3
Tweede Blad
BINNENLAND
GEMENGD NIEUWS
VAN ZATERDAG 10 0CT0BER 1925.
De salarisregellng van bet
rijkspersoneel.
Spoedvergadering van het Co
mité ter behartiging van de alge
meens belangen van overheids
personeel
Donderdag is het A.O.O.P. in spoed
vergadering te Amsterdam bijeengeko
men, ter bespreking van den brief, wel
ken de regeering heeft gerioht tot de Cen
trale oommissie voor georganiseerd over
leg in ambtenarenzaken en van het ant
woord op de vragen van het Kamerlid J.
ter Laan, uit welken brief en uit welk
antwoord blijkt, dat de regeering er ge
heel onverwachts van heeft afgezien, een
nooduitkeering aan het rijkspersoneel te
verstrekken en nu in de plaats daarvan
de voorkeur geeft aan een herziening van
het Bezoldigingsbesluit-1926 met terug
werkende kracht tot 1 Januari 1925.
Ter vergadering van het A.C.O.P. werd
er aan herinnerd, dat reeds van Maart de
zes jaars af besprekingen over een nood
uitkeering tussohen de regeering en de
organisatiebesturen gaande zijn, waarom
trent in officieele persberuchten der Cen
trale oommissie mededeelingen zijn ge
daan, welke aan geen twijfel onderhevig
zijn.
Het A.O.O.P. kan zich bij den gang van
zaken dan ook niet neerleggen en besloot
daarom een brief te richten tot den voor
zitter der Centrale commissie houdende
verzoek, nü het blijkbaar in het voorne
men ligt de Centrale commissie spoedig
bijeen te doen komen, in de gelegenheid
te mogen worden gesteld van de regee-
ringsdelegatie te vernemen, waaraan deze
plotselinge koersverandering der regee
ring moet worden toegeschreven en waar
om de organisatiebesturen zoo lang in den
waan zijn gelaten, dat er een nooduitkee
ring zou worden verstrekt
Ook werd besloten de soa-dem. Kamer
fractie te verzoeken, op korten termijn
een bespreking over de thans geschapen
situatie met een vertegenwoordiging van
het A.O.C.P. te doen plaats hebben.
In de 12 October te houden groote open
bare vergadering te Amsterdam, zal de
■tand van zaken uitvoerig worden uit
eengezet
De verder-te voeren actie werd in groo
te lijnen vastgesteld.
Het bestuur der Vereeniging van amb
tenaren bij de Rijksverzekeringsbank
heeft gisteren in zijn vergadering de af
wijzende houding der regeering in zake
de toekenning van een duurtebijslag aan
het rijkspersoneel, (besproken, waardoor
groote ontstemming ls ontstaan, ook on
der het personeel der Rijksverzekerings
bank.
Het bestuur besloot zich tot de Centrale
van Vereenigingen van personeel in
'■rijksdienst te wenden met het verzodk
al het mogelijke te doen om alsnog tot
verwezenlijking van de door de regeering
gedane toezeggingen te geraken.
De extra-uitkeerlng aan het RQks-
personeeL
Men schrijft aan het Hbl:
Er zijn den laatsten tijd zooveel be
richten verschenen over de voorgenomen
extra uitkeering aan het rijkspersoneel
dat het gewenscht voorkomt even in het
kort het verloop van deze geschiedenis
weer te geven.
Toen in de eerste maanden van 1925
de middelen zoo ruim bleken te vloeien,
dat voor dit jaar een overschot op den
dienst was te wachten, heeft minister Oo-
Ujn dit was vóór de verkiezingen
kenbaar gemaakt bereid te zijn de amb
tenaren voor 1925 financieel tegemoet te
komen. Blijkens de Millioenennota-1926
was de minister tevens voornemens om
voor 1926 8 millloen te vragen voor her
ziening van het Bezoldigingsbesluit 1926,
daarmede dus gevolg gevend aan het
reeds veel vroeger aangekondigde plan
om hier en daar de plooien glad te strij
ken.
Wat nu de tegemoetkoming over 1925
betreft, eerst na de verkiezingen zou de
minister er zich over uitlaten op welke
wijze dit kon geschieden.
