Ratiné- Winterjassen, Tweede Blad BINNENLAND VAN ZATERDAG 17 OCTOBER 1925. het verdrag met belgie. Woensdag heeft de heer Ir. J. O. Ra- maer, oud-inspecteur-generaal van den rijkswaterstaat, in een vanwege den Zeeuwschen Polderhond te Ter Neuzen heiegde openbare vergadering een lezing over het verdrag met België gehouden. De heer Ramaer zette aan de hand van een historische inleiding de beteekenis van het verdrag uiteen en wees daarna op de bezwaren, die daaraan zijns inziens voor ons land, speciaal voor de Zeeuwsdie polders, verhonden zijn. De commissie die voor de Schelde zal worden ingesteld, 'heeft uitsluitend te letten op de belan gen van het scheepvaartverkeer en krijgt zeggingschap over de oevers en zelfs over het land binnenwaarts. De hoogheidsrech ten van Nederland over den eigen bodem worden ten slotte bij eeuwigdurend edict overgegeven aan een commissie, waarin buitenlanders de meerderheid zullen heb ben; de beslissende stem zal waarschijn lijk, aldus de heer Ramaer, berusten bij een Deen of een Spanjaard, die oijze pol dertoestanden niet kent, omdat ze in zijn land niet voorkomen. Voor internationale geschillen ls arbitrage goed te keuren, maar dat gaat te ver, zulke zuiver techni sche kwesties op die wijze te beslissen, waarhij spreker er op wees, dat deze ar biter in een maand zal moeten 'beslissen. Het adres aan de Tweede Kamer, waar bij terugzending van het ontwerp aan de regeering wordt verzocht voor vernieuwd overleg met België en wegneming van de gerezen bezwaren, werd door de vertegen woordigers van gemeente- en polderbe sturen geteekend. Uit de vergadering gin gen stemmen op, die er op aandrongen, een meer algemeene actie van de bevol king te laten uitgaan. De strijd om het Dnltsche achterland der Belgische en Nederlandsche havens. Een Dultsche beschouwing. De Zeitung des Vereins Deutscher Eisenbahn-verwaltungen bevat onder bovenstaand hoofd een beschouwing over den voorgenomen aanleg van het kanaal MoerdijkAntwerpen, waaraan het vol gende wordt ontleend. Bij de bestaande rivaliteit tusschen de havens Rotterdam en Antwerpen, welke in het bijzonder in de laatste jaren den Nederlanders veel hoofdbrekens heeft be reid, kan men zich slechts verbazen over de tegemoetkoming, welke Nederland in deze cardinale vraag getoond heeft. De geheele strijd gaat om het veel begeerde West-Duische en Zuid-Duitsche industrie gebied, waarvoor de Rijn de sleutel is, welken Rotterdam op grond van zijn na tuurlijke ligging in handen houdt. Dit onschatbare actief zal Rotterdam nu uit de hand geven, doordat zijn regee ring zijn mededinger, in de plaats van de moeilnkeré en langere bestaande verbin ding, %en den vrijen Rijnstroom volkomen gelijkwaardig© verbinding helpt aanleg gen. In aanmerking nemende den angst, waarmee men in Nederland alle maat regelen van de Duitsche Reichsbahn ten gunste van de Duitsche zeehavens volgt, 'kunnen wij dit nauwelijks gelooven, want tegenover de vitale belangrijkheid van dit plan is de verkeersafleiding, welke de Duitsche Reichsbahn zelfs 'bij de scherp ste zeehaven politiek zou kunnen bewer ken, slechts een bagatelle. Rotterdam ls geen spoorweghaven. Zijn levenszenuw is de Rijn, welke verkeersbe- larngen tegenover de spoorweggoederen niet al te zeer in het gewicht vallen. Ant werpen daarentegen is spoorweghaven voor de belangrijke Belgische en Noord-Fransche industrievoortbrengse len en tracht door zijn kanaalplannen nu ook nog overlaadhaven voor het den bln- nenwaterweg naar Duitschland toevallen de massa-goed te worden. In de kringen der Nederlandaohe ver- keenseoonamie heeft men het gevaar reeds lang ingezien en de