3 Tweede Blad BINNENLAND GEMENGD NIEUWS VAN ZATERDAG 10 0CT0BER 1925. De salarisregellng van bet rijkspersoneel. Spoedvergadering van het Co mité ter behartiging van de alge meens belangen van overheids personeel Donderdag is het A.O.O.P. in spoed vergadering te Amsterdam bijeengeko men, ter bespreking van den brief, wel ken de regeering heeft gerioht tot de Cen trale oommissie voor georganiseerd over leg in ambtenarenzaken en van het ant woord op de vragen van het Kamerlid J. ter Laan, uit welken brief en uit welk antwoord blijkt, dat de regeering er ge heel onverwachts van heeft afgezien, een nooduitkeering aan het rijkspersoneel te verstrekken en nu in de plaats daarvan de voorkeur geeft aan een herziening van het Bezoldigingsbesluit-1926 met terug werkende kracht tot 1 Januari 1925. Ter vergadering van het A.C.O.P. werd er aan herinnerd, dat reeds van Maart de zes jaars af besprekingen over een nood uitkeering tussohen de regeering en de organisatiebesturen gaande zijn, waarom trent in officieele persberuchten der Cen trale oommissie mededeelingen zijn ge daan, welke aan geen twijfel onderhevig zijn. Het A.O.O.P. kan zich bij den gang van zaken dan ook niet neerleggen en besloot daarom een brief te richten tot den voor zitter der Centrale commissie houdende verzoek, nü het blijkbaar in het voorne men ligt de Centrale commissie spoedig bijeen te doen komen, in de gelegenheid te mogen worden gesteld van de regee- ringsdelegatie te vernemen, waaraan deze plotselinge koersverandering der regee ring moet worden toegeschreven en waar om de organisatiebesturen zoo lang in den waan zijn gelaten, dat er een nooduitkee ring zou worden verstrekt Ook werd besloten de soa-dem. Kamer fractie te verzoeken, op korten termijn een bespreking over de thans geschapen situatie met een vertegenwoordiging van het A.O.C.P. te doen plaats hebben. In de 12 October te houden groote open bare vergadering te Amsterdam, zal de ■tand van zaken uitvoerig worden uit eengezet De verder-te voeren actie werd in groo te lijnen vastgesteld. Het bestuur der Vereeniging van amb tenaren bij de Rijksverzekeringsbank heeft gisteren in zijn vergadering de af wijzende houding der regeering in zake de toekenning van een duurtebijslag aan het rijkspersoneel, (besproken, waardoor groote ontstemming ls ontstaan, ook on der het personeel der Rijksverzekerings bank. Het bestuur besloot zich tot de Centrale van Vereenigingen van personeel in '■rijksdienst te wenden met het verzodk al het mogelijke te doen om alsnog tot verwezenlijking van de door de regeering gedane toezeggingen te geraken. De extra-uitkeerlng aan het RQks- personeeL Men schrijft aan het Hbl: Er zijn den laatsten tijd zooveel be richten verschenen over de voorgenomen extra uitkeering aan het rijkspersoneel dat het gewenscht voorkomt even in het kort het verloop van deze geschiedenis weer te geven. Toen in de eerste maanden van 1925 de middelen zoo ruim bleken te vloeien, dat voor dit jaar een overschot op den dienst was te wachten, heeft minister Oo- Ujn dit was vóór de verkiezingen kenbaar gemaakt bereid te zijn de amb tenaren voor 1925 financieel tegemoet te komen. Blijkens de Millioenennota-1926 was de minister tevens voornemens om voor 1926 8 millloen te vragen voor her ziening van het Bezoldigingsbesluit 1926, daarmede dus gevolg gevend aan het reeds veel vroeger aangekondigde plan om hier en daar de plooien glad te strij ken. Wat nu de tegemoetkoming over 1925 betreft, eerst na de verkiezingen zou de minister er zich over uitlaten op welke wijze dit kon geschieden. In de laatstgehouden vergadering van den Central© Commissie van