In de laatstgehouden vergadering van
den Central© Commissie van Georg. Over
leg in Ambtenaarszaken dan bleek, dat
over 1925 de minister bereid was 8 mil-
lioen terug te geven aan de ambtenaren
in verband met hun blijkbaar te sterke
vermindering van salaris. Omtrent de
wijze van verdeeling werd het advies ge
vraagd van bedoelde oommissie. Omge
slagen, zou het beschikbaar gestelde be
drag nauwelijks voldoende zijn voor een
uitkeering van 2 van het salaris. De
commissie was dan ook eenstemmig van
oordeel, om aan den minister te advisee-
ren aan de ambtenaren een tegemoetko
ming toe te kennen van 4 5 van het
jaarsalaris met een minimum van 75
l f 100.
Blijkens het antwoord van den minister
zouden, door dit advies te volgen, on
rechtvaardigheden worden begaan, daar
over 1925 de bezoldiging van verschillen
de ambtenaren verhooging had onder
gaan. De minister was echter bereid om
een gelijk bedrag als voor 1926 is beschik
baar gesteld voor het „gladstrijken ook
beschikbaar te stellen voor 1925 ter ver
deeling op gelijke basis als zal geschie
den voor 1926. Aan de herziening van het
Bezoldigingsbesluit zou dus als het ware
een terugwerkende kracht worden ver
leend tot 1 Jan. 1925.
Practisch komt het nu hierop neer, dat
zij die gerekend hadden op een tegemoet
koming in October of November 1925 van
1 maand, 14 dagen, 1 week,
5 dagen salaris extra, zullen moeten
afwachten, of de schaal van bezoldiging,
waarbij zij zijn ingedeeld, voor 1926 ver
hooging zal ondergaan.
Buitengesloten zouden in elk geval
blijven de groepen, wier salaris 6000 of
meer bedraagt; zulks in verband met art.
30a Bezoldigingsbesluit 1925. Maar nu
heeft de minister toch ook weer toege
zegd, dat dit art. 30a voor 1926 zou wor
den ingetrokken. Zoodat men zich af
vraagt, of de ambtenaren, wier bezoldi
ging 6000 of meer bedraagt en die door
de wijzigihg van het Bezoldigingsbesluit
in 1926 in salaris worden verhoogd, deze
verhooging ook zullen genieten met te
rugwerkende kracht tot 1 Jan. 1925.
Vast staat intusschen, dat de tegemoet
koming, die in de ambtenaarsgezinnen
het meest noodig was vóór het aanbre
ken van den winter, nu ongetwijfeld te
laat zal worden uitgekeerd, daar te voor
zien is, dat de herziening van het Bezol
digingsbesluit 1925 nog lang op zich zal
laten wachten, wijl de behandeling thans
pas plaats heeft in de sub-commissie.
Wijziging belastingstelsel
Ingediend is een wetsontwerp, houden
de naderende voorzieningen, ten aanzien
van de Vermogensbelasting, de Verdedi-
gings-belasting I, en de Inkomsten-belas
ting.
Het aangeboden wetsontwerp heeft
tweeërlei doel Vooreerst beoogt het de
heffing van de Vermogensbelasting en
van de Verdedigingsbelasting I op te dra
gen aan het dienstvak der directe belas
tingen, in de plaats van, zooals tot dusver,
aan dat der registratie. En vervolgens
zijn er in belichaamd eenige wijzigingen
in de wet op de Inkomstenbelasting, die
zonder aan de beginselen van die belas
ting te raken, de heffing er van zullen
vereenvoudigen.
Als de eerste wijziging, die naar de
meening van den minister moet tot stand
worden gebracht, komt In aanmerking de
opdracht van de heffing der vermogens
belasting en van de. daarmede nauw ver
wante Verdedigingsbelasting I aan het
dienstvak der direotebelastingen.
Dat de toepassing van die belasting
met die van de inkomstenbelasting in één
hand wordt gelegd, is voor het behoorlijk
betrachten van zuinigheid noodzakelijk.
De wijzigingen, die beoogen de heffing
der inkomstenbelasting te vereenvoudi
gen, houden oan. in, opheffing van de
commissiën van aanslag, en inkrimping
van de taak der schattingscommissie.
