VOOR DE KINDEREN Zonderlinge lotgevallen In het Dagelijksch leven HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Wie is de gelukkige waschvrouw? Ben stoomschip als de „Lknburigia" van de Kon. HolL Lloyd, brengt van één reis een vuil waschje van ongeveer 130.000 stuks mee naar huis. (De Telegraaf.) Ersatz-speelgoed. Het heet dat de bakkebaarden weer In de mode komen. Wel, de baby moet iets hebben om mee te spelen ln dezen tijd, nu het speelgoed nogal tamelijk duur is, (London Opinipn.) Geen ballast Sedert de bolsjewieken het gezag ln handen hebben is er in Rusland geen en kei leerboek, noch eenig werk op weten schappelijk gebied verschenen. (Frankf. Ztg.) Die ztfn safe. De Turksohe minister verzekert, dat de Armeniërs „de grootst mogelijke be scherming genieten". Eenige millioenen dooden hebben tenminste niets meer te vreezen. (Dy. Financial America.) Toch gestraft Rechter Landis, te Ghloago, heeft een man veroordeeld tot 25 seoonden gevan genisstraf. De man had ln een bul van jaloezie een brief opengemaakt, die aan zijn vrouw was geadresseerd. (Krantenbericht^ Het gokkende Dnitsohland. Op de BerUJnsche Grünewald renibaan heeft de totallsator onlangs een nieuw re- oord geboekt. Op één middag werd er 6.090.905 Mark omgezet, waaruit de Staat een voordeeltje van 1 millloen Mark trok. (Berl Tageblatt) Zon dat dan zoo moeilijk rijn? Menige vrouw gelukt het een man te behagen, maar slechts heel weinigen be zitten de kunst een man behagen te doon en ln zichzelf, door hem duidelijk en, dat hij uitmunt boven anderen. (Agnes Egerton Oastle.) te Het gevaar van versehe eieren. Een handelsreiziger, die plotseling ernstig ongesteld werd, bleek een veer tje in het ondergedeelte van de keel te hebben gekregen. Ja, als de menschen dan ook met ge weld versehe eieren willen eten moeten zij er ook de gevolgen maar van dragen. (Punoh.) Het beloofde land. Benige gemeenten ln bet Hhöngebergte hebben van den verkoop van hout uit hun bossohen zooveel geld gemaakt, dat de inwoners niet alleen een jaar van be lasting konden worden vrijgesteld en vrij brandhout moohten halen, doch boven dien kregen zij nog een ultkeerlng uit de Gemeente-kas. (N- R. Ot) Fabrleks- en mfjnarbeld en moederschap. De smartelijke gevolgen van den vrou wenarbeid in de fabrieken zijn beteeke- nisvol. Het is bovendien een feit, dat de vrouw, toen zij ln de mijnen werkte, schier nooit moeder werd. De meisjes, welke ln de vlas- en textiel fabrieken werken, bezitten stellig niet het monopolie der talrijke families. (Neptune Antwerpen.) Smaakvolle huwelijksadvertentie. Wie waagt, winti Welke dame, onaf hankelijk, niet ouder dan 85, met rijke gaven van hart en verstand, zakenvrouw, is geneigd een koopman de hand ten le vensbond te-reiken, en ls tevens ln staat den aankoop van een toevallig voordee- lig over te nemen zaak met 500.000 Mark te flnanoleren? Zij schrijve onder enz. (Adv., Frankf. Ztg.) GEEN GOED VERSTAANDER. De vrouw van een arbeider werd doo- delijk ziek. Een geneesheer moest wor den gehaald, maar deze liet al dadelijk duidelijk blijken, dat hij vreesde niet voor zijn moeite voldaan te zullen wor den. De man zeide daarom: Dokter, ln gind- sche kast liggen 5 gouden tientjes, en, hetzij gij mijn vrouw doodmaakt, of in het leven behoudt, dat geld is voor U. De dokter was gerustgesteld en ver leende zijn hulp. Echter kwam de vrouw te sterven en de geneesheer meldde zich na verloop van eenige dagen aan, om het bedongen loon te krijgen. Een weinig geduld, dokter, voer de de arme schelm hem tegen. Ik ben de man niet om mijn woord te breken, maar vooraf moet u.mij twee vragen be antwoorden, waarvan alles zal afhangen. Hebt ge mijn vrouw doodgemaakt? Gebelgd en verwonderd snauwde de dokter: Natuurlijk niet man, wat wil je eigenlijk? Ja» antwoordde de man, dat dacht ik wel. Ik zou zoo iets ook nooit van u nebben verwacht. Maar hebt u mijn vrouw in het leven gehouden? Dat toch