Georg. Over leg in Ambtenaarszaken dan bleek, dat over 1925 de minister bereid was 8 mil- lioen terug te geven aan de ambtenaren in verband met hun blijkbaar te sterke vermindering van salaris. Omtrent de wijze van verdeeling werd het advies ge vraagd van bedoelde oommissie. Omge slagen, zou het beschikbaar gestelde be drag nauwelijks voldoende zijn voor een uitkeering van 2 van het salaris. De commissie was dan ook eenstemmig van oordeel, om aan den minister te advisee- ren aan de ambtenaren een tegemoetko ming toe te kennen van 4 5 van het jaarsalaris met een minimum van 75 l f 100. Blijkens het antwoord van den minister zouden, door dit advies te volgen, on rechtvaardigheden worden begaan, daar over 1925 de bezoldiging van verschillen de ambtenaren verhooging had onder gaan. De minister was echter bereid om een gelijk bedrag als voor 1926 is beschik baar gesteld voor het „gladstrijken ook beschikbaar te stellen voor 1925 ter ver deeling op gelijke basis als zal geschie den voor 1926. Aan de herziening van het Bezoldigingsbesluit zou dus als het ware een terugwerkende kracht worden ver leend tot 1 Jan. 1925. Practisch komt het nu hierop neer, dat zij die gerekend hadden op een tegemoet koming in October of November 1925 van 1 maand, 14 dagen, 1 week, 5 dagen salaris extra, zullen moeten afwachten, of de schaal van bezoldiging, waarbij zij zijn ingedeeld, voor 1926 ver hooging zal ondergaan. Buitengesloten zouden in elk geval blijven de groepen, wier salaris 6000 of meer bedraagt; zulks in verband met art. 30a Bezoldigingsbesluit 1925. Maar nu heeft de minister toch ook weer toege zegd, dat dit art. 30a voor 1926 zou wor den ingetrokken. Zoodat men zich af vraagt, of de ambtenaren, wier bezoldi ging 6000 of meer bedraagt en die door de wijzigihg van het Bezoldigingsbesluit in 1926 in salaris worden verhoogd, deze verhooging ook zullen genieten met te rugwerkende kracht tot 1 Jan. 1925. Vast staat intusschen, dat de tegemoet koming, die in de ambtenaarsgezinnen het meest noodig was vóór het aanbre ken van den winter, nu ongetwijfeld te laat zal worden uitgekeerd, daar te voor zien is, dat de herziening van het Bezol digingsbesluit 1925 nog lang op zich zal laten wachten, wijl de behandeling thans pas plaats heeft in de sub-commissie. Wijziging belastingstelsel Ingediend is een wetsontwerp, houden de naderende voorzieningen, ten aanzien van de Vermogensbelasting, de Verdedi- gings-belasting I, en de Inkomsten-belas ting. Het aangeboden wetsontwerp heeft tweeërlei doel Vooreerst beoogt het de heffing van de Vermogensbelasting en van de Verdedigingsbelasting I op te dra gen aan het dienstvak der directe belas tingen, in de plaats van, zooals tot dusver, aan dat der registratie. En vervolgens zijn er in belichaamd eenige wijzigingen in de wet op de Inkomstenbelasting, die zonder aan de beginselen van die belas ting te raken, de heffing er van zullen vereenvoudigen. Als de eerste wijziging, die naar de meening van den minister moet tot stand worden gebracht, komt In aanmerking de opdracht van de heffing der vermogens belasting en van de. daarmede nauw ver wante Verdedigingsbelasting I aan het dienstvak der direotebelastingen. Dat de toepassing van die belasting met die van de inkomstenbelasting in één hand wordt gelegd, is voor het behoorlijk betrachten van zuinigheid noodzakelijk. De wijzigingen, die beoogen de heffing der inkomstenbelasting te vereenvoudi gen, houden oan. in, opheffing van de commissiën van aanslag, en inkrimping van de taak der schattingscommissie. Voorts wordt een strafrechterlijke re pressie voorgesteld tegen het niet invul len van de