uiteenzettingen, waarmee nu reeds maanden de Neder- landsohe pers het publiek op het buiten gewone gevaar wijst, wijzen er op, dat men de Belgische plannen als een bena deeling van de Nederlandsche havens heeft erkend, waartegenover de voorbij gaande Nederlandsche ontstemming over de noodzakelijke Duitsche beschermings maatregelen teruggetreden is. Wanneer Nederland dezen groot- scheepvaartweg tusschen de beide mede dingende havens, in samenwerking met België, aanlegt, dan legt het de bijl aan de positie van zijn eigen havens. België heeft reeds in het Schelde-vraagstuk -be langrijke voordeelen verkregen; het heeft zioh het Rijn—Antwerpen-kanaal ln het Verdrag van Versailles verzekerd, kortom het laat den eenen schaakzet op den an deren volgen, om met volstrekte zeker heid de suprematie van Antwerpen te vestigen en te vergrooten. De uitwerking van deze Belgische tac tiek in Nederlandsche kringen, in het bij zonder van de binnenscheepvaart, is on miskenbaar, men spreekt ter versterking van de eigen positie steeds meer over een nauwere voeling met Duitechland in bin- nensoheepvaartvragen, om als rugsteun tegen de Belgische eisohen een partner te hebben, wiens belangen met de Neder landsche in overwegende mate parallel «•an. Kamer voor Koophandel voor HoiL Noorderkwartier. 'In de Woensdagavond te Alkmaar ge houden vergadering van de K. v. K. voor HoliL Noordenkwartier werd door verschillende leden geklaagd, dat er bij den pas ingevoerden winterdlenst der spoorwegen niet de minste notitie geno men is van door de Kamer geuite wen- schen. Besloten werd thans een audiëntie bij den minister aan te vragen, bij welke gelegenheid tevens zal worden aange drongen op het benoemen van een lid der Kamer in den Spoorwegraad en op het nemen van afdoende maatregelen voor ongelukken, ontstaan door de onbewaakte overwegen. Een langdurig debat ontstond over de quaestie van de zegeling van cassa-bons en af te wachten hoe het afloopt met de maatregelen, welke dienaangaande in sommige groot© zaken in Amsterdam ge nomen zijn. Door den heer J. Hoogland» werd de stand van zaken der West-Eriesche Ka- naalvereeniging zeer goed genoemd rn het dezer dagen verschenen rapport der Provinciale commissie ten zeerste toege juicht. Nader ondervraagd orr a-ent het betalen van 1/6 der kosten door belang hebbenden, kon spr. in deze vergadering hieromtrent geen nadere ruededeelingen doen, doch vertelde, dat deze aangelegen heid reeds ln bijzonderheden was ontwor pen, Na goedkeuring der plannen door Prov. Staten was zeker, dat op meer dan één punt tegeijjk aan de opensiuiting van West-Friesland 'kan begonnen worden. Bij de rondvraag vestigde de heer O. Wagenaar uit Broek op Langendijk de aandacht op de treurige prijzen, die thans voor de tuinbouwproducten verkregen worden; hij sprak de hoop uit, dat te Ber lijn eenigen spoed zou worden gemaakt met de actie voor verlaging der invoer rechten. De groote onzekerheid, die hier omtrent bestond, werkte verlammend op den handel en moest zoo gauw mogelijk een einde nemen. Het zou zeer worden toegejuicht als door den Minister hier omtrent eenige mededeeling zou kunnen worden gedaan, waarnaar men in de Lan- gendijken vurig uitziet De afschaffing van de Verdedigings belasting n. Ingediend is thans een wetsontwerp tot afschaffing der Verdedigingsbelasting IL Ter toelichting van dit ontwerp verwijst de minister van Financiën naar hetgeen ter zake in de millioenennota is opge merkt Hij voegt daar nog aan toe, dat hij eer lang een berekening aan de Kamer zal doen toekomen, nopens de baten van het Leeningsfonds ter vervanging van die, opgenomen in de Memorie van