Voorts wordt een strafrechterlijke re
pressie voorgesteld tegen het niet invul
len van de aanslagbiljeten, dat veelvuldig
voorkomt. Voorgesteld wordt een maxi
mum geldboete van 1000.
De crisis ln de mijnen.
Donderdag vergaderden te Heerlen de
vijf mijnwerkersorganisaties gezamenlijk.
Tot overeenstemming zijn zij evenwel
niet gekomen, daar de Christelijke en
Neutrale bonden van oordeel waren, dat
concessies gedaan moeten worden ten
aanzien van den werktijd. Daarna had een
vergadering plaats van de Contact Com
missie.
De vertegenwoordigers van de vakorga
nisaties gaven te kennen, dat zij, mede
in verband met verschillende berichten
in de nieuwsbladen, het voorstel der werk
gevers om de arbeidsloonen met 5 te
verlagen, als teruggenomen meenden te
mogen beschouwen. Er bleef dus alleen
over het voorstel tot invoering van den
acht-uren-dienst op Zaterdag, zooals dit
in de vorige vergadering door de direc
ties was geformuleerd. Tegen dit voorstel
werden door de afgevaardigden van de
bonden verschillende bezwaren aange
voerd, welke van de zijde der directies
bestreden werden.
Intusschen bleken de twee grootste or
ganisaties, de Christelijke en de Nederl.
Mijnwerkers Bond, haar standpunt in
deze aangelegenheid nog niet definitief te
hebben bepaald.
Door de directies werd de aandacht er
op gevestigd, dat zij, zooals bereid geble-
wachting van de tot standkoming van de
definitieve regeling, den radio-omroep in
Nederland te kunnen uitvoeren.
Ter aanvulling op technisch gebied is
aan de oommissie ter beschikking gesteld
een afzonderlijke oqpunissie van bijstand.
Het 20-jarig bestaan van het NederlandBch
Verbond van Vakvereenlglngen.
Het Nederlandsch Verbond van Vak-
vereenigingen herdenkt op 1 Januari
1926 zijn 20-jarig bestaan en heeft in
verband daarmede besloten, een boek uit
te geven over de geschiedenis der Neder-
landsche zelfstandige vakbeweging.
Jan Oudegeest, de tegenwoordige secre
taris van het Internationaal Verbond van
Vakvereenigingen en voorheen jarenlang
leider van het N. V. V., verklaarde zich
op verzoek bereid, de bewerking van dit
boek ter hand te nemen.
Het eerste deel, omvattende 500 pagi
na's, is reeds gereed en zal op 1 Jan.
1926 het licht zien.
Conferentie Intern. Vakverbond en
Soc. Arbeiders Internationale.
Donderdagochtend is in het bureau van
het Intern. Vakverbond te Amsterdam een
conferentie gehouden tussohen de bestu
ren van het I. V. V. en de Socialistische
Arbeiders-Internationale. Aanwezig wa
ren Adler, secretaris van de S. A. I.; De
Brouckère (België); Tom Shaw (Enge
land); Cramp (idem); Jouhaux (Frank
rijk); Mertens (België); Leipart (Duitsch-
land); Brauley (Engeland); verder de drie
secretarissen van het L V. V.: Oudegeest,
Sassenbach en Brown.
Ter sprake kwamen hoofdzakelijk de
resoluties, aangenomen cc het internatio
naal socialistisch congres te Marseille,
speciaal die, betrekking hebbend op de
werkloosheid, de emigratie en den acht-
urendag. Over deze drie vraagstukken
werden aldus het Volk belangrijke
besluiten genomen.
Terzake van den 8-urendag werd beslo
ten binnen den korst tmogelijken tijd
door een Internationale campagne alle
krachten te concentreeren op den strijd
voor de bekrachtiging van de overeen
komst van Washington over den acht-
urendag. Het beginsel van den bdycot te
gen landen, die deze overeenkomst wei
geren te bekraohtigen, zal in zijn conse
quenties nader worden onderzocht door
een gemeenschappelijke vergadering van
het L V. V. en de 8. A. I,
Voorts zal het bestuur van het I. V. V.
in het voorjaar 1926 een economische con
ferentie bijeenroepen, waarop het vraag
stuk van de werkloosheid opnieuw aan
de orde zal worden gesteld in verband
met den economischen toestand, aan wel
ke oonferentie eveneens de 8. A. I. zal
deelnemen. Genoemde economische oon;
ferentie zal waarschijnlijk gehouden wor
den te Genève vóór het begin van de In
ternationale Arbeidsconferentie aldaar.