aanslagbiljeten, dat veelvuldig voorkomt. Voorgesteld wordt een maxi mum geldboete van 1000. De crisis ln de mijnen. Donderdag vergaderden te Heerlen de vijf mijnwerkersorganisaties gezamenlijk. Tot overeenstemming zijn zij evenwel niet gekomen, daar de Christelijke en Neutrale bonden van oordeel waren, dat concessies gedaan moeten worden ten aanzien van den werktijd. Daarna had een vergadering plaats van de Contact Com missie. De vertegenwoordigers van de vakorga nisaties gaven te kennen, dat zij, mede in verband met verschillende berichten in de nieuwsbladen, het voorstel der werk gevers om de arbeidsloonen met 5 te verlagen, als teruggenomen meenden te mogen beschouwen. Er bleef dus alleen over het voorstel tot invoering van den acht-uren-dienst op Zaterdag, zooals dit in de vorige vergadering door de direc ties was geformuleerd. Tegen dit voorstel werden door de afgevaardigden van de bonden verschillende bezwaren aange voerd, welke van de zijde der directies bestreden werden. Intusschen bleken de twee grootste or ganisaties, de Christelijke en de Nederl. Mijnwerkers Bond, haar standpunt in deze aangelegenheid nog niet definitief te hebben bepaald. Door de directies werd de aandacht er op gevestigd, dat zij, zooals bereid geble- wachting van de tot standkoming van de definitieve regeling, den radio-omroep in Nederland te kunnen uitvoeren. Ter aanvulling op technisch gebied is aan de oommissie ter beschikking gesteld een afzonderlijke oqpunissie van bijstand. Het 20-jarig bestaan van het NederlandBch Verbond van Vakvereenlglngen. Het Nederlandsch Verbond van Vak- vereenigingen herdenkt op 1 Januari 1926 zijn 20-jarig bestaan en heeft in verband daarmede besloten, een boek uit te geven over de geschiedenis der Neder- landsche zelfstandige vakbeweging. Jan Oudegeest, de tegenwoordige secre taris van het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen en voorheen jarenlang leider van het N. V. V., verklaarde zich op verzoek bereid, de bewerking van dit boek ter hand te nemen. Het eerste deel, omvattende 500 pagi na's, is reeds gereed en zal op 1 Jan. 1926 het licht zien. Conferentie Intern. Vakverbond en Soc. Arbeiders Internationale. Donderdagochtend is in het bureau van het Intern. Vakverbond te Amsterdam een conferentie gehouden tussohen de bestu ren van het I. V. V. en de Socialistische Arbeiders-Internationale. Aanwezig wa ren Adler, secretaris van de S. A. I.; De Brouckère (België); Tom Shaw (Enge land); Cramp (idem); Jouhaux (Frank rijk); Mertens (België); Leipart (Duitsch- land); Brauley (Engeland); verder de drie secretarissen van het L V. V.: Oudegeest, Sassenbach en Brown. Ter sprake kwamen hoofdzakelijk de resoluties, aangenomen cc het internatio naal socialistisch congres te Marseille, speciaal die, betrekking hebbend op de werkloosheid, de emigratie en den acht- urendag. Over deze drie vraagstukken werden aldus het Volk belangrijke besluiten genomen. Terzake van den 8-urendag werd beslo ten binnen den korst tmogelijken tijd door een Internationale campagne alle krachten te concentreeren op den strijd voor de bekrachtiging van de overeen komst van Washington over den acht- urendag. Het beginsel van den bdycot te gen landen, die deze overeenkomst wei geren te bekraohtigen, zal in zijn conse quenties nader worden onderzocht door een gemeenschappelijke vergadering van het L V. V. en de 8. A. I, Voorts zal het bestuur van het I. V. V. in het voorjaar 1926 een economische con ferentie bijeenroepen, waarop het vraag stuk van de werkloosheid opnieuw aan de orde zal worden gesteld in verband met den economischen toestand, aan wel ke oonferentie