Antwoord, in zake de Weeldeverteringsbelasting. Volgens het ontwerp zal de Verdedi gingsbelasting II na 80 April 1926 niet meer geheven worden. Bezuiniging op de Burgerwachten. De min, van Binnenl. Zaken en Land bouw heeft aan de burgemeesters mede gedeeld, dat de 'burgerwachten over het vierde kwartaal 1925 aan qefeningsgelden slechts aanspraak kunnen maken op ten hoogste 4/5 gedeelte van het bedrag dat over hetzelfde kwartaal van 1924 in reke ning is gebracht Installatie van de radlo-omroep- commlssle. De minister van waterstaat, de heer ir. Bongaerts heeft Donderdagochtend half- twaalf de dezer dagen door hem inge stelde oommissie ter overweging van de vraag, welke taak de Staat ten aanzien van den radio-omroep (broadcasting) heelt te vervullen, geïnstalleerd. Wijziging ziektewet „De Msb." deelt mede, dat verschei dene organisaties van den Minister van Arbeid, H. en N. het volgende schrijven ter beantwoording hebben ontvangen. In verband met de voorbereiding van eene wijziging der Ziektewet zoude ik gaarne van u inlichtingen ontvangen over de volgende aangelegenheden. In tal van collectieve arbeidscontracten komen bepalingen voor met betrekking tot ziekengelduitkeeringen, verschuldigd in geval van ziekte van een onder het contract vallende werknemer. Gaarne zoude ik vernemen wat u betriifonde de werking dezer bepalingen be'-Pt.d is. In het bijzonder houd ik ir.j aanbevo len voor beantwoording dar volgende vragen: Zijn u klachten omtrent de naleving van bepalingen als hier bedoeld ter oore gekomen? Heeft over het algemeen in geval van ziekte een vlotte uitkeering van zieken geld plaats of moet door ziek geworden arbeiders dikwijls op uitkeering worden aangedrongen? Op welke wijze worden geschillen om trent ziekengelduitkeering beslist en ko men zoodanige geschillen veel voor? Een spoedig antwoord zal ik zeer op prijs stellen. Rijkscommissie-werkverruiming. De Rijkscommissie-werkverruiming heeft dezer dagen te 's-Gravenhage vergaderd onder voorzitterschap van prof. dr. W. H. Nolens. Besproken werd de waterstaatsbegroo- ting voor 1926 voor zoover zij betrekking heeft op de uitvoering van werken, welke voor de werkverruiming van belang zijn, een en ander in verband met de passage in de Millioenennota met betrekking tot de financiering van rijkswerken. Beslo ten werd, in een volgende vergadering hierop terug te komen. Inlichtingen werden verstrekt omtrent de plannen van het provinciaal bestuur van Noord-Holland met betrekking tot de verbetering van het wegennet De aandacht der oommiaale ia erop ge vestigd, dat in de toonzalen van gas- en electriciteitsbedrijven de producten van Nederlandsche nijverheid niet altijd vol doende zijn vertegenwoordigd. Stappen zullen worden gedaan om hierin verbe tering te verkrijgen- De oommissie heeft weer in tal van ge vallen bemiddeling verleend om te bevor deren, dat aan Nederlandsch fabrikaat zooveel mogelijk de voorkeur werd gege ven. Bij de vermelding van deze geval len bleek, dat nog telkens bestellingen aan het buitenland ten deel vallen, omdat de opdrachtgevers niet weten wat als binnenlandsch en wat als buitenlandsoh fabrikaat moet worden aangemerkt Met de besturen van verschillende ge meenten en groote instellingen, welke grootere hoeveelheden kolen en cokes moesten aankoopen, werd overleg ge pleegd om te bevorderen, dat aan de pro- dutcen der Nederlandsche nijverheid voldoende aandacht zou worden geschon ken. Veel sleur, vooroordeel en onwetend heid kon uit den weg worden geruimd. Aan enkele ondernemingen, die van rijkswege belemmeringen ondervonden bij een voorgenomen uitbreiding, verleen de de commissie