Inzake de kwestie van de emigratie,
waarover het L V. V. reeds een uitvoe
rig rapport heeft uitgebracht, zal in De
cember van dit jaar een speciale commis
sie uit zes leden van het L V. V. en de
8. A. I. bijeenkomen en in aansluiting op
het besluit van de oonferentie van Praag
(September 1924) zal het volgend voor
jaar over dit onderwerp eveneens een af
zonderlijke oonferentie worden gehou
den.
Ten slotte is op voorstel van Jouhaux
besloten, een protestresolutie op te stel
len „tegen de uitspattingen van het fas
cistisch schrikbewind".
Staking op de werf van P. Smit
te Rotterdam.
Donderdagmorgen brak op de werf van
Piet Smit Jr., een staking uit, die in den
namiddag nog is uitgebreid. Verschillen
de arbeiders, die 's morgens nog hadden
doorgewerkt, sloten zich des middags bij
de stakers aan.
Naar van werknemerszijde wordt mede
gedeeld, zijq thans pl.m. 200 van de 1200
arbeiders nog aan het werk. De draaiers
en bankwerkers zijn nog aan den arbeid.
Wetboek van Strafvordering.
„De Res.b." zegt uit de meest bevoegde
bron te vernemen, dat 1 Januari het
Wetboek van Stravordering in werking
ken was, bij het onderhoud, dat de voor- treedt. De voorbereiding der invoering is
zitters der vakbonden óp 8 October 1L met
den Minister van Waterstaat hadden, de
loonsverlaging van 5 alleen wenschen
prijs te geven onder het nadrukkelijk
voorbehoud, dat de bonden hunnerzijds
dan ook de wijziging van den Zaterdag-
schen dienst aanvaarden.
Wordt deze voorwaarde niet aangeno-
nomen, dan blijft dus het voorstel tot
loonsvermindering gehandhaafd.
Bij de verdere besprekingen wezen de
vertegenwoordigers van de bonden er op,
dat de wijziging van den arbeidsduur op
Zaterdag voor hun organisaties meer aan
nemelijk zou worden, wanneer daar te
genover staat, dat door de directies aan
sommige wenschen van de bonden met
betrekking tot de collectieve arbeidsover
eenkomst kan worden tegemoetgekomen.
De directies verklaarden zich bereid,
zich aanstonds met het onderzoek van
deze wenschen bezig te houden, waarb:,
zij evenwel op den voorgrond stelden, da'
elke verandering, welke financiëele lasten
op het bedrijf legt, in de tegenwoordige
omstandigheden moet worden afgewe
zen.
De commissie van advies voor den
natlonalen radio-omroep.
De minister van waterstaat heeft inge
steld een commissie met de opdracht:
a. de vraag te overwegen, welke taak
de Staat ten aanzien van den radio-om
roep (broadcasting) heeft te vervullen;
b. ter volledige regeling van het broad-
castiugvraagstuk, voorzoover de Staat
daarbij betrokken is, de regeering van
advies te dienen en ter zake voorstellen
te doen;
o. de tijdelijke maatregelen aan te ge-
in vollen gang en op eenige uitvoerings
besluiten na gereed.
ven, welke noodig zullen EÜn QtQ, io BÜ*orustig konden gjj^
UIT DE PERS.
De salarisregeling van het
rijkspersoneel R.-K. ontevre
denheid.
De Residentiebode (r.-k.) schrijft naar
aanleiding van den brief van den minis
ter van financiën over de technische her
ziening van de salarisbesluiten:
De spoeling wordt n.1. hoe langer hoe
dunner, omdat de groepen, die de drie
millioen hebben te verdeelen weer met
eenige duizenden ambtenaren (militair
personeel en rijkswerklieden) worden uit
gebreid en ieders portie dus weer kleiner
wordt.