eveneens de 8. A. I. zal deelnemen. Genoemde economische oon; ferentie zal waarschijnlijk gehouden wor den te Genève vóór het begin van de In ternationale Arbeidsconferentie aldaar. Inzake de kwestie van de emigratie, waarover het L V. V. reeds een uitvoe rig rapport heeft uitgebracht, zal in De cember van dit jaar een speciale commis sie uit zes leden van het L V. V. en de 8. A. I. bijeenkomen en in aansluiting op het besluit van de oonferentie van Praag (September 1924) zal het volgend voor jaar over dit onderwerp eveneens een af zonderlijke oonferentie worden gehou den. Ten slotte is op voorstel van Jouhaux besloten, een protestresolutie op te stel len „tegen de uitspattingen van het fas cistisch schrikbewind". Staking op de werf van P. Smit te Rotterdam. Donderdagmorgen brak op de werf van Piet Smit Jr., een staking uit, die in den namiddag nog is uitgebreid. Verschillen de arbeiders, die 's morgens nog hadden doorgewerkt, sloten zich des middags bij de stakers aan. Naar van werknemerszijde wordt mede gedeeld, zijq thans pl.m. 200 van de 1200 arbeiders nog aan het werk. De draaiers en bankwerkers zijn nog aan den arbeid. Wetboek van Strafvordering. „De Res.b." zegt uit de meest bevoegde bron te vernemen, dat 1 Januari het Wetboek van Stravordering in werking ken was, bij het onderhoud, dat de voor- treedt. De voorbereiding der invoering is zitters der vakbonden óp 8 October 1L met den Minister van Waterstaat hadden, de loonsverlaging van 5 alleen wenschen prijs te geven onder het nadrukkelijk voorbehoud, dat de bonden hunnerzijds dan ook de wijziging van den Zaterdag- schen dienst aanvaarden. Wordt deze voorwaarde niet aangeno- nomen, dan blijft dus het voorstel tot loonsvermindering gehandhaafd. Bij de verdere besprekingen wezen de vertegenwoordigers van de bonden er op, dat de wijziging van den arbeidsduur op Zaterdag voor hun organisaties meer aan nemelijk zou worden, wanneer daar te genover staat, dat door de directies aan sommige wenschen van de bonden met betrekking tot de collectieve arbeidsover eenkomst kan worden tegemoetgekomen. De directies verklaarden zich bereid, zich aanstonds met het onderzoek van deze wenschen bezig te houden, waarb:, zij evenwel op den voorgrond stelden, da' elke verandering, welke financiëele lasten op het bedrijf legt, in de tegenwoordige omstandigheden moet worden afgewe zen. De commissie van advies voor den natlonalen radio-omroep. De minister van waterstaat heeft inge steld een commissie met de opdracht: a. de vraag te overwegen, welke taak de Staat ten aanzien van den radio-om roep (broadcasting) heeft te vervullen; b. ter volledige regeling van het broad- castiugvraagstuk, voorzoover de Staat daarbij betrokken is, de regeering van advies te dienen en ter zake voorstellen te doen; o. de tijdelijke maatregelen aan te ge- in vollen gang en op eenige uitvoerings besluiten na gereed. ven, welke noodig zullen EÜn QtQ, io BÜ*orustig konden gjj^ UIT DE PERS. De salarisregeling van het rijkspersoneel R.-K. ontevre denheid. De Residentiebode (r.-k.) schrijft naar aanleiding van den brief van den minis ter van financiën over de technische her ziening van de salarisbesluiten: De spoeling wordt n.1. hoe langer hoe dunner, omdat de groepen, die de drie millioen hebben te verdeelen weer met eenige duizenden ambtenaren (militair personeel en rijkswerklieden) worden uit gebreid en ieders portie dus weer kleiner wordt. Overigens blijkt ook nu duidelijk, dat het zgn. gladstrijken der .plooien geen an der karakter heeft dan een technische herziening van de salarisregeling wat natuurlijk niets gemeen heeft met een al- gemeene