bemiddeling. StaatHvtsscherehavenbedrtJf te IJmuiden. Saldo verlies 261.456. Aan het zoo juist verschenen verslag van het Staatsvissohershavenbedrijf te IJmuiden over het boekjaar 1924 ontl ee nen wij het volgende: De toestand van het havenbedrijf ver toonde in het vorige jaar, waarin het vijf entwintigjarig bestaan van het bedrijf werd herdaoh, eene aanmerkelijke verbe tering. Wel waren ook over het verslagjaar de uitgaven nog aanzienlijk hooger dan de inkomsten, dooh het verlies op de exploi tatie bleef belangrijk beneden dat over het vorig jaar geleden. Het bedroeg thans 201.460 tegen 288.629 in 1923 en was dus ruim 87.000 lager. De vermindering van het verlies was in hoofdzaak te danken aan de stijging van de voornaamste bate van het bedrijf, n.L de retributie voor den verkoop van vlsch. De opbrengst van deze retributie bedroeg in het verslagjaar 268.220.46 tegen 216.759.04 in 1928 en ging dus met ruim 51.000 vooruit Der vermeerdering van den omzet in de visohhallen was voor het grootshte deel het gevolg van den toegenomen aanvoer, zoowel van treil- als van drijfnetvisch. doch mede van de geleidelijke stijging der vischprijzen. De havenverlichting te Urk. Wanneer, zooals deze week, de na jaarsstormen over de Zuiderzee gieren, zoeken niet alleen de visschers, maar ook vele schippers van tjalken en klippers enz. een toevlucht in de ruime, vrij diepe 'buitenhaven van Urk. Tot heden bestond de verlichting van den ingang dezer ha ven uit twee petroleumlichten, rood aan de West-, en groen aan de Oostzijde. De dammen en de onlangs flink verbreede loopplanken waren fbij ontstentenis van maanlicht) in duisternis gehuld en niet zonder gevaar te betreden. Wel was in den laatsten tijd door de electrische ver lichting langs de %>st- en Westhaven kam aan de dorpszijde eenige verbetering ge komen, doch de petroleumverlichting bij den havenmond was er schier onkenbaar door geworden; men moest al heel dicht voor den ingang genaderd zijn om ze te onderkennen. Sedert Woensdagavond J± ls hierin een gunstige verandering gekomen. Nadat een ondergrondsche kabel door de uiterste havendammen gelegd was, heeft toen de burgemeester van Urk in het 'bijzijn van vele belanghebbenden de nieuwe electri sche verlichting in gebruik gesteld. De lampen verspreiden voldoende lioht om bij avond of nacht daar te kunnen verkeeren. De kleur der havenvuren is onveranderd gebleven. De kosten 8000) worden door 's Rijks Waterstaat en de gemeente Urk gelijde- lijk gedragen. (Hbl.) Te veel onderwijzers. Voor de betrekking van onderwijzeres 8° de o.l. school te Ureterp hetbben zich jOz sollicitanten aangemeld. R.-K. Overheidspersoneel. Donderdag werd de reeds aangekondig de bespreking gevoerd tussohen een oommissie uit de R. K. Kamerfractie en de 11.-K. Centrale van Burgerlijk Over heidspersoneel. Aan de bespreking, die ruim anderhalf uur in beslag nam, werd deelgenomen door de Kamerleden: mej. Meyer en de heeren v. Sasse van IJsselt, Van Sohaik, Kuiper en Suring. Voor de R.K. Centrale waren aanwezig de heeren Von Frijtag Drabbe, Guit, Van den Broek en De Boer. Breedvoerig werd aan de hand van of- ficieele stukken betoogd, dat de regeering zelf bij het personeel de verwachting heeft gewekt, dat in October van dit jaar een financieele maatregel ten gunste van het rijkspersoneel zou worden getroffen en dat bij de bepaling van het bedrag dier voorziening een factor van overweging zou uitmaken, zoowel het verloop der middelen als het indexcijfer op het oogen- blik der uitkeering. De aandacht werd gevestigd op het feit, dat de regeering bij de herziening van het Bezoldigingsbesluit de Centrale Oom missie voor