ook niet nietwaar? Gij hebt dus aan de voorwaarden niet voldaan en bijgevolg hebt ge niets van mij te vorderen. De oplossing. Iemand werd door een auto aangere den. Hij maakte een buiteling over zijn hoofd en bleef toen een oogenblik lig gen. Maar hij was er goed afgekomen, niet bewusteloos en enkel maar een paar schrammen, zoodat hij weer gauw bij zijn positieven kwam en opstond. Een politieagent snelde toe: Mijnheer, ik heb gezien dat een auto u aanreed, maar ik heb het nummer niet kunnen zien. Hebt u hét zelf soms ge zien? Ja zeker, was het antwoord, 99. De agent sohreef het op, maar wendde zich tevens ter controleering tot de om standers. Drie daarvan hadden het nummer ook gezien, maar ze beweerden allen dat hot 60 was. Wie had nu gelijk. De aangeredene hield vol, maar de anderen eveneens, Eindelijk loste een der aanwezigen het raadsel op door de algemeen aangeno men opmerking: „De aangeredene heeft het nummer heel goed gezien, maar hij stond toen juist op zijn hoofd." Fabricage van levertraan. Tango-koorts. Mag men de Weeikly Dispatoh geloo- ven, dan zou Londen sterk aangestoken zijn door de tango-koorts, de koorts van den nieuwen' Franedhen tango wel te ver staan. Duizenden menschen, aldus het blad, vertoonen den „tango-gang" bij het loopen op straat Men ziet nieuwe begeer- lingen loopen niet „katachtige, panther- aohtige passen" en telkens heel even rus ten. Zij loopen, ze spreken zelfs volgens een vermaard dansmeester, in een soort van rythime, met tango-rythme. Dit is wel te verklaren. Millioenen radio-luisteraars hooren thans eenige ma len in de week een beroemd tango-strijkje spelen, krijgen tango-lessen met de radio en ook verhandelingen over dezen dans. Er zijn tango-schoenen, tango-kleuren, tango-gerechten en tango-partijen. Het groot e geheim. Twee kinderen stonden te kijken bi een broedmachine in Artis. Kijk, riep de eene opgetogen, daar komt er een uit Q, zei de ander, dat heb ik' al zoo dikwijls gezien 1 Weet je wat ik wel eens zou willen zien? Hoé ze er in kwamen. Groote Zaken. En, wat voer Je hier tegenwoordig uit? Ik reis in muziekinstrumenten. Ik heb gisteren duizend stuks verkocht Goeie hemel manl Piano's? Nee, gramofoonnaalden! nieuws is op 't gebied der mode in klee ding wil ik todh laten weten, wat de „scheppers" alzoo voorschrijven om ons ook in regenweer elegant te doen uitzien. PECHVOGEL. Het regende. Geen traag, druilerig mot regentje, maar 'n stortregen, die je in een paar minuten doorweekt Aan de tramhalte stonden vele menschen schui lend onder parapluies, gedoken in regen jassen, met verlangen naar de naderende tram uit te zien, de tram, waar ze besohut en droog zouden zitten, of misschien staan wat in elk geval beter ls dan ln den re gen staan. Maar de tram naderde traag door eenige verkeersstremming van karren die te langzaam gingen en verkeersagenten die zeer nauwgezet waren. In een portiek stond een jongeman, keu rig gekleed, glimmende overschoenen aan. Ook hij wachtte op de tram, maar had in een portiek een schuilplaats gezooht om dat zijn hoed en jas nieuw waren, omdat h]j naar een reoeptle moest en er zoo graag smetteloos uitzag, omdat een rijtuig of taxi hem te kostbaar was, enfin om ver schillende redenen. Met een oogopslag had de jongeman ge zien dat de naderende tram vol was, meer dan vol, dat voor- en aohterbaloon op de spreekwoordelijke harington geleken, dat alle lussen vol hingen. Voor de tram de halte bereikt had sprong de jongeling op het achterbaloon. De tram snorde de hal te voorbij, tot teleurstelling van de wach tende menschen, die echter in een harte lijk gelach schoten, toen de keurige jonge ling, dien ze allen reeds benijd hadden, weer van de tram in een plas sprong, waardoor zijn broek met onberispelijke vouw er allesbehalve proper van uit ging zien. Met hoogrood gelaat keerde de jonge ling terug naar de plek waar hij op de tram gesprongen was en raapte daar den overschoen