Overigens blijkt ook nu duidelijk, dat
het zgn. gladstrijken der .plooien geen an
der karakter heeft dan een technische
herziening van de salarisregeling wat
natuurlijk niets gemeen heeft met een al-
gemeene verbetering der salarissen of
een uitkeering ineens.
Terwijl, wanneer we niet geheel ver
keerd zijn ingelicht, daaromtrent zeer
duidelijke toezeggingen zijn gedaan door
den kabinetsformateur" bij de besprekin
gen, dezen zomer gehouden met de recht-
sche fracties, alvorens tot de formeering
van het huidige kabinet werd overge
gaan.
Het zal oi. gewensoht zijn, dat hierom
trent een nadere duidelijke verklaring
wordt gegeven, ook al omdat anders de
gevolgen van dit optreden, wanneer hier
de regeering voet bij stuk mocht houden,
ook uit een politiek oogpunt vel eens
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Onze grachten. De kraaien ln de ril- De Olympische Spelen.
Commissie-hartstocht
Ik bad het de vorige keer over com
promissen. Compromissen, in verband met
onze klassieke Hollandsche molen, die
het van de windkracht moet hebben en
met de motor en de electriciteit En ik
stak min of meer den gek met hen, die,
uit van de studeerkamer Btammende ge-
moedsverteedering, zoeken naar een sa-
menklutsen van de lustig draaiende vier
wieken en de zoemende motor.
Ik moet het dezen keer even hebben
over een compromis, voorgesteld in ver
band met onze grachten. En dat is moei
lijk, want al voelt men nog zoo voor
het schoon van den molen als hoofd
stedeling valt dit in het niet bij hetgeen
men voelt voor „de grachten". Die grach
ten zijn inderdaad een stuk van ons leven.
Wij snellen wel langs hen, per tram, in
taxes, op de flets, of in draf op de trot
toirs van Leidsche-, Utrechtsche- en Vij
zelstraat, maar zij blijven met hun rustig,
zekere, kalm-deftige rondingen toch altijd
in ons „onbewust zijn" als schragende
basis aanwezig. Zij zijn als een celtoon
te midden van een in schelle en disso
nantklanken op-schallend orkest. Zij geven
een ondergrond van statigheid en ver
trouwen aan ons schichtig en wankel
bewustzijn van modernen stedeling. Zij
zijn een van de grondtonen, waarop de
symphonie van deze groeiende wereld
stad zich op- en uitbouwt. „Amsterdam
zou Amsterdam niet zijn zonder haar
grachten," dat zeggen we bij ons zelf
en.... we vergeten, dat, met het zingen
van een zoo voor de hand liggend refrein,
de eerbied voor het lied zelf wel eensin
slaap wordt gewiegd., Dat lied tooh is:
de groei en ontwikkeling van den moder
nen „groszstadt", die Amsterdam is, een
groei en ontwikkeling, die boven onze
persoonlijke behoeften aan picturaliteit,
aan aesthetische effecten uitgaat.
Het is wel merkwaardig, dat juist een
onzer meest vooraanstaande architecten
kunstenaars,die met hun producten
in plan-Zuid, plan-West, de Indische buurt
gewoond hebben, deze groeitendenzen van
het organisme, dat groote stad heet te
wL'len en te kunnen eerbiedigen on
langs, blijkens een publicatie in het vak
tijdschrift „architectura" ls opgekomen
voor een.... gracht-comprois..-. Hij begint
met een dithyrambe over onze grachten,
waarmee we het allen van harte eens
kunnen zijn. Maar ook hij laat zich dan,
zooals zoovelen, verleiden tot een kramp
achtig vasthouden van de „schoonheid",
ten koste van „het leven". Kijk eens,
zegt hij, die grachten, die wij, artisten
en schoonheidsgevoeligen, voor alles wil
len behouden, omdat wij in hen de stad,
die wij lief hebben, gesymboliseerd vin*
den, liegen daar op het oogenblik niet
meer als practische „gebruiksvoorwer
pen", maar bijna uitsluitend als in bet
ractische leven nuttelooze „versiering",
aardoor loopen zij groot gevaar binnen
korten of langer tijd te verdwijnen. Of
men dempt ze, ten einde er breede, ge-
asphalteerde boulevards van te maken of
men gaat ze „ondermijnen" met tunnels
van een „ondergrond (dit plan werd
inderdaad reeds geopperd), wat op den
duur ook tot hun zeker verval moet lei
den. Tracht ze daarna, aldus dezen mo
dernen bouwkunstenaar, weer in het
practische, moderne leven in te voeren;
zoek m. a. w. een compromis, dat het
oude terrein van de trekschuit en de
beurtschipper toegankelijk maakt voor
het moderne verkeer en het moderne
handelsleven. Laat in onze grachten snel
varende, om de paar minuten heen en
weer schietende motorbooten als tram en
auto overbodig makende verkeersmidde
len optredenlaat overal watertaxi's ge-
stationneerd worden, opdat het water, dat
daar nu nog alleen als het oude schoon
van het verleden spiegelende factor onder
de boomen lag te drooiqen. ook wordt
opgenomen in het bruisende, snel-voor-
uitschietende leven van dezen tijd.