verbetering der salarissen of een uitkeering ineens. Terwijl, wanneer we niet geheel ver keerd zijn ingelicht, daaromtrent zeer duidelijke toezeggingen zijn gedaan door den kabinetsformateur" bij de besprekin gen, dezen zomer gehouden met de recht- sche fracties, alvorens tot de formeering van het huidige kabinet werd overge gaan. Het zal oi. gewensoht zijn, dat hierom trent een nadere duidelijke verklaring wordt gegeven, ook al omdat anders de gevolgen van dit optreden, wanneer hier de regeering voet bij stuk mocht houden, ook uit een politiek oogpunt vel eens AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. Onze grachten. De kraaien ln de ril- De Olympische Spelen. Commissie-hartstocht Ik bad het de vorige keer over com promissen. Compromissen, in verband met onze klassieke Hollandsche molen, die het van de windkracht moet hebben en met de motor en de electriciteit En ik stak min of meer den gek met hen, die, uit van de studeerkamer Btammende ge- moedsverteedering, zoeken naar een sa- menklutsen van de lustig draaiende vier wieken en de zoemende motor. Ik moet het dezen keer even hebben over een compromis, voorgesteld in ver band met onze grachten. En dat is moei lijk, want al voelt men nog zoo voor het schoon van den molen als hoofd stedeling valt dit in het niet bij hetgeen men voelt voor „de grachten". Die grach ten zijn inderdaad een stuk van ons leven. Wij snellen wel langs hen, per tram, in taxes, op de flets, of in draf op de trot toirs van Leidsche-, Utrechtsche- en Vij zelstraat, maar zij blijven met hun rustig, zekere, kalm-deftige rondingen toch altijd in ons „onbewust zijn" als schragende basis aanwezig. Zij zijn als een celtoon te midden van een in schelle en disso nantklanken op-schallend orkest. Zij geven een ondergrond van statigheid en ver trouwen aan ons schichtig en wankel bewustzijn van modernen stedeling. Zij zijn een van de grondtonen, waarop de symphonie van deze groeiende wereld stad zich op- en uitbouwt. „Amsterdam zou Amsterdam niet zijn zonder haar grachten," dat zeggen we bij ons zelf en.... we vergeten, dat, met het zingen van een zoo voor de hand liggend refrein, de eerbied voor het lied zelf wel eensin slaap wordt gewiegd., Dat lied tooh is: de groei en ontwikkeling van den moder nen „groszstadt", die Amsterdam is, een groei en ontwikkeling, die boven onze persoonlijke behoeften aan picturaliteit, aan aesthetische effecten uitgaat. Het is wel merkwaardig, dat juist een onzer meest vooraanstaande architecten kunstenaars,die met hun producten in plan-Zuid, plan-West, de Indische buurt gewoond hebben, deze groeitendenzen van het organisme, dat groote stad heet te wL'len en te kunnen eerbiedigen on langs, blijkens een publicatie in het vak tijdschrift „architectura" ls opgekomen voor een.... gracht-comprois..-. Hij begint met een dithyrambe over onze grachten, waarmee we het allen van harte eens kunnen zijn. Maar ook hij laat zich dan, zooals zoovelen, verleiden tot een kramp achtig vasthouden van de „schoonheid", ten koste van „het leven". Kijk eens, zegt hij, die grachten, die wij, artisten en schoonheidsgevoeligen, voor alles wil len behouden, omdat wij in hen de stad, die wij lief hebben, gesymboliseerd vin* den, liegen daar op het oogenblik niet meer als practische „gebruiksvoorwer pen", maar bijna uitsluitend als in bet ractische leven nuttelooze „versiering", aardoor loopen zij groot gevaar binnen korten of langer tijd te verdwijnen. Of men dempt ze, ten einde er breede, ge- asphalteerde boulevards van te maken of men gaat ze „ondermijnen" met tunnels van een „ondergrond (dit plan werd inderdaad reeds