na de pauze verhaalde de heer L. Bras ser de geschiedenis van: „de kelne vod denraapster", die in spanning door de kinderen werd gevolgd, en niet één en kele maal moest het verhaal onderbroken worden door rumoerigheid. Zelfs de Un. deren achter ln de kerk konden de ge schiedenis geheel volgen, en dat, waar ar 700 kinderen van 614 jaar waren. In de pauze werden, ter afwisseling, eenige liederen door een dameskoortje gezongen, terwijl de kinderen zelf eenige versjes, die ze voor dezen avond geleerd hadden, ten gehoore braohten. iDeze avond is voor de Zondagsschool een suooes geweest Dr. G. Winkler, districts-tuberculosearts. Met afwijking van vroegere bepalingen kunnen patiënten alleen met voorkennis van hun huisarts onder controle worden ge nomen. Het consultatiebureau blijft geves tigd Kerkgracht X2, terwijl de leider zit ting houdt eiken Woensdag van 122 uur. Ned. Vereeniging van Huisvrouwen. Voor de afdeeling Helder van bovenge noemde Vereeniging demonstreerde Don derdagmiddag en -avond de heer Capelle, vertegenwoordiger van de bekende firma Talens te Apeldoorn, het batikken en de daarmede aanverwante technieken van het schabloneeren van stoffen. De belangstel ling was des middags buitengewoon groot; de vele dames, die aanwezig waren, hebben met belangstelling de lezing gevolgd. De bedoeling was deze techniek, die met uiterst eenvoudige middelen is toe te passen, en die weinig kostbaar is, wat meer bekend te maken bij de huisvrouwen. Velen kennen het batikwerk, dat in Indië en Japan en China veel wordt toegepast, maar de tech niek ervan kent meil niet. Toch is die zeer eenvoudig en bestaat zij hierin, dat men met behulp van was, op geweven stoffen patro nen teekent, waarna men de stof verft. Aldus* krijgt men de aardige teekeningen, en om het zoogenaamde craquelé, of het marmer aanzien te krijgen, heeft men weer een ander middeltje, dat ook in zijn toepas sing zeer eenvoudig is. Men moet natuur lijk op de stof zelf een ontwerp-teekening maken, maar ook hiervoor zijn patronen in den handel. Zelfs zij, die niet teekenen kunnen, kunnen toch in weinig tijds het batikken leeren. Het westersche wel te ver staan, want de kunst der Javanen is ietwat ingewikkelder. Deze leggen de stof, na pre pareering, in een verf bad; bij de in den handel zijnde fleschjes met speciaal-beTeide batik-verven is dat niet noodig, men brengt die er met een zacht penseeltje eenvoudig op. De waslijn zorgt ervoor, dat dat ge deelte, dat uitgespaard moet worden, met bedekt wordt met verf, en de verf zelf is van dien aard, dat zij over het gedeelte, dat wel gekleurd moet worden, Uitvloeit. Be halve de verf, die zeer goedkoop is en een paar penseeltjes, moet men een plank heb ben om de stof op te spannen en een spuitje de Javanen noemen het tjanting «dat dienen moet om de vloeibare was op de stof te brengen. Verder nog een paar kleine in- het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 13