georganiseerd overleg wenscht te binden aan het bedrag van drie millioen, waardoor herziening feite lijk onmogelijk wordt en het overleg niet tot resultaat kan leiden. Resultaat der bespreking was, dat de commissie zich bereid verklaarde in de fractie een regeling te bespreken, waar door zoowel het standpunt der regeering als de wensoh der organisatie tot hun recht zouden kunnen komen. Uit den aard der zaak kon de oommis sie geen bindende toezegging doen. AMST ERDAMSCHE BRIEVEN. Kruger-herdenklng. Samengaan en afscheiden. De ziekenhuis- kwestie. Onze straten. Onderzoek geboden! Wij leven snel, steeds sneller. Niet al leen schieten, als we gezeten zijn in onze treinen, auto'8, vliegtuigen, de boomen, de huizen, dorpen, steden en rivieren langs ons heen en onder ons door met zulk een vaart, dat ter nauwernood een algemeenen indruk blijft hangen en dé tail-herinneringen verwazen en onder duiken, maar door toedoen van onze geestelijke vervoermiddelen als daar zijn de krant, de radio, de bioscoop, schieten de emoties en aandriften van dit moder ne, leven en van de massa in zulke, steeds weer door berichten en beelden uit alle werelddeelen, opgestuwde stroomen het bewustzijn voorbij, dat, komt een of an dere datum of een feit ons aan een vorige periode herinneren, wij dikwijls uitroe pen: „Dat is waar ook! Ik was 't heele- maal vergeten. Maar dat was me toch wat!" Zooiets hebben we b.v. onlangs ter ge legenheid van de behandeling der zaak- Muylwijk ondervonden; daar verschenen, ter terechtzitting, een heele reeks getui gen, die destijds het lucratieve beroep van kettinghandelaar hebben uitgeoefend en plotseling, met een schok van ja, dat was waar ook!" leefden we weer in de gevoe lens van de oorlogsjaren, gevoelens die nauw samenhingen met „hamsteren", broodbonnetjes, O.W.'ers, en hoe al dit schoons, dat we vrijwel volledig vergeten waren, meer moge heeten. Daarbij lijkt wat vóór 1914 ligt nóg verder weg gezonken. Wordt uit dien diepen put der vergetelheid, iets aan het daglicht getrokken, dan staan we meestal nog méér verbaasd en hebben we even tijd noodig onze eigen gevoelens uit dat verleden, die soms toch ook zeker diep en écht waren, weer te doen opstaan. Zoo was het met de Paul Kruger-herden- king die we hier j.1. Zondag gehouden hebben ter gelegenheid van den honderd sten geboortedag van dezen, eens inter nationaal bekenden en bewierookten vrij heidsheld. Paul Kruger,.... Paul Kruger, mompelden we al een paar dagen daar voor toen de kranten in artikelen en fo to's de herdenking gingen voorbereiden, o, ja, Paul Kruger...., en er dook uit de duistere hoeken van onze herinnering iets op van een eerbiedwaardigen ouden man met een schippers-ringbaardje, hoog- behoed en met een kleurigen sjerp over den gekleeden jas.... Een vaag beeld, waaraan zich niet zoo dadelijk al het an dere: het zenden van de „Gelderland" om den verbannen President naar ons land te voeren, zijn vergeefsche po gingen om de belangen van zijn land bij Keizer Wilhelm te bepleiten een trotsch gevoel van stamverwantschap met „de Boeren", hechtte. Even tijd hadden wij noodig. Maar toen was het al Zondag en zaten we al midden in het herdenkings programma. Het eerste punt: klokgelui in de ochtenduren, ging dan ook vrijwel ge heel onopgemerkt voorbij. En ook de eigenlijke „herdenking", een bijeenkomst 's avonds in de Luthersche Kerk, georga niseerd door de Ned. Z.-Afrikaansche Ver. en het Algem. Ned. Verbond, waar prof. Burger, prof. Pont en de Hooge Commissaris voor de Unie v. Z.