op, die, bij het opspringen van zijn keurige laars gegleden was. Moei zaam trok hij het modderige voorwerp aan, veegde zorgvuldig het vuil van zijn vingers, trok keurige* handschoenen aan, alles met het air van iemand dien het niet bommen kon, maar naar de halte om op de tram te wachten ging hij toch maar lie ver niet Vreesde hij de lachende gezicb ten, die alle vol belangstelling naar hem gekeerd waren? Hij verwijderde zich in tegenoverge stelde richting. T. L. BABBELUURTJE OVER MODE. Regenkleedlng. Wij vinden het zeer gewoon dat onze Icleeding oan de zooveel tijd veranderin gen ondergaat, door Vrouwe Mode aan gebracht. Dat tot deze kleeding behooren: onze mantels, japonnen, rokken, blouses, iioeden, kousen en schoenen, vinden wij als vanzelfsprekend. Als we een nieuwe en dus moderne mantel of japon hebben au»geschaft, dan vinden we, Intuïtief bijna, de passende hoed, kousen en schoenen daarbij. En als alles dan tot een keurig geheel geworden ls, dan verwonderden we ons daar niet in t minst over; Integendeel we vinden dat zeer gewoon, want dat behoort immers zoo. Er is echter één stuk bij onze klee- dingi, dat altijd nogal tamelijk achteraan 'komt hinken, 't Is heusch een erg ver onachtzaamd stuk, d.w.z. veronachtzaamd n inodeopzioht Dit stuk is de regenmanr el. Die veronachtzaming is echter geens zins te zoeken bij de mode-ontwerperé, neen, bij de draagster! De regenmantel is vrijwel het eenigste stuk, waarvan men iet niet erg vindt, als hij van zes jaar erug is. Natuurlijk moet hij nog wel wa- erdicht zijn en er niet al te „shobby" uitzien; maar 't model.t model komt er niet zoo heel erg op 't Is of er n 't algemeen afgesproken ls: „niet vies weer komt het er niet op -wat te draagt". 't Is mijn bedoeling niet om er m'n vóór of tegen over uit te spreken. *t Is werke- jjk een te glibberig terrein (regen en modder niet waar?) Want er is zooveel noodzakeljjiks in de oorzaak voor dit onverschillig zijn. Men draagt inderdaad de regenjas alléén bij vies weer en men kin er daardoor dan ook jaren mee toe enz. enz. Maar getrouw aan m'n opdracht om u op de hoogte te houden van wat er voor Belde bovenstaande modellen worden met den naam mantel betitelt; maar zij hebben de sluiting meer van een jurk. Z]j worden namelijk over 't hoofd aange daan en dan met de aanwezige knoopen en knoopsgaten gesloten. Er is met deze modellen geen sprake van nat worden; daar er nergens een split te herkennen ls. Dit nu kan van de meer gebruikelijke regenmantels niet altijd gezegd worden. Heel dikwijls is de r<tk door het open- waaien der voorpanden van den mantel aardig nat geworden^ gezwegen nog van een eventueel split aan de rugztj. Een ander voordeel van deze Jurk-man tels is, dat zij zoo licht als een veer zijn. Zij zijn namelijk gemaakt van geprepa reerde satijn. De satijn ia ln de kleuren zwart, blauw, bruin, grijs, plus nog ln rood en wit te krijgen. Voor de belde laatste kleuren moet men ee» weinig exentriek of luxieus uitgevallen zijn. Maar de overige kleuren staan alle zeer elegant De modellen spre ken eenigszins voor zichzelf. De eerste mantel wordt gesloten aan de ooi en de twee schoudernaden en de tweede mantel heeft eenvoudig weg een sluiting in 1 midden. Gepareerd. Ik begrijp niet dat het u zoo ver baast dat ik u bemin, zeide de bewonde raar van gevorderden leeftijd tot het jonge meisje. Ik heb altijd gedacht was het snibbige antwoord dat u een oude vrouwehater was. Daar kon je wel eens gelijk aan heb ben, maar ik ben geen jonge vrouwen hater. De derde mantel ls van dun, zwart leder en maakt eveneens een zeer elegant ef fect Ook deze regenbeechermer wordt over 't hoofd aangedaan, maar heeft een vrij royaal split, daar het breede, over slaande voorpand tevens op de heup nog gesloten kan worden met knoop- en cnoopsgaten. Onder de overslaande voor baan wordt de mantel in 't midden eerst nog gesloten, zoodat we ook in dit model goed watervrij