geopperd), wat op den duur ook tot hun zeker verval moet lei den. Tracht ze daarna, aldus dezen mo dernen bouwkunstenaar, weer in het practische, moderne leven in te voeren; zoek m. a. w. een compromis, dat het oude terrein van de trekschuit en de beurtschipper toegankelijk maakt voor het moderne verkeer en het moderne handelsleven. Laat in onze grachten snel varende, om de paar minuten heen en weer schietende motorbooten als tram en auto overbodig makende verkeersmidde len optredenlaat overal watertaxi's ge- stationneerd worden, opdat het water, dat daar nu nog alleen als het oude schoon van het verleden spiegelende factor onder de boomen lag te drooiqen. ook wordt opgenomen in het bruisende, snel-voor- uitschietende leven van dezen tijd. Wat uit werkelijke liefde bedreven wordt,is nooit onbelangrijk, is nooit „gek"-zonder-meer. Maar het „aanknoo- pingspunt" van de liefde kan wel eens wat terzijde van „het" punt liggen. „Het" punt is, wat men ook er tegen moge zeggen de moderne architectuur zoo als die in plan-Zuid en zich aan het verwerkelijken is. En het is vreemd dat juist een man als Wijadveld, want dit is de boven- P1 D Uit den mast gevallen. Bij het oefenen op het opleidingsschip der marine, Nautilus te Gorinehem, ia Donderdag de matroos A. K. uit den mast gevallen ter hoogte van 12 meter. De on gelukkige viel door het dek heen, heeft ernstige hoofdwonden bekomen en het neusbeen gebroken. Zijn toestand is zor gelijk. Ontvluchting van een gegijzelde. Het gerechtshof te Amsterdam behan delde Donderdag in hooger beroep de zaak tegen den koopman W. de V. en zijn zoon J. de V., die door de Vierde Kamer der rechtbank resp. wegens wederspan- nigheid, lichamelijk letsel ten gevolge hebbend, en hulpverleening bij zelfbevrij ding, tot straffen van 8 maanden en 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld waren. Den 12den Mei j.L stond de zoon met een auto bij het Huis van Bewaring, toen de vader van daar naar den president van de rechtbank vervoerd zou worden om gehoord te worden, ter zake van een door hem ingediend verzoekschrift tegen de gijzeling, waarin hij zich bevond. De koopman sprong in den auto, die, be stuurd door zijn zoon, er van door ging. Een veldwachter kon nog juist op de treeplank springen, maar werd er door bedoelde moderne architect, die aan den anderen kant juist inxde voorste rijen staat van het nieuwe bouwkunstige leven een dergelijke misplaatstheid van zijn liefde voor de hoofdstad propageert. Misplaatst waren ook, hoe langer hoe meer, de kraaien die met de naar hen genoemde knip ter Watergraafsmeer togen. En niet alleen deze eerzame be zorgers van begrafenissen, maar ook de overige Amsterdammers als zij op een wagen van de autobus „A" stonden te wachten en elkander in zenuwachtig on geduld verdrongen. Men heeft nu on langs van gemeentewege een poging ge daan om de misplaatstheid van genoemde passagiers tot een wat behoorlijker „ge plaatstheid" om te vormen. Daartoe heeft men aan de paal van het electrisch lioht bij de halteplaats een kastje doen aan brengen waaruit men, in afwachting van de motorische knip, een volgnummertje kan trekken. Of het helpen zal is de vraag. Het ls een proefneming; blijkt het, dat door middel van deze „ik-ben- voor" en „na-U" bewijsjes de pu blieke beleefdheid inderdaad op een hooger peil komt, dan zal men het systeem ook bij andere plaatsen gaan toepassen. Erg veel vertrouwen hebben wij er vooralsnog niet in; wordt een „queu" niet vanzelf, uit spontanePwelvoegelijk- heid door het publiek gevormd, dan hel pen papieren lapmiddeltjes als deze „papieren briefjes" tooh meestal niet veel Overigens ontkomt