-Afrika te Londen, het woord voerden, was niet meer dan „redelijk bezocht". We had den heusch den tijd niet gehad er vol doende „in te komen". Wat dan tenslotte mischien niet zoo slecht is! Want volle dig „er in komen" zou mogelijk tevens ook weer bijkomende gevoelens wekken van wrok en afkeer, welke in een wereld die te Locarno bezig is de eerste positie ve stappen te doen in de richting van vrede en verzoening en internationaal saamhorigheidsbesef, beter voor goed ten doode blijven opgeschreven. Het beste punt van het programma was ongetwijfeld dat van de opening van een tentoonstelling in Heijstee van schil derijen en houtsneden door den Zuid- Af rikaansohen schilder Pierneef. Want dit is weer één van de teekenen, dat onze stamgenooten daar in Afrika zich, al mis sen zij dan een volledige staatkundige zelfstandigheid, tóch tot een zelfstandige, cultureele eenheid aan het ontwikkelen zijn, een levenskrachtig geheel dat van wege de nauwe familiebetrekking onze aandacht méér verdient dan tot nu toe. Gelukkig is de laatste jaren de belang stelling ten onzent voor de dikwijl# zoo jeugdig-frisschen en gezonde Zuid-Afri- kaansche literatuur groeiend; deze expo sitie moge een dergelijke belangstelling wekken voor de daar opkomende eigen schilderkunst. 19 1 Kruger was een man ven „samengaan", van zoeken naar eenheid. Hij heeft zijn Zuid-Afrikaners weten te binden tot een eendrachtig volk. Dat dit hem inder daad gelukt is, al ging de staatkundige vrijheid verloren, blijkt uit het feit, dat er een eigen cultuur te bloeien begint. Zijn slagen is een slagen in hoogeren jzin geweest. Kruger een man van samengaan, hoe vast en sterk hij ook in eigen levensbe schouwing ston<£ Het is wel merk waardig dat juist in de dagen dat wij hem herdenken in sommige kerkelijke kringen van onze stad een strijd ontbrand is die tot vér buiten de direot-betrokken krin gen de aandacht trekt. Het is, deze kwestie-ds Geelkerken, als een kleine herleving van onze oud-vaderlandsche kerkelijke twisten toen deze vrijwel het geheele maatschappelijke leven be- heerschten. Zoover gaat het nu natuurlijk niet Maar ondertussohen loopen we dan toch hard de kans weer eens een afsplit sing (de duizend-en-zooveelste) te gaan meemaken in ons al in zooveel partij schappen verdeeld volk. Een „buiten staander" kan en mag zich in dezen geen oordeel aanmatigen; hij kan alleen ver zuchten: „als we al de ongeloof olijke hoe veelheden energie besteed aan het zoe ken en op de spits drijven van versohil- len eens hadden aangewend en aanwend den voor het zoeken van wat ons bindt, hoeveel verder zouden we zijn en ko men!".... De „ziekenhuiskwestie", een kwestie die al dertien jaar lang, telkens weer de gemoederen van onze stadsbestuurders in beroering brengt, is in den vorm waarin zij deze week in den Raad aan de orde was, eigenlijk óók terug te brengen tot een kwestie van samengaan. Het gaat namelijk om de vraag: Kan plan A al dan niet met plan-B samengaan?" Er be staan namelijk twee plannen tot ombouw en verderen uitbouw van ons ziekenhui zen-complex. Een „klein" plan-A, waarbij met een uitbreiding van het Wilhelmina- gasthuis, toch óók het Binnengasthuis nog zal worden dienstbaar gemaakt aan. het academisch onderwijs, en een „groot" plan-B, waarbij het Binnengast huis als onderwijsinrichting radicaal wordt losgelaten en het Wilhelmina-gast- huis, middels een veel omvangrijker ver grooting, zoo Bpoedig mogelijk tot éenigst centrum van dat onderwijs gemaakt moet worden. B. en W., benevens proffen en curatoren, bevalen met nadruk plan-A aan, èn vanwege de mindere kosten, èn vanwege het feit, dat de groei van het ziekenhuiswezen dan Boepel kan gehou den worden en zich geleidelijk kan blij ven aanpassen bij de steeds wisselende