verpakt zijn. Bij lederen mantel wordt een hoedje van 't zelfde mar teriaal gedragen. Dit wil Vrouw Mode zool Op school. Dat is nu al de derde keer, dat ik Je van Karei af zie kijken Henk. Ja meneer, maar hij schrijft ook zoo onduidelijk, klonk de verontschuldi ging. HOE DE VREK GESTRAFT WERD. Er was eens heel lang geleden een oude gierigaard. Hij bezat een groote kist vol geld, maar nooit gaf hij icon and een oent en ook voor zichzelf durfde hij haast niets van het geld te gebruiken. Hij woonde in een klein huisje, dat er langzamerhand erg vervallen begon uit te zien. Hij droeg jaar ifL jaar uit dezelfde vuile verschotion Jas, die versteld was met een stuk geeil laken, dat de vrek eens van een vogel verschrikker gestolen had. En hij was zoo mager als een lat, omdat hij net ge noeg at, om niet dood te gaan. Op zekeren dag werd op de deur van zijn huisje geklopt De oude man ging kijken, wie daar was. Hij zag een arm oud vrouwtje staan, gebogen en ln lom pen gehuld, dat met een smeekend gebaar de 'hand ophield en vroeg, of hij een stukje brood en wat water voor haar had. „Ja, als Je er voor betaalt!" antwoordde de vrek. „Ik ben zelf te arm, om iets voor niets weg te geven I" „Ach," smeekte het vrouwtje, „al ls het maar een droge korst brood. Ik heb zoo'n honger en ik ben zoo moe!" „Ga dan naar het armhuis I" was het wreede antwoord. „Je kunt wat krijgen, als je er voor betaalt, maar heb je geen geld, maak dan dat je weg komt" Het oude vrouwtje zuohtte en gaf den gierigaard een kwartje. „Dat ls al, wat ik heb en daar wou ik een slaapplaats mee betalen. Het ls zoo koud en nu moet ik bulten slapen." Gretig pakte de man het geldstukje aan, ging naar binnen en kwam even later terug met een droge boterham. Jta dat al, wat ik voor een kwartje krijg?" vroeg het vrouwtje. „Een droog stuk brood en verder niets?" „Ja, een droog stuk brood en verder niets!" snauwde de vrek, terwijl hij zijn stok ophief, om het vrouwtje weg te Ja gen. Maar plotseling richtte zij zich op, wierp haar oude mantel af en daar stond een mooie, stralende tooverfee. De vrek liet verschrikt zijn stok vallen en de fee zeide: „Ja, schrik maar, slechte mar, Ik kwam hier, om zelf te zien, of Je werkelijk zoo wreed en hard bent als de menschen zeggen. Maar van nu af aan zul je geen arme menschen meer kunnen plagen. En Je zult de laatste woorden, die je gezegd hebt, herhalen tot Je niet meer kunt" De fee raakte nu den vrek even aan met haar tooverstaf en wip! hij was veranderd in een klein vogeltje, dat gauw in een boom vloog. Daar zat het te snateren van: „een stuk droog brood en verder niets." De bewoners van het dorp bemerkten al gauw, dat de vrek verdwenen was, en daar de deur van zijn woning open stond, werd ook spoedig de kist met geld gevon den en naar den burgemeester gebracht Niemand lette op den kleinen vogel, die op een boomtak bij het huisje zat te schet teren: „Ben droog stuk brood en verder niets!" De burgemeester liet overal zoeken naar de erfgenamen van den vrek Er verscheen echter niemand en na een Jaar werd het geld onder de armen verdeeld. En weer lette geen mensch op het vogel tje, dat nu nog luider dan te voren riep: „Een droog stuk brood en verder niets!" Jullie moet als Je weer eens bulten logeert opletten, of Je hem niet ziet Je herkent hem wel aan de gele vlekken op zfln jasje en als Je heel goed luistert hoor je hem roepen van: „een droog stuk brood en verder niets!" RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. J. Vnndim elders e m m e n neen dom a s m IL Sneekenneer. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: A A; A v. ui B.; O. B.; K. en M. B.; R. v. B.; S. O.; D. en V. D.; A E.; T. en D. P. C. F.; J. G.; P. S. E G.; O. de H.; J. H.; G. K.; P. K.; J. K.; A K.; M. M.; N. Pj.j F. G. v. P.; M. 8.; 6. en A B.; J. 8.; O. en R. T.; G. N. T.; R. V. W. W.; A G.; O. en M. M.; H. M.; J. O. de M. N.B. Verleden week ls de naam P. K. niet vermeld. Zijn raadsel-oplossingen zijn echter wei bewaard. Nieuwe raadsels. L Staat er wat? Er staat wat Wat staat er? Wat er staat. En weet jullie nu, wat er staat? Ingez. door F. G. v. Puffelen. IL Welk spreekwoord staat hieronder? O C 0 0 a f Ingez. door K. en M. Beverslui* Ook op ome trawlersf Een onzer allerbelangrijkste geneesmid de<len is zeker de levertraan. Wij weten sinds de onderzoekingen voornamelijk van Amerikaansche geleerden, dat goede lever traan minstens twee stoffen, vitaminen, be vat, die voor den groei van het menscheliik organisme van het allergrootste gewich zijn. Alhoewel bij volkomen doelmatige voe ding levertraan geen noodzakelijk bestand deel van het menu behoeft te zijn, is toe voeging aan de voeding, vooral in Noor delijke streken, van groot belang voor kin deren uit de minder goed1 gesitueerde volks klassen. Twee Engelsche geleerden, dr. Zilver en dr. Drummond, hebben veel bijgedragen tot de kennis van de vitaminen in de lever traan; aan een artikel van dr. Drummond in de „Lancet" is het volgende ontleend: In de eerste plaats is de meening, die vroeger wel werd geuit, onjuist gebleken dat de bruine, slecht riekende levertraan meer vitaminen zou bevatten dan de licht gele, weinig riekende soort. Integendeel, de vroegere onhygiënische bereiding, waarbij de levers in open vaten aan .rotting waren blootgesteld, deed veel van de vitaminen verloren gaan. De tegen woordige methode, waarbij door stoom de traan uit de versehe levers wordt verza meld, is een belangrijkel verbetering geweest ook uit het oogpunt van vitaminegehalte. De meest medicinale levertraan kwam tot voor kort van de Lofodden-eilanden; alhoe wel1 de daar geproduceerde traan inderdaad van goede qualiteit bleek, is het verkeerd te meenen, dat elders vervaardigde traan niet even goed zou zijn. Verder hebben dr. Zilver en dr. Drummond gevonden, dat de levertraan uit de Noorsche kabeljauw, die meest als medicinale traan verkocht wordt, een voorkeur verdient boven traan uit an- ere gadus-visschen als schelvisch, leng, zwarte kabeljauw, enz. Dit is van belang, omdat er een tekort dreigt aan levertraan van de echte „gadus morrhua". Er komt nog bij, dat de traan uit de levers van de gaaus morrhua 'ang niet in elk jaargetijde goed is. Als de dieren bezig zijn kuit te schieten, gaan de vitaminen uit de lever naar de geslachtsklieren en dan is de lever arm aan vitaminen. Zij nemen n.1. in dat jaargetijde geen voedsel tot zich en het is wel zeker, aat de visschen de vitaminen van hun lever uitsluitend uit het opgenomen voedsel verzamelen. Van de levertraan uit Noorwegen schijnt de traan uit Finmarken het best te zijn, omdat de vischvangst daar in Juni tot Augustus wordt uitgeoefend, in we'ken tijd de dieren overvloedig voedsel tot zich ne men. De daar. verzamelde levertraan bevat soms van vijf tot tien keer meer vitaminen dan de beroemde Lofoddenllevertraan. Ook in New-Foundland wordt tegen woordig traan gefabriceerd en de bovehge noemde onderzoekers hebben deze van even goede hoedanigheid bevonden als de Noor sche levertraan. Voor Engeland is dit van belang, New Foundland is een deel van het „Dritish Empire" en men is dus niet meer afhankelijk van buitenlandsche firma's. Maar ook voor ons is het van belang te we ten, dat beide traansoorten even goed zijn; men kan nu de goedkoopste kiezen. Tenslotte maakt dr. Drummond er nog opmerkzaam op, dat het mogelijk moet zijn om aan boord van goed ingerichte visch- trawlers zelf traan te bereiden gedurende den tijd, dat de schepen uit zijn. Men moet dan echter er voor zorgen, dat de levers versch verwerkt worden; de stoominstal- latie en wel op bijna ieder schip zonder veel moeite aan te brengen. Ligt hier niet ook voor onzen vischhandel een gebied, waarmee geld te verdienen is en waardoor ook wij onafhankelijk worden van het buitenland? Corry Breng. a 0 S

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 8