Wat uit werkelijke liefde bedreven
wordt,is nooit onbelangrijk, is nooit
„gek"-zonder-meer. Maar het „aanknoo-
pingspunt" van de liefde kan wel eens
wat terzijde van „het" punt liggen. „Het"
punt is, wat men ook er tegen moge
zeggen de moderne architectuur zoo
als die in plan-Zuid en zich aan het
verwerkelijken is.
En het is vreemd dat juist een man
als Wijadveld, want dit is de boven-
P1
D
Uit den mast gevallen.
Bij het oefenen op het opleidingsschip
der marine, Nautilus te Gorinehem, ia
Donderdag de matroos A. K. uit den mast
gevallen ter hoogte van 12 meter. De on
gelukkige viel door het dek heen, heeft
ernstige hoofdwonden bekomen en het
neusbeen gebroken. Zijn toestand is zor
gelijk.
Ontvluchting van een gegijzelde.
Het gerechtshof te Amsterdam behan
delde Donderdag in hooger beroep de
zaak tegen den koopman W. de V. en zijn
zoon J. de V., die door de Vierde Kamer
der rechtbank resp. wegens wederspan-
nigheid, lichamelijk letsel ten gevolge
hebbend, en hulpverleening bij zelfbevrij
ding, tot straffen van 8 maanden en 6
maanden gevangenisstraf veroordeeld
waren.
Den 12den Mei j.L stond de zoon met
een auto bij het Huis van Bewaring, toen
de vader van daar naar den president van
de rechtbank vervoerd zou worden om
gehoord te worden, ter zake van een door
hem ingediend verzoekschrift tegen de
gijzeling, waarin hij zich bevond. De
koopman sprong in den auto, die, be
stuurd door zijn zoon, er van door ging.
Een veldwachter kon nog juist op de
treeplank springen, maar werd er door
bedoelde moderne architect, die aan
den anderen kant juist inxde voorste
rijen staat van het nieuwe bouwkunstige
leven een dergelijke misplaatstheid van
zijn liefde voor de hoofdstad propageert.
Misplaatst waren ook, hoe langer
hoe meer, de kraaien die met de naar
hen genoemde knip ter Watergraafsmeer
togen. En niet alleen deze eerzame be
zorgers van begrafenissen, maar ook de
overige Amsterdammers als zij op een
wagen van de autobus „A" stonden te
wachten en elkander in zenuwachtig on
geduld verdrongen. Men heeft nu on
langs van gemeentewege een poging ge
daan om de misplaatstheid van genoemde
passagiers tot een wat behoorlijker „ge
plaatstheid" om te vormen. Daartoe heeft
men aan de paal van het electrisch lioht
bij de halteplaats een kastje doen aan
brengen waaruit men, in afwachting van
de motorische knip, een volgnummertje
kan trekken. Of het helpen zal is de
vraag. Het ls een proefneming; blijkt
het, dat door middel van deze „ik-ben-
voor" en „na-U" bewijsjes de pu
blieke beleefdheid inderdaad op een
hooger peil komt, dan zal men het systeem
ook bij andere plaatsen gaan toepassen.