aspecten die de ontwikkeling van een stad als Amsterdam vertoont De Raad erkende het standpunt van B. en W. oogenschijnlijk eerst ten volle en nam dan ook plan-A aan. Maar ziet, op het laatste oogenblik kreeg hij een kuur en verklaarde, per aangenomen motie-Polak, dat men ook „principieel" voor plan-B was. Daarna werd de voordracht aan gehouden en thans peinzen B. en W. zioh het hoofd suf over de vraag of deze twee door den Raad uitgesproken verlangens wel te vereenigen vallen en in practijk zijn om te zetten. Voert men plan-A uit en blijft men telken jare de, in de practijk noodig gebleken nieuwe voorzie ningen, treffen, is het dan wel mogelijk binnen een twlntfg tal jaren precies d a a r tereoht te komen waar plan-B het, een maal en voorgoed neergezette, grootere, starre schema ordineert? Er zal nu, bij wijze van poging om wat licht ln deze duistere situatie te brengen, éérst nog eens een nota van B. en W. in het Gemeenteblad verschijnen. Men hoopt, dat de Raad daarna van zijn wat vreemde principieele bokkensprong in de richting van het plan-B zal terugkomen. 6 6 6 Wat ons ziekenhuiswezen, of liever, in 't algemeen, wat onzen gemeentelijken geneeskundigen dienst betreft, plegen wij vrij trots te zijn. Is het voornamelijk niet aan hem te danken, dat de gezondheids toestand zoo goed en het sterftecijfer zoo laag is? En zouden wij, blijven wij onze ziekenhuizen en dien dienst maar vol doende op peil kunnen houden, ook in de toekomst deze gunstige situatie zoo kun nen houden of nog gunstiger kunnen maken? Wij dachten het tot nu toe, in ons op timisme, misschien vrij algemeen. Maar nu is deze week dr. Hegermans, de direc teur van genoemden Dienst, een leelijk spaakje kamen steken in het wiel van onze kalm-voortrollende gerustheid. Hij hield ni. in het Veiligheidsmuseum een lezing over „Kanker en beroep", waarin hg ontstellende cgfers meedeelde over het nog steeds snel toenemende aantal kan kergevallen. Een toename die lang niet alleen te verklaren valt uit betere herken ningsmethoden, Zelfs heeft zich de laat ste paar jaar een vroeger bgna nooit voor gekomen vorm van kanker, de longkan ker n.L, geopenbaard. Het door hem me degedeelde was zeker niet bedoeld om onnoodige ongerustheid te wekken. Is men er spoedig bg, dan kan de medische we tenschap, hier ter stede in het Kanker instituut in het Anthonie van Leeuwen- hoekhuis, op dit gebied overigens uitste kend toegerust, nog dikwgis afdoende in grijpen. Maar wél was een en ander ter waarschuwing dat we er met zieken huis en geneeskundigen dienst alléén niet zullen „komen". Gebleken is ni. dat teer- en teerproducten dikwijls een zeer ongunstigen invloed hebben en de vat baarheid voor kanker verhoogen. Be denkt men nu dat in een stad als de onze met de steeds verder gaande asphaltee- ring der straten enorme hoeveelheden van deze producten verwerkt worden en de dampen en uitwaseming daarvan na- tuurigk voortdurend in de atmospheer ko men, dan komt hier een terrein van on derzoek open dat dringend aandacht vraagt. Naast ziekenhuis en geneeèkundigen dienst zal misschien in dezen ook ,4e straat" een 'belangrijke factor bigken. Wat we aan den éenen kant op straat aan het winnen zgn ten opzichte van het veilig verkeer, middels als verkeersagen ten, .stop!"-borden, enz. zouden wg mo gelijk, zonder dat wg het merken, weer aan het verliezen zgn ten opzichte van de „kankerbevordering^' middels een asphal- teeriug met verkeerde teer-producten. Een diepgaand en spoedig onderzoek is hier geboden! Ingezonden mededeeling. van af 118.—. HERMAN NYPELS' Kleedlngmagazljn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 5