men in dezen ook niet aan het gevoel dat deze volgnum- mertjes-inrichting eigenlijk niet veel an ders vertegenwoordigen dan-de splin ter in het oog van den naaste (d.1. hier het publiek) waar de „balk" in het oog van den man zelf (d.1. hier de Gemeente) allereerst om verwijdering vraagt Als de kraaien-knip-dienst wat beter en ge regeld functioneert sal men waarschijn lijk van de thans heersohende „misplaatst heid" van de eindeloos wachtende passa giers wel verlost zijn Misplaats blijkt tenslotte ook ons Stadion te zijn. Dat is gebleken ter gelegenheid van de laatstgehouden vergadering van het Olympisch Comité. In die bijeenkomst is namelijk komen vast te staan dat ons sportpark aan den Amstelveenschen weg niet de eer zal genieten in 1928 de in ternationale sport-matadors te herbergen. Aanvankelijk had men het plan het stadion uit te breiden en te verbouwen voor de groote gebeurtenis van over drie jaar. I}e gemeente heeft nu echter aan het Comité bericht, dat zij niet ongenegen is aan den bouw van een geheel nieuw sportpark mee te werken, temeer waar zij vanwege de stads-uitbreiding de gronden van het tegenwoordige binnen afzienbaren tijd sal moeten opeischen. Aan den eenen kant is dit verheugend: van het lapwerk dat een gedeeltelijke vervorming en uitbreiding van de be staande arena toch altijd zou blijven komt men op deze manier af. Maar aan den anderen kant is dezen gang van zaken voor hen die weten welk een moeite de oprichting en instandhouding van het tegenwoordig Stadion gekost heeft, wel een typisch staaltje van „Hol- land-op-z'n smalst". Men heeft, daar komt het dan op neer, een inrichting tot stand gebracht om haar na luttele jaren weer af te breken. Er was trouwens in deze laatste Olym pisch Comité-vergadering nog iets speci fiek smal-Hollandsch I Het smalle na melijk onzer onuitroeibare vaderlandsche „Commissie"-hartstocht. Allerlei com missies werden ingesteld. Commissies van toezicht op het „officieel orgaan"; een sub-commissie voor een ander offi cieel orgaan, enz. Een Mussolini in de politiek moge niet onverdeeld te appricieeren vallen, op sportgebied zien we, waar het de orga nisatie betreft, liever een flksche dicta tor die de teugels strak in de hand houdt dan idem-veel Commissies, die, volgens het oude rijmpje „een glas drinken", éen doen", en de zaak intusschen niet veel verder brengen den vader af gewerkt, zoodat hfj gewond en bloedend op den weg terechtkwam. De advocaat-generaal vroeg vernieti ging van het vonnis der rechtbank en veroordeeling van den vader tot 2 jaar en den zoon tot acht maanden gevangenis straf. De verdedigers pleitten vrijspraak, subs. clementie. 60 K.M. snelheid zonder werkende remmen. Voor de Rechtbank te Arnhem stond heden terecht de 28-jarige chauffeur G. van E., te Veenendaal, die op den 12en Juni aldaar op een motorrijwiel heeft ge- den, waarvan noch de voet-, noch de handremmen werkten, met het gevolg dat een drietal meisjes aangereden werd. Beklaagde reed met een snelheid van on geveer 60 kilometer een scherpe bocht over den overweg om, kon niet voldoen de uithalen en reed pardoes tegen drie meisjes, die bij een hek met elkander stonden te praten. Twee van hen geraak ten bekneld en beiden braken een been. Verschillende getuigen verklaarden dat van E. met een dolzinnige vaart reed. Een monteur te Veenendaal, die het mo torrijwiel onderzocht had, deelde mede dat de remmen versleten en niet voldoen de bijgesteld waren. Van de twee verwonde meisjes, die eveneens als getuige gehoord werden, kon één nauwelijks loopen; zij kwam de recht zaal lnstroxnpelen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 5