Erg veel vertrouwen hebben wij er
vooralsnog niet in; wordt een „queu"
niet vanzelf, uit spontanePwelvoegelijk-
heid door het publiek gevormd, dan hel
pen papieren lapmiddeltjes als deze
„papieren briefjes" tooh meestal niet
veel
Overigens ontkomt men in dezen ook
niet aan het gevoel dat deze volgnum-
mertjes-inrichting eigenlijk niet veel an
ders vertegenwoordigen dan-de splin
ter in het oog van den naaste (d.1. hier
het publiek) waar de „balk" in het oog
van den man zelf (d.1. hier de Gemeente)
allereerst om verwijdering vraagt Als
de kraaien-knip-dienst wat beter en ge
regeld functioneert sal men waarschijn
lijk van de thans heersohende „misplaatst
heid" van de eindeloos wachtende passa
giers wel verlost zijn
Misplaats blijkt tenslotte ook ons Stadion
te zijn. Dat is gebleken ter gelegenheid
van de laatstgehouden vergadering van
het Olympisch Comité. In die bijeenkomst
is namelijk komen vast te staan dat ons
sportpark aan den Amstelveenschen weg
niet de eer zal genieten in 1928 de in
ternationale sport-matadors te herbergen.
Aanvankelijk had men het plan het stadion
uit te breiden en te verbouwen voor de
groote gebeurtenis van over drie jaar.
I}e gemeente heeft nu echter aan het
Comité bericht, dat zij niet ongenegen
is aan den bouw van een geheel nieuw
sportpark mee te werken, temeer waar
zij vanwege de stads-uitbreiding de
gronden van het tegenwoordige binnen
afzienbaren tijd sal moeten opeischen.
Aan den eenen kant is dit verheugend:
van het lapwerk dat een gedeeltelijke
vervorming en uitbreiding van de be
staande arena toch altijd zou blijven
komt men op deze manier af. Maar
aan den anderen kant is dezen gang van
zaken voor hen die weten welk een
moeite de oprichting en instandhouding
van het tegenwoordig Stadion gekost
heeft, wel een typisch staaltje van „Hol-
land-op-z'n smalst". Men heeft, daar
komt het dan op neer, een inrichting
tot stand gebracht om haar na luttele
jaren weer af te breken.
Er was trouwens in deze laatste Olym
pisch Comité-vergadering nog iets speci
fiek smal-Hollandsch I Het smalle na
melijk onzer onuitroeibare vaderlandsche
„Commissie"-hartstocht. Allerlei com
missies werden ingesteld. Commissies
van toezicht op het „officieel orgaan";
een sub-commissie voor een ander offi
cieel orgaan, enz.
Een Mussolini in de politiek moge niet
onverdeeld te appricieeren vallen, op
sportgebied zien we, waar het de orga
nisatie betreft, liever een flksche dicta
tor die de teugels strak in de hand houdt
dan idem-veel Commissies, die, volgens
het oude rijmpje „een glas drinken",
éen doen", en de zaak intusschen
niet veel verder brengen
den vader af gewerkt, zoodat hfj gewond
en bloedend op den weg terechtkwam.
De advocaat-generaal vroeg vernieti
ging van het vonnis der rechtbank en
veroordeeling van den vader tot 2 jaar en
den zoon tot acht maanden gevangenis
straf.
De verdedigers pleitten vrijspraak,
subs. clementie.
60 K.M. snelheid zonder werkende
remmen.
Voor de Rechtbank te Arnhem stond
heden terecht de 28-jarige chauffeur G.
van E., te Veenendaal, die op den 12en
Juni aldaar op een motorrijwiel heeft ge-
den, waarvan noch de voet-, noch de
handremmen werkten, met het gevolg dat
een drietal meisjes aangereden werd.
Beklaagde reed met een snelheid van on
geveer 60 kilometer een scherpe bocht
over den overweg om, kon niet voldoen
de uithalen en reed pardoes tegen drie
meisjes, die bij een hek met elkander
stonden te praten. Twee van hen geraak
ten bekneld en beiden braken een been.
Verschillende getuigen verklaarden dat
van E. met een dolzinnige vaart reed.
Een monteur te Veenendaal, die het mo
torrijwiel onderzocht had, deelde mede
dat de remmen versleten en niet voldoen
de bijgesteld waren.
Van de twee verwonde meisjes, die
eveneens als getuige gehoord werden, kon
één nauwelijks loopen; zij kwam